s BRAffDSTOrronULNDEL OPRUIMING L. A. van Eije Co. Lsngestr. 70 - Tel. 291 BINNENLAND. KERSTARTiKELEN. Dr. Ho mel'S fiaematogen UTE3ECHTSCHEWEG 71 TEL. 539 SOESTERWEG-SPOOR BestelhuizenPuntenh.laan 6 en Sumatrastraat 20. BESTE BRANDSTOFFEN voor Kamer, Kantoor en Centrale verwarmingen. Accurate Bediening. CONCURREERENDE PRIJZEN IW Probeert eens onze Haardstukken voor open Haarden a f 3.25 per Hectoliter. Kameroverzicht. Zieft de étalage. Anihsmsciie straat 31 Tel. 656. 3 U2T DEN OMTREK. echter -tengevolge van omvangrijke winstne mingen gevolgd is door een terugslag tot 51 hetgeen echter nog altijd niet onbelangrijk hooger is dan de vorige week. 'Het is met deze aandeelen een eitwat zonder- linge geschiedenis. Het onafgebroken aanbod in de achter ons liggende periode, waardoor de koers op een gegeven oogenblik gedaald is tot 23 is in hoofdzaak uitgelokt door de vrees, dat de daling van de Mark een zeer ongunsti- gen invloed zou moeten uitoefenen op het be drijf der Jurgens-combinatie in Duitschland. Van ingewijde zijde is daarentegen steeds na drukkelijk verzekerd, dat die daling niet den geringsten invloed had op de bedrijfsresultaten, omdat de verkoopprijzen in Duitschland nauw keurig in evenwicht worden gehouden met de prijzen, die voor de buitenlandsche grondstoffen moeten worden betaald. Wel werd echter te verstaan gegeven, dat uit anderen hpofde groo- te verliezen waren geleden. De beurs heeft het dus in het wezen, n.l. wat de verliezen betreft, aan -het rechte eind gehad, al schreef het deze aan een geheel verkeerd apropos toe. Thans gaan de zaken, naar het heet, aanmerkelijk be ier en het is we) merkwaardig, dat de koers 'zich dan ook thans heeft kunnen herstellen, juist op het oogenblik van een nieuwe inzinking in de noteering van de Mark. Intusschen blijkt hieruit, hoe zeer men ter beurze ten aanzien van dit fonds eigenlijk in het duister tast en hoe speculatief derhalve de transacties feitelijk zijn. Voorts volt nog te vermelden de voste stem ming voor aandeelen Ned. Scheepsbouw-Mij., in Verband met de verwachting, dat de onder neming op de loopende bestellingen, die voor een groot deel van 1023 nog werk zullen geven een bevredigende winst zal maken. Het koersverloop in de overige ofdeelingen blijkt uit onderstaand lijstje. In het algemeen zijn de koersfluctuaties weder gering geweest. Alleen Compania liepen tegen het einde der week scherp terug, zonder dat voor deze reactie een bepaalde reden kon worden aangegeven, Tweede Kamer. STAATSBEGROOTING VOOR 1923. Vergadering van Vrijdag 22 December Geopend 11.10 uur. Voorzitter nu. D. A. P. N. Kooien. Regeling van werkzaamheden. De Voorzitter stelt voor om wanneer de beraadslagingen hedenmiddag niet afloopen, deze hedenavond voort te zetten. Aldus wordt besloten. Hoofdstuk XI (Koloniën). Aan de orde is hoofdstuk XI van de Staats- begrooting voor 1923. De Minister van Koloniën (de heer De Graaff) zet zijn rede voort, doch is vrijwel onverstaanbaar. Spr. deelt mede, dat hij een telegram van den gouverneur-generaal heeft ontvangen, waarin wordt gezegd, dat nog ver schillende achterstallige belastingbedragen zijn binnengekomen, waardoor weer een heel ander licht op de cijfers wordt geworpen. Ook naar Spr.'s meening is versobering op de landshuishouding noodzakelijk. Gewaakt dient echter te worden tegen te ver-gaande bezuini ging, aartgezien dat zou kunnen beteekenen dat Indië