bij 1.1. SCHOTERMAN Zn.. Btr.str. 17 Tel. 145 ERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" ST. E M I LION Eigengemaakte Kinderkleeding. 00Ü3-, ZILVER-, en UURWERKEN. WILLEM GROENHUIZEN. origineele zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 Per flesch f 1.60, per anker f 65.- DE FIRMA FONTEIN t SCHIPPERS, LANGESTRAAT 24 behangerij stoffeerderij BEDOENMARERIJ VERHUIZINGEN - DLEERIH6. Tel. 49G bizonderheden: BAD SALlRATtN RUDEL A. v. d. WEG LANGESTRAAT 23. DERDE BLAD. BUITENLAND. BINNFM! AND. Magaz. „De Dom". Maison de Coiffure FEUILLETON. Carmen's Nederlaag. G. VAN DUIN Medailles, Kruizen, Kransen. Takken en Bekers. LAKBALSCHOENEN SNEEUWSCHOENEN JACHTSCHOENEN VOETBALSCHOENEN joh- van dijk Jpprrprig •."4 Zaterda- 14 April 22 Ai minster Karpetion. Kwaliteiten als .óAr den oorlog 138.—, I «7.SO 1 81.50. Tap. Beige Karpetten I 30,- I 39.10, t 33.— f 31-50, f 39.30 Talelkleeden, Praeht Mohair k««Hulton. Grootste mnat I 30.30 SireepMlollon. 130 cM. breed per meier 1 3.35 en I 1.50. IEI. K\ PIJNLIJKE EN VERMOEIDE VOETEN. Politiek Overzicht De Berlijnsche correspondent van het Journal beweert wij repten er al met een enkel woord van dat hij van „zeer hoogstaande Berlijnsche autoriteiten" bepaalde inlichtingen heeft gekre gen, voor welker „volkomen authenticiteit" hij instaat, maar voorzichtigheidshalve voegt hij er tevens aan toe, dat sommige van zijn mededee- lingen wel van Duitsche zijde zouden worden te. gengesproken. Deze inlichtingen hebben betrekking op een nieuw schadeloosstellingsplan. De correspondent zegt te hebben vernomen, dat dr. Hermes, de rijksminister van financiën, naar, het schijnt in samenwerking met staatssecretaris Bergmann, een nieuw schadevergoedingsplan heeft uitge werkt. Dit moet einde der vorige week in een onderhoud met president Ebert aan dezen zijn voorgelegd ter goedkeuring. Volgens den correspondent bevat het plan voorstellen voor een regeling, die van buitenge woon „preciesen" aard is, zoowel met betrekking tot de betalingen in baar als in natura en het herstel der verwoeste streken. In het plan zou Frankrijk een definitief schadeloosstellingsbe drag van 26 milliard goudmark worden aange boden, terwijl ook de bedragen, die aan België en Italië zijn verschuldigd, derwijze zouden zijn vastgesteld, dat de rechtvaardige aanspraken van deze landen worden bevredigd. De mobili- seering van deze schuld, waarvan de eerste an nuïteit in zeer korten tijd zou kunnen worden betaald, zou overeenkomstig het oorspronkelijke plan van Bergmann door binnen- en buiten- landsche leeningen worden opgebracht. De cor respondent beweert verder, hoewel hij op dit stuk van zok°n geen werkelijk nauwkeurige in lichtingen heeft kunnen krijgen, dat Duitsch- land, ter compensatie, de ontruiming van het Roergebied bij de betaling van de eerste annuï teit zou eischen. Echter schijnt Duitschland ook verder volkomen afwijzend te staan tegenover de volkomen demilitarisatie van het Rijnland, zoo als men zich deze te Parijs denkt. „Ik kan niet precies zeggen", aldus wordt ver der in het bewuste telegram van het Journal gezegd, „of Hermes' plan reeds geheel door het kabinet is goedgekeurd, maar het is^ zeker, dat in tol van Duitsche kringen door de economi sche en financieele moeilijkheden een ernstige keer is ingetreden. Minister Hermes heeft krach tig bij den minister van economische aangele genheden, Becker, geïntervenieerd om hem dui delijk te maken, dat de groote sommen, die elke week aan de industrieelen en arbeiders van het Roergebied