AMERSFOORTSCH
PRIJS BER MiïltÜ
DE EEMLANDER"
BUITENLAND.
„L' HIRO^DELLE"
FEUILLETON.
In Eeowigheidslicht
22e Jaargang No. 19
per oost f 3.—, per week (met gratis verzekering
iC7,«n ongelukken) 0.17® aJtonderlijke nummeri
'°-05- SAr&Zfc* -%*•
Maandao 2? Juli !©23
DIRECTEUR-UITGEVER:
99
J. VALKHOFF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTWAL 2A.
POSTREKENING N®. 47910. TEL INT 513.
Logé's
T Het zómervermaak bij uitnemendheid: uit
logeeren gaan en logé's krijgen. Het laatste
-Wan prettiger nog zijn dan het eerste. Men
ilioge tegen onzen tijd inbrengen, dat hij de
huiselijkheid niet meer kent, dit verwijt is
lh zijn algemeenheid ongegrond. Nog steeds
is de zin voor het familieleven een factor
■van beteekenis in onze maatschappij, en, zij
die dit stuk levensrijkdom ontberen, be
treuren het als een gemis.
De grootste belemmering, die het houden
van logé's in den weg staat, is de vermin
derde omvang van onze woning. In 'n aar-
odi.g boekje, dat een onzer architecten on
langs schreef* over de indeeling en inrich
ting yan het woonhuis, geeft hij ook enkele
Wenken omtrent de logeerkamer. Deze acht
hij bij stadshuizen uit economisch oogpunt
niet altijd toelaatbaar, „want", zegt hij, „het
grootste aantal dagen van het jaar staat de
Vrogcerkamer leeg en brengt dus geen rente
op. Het huis wordt gebouwd voor het gezin,
dus was het kapitaal voor de logeerkamer
óp andere manier voor de bewoners vruc'nt-
dregender uit te zetten. Men vindt ook in
elk stadje al zooveel hotels en pensions,
waar men heel geschikt een gast kan doen
lïjgeeren, dat het veel meer voor de hand
ligt daar gebruik van te maken."
Tegen deze beschouwing zal menigeen,
Wicn^ leven door het verblijf van logé's ver-
iwnikt is geworden, aanvoeren, dat een logé,
die 's avonds naar zijn hotel gaat en des
riiorgens weer uit zijn hotel komt opdagen,
toch eigenlijk geen echte logé is. Liever dan
hem uit te besteden, zal hij, zoo hij niet over
'n logeerkamer beschikt, hem een hoekje
inruimen op een geimproviséerd kermisbed
df hij zal hem zijn eigen slaapkamer afstaan
en zichzelf met een plaatsje op zolder ver
genoegen.
1 Want hetgeen een logé tot logé maakt
is juist, dat hij in alle opzichten deel uit-
rbaakt van het gezin. Ook in de stad kan
men wel evenals op het land, ergens een
hoekje voor zijn zomergast afschutten, al
blijft de ruime en vrije gelegenheid om vrien
den te herbergen, aan het land voorbehou
den.
De onbegrensde gastvrijheid bloeit op het
land, waar men flinker behuisd is dan in
de stad. Bovendien trekt het verblijf buiten
in de volle weelde van de natuur den op
gezelligheid beluste meer aan; immers kan
men zich daar, onder de schaduw der boo-
men of uitgestrekt op het gras beter wijden
aan de vertrouwelijke en rustige uitwisse
ling van gedachten en zielsgeheimen. Wie
behoudt niet als een zijner liefste herinne
ringen de gedachte aan zulk een stillen zo
meravond, die duurde tot diep in den nacht,
en waarin vriendenharten, die jaren zich
Moor elkandeT hadden gesloten, onder den
~*ot innigheid stemmenden vrede der omge-
vjng elkander nogmaals hun rijkdom gingen
openbaren?