van de geldmarkt werd uitgesloten. In het belang van Indië is het noodzakelijk, dat het buitenlandsch kapitaal niet wordt afgeschrikt. Voorts zegt de minister, dat in 1925 het bud get voor Indië weer sluitend zal zijn, waarmee -een nieuwe toekomst wordt geopend. Naast het bezuinigingsproces zal noodig zijn een verhoogde toevoer van de middelen. Dienaangaande is overleg met den gouver neur-generaal gepleegd. Wal het belastingvnaagstuk betreft, kunnen geen nieuwe banen meer worden geopend. Spr. merkt voorts op, dat bij de vele, klach ten over het Indische belastingstelsel over het hoofd wordt gezien het eigenaardige karakter van dit belastingcomplex. Ten aanzien van de herziening van het be lastingstelsel zegt Spr., dat van het begin af aan bij hem de gedachte heeft voorgezeten, om ook in Nederland eenige deskundigen te hooien, en Spr. hoopt dat spoedig een bevredigende op lossing zal worden gevonden, al erkent Spr. dat het hier een zeer moeilijk vraagstuk betreft. Spr. geeft de verzekering, dat hij zooveel moge lijk er toe zal medewerken, dat zoo spoedig mogelijk een stelsel van algeheele herziening aan de Kamer zal worden voorgelegd. Wat de intrekking van het uitvoerrecht op de petroleum aangaat, merkt Spr. op, dat hij zijn in de Me morie van Atilwcord ingenomen standpunt hand haaft. Intrekking zonder de Indische wetgeving daarover te hebben gehoord zou van weinig tact hebben getuigd, en groote verontwaardiging hebben verwekt. Ook na de beslissing van de Eerste Kamer heeft Spr.. niet stilgezeten, hetgeen Spr. met ge gevens aantoont. De behandeling in Indië werd evenwel vertraagd. Overigens, ook al zou Spr. den raad van dan heer Gerritzen hebben opgevolgd, zou de nieuwe regeling toch niet eerder dan in 1923 haar be slag kunnen krijgen. De minister kan thans mededeelen, dat in Indië een olgemeene maatregel is getroffen, krachtens welke ten opzichte van, de uitvoer rechten, met bijzondere vergunningen- uitstel van betaling, behoudens rente kon worden verleend. Daarna komt Spr. tot de nivelleermgsvoor- slellen voor de ambtenaarssalarissen. De oorspronkelijke voorstellen, welke zouden beteekenen een verhooging van de salarissen met 100 millioen, hebben plaals gemaakt voor de thans bestaande regeling, waarbij het stelsel der bijslagen is ingevoerd. Wat betreft de motie-Gerritzen, om de pro ductenbelasting af te schaffen, zegt Spr. dat hij om drieërlei redenen deze motie niet aanneme lijk acht. Deze motie is een vooruitloopen op een wets ontwerp de Kamer kan zoo maar niet hier over beslissen en het is thans de tijd niet om deze belasting af te schaffen. Spr. ontraadt dan ook aanneming der motie. Voorts zegt spr. dat bij pogingen om het wcliig gezag omver te werpen de overheid inoet ingrijpen. Reactie is daarbij niet aan wezig. Met de reorganisatie der Staatsinrichting zal spoed worden gemaakt, terwijl spr. kan toe zeggen, dat de Kamer niet voor een fait ac compli zal worden gesteld. Wat de pseudosanc- vie aangaat zegt spr. den heer Gerretson toe, dat hij de grootste voorzichtigheid zal betrach ten. Zoodra mogelijk zal de Staten Generaal een ontwerp bereiken tot regeling der salarissen. Men moet Indische takken van dienst creëeren met salarissen r^aar Indischen maatstaf. Den heer van RijckevorSel verklaart spr. nog eens nadrukkelijk dat de Kamer volkbmen vrij zal zijn het uitvoerrecht op aardoliepro ducten af te schaffen en de