worden uitbetaald, een gat slaan in het budget van het rijk, dat onmogelijk meer kan worden dicht gemaakt. Hermes moet zelfs heb ben geweigerd met deze betalingen door te gaan, althans in de mate, waarop ze tot dusver plaats hebben. Tegelijkertijd hebben tal van industriee len een/ dringenden stap bij Becker gedaan en hem de noodlottige gevolgen geschetst, die do bestendiging van den tegenwoordigen toestand tenslotte voor de industrie zouden kunnen heb ben. Onder deze omstandigheden heeft de minis ter van economische aangelegenheden van zijn tot dusver onbuigzame houding afgezien." Deze toenadering tusschen de beide ministers beteekent volgens het bewust Journol-telegram nog niet, dat in den boezem van het kabinet een volkomen overeenstemming heerscht Zoo zou Rosenberg, de minister van buitenlandsche za ken, afwijzend staan tegenover het plan van Her mes. Ook hij zou ervoor zijn de onderhandelin gen te openen, maar hij. zou het niel opportuun achten Duitsche voorstellen mee te deelen, vooi- dat een internationale commissie van deskundi gen zich had bezig gehouden met het betaal- vermogen van Duitschland. Tenslotte gewaagt de correspondent van geruchten omtrent de mogelijkheid van een aftreden van het kabinet- Cuno en deelt mede, dat dc particuliere secre taris von Mussolini, groof d'Armi, de geheele vorige week te Parijs heeft vertoefd, waar hij talrijke conferenties met politieke en industrieele persoonlijkheden heeft gehad. Ziedaar weer een van de Franschc berichten over een Duitsch reparaticplan. Dc juistheid er van kan natuurlijk niet dadelijk" worden aanvaard en de Duitsche bladen de Voss. Ztg. b.v. vin den, dat in de mededeelingen van den Joumal-cor respondent zeer veel verdichtsel en zeer weinig waarheid schuilt. Inderdaad is dr. Hermes ver leden Zaterdag bij den rijkspresident geweest en heeft met hem over 'de Roerkwestie en het vraagstuk der schadeloosstelling gesproken. Ook de rijkskanselier en andere kabinetsleden heb ben met den rijkspresident gesproken, maar wat de Berlijnsche correspondent van het Journal over den inhoud van een reparatie-plan van 't riiksministerie van financiën, over de goedkeu ring door den rijkspresident en de mogelijkheid van een kanseliers-crisis vertelt, wordt door de Berlijnsche bladen als fantasie beschouwd, die niet eens een démenti vannoode heeft. Dat dé menti is echter reeds gegeven; blijkens een tele gram in ons middagblad worden de feiten, ver meld door 4en Journal-correspondent, onjuist en tendentieus genoemd. Het valt moeilijk zich in dezen strijd te mengen. Als het straks wat toch weer eens zal moeten gebeuren weer tot onderhandelingen komt, zullen wij kunnen na gaan, of de man van het Journal de plank al dan niet heeft misgeslagen. Ondertusschen blijven de geruchten en be schouwingen over eventueele onderhandelhur-m aanhouden. Donderdag zijn de aangekondigde besprekingen tusschen den rijkskanselier en de fractieleiders begonnen. De berichten ovéi de resultaten daarvan luiden gunstig; er zou tus schen de regecring en de fractieleiders olge- heele overeenstemming bestaan. Of deze berich ten voorbarig zijn De rijkskanselier toch zou gisteren spreken met de vertegenwoordigers van de partijen der z.g. arbeidsgemeenschap, de vol gende dagen met die der sociaal-democraten en Duitsch-hationalcn. Juist, wat deze laatste par tijen, omdat zij de „lastigste" zijn, betreft, is het van belang af te wachten, hoe zij staan tegen over de plannen van de regeering. Cuno heeft meermalen gezegd, dot van onderhandelen geen sprake kan zijn, zoolang de Franschen het nieuw-bezette gebied niet hebben ontruimd. In soc.-dem. kringen wordt hierover anders gedacht en dit blijkt vooral uit een artikel in de Vorwarts, die het de plicht der rijksregeering acht met be trekking tot de Roer- en schadeloosstellings kwestie het diplomatieke initiatief te nemen. Het soc.-dem. partijorgaan stelt vast, dat het pas. sieve verzet het hoogtepunt van zijn kracht heeft bereikt. Frankrijk heeft zich uit het isolement, waarin het is geraakt met zijn vazallen, nog niet bevrijd. Zoowel met het oog op de binnenland- sche toestanden als de diplomatieke constellatie bestaat voor Duitschland de mogelijkheid om te onderhandelen, zonder te capituleeren. Deze be trekkelijk gunstige toestand kan misschien niet lang meer duren en hij kan misschien zdlfs nog beter worden, wanneer Frankrijk weigert een rechtvaardige regeüng der kwestie van het her stel en der bezetting toe te laten en wanneer het daardoor, ten aanschouwe van de geheele we reld, in het ongelijk wordt gestald. Maar wanneer de Duitsche regeering nalaat Poincaré op deze wijze op de proef te stellen, wanneer zij zich in den Roerstrijd op het volk en het toeval verlaat, zonder zelf iets beslissends te doen, dan kan de noodzakelijkheid om tot onderhandelingen over te gaan op een tijdstip, dat veel ongunstiger is dan het tegenwoordige, zich voordoen. Gedul dig, meent de Vorwarts, moet worden afge wacht, wat Poincaré in Duinkerken zal zeggen. Daar het nationalisme in Frankrijk zeer veel invloed heeft, doet Poincaré het groote rheto- rische concessies. Maar, gaat de Vorwarts door, welke woorden Poincaré te Duinkerken ook mo ge spreken, die hij met het oog op de binncn- landsche politieke toestanden in Frankrijk meent te moeten spreken, zij kunnen niets veran deren aan den plicht der Duitsche regeering, het diplomatieke initiatief voor een oplossing te nemen, dat bij den goeden wil der tegenpartij der wereld den vurig verlangder vrede kan brengen. De vraag van het oogenbÜk is, of de Duitsche regeering den moed zal vinden onder de gegeven relatief gunstige omstandigheden aan te dringen op het openen van onderhande lingen en of het haar zal lukken de onderhan delingen zoo te voeren, dat de vitale belangen van het Duitsche volk beschermd blijven en zijn bevrijding van den militairen druk wordt verze kerd. Zonder meer geeft het soc.-dem. partij orgaan toe, dot het, van menschelijk standpunt beschouwd, begrijpelijk is, wonneer deze of ge ne ervooi terugschrikt. Maar wie het oogen- hük benut is de juiste man, ook de juiste staats man. Een Duitsche regeering, die over dc op lossing deT tegenwoordige conflicten onderhan delt, moet, zoowel wat concessies als weigerin gen betreft, de overweldigende meerderheid van het volk non haar zijde kunnen brengen. Maar daartoe behoort een groote oprechtheid, vindt de Vorwarts, die opmerkt, dat men het aan de nationale demagogen moet overlaten zoo te doen, alsof .Duitschland zou kunnen overwin nen, zoools het zou willen en alsof zware offers t* vermijden zouden zijn, wanneer maar met de noodige kordaatheid werd opgetreden. Deze demogogen zouden evenzeer geïsoleerd kunnen worden als b.v. de elementen, die zouden kun nen aandringen op een capitulatie Uit de Per». BLOKKADE VAN DEN ZOMERTIJD? De N. R. Ct. schrijft: Het begint nu met den Zomertijd een eenigszins zonderlingen* weg te gaan. Tus schen 31 Maart en 1 October' bepeolt art 1 der wet op den Zomertijd wordt de in artikel I der wet van 23 Juli 1908 (St. bl. no. 236) bedoelde wettelijke tijd met een uur vervroegd. En in het ♦weede lid van datzelfde artikel wordt voorge schreven, dat „telken jore tijdig" de dag bepaald wordt, waarop die vervroeging aanvangt, en die, waarop zij eindigt Het bij de Eerste Kamer aanhangig ont- werp-Braot tot intrekking van de wet op den zomertijd heeft nu een spaak in het wiel gestoken. De minister van binnenlan-lsche zaken, aan wien door den heer de Vos van Steen- wijk gevraagd was, of hij van zins was, de wet uit te voeren zonder *'e b^iissmg over het ontwerp-Braat af te wachten, antwoord de o. m., dat het, „nu een initiatiefvoor stel tot afschaffing van den zomertijd ter tafel log van do Eerste Kamer, voor de regeering wel moeilijk wos, eenc beslissing tc nemen". Sedert is het voorloopig verslag der Eerste Komcr over het ontwerp-Broot ver schenen, dat voor dit ontwerp rttot veel goeds belooft. Naar het schijnt, zal de Eerste Kamer voor aanneming van het ont werp niet te vinden zijn. Indien nu de regeering volhardt bij haar opvatting, dat het voor haar onder de om standigheden moeilijk is, eene^bestnande wet uit te voeren, kan eene zonderlingo po sitie geboren worden. Dc heer Brnat immers heeft don niet de minste reden, zich met de beantwoording van het Voorloopig Verslag te haasten. Hij heeft, door zijn antwoord wot uit te stellen, het als het ware in de hand, de uitvoering van de wet op den Zomertijd to beletten. Inmiddels voeren Engeland en België, oIr wij ons den datum wel herinneren, op 22 April den Zomertijd- in- Er moet, dunkt ons, voor de rogcering alle aanleiding zijn, op haar antwoord non den heer De Vos van Steenwijk ïerug tc ko men. Zij zelve heeft tegen handhaving van den Zomertijd geen bezwoer. In het voor loopig verslag van de Eerste Kamer wordt betreurd, „dat de regeering zich geheel buiten dc aangelegenheid had gehouden en zelve geen voorstel, in welken zin dan ook, had gedaan" doch deze opmerking liikt ons geheel onjuist. De regeering, die zich van een voorstel „in welken zirt dan ook," onthouden heeft, gof daarmede le kennen, tegen de bestaande wet geen bezwaar hoe genaamd te hebben, althans geen bezwaar van zooveel gewicht, dot het gewenscht ge acht moest worden, de wetgevende machine op gang te brengen. Waarom zou zij dart met een voorstel „in welken zin dan ook" voor den dog moeten gekomen zijn? Waar de zaak zoo staat, te het voor dc regeering, dunkt ons, onmogelijk, de in voering van den zomertijd dit jaar maar op hoor beloop te loten tot tijd en wijle het den heer Broot zal gelieven, vnn ant woord te dienen. De wet op den zomertijd is er; zij geldt nog; cn zij eischt t ij d i g e vaststelling van den dag waarop de Zo mertijd intreedt. Die dag kan van het jaar wel hoost geen andere zijn don die, waarop zoowel Enge land als België tot den Zomertijd overgaan, en dus de verandering ook hier te lande met de minste stoornis voor het verkeer kan plaats grijpen. Wordt die nu vastgesteld, don resten den heer Braot en de Eerste Ka mer dagen genoeg, om over het ontwerp van den heer Braut tot eene beslissing tc komen. Hoe die beslissing zal uitvallen, kan uit het voorloopig verslag der Kamer wel ten naastenbij worden afgeleid. Mocht zij anders zijn, don kon worden vermoed, mocht het ontwerp onverhoopl toch worden aangenomen, en dan ook de regeering nog overstag gaan, en het be krachtigen hetgeen ook al weinig waar schijnlijk moet worden geacht dan zou er nog niets verloren zijn, omdat dun het besluit tot invoering van den Zomertijd daarmee vanzelf kwam te vervallen. Wat in ieder geval niet duldbaar moet worden geacht, is dat de wet op de wijze, als nu plaats grijpt, nog langer geblok keerd blijft. Berichte*. GEORGANISEERD OVERLEG LANDMACHT. In een gemeenschappelijke vergadering der beide commission vooi georganiseerd overleg bij de Landmacht (officieren en onderofficie- j ren) gehouden in tegenwoordigheid van den minister van Oorlog op Woensdag 28 Maart 1923 heeft Zijne Excellentie de positie der re- geeringsvertcgenwoordigers in deze commis sion nadei toegelicht en medegedeeld, dot zij daarin niet kunnen worden gemist. Zij zijn be voegd op het Departement de noodige inlich tingen te vragen en kunnen desgewenscht met den minister in bespreking treden, evenals, daartoe door de commissie iritgcnoodigd, de voorzitter. Voorts verklaarde de minister zich bereid, telkens, op aanvraag der commission, voor mondelinge toelichting van ten ndvieze Varkensmarkt - Amersfoort. Speciale afdecllnc WIJERSSTRAAT 14Tel. 205 Speciale l»elinn<tellnc tegen alt vallen cn albreken van liet haar» llaarzalt - Haarzeep voorkomt de roos en liet vet worden van bet haar. gj van bet haar. j| voorgelegde onderwerpen, een der departe mentsambtenaren beschikbaor te willen stellen. De minister heeft tevens toegelicht, dat ge heimhouding van al het in do commissiën ba- handeldo noodzakelijk is, uitgezonderd de aan de pers verstrekte mededeelingen. Wol heeft Zijne Excellentie goedgekeurd, dot de vertegen woordigers der verccnigingcn ook buiten hun ne hoofdbesturen in beperkten kring, oudero leden der vcreenigingen, op wier oordcel zij prijs stellen, ovei de in behandeling zijnde on derwerpen, raadplegen) mits onder geheimhou ding. Het toelaten tot de vergadering* van deskun digen lot het verstrekken van inlichtingen op verzoek van vercenigingsleden behoeft vol gens-de vastgestelde ïegeling de goedkeu ring der commissie. In deze vergadering werd nog besloten het reglement van orde, dat voor de vergaderin gen dei afzonderlijke commissies geldt, voor loopig ook van kracht te verklaren voor ge meenschappelijke bijeenkomsten. Vooi lezing is gedaan van ingekomen brie ven van den ministei nopens geheimhouding en toekenning van vacanticgcld aan den voorzits ter, de regeeringslcdcn en hunne plaatsvervan gers. e e A. Officieren. De Xlde vergadering der commissie voor ge- orgoniseerd overleg Landmacht (A. Officieren) in aansluiting aan do gemeenschappelijke ver gadering met de commissie B (onderofficieren) gehouden op 28 Maart j.l. heeft slechts ten doel gehad de notulen van een tweetal voor gaande vergaderingen goed te keuren en ken nis te geven van enkele ingekomen stukken. 0 0 B. Onderofficieren. In de Xldc vergadering der commissie voor georganiseerd overleg Landmacht (B. onderof ficieren) op 28 Maart j.l. gehouden, zijn de notulen van de IXde en Xdc vergadering na kleine wijziging goedgekeurd Doarna werd een voorstel inzake nadere wij ziging van de Rangschik kings ïegeling tot ann- wijziging van voo» dienstverlating bestemd personeel der landmacht in beschouwing geno men, welk voorstel evenwel bij stemming geen meerderheid kon verkrijgen. Op 4 cn 3 April zijn mede gemeenschappe lijke vergaderingen gehouden van beide com missiën voor georganiseerd overleg bij de landmacht. In de eerste werden behandeld voor-ontwer pen van wet tot wijziging van de militaire pen sioenwet 1922 en van de militaire weduwen- en weezenwet In de vergadering van 5 April d.e.v. werd het desbetreffende advies goedgekeurd en werd te vens beraadslaagd over het uit te brengen ad vies nopens een