ST. EMILIO
bij i. i SUÏEP» i Zn., Btr.str. 17 Tel. 145
KHTSYMM
SPORTNIEUWS
KANTOOR REGISTERS.
Br.Mümel's
Fm van KHKEK i ElZEHAAR
"stadsnieuws.
origineele
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
Pet* flesch f 1.60, per anker f 65.-
Hebt U een
Taxi of Auto noodêg
Bel dsia®p Ko.42
BERICHT.
j Drukkerij MELCHIOR
bresstraat 22 tel. 62
vervaardigt alle soorten
ELECTR, MEUBELFABRIEK
levering vanaf eigen
mm een zakl° I.P'sGreDHdlncsniis
UjlHIIu in ieder pukje AJ. PTs Amandel-
tjem xi'ü'linT. Tijdelijke Reclame
ÏÖBTER AF)D?.IOÜTEJü
Baa AHBSI&SPRtSTOTO
vi/,B.S6H©Ot,ll*AN
ElCCTRQ-TtCHNIJCh BURMJ
AMCRSfOORT -
'v lJ.1ALLr CWO i2 TCLCr 4Z3
Kegelconcours Amacitio.
Stand op Dinsdag 27 Maart 's avonds 12 uur.
Vrije Baan.
T. B. J. Kraal 44. 5X43.
2. W. Groenhuizen 44 43.
3. F. Lomans 44 2X41 38.
4. A. T. Houtzaoger 44 2X41
5. H. Nefkens 43.
6. y. O. de Jong 2X42.
7. R. J. v. Eimeren 42. 41.
8. Dr. B. J. v. Enst 42 40
9. P. Bosseloar 42. 39.
10. W. Bunnik 41. 40.
11. Dr. W. A. M. Kolkman 41.
12. F. A. v. Seters 2X40
13. J. v. Keulen 40. 39. 58.
14. M. Brugel 40. 39. 37
15. J. v. Dijk 40. 38.
Serie 10 hoogste kaarten.
T. B. J. Kraal 427.
2. y. O. de Jong 403.
3. W. Groenhuizen 400
De RegelingsCommissie verzocht ons mede te
deelen, dat vanaf Donderdag 29 Maart extra
dagprijzen beschikbaar zullen worden gesteld
Zij die thans reeds een dagprijs hebben ge
wonnen kunnen hieraan ook mededingen.
Tevens zal het aantal vrije baan prijzen, 't
welk bestond uit 15 stuks, met een vijftal p* ij
zen worden uitgebreid.
Den 30sten Maart (Goede Viijdng) is de baan
ook geopend van 2 tot 5 uur).
Zij, dio zich met ingang van 1 April a.s.
op dit blad aboimeeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende nummers gratis.
DE DIRECTIE.
Bericht.
Hot Amersfooitsch Dagblad zal a.s. Vrij
dag (Goeden Vrijdag) niet "erschijnen.
Roadsverslag.
Openbare vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort, op Dinsdag 27 Maart 1923,
's avonds 7 uur.
Voorzitter: de Burgemeester.
Afwezig de heeren: Veis Heyn, Kroes en
Noordman.
Na opening der vergadering worden de no
tulen der vorige vergadering vastgesteld, zooals
ze ter visie hebben gelegen.
Daarna wordt o.a. mededeeling gedaan van
de volgende ingekomen stukken.
Besluit van Gedep. Staten van Utrecht, d.d.
13 Maart 1923 Afd. 3 No 543/486, waarbij
wordt goedgekeurd het Raadsbesluit van 16 Jan.
1923, aangevuld 27 Februari 1923, strekkende
tot opheffing van de openbare school voor ge
woon lager onderwijs No. 15 aan de Johan van
Oldenbarneveldlaan met ingang van 1 Septem
ber 1923.
Kennisgeving.
Besluit van Gedep. Staten van Utrecht, d.d.
13 Maart 1923 3de afd. No. 552/487, waarbij
niet ontvankelijk verklaard wordt het adres d.d.
31 Jan. 1925 van het Bestuur der R.-K. bijzon
dere school aan de SchimmelpenninckstTaat, in
houdende beroep van het Raadsbesluit d.d. 22
December 1922, waarbij afwijzend beschikt is
op htm verzoek om vergoeding uit de gemeente
kas ingevolge art. 100 der Lager-Onderwijswet
1920 voor de boventallige leerkrachten, die ge
durende 1920 verbonden waren aan de R.-K.
Jongensschool aan de Schimmelpenninckstroat.
Kennisgeving.
Adres d.d. 15 Maart 1923 van de Amersfoort-
schc Schoolvereeniging, waarbij, in verband met
het groote aantal aangegeven leerlingen, ver
zocht wordt ook het 7de lokaal van-het in
bruikleen aangeboden schoolgebouw aan de van
Oldenbarneveldlaan in bruikleen af te staan.
Advies Burgemeester cn Wethouders.
Adres d.d. 21 Maart 1923 No. 110 van de Ka
mer van Koophandel en Fabrieken voor de Gel-
dersche Vallei te Amersfoort, waarbij adhaesie
betuigd wordt aan het adres van het Departe
ment Amersfoort der Maatschappij van Nijver
heid en Handel tot toevoeging aan de bestaan
de Middelbare Handelsschool van een Hoogere
Handelsschool met 2-jarigen cursus.
Te voegen bij bedoeld adres.
Adres, ingekomen 22 Maart 1923, van ouders
(verzorgers) van leerlingen of toekomstige leer.
llngen der Handclsdogschool, waarbij adhaesie
betuigd wordt aan het verzoek der afd. Amers
foort van de Ned. Maatschappij van Nijverheid
cn Handel om aan de bestaande Handelsschool
te verbinden een Hoogere Handelsschool met 2-
joiigen cursus.
Te voegen bij bedoeld adres.
Adres, ingekomen 17 Maart 1923, van ouders
van schoolgaande kinderen in het Soesterkwar-
tier, waarbij verzocht wordt de school voor ge
woon lager onderwijs No. 15 in het Soester-
kwartier te handhaven en uit te breiden tot een
volledige zesklassige school.
Advies Burgemeester en Wethoudws.
Verzoek d.d.2I Moart 1923 von G. F. G. de
Bruijn om eervol ontslag uit zijn betrekking van
leeraar in de Wiskunde aan het Gymnasium.
Advies van Burgemeester en Wethouders.
Verzoek d.d. 22 Maart 1923 van A. R. Veen-
stra om eervol ontslag uit zijn betrekking van
Secretaris der gemeente Amersfoort.
Advies van Burgemeester en Wethouders.
Voorstel d.d. 21 Maart 1923 von Burgemees
ter en Wethouders van Amersfoort om den heer
A. Herschel eervol ontslag te verleenen als lid
der schattingscommissie.
Adres d.d. 9 Februari 1923 von de Ooster-
Stoomtrnm-Maotschoppij om, om in verband met
de voorgenomen electrificatie van den tramweg
„Amersfoort Zeist", vergunnig te verleenen in
de Barchmnn Wuytierslaan en Daam Fockema-
laon de benoodigde ijzeren masten in gemeente
grond te plaatsen.
Advies Burgemeester en Wethouders.
Adres d.d. Maart 1923 van W. ven Schaik,
waarbij hij zijn bezwaren uiteenzet tegen de
niet-ontvankelijk verklaring van zijn beroep op
den Raad en aandringt op een spoedige, recht
vaardige beschikking op zijn bouwaanvrage.
Advies Burgemeester en Wethouders.
Adres d.d.24 MnaTt 1923 van de Amersfoort-
sche Reddingsbrigade om een subsidie van
250.
Advies Burgemeester en Wethouders.
2. Benoeming van een fid der commissie van
toezicht op het Voorbereidend Onderwijs.