roffinagebelasting te verwerpen. Beide zaken staan volkomen onaf hankelijk van elkaar. Wet de opmerkingen van den heer Vliegen aangaat, merkt spr. op, dat de ovorwinstbelas- ring aansluit bij de extrawinstbelasting. Thans is het voor de ondernemers niet meer mogelijk aan den fiscus te ontsnappen. Over scheiding vooits van de uitheemsche en de inlandsche be langen wordt vaak te lichtvaardig gedacht, maar in de praktijk is deze scheiding veelal niet te verwezenlijken. De heer Gerritzen (V.B.) repliceert en trekt uit deferentie voor den volksraad zijn motie in. De heer Boetzelaer van Dubbel dam (C.H.) repliceert eveneons. Ook de heeren A1 b a r d a (S.D.), S c h e u- r e r (A.R.), F e b e r (R.K.) en van R ij c k e- vorsel repliceeren. Na dupliek van den minister worden de algemeene beraadslagingen gesloten. Stemmingen. Na een pauze van 20 minuten wordt een aan tal stemmingen gehouden. De voorzitter, merkt op dat er 20 stem mingen kunnen worden gehouden, zoodat spr. verzoekt dat de leden hun plaatsen innemen. De heer Ketelaar (S.D.) stelt voor te stemmen bij zitten en opstaan, wanneer geen der leden zich daartegen verzet. De voorzitter waardeert dezen steun ten zeerste. Bij zitten en opstaan wordt de motie-K. ter, Laan om in 1923 geen herhab'ngsoefcningen te houden verworpen. De heer Dresselhuys (V.B.) verklaart tegen de motie inzake vermindering van het conlingeht te zuilen stemmen. De motie-K. ter Laan tot vermindering van het contingent wordt 'bij zitten en opstaan ver worpen. De heer K. ter Laan verklaart tegen de vermindering der getalsterkte te zullen stem men, omdat daaraan is verbonden versterking van het Bewapeningsfonds. De motie-Dresselhuys tot vermindering van getalsterkte wordt verworpen. De motie-K. ter Laan om de artt. 1720 uit het reglement op de krijgstucht te schrappen wordt verworpen. De motie-Duys inzake de vermindering van de salarissen der militairen met den 5 bij slag wordt v e r w o r p e n. De motie-Boon over een wettelijke regeling der afvloeiing wordt verworpen. De motie-Oud inzake vrijwillige afvloeiing in 1933 wordt verworpen. De molie-Deckers inzake vrijwillige afvloei ing gedurende ten minste 4 maanden en daarbij beperkte gedwongen afvloeiing wordt aange nomen. Tegen waren de heeren Rutgers, *Beu- mer en Van Vuuren. De motie-Boon tot uitstel van den bouw der Marechaussee-kazerne te Leeuwarden en Gro- ning wordt verworpen. Vóór de linkerzijde. (Verschillende uitroepenDat is nu bezuini ging I De heele rechterzijde blijft zitten, Leve de bezuiniging De voorzitter verzoekt de leden gedu rende de stemmingen zich van uitlatingen te onthouden. Het amendement-Dresselhuys om de uitgaven voor het beroepspersoneel met 1 te vermin deren wordt verworpen met 55 tegen 34 stem men. Art. 16 wordt z. h. st. aangenomen. Het amendement-K. ter Laan om art. 80 (wervingskosten en premiën) met 80.000 to vermindeicn wordt verworpen met 55 tegen 34 stemmen. Art. 80 wordt z. "h. st. aangenomen. Het amendement-K. ter Laan orr de uitkeering voor de mobilisatie slachtoffers te verhoogen met 200.000 wordt verworpen met 66 tegen 23 stemmen. Art. 102 bis wordt z. h. st. goedgekeurd. Het geheele hoofdstuk 8 der Staotsbegrooting wordt aangenomen met 54 tegen 35 stemmen. De heer Duys (S.D.) waar is Bomans Indische begrooting. Aan de orde is de voortzetting van de be handeling der Indische begrooting. Behandeld worden de uitgaven in Indië. De