De aantrekkelijkheid van het logeeren be
staat niet zoozeer in wat men gezamenlijk
doet, al behooren het maken van uitstapjes
het aanrichten van huiselijke feestjes op
ichzelf tot de genoeglijkste dingen des le-
ens. Maar de bekoring ligt hierin, dat
en het gezamenlijk doet. Fietsend en wan-
lend en keuvelend aan den maaltijd of in
et schemeruur, haalt men de banden weer
nauwer aan ,die door de wreede noodwen
digheid van het leven dreigden te breken
Kinderen uit hetzelfde ouderhuis, maar nu
over de wereld verspreid; voormalige school
kameraden of zakenvrienden, als logé's her
halen zij den ouden tijd en verjongen hun
zielsgemeenschap.
r. Nu lijkt het heden ten dage wel eens, of
familie en kameraadschap verouderde le
venswaarden zijn geworden; men ziet de
wereld in haar ontzaglijke grootheid en
zucht onder den druk van haar ontzaglijk
belang. Is het geen teeken van onmannelijke
kleinheid, te blijven hangen aan kringetjes
van knussen aard? Eischt de samenleving
met haar overstelpende nooden ons niet op
tot wijder gedachtenkring dan die van fami
lie of vrienden?
5j Logeeren beteekent niet de beperking tot
Wat geweest is, maar evenzeer de kans op
toekomstige verrijking van levensbezit. Men
heeft toevallig menschen ontmoet, met wie
een kort gesprek gelijksoortige gestemdheid
verrried. Men noodigt elkander uit. En tij
dens een rustigen omgang in den huiselijken
kring ontwikkelt zich een geestesverkeer,
dat voor beide partijen het inzicht verruimt
en de levensbeschouwing verheldert.
Hoeveel menschen zijn gedoemd in een
tredmolen te loopen! Altijd dezelfde huis-
genooten, dezelfde omstanders in de zaak
en op het werk. Altijd dezelfde gesprekken,
dezelfde gewoonten. Hoe versuft dit'alles;
hoe stompt het nf den zin voor de oneindige
verscheidenheid van het leven!
Een nieuwe aanwinst onder hetzelfde dak
werkt als een prikkel voor geest en gemoed.
De vreemdeling als logé wekt op wat van
lieverlede was ingedommeld in de hoofden
en harten der huisgenooten. Hij is de op
rakeling van den huiselijken haard; na zijn
vertrek zal het bijkans verkoolde vuur van
nieuws lustig vlammen.
Daarom: men ga in de vacantic kampee
ren of trekke de grenzen over; men onder-
neme voetreis of fietstocht, maar laat men
desnoods een enkel weekje afzonderen voor
logé's. Dan zal men ervaren, dat de logeer
kamer toch wel rente onlevert, zij het in an
deren zin dan de architect van daarstraks
bedoelde.
H G. CANNFGICTT.P.
DUITSCHLAND.
DE BEZETTING VAN HET ROERGEBIED.
Het Engehchc antwoord op de
Duitsche nota.
P a r ij s, 2T Juli. (B.T.A.). De Engelsche no
ta inzake de schadelcosste'ling is te twaalf uur
anfniddag op het ministerie van buitenland-
sche zaken overhandigd. De inhoud wordt
streng geheim gehouden.
Zoolang de antwoorden of opmerkingen van
de geallieerde regeeringe'n nog niet in het bezit
der Britsche regeering zijn, is het natuurlijk
onmogelijk, aldus een Britsch radiogram, te
zeggen oi de geallieerden een collectief ant
woord aan Duitschland op den grondslag van
het Britsche concept-antwoord zullen kunnen
zenden, maar men verklaart, dat de vooruit
zichten gunstiger zijn don een week geleden.
Londen, 21 Juli. (R.) Het ontwerp-ant-
woord aan Duitschland is aan de geallieerde
Amerikoansche i gezantschoppen toegezon
den.
De ochtendbladen vernemen, dat het ant
woord in beginsel Duitschland's aanbod om
zich bij dè uitsproken der internationale com
missie neer te leggen, aanvaardt, maar noch de
samenstelling daarvan aangeeft, noch de wijze
waarop een dergelijke commissie zal worden
benoemd. In het antwoord wordt gezegd, dat de
drie vormen van waarborgen, vermeld in het
Duitsche memorandum van 7 Juni, op hun mé
rites zullen worden overwogen, zonder vooruit
te loopen op het vraagstuk van de toereikend
heid daarvan. Voorts doet het antwpord op-
voorzichtige wijze uitkomen, dat het verstandig
zou zijn het lijdelijk verzet in het Roergebied
te stoken, terwijl in overeenstemming daarmede
de mantel-nota aan Frankrijk voorstellen be
helst ten aanzien van een verzachting der
Fransche Roerbezetting.
