AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
ST. E
1.1 SCHOTERMftH i h, Utr.str. 17 Tb). 145
willem groenhuizen.
origineele
I L S 1^1 zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1817
Per fflesch ff 1.60, per anker ff 65.-
ZiekemrerplsgingsartiksSen - Verbandsfoffen.
A. v. d. WEG
AMERSFOORT.
DE FIRMA FONTEIN SCHIPPERS,
behangerij stoffeerderij
BEDDENMAKERIJ VERHUIZINGEN MEUBILEERING. Iel. 491.
bizonderheden:
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
Msgaz. „De Dom".
Eigengemaakte MiesÉi
Maison de Coiffure
I
Rijst is bso lekkernij
- LANGESTRAAT 43 -
Eiken HANGKLOKKEN
met VOL Westminster slagwerk f 50 -
FEUILLETON.
Het doodend zwijgen.
G. VAN DUIN
2h!c Jaargang
No. 201
Zaierda"
24 Februari 1323
L/> NGESTRAAT 24
Axrains(or Karpcllcn. Kwaliteiten als vóór den oorlog; 158.—, f 70.50.
1 81.50. Tap. Belse Karpetten 1 20, - 1 20.10, 1 32.— 1 34-50, f 39.20
T&lelkleeden, Pracht Nlohalr kwaliteiten. Grootste maat 1 20.50.
Sireepstolfen, 130 cil. breed per meier 1 2.25 en 1 1.50.
Haagsche Brieven.
Nog steeds het stadhuisvraag
stuk. Het Zirfcicrpark. De
Tooneelmoand. Het Residen
tie orkest. Twintig joar raads
lid.
^Het heeft er allen schijn van, dat er nog heel
wat redevoeringen en krantenartikelen door de
goë-gemeente verorberd zullen moeten worden
voor en aleer er ook maar eenigszins sprake kon
zijn van eenige vordering met het Stadhuis
vraagstuk in onze zoo schoone residentie. Het
wordt langzamerhand een oude geschiedenis, zóó
oud, dat men misschien reeds lang vergeten is
waar men besloten had het Stadhuis te bouwen
èls het in den Gemeenteraad ter sprake komt.
Van daar dat het zijn nut kan hebben hier nog
eens even te memorceren dat de Raad eenige ja
ren geleden besloten heeft aan het Spui een
Stadhuis te bouwen; dat de voorbereidende
werkzaamheden als daar zijn onteigeningen e. d.
reeds ter hand waren genomen; dat plotseling
den Raad een nota werd overhandigd waarin de
wenschelijkheid werd betoogd om op het Spui-
besluit terug te komen en de terreinen van de
voormalige Oranje kazerne voor het Stadhuis te
reserveeren; dat men het merkwaardige, ja
hoogst zonderlinge geval kon meemaken dat de
gemeente-secretaris den Raadsleden in een uit
voerig stuk de voordeelen van dit kazeme-ter-
reinplan ging uiteenzetten; dat de Raad er blijk
baar weinig of niets van moest hebben; zoo dat
voor de verandering daarom plotseling weer een
ander terrein naar voren werd geschoven nl.
het Alexander veld, dot thans weer uiterst ge
schikt heet voor het Stadhuisplan. Het is een
merkwaardig spel dat met het Stadhuisplan ge
speeld wordt. Merkwaardig, omdat het èn op de
leden van den Rand èn op den Hagenaar toch
wel een zonderlingen indruk moet maken, dat
men steeds weer van gedachten verandert en
daardoor het bewijs levert, dat er van een vast
omlijnd plan toch feitelijk geen sprake is. Wan
neer men den toestand van hef oogenblik echter
goed beschouwt, dan komt men tot deze con
clusie, dat er bij B. een W., wellicht alleen bij
den Burgemeester, een streven is, om, hoe dan
ook de Spui-plannen onverwezenlijkt te laten,
waarom men, toen bleek, dat do Raad van het
kazemeterrein niets moest hebben plotseling het
Alexander-terrein in het geding werd gebracht.