artikelen 1 tot en met 16 wórden goedge keurd. Bij art. 117 bespreekt de heer Albarda' (S.D.) het monopolie van het persbureau A n e t a, dat een machtige positie inneemt èn bij de ver spreiding van berichten èn op advertentiegc- bied. Daarbij komt dat de Indische .regeering officieel met dit j>ersbureau in verbinding staat. Spr. wijst voorts op het blad „De Zweep" dat door A n e t a wordt uitgegeven en spr. is van mcening, dat g-een enkel Kamerlid dit blad in zijn huiskamer zou durven laten liggen. De inhoud van dit blad is luguber en spr. acht het dan ook zeer begrijpelijk, dat de Indische bla den bezwaren maken tegen het verspreiden van zulk een blad. Bij het begrootingsartikel wordt over A n e t a niet gesproken en spr. ziet dar» dok geen ander middel om een. uitspraak van de Karoor te vragen en voor te stellen deze on- der-afaeeling met 1 te verminderen. De minister, die onvexstaanbaar blijft, merkt op dat het Aneta-bureau in de plaats is gekomen voor de vroegere zeer gebrekkige uit wisseling van telegrammen. Dit bureau krijgt be richten uit allerlei bronnen en daarom is het best mogelijk, dat een telegram onjuist is. Doa: door treft de Indische regeering echter geen schuld. Verder zal moeten worden onder- zochl of dit bureau zich bezig heeft gehouden met dc uitgifte van pornografische geschriften. Spr. meent op dit oogenblik aanneming van het amendement dan ook te moeten ontraden. De heer Albarda wijst nog op de con flicten lusschen het persbureau en sommige In dische coui anten, waarbij de laatste worden ge ringeloord door Aneta, omdat bijv. de poli tieke richting van den hoofdredacteur van do Indische Courant den directeur van A n e I a niet bevalt. De minister moet een dergelijke verhouding tusschen Aneta en de Indische regeering niet sanctionneeren. Dc minister 2egt nog het voornemen te hebben een ernstig onderzoek in te stellen. De heer Albarda trekt het amendement in -in de hoop dot spoedig een resultaat zal wor den bereikt. Het amendement-A 1 b a r d a om de post van het kantoor voor den arbeid te verhoogen van 50.000 op 100,000, wordt verworpen met 57 tegen 22 stemmen. Vragendag. De heer Staalman vraagt aan den minis ter van Marine of twee Oostenrijksche zeeoffi cieren werkzaam zijn bij den topografischen dienst onzer marine. Spr. vraagt of de minister daarin verandering wil bevorderen. De Minister zal na afloop van het dienst verband vragen of bedoelde officieren kunnen worden gemist. Indische begrooting. Mevr. de Vries Bruins dient een motie in, vragende om onderzoek naar de wensche- lijkheid van instelling van een Centvalen Ge zondheidsdienst. Berichte» VERSLAG VAN DE LEGERCOMMISSIE. Het instituut van den Vrij- willigen landstorm. Veischenen is het verslag van de Staatscom missie, ingesteld bij Kon. besluit van 12 Decem ber 1910 (Legercommissie). Met het oog op de belangrijke plaats, die de gewone vrijwillige landstorm in ons krijgswe zen zal kunnen innemen, heeft de legercommis sie het nuttig geacht, een onderzoek in te stel len naar de grondslagen, de werking en de ver moedelijke uitkomsten van den gewonen vrij- willigen landstorm. Het instituut van den gewonen vrijwilligen landstorm, zooals het thans staat, heeft tweeër lei doel. Vooreerst, een groot aantal jongelie den, vóór zij den dienstplichtigen leeftijd heb ben bereikt, door hun gelegenheid te geven tot deelneming aan oefeningen in of nabij hunne woonplaatsc-n, eene zekere mate van militaire geoefendheid bij te brengen en zoo de waar- deeibaarheid van het volk te verhoogen; ten an dere de militaire lasten der bevolking te ver minderen, door de aldus geoefenden van een aanmerkelijk deel van den verplichten diensttijd vrij te stellen. De legercommissie is van oordeel, dat het gewenscht is, de ontwikkeling van het instituut in zoodanige rich.ing- te leiden, dat voortaan alleen met het in de tweede plaats genoemde doel rekening wordt gehouden, hetgeen bereikt kan worden door de oefening te beperken tot diegenen, die voor den dienst in de militie zijn aangewezen. De commissie onlveirst zich niet, dat zoo danige beperking uit het oogpunt van 's lands weerbaarheid bezien, een nadeel oplevert. Zij meent evenwel, dat ernstige gronden er voor g-lden, niettemin daartoe te besluiten. Vóór ailes weegt daarbij zwaar de onafwijs bare eisch van zoo groot mogelijke bezuiniging op ieder gebied der Staatsuitgaven. In de twee de plaats is van bedoelden maatregel eene bree- de ontwikkeling van den gewonen vrijwilligen landstorm binnen den kring der dienstplichti gen le verwachten. Zoo inderdaad de groote massa der dienst plichtigen, zonder uit hun sociaal milieu te worden gerukt, langs den weg van den gewonen vrijwilligen landstorm krachtens eigen wil wordt opgeleid, om dan gedurende betrekkelijk kor ten tijd in een kamp den dienstplicht te vol tooien, zal het leger veel meer dan thans het karakter van een volksleger dragen en in popu lariteit toenemen. In grove trekken denkt de commissie zich de toepassing van haar systeem als volgt: De loting, en daarmede de inschrijving, keu ring en aanwijzing der militieplichtigen, behoo- ren éét jaar te worden vervroegd. De vooroefeningen der dienstplichtigen, die zich daarvoor aanmelden, kunnen dan aanvan gen m Januari, uiterlijk Februari van het op de loting volgend jaar en worden voortgezet tot Mei van het daaropvolgend jaar. Het examen zal dan kunnen plaats vinden omstreeks half Mei, zoodat zij, die slagen, aan de vervolg- oefeningen op 15 Juli d. a. v. kunnen deelne men. Voor hen, die niet slagen, zou de oplei ding kunnen worden voortgezet tot 1 Juli, op welk tijdstip opnieuw gelegenheid tot het of- leggen van examen zou moeten worden gege ven. Zij die slagen, kunnen dan mede aan de vervolgoefeningen op 15 Juli deelnemen, ter wijl overwogen zou kunnen worden aan som mige der ten tweeden male niet geslaagden, voor zoover daarvoor reden zou zijn, eene ver korting van dionsttend te verleenen, ter beoor deeling van de examencommissie. Wachtgeldregeling voor militairen. Aan de wachtgeldregeling voor militairen be neden den rang van officier, zooals deze thans door de Avp. wordt medegedeeld, is het vol gende ontleend Artikel 2 onderscheidt met betrekking tot den duur en het bedrag van het wachtgeld de militairen in a. hen, die uit hoofde van hun bekwaamhe den redelijkerwijze geacht moeten worden een gelijkwaardige positie anders dan in openbaren dienst niet binnen een redelijken termijn te kun nen verkrijgen. b. de overigen. Artikel 3 luidt Aan een militair, als bedoeld in artikel 2 onder a wordt, ongeacht hetgeen verder in dit besluit wordt bepaald nopens de verhooging voor op te leggen reserveplicht, het genot van wachtgeld toegekend gedurende een tijdvak, gelijk aan zijn diensttijd ten bedrage van a. indien hij ten tijde van het ontslag kost winner is van eon gezin, gedurende de drie eerste maanden^de laatstelijk genoten bezo'.di- ging, gedurende' de volgende drie maanden 85 ten honderd en daarna 70 ten honderd van de laatstelijk door hem genoten bezoldiging. b. in de overige geval'°n, gedurende de eer ste drie maanden de laatstelijk door hom ge noten bezoldiging, gedurende de volgende drie maanden 75 ten honderd en daarna 60 ten hon derd van de laatstelijk genoten bezoldiging. Aan een militair, bedoeld onder 2b, wordt het genot van wachtgeld toegekend gedurende drie maanden, vermeerderd voor hen, die ten tijde van het ontslag kostwinnér van een gezin zijn, met een maund voor elk dienstjaar tot een maximum van in totaal een jaar. Het wacht geld voor de hier bedoelde militairen bedraagt gedurende de eerste drie maanden de laatstelirk door hen genoten bezoldiging cn daarna 70 ten honderd daarvan. In buitengewone gevallen kan hef wachtgeld tot een bedrag van ten hoogste 70 ten honderd van het laatstelijk genoten wachtgeld voor een bepaalden tijd na het verstrijken der vorenom- schreven termijnen worden voortgezet. De Morinekazerne te Amsterdam. Het Kamerlid Hugenholtz heelt den Minister van Marine gevraagd, of hij weet, dat de com mandant der marinekazerne te Amsterdam on derzoekt wie hem, den heer Hugenholtz, inlich tingen heeft verstrekt betreffende die kazerne enz. Hij knoopt daaraan de vragen vast, ten eerste of de Minister ook heeft laten onderzoe ken of zijn inlichtingen juist waren, ten tweede of de Minister niet gewenscht acht inlichtingen van het marinepersoneel te ontvangen omtrent middelen tot bezuiniging. Journalist. Speenhof! rijmt over de journalist (meer speciaal den verslaggever): Ach, hoe drukkend is het leven Van den braven journalist; 't Is een man die alles naloopt; Iemand die zach nooit vergist 's Morgens schilderijen kijken, 'sMiddags naar een motinée.... Nu ar een lezing of concertje, Of een kunstenaars-diner. Elke week een paar premières Royaards, Musch of v. d. Lugt Maandag treurspel, Dinsdag blijspel Donderdags een Duilsche klucht. Pos verschenen boeken lezen, Van mejuffrouw Ui of Oe, Over bibberende liefde, Of met dik-verstand-gedoe. Tusschen al die karre weitjes Moet hij denken aan kopij. Krantje moet op lijd verschijnen; Tijd gaat wondersnel voorbij. Soms begaat de man 'n foutje. Patseen ingezonden stuk; Journalist is weer de domkop, Bij het minste ongeluk. Breitner, Mengelberg, Molière, Hauptman, Mozart, Heijeimans, Alles, al'les moet hij schatten, In 't Engelsch, Duitsch en Fransch. Als hij afbreekt, is hij lastig; Als hij opbouwt, is hij zoet; Iedereen heeft wat te vitten, Nimmer is het nu 'sgoed. Ach, hoe drukkend is 't leven, Van dén noesten krantenman; Die nog driemaal meer moet schrijver Dan hij eigenlijk wel kan. Brave broeders journalisten, Houdt den moed er stevig in; Laat ze vitten, laat ze knorren; En doe steeds naar eigen zin. bij voorheen J. TIMMERMAN. Ruime keuze: S Versterkend. Bloedvormen*!. Wekt den eellost op. Alom verkrijgbaar h f 2.50 per tl. School- cn Kerknieuw». Oud-Katholieke Gemeente. Woensdagmorgen* werd ter herdenking van het 2C0-jarig bestaan van het kerkgebouw der Oud-Katholieke Kerk te Den Haag, in de Juf frouw Idastraat, op de gewone wijze Hoogmis gevierd, waarbij een gelukwensch werd voorge lezen, gezonden door den Aartsbisschop van Utrecht, Mgr. Fransiscus Kenninck, terwijl den geloovigen werd aangeboden de