ST. EMILIO bij i. i SUÏEP» i Zn., Btr.str. 17 Tel. 145 KHTSYMM SPORTNIEUWS KANTOOR REGISTERS. Br.Mümel's Fm van KHKEK i ElZEHAAR "stadsnieuws. origineele zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 Pet* flesch f 1.60, per anker f 65.- Hebt U een Taxi of Auto noodêg Bel dsia®p Ko.42 BERICHT. j Drukkerij MELCHIOR bresstraat 22 tel. 62 vervaardigt alle soorten ELECTR, MEUBELFABRIEK levering vanaf eigen mm een zakl° I.P'sGreDHdlncsniis UjlHIIu in ieder pukje AJ. PTs Amandel- tjem xi'ü'linT. Tijdelijke Reclame ÏÖBTER AF)D?.IOÜTEJü Baa AHBSI&SPRtSTOTO vi/,B.S6H©Ot,ll*AN ElCCTRQ-TtCHNIJCh BURMJ AMCRSfOORT - 'v lJ.1ALLr CWO i2 TCLCr 4Z3 Kegelconcours Amacitio. Stand op Dinsdag 27 Maart 's avonds 12 uur. Vrije Baan. T. B. J. Kraal 44. 5X43. 2. W. Groenhuizen 44 43. 3. F. Lomans 44 2X41 38. 4. A. T. Houtzaoger 44 2X41 5. H. Nefkens 43. 6. y. O. de Jong 2X42. 7. R. J. v. Eimeren 42. 41. 8. Dr. B. J. v. Enst 42 40 9. P. Bosseloar 42. 39. 10. W. Bunnik 41. 40. 11. Dr. W. A. M. Kolkman 41. 12. F. A. v. Seters 2X40 13. J. v. Keulen 40. 39. 58. 14. M. Brugel 40. 39. 37 15. J. v. Dijk 40. 38. Serie 10 hoogste kaarten. T. B. J. Kraal 427. 2. y. O. de Jong 403. 3. W. Groenhuizen 400 De RegelingsCommissie verzocht ons mede te deelen, dat vanaf Donderdag 29 Maart extra dagprijzen beschikbaar zullen worden gesteld Zij die thans reeds een dagprijs hebben ge wonnen kunnen hieraan ook mededingen. Tevens zal het aantal vrije baan prijzen, 't welk bestond uit 15 stuks, met een vijftal p* ij zen worden uitgebreid. Den 30sten Maart (Goede Viijdng) is de baan ook geopend van 2 tot 5 uur). Zij, dio zich met ingang van 1 April a.s. op dit blad aboimeeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. DE DIRECTIE. Bericht. Hot Amersfooitsch Dagblad zal a.s. Vrij dag (Goeden Vrijdag) niet "erschijnen. Roadsverslag. Openbare vergadering van den Raad der ge meente Amersfoort, op Dinsdag 27 Maart 1923, 's avonds 7 uur. Voorzitter: de Burgemeester. Afwezig de heeren: Veis Heyn, Kroes en Noordman. Na opening der vergadering worden de no tulen der vorige vergadering vastgesteld, zooals ze ter visie hebben gelegen. Daarna wordt o.a. mededeeling gedaan van de volgende ingekomen stukken. Besluit van Gedep. Staten van Utrecht, d.d. 13 Maart 1923 Afd. 3 No 543/486, waarbij wordt goedgekeurd het Raadsbesluit van 16 Jan. 1923, aangevuld 27 Februari 1923, strekkende tot opheffing van de openbare school voor ge woon lager onderwijs No. 15 aan de Johan van Oldenbarneveldlaan met ingang van 1 Septem ber 1923. Kennisgeving. Besluit van Gedep. Staten van Utrecht, d.d. 13 Maart 1923 3de afd. No. 552/487, waarbij niet ontvankelijk verklaard wordt het adres d.d. 31 Jan. 1925 van het Bestuur der R.-K. bijzon dere school aan de SchimmelpenninckstTaat, in houdende beroep van het Raadsbesluit d.d. 22 December 1922, waarbij afwijzend beschikt is op htm verzoek om vergoeding uit de gemeente kas ingevolge art. 100 der Lager-Onderwijswet 1920 voor de boventallige leerkrachten, die ge durende 1920 verbonden waren aan de R.-K. Jongensschool aan de Schimmelpenninckstroat. Kennisgeving. Adres d.d. 15 Maart 1923 van de Amersfoort- schc Schoolvereeniging, waarbij, in verband met het groote aantal aangegeven leerlingen, ver zocht wordt ook het 7de lokaal van-het in bruikleen aangeboden schoolgebouw aan de van Oldenbarneveldlaan in bruikleen af te staan. Advies Burgemeester cn Wethouders. Adres d.d. 21 Maart 1923 No. 110 van de Ka mer van Koophandel en Fabrieken voor de Gel- dersche Vallei te Amersfoort, waarbij adhaesie betuigd wordt aan het adres van het Departe ment Amersfoort der Maatschappij van Nijver heid en Handel tot toevoeging aan de bestaan de Middelbare Handelsschool van een Hoogere Handelsschool met 