Kort en goed, alles wijst er op, dot het nu a'"
leen gaat om dit laatste plan of dat het
Spui. Zij die meer voelen voor den bouw op het
Alexanderveld hebben een goeden verdediger in
dr. H. P. Berlage, die dezer dagen in den
Kunstkring zelfs een lezing heeft gehouden waar
in hij de architectonische voordeelen van dit
plan heeft uiteengezet. Desondanks hebben wij
nog altijd hoop, dat de Raad zich niet zal laten
ompraten, en zal blijven vasthouden aon het
Spuiplan, dot om verschillende redenen, welke
wij reeds vroeger hebben uiteengezet, de voor
keur blijft verdienen.
In de Maandag j.I. gehouden gemeenteraads
vergadering zou o. m. in behandeling komen een
voorstel van B. en W. tof vaststelling van een
plan van aanleg van het Zuiderpark. Zooals het
meer met dergelijke voorstellen gaat, werd het
aangehouden voor een volgende vergadering nog
vóór er een woord over gesproken is. Men mag
anders veilig aannemen, dat het niet zoo zon
der meer onder 's voorzitters hamer zal door
gaan. Want daarvoor is deze zaak niet alleen
te belangrijk, maar heerscht er ook geen een
stemmigheid in den boezem van het college van
B. en W. De oorzaak daarvan is de broksgewijze
behandeling van dat parkvraagstuk, dat oor
spronkelijk zijn ontstaan nog dankte aan het
initiatief van wijlen wethouder Jurriaon Kok.
Eenigen tijd geleden heeff de Raad toestemming
verleend om een aanvang tè maken met een ge
deeltelijke uitvoering van het plan, en wel wat
den aanleg van hef sportterrein betrof, dat een
der hoofdzaken van het Zuiderpark zou worden.
In aansluiting daaraan hebben B. en W. thans
voorgesteld den aanleg van het park zelf ter
hand te doen nemen en wel in drie gedeelten.
Het eerste deel betreft de onmiddellijke Omge
ving van het Sportterrein met toegangswegen
en aanplantingen; het tweede het overige ge
deelte dat op Haagsch grondgebied is gelegen en
het derde dat gedeelte dat thans nog in Loos
duinen ligt en nog onteigend zal moeten worden.
B. en W. achten thans den tijd gekomen om een
aanvang met den aanlpg te maken ten einde
daardoor ook de werkloosheid in de gemeente te
bestrijden. Inderdaad is daarvoor wel het een
en ander te zeggen. Maar toegegeven moet ook
v/orden, dat de minderheid van B. en W. gelijk
heeft waar zij van mecning is dat de Raad niet
gemakkelijk meer over het plan kan oordeeien,
omdat het bij stukjes en brokjes in elkaar ge
timmerd is. Er is trouwens nog een andere kwes
tie welke nog wel eens onder de oogen gezien
mag worden. Het schijnt, dat vele technici die
geacht mogen worden toch ook wel eenig ver
stand te hebben van d«i aanleg van een groot
park, de wijze waarop fcet Zuiderpark opgevat
is, niet <1° juiste achten. uoeSe* weinig voor
een z.g. weideachrige opvaftfn^ u*lke uit het
ontwerp spreekt. Het lijkt ons todk bs?1 nuttig dat
ook deze kwestie maar niet, als van weinig be
lang-, in de tweede plaats ter sprake komt. Want
hoé het park zal worden aangelegd, welk een
beteekenis het zal krijgen in het geheel van de
Haagsche natuurmonumenten, is een vraag van
het grootste gewicht. Misschien nog gewichtiger
dan de andere: hoeveel de kosten naar raming
zullen bedragen.