voor-ontwerp van een pen sioenwet voor reservopersoneel. A. Officieren. De Xllde vergadering der commissie voor georganiseerd overleg Landmacht (A. officie- icn) op 5 April 1923 gehouden, diende tot het Spot niet met het ongeluk, wont uw geluk is ook niet bestendig. Lafontaine. - LANGESTRAAT 43 - Grootst gesorteerde magazijn door C. N. en A. M. WILLIAMSON. Uit het Engelsch door W. J. A. ROLDANUS Jr. 23 Zij antwoordde als een echte vrouw. „Dat is heel wat anders." En vaag besefte Nick, dat het meer dan nutteloos zijn zou le vragen waarom. „U hebt die tasch gekocht," zeide zij. „Waarom zou ik erom liegen?" kreunde Nick. „Vroeger dacht ik, dat hel maar een aardigheid was over den kleinen George Was hington, maar nu zie ik in, dat het moeilijker zijn kon tegenover sommige menschen te lie gen dan de waarheid te spreken. Ik kan tpgen u niet liegen," bekende de gevangene in het be- schuldigdenbnnkje. „Ik heb de tasch gekocht, maar wanneer de uwe gevonden wordt, zullen ze me die nazenden. Dan kunnen we ruilen." „Zij zal nooit gevonden worden. O, hoe hebt u het kunnen deen en de vijfhonderd dol lar uw geld 1 Hoe idioot van mij en wat zult u gelachen hebben, toen ik u de vierhon derd dollar, die ik u schuldig was, terugbetaal de uit uw eigen portemonnaie." „Ik heb nooit minder lust in lachen gehad dan teen. Tenzij dan nu misschien." „U kunt u niet zoo ellendig voelen, als u het mij gemaakt hebt. Ik ben u nog de vierhonderd dollar schuldig en boven-Men nog honderd. Dot maakt vijfhonderd. En het ergste is, dat ik niet kon terugbetalen vóór. Los Angeles. Maar hier is de tasch." „Haat u mij zóó, dat u u verplicht acht mij die terug te geven „Ik ben boozer dan ik zeggen kon. Dat gaat alle pciken te buiten Neem als het u belieft da delijk uw tasch." „Ik behoef u toch zeker niet te zeggen, dat ik die niet kon houden Zij stok hem de tasch toe en toen hij haar niet wilde aannemen, stopte zij het zachte goud in zijn hand. Hij liet het ding vallen juist toen het viel, kwam Kate, die aarzelend bleef staan, terug. Zij vermoedde, dot Mr. Hilliard nu wel weg zou zijn, en kwam een boek, dat Angela haar beloofd had, halen. „Kale er heeft hier een vergissing plaats ge had," zeide Angela. „Die tasch is per slot van rekening toch niet van mij, al lijken ze veel op elkaar. Raap haar even op en geef haar aan Mr. Hilliard." Deze taktiek ging Nick te ver. Hij wilde niet, dat een vrouw, ook al was het een kamenier, in zijn tegenwoordigheid iets opraapte. Hij bukte en gaf, bleek en verlegen, de tasch aan Kate. „Het schijnt, dal ik het ding moet hebben," sta melde hij. „Mr.r.r i!c wil het niet hebben. Wil jij hef hebben Zoo niet, dan gooi ik het ding het raampje uit." „O, madame, wat moet ik doen riep Kate uit. „Het is een heel vermogen. Dc moei ik hem de tasch uit Het raampje laten gooien Wat zouden al die steenen cn dat goud een verschil voor mij cn Tim maken I Als ik de lasch niel neem, vindt misschien de een of an dere gemeene landloopor haar cn vei koopt haar, om het geld te verdrinken." „Doe maar wat je wilt. Ik heb er niets meer mee te maken." zeide Angela. «- „Is het zeker, dat u de lasch weggooit, sir, als ik neen zeg vroeg het lersche meisje. „Zoo zeker als tweemaal twee vier is." „Dan "moet ik haar nemen I Ik kan haar niet aan een lendlooper overlaten. Tim en ik kunnen ef een huis voor koopen. U moet een million- I0W2LIER 0PTICÏ8N. litreclil-schestraat 2» Levering voor elke lak van SPORT en I E.