Geschiedenis der Gemente in brochurevorm met foto's van pastoor Dalcnoort, den stichter, en van de merk waardige kerk, welke 200 jaar geleden niet el- leen met zoovee) moeite, maar ook met groote bescheidenheid gesticht werd, daar men niet aan den weg mocht timmeren en het gebouw tus schen de andere Kuizen, als woning verbergen moest. De plechtige feestviering zal 7 Januari a. s* plaats vinden, \vaarbij de Aartsbisschop van Utrecht zijn tegenwoordigheid heeft toegezegd. Een vierstemmige Mis zal door den organist der Gemeente, den heer Alex de Jong, worden uit gevoerd, terwijl 'smiddags aan de genoodigden een Kerkconcert zal worden aangeboden. Centrale Schoonheidscommissie voor het Gooi. Op het gemeentehuis van Bussum is onder leiding van den burgemeester van Bussum, den heer PL de Bordes, een vergadering gehouden van vertegenwoordigers van de besturen der zes Gooische gemeenten Hilversum, Bussum, Hui zen, Naarden, Laren cn Bkricirm. De vergade ring werd mede bijgewoond door den voorzitter van het bestuur van Stad en Lande van Gooi land. De heer De Bordes gaf eerr uitvoerige uiteen zeting van het gemeenschappelijk belang, dat de Gooische gemeenten hebben bij het behoud van ht natuurschoon, en van de maatregelen, die ge nomen kunnen worden om te voorkomen, dat deze streek door een stelsellooze bebouwing haar aantrekkelijkheid als woonoord zou verliezen. Na herinnerd te hebben aan de verschillende onderwerpen, die reeds vroeger tot samen wei - king hebben geleid, en na te hebben uiteengezet de onderscheidene wijzen, waarop in gemeen schappelijke belangen door een gezamenlijk op treden kan worden voorzien, bepleitte hij de in stelling van een centrale schoonheidscommissie voor het Gooi. Naast dit denkbeeld van instelling van een centrale schoonheidscommissie kwam een ander denkbeeld naar voren, n.l. om een centrale be- langencommissie in het leven te roepen. Beide denkbeelden zijn, na ampele bespreking, samen gesmolten tot één conclusie, en wel deze, dat de colleges van burgemeester en wethouders tel kens, indien zulks noodig blijkt, samenkomen om gemeenschappelijke belangen zoowel die, welke enkele der Gooische gemeenten raken, oLs die, welke het geheele Gooi betreffen geza menlijk te bespreken.* De te .bespreken onder werpen zouden zoo stelt men zich voor op verzoek van elk der gemeenten in die samen komsten aan de orde kunnen worden gesteld. De .gemeenschappelijke vergadering van de col leges van burgemeester en wethouders, onder voorzitterschap van mr. Reijmer, burgemeester van Hilversum, zou dan een permanente sohoon- Nri-jscommissie voor het geheele Gooi in het ven kunnen roepen, waarin zitting zouden kun nen nemen erkende deskundigen op architecto nisch- en stedebouwkundig gebied. Verder zou die centrale schoonheidscommissie aan de ge meenschappelijke vergadering ven dc colleges van burgemeester en wethouders advies kunnen uitbrengen, hetzij zelfstandig, hetzij op verzoek, het aan die vergadering zelf overlatende, die adviezen al dan niet aan het oordeel van de be trokken colleges te onderwerpen. Aan het einde der vergadering bracht de bur gemeester van Hilversum dank aan zijn collega van Bussum voor het door hem genomen initia tief, waardoor thans een verband is gelegd tus schen de gemeenten in het Gooi, wat moet lei den tot bevordering van de belangen van dit» streek

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 10