ST, EMILION S Zn, ütr.str. II Tel. 145 Schoolboeken Per flesch f 1.60, per anker f 65.- Hebt U een Taxa of Auto noodig? Eel sf ssi op 42 ORSGINEELE zeer aan te bevelen gèwit ISI7 in en verder® benoodigdheden VALKHGFF'S Boekhandel (Y. 0. BE JONG) Uirechtsohe Straat 46. YOGHURT Dagelijks verscta verkrUsbanr (>ij de melkinrichting AftflERSFORTS A Lagetreg 2 - Tel. 262 KBACNTOYEBBllENGiNG' KOPTEP ARESIDSTIJD MKB AREEI&iPRgSTATie 1/ B.S.CHOÖS.EMAN ói-CLCCTDO TKhMSCh BUOCAU -Vlb AMEPSf-OOCT - JU l 012 TSLtr 423 Verzonnen moeilijkheden. Bij informatie te bevoegdor plaatse is den Hqogschen redacteur van de Msb. gebleken, dat het bericht van de r.Telegraaf' als zouden er tusschen den gouverneur-generaal, mr. Fock, en den Minister van Koloniën inzake de Vloot- plannen, ernstige moeilijkheden zijn gerezen, «lechts op fantasie Berust. Het aftreden van een Indischen vlootvoogd luitenant-admiraal W. J. G. Umbgrove, ken niet beschouwd worden als een bewijs van wrijving tusschen den gouverneur-generaal en den Minister, daar het vertrek van den vloot voogd op dit tijdstip in verband met het ver strijken van den termijn van 3 jaar, waarvoor deze benoemingen gewoonlijk geschieden, reeds lang te vorc-n vaststond. Voorts werd nog verzekerd, dat er geen en kele grond bestaat voor de mccr.ing dat van den gouverneur-generaal geen medewerking zou zijn te verwachten bij de Uitvoering van do Vlootwet. De Katholieken en de Vlootwet. Wij vernemen, dat het bestuur van de R.-K. kiesverceniging in den rijkskieskring 's-Graven- hage dezer dagen een vergadering zal beleggen, waarin het een vóór- en een tegenstander zal laten spreken over de Vlootwet. Het bestuur zal daarna een motie opstellen. Het schijnt, dat er in de kiesvereeniginp een sterke actie gaand: is tegen de Vlootwet. Wij hooren tevens verluiden, dat in andere rijkskies kringen actie van de Roomsche kiesverenigin gen te verwachten is. (Hbld.) HERZIENING DER GEMEENTEWET. Verlichting von de taak van den Raad. Ingediend is een wetsontwerp tot herziening van de Gemeentewet, aen de memorie van toe lichting, waarvan het volgende is ontleend Na raadpleging van Ged. Stoten en onder scheidene gemeentebesturen kon de minister (ven Binncnlondsch Zaken en Landbouw) zich onbezwaard achten, de voorstellen der staatscommissie, welke was ingesteld tot voor bereiding van dc herziening der Gemeentewet, in hoofdzaak ongewijzigd, tot de zijne te maken. Nu tot herziening der Gemeentewet zal wor den overgegaan, betaamt het dankbaar te er kennen, eot hnar werking gedurende het lange tijdvak herer gelding in het algemeen bij uitstek zegenrijk is geweest. Hoe voortreffelijk de wet echter moge heb ben gewerkt, cn in menig opzicht nog werkt, de tijd is nochtans aan hoor niet spoorloos voorbijgegaan. D gemeenten ven onze dagen vooral dc grootc cn allergrootste, vertoonen een gansch ander beeld, stellen oon haar be stuurders veel hoogerc cischcn dan de ge meenten, die de wetgever van 1851 kende en voor oogen had, toen hij zijn regeling trof. De buitengewoon sterke toeneming van het zielental in de grootste gemeenten, de uitzet ting von net gebied horer huishouding, ver buiten de grenzen, die de wetgever van 1851 voor"oogen hadde sterk toegenomen eischen voor het openbaar verkeer, dc openbare ge- zondcheid en de geesthjke ontwikkeling; dc monopoliscering in handen van de gemeente van talrijke, omvangrijke bedrijven, met al dc oan het beheer er van verbondon beslomme ringen de in de laatste halve eeuw volledig gewijzigde inzichten omtrent de rol, die de gemeente in het spel der maatschappelijke klachten te vervullen heeft; de, vergeleken bij een halve eeuw geleden, reusachtig uitge zette staatstaak, met het daaraan als gevolg verbonden, ver boven vroeger uitgaand, ge meentelijk zelfbestuur het zijn even zoovele factoren, die de grootere en grootste gemeen ten hebben geplaatst voor een veel en veel omvangrijker taak dan te voren cn die haar karakter in tal van opzichten diep ingrijpende wijziging hebben doen ondergaan. En het laot zich aanzien, dat de grens der bemoeiingen van de gemeentebesturen nog niet is bereikt en