Reuter verneemt, dat het niet waarschijnlijk
geacht wordt, dat in de eerste dagen antwoord
kan worden ontvangen op de Britsche nota aan
de geallieerden, die gisteren op de Londcnsche
gezantschappen overhandigd is. Terwijl reserve-
in acht genomen wordt ten aanzien van den
aard der Britsche nota, \erluidt, dat het ont-
werp-antwoord aan Duitschland in den tegen-
woordigen vorm het lijdelijk verzet niet ver
oordeelt. De reden van deze terughoudendheid
is, dot de Britsche regcering nimmer geasso-
cioerd is geweest met de Roerpolitick.
Uit Londen d.d. 22 JuliOver het Engelsche
antwoord-ontwerp aan Duitschlond en de docu
menten, waarvan het is vergezeld, wordt thans
beraadslaagd door de voornaamste geallieerde
mogendheden en Amerika, aan wier regeering
het ter kennisneming was gezonden. Men ver
wacht de eerste dagen nog geene mededeeling
cangaande den inhoud van het ontwerp of de
ontvangst, welke het van de betrokken mogend
heden is ten deel gevallen. Ontijdige berichten
ovr d:ze zaken moeten met voorbehoud worden
aanvaard. Het wordt waarschijnlijk geacht, dat
de antwoorden, die de commentaren der gealli
eerden op het ontwerp weergeven, tegen het
einde der week te Londen zullen worden ont
vangen. Desniettemin wijst men er op, dat het
ontwerp geenszins een definitief of onverander
lijk antwoord aan Duitschlond vormt. De nota
is, wat zij ycrklaart te zijn, n.l. een ontwerp,
waarvan dé herziening kan worden overwogen
naar aanleiding der commrntoren, die van de
geallieerde hoofdsteden worden ontvangen, mits
die commentaren de hoofdbeginselen der Brit
sche politiek intoct laten. Er is echter, naar de
Observer opmerkt, een punt, dat de grens aan
geeft, tot waartoe de regeering zal gaan.
Geen diplomatiek document is sedert den
wapenstilstand met meer ijver en nauwgezetheid
besproken dan het antwoord aan Duitschlond
en de vorm, waarin het aan de geallieerden is
voorgelegd. Het geeft de inzichten weer niet
van een verdeeld, maar van een aaneengesloten
en eensgezind kabinet.
Het Duitsche standpunt.
B e r 1 ij n, 2 T Juli. (V/. B.) Omtrent de
kwestie van de ontruiming ven het Roergebied
vernemen wii. dat het Duitsche gezantschap te
Londen Donderdag opnieuw opdracht werd ge
geven, dat geen Duitsche regecring van de be
volking der in strijd met het recht bezette ge
bieden kon vergen, dn« zij haar verzet ladt
varen, zonderdat de bevolking tegelijkertijd den
zekeren waarborg voor de ontruiming der ge
bieden in den kortst mogclijken tijd wordt ge
boden.
DAMES MODE-MAGAZIJN
I6|!8 lansestraat. Amersfoort.
Met wegvoeren der kolen.
Berlijn, 21 Juli. (W.B.). Volgens kranten
berichten uit Essen zijn de leveringen van her-
stel-kolcn aan Italië opgehouden wegens het
door de Franschen in beslag nemen van de
naar het Zuiden looper.de i spoorwegen. Van
Itaüaonsche zijde is bij de bezettingsautoritei-
ten hiertegen geprotesteerd. De reden van het
verhinderen dezer kolenleveranties aan Italië
is het steeds meer opraken van de kolenv-oor-
raden. In het noordelijk deel van het Roerge
bied zijn ce opslagplaatsen reeds geheel uitge
put. Ook de voor de Engelsche bezettingszone
bestemde kolentreinen zijn gisteren te Voh-
winkel in beslag genomen.
Treinverkeer stopgezet.
B e r 1 ij n, 21 Juli. (\V- B.) De Franschen
bezetten hel xtraject Frankfurt—Usingen, bra
ken de rails op en verklaarden, dot dc bewa
kers op allen, die het traject naderden, zou
den schieten, zoodot het treinverkeer Frank
furt—Usingen—Bad Homburg stil ligt.
Kind gedood.
Berlijn, 21 Juli. (W. B.) Naar de Voss.
Ztg. bericht, werd in Trier een doofstom kind,
dat na het verlaten der kerk tusschen een af-
dceljng FVensche kleurlingen terecht kwam,
doordat het de troep, die kwam aanmurchee-
ren niet hooide, door een spahi gedood met
den kolf van 't geweer. Een Duitscher, die den
bevelvoerenden officier op 't gebeurde attent
maakte, werd dadelijk gearresteerd.
De lage stand van de mark. >v,
Wolff seint uit Berlijn:
De aankoop van goud voor het Duitsche rijk
door de Rijksbank en de post geschiedt van 23
dezer af tot nader order tegen een prijs van
M. 900,000 voor een twintigmarkstuk en
'M. 450,000 voor een tienmarks'.uk. Voor bui-
tenlandsche gouden munten worden dienover
eenkomstige prijzen betaald. De aankoop von
rijks-zilveren munten geschiedt tot neder orde
legen het 20-000-voudige bedrag van de no
minale waarde.
Een betooging van vrouwen.
Keulen, 21 Juli. (W. B.) Op Dinsdag
24 Juli vindt in het jaarbeursgebouw te Keulen-
Deutz een groote betooging der Keulsche
vrouwen plaats, waar een beroep zal worden
gedaan op het geweten der wereld en de an
dere naties opmerkzaam zullen woiden ge
maakt op den ontzettenden toestand, waarin
zich het Duitsche volk bevindt.
DE LEVENSMIDDELENRELLETJES TE
BRESLAU.
B r e s I a u, 2 T Juli. (W. B.) De opperpre-
sic-cnt van Nedcr-Silizië heeft over de stsd
Breslau cn hel landsdistrict Breslnu den ver
scherpten staat van beleg afgekondigd. Ver
gaderingen onder den blootcn hemel zijn tot
neder order verboden; van vergaderingen in
gesloten lakhlen moet 24 vóóraf aangifte ge
daan worden. Overtreding dezer voorschriften
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
minste drie maanden of boete van tenminste
TO millioen mark. Verder heeft de politie te
Breslau instructie gekregen met alle midd-Pen
tegen uitspattingen op te treden. Honderden
personen zijn gearresteerd en verscheidene
plunderaars zijn om het leven gekomen.
Breslau, 2T Juli. (W.B.) Volgens do
laatste berichten zouden tot op heden 1200
arrestaties wegens plundering en ordeversto
ring plaats gehad hebben. Een deel der zaker
is ook vandaag nog gesloten. Ook vandaag
werden rog een oartal personen aangehouden.
Naar de politie heeft vastgesteld, bedraagt het
aantal dooden 6, dat der gewonden "15. Een
deel der gearresteerden is weer vrijgelaten.
Breslau, 21 Juli. (W. B.) In den loop
der late avonduren en ook gedurende den
nacht zijn de plunderingen voortgezet. De po
litie moest herhaaldelijk gebruik maken van
haar wupenen. Tal van arrestaties werden ge
daan. Er is in de stad voor verscheidene mil-
liarden schade aangericht.
FRANKRIJK
EEN REDE VAN POINCARÉ.
Poincaré hield gisteren een rede te Villiers
Cotterets ter gelegenheid van een monuments
onthulling. Hij liet zich hoegenaamd niet uit
over den inhoud van het Britsche ontwei p- ant
woord en zeidc tot de journalisten „Wij hebben
ons verbonden tot de strikte geheimhouding,
waartoe ook de regeering te Londen zich ver
bond. Indien t? Londen een indiscretie zou wor
den gepicegd, zouden wij te Parijs de onderhan
delingen verbreken, evenals Londen dit zou
doen, indien onzerzijds de discretie werd ge
schonden.
