EMILIOM
2te«rssr AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
bij I. SCH8TERMAN Zn., Utr.str. I? Tel. 145
Phytcphlline
Eisen gemaakte Kiaderkieeding.
- feuilleton.
TEHÜISPftNTALSHS
Per flesch f 1.60, per anker f 65.-
A. v. d. WEG
LANGESTRAAT 23.
DE FIRMA FONTEIN SCHIPPERS,
LANGESTRAAT 24
BEHANGERIJ STOFFEERDERIJ
BEODEHMAKERIJ - VERHUIZINGEN MEUBILEERING. Iel. 496
TWEEDE BLAD.
Ons mooie Amersfoort.
Maison do Coiffure
4
ïVlagaz. „De Dom"
WILLEM GROENHUIZEN Langestr. 43
Carmen's Nederlaag.
G. VAN DUIN.
Medailles, Kruizen, Kransen. Takken en Bekers
EatGenen en Flanellen.
ORIGINEELE
zeer aan te bevelen
jBordeaux, gewas 1917
tegen BLADLUIS, SCHILD-
LUIS, RUPSEN, ENZ. - -
Voor Amersfoort btf
BIZONDERHEDEN:
Axminsfer Karptllen. Kwaliteiten als róór den oorlos 1 58.—, f «7.50
t 84.50. Tap. Helse Karpetten t 30,- t 20.10, 1 .12t 31-50, 1 3».20
Tatelkleedcn, Pracbt Mohair kwaliteiten. Grootste maat t 86.50
Streepstotten. 120 cM. breed per meter t 2.25 en I 1.50.
i.
Die hadt ge verleden keer op irw terug
tocht uit Baar-n ook kunnen zieny want twee
staan er op Soestdijk en de derde in Birk-
hoven.
Laten' we met dien derden 'beginnen. Die
heeft tenminste het voordeel, dat 'hij zoo
wel voor wandelaars als fietsers is te be
reiken.
Het is een beuk, maar natuurlijk geen ge
wone. Een heel erg ongewone, maar d'ie
door honderden, neen, door duizenden men-
schen geregeld wordt voorbijgeloopen, om
dat ze er geen erg In hebben, er beelemaal
geen' bijzonders aan vinden. Dit komt, omdat
re niet nauwkeurig genoeg kijken-.
We weten' allemaal1 wel dat een Gewone
Beuk, F-agus sylvatioa is zijn Zondagsohe
Tva'arrty zich van zoowat alle andere boom
soorten onderscheidt door zijn schors. 'Die
is niet, zooals bij de meeste boom en, ge
groefd, ruw dusy maar glad. 'Ben kind kan
sn dw» winter een 'beuk kennen.
De beuk echter, dien ik u wensch te wij
zen, is er één met een ruwe schors, heefe-
maal geen beukenstam type vertoonend, en
dus niet als -beuk aangekeken, d'ooh wel ge
tooid met beukenbladeren- Zoo'n boom is
leen zeldzaamheidje, dat er wezen mag en
daarom' is het zoeken naar onzen boom best
een half uurtje waard. Ik zal hem niet al te
precies aanwijzen, maar als ge tusschen het
hotel Birkhoven en 'het hek van h'et sport
terrein alle boomen met ruwe stammen ook
op het loof gaat onderzoeken, dan zal het
niet zoo lang duren of ge hebt onze merk
waardigheid ontdekt.
Op enkele plaatsen in ons 'land' zijn ze
geannonceerd, zoo bijv dn h'et H-aagsohe
Bosch en op den W'ageningschen Be-rg. Bijna
door heel Europa komen ze voor, misschien
niet in Rusland en Scandinavië, zooals de
heer Hesselink in Jaargang XXVII, efl. 11,
van „De Levende Natuur" vertelt, waar ook
een foto staat met tal van litteratuur-opga
ven.
Nummer twee is een eik, maar niet
eoo'n erg gewone Zomer- of Wintereik.
(Kent ge 't verschil tusschen' die twee?) <De
eik, dien we nu op 't oo-g hebben-, is een
Turks che eik, ook wel Mos eik genoemd,
Querous Cerrt?
Die staat misschien ook wel m of om
Amersfoort; we zoeken1 er echter al jaren'
naar en konden hem niet vinden. Wie er een
weet, mag het zeggen.
De boom, dien wij bedoelen, staat op
Soestdijk. Als we van hier er heen fietsen
konten we door Soest en even voorbij de
kerk langs het hotel „de Gouden Ploeg".
Even verder maar nu aan de overzijde van
den weg, rechts dus, is een weiland, waarin
middenin een gebouwtje staat, dat voor
schuilplaats van het vee dient. Aan het
eindi van die weide loopt een weggetje en
langs dat weggetje staan in het land boo
men. Een' daarvan is een eik, die bij nadere
beschouwing heel ongewone eikebladeren'
heeft. In den herfst kunt ge eikels er onder
oprapen, waarbij ge zult zien, dat de napjes
heel anders zijn den van gewone eiken'. Ze
dragen stekelige of tenminste draadvormige
aanhangsels.
Let ge nu op de boomen langs den straat
weg, niet de iepen-, die er staan, maar (Je- ge
wone eiken, dan zult ge zien dat die vol
zitten met kogelvormige vergroeiingen. Dat
zijn gallen, net als de bekende galappeltjes,
die ge wel eens op den Berg in het eiken
hakhout aan de bladeren hebt gevonden-
Maar deze zijn veel harder, het zijn net hou
ten knikkers, galnoten nu genoemd. Ge kunt
ze ook op den Berg vinden, het best in den
winter. Ze zijn- zeer elastisch en kinderen
vinden1 het leuke stuiters op 'harde vloeren.
Ge weet natuurlijk wel, dat die galletjes,
waarvan honderden soorten bestaan im ons
land, hun ontstaan te danken hebben aan
een insect, hier een wespje, dat haar eitjes
m de eikeniknop deponeert. Er ontstaat nu
een weefsel, dat van het gewone zeer ver
schilt en het aanzijn geeft aan dat eigenaar
dige kogelvormige ding, 'dat we een gal noe
men (en dat in dit geval Cynips Kollari heet)
en waarbinnen een wit, krom, pootloos larfje
zit, een ma'd'e, die zich uit het wespeneitje
heeft ontwikkeld, ten slotte verpopt en vealc
na enkele maanden, in dit geval echter pas
na een paar jaar, is de kring gesloten en
weer een gal wesp geboren.
Maar deze wesp nu heeft een anderen
boom noodtg, een andere boomsoort om
zich voort te planten. Dat doet die op een
Turkschen eik, zoo een als daar rn Soest
staat. In de bloesems van dien eik legt dit
dier een eitje, 'd'at aan een galletje bet aan
zijn geeft waarbinnen een larfje, det tot pop
en wesp vergroeit en het is pas deze wesp,
die weer op gewone eiken de knikkers ver
wekt.
Begrijpt ge nu, waarom de eiken vlok in
d-e nabijheid van dien Turkschen zoo vol
met knikkers zitten? Merkwaardig nietwaar,
dot zoo'n dier twee boomsoorten noodig
heeft voor zijn levenscyclus. Zoo iets, maar
toch weer anders, als de lintworm, die een
m-ensch en een varken behoeft.
En nu tot slot onze derde boom. Dat is de
nogal zeldzame Haagbeuk. Heelemeal geen
beuk, die Betulus heet, terwijl deze tot het
gezelschap Carpinus behoort. Oogensch'.in-
lijk hebben de -bladeren veel ven Iepenbla
deren. Echter is er een mooi onderschei
dingsmiddel: de voet der Iepenblade en is
zeer ongelijk, net als bij Linden, terwijl bij
den Haagbeuk de beide helften gelijk zijn.
We zien dezen boom zelden bloeien en de
meeste mensdhen- kennen de vruchten niet,
want de Haagbeuk bestaat zelden als boom;
meestal dient hij tot vorming van haigen.
Vandaar de naam.
Maar wie nu eens een fenmen Haagbeuk
wil zien moet eens opletteny als hij van-
het paleis Soestdijk hierheen- fietst. Even: aan
dezen kant van hotel Trier en aan den an
deren kant van villa- Nieuwenhoek, (tegen
over het rots- en waterwerk), u weet wel,
waar die prachtige groep Coniferen staat, is
Oost van den weg een weiland*. Op dat wei
land, vlak aan de tramrails, staat onze 'boom.
En wie er dichterbij een- wil- zien, niet zoo
mooi en misschien ook niet -bloeiend, m-aar
toah el een heele knaap, moet in het voor
jaar eens opletten welke 'boom er bij paal
89 op den Utreohtschem weg het eerst in
het 'blad komt. Dat is ook een Haagbeuk (let
op den stam, die niet gladi is) al merkten
honderden wandelaars het noodt op.
Ziezoo, nu vooreerst weeT genoeg merk
waardigs gezien in Mooi Amersfoort.
Een brief uit Welmar.
7an onzen Berlijnschen correspondent
Weimar, begin Juni.
Als het voorjaar wordt en het gewoel van de
groote stad niet meer te verdrogen is, stapt de
Berlijner gaarne in den trein en reist naar de
algemeene vergadering van de Goethe-Gesell-
schaft te Weimar.
Dat is altijd zoo geweest. In de vredige stilte
van deze heilige plaats, van de geestelijke
hoofdstad van het heele land, vond men na de
drukte van den Berlijnschen winter iets van zijn
geestelijk evenwicht terug. Men zag weer eens
mcnschcn, die tijd hebben en niet in een ncr-
veuse haast door de stroten rennen en dit al
leen deed reeds goed. En uit den golf van prik
kelende, opwindende en spannende gebeurtenis
sen waaronder de arme Berlijner het heele jaar
bedolven wordt, vluchtte men naar de verheven
herinneringen aan den klassieken tijd der Duit-
sche dichtkunst, die in Weimar den moeden
zwerver weldadig omringen.
Thans echter verkrijgt de bedevaart naar ons
Duitsche Mekka nog een heel andere beteekenis.
In den verdeelden en onzaligen toestond, waar
in we ons op het oogenblik bevinden, is een
dronk uit deze reine, gewijde bron een dub
bele verkwikking en troost. De weerzinwekken
de wereld' van geweld, van politieken en mate-
rieelen strijd, van verdeeldheid, van haat, zinkt
in Weimar weg in den stroom der vergetel
heid. Men voelt zich in hoogere regionen ge
heven, waar zich eens de goddelijke krachten
van den mensch in een vlucht naar het licht vrij
ontplooiden, en waar nog heden een afschijnsel
van dat wondere verleden onvergankelijk leeft.
Men denkt eraan, hoe hier in Weimar voor
meer dan honderd jaar Goethe en met hem
Schiller in tijden, toen Europa eveneens uit do
voegen dreigde te gaan, niettegenstaande oor
logen, omwentelingen en nationale rampen aan
hun ideaal der menschclijkheid trouw bleven.
Hoe zij in hun onsterfelijke werken, wel-ke de
verhevensto gedachten in de schoonste vor
men weergaven, aan 't geestelijk leven van het
Duitsche volk een nieuwen inhoud gaven en
tegelijk lichtende symbolen schiepen, symbolen,
die het teeken zouden zijn, waaronder de men-
schen hoog boven de verdeeldheid van staten
en volkeren elkaar de hand reiken zouden. Do
erkenning, dot zulke mcnschen eens uit onzen
stam voortgesproten zijn, dot ze om zich heen
een wijden krinsr van de edelste geesten verza
melden, is altijd opnieuw een lafenis en een
opbeurende gedachte. Zou men in Belrijn wan
hopig worden, in Weimnr schept men nieuwe
hoop en nieuw geloof in het leven en de weder
geboorte von Duitschlnnd's geestelijke krochten.
Geen ander land, durven we zeggen, bezit
iets, dat met deze stad te vergelijken is. Bij allo
andere volkeren zijn het de hoofdsteden, de
centra van het volksleven, waarin zich dc be
langrijkste gebeurtenissen uil het beschavings
leven voltrokken
Maar in Duitschland werd een klein stadje
terzijde van den grooten stroom, het punt,
waarin alle vruchtbare geestelijke stroomen so
menvloeiden. In Engeland onderneemt men ook
wel een bedevaart naar Stratford, waar Shake
speare geboren werd, en waar zijn beenderen
rusten. Maar het tooneel van Shakespeare's le
ven en werken was toch weer Londen, de
hoofdstad. Het is karakteristiek voor Duitsch
land, dat een toeval maar was het wel een
toeval deze kleine Thuringsche residentie
stad in het hartje van het land, in Goethe's tijd
niet veel meer dan een groot dorp tot een der-
gelijken rol in hot wereldgebeuren uitkoos
Zoo klein, stil en bescheiden als toentertijd,
en als voor nog voor ongeveer twintig jaar, is
Weimar thans echter niet meer. Het heeft zich
uitgebreid. Talrijke mcnschen uit de ontwik
kelde kringen, die na de stormen des levens
zich beschouwend terugtrekken willen, hebben
zich hier gevestigd. Nieuwe stadswijken zijn
ontstaan, die met hun vriendelijke tuinen tegen
de zachte hellingen liggen, die de stad omge
ven. De industrie heeft men wel opzettelijk uit
de stad verwijderd gehouden ze werd met haar
fabrieksgebouwen en rookende schoorsteenen
naar de naburige stad Apolda verwezen. Maar
het zakenleven is toch beduidend in beteekenis
toegenomen, vooral nadat voor eenige jaren
Weimar dc hoofdstad van de grootere Duitsche
„Frcistont Thüringen" geworden is. Niettemin
gaat er van het stadje nog altijd een knlmee-
rende, weldadige invloed uit. De oude huizen
in de nauwe en bochtige straten, fijne en be
koorlijke bouwwerken uit vroeger eeuwen,
staon er nog. De speculanten, die in andere ste
den geheele huizencomplexen opkoopen en op
de vrijgekomen terreinen nieuwe, reusachtige
gebouwen doen verrijzen, ontbreken hier. Dc
verweerde, paleizen, die nog uit de zestiende
eeuw dateeren, zijn in hun waardigheid onaan
getast gebleven. Men vindt schilderachtige
hoekjes, geheimzinnige poortjes, betooverdc
tuinen uit oeroude tijden, ontelbare plekjes, die
tot droomen nooden. De markt, met zijn Re-
naissance-geveltjes en zijn Neptunusbron in den
barok-stijl is een kostelijk voorbeeld van de
kleinsteedsche pracht, die de oude Duitsche
steden kenmerkt. Als het donker wordt, breidt
zich een plechtige rust over het heele lieve
plaatsje uitmen gelooft een Duitsch sprookje
verwezenlijkt te zien en men zou niet verwon
derd zijn, als om den naostbijzijnden hoek Fnust
en Mephisto zouden komen, om voor Gret-
chcn's venster hun serenade te brengen.
De meeste grootsche indruk maakt echter het
beroemde stadspark. Men heeft het „Goethe's
schoonste gedicht" genoemd, omdat hij het is
geweest, volgens wiens plannen de toenmaals
kale vlakte aan het riviertje dc Hm in een tiit-
gestrektcn twin met ruischcnde boomen, glan
zende weiden en een menigte verborgen sier
lijke paviljoens herschapen werd. Als de maan
boven dit park staat en een vochtige glans van
kruiden en struiken opstijgt, terwijl het water
van de IIm zacht klatert, als Goethe's kleine
tuinhuisje, dat hij hier in de eenzaamheid gaarne
bewoonde, in geheimzinnig licht voor u ligt, ge
looft ge werkelijk in de stemming van de Duit
sche romantiek verplaatst te worden, in dc
„mondbeglanzte Zaubernacht die den Sinn ge-
fangen halt", zooals de dichter Friedrich Tieck
eens zong
Dan wendt men zich weer naar de eerwaar
dige gedenkteekenen van den bloeitijd von Wei-
mor, naar het bijn3 armoedige huis, waarin
Schiller zijn dramas schreef, naar het trotsche
gebouw, dat Goethe zich met verfijnden smaak
als zijn woning inrichtte, en waar naast dc met
kunstwerken gevulde ontvangzalen van mijn
heer den minister de stemmige, heel beschei
den werkkamer en de nog bescheidener slaop
en sterfkamer van den dichter liggen. Men be
geeft zich naar de vroegere „Hofgartnerei" het
tusschen boomen verborgen huisje, waar Franz
Liszt leefde, en men herinnert zich, hoe in dc
stad van de, dichtkunst tegen het midden van
i
niJERSSTBUr 11.