Op initiatief van enkele leden of het be
stuur van den Hnagschen Kunstkring is de
vorige week de „Eerste Nederlandsche Toonecl-
maand geopend", wat feitelijk een in de zalen
van dezen kring georganiseerde tentoonstelling
op theatergebicd is, waaraan een serie lezingen
en tooneelopvoeringen van bijzonderen oord zijn
gekoppeld. Er bleek en blijkt in deze dogen
voor den opzet een meer dan nieuwsgierige be
langstelling te zijn, niet alleen dè tentoonstel
ling, welke in vele opzichten aan de Amsler-
damsche theatertentoonstelling herinnert, maar
meer nog door de opvoeringen in de mooie Rid
derzaal van het mirakelspel en het maskerspel
Dat is nog iets anders dan het gebruikelijke, dat
men in de theaters te genieten krijgt, en dus
wil ieder, die iets voor het tooneel voelt of
meent het aan zich zelf verplicht'te zijn, deze
voorstellingen bijgewoond hebben om er
later over tc kunnen meepraten als zijn even
eens kunstzinnige kennissen het soms in hun
hoofd mochten halen om er over te beginnen I
Het staat met de kunst in onze gemeente niet
bepaald rooskleurig. Als de geruchten juist zijn
kon iederen dag de laatste snik van de „Natio
nale" Opera verwacht worden. Inmiddels liep
het met het Residentieorkest ook reeds ver
keerd, zoo zelfs, dat een spoedvoorstel in den
Raad behandeld moest worden om het subsidie
met niet minder dan twaalfduizend gulden te
verhoogen. Dat is geen kleinigheid, temeer
waar het orkest reeds een subsidie van f 65,000
had. Met dot al komt het nu nog tienduizend
gulden tekort op de raming van het bestuur en
het is dus zeer wel mogelijk, dat als die raming
juist blijkt, ook voor dit bedrog de gemeente nog
zal moeten bijspringen. Het wil ons voorkomen,
dat de vrijgevigheid in dezen toch wei heel erg
ver doorgevoerd wordt temeer, omdat het de
vraag is, of de concerten van het Residentie
orkest van zoo groote waarde zijn voor de
overgroote meerderheid der Haagsche ingezete
nen, dat een subsidie van bijna een ton ge
rechtvaardigd geacht mag worden. Hoe het zij,
ook het gemeentebestuur voelt toch wel iets ven
deze bezwaren cn zou eens praten over eenig
medezeggenschap in de zaken, b.v. door het
doen vervullen van een bestuurszetel of iets
dergelijks van gemeentewege. Dat is o. i. toch
ook wel het minste, dot men voor een derge
lijk bedrag mag eischcn.
Er was Maandag j.I. een jubilaris in den Raa^.
De heer Van Sondick n.l. was twintig lange jaren
lid van den gemeenteraad cn dit was voor den
burgemeester aanleiding om hem toe te spreken.
De heer Van Sandick behoort nog tot de oude
garde; hij is een van de weinigen in Oen Haeg-
schen Raad, die daartoe behooren; hun aantal
wordt ieder joar kleiner, wat trouwens ook te
merken is aan den aard van do debatten, waarin
de politiek hoofdzaak en het gemeentebeiang bij
zaak geworden is. Daarop heeft de heer Van
Sandick in zijn antwoord op de rede van den
burgemeester dan ook nog heel fijntjes even
gewezen. Hij had gelijk. Ook al zijn de tijden
en dus ook de menschen en zelfs de gemeente
raadsleden veranderd I
Tweede Kamer.
Vergadering van Vrijdag 23 Febr. 1923.
Geopend: 1.15 uur.
Voorzitter: D. A. P. N. Kooien,
Regeling van werkzaamheden.
Op voorstel van den Voorzitter zal de
interpellatie-van Ravesteyn over de opheffing
der zgn. capitulaties door de regeering te An
gora Woensdag a.s. aan de orde worden gesteld.
Huurcommissiewet.
Aan de orde komt daarna het wetsontwerp tot
wijziging der Huurcommissiewet cn de Huurop-
zeggingswet.
De Voorzitter deelt mede, dat reeds ne
gen sprekers zijn ingeschreven; hij stelt voor,
den spreektijd op een half uur te bepalen.
De heer Jan ter Laan (S. D.) acht dit te
kort, indien van een groote fractie als de zijne
er slechts een als spreker staat ingeschreven.
Spr. verzet zich tegen rantsoeneering van de
spreektijd.
Dc heer Van Ravesteyn (C. P.) verzet
zich daar eveneens tegen; ook voor kleine frac
ties lijkt het hem niet gewenscht, vooral omdat
zijn fractie nooit misbruik maakt van dc spreek-
vrijheid en dit wetsontwerp bijzonder belang
rijk is.
De Voorzitter zou zelf wel kans zien, om
in een half uur zijn bezwaren uiteen te -zetten
maar hij zal toegeven aan de wenschen der beide
sprekers. De spreektijd wordt dus niet gerant
soeneerd.
De héér Z ij 1 s t r a (A. R.) bespreekt koi t de
ver uitecnloopendc meeningen van verschillende
leden "in hef voorloopig verslag en hij toont
voorts aan, dot het gevaar, als zouden de ver
huurders onmiddellijk na de inwerkingtreding
dezer wetswijziging de huren tot de maximum
grens verhoogen, niet zoo groot is. Deze stop
der Regecring, om deze crisiswet langzaam of
te schaffen, juicht spr. zeer toe. Onmiddellijke
opheffing dezer bepalingen en opheffing der
huurcommissies is thans nog niet gewenscht;
daarvoor zijn d© normale toestanden nog niet
voldoende teruggekeerd. Deze tweede stap in de
richting van normale toestanden was tevens
noodig, omdat de huren voor een belangrijk aan
tal reeds zijn gestegen tot do toelaatbare grens.
De crisiswetgeving heeft bovendien allerlei
trucs in de hand gewerkt: men maakt overname
der meubelen of iets dergelijks bij do huur
eener woning verplicht en zoo hebben minder
consciëntieuze huurders een voorsprong boven
anderen. Ook daarom is het von belang, dat
men „den hoofdweg van het vrije verkeer" weer
spoedig bereikt.
Spr. bepleit voorts een beperking van de wer
kingsfeer der Huurcommissies, door de wonin
gen met een huurwaarde van meer dan een zeker
bedrog vrij tc stellen. Voor deze woningen zou
men het „vrije verkeer" weer kunnen openstel
len. Spr. zou daarvoor bij K. B. de grens der
huürwaarde willen zien bepaald.
De heer Jon ter L a a n (S. D. A. P.) be
spreekt kort het ontstaan van dit wetsontwerp.
Intrekking ervan wore beter geweest zooals trou
wens in het voorloopig verslag werd betoogd.
Spr. heeft de motieven waarop dit ontwerp steunt
gemist in de Memorie van toelichting en die van
Antwoord. Wat is de politieke of do economi
sche noodzaak volgens dc regeering? Allereerst
is er het bezuinigingsorgument omdat de huur
commissies gedeeltelijk worden opgeheven, ge
deeltelijk minder werk zullen krijgen. Men zou
dan wel kunnen beginnen met enkele ministers
belasting-ambtenaren af te schaffen! VootIs zou
het algemeen belong door op>«ffing der crisis-
wet worden gediend. Maar de regeering Iaat na
deze bloote bewering met bewijzen waar lo
maken. Spr. is van tegenovergestelde meeningl
Deze wet gaat draadrecht tegen het algemeen
belang inl De huurverhooging zou verder het
onderhoud der woningen ten goede komen, zoo
als dit het geval was voor 1914. De regeering
vergeet echter dat vroeger de onderlinge con
currentie daartoe noodzaakte. Het tegenwoor
dige woningtekort echter maakt de zaak geheel
anders. Volgens de regeering zou de verhoo
ging van het vrije percentage van 20 op 50 pCt.
niet zoo belangrijk zijn. Maar er zijn te Rotter
dam nog 70.000 woningen onder de wet en
slechts 15.000 er buiten, zoodat die percen
tage verhooging inderdaad van zeer groote
strekking is. Dot de verhooging van het peicen-
tage den woningbouw zou bevorderen bestrijdt
spr. Spr. meent voorts dat de huiseigenaren op
grqnd van art. 8 c tweede lid van de woning
noodwet slechts toj de allernoodzakelijkste ver
beteringen der woningen zullen overgaan. Spr.
vraagt de regeering waar dus de politieke of
economische noodzakelijkheid van deze wetswij
ziging blijft? Motieven heeft de regeering er niet
voor aangevoerd. Spr. zal aantoonen dat lang
zame opheffing dezer wet in strijd is met het al
gemeen belang. De grondslag van de wet was
oorspronkelijk het schromelijke woningtekort
en de hooge huren. Is die grondslag gewijzigd?
Toen waren de levensvoorwaarden bovendien
gunstiger don nu nl. 123 in verhouding tot 175
van thans. Het woningtekort was toen lang zoo
groot a's tegenwoordig. Het eenige ver
schil is dot de moteriaalprijzen veel lager zijn.
Als dat echter waar is, op welken grondslag
bouwt don de regeering dit wijzigir.gsontwerp?
In Rolterdom zijn ongeveer 13 a 14000 gezinnen
die bij anderen inwonen en geen eigen woning
kunnen krijgen. Het woningtekort bedraagt
daar, matig geschat 10000; de normale pioduc-
tie bedraagt 2000 per jaar. In veel andere ste
den is de toestand ook vrij erg. De woningnood
is zoo ernstig dat er geen enkele grond is om
in de huurcommissiewet in te grijpen. Door de
thans geldende wet konden de huiseigenaren ko
men tot een huur die ©en behoorlijke exploitatie
waarborgde.
De tegenwoordige regeling rust dus op een
economische basis en in elk geval is de sprong
van 35 pCt. (dof is de gemiddelde huurverhoo
ging in Rotterdam) op 50 pCt. te groot en niet
Varkensmarkt - AmerstoorL
Speciale aiiloclluK:
I WTJEBSSTKAAT 14. Tel. 205
k Speciale behnmlellnc teren uit* j<
S vallen cn albreken vnu het hanr.
Haarzall - Haarzeep voorkomt
de roo» en het vet worden
en het vet worden
van liet hanr.
hozen-Smit», eon halve liter van een pakjo
i\ 7\ ets. X
gewettigd. Dc voordeelen voor dc huiseigenaren
behaald door slecht onderhoud e.d". beloopen
ongeveer 10 pCt. zoodat do totale verhooging
van het percentage op 60 pCt. komt. De huur
der is bovendien overgeleverd aan den eigenaar
omdat hij nergens anders heen kan. De huurder
is gedegradeerd tot lijdend voorwerp en staat in
den regel in den vierden naamval. Huurverhoo
ging wordt dus heel vaak zonder protest geac
cepteerd. Deze wetgeving wil spr. niet nader
quolificceren. Dc huurcommissie heeft gezorgd
dat do huur der krotwoningen niet boven do
20 pCt. verhooging kwam cn nu geeft de --egee-
ring vrijheid om die huur ineens te verhoogen
tot 50 pCt. Spr. geeft een staaltje uit de prac-
tijk uit Schiedam. Een huiseigenaar daar bracht
verbeteringen aan voor een totaal bedrag van
6000 ofschoon hij dat volgens zijn huurver
hooging tot 20000 moest opvoeren en hij
wilde die verbeteringskosten doen meetellen
voor een nieuwe huurverhooging, ofschoon zo
hadden moeten worden aangebrocht op grond
van een vorige huurverhooging. Spr. schetst
daarno de woningtoestanden in Schiedam en te
Schcveningen waar de mensche soms als dieren
gehuisvest zijn. Dc totale huurverhoogingen tc
Amsterdam zullen volgens een adres van don
Amsterdamschcn Gemeenteraad dr bedrogen
van 7 milliocn, to Rotterdam een van A mil-
lioen bedrogen en deze laatsten komen voor
het grootste deel op de arbeiders tc rusten. Spr.
concludeert dot de hiergenoemde cijfers een
aanklacht zijn tegen deze zich Christelijk noe
mende regeering die deze huurverhooging durft
voorstellen in een tijd van duurte en enorme
werkloosheid. Het is geen wonder dat hef ont
werp in alle kringen der bevolking groote ont
stemming heeft gewekt. In dit verband gaat spr.
dc verschillende adressen na die bij de Tweede
Komer protesteerden tegen dezo wetswijziging.
Verder beroept spr. zich op een besluit von den
Raad van Hoorn, unaniem genomen dat pro
testeert tegen dit ontwerp. Zes leden van den
Vrijheidsbond gaven hun stem er oon. Van de
leden van den Vrijheidsbond in deze Komer zien
we heel wat anders. Zelfs Mr. Vos, de groote
man van „Nationaal Grondbezit" bepleit wette
lijke maatregelen voor krotwoningen. Zelfs voor
slecht onderhouden woningen. Als spr. zich niet
vergist is deze lid van den Vrijheidsbond.
Dc heer Boon (V. B.) Nccnl
De heer Ter Laan: Dan studeert hij er
zeker voor. Spr. vergelijkt de schepenuitvoerwet
die thans kan worden ingetrokken, met de huur
commissiewet die pas overbodig wordt als de
woningnood voorbij is. Maar zoover zijn we nog
niet. Er is slechts één parool noodig: Bouwen,
bouwen en nog eens bouwen. Waf heeft de re
geering nu daarvoor gedaan. Aanvragen om te
mogen bouwen bleven lang hangen bij het De
partement en de regeering veranderde steeds
van standpunt terwijl de nonnen door dc re-
De eerste voorwaarde voor vrienschap is el-
knar onbewimpeld dc waarheid te zeggen.
BÓRGER.
Oorspronkelijke Detectiveroman
door
R. J. BRANDENBURG.
21
HOOFDSTUK X.
Lord Cornway geeft een explicatie.
„Ai vrij spoedig," zoo begon Arthur, „kreeg
ik den indruk, dal de sieutel van hef geheim
in Berlijn moest worden gezocht. Ik heb er al
eerder op gezinspeeld dat het mogelijk kon zijn
doi. Merrybone van daar een voor hem gevaar
lijke wetenschap meebracht. Toen ik ontdekte
had, dat het motief van den moord op Sir Ja
mes niet was diefstal, legde ik verband tusschen
beide moorden, de beide slachtoffers hadden be
hoord tot de gasten van de Carson's, het was
mogelijk dat zij beiden gedood waren door een
zelfden persoon en dal eenzelfde oorzaak aan de
twee misdaden ten grondslag lag. Bij ons be
zoek ten huize van Sir James heb je ongetwij
feld opgemerkt, dat belangstelling toonde
voer bet r-risV>ek vnn tv^1
te daar ijverig aanteekeningen uit, en copiecrde
hel lijstje van de steden waar onze wereldreiziger
zich hnd opgehouden. Ik stelde het ook aan Brad
ford tei hand, maar die sloeg er tfen weinig
acht op. Ik zag dat Sir Box le Berlijn zijn ten
ten had opgeslagen van Juli 1912 tof Januari
1913, hij bleef meermalen ongeveer een halfjaar
op dezelfde plaats, daarna werd de reiskoorts
hem te machtig.
En nu bomen we 'tof een raadselachtig geval,
daf is hot geval Tilly. Loveland. Zij goat naar
Berlijn naar een conservatorium cn keert naar
£uis tfrug, omdat volgens zeggen van lady
Wasteword de familie niet wil dat Tilly op de
pJenken gaat. Dat is onzin, wanneer men dat niet
wil, stuurt men een meisje niet naar het conser
vatorium of men laat haar te voren beloven,
dat zij niet in het openbaar zal optreden. Ik merk
even op dat Tilly, geen meisje is om haar belofte
te breken. Don is er de ziekte van Tilly, ongeveer
een week na de Carsonpartij. Dus kon deze er
nief meer de oorzaak van zijn. Maar wat dan
v/el Opvaliend was het ook, dat Tilly in Ber
lijn is geweest van April 1911 tot December
1912, dus was zij er tegelijk met Sir Box. Ik
besloot te Berlijn nasporingen te gaan doen,
maar niemand mocht dat welen. Indien ik de
waarheid op spoor was moest ik alle voorzorgen
nemen dat ze mij niet meer zou ontsnappen.
Vóór vijf dagen. Maandagavond, kwam ik te
Bei lijn aan en meldde mij den volgenden morgen
aan hel Britsche gezantschap, waar ik met de
gebruikelijke voorkomendheid werd ontvangen.
Ik noodigde den tweeden secretaris uit met me
te luchen aan tafel bij 't genot van een glas
wijn zijn de menschen eerder geneigd het een en
ander los te laten. Ik hoopte op deze wijze wat
meer van Merrybone te weten te komen en mis
schien van Tilly. Je kent mijn stelregelde
persoonlijkheid construeeren en zijn levensom-
jv,T__ -
het dessert eenige bijzonderhedenhet alle-
daagsche, zijn werkzaamheden, zijn visites bij de
leden der legatie en der Engelsche kolonie, pas
seer ik. Maar de secretaris wist me te vertellen
dat Merrybone op een avond getroffen was ge
worden door de schoonheid van een jong meis
je, dat hem op straat passeerde.
Het was net blonde dochterkijn van een echt
paar dat in Alt-Berlin een hotelletje dreef met
een gerenommeerde Duitsdie keuken. Vanaf dien
dag bewees Merrybone, wanneer hij geen offici-
eele diners moest meemaken, aan deze keuken
alle eer en 's avonds behoorde hij er ook vaak
tot de stamgasten. Met Lieschen was hij weldra
WANNEER ZIJT GIJ TEVREDEN?
Alleen wanneer U kennis hebt gemaakt met
onze goed passende Monturen in Brillen en
So-easv's.
ntrechtscheitrnat
JUWELIER OPTICIëN.
ELECTRISCHE SLIJPINRICHTING.
op een vertrouwelijken voet en een paar maal
had hij 's Zondags met haar een uitstapje ge
maakt in de omgeving von Berlijn. Tegen den
secretaris had Merrybone meermalen opgesne
den over zijn conquete, die overigens van zeer
onschuldigen, eenigszins idyllischen aurd was.
Het meisje wist dat Merrybone na.enkele maan
den weer zou heengaan, maar voelde zich blijk
baar vereerd door de tijdelijke hulde van den
jongen Engelschman.
Op mijn verzoek ging ik 's middags met den
secretaris de lijst van leden der Engelsche ko
lonie door en vroeg om een introductie voor
enkele families, die daarvoor in aanmerking kwa
men, o.a. voor sir Walter Reas-Loveland, de
oom en tante, naar ik vermoedde, van Tilly.
t>-; 7ün iip-.
trokken leven. Sir Reas is vroeger gezant ge
weest, hij voelde zich blijbaar hier thuis, is in
Berlijn blijven hangen. Ik zie hem alleen op de
nieuwjaarsreceptieik ken hem verder niet,"
zeide de secretaris.
Ik antwoordde dat ik in Londen kennissen van
hen had ontmoet en dankte den secretaris voor
zijn inlichtingen.
Mijn plan was nu gemaakt, ik besloot dien
middag te gaan eten in het hotelletje in Alt-
Berlin en 's avonds een bezoek te brengen aan
Sir Reas. Tilly had vermoedelijk tijdens haar
verblijf te Berlijn bij haar oom en tante gelo
geerd. Ik herinnerde me flauw dat ik indertijd
in LcAden daar eens iets van langs mijn oor had
hoo.en waaien. Van de dienstbode zou ik zeker
wel iets te weten kunnen komen, de gediensti
gen zijn meestal uitstekend op de hoogte van
wat er in huis voorvalt en him iflond is met be
hulp van een goustuk gemakkelijk te openen.
's Middags reed ik naar het hotelletje, vond
er een gèzellige gelagkamer n\et twee biljarts,
die er keurig uitzagen en achter dit vertrek een
frisch en fleurig eotzaaltje. Op mijn vraag ver
scheen Lieschen, een alleraardigst meiske, met
heel licht-blond haar dat als „slakkenhuisjes"
ter weerzijden van 't gelaat hing en blauwe
oogen, een klein rond mondje en een mollig kin
netje, waarin het kuiltje niet ontbrak.
Ik bracht haar de groeten over van Merry
bone, de moed, haar te bekennen, dal hij dood
was, ontbrak me. Ze kleurde en lachte, vro^g in
zoet-klinkend Duitsch hoe hij het maakte, ver
telde, dal ze een ansichtkaart van hem had ge
kregen. Ik moest mee naar binnen in dc kleine
woonkamer, waar de Schwartzwaldklok gezellig
tikte en moeder werd bij vuur weggeroepen,
zij was de oorzaak van de gerenommeerde
keuken om kennis te maken met den vriend j
van mijnheer Merrybone uit Engeland.
vriendelijkst, rood blozend gelaatzc veegde
haar handen af aan haar schort, dot Lieschen
haar vlug afdeed, en verzekerde mij bij herhaling
dat ik van harte welkom was.
Ook maakte ik kennis met den heer des huizes
die zich alleen door grooteren omvang van dc
kellners onderscheidde.
Ik at er heerlijk en voor weinig geld, besproei
de mijn maal niet een licht wijntje en nam af
scheid van de gulle en hartelijke menschen met
de verzekering dat ik den volgenden dag nog
eens zou terugkomen.
Des avonds ging ik een visite maken bij sir
Reas, die met zijn vrouw in een der nieuwste
stadsgedeelten, ver van het centrum verwijderd
woonde. Over mijn bezoek aan Lieschen was ik
maar half voldaan, tenminste met het oog op
mijn nasporingen, wél had ik een interessantcn
kijk ci door gekregen op dc persoonlijkheid van
Merrybonne, maar ik betwijfelde of ik veel ver
der was gekomen met mijn zoeken naar de op
lossing van het raadsel van diens dood.
(Wordt vervolgd).
LAKBALSCMOEIUEN
SNEEUWSCMOENEN
JACHT5CKOENEN
VOETBALSCHOENEN
HET GESTE BIJ