Poincaré uitte, aldus wordt aan de Cour. ge
meld, in zijn rede een ernstige waarschuwing
tegen het irdusirieelo gevaar, dat Duitschland
oplevert. Hij bespreekt de moedwillige verwoes
tingen door de Duitsche legers in het Aisne-
departement aangericht in 1018. In het gehcele
cbicd werd het monsterachtige programma
van economische verwoesting, dat de Duitsche
generale staf speciaal hnd laten opstellen en
waarvan de Fransche regcering de authentieke
bewijzen in honden heeft, op de meest nauw
gezette wijze toegepast. Gehcele fabrieken,
werkplaatsen en spinner ijen" werden ten doode
gedoehuL Te St. Qucntin b.v. werden de machi
nerieën niet alleen buiten werk gesteld, doch
moedwillig aan stukken geslagen. Al het moge
lijke werd gedaan om een herleving van deze
industrie onmogelijk te maken. Duitschland
ruïneerde de gehecle industrie, bond haar met
koorden cn zeiden toen Ik dnog U thans uit,
om deze industrie weer op de been te brengen.
Ik heb een voorsprong, dien gij niet spoedig
zult inhalen I
Bovendien, zegt Poincaré verder, weigert
Duitschlcnd thans aan zijn verplichtingen te vol
doen, alsof het nimmer ecnige schade had aan
gericht De bevolking van het Aisne-Departe-
van 1 —4 rege's f 1.05
met inbegrip van een
bewijsnummer, elke'regel meer 0.25, dienstaanbie»
dingen en Lieldadigheids-adveitenticn voor de helft
der prijs. Voor handel en bedrijf bestaan zeer
voofdcclige bepalingen voor het advcrleeren. Ecne
circulaire, bevattende dc voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
ment is echter ijverig bezig alles te herstellen
het richtte coöperatieve maatschappijen op, re
gelde den arbeid, en beetje voor beetje vordert
het herstel. Dit was het oogenblik, gekozen door
een eminent staatsman, een voormalig premier
van een geallieerde natie, om den toestand van
Duitschland en Frankrijk te verwarren en te
zeggen, dat het vermakelijk is, dat wij, Fran
schen, te:wijl v.ij onze uiterste krachten aan het
herstel wijden, Duitschland verwijten, dat het
groote uitgeven doet voor zijn eigen herstel.
Wat bedoelde Lloyd George daarmede Wan
neer Duitschland zich herstelt, zijn spoorwegen
uitbreidt, nieuwe kanalen graaft, herstelt het
dan soms dè oorlogsschade. En hoe worden de
gelden daartoe verkregen Worden die gelden
niet feitelijk aan onze aanspraken onthouden
Lloyd George mag dit vermakelijk noemen,
voor Frankrijk is het diep treurig en onduld
baar.
Duitschland heeft het er moedwillig op toe
gelegd, de industrie-gewesten voor langen tijd
te verlammen. Het maakte een lijst op van de
grondstoffen cn fabriekswaren, die aan de bin
nengevallen departementen zouden worden ont
voerd, zooalshout, rubber, chemische artike
len, ijzerwaren, metalen, hoogovens, koperen
machine-onderdeelen en op die lijst werd daar
aan met vreugde het volgende toegevoegd
Deze oorlogsbeschadiging zal een duurzame
uitwerking hebben en niet alleen het crediet van
de betrokken ondernemingen scheden, doch het
eveneens twijfelachtig maken, of deze onder
nemingen zich ooitweer zullen kunnen her
stellen. Deze oorlogsschade, door de Fransche
ijzer-industrie geleden, heeft het economische
leven van Frankrijk te zeer geschokt, dan dat
dit zich weer gemakkelijk zoude herstellen. (Be
denkt v/el, zegt Poincaré, dat dit geschreven
werd in 1916, toen de verwoestingen nog slechts
voor een klein gedeelte waren ten uitvoer ge
bracht). De lijst gaat echter voort De oor
logsschade, geleden door de spinnerijen van ge-
kame als van gepareldo wol, heeft Duitsch
lond in staat gesteld, zijn eigen spinnerijen één
of twee jaar eerder te herstellen dan Frankrijk.