2-jarigen cursus. Te voegen bij bedoeld adres. Adres, ingekomen 22 Maart 1923, van ouders (verzorgers) van leerlingen of toekomstige leer. llngen der Handclsdogschool, waarbij adhaesie betuigd wordt aan het verzoek der afd. Amers foort van de Ned. Maatschappij van Nijverheid cn Handel om aan de bestaande Handelsschool te verbinden een Hoogere Handelsschool met 2- joiigen cursus. Te voegen bij bedoeld adres. Adres, ingekomen 17 Maart 1923, van ouders van schoolgaande kinderen in het Soesterkwar- tier, waarbij verzocht wordt de school voor ge woon lager onderwijs No. 15 in het Soester- kwartier te handhaven en uit te breiden tot een volledige zesklassige school. Advies Burgemeester en Wethoudws. Verzoek d.d.2I Moart 1923 von G. F. G. de Bruijn om eervol ontslag uit zijn betrekking van leeraar in de Wiskunde aan het Gymnasium. Advies van Burgemeester en Wethouders. Verzoek d.d. 22 Maart 1923 van A. R. Veen- stra om eervol ontslag uit zijn betrekking van Secretaris der gemeente Amersfoort. Advies van Burgemeester en Wethouders. Voorstel d.d. 21 Maart 1923 von Burgemees ter en Wethouders van Amersfoort om den heer A. Herschel eervol ontslag te verleenen als lid der schattingscommissie. Adres d.d. 9 Februari 1923 von de Ooster- Stoomtrnm-Maotschoppij om, om in verband met de voorgenomen electrificatie van den tramweg „Amersfoort Zeist", vergunnig te verleenen in de Barchmnn Wuytierslaan en Daam Fockema- laon de benoodigde ijzeren masten in gemeente grond te plaatsen. Advies Burgemeester en Wethouders. Adres d.d. Maart 1923 van W. ven Schaik, waarbij hij zijn bezwaren uiteenzet tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn beroep op den Raad en aandringt op een spoedige, recht vaardige beschikking op zijn bouwaanvrage. Advies Burgemeester en Wethouders. Adres d.d.24 MnaTt 1923 van de Amersfoort- sche Reddingsbrigade om een subsidie van 250. Advies Burgemeester en Wethouders. 2. Benoeming van een fid der commissie van toezicht op het Voorbereidend Onderwijs. Benoemd wordt Mevrouw Veldkamp met al- gemeene stemmen. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot het verleenen van ziekteverlof aan onderwijzend personeel. Z. h. st. goedgekeurd. 4. Vaststelling van het verslag omtrent het verstrekken van schoolvoeding. Z. h. st. goedgekeurd. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overname van een strook grond aan den Leusderweg van P. van Veenschoten. Z. h. st. goedgekeurd. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot overname van een strook grond van het Burger Weeshuis voor verbreeding van de Kleine Haag en daarvoor een crediet te ver leenen van. 3700. Z. h. st. goedgekeurd. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot overname van een slicok grond van W. Kraaykamp aan de Beigstraat. Z. h. st. goedgekeurd. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders to: intrekking van het besluit tot het geven in erfpacht van grond aan W. Jung. Z. h. st. goedgekeurd. 9. Voorstel von Ruig»-meester en Wethouders tot verkoop van een perceel bouwterrein aan den Randenbroekerweg, groot 893 M 2., aan P. A. Jonker, e.a. voor 1800. Z. h. st. goedgekeurd. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot verkoop van een perceel bouwterrein groot 1337 M 2. aan de Marnixlaan aan N. Heyligeis Nzn. voor f 6500. Wethouder Ruitenberg merkt op dat het stuk bouwterrein groot is 1710 M5. terwijl de prijs zal bedrogen f 7350. Z. h. st. goedgekeurd. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot het verhuren van het gebouw aan de Koestraat aan het Rijk. Z. h. st. goedgekeurd. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot onderhandsche en openbare verhuring van perceelen bouwland, gelegen nabij de ge bouwen der gemeenterciniging. Z. h. st. goedgekeurd. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders aan de vereer.iging voor Christelijk Na tionaal Schoolonderwijs een bijdrage te ver leenen ingevolge artikel 102 der Lager Onder wijswet 1920 ten behoeve van het Vervolgon derwijs. Z. h. st. goedgekeurd. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot wijziging der verordening tot het ver leenen van bijdragen in de kosten van uitzen ding en verpleging van kinderen in gezond heids- en vacantiekolonics. Z. h. st. goedgekeurd. 15. Advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van het Huldigings-Comiié 1923, waarbij verzocht wordt om een subsidie of om een crediet tot een maximum van 2500. Hierbij komt tevens in behandeling het inge komen adres van de Oranje-Verecniging om de aangevraagde subsidie of garantie tot het ge vraagde maximum te verhoogen. De heer S t a d i gvindt de oplossing, die B. c-n W. gevonden hebben ietwat tweeslachtig. Er wordt niet bepaald subsidie gevraagd, doch meer garantie of crediet. Sprekei geeft loe, dat het voorstel van B. en W. uit finantiëei oogpunt juist is, doch adviseert een crediet van 2500 te verleenen. De heer Noordewier deelt mede dat hij in principe tegen het voorstel van B. en W. is. Hij is van meening dat een eventueel feest op hoog er standpunt zou staan, wanneer hef geheel uit eigen middelen bekostigd wordt. Doch niet alleen uit principieel oogpunt is spreker er tegen, maar ook van uit finantieel standpunt is hij tegen het voorstel, met het oog op de groote bezuiniging, die betracht moet worden De heer de Lange is sterk voor het voor stel van B. en W. Het regeeringsjubileum van de Koningin moet gevierd worden. Wat men ook is. S. D. A. P.-er of niet, allen staan wij onder het gezag van onze Koningin, en dot ge- I zag moet geëerd worden. Spreker zou het een verwaarloozing van het fifwag vinden wanneer 1 de Raad zou besluiten geen bijdrage te schen- 1 ken. Wethouder Hofland heeft in de redo van den heer Stadig niet gehoord waarom wij dank baar moeten zijn voor dit jubileum. De persoon van de Koningin moeten we er buiten laten, zegt hij, maar dan begrijpt Spr. in 't geheel de dank baarheid niet. De Koningin ontleend haar ge- zeg aan de grondwet en niet aan haar hoeda nigheid als Koningin. Mej. Middelburg gelooft dat hef stand punt ven B. en W. juist is, gezien de toestand van de gemeente-finandën. Wethouder Jo rissen kan zich niet ver eenigen met h®t voorstel van B. en W. Hij meent dat de gemeente wol degelijk het feest mogelijk moet maken omdat wfj oius gezag ont- leenen aan de Koningin. Wanneer het staats hoofd feest viert moeten wij als fatsoenlijk bur ger van den Staat meevoelen met het hoofd van den Staat. De Voorzitter wilt niet diep op de kwestie ingaan. Hij wil herinneren aan hetgeen in de stukken is geschreven dat het f<*»t komen dank zij het initiatief van de burgerij. De heer de Lange houdt vol dat het gezag der Koningin wel degelijk afstraalt op de ge meente. We hebben hier een feest van het ge zag en de heeren S. D. A. P.-ers zijn evengoed els dragers van het gezag verplicht dit feest te steunen. Wat rij als persoon willen doen moe ten zij weten maar als overheid zijn we er toe verplicht. We moeten het fcest niet mogelijk 1 maken, daarom gaat het niet, wij als overheid moeten feest vieren en dat 5. cn W. geen cent willen geven, zal verontwaardiging in do ge meente wekken. Wethouder Ruitenberg maakt zich niet zoo bezorgd voor de houding van het college. Het is de eenigste goede en zuinigste houding. Laat het volk feestvieren zooveel het wil, maar 1 wij moeten er buiten blijven. Wij zullen er geen profijt van trekken en dat is het zuiverste stand punt. De heer S t a d i g is bevestigd in zijn meening i dat men de kool en de geit heeft wiilen sparen. Moeten we nu voor het feest van de draagster van het gezag nu voor een kleine groep op zij gaan? De heeren zullen loch moeten erkennen, dat de minderheid rich bij de meerderheid moet neerleggen. We kwetsen niemand. Wij hebben hier qua Raad en als vertegenwoordigers der overheid het gezag de plaats te geven die het toekomt. Als we den weg moeten gaon, dien wethouder Ruitenberg wil, dan moeten we op 51 Aug. ook de vlag niet van den toren laten waaien. Zooals het voorstel wordt toegelicht is het een uiting van slopheid. De heer Van Veen is het mee eens, dat het gezag moet erkend worden. Maar uit de re deneering van den heer De Lange blijkt, dat hij ieder wil laten feestvieren. Maar dat is niet de logische consequentie van zijn redeneering. Het 25-jerig jubileum der Koningin acht ik persoon lijk zeer belangrijk, maar niet ieder erkent dat. Het is niet noodig dergelijke zaken publick te vieren. Ilc voel er daarom veel voor het te doen zooals B. cn W. dat willen. De Gemeente kan meedoen en dat doen op een wijze, welke wij het best vinden. Wethouder Jo rissen vraagt den heer von Veen als B. en W. met zijn voorstel waren ge komen of hij er dan voor zou geweest zijn. De heer v. Veen: Don zou ik er voor ge stemd hebben. I Wethouder Jo rissen: Juist, dan wil ik vostleggen, dat we niet tegen eenigerlei subsi die zijn. Het voorstel van B. en W. wordt verworpen met 10 tegen 5 stemmen. De heer Stadig dien een voorstel in een crediet van 1000 tot te staan. Dit voorstel wordt verworpen met 6 tegen 9 stemmen. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders om me: gebruikmaking van artikel 10a van het werkliedenreglement dispensatie te verleenen von de bepaling aangaande de leef tijdsgrens voor de aanstelling van een gasfit te Aangenomen. 17. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot het in gebruik nemen van het Waag gebouw op de Appelmarkt als gebouw voor den Keuringsdienst van Vee en Vleesch en het verleenen van een crediet voor de inrich ting van dien keuringsdienst. De heer Stadig vraagt, wat de bedoeling is, wordt het gebouw alleen' ingericht voor den Keuringsdienst of zijn er nog verdere bedoelin gen? De heer Polder meent uit de praktijk beter de gevraagde inlichtingen te kunnen geven. Het slachtgeld geldt voor de noodslachtingen. De heer S t a d i g vraagt in welk artikel staat dat de noodslachting in het gebouw moet ge- schieden! Wethouder J o r i s s e n merkt nog op, dat het aangevraagde bedrog niet alleen geldt voor het gebouw maar ook voor de installatie. De heer Stadig zou toch wel gaarne eeni- ge nadere inlichtingen hebben, anders wordt het voor hem een slag in de lucht. Wethouder Jorissen deelt mede, welk© verbouwingen aan het gebouw noodig zijn. De oflossing is 4 jaren is voorgesteld omdat B. en W. hopen nog tot een abattoir te kunnen over gaan. De Voorzitter wijst er op, dat bij de vaststelling der verordening de kwestie dei noodslachtingen onder 't oog is gezien. De heer Polder: De wet schrijft voor dat we moeten hebben een Centrale slochtpiaats en ook een noodslachtplaats. We zullen daar dus toe moeten komen. We hebben ons hier zeer juist gesteld op de wettelijke bepalingen. Deze slachtplaats is zoo sober mogelijk opgezet. De heer Stadig merkt op, dat bij de stuk ken geen toelichting was. Er is een gedeelte dat tijdelijk zal zijn. b het nu wenschelijk den dienst reeds zoo zwaar te belasten? (De heer Boas komt ter vergadering). Wethouder Jorissen wijst er op, dat de be grooting sluitend is. We trachten dezen dienst zoo te krijgen, dat hij de gemeente geen gefd kost. Wanneer we de onkosten nu zooveel mo gelijk beperken is er toch geen bezwaor deze afschrijving op te nemen? Het voorstel wordt goedgekeurd. 18. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot vaststelling eener verordening op de heffing van keurloonen etc. voor den keurings dienst van vee en vleeech. Na eenige discussie goedgekeurd. 19. Vaststelling bogrootlng voor den keu ringsdienst voor vee en vleeseh voor 1925. Na een opmerking van den heer Stadig goed gekeurd. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot het aangaan van een contract met omliggende gemeenten inzake uitvoering van de vleeschkcuringwet. Goedgekeurd. 21. Voorstel van BuTgemeeater en Wethou ders tot regeling van de betrekking van vee arts voor toezicht op de veemarkt. Goedgekeurd. 22. Rapport der Commissie van ondersoek inzake den bouw von de school aan de Miere- veldstraat De heer Stadig moot in de eerste plaats er zijn spijt over uiten, dot het rapport zoolang op het Stadhuis is blijven hangen. Uit differentie voor den Raad had het eerder behandeld moeten worden. Enkele malen heb ik op behandeling aange drongen, omdat alle schijn moet worden ver meden, dat men de zaak in den doofpot wil dloen. Dat mag niet, do zaak is voor openbare behan deling vatbaar. De Raad verkeerde bij het eerste beshrit in een welwillendheidsstemming, heel wot welwil lender dan toen de zaak later ter sprake kwam. De heeren hebben uitgerekend, dat als het wets ontwerp was afgewacht, dat dan later er goed- kooper was gebouwd, en nu echten ze daarvoor het Schoolbestuur aansprakelijk. De Commissie heeft een minder -1 en een minderheid. Toen da wet 1920 ingediend werd heerschte ook bij het bijzonder onderwerp plaatsgebrek cn toen heeft het Schoolbestuur gevraagd op de wet vooruit te loopen. Het ontwerp kon evenwel gewijzigd worden en voorzichtigheids halve is de conclusie opgenomen als door eventueele wijziging de gemeente schade zou lijden, het Schoolbestuur deze schade zou vergoeden. Maar op dit punt is niets gewijzigd. De heeren komen nu tot de conclusie dat het bestuur de meerdere bouw kosten aan de gemeente moet vergoeden op grond der opvatting dat de meerdere kosten zouden komen voor het bestuur. Dat is zeer eigenaardig en in mijn rapport heb ik aange toond dat deze conclusie niet houdbaar is. De Gemeente zou het kapitaal fourneeren en nu willen de heeren een deel terug vragen. Als zij zeggen alle nadeelen uit den bouw moeten wor den vergoed, dan kunnen ze even goed zeggen, dat de geheele bouwsom moet worden terug betaald. De juistheid mijner interpretatie van de over eenkomst tusschen gemeente en Schoolbestuur gesloten wordt bevestigd door de houding van B. en W. In Nov. 1921 was de verhouding tus schen beide colleges uit en toen hebben B. en W. aan het schoolbestuur gevraagd de school tc koopen. Het schoolbestuur heeft dat willen doen, als het daardoor niet in mindere conditie kwam dan wanneer het ontwerp reeds wet was. En B. en W. antwoordden, dat dat natuurlijk de be doeling was. De heeren Noordewier en Boos zeggen, dat B. en W. dat nooit hadden mogen doen, ze hadden een restrictie moeten maken. Maar zoo terugredeneeren gaat niet op. Als B. cn W. een zoo groote vordering hadden op het Schoolbe stuur zou het schromelijke verwaorloozing der Gemeentebelangen zijn deze te laten vallen. Maar B. en W. hadden toegezegd, dat de ge meente zou zorgen voor het kapitaal. Uit het rapport is gebleken dat het moeilijk is uit te maken of de gemeente voor- of nadeel heeft geleden. Dat is moeilijk uit to maken, dat zou een deskundig onderzoek moeten uitmaken. De heer Noordewier wijst er op, dat de Commissie het niet eens in geworden omtrent het uit te brengen rapport Wjj hebben een con clusie getrokken, die gaat tegen die van den heer Stadig. De interpretatie van het raadsbesluit van 19 Aug. 1919 van den heer Stadig kan de meerderheid der Commissie niet aanvaarden. De heer Stadig wijst andere nadeelen dan voort vloeiende uit een wijziging van het ontwerp, af. Maar de meerderheid heeft het opgevat, dat alle nadeelen zouden worden vergoed. Wat zijn nu de nadeelen geweest De school is gebouwd in 1920. De stichtingskosten be droegen 127.800. Nu hebben wij zoo gere deneerd. Wanneer het schoolbestuur niet ver vroegd had kunnen bouwen had het eerst onder de nieuwe wet kunnen bouwen. Er is in Mei '21 een school gebouwd. Wij hebben nu die scholen met elkaar vergeleken en toen zijn we tot de conclusie gekomen dat de school in de Miere- veldstreat 28.0000 verschil opleverde als de school in dcnzelfden tijd gebouwd was als die in het Soesterk war tier. Nu zegt de heer Stadig, de meerderheid mag de sohuld niet werpen op het Schoolbestuur. Maar wij meenen dat het Schoolbestuur dat verschil aan de gemeente moet vergoeden, het valt o. i. onder de clausule van het raadsbesluit. Stel dat de Gemeente niet had gebouwd, dan had het toch een voordeel gegeven van 28.000. Dat deze openbare school zou moe ten gebouwd worden als de bijzondere niet kwam die redeneering gaat niet op. Het heeft de ge meente nadeelen opgeleverd omdat de bouwkos ten zijn gedaald. Dat zijn toevallige omstandig heden maar de gemeente had minder uitgaven moeten doen. We hebben de zaak ook van een anderen kont bekeken. Ook als een openbare school had moeten worden gebouwd, zou er nadeel voor de gemeente zijn geweest, want van de hoogere bouwkosten hadden we subsidie van de regee ring gekregen. In het dossier is ook een berekening opge nomen, die ons minder juist lijkt. Daar wordt in beweerd, dat de vervroegde bouw eigenlijk voor* deelig is geweest voor de gemeente. In 1920 wordt de rente gesteld op 4.5 pet. en in 1921 op 7 pet. Dat zou de gemeente een voordeel hebben bezorgd van 1300 per jaar. In 1920 komt de rente 4* de afloasing op 6 pet. en dan krijgen we een nadeelig verschil per jaar van 800. Op grond van art. 79 der wet is het School gebouw door 3 deskundigen geschat en de schatting kwam op 123.500, zegt de heer Stadig, zoodat er een miniem verschil is met de stichtingskosten. Maar dat heeft er niets mee te maken. Die sohattingscommissie moet het ge bouw schatten voor het in gebruik wordt geno men ten einde de waarborgsom van 15 ten honderd te bepalen. Wanneer die schatting had plaats gehad in 1921 dan had hij er iets me© bewezen, maar het is geschat in den duren tijd. Met deze cijfers heeft de heer Stadig m. i. niets bewezen, omdat ze bij de zaak niet hoorei). De heer Boas kon zich met den heer Noar- dewier wel vereenigen. In het minderheidsrap- porl van Mr. Stadig staat niets tegen de conclu sie der meerderheid. De heer Stadig geeft toe dat d© gemeente schade heeft geleden door den bouw. Nu gaat het alleen over de tweede conclu sie, dat de geleden schade door het schoolbe stuur moet worden vergoed. Mr. Stadig leest er wel wit, dat alleen die schade voortvloeiende uit verandering der wet zou worden vergoed maar pertinent is toegegeven, dat alle schade daaronder viel. De heer de Lange heeft van deze geschie denis niet veel mee gemaakt. Hij heeft het uit de stukken moeten opdiepen. De gemeente is overeengekomen een school te bouwen op grond der bepalingen van de wet van 1020» De clausule is opgenomen, dat de schade voort* vloeiende uit een verandering van de bepabn- gen der wet, zou worden vergoed. Absoluut moet ik ontkennen, dat er schade is. Het schoolgebouw is nog in het bezit der gemeente. Schade ken eerst geconstateerd worden als de school wordt verkocht en min der opgebracht. De gemeente moet alleen wat meer rente opbrengen, maar daartegenover staat dat het schoolbestuur hooger waarborg som heeft moeten storten. Er kan niet gecon stateerd worden dat er schade is. Bij een con tract moeten we vragenwat was de bedoeling bij het opmaken en niet wat kvmnen we er uit maken. Hoe hebben B. en W. zich de scha» de gedacht. Toch alleen schade voortvloeien* de uit wijziging van de wet. Wethouder Hofland herinnert aan <k woorden van Mr. Stadig, dat in Nov. '19 for meel allea uit was, er was geen verbinding meer tusschen B, en W, en het schoolbestuur. Bn hij heeft er bijgevoegd, dat B. en W. later weer verbinding hebben gezocht. Is dat zoo? Ik geloof het niet, andere zou de heer Stadig stellig gelijk hebben. Tc—t-erkend. Bloedrermmd. Wekt den eetlnat op. Alom verkrijgbaar A t 8.50 per II TEL. 538-543. Vraagt l>U ons prijsopgaaf voor Uwe Meubelen* 10 Prima ,l*erkl,t. FABRIEK Billijke prljees Om dat te kunnen eontoonen gaat spreker de voorgeschiedenis der zaak na. Steeds is er de nadruk op gelegd, dat het schoolbestuur garant zou blijven voor de eventueele schade. Er is inderdaad schade en die moet door het schoolbestuur worden vergoed. Dat is geen chicaneeren maar een eenvoudig uitvloeisel van het genomen besluit. Het schoolbestuur had bij vervroegden bouw gioot voordeel cn uit een loyale opvatting van de overeenkomst vloeit voort, dnt bet bestuur de geleden schade vergoedt. De schade die we geleden hebben, is dat we \y9 jaar voor dat we daartoe ver plicht waren 127000 hebben beschikbaar gesteld. Wethouder Jorissen: De vraag, die al leen naar voren komt is deze Wanneer er schade komt, is dan het Chr. Nat. Schoolbc- stuur verplicht deze te vergoeden Daarvoor moeten we de voorgeschiedenis wat vroeger nemen toen da aanvrage ven het schoolbe- stuur bij de gemeente inkwam. Het komt aan op dezen zinindien uit het vooraf bouwen nadeelen mochten omstaan, zuilen wij die be talen. Het bestuur heeft steeds die meening volgehouden. Later schrijft het bestuur, dat het door de aanneming der wet 1920 van alle geldelijke verplichtingen is ontheven. Alleen is gedacht aan nadeelen voortvloeiende uit toe passing van de wettelijke bepalingen. Hoe ik de zaak ook lees, het bestuur staat vrij want de wettelijke bepalingen hebben geen nadeel teweeg gebracht. De Voorzitter neemt als uitgangspunt het rapport der meerderheid, waarin staat, dat door het college van B. en W. steeds in over leg met het schoolbestuur is onderhandeld en verder dat de brief van 26 Nov. '20 niet in overeenstemming' is met het raadsbesluit. Dat is grief. Maar de meerderheid neemt aan, dat deze brief geen wijziging heeft gebracht in de voorwaarden. Ik zou zeggen accoord van Putsen. Daarmee vervalt de grief. Dan komt de grief, dat het voorstel na 24 Jan '20 eerst pas in Nov. in den Raad is ge komen. We hebben in dien tusschentijd on derhandeld, met Ged. Stalen, ook is nog een brief ingekomen van den ministers en ten ein de raad ^zeiden we, trek het voorstel in. We hadden wel eerder kunnen komen, maar had den daji niets kunnen meedeelen. De meerderheid is nu gekomen met een be rekening van het verschiL Maar dit had niet moeten wordep gedean in vage termen. Wij hadden nog een restant van de leening tegen 4.5 pet en dat hebben we voor den bouw ge bruikt. Men mag toch verwachten dat de over eenkomst zoo loyaal mogelijk werd uitge voerd. Ben onpartijdige commissie die de zaak onder de oogen ziet zal tot de conclusie ko men dat er geen nadeel is geleden. Daartegenover mag wel gevraagd worden of er voordeelen tegenover staan We hebben ge had 8 zevende klassen in het Valkje en in het St. Pieters en Bloklandsgasthuis. Wij hebben toen, daar de wet 1920 in 't zicht was over leg gepleegd met het bijzonder onderwijs. Dit maakt men ons tot grief. Maar Spr. gelooft dat het juist goed gezien is geweest. Was er

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 2