\ I OO\S 1 ELLIXG van noir zijn, sir, dat u het geld zoo moor uit het raam kan gooien." „Ik heb meer dan ik weet wat ik ermee doen moet," zeide Nick somber. „Ik dank u, dot u het <ürig genomen hebt. Het is heel vriendelijk van u. En het is een troost voor mij te weten, dat iemand nut van het'ding heeft." Hij keek near Angela, maai zij wilde hem niet zien. En zonder verder een woord te zeggen, ging hij weg. „Ik heb, geloof ijc, leclijk de bons gekregen," dacht hij spijtig, terwijl hij naar zijn eigen wa gon terugging. Bijna wos hij van plan den trein in Texas te verlaten om met een onderen verder te reizen of om terug te gaan naar New- york en te trachten daar «tiles te doen om de hardvochtige engel te vergeten. Maar hij ver liet den trein niet. „Ik laat me liever hangen don dat ik hel opgeef," was zijn laatste gedochte. „Het zol niet makkelijk gaan, maai ik zal zor gen, dat zij me voor het einde der reis vergif fenis schenkt." „U benl toch niet boos op mij, dat ik hem die mooie lasch niet uit het raampje heb laten weggooien vroeg Kote vleiend. „Ik zag, dot hij hot doen zou. Er was vuur in zijn oogen." „Ja, hij zou het zeker gedaan hebben," zeide Angela. „Ik ben met boos op je, hoewel ik hoopte, dat je neen zoudt zeggen, had het rechl niet je dat te bevelen, waar het jou zoo veel geld zou schelen een honderd pond minstens, die weg geweest zouden zijn, als je geweigerd hadt." „Honderd pond," stamelde het meisje. „Ik wist niet, dot de tasch zooveel waard was. Zal ik haar aan den heer teruggeven „Het is nu te Iaat. Dot zou maar een scène geven. Hij zou haar toch niet terugnemen." Kate keek verlicht „Dan zal ik haai in de eerste de beste groote stad, waar wij stil hou den, probeeren te verkoopen, madame," zeide zij met een gelukkigen zucht. „U mocht wel zeggen, dat- een zwarte kat geluk aanbrengt." Angela sliep dien nacht niet en evenmin lag zij rustig wakker. Telkens els zij haar oogen sloot, meende zij Nick Milliard's smeekenden blik te zien. Den volgenden dag zette zij hem en alles wot met hem verband hield, boos uit haar gedachten, cn verdiepte zich gehee! in hel landschap, waardoor zij reisden. Hij moest dien dag zijn maaltijden heel vroeg of heel laat of in het geheel niet gebruikt hebben, want zij zag hem geen enkele maal in den restourntiewagon. Den volgenden dag echter ging hij juist weg, toen zij binnenkwam om te lunchen. Zij maakte een koele buiging voor hem, maar haar hort klopte, alsof er iots opwindends gebeurd was. Dien avond vergat zij haar horloge teivg to zetten en ging dus vroegci dineeren don ge woonlijk- Vlalc voor haar uit liep Mr. Hilliard, die ook wilde gaan dineeren. Zij had het land aan de groote tafels voor vier personenen wanneer hij dot kon doen, bewaarde de kellner een plaatsje voor Mrs. May aan een klein ta feltje voor twee personen. Dikwijls had zij een tafeltje vooi zich alleen, maar dien avond wilde Mr. Millard, toen zij ging zitten, plaats nemen op den anderen stoel. Als hij niet zoo gezet ge weest was, zou hij zijn kunnen gaan zitten voor zij tijd had gehad om te proicsleercnmaar daar hij nogol corpulent was, had zij tijd om na te denken. „Die stoel is besproken," zeide zij met ver heffing van stem, zoodat Mr. Nickson Hilliard het kon hooren. Hij keerde zich om en zog in haar oogen. „Ik heb dien stoel voor u vrijgehou den," zeide zij kalm daar het verstandig is van twee kwaden het minst erge te kiezen. „Dank u," zeide Nick zoo kalm alsof het al lang afgesproken was. (Wordt vervolgd). HET BESTE bij Sglioenwerk eo Sporlartikeleo Langestraat 116 - Tel. 70

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 9