Benoemd wordt Mevrouw Veldkamp met al-
gemeene stemmen.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot het verleenen van ziekteverlof aan
onderwijzend personeel.
Z. h. st. goedgekeurd.
4. Vaststelling van het verslag omtrent het
verstrekken van schoolvoeding.
Z. h. st. goedgekeurd.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot overname van een strook grond aan den
Leusderweg van P. van Veenschoten.
Z. h. st. goedgekeurd.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot overname van een strook grond van
het Burger Weeshuis voor verbreeding van de
Kleine Haag en daarvoor een crediet te ver
leenen van. 3700.
Z. h. st. goedgekeurd.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot overname van een slicok grond van
W. Kraaykamp aan de Beigstraat.
Z. h. st. goedgekeurd.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
to: intrekking van het besluit tot het geven in
erfpacht van grond aan W. Jung.
Z. h. st. goedgekeurd.
9. Voorstel von Ruig»-meester en Wethouders
tot verkoop van een perceel bouwterrein aan
den Randenbroekerweg, groot 893 M 2., aan
P. A. Jonker, e.a. voor 1800.
Z. h. st. goedgekeurd.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot verkoop van een perceel bouwterrein
groot 1337 M 2. aan de Marnixlaan aan N.
Heyligeis Nzn. voor f 6500.
Wethouder Ruitenberg merkt op dat het stuk
bouwterrein groot is 1710 M5. terwijl de prijs
zal bedrogen f 7350.
Z. h. st. goedgekeurd.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot het verhuren van het gebouw aan de
Koestraat aan het Rijk.
Z. h. st. goedgekeurd.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot onderhandsche en openbare verhuring
van perceelen bouwland, gelegen nabij de ge
bouwen der gemeenterciniging.
Z. h. st. goedgekeurd.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders aan de vereer.iging voor Christelijk Na
tionaal Schoolonderwijs een bijdrage te ver
leenen ingevolge artikel 102 der Lager Onder
wijswet 1920 ten behoeve van het Vervolgon
derwijs.
Z. h. st. goedgekeurd.
14. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot wijziging der verordening tot het ver
leenen van bijdragen in de kosten van uitzen
ding en verpleging van kinderen in gezond
heids- en vacantiekolonics.
Z. h. st. goedgekeurd.
15. Advies van Burgemeester en Wethouders
op het adres van het Huldigings-Comiié 1923,
waarbij verzocht wordt om een subsidie of om
een crediet tot een maximum van 2500.
Hierbij komt tevens in behandeling het inge
komen adres van de Oranje-Verecniging om de
aangevraagde subsidie of garantie tot het ge
vraagde maximum te verhoogen.
De heer S t a d i gvindt de oplossing, die
B. c-n W. gevonden hebben ietwat tweeslachtig.
Er wordt niet bepaald subsidie gevraagd, doch
meer garantie of crediet. Sprekei geeft loe, dat
het voorstel van B. en W. uit finantiëei oogpunt
juist is, doch adviseert een crediet van 2500
te verleenen.
De heer Noordewier deelt mede dat hij
in principe tegen het voorstel van B. en W. is.
Hij is van meening dat een eventueel feest op
hoog er standpunt zou staan, wanneer hef geheel
uit eigen middelen bekostigd wordt. Doch niet
alleen uit principieel oogpunt is spreker er
tegen, maar ook van uit finantieel standpunt is
hij tegen het voorstel, met het oog op de groote
bezuiniging, die betracht moet worden
De heer de Lange is sterk voor het voor
stel van B. en W. Het regeeringsjubileum van
de Koningin moet gevierd worden. Wat men
ook is. S. D. A. P.-er of niet, allen staan wij
onder het gezag van onze Koningin, en dot ge-
I zag moet geëerd worden. Spreker zou het een
verwaarloozing van het fifwag vinden wanneer
1 de Raad zou besluiten geen bijdrage te schen-
1 ken.
Wethouder Hofland heeft in de redo van
den heer Stadig niet gehoord waarom wij dank
baar moeten zijn voor dit jubileum. De persoon
van de Koningin moeten we er buiten laten, zegt
hij, maar dan begrijpt Spr. in 't geheel de dank
baarheid niet. De Koningin ontleend haar ge-
zeg aan de grondwet en niet aan haar hoeda
nigheid als Koningin.
Mej. Middelburg gelooft dat hef stand
punt ven B. en W. juist is, gezien de toestand
van de gemeente-finandën.
Wethouder Jo rissen kan zich niet ver
eenigen met h®t voorstel van B. en W. Hij
meent dat de gemeente wol degelijk het feest
mogelijk moet maken omdat wfj oius gezag ont-
leenen aan de Koningin. Wanneer het staats
hoofd feest viert moeten wij als fatsoenlijk bur
ger van den Staat meevoelen met het hoofd van
den Staat.
De Voorzitter wilt niet diep op de
kwestie ingaan. Hij wil herinneren aan hetgeen
in de stukken is geschreven dat het f<*»t
komen dank zij het initiatief van de burgerij.
De heer de Lange houdt vol dat het gezag
der Koningin wel degelijk afstraalt op de ge
meente. We hebben hier een feest van het ge
zag en de heeren S. D. A. P.-ers zijn evengoed
els dragers van het gezag verplicht dit feest te
steunen. Wat rij als persoon willen doen moe
ten zij weten maar als overheid zijn we er toe
verplicht. We moeten het fcest niet mogelijk
1 maken, daarom gaat het niet, wij als overheid
moeten feest vieren en dat 5. cn W. geen cent
willen geven, zal verontwaardiging in do ge
meente wekken.
Wethouder Ruitenberg maakt zich niet
zoo bezorgd voor de houding van het college.
Het is de eenigste goede en zuinigste houding.
Laat het volk feestvieren zooveel het wil, maar
1 wij moeten er buiten blijven. Wij zullen er geen
profijt van trekken en dat is het zuiverste stand
punt.
De heer S t a d i g is bevestigd in zijn meening
i dat men de kool en de geit heeft wiilen sparen.
Moeten we nu voor het feest van de draagster
van het gezag nu voor een kleine groep op zij
gaan? De heeren zullen loch moeten erkennen,
dat de minderheid rich bij de meerderheid moet
neerleggen. We kwetsen niemand. Wij hebben
hier qua Raad en als vertegenwoordigers der
overheid het gezag de plaats te geven die het
toekomt. Als we den weg moeten gaon, dien
wethouder Ruitenberg wil, dan moeten we op
51 Aug. ook de vlag niet van den toren laten
waaien. Zooals het voorstel wordt toegelicht
is het een uiting van slopheid.
De heer Van Veen is het mee eens, dat
het gezag moet erkend worden. Maar uit de re
deneering van den heer De Lange blijkt, dat hij
ieder wil laten feestvieren. Maar dat is niet de
logische consequentie van zijn redeneering. Het
25-jerig jubileum der Koningin acht ik persoon
lijk zeer belangrijk, maar niet ieder erkent dat.
Het is niet noodig dergelijke zaken publick te
vieren. Ilc voel er daarom veel voor het te doen
zooals B. cn W. dat willen. De Gemeente kan
meedoen en dat doen op een wijze, welke wij het
best vinden.
Wethouder Jo rissen vraagt den heer von
Veen als B. en W. met zijn voorstel waren ge
komen of hij er dan voor zou geweest zijn.
De heer v. Veen: Don zou ik er voor ge
stemd hebben.
I Wethouder Jo rissen: Juist, dan wil ik
vostleggen, dat we niet tegen eenigerlei subsi
die zijn.
Het voorstel van B. en W. wordt verworpen
met 10 tegen 5 stemmen.
De heer Stadig dien een voorstel in een
crediet van 1000 tot te staan.
Dit voorstel wordt verworpen met 6 tegen 9
stemmen.
16. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om me: gebruikmaking van artikel 10a
van het werkliedenreglement dispensatie te
verleenen von de bepaling aangaande de leef
tijdsgrens voor de aanstelling van een gasfit
te
Aangenomen.
17. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot het in gebruik nemen van het Waag
gebouw op de Appelmarkt als gebouw voor
den Keuringsdienst van Vee en Vleesch en
het verleenen van een crediet voor de inrich
ting van dien keuringsdienst.
De heer Stadig vraagt, wat de bedoeling is,
wordt het gebouw alleen' ingericht voor den
Keuringsdienst of zijn er nog verdere bedoelin
gen?
De heer Polder meent uit de praktijk beter
de gevraagde inlichtingen te kunnen geven. Het
slachtgeld geldt voor de noodslachtingen.
De heer S t a d i g vraagt in welk artikel staat
dat de noodslachting in het gebouw moet ge-
schieden!
Wethouder J o r i s s e n merkt nog op, dat het
aangevraagde bedrog niet alleen geldt voor het
gebouw maar ook voor de installatie.
De heer Stadig zou toch wel gaarne eeni-
ge nadere inlichtingen hebben, anders wordt
het voor hem een slag in de lucht.
Wethouder Jorissen deelt mede, welk©
verbouwingen aan het gebouw noodig zijn. De
oflossing is 4 jaren is voorgesteld omdat B. en
W. hopen nog tot een abattoir te kunnen over
gaan.
De Voorzitter wijst er op, dat bij de
vaststelling der verordening de kwestie dei
noodslachtingen onder 't oog is gezien.
De heer Polder: De wet schrijft voor dat we
moeten hebben een Centrale slochtpiaats en
ook een noodslachtplaats. We zullen daar dus
toe moeten komen. We hebben ons hier zeer
juist gesteld op de wettelijke bepalingen. Deze
slachtplaats is zoo sober mogelijk opgezet.
De heer Stadig merkt op, dat bij de stuk
ken geen toelichting was. Er is een gedeelte dat
tijdelijk zal zijn. b het nu wenschelijk den dienst
reeds zoo zwaar te belasten?
(De heer Boas komt ter vergadering).
Wethouder Jorissen wijst er op, dat de be
grooting sluitend is. We trachten dezen dienst
zoo te krijgen, dat hij de gemeente geen gefd
kost. Wanneer we de onkosten nu zooveel mo
gelijk beperken is er toch geen bezwaor deze
afschrijving op te nemen?
Het voorstel wordt goedgekeurd.
18. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot vaststelling eener verordening op de
heffing van keurloonen etc. voor den keurings
dienst van vee en vleeech.
Na eenige discussie goedgekeurd.
19. Vaststelling bogrootlng voor den keu
ringsdienst voor vee en vleeseh voor 1925.
Na een opmerking van den heer Stadig goed
gekeurd.
20. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot het aangaan van een contract met
omliggende gemeenten inzake uitvoering van
de vleeschkcuringwet.
Goedgekeurd.
21. Voorstel van BuTgemeeater en Wethou
ders tot regeling van de betrekking van vee
arts voor toezicht op de veemarkt.
Goedgekeurd.
22. Rapport der Commissie van ondersoek
inzake den bouw von de school aan de Miere-
veldstraat
De heer Stadig moot in de eerste plaats er
zijn spijt over uiten, dot het rapport zoolang op
het Stadhuis is blijven hangen. Uit differentie
voor den Raad had het eerder behandeld moeten
worden.
Enkele malen heb ik op behandeling aange
drongen, omdat alle schijn moet worden ver
meden, dat men de zaak in den doofpot wil dloen.
Dat mag niet, do zaak is voor openbare behan
deling vatbaar.
De Raad verkeerde bij het eerste beshrit in
een welwillendheidsstemming, heel wot welwil
lender dan toen de zaak later ter sprake kwam.
De heeren hebben uitgerekend, dat als het wets
ontwerp was afgewacht, dat dan later er goed-
kooper was gebouwd, en nu echten ze daarvoor
het Schoolbestuur aansprakelijk. De Commissie
heeft een minder -1 en een minderheid. Toen da
wet 1920 ingediend werd heerschte ook bij het
bijzonder onderwerp plaatsgebrek cn toen heeft
het Schoolbestuur gevraagd op de wet vooruit
te loopen. Het ontwerp kon evenwel gewijzigd
worden en voorzichtigheids halve is de conclusie
opgenomen als door eventueele wijziging de
gemeente schade zou lijden, het Schoolbestuur
deze schade zou vergoeden. Maar op dit punt is
niets gewijzigd. De heeren komen nu tot de
conclusie dat het bestuur de meerdere bouw
kosten aan de gemeente moet vergoeden op
grond der opvatting dat de meerdere kosten
zouden komen voor het bestuur. Dat is zeer
eigenaardig en in mijn rapport heb ik aange
toond dat deze conclusie niet houdbaar is. De
Gemeente zou het kapitaal fourneeren en nu
willen de heeren een deel terug vragen. Als zij
zeggen alle nadeelen uit den bouw moeten wor
den vergoed, dan kunnen ze even goed zeggen,
dat de geheele bouwsom moet worden terug
betaald.
De juistheid mijner interpretatie van de over
eenkomst tusschen gemeente en Schoolbestuur
gesloten wordt bevestigd door de houding van
B. en W. In Nov. 1921 was de verhouding tus
schen beide colleges uit en toen hebben B. en W.
aan het schoolbestuur gevraagd de school tc
koopen. Het schoolbestuur heeft dat willen doen,
als het daardoor niet in mindere conditie kwam
dan wanneer het ontwerp reeds wet was. En B.
en W. antwoordden, dat dat natuurlijk de be
doeling was.
De heeren Noordewier en Boos zeggen, dat
B. en W. dat nooit hadden mogen doen, ze
hadden een restrictie moeten maken. Maar zoo
terugredeneeren gaat niet op. Als B. cn W. een
zoo groote vordering hadden op het Schoolbe
stuur zou het schromelijke verwaorloozing der
Gemeentebelangen zijn deze te laten vallen.
Maar B. en W. hadden toegezegd, dat de ge
meente zou zorgen voor het kapitaal.
Uit het rapport is gebleken dat het moeilijk is
uit te maken of de gemeente voor- of nadeel
heeft geleden. Dat is moeilijk uit to maken, dat
zou een deskundig onderzoek moeten uitmaken.
De heer Noordewier wijst er op, dat de
Commissie het niet eens in geworden omtrent
het uit te brengen rapport Wjj hebben een con
clusie getrokken, die gaat tegen die van den
heer Stadig. De interpretatie van het raadsbesluit
van 19 Aug. 1919 van den heer Stadig kan de
meerderheid der Commissie niet aanvaarden. De
heer Stadig wijst andere nadeelen dan voort
vloeiende uit een wijziging van het ontwerp, af.
Maar de meerderheid heeft het opgevat, dat alle
nadeelen zouden worden vergoed.
Wat zijn nu de nadeelen geweest De school
is gebouwd in 1920. De stichtingskosten be
droegen 127.800. Nu hebben wij zoo gere
deneerd. Wanneer het schoolbestuur niet ver
vroegd had kunnen bouwen had het eerst onder
de nieuwe wet kunnen bouwen. Er is in Mei '21
een school gebouwd. Wij hebben nu die scholen
met elkaar vergeleken en toen zijn we tot de
conclusie gekomen dat de school in de Miere-
veldstreat 28.0000 verschil opleverde als de
school in dcnzelfden tijd gebouwd was als die in
het Soesterk war tier.
Nu zegt de heer Stadig, de meerderheid mag
de sohuld niet werpen op het Schoolbestuur.
Maar wij meenen dat het Schoolbestuur dat
verschil aan de gemeente moet vergoeden, het
valt o. i. onder de clausule van het raadsbesluit.
Stel dat de Gemeente niet had gebouwd, dan
had het toch een voordeel gegeven van
28.000. Dat deze openbare school zou moe
ten gebouwd worden als de bijzondere niet kwam
die redeneering gaat niet op. Het heeft de ge
meente nadeelen opgeleverd omdat de bouwkos
ten zijn gedaald. Dat zijn toevallige omstandig
heden maar de gemeente had minder uitgaven
moeten doen.
We hebben de zaak ook van een anderen
kont bekeken. Ook als een openbare school had
moeten worden gebouwd, zou er nadeel voor de
gemeente zijn geweest, want van de hoogere
bouwkosten hadden we subsidie van de regee
ring gekregen.
In het dossier is ook een berekening opge
nomen, die ons minder juist lijkt. Daar wordt in
beweerd, dat de vervroegde bouw eigenlijk voor*
deelig is geweest voor de gemeente. In 1920
wordt de rente gesteld op 4.5 pet. en in 1921
op 7 pet. Dat zou de gemeente een voordeel
hebben bezorgd van 1300 per jaar. In 1920
komt de rente 4* de afloasing op 6 pet. en dan
krijgen we een nadeelig verschil per jaar van
800.
Op grond van art. 79 der wet is het School
gebouw door 3 deskundigen geschat en de
schatting kwam op 123.500, zegt de heer
Stadig, zoodat er een miniem verschil is met
de stichtingskosten. Maar dat heeft er niets mee
te maken. Die sohattingscommissie moet het ge
bouw schatten voor het in gebruik wordt geno
men ten einde de waarborgsom van 15 ten
honderd te bepalen. Wanneer die schatting had
plaats gehad in 1921 dan had hij er iets me©
bewezen, maar het is geschat in den duren tijd.
Met deze cijfers heeft de heer Stadig m. i. niets
bewezen, omdat ze bij de zaak niet hoorei).
De heer Boas kon zich met den heer Noar-
dewier wel vereenigen. In het minderheidsrap-
porl van Mr. Stadig staat niets tegen de conclu
sie der meerderheid. De heer Stadig geeft toe
dat d© gemeente schade heeft geleden door den
bouw. Nu gaat het alleen over de tweede conclu
sie, dat de geleden schade door het schoolbe
stuur moet worden vergoed. Mr. Stadig leest er
wel wit, dat alleen die schade voortvloeiende
uit verandering der wet zou worden vergoed
maar pertinent is toegegeven, dat alle schade
daaronder viel.
De heer de Lange heeft van deze geschie
denis niet veel mee gemaakt. Hij heeft het uit
de stukken moeten opdiepen. De gemeente is
overeengekomen een school te bouwen op
grond der bepalingen van de wet van 1020»
De clausule is opgenomen, dat de schade voort*
vloeiende uit een verandering van de bepabn-
gen der wet, zou worden vergoed.
Absoluut moet ik ontkennen, dat er schade
is. Het schoolgebouw is nog in het bezit der
gemeente. Schade ken eerst geconstateerd
worden als de school wordt verkocht en min
der opgebracht. De gemeente moet alleen wat
meer rente opbrengen, maar daartegenover
staat dat het schoolbestuur hooger waarborg
som heeft moeten storten. Er kan niet gecon
stateerd worden dat er schade is. Bij een con
tract moeten we vragenwat was de bedoeling
bij het opmaken en niet wat kvmnen we er
uit maken. Hoe hebben B. en W. zich de scha»
de gedacht. Toch alleen schade voortvloeien*
de uit wijziging van de wet.
Wethouder Hofland herinnert aan <k
woorden van Mr. Stadig, dat in Nov. '19 for
meel allea uit was, er was geen verbinding
meer tusschen B, en W, en het schoolbestuur.
Bn hij heeft er bijgevoegd, dat B. en W. later
weer verbinding hebben gezocht. Is dat zoo?