Tel. 205
Speciale belinnrielingr legen nil
vullen <cii afbreken van liet haar.
llanrzalt - jfnarzeop voorkomt
de roos en liet vel norden
vnn het hnnr.
1 AVAVAVAVMilVAvS
Varkensmarkt - Amersfoort-
Speclnle atncailnc
de vorige eeuw ook de moderne, Duitsche mu
ziek, in de personen van Liszt cn Richard Wag
ner, gosvrije opname vond.
Franz Liszt is in 1886 gestorven, maar thans
nog leeft in het huis zijn oude Pauline, die zijn
huishouding deed en die nu, grijs geworden, se
dert tientallen van jaren dc vreemdelingen door
de bekende vertrekken voert.
Op de hoogte boven Weimar, waar de weg
leidt naar een ander punt van onvergelijkelijke
bekoring, het slot cn park von Ticfurt, verheft
zich sedert het begin dezer cetrw het statige
monumentale gebouw van het Goethe- cn
Schiller-archief, waar de schat van. hondschrif
ten, nagelaten door de beide grootc kunste
naars, trouw bewaard en bewaakt wordt. Hiei
werd bij het voorjaarscongres der Gocthe-vcr-
eeniging gesproken over een kleine eeuwfeest
viering, die de Goethe-vricnden der geheele
wereld dezen zomer verwachten kunnen. Men
had namelijk in de vitrines van het archief do
documenten gevonden betreffende dc gebeur
tenissen, die zich in Augustus cn September
7823 in de Boheemschc badplaatsen afspeel
den de hartstochtelijke en aangrijpende ont
plooiing van Goethe's laatste liefde, de plot
seling opvlammende neiging van den 74-jari
gen dichter voor de jonge, nog slechts 19-jarigo
Ulrikc van Levetzow. Men kent sedert long de
ze merkwaardige episode, moar toch geven de
betreffende schrifturen weer een verrassing, cn
men vraagt zich of„Hoe is het mogelijk Hoe
kon dc grijsaard werkelijk er non denken, het
„Töchterchen", zooals hij hoor zelf noemde, te
huwen
In het Goethehuis hangt een postelportret
van Ulriken, dat na haar laten dood zij stierf
eerst in 1899 door een bloedverwant naar
Wcimor gestuurd werd men ziet een jong ding
met bezielde blauwe oogen en bruine lokken,
moar in 't gohcel geen betooverende schoon-»
heid, zelfs maar van buitengewone bekoring. Ei
is verder hier onder de vitrines een brief van
Ulrike, waarin zij den dichter met zijn verjaar
dag gelulcwcnscht haar schrift is bepaald
ongeoefend en verraadt geenszins n merkwuor-
dig karakter, en haar woorden tot den „Gcehr-
ten Herrn Geheimen Rath" gericht, zijn met
den besten wil niet te beschouwen als dc uiting
van een bijzonder belongwerkende persoonlijk
heid. En nu ligt dicht daarbij het baitengewoon
waardige schrift van Gocthe zelf in 7.ijn „Ma-
rienbader Elegie", het grondiose gedicht, dat
door deze gebeurtenissen ontstond. Goethe zelf
heeft deze verzen „het product van een zeer
hartstochtelijken geestestoestand" genoemd.
„Mich treibt umher ein imbczwinglich Sehncn
Da bleibt kein Rut als grenzenlose Tronen',
dichtte dc oude heer, toen hij tijdens de te
rugreis in September 1823 de Elegie in de
hotsende reiskoets strophe voor strophe neer
schreef, om eiken avond bij aankomst in zijn
nachtkwartier dat v/at gereed was op papier te
brengen.
Hoe wonderlijk is dat alles I Men ziet met
Wie teveel bedenkt zal weinig uitrichten.
Telefoon 852 - Postrekening 75821
door
CL N. en A M. WILLIAMSON.
Uit het Engelsch door
W. J. A ROLDANUS Jr.
69
Over Mrs. May was m het hotel niet gerept.
Men had Carmen alleen verteld, dat Mr. Hil-
liord een vriendin door de bosschen rondleidde
en dot zij 's ochtends waren uitgegaan met het
plan daar tc blijven, om den zonsondergang
te zien. Moar Carmen had in het register der
gasten den naam van „Mrs. May en kamenier"
gezien Zij voor zich was er zeker van geweest
ze daar te zullen vinden, want zij wist maar
al te goed, dat zij met hun drieën en een zwar
te kat San Francisco vei laten hadden.
lederen dag, nadat Theo Der.e haar van An
gela May's bestaan verteld had, had zij „de
kaait gelegd" en steeds was een „mooie
vrouw" dicht bij harten heer gekomen. Ma
dame Vestris had ook de „mooie vrouw" in
het kristal gezien en een beschrijving van haar
gegeven. „Zij is mooi en jong en staat in den
zonneschijn," had de zieneres gezegd, in wier
visioenen Carmen een onbeperkt vertrouwen
stelde, „maai plotseling wordt zij uit mijn ge-
zient weggenomen, ais door een donkere wolk,
die haar verzwelgt."
„Komt zij terug in het kristal had Car
men gevraagd.
„Neen. Ik kan u nu zien. Maar zij komt niet
terug."
„En Nick Vindt u hem
Madam Vestris wist heel goed wie „Nick"
was. De laatste diic of vier jaar had zij ver
scheidene vragen omtrent Nick Hilliard beant
woord en haar entwoorden hadden haar aar
dig wat tien-dollar-biljetten bezorgd. Voor
krislalkijken berekende zij tien dollar kwam er
een trance bij, vijf-en-twintig.
„Ik zie een man dicht bij u staan. Maar hij
staat in een diepe schaduw. Ik kan niet uitma
ken wie het is i
Carmen herleefde. „Het moet Nick zijn. Er
is geen andere man, dien ik in mijn nabijheid
zou dulden."
Toen zij in het Mariposa Forest Hilliard riep
en zijn antwoord haar zeide welke richting zij
moest inslaan, was Carmen nog verlangender
om Mrs. May te zien dan om Nick zelf te ont
moeten, ofschoon er al jaren verstreken sche
nen te zijn na den avond, waarop zij vol hoep
en vast geloovend, dat hij tot baar terugkomen
zou, afscheid van hem genomen had.
Zij beiden stonden onder den Grizzly Giant,
toen 7ij.naar hen toe kwam en een krampach
tige trilling doorhuiverde Carmen's hart, toen
zij Angeia groot en wit in het rose-en-zilveren
schemeilicht staon zag. Zij moest bekennen, dat
haar vijandin mooi was, en met een stekende
pijn herinnerde zij zich Nick's beschrijving van
de „engel zijner droomen." Ja dit blanke, slan
ke wezen was als het manne-ideaal van een
engel. Hier hod Nick's ideaal een men-
schelijkc gedaante aangenomen. Carmen wilde,
dat de Grizzly Giant op de engel neervallen,
haar verpletteren en haar een langzamen mar
teldood zou doen sterven want iets minders
kan de wraakzucht van een vrouw niet bevre
digen. En de dood alleen was geen boete ge
noeg. Ca-mcn zou Angela misvormd hebben
willen zien sterven, zoodat Nick slechts een
leelijke herinnering aan haar hebben zou. En
hoewel zij deze en andere rampen vurig
wenschte, was Mrs. Goylor toch beleefd en
hartelijk tegen Mrs. May. Zij kwam uit de
tragische schaduw, die haar als een rouw-
JUWELIER OPTICIëN.
rtreclitsehestrnat 23
Levering voor elke tak vnn SPORT
en TENTOONSTELLING van:
mantel omhuld had, te voorschijn en stond
zelf verbaasd, toen zij den vriendelijken klank
in haar eigen stem hoorde. Zij begon Nick uit
te leggen, dat zij niet goed geweest was, dat
haar dokter haar aangeraden had verandering
van lucht te probeeren en dat zij toen aan de
7osemite gedacht had. ,Jk heb er altijd naar
verlangd het dol te zien, nadat jij er zoo ver
rukt van teruggekomen bent," ging zij voort.