Doch in dit verband merkt het Duitsche rap
port spijtig op Ongelukkigerwijze is echter te
vrcezen, dat Engeland het grootste deel der
wolmorkt zal beheerschen.
Wat de suiker-industrie betreft, welke van
zoo groot belang is, waren de opmerkingen van
den Duitschen generalen staf ook uiterst merk
waardig. Er werd namelijk gezegdHet is on
mogelijk te achten, dat alle verwoeste suiker
fabrieken zullen kunnen worden herbouwd en
zelfs de fabrieken, die mochten blijven staan,
zullen dc gevolgen van den oorlog nog .zeer
geruimen tiid ondervinden. Het bebouwen van
den grond is voor lange jaren onmogelijk ge
maakt en het zal zeer moeilijk zijn, om do
vroegere productie te herstellen. Dergelijke op
merkingen werden ook gemaakt, wot betseft do
leder-, alcohol-, hout-, zeep-, glas- cn papier
fabrieken, alsmede ten opzichte von steenkool,
ijzererts cn phosphaat. Duitschland rekende
hierbij niet alleen op de schade, aan deze be
drijven toegebracht, doch eveneens daarop, dat
het Frankrijk in langen tijd niet mogelijk zou
zijn, met Duitschland te concurreeren. Lloyd
George, zegt Poincaré verder, had zelf een
exemplaar van dit document in handen, toen
in 1919 het vredesverdrag werd opgesteld en
het inderdaad mogelijk, dot hij al deze in-
fume dingen heeft geleden en thans reeds we
der vergeten
Ten slotte zejde Poincaré Als wij de on
voorzichtigheid beg&em op dit oogenbiik een
bedrag vast te stellen voor hetgeen Duitsch
land moet belolen, dan zal Duitschland door
dien willekeurigen maatregel naderhand in
stact worden gesteld, zijne buitengewone in-
dustriecle mecht tegen ons aan te wenden.
Om aan een dergelijk gevaar te ontsnappen,
is het noodig, dat Engeland, België, Italië en
Frankrijk zich nauwer den ooit aaneensluiten.
Wij moeten de werkelijkheden in het oog
houden en ons niet laten misleiden door het
beeld van ccn verarmd Duitschland, dat voor
altijd tct onmacht zou zijn gedoemd zijn schul
den te betalen. Wij moeten de waarheid, die
echter deze camouflage steekt, zien. Ten einde
een volledigen indruk der verwoestingen en
van Duitschlunds schuld alsmede van de beta-
lingscapaciteit van dat land te krijgen zal het
oldoende zijn een bezoek te brengen aan het
Reg eer en beteekent vooruit zien.
'♦♦►I f Napoleon.
vaii
MARGREET DIJKSTRA.
H
Ilske. maak van je leven een mooi stuk
werk. Verrijk je hart naar alle kanten heen.
Natuurlijk verlang je. Durf te leven, onver
saagd en dapper, reik de hand aan alle
eeuwigheidszoekers, maar houd God vast. Je
weet nog niet, hoe je hart juichen kan.
„Nu ga je dan heen", zegt ze stil.
„Moeke", begint haar meisje dapper, maar
dan schuilt haar hoofdje weg tegen Moeders
borst.
„Zal je dapper zijn en trouw?" vraagt
de moeder zacht, „zal je het probeeren, ook
al volt het je moeilijk? zal je Zijn weg gaan
en als 'tkan, zal je dan gaan met moedig
hart en gelukkige oogen?"
Dieuwke Boukema haalt diep adem.
Wat zal o, wat zal het leeg zijn in hun
groote huis!
„Kind, mijn meisje" en in plotselinge
hartstocht slaat ze haar armen om Ilske
heen.
„Kind", zegt ze met gesmoorde stem. „Er
is cén ding. dat ik je toebid en je zal mijn
bede niet begrijpen; ik bid je toe, dat dc
God van ie aanbidding, dat de Christus van
je liefde, dat ze eens voor je hart worden
de gulden werkelijkheid van je leven.'
Ilske kijkt op.
„Dat is werkelijkheid voor me!" zegt ze
Vast.
De moeder glimlacht.
De avondzon daalt dieper. De bruine, stil
le heide is overstroomd door 't milde avond
licht. Vredig drijven de witte avondwolk
jes en een eenzamen vogel wiekt op naar
die stille hemelpracht.
Dieuwke Boukema slaat de oogen naar
boven. De gouden luchten hebben warmer,
dieper tinten; aarde en hemel naderen el
kaar dichter, 't Ligt al in teereu zonnegloed.
Hot volle leven.
I.
Ilske heelt Vader en Moeke naar dc boot
gebracht naar de kleme booi, die zoo ver
raderlijk dansen en schommelen kan over
de korte golfjes van de Zuiderzee en
dwars door Friesland heen gaan ze terug
naar 't Drentsche dorp. In Heerevcen zullen
12c logeeren in Moekes eenige, eigen kamer,
die haar op de oude State bewaard is ge
bleven.
Op de Prinsengracht in 't mooie, groote
huis van Mr. van Alfen hebben. Vader en
Moeke een zitkamer voor Ilske gehuurd
met er naast een kleiner kamertje om te sla-
pon. Ze hebben 't uitzicht over de gracht be
wonderd. ze hebben gelachen en plezier ge
maakt over de dolle invallen van het jongo,
Indische vrouwtje, cn ze namen den pret-
tigen indruk mee van haar goeden, grooten
man.
Vader heeft gedwaald, uren lang. door
Amsterdams straten cn hij heeft Ilske ge
bracht bij oude vrienden, die lnj zich nog
herinnert uit zijn eigen studententijd. Ook
is Ilske mee geweest naar Mevrouw \an
Maren.
Hans was nog niet terug en 'tleek wel
heel stil in 't groote huis met alleen het
triestige mevrouwtje, dat even zich tegen
Moeke liet gaan in haar verbittering over
het al te harde leven.
Kleine Boy was gaan wandelen met het
dienstmeisje-
,,Hans wilde dat zoo", vertelde het oude,
7dametje." ,,'t Is hier "ook al te stil 'oor ecn:
kind. Hij is veel alleen. Och ja, als Jc-
annetje.had ze geschreid.
Moeke heeft beloofd, dat Ilske den kleinen
kerel veel zal komen opzoeken, maar met
een beleefd lachje sprak het kleine dametje
over het nieuwe leven, dat er hier vooi
Ilske zou zijn. over haar studie, die beslag
zou leggen op al haar tijd en over üe eigen
vrienden, die ze zich al heel spoedig zou
maken en die haar zonden opeischcn. Ilske
heeit toen zelf gezegd toch te komen, maar
'toude mevrouwtje weerde af: „dit was
geen huis voor een jong meisje".
Nu zijn Vader en Moeke \crtrokken en
't laatste, wat Ilske 2ag, het was Vaders
wuivende hoed. die lang nog als een rusti
ge slinger zich heen en weer bewoog.
Toen leek de boot klein, in de verte al en
was er niets meer dan enkele donkere
streepjes, niet meer te onderscheiden bet
ccn van het -ander.
Zwijgend ging Ilske" heen en ze dorst
niet om te zien, bang haar eenzaamheid
nog sterker -te voelen.
De tram bracht haai tot den Dam. Van
daar ging ze verder te voet. Ze wist. op
haar kamer stonden, koffers en kisten nu
en er wachtte haar 'veel werk. Vader had
het zoo geregeld.
Dc daigen hier samen doorgebracht, had
dén ze in een hotel gelogeerd. Zc hadden
genoten van het vréémde, volle stadsleven
en zich onbekommerd laten gaan.
Er wachtte Ilske véél werk, maar in een
plotseling verlangen naar 't vreemde, het
onbekende, sloeg ze een groote winkelstraat
in. Om zich heen zag ze komen en gaan
vele menschen reeds. Winkels werden ge
opend en vol viel het Jicht naar binnen.
Door de deur naast 't groote spiegelglas ver
dwenen smaakvol geklcedc meisjes en jon
ge mannen ook. en ze gingen een lange, ver
moeiende dagtaak, tegemoet.
Karren werden volgeladen cn grove man-c
ncn mét ruwe- knuisten,vva'arr'ahVei
weging 'sprak'van" kracht*» en'energie cn
forsch willen, grepen aan en ze zeiden tus
schen het harde werken door elkaar een
enkel woord.
Ilske keek om zich heen en overal zag ze
het ontwaken van het groo te-stadie doe.
Buiten op 't oude dorp was het aanbreken
van den dag: het glorieus opstijgen van de
7.011 over dc slapende aarde, net was het
tintelen cn breken van teere lichtstralen in
de ochtenddauw en de mensehen, wier dag
taak begon bij 't eerste lichten, de men
schen, die ze kende allen van aangezicht tot
aangezicht, ze stonden in de 'natuur, ze
schenen één met het zwijgende landschap
en er was vrede en rust cn eenheid tusschen
hemel en aarde.
Hoe geheel anders was het hier! De zon
en de aarde en de stilte van 't vroege mor
genuur, 't scheen ver. vér weg en al wat
haar oogen zagen, 't was 9lechts: den
mensch en 't werk zijner handen.
't Was menschenwerk: hooge huizen,
mooie winkels, machines, gioot cn gewel
dig. die o\erbodig maakten het peuterig
doen van velen.
Midden op de straat stond Ilske stil. Ze
keek naar die mooie gebouwen, naar die
spiegelruiten, naar de fijn geweven stoffen
daarachter, naar 't kunstig gouds meewerk
en een dwaas, trotsch gevoel doortintelde
haar hart: voor het eerst besefte ze iets van
haar liefde voor den mensch.
„Doorloopen juffer", waarschuwde een
politieagent.
Zc keerde terug op haar schreden, maar ze
moest oversteken en medegaan met den
stroom. Ze moest gaan den weg, dien allen
gingen. Met een giimlach onderwierp zc
zich aan dien eisch van 't drukkere gcmcen-
schapsleven.
Op den Dam was het nu vol van bedrijvig
stadsverkeer. Op 't groote postkantoor zag
veler., steeds weer komen en .gaan en,'t
cc-n die niét?'cptfftldtjpfè*
vlo'êién^ i
Y.Hler is" levensecht levenV dacht'ze diep I
ademhalend. I-Inar oogen schitterden en
haar hóed gaf ze triomfantelijk een duw
naar achter.
Op de Heerengracht was het stiller; ze
keek niet op of om, maar ging vlug voort.
In een groot huis stond tusschen de half
opengeschoven donkere gordijnen een jon
getje. een klein, blond manneke en toeval
lig keek Ilske in 't vriendelijko kinder-
snoetje en vroolijk, of ze liem goed kende,
wuifde cn knikte ze hem toe.
'Het kereltje was heelemaal niet verbaasd;
een glans van vreugde overtoog zijn snoetje
cn juichend bonstcn zijn handjes tegen t
glas. Hij wenkte en Ilske zag, hoe hij trap
pelde van ongeduld cn verwachting en
onwillekeurig keek ze naar t naambordje
bij dc deur.
Ze stond stil
„Maar, dat, is coy!" zeet zc verbaasd „Dat
is Boy! Zon ik? Natuurlijk, zal ik!" Ze trekt
aan de bel en vóór het oude mevrouwtje
van Maren van haar verbazing over zoo'n
vroeg morgenbezoek bekomen is. heeft Ilske
kleinen Boy op haar schoot getrokken en
vertelt zo hem het mooiste sprookje, dat hij
ooit gehoord heeft en dat ze zoo maar uit
haar mouw schudt. „Zie je, uit déze
mouw!"
Den verderen weg naar 't nieuwe.tehuis,
ze ging hem met wapperende vaandels en
slaande trom en in haar handen hield za
veel geurende bloemen.
In het nieuwe thuis wacht haar een jong
vrouwtje, wier kleine handles popelen om
nic^ te helpen aan het bekende werk wn
koffers cn kisten uitpakken.