Ik geloof het niet, andere zou de heer Stadig
stellig gelijk hebben.
Tc—t-erkend. Bloedrermmd.
Wekt den eetlnat op.
Alom verkrijgbaar A t 8.50 per II
TEL. 538-543.
Vraagt l>U ons prijsopgaaf voor Uwe Meubelen* 10
Prima ,l*erkl,t.
FABRIEK
Billijke prljees
Om dat te kunnen eontoonen gaat spreker
de voorgeschiedenis der zaak na. Steeds is er
de nadruk op gelegd, dat het schoolbestuur
garant zou blijven voor de eventueele schade.
Er is inderdaad schade en die moet door het
schoolbestuur worden vergoed. Dat is geen
chicaneeren maar een eenvoudig uitvloeisel
van het genomen besluit. Het schoolbestuur
had bij vervroegden bouw gioot voordeel cn
uit een loyale opvatting van de overeenkomst
vloeit voort, dnt bet bestuur de geleden schade
vergoedt. De schade die we geleden hebben,
is dat we \y9 jaar voor dat we daartoe ver
plicht waren 127000 hebben beschikbaar
gesteld.
Wethouder Jorissen: De vraag, die al
leen naar voren komt is deze Wanneer er
schade komt, is dan het Chr. Nat. Schoolbc-
stuur verplicht deze te vergoeden Daarvoor
moeten we de voorgeschiedenis wat vroeger
nemen toen da aanvrage ven het schoolbe-
stuur bij de gemeente inkwam. Het komt aan
op dezen zinindien uit het vooraf bouwen
nadeelen mochten omstaan, zuilen wij die be
talen. Het bestuur heeft steeds die meening
volgehouden. Later schrijft het bestuur, dat
het door de aanneming der wet 1920 van alle
geldelijke verplichtingen is ontheven. Alleen is
gedacht aan nadeelen voortvloeiende uit toe
passing van de wettelijke bepalingen. Hoe ik
de zaak ook lees, het bestuur staat vrij want
de wettelijke bepalingen hebben geen nadeel
teweeg gebracht.
De Voorzitter neemt als uitgangspunt
het rapport der meerderheid, waarin staat, dat
door het college van B. en W. steeds in over
leg met het schoolbestuur is onderhandeld en
verder dat de brief van 26 Nov. '20 niet in
overeenstemming' is met het raadsbesluit. Dat
is grief. Maar de meerderheid neemt aan, dat
deze brief geen wijziging heeft gebracht in de
voorwaarden. Ik zou zeggen accoord van
Putsen. Daarmee vervalt de grief.
Dan komt de grief, dat het voorstel na 24
Jan '20 eerst pas in Nov. in den Raad is ge
komen. We hebben in dien tusschentijd on
derhandeld, met Ged. Stalen, ook is nog een
brief ingekomen van den ministers en ten ein
de raad ^zeiden we, trek het voorstel in. We
hadden wel eerder kunnen komen, maar had
den daji niets kunnen meedeelen.
De meerderheid is nu gekomen met een be
rekening van het verschiL Maar dit had niet
moeten wordep gedean in vage termen. Wij
hadden nog een restant van de leening tegen
4.5 pet en dat hebben we voor den bouw ge
bruikt. Men mag toch verwachten dat de over
eenkomst zoo loyaal mogelijk werd uitge
voerd.
Ben onpartijdige commissie die de zaak
onder de oogen ziet zal tot de conclusie ko
men dat er geen nadeel is geleden.
Daartegenover mag wel gevraagd worden of
er voordeelen tegenover staan We hebben ge
had 8 zevende klassen in het Valkje en in het
St. Pieters en Bloklandsgasthuis. Wij hebben
toen, daar de wet 1920 in 't zicht was over
leg gepleegd met het bijzonder onderwijs. Dit
maakt men ons tot grief. Maar Spr. gelooft
dat het juist goed gezien is geweest. Was er