„En toen ik te Wawona kwam, hoorde ik, dat
jij er was.. Wot een verrassing I Weet je wel,
dat je me maar eens geschreven en me nooit
iets van je plannen verteld hebt? Ik zou heusch
gedacht hebben, dat je nog in New-York zat,
als ik kort geleden toevallig niet op Falconer's
landgoed geweest was en daar gehoord hod,
dat je te Santa Bqibara geweest bent. Deze
dame is zeker Mis. 'May, een vriendin van die
charmante Miss Dene Zij of een ander vei-
telac me, dat je belooft hebt haar Californic te
laten zien."
Terwijl Carmen wachtte om voorgesteld te
worden, keek zij onderzoekend van den een
naar de ander, om te zien of zij er schuldbewust
uitzagen, maar zij hadden iets zóó onschuldigs
over zich, dat Carmen de neiging in zich voelde
opkomen, Nick te slaan en op de vrouw te trap
pen. Hoe durfden zij zich zoo houden, alsof zij
geen recht had woedend te zijn, dat zij beiden
daar samen waren Toch wilde zij liever niet,
dat zij wisten, dat zij woedend was.
Angela stelde bijna evenveel belang in Carmen
als Carmen in haar en hoewel Mrs. Gaylor er
niet op haar voordeeligst uitzag, wos zij toch
opgewondenhaai oogen schitterden en het
halï-donker deed haar vermoeide trekken niet
zoo scherp uitkomen. Angela vond Nick's oude
vriendin een van de knapste vrouwen, die zij
ooit gezien had. Ook zij was joloersch, heviger
en bewuster jaloersch dan toen Theo Dene op
den terugweg van Santa Barbara over Mrs.
Gaylor en Nick Hilliard gepraat had. Angela had
vroeger nooit den pijnlijken prikkel van jaloezie
gekend en tot dusverre altijd gedacht, dat zij
nimmer zoon loge passie zou voelen maar nu
leed zij, zooals Nick eens geleden had, en zij
schaamde zich daarover.
Enkele minuten geleóen was zij er zeker van
geweest, dat Hilliard haar lief had, en zij had
zich voorgenomen hem op edelmoedige wijze
te zeggen, waarom hij haar en waarom zij hem
vergeten moest Maar nu, na Carmen gezien
te hebben, begon zij zich af te vragen of Nick
haar lief had en of hij inderdaad van plan ge
weest v;as haar hier in het bosch over zijn liefde
te spreken. Misschien was zij verwaand geweest
en had zij zich in zijn gevoelens vergist. Mis
schien was Nick alleen maar ridderlijk en
hoffelijk geweest, zooals alle Californische man
nen, en vroeg hij niets van haar dan vriend
schap. Misschien was hij alleen maar van plan
geweest hoar over deze mooie Mts. Gaylor te
spieken.
Nick stelde haar aan elkaar voor en zij waren
beiden uiterst beleefd, ja zelfs complimenteus.
Carmen zeide, dat zij hoopte, dat Mrs. May het
niet gek van haor vond, dut zij, zoodra zij hoor
de, dat Mr. Hilliard in de buurt was, hem was
gaan opzoeken. Natuurlijk had zij kunnen wach
ten tot hij in Wawona terug was. Moar zij was
zoo impulsief I En zij had de bosschen bij zons-
onder- en maansopgang willen zien. Zij begreep,
dat Mr. Hilliard niet veel lust zou hebben haar
den dog, nadat hij zelf pus voor de tweede maal
het woud gezien had, nogmaals naar het Mari
posa Forest te vergezellen. Neen, dat was een
te mooie gelegenheid om ongebruikt voorbij te
loten gaan. De boomen waren prachrig, niet?
Zouden Mrs. May. en Nick een beetje langer
wachten, mi zij er eenmaal was, om haar de
maan te laten zien opgaan Er ging een soort
huivering over de lucht, alsof zij spoedig zou
verschijnen.
(Wordt vervold.)
vanaf f 3.90.
JOH. VAN DIJK.
Langestraaf 116 Tel. 70