dat de omvang van hun arbeid verdere uitbreiding nog zal ondergaan. Op dezen zoo geducht vrnnderden toestand is de gemeen tewet niet berekend. De overlading van den Raad. Gewezen wordt op dc moeilijkheden, die on dervonden worden van de regeling in de ge- mcentwet van de bevoegdheden der drie organen van het gemeentebestuur en van haar verhouing tot elkander. Zij zijn oorzaak, in de eerste plaats, dot de raad overbelast is, althans belast met zeer veel arbeid voor het verrichten waarvan hij niet, of niet meer, het meest geschikte orgaan is. Tot nu toe moet de raad in schier alle zaken, de nietigste niet uitgesloten, worden gemoeid. Met de lengte der raadsvergaderingen is haar aantal onge meen toegenomen. Eens vergelijking van hri aantal van zes vergaderingen, dat de ge meentewet, beducht dat de read niet vaak ge- noeer zou worden bijeengeroepen, noodig oor deelde als minimum voor een jaar voor te schijven, met het aantal verpoderingen det thans in de aanzienlijke gemeenten jaarlijks noodig is, toont meer dan iets anders de over lading van den raad aan. Vergeleken bij voor heen is ook het karakter van den raad aan zienlijk veranderd. Het is allengs bepaalde lijk door de invoering van het nieuwe kies- stelsel, een politiek lichaam geworden, waarin het partijwezen zijn invloed krachtig doet gelden. De zeer toegenomen taak van den raad en zijn veranderd karakter vlerken nadeelig op hel college van B. en W. terug. Zijn leden wor den zeer in beslag genomen door de vele en lange raadsvergaderingen. Andere verdeeling van de bestuursteak tus schen laad en burgemeester en wethouders is daarom, naar de mccning van den minister, bij deze herziening meer dan iets anders noo dig. De raad behoort van de bestuursfuncties voor een zeer aanzienlijk deel te worden bevrijd en deze behooren over te gaan op burgeme?s- ter en wethouders. De bestuursfuncties riet de regelende wetgeving moet n voer het groot ste deel worden gecentraliseerd bij B. en W* De read zal daardoor in hoofdzaak worden het regelend en cemraliseerend college, het lichaam dat de verordeningen in het leven roept welke het in het belang der gemeente noodig oordeelt; het orgaan det bij uitzondering het bestuur in eigen hand houdende, als regel zich er toe be paalt de beginselen aan te geven cn te omlij nen waarr.ear bij het bestuur wil zien gevoerd het lichaam voorts dot contróle oefent op het college ven B. en W., dat in onbeoerkte mate van zijn bestuur rekenschap schuldig zal zijn oan den raad, die door het uitoefcr.cn van toe zicht en ook longs anderen weg, met name door gebruikmsking van het recht van inter pellatie, de gelegenheid vinden zal er voor te woken dot het bestuur volledig in zijn geest wordt gevoerd en naar zijn inzicht zich richt. Het wetsontwerp nu geeft onderscheidene bestuursbevoegdheden non B. en W., maar be- j paalt dat deze slechts kunnen uitgeoefend wor den als dc raad daartoe besluit. Toezicht van een verantv/ooidelijkhcid nar den read blijven onbeperkt, evenals zijn bud getrecht Dc taak van het college van B. en W. Gnsn dc bestuursfuncties, die in de artt. 136 e.v. dor gemeentewet aen den raad zijn opge dragen in hoar algemeenheid op B. en W. over, dan zal dit college door een niet gering deel worden bevrijd van den voorbereidenden arbeid voor de in den raad te behandelen zaken. Hef zal ook minder van zijn tijd behoeven nf te staan voor het verdedigen in de vergaderingen van den raad ven zijn voorstellen. Daartegen over echter staat det zijn bestuursfuncties in andere opzichten door de verandering worden verzwaard. In de groote gemeenten staan B. en W. voor eën te zwaar geworden teak. Het reusachtig toegenomen zelfbestuur is voor een aanzienlijk deel in him handen gelegd. Hun ar beid groeit nog steeds aan. Nu kan in de wet de gelegenheid worden geopend om in dc grootste gemeenten het gc- tel wethouders op te voeren boven het tegen woordig maximum van zes. De minister meent dat dc grootste gemeenten op dit punt vrij kunnen worden gelaten en hij draagt een wij ziging in dezen zin voor, al wil hij daarmede volstrekt niet de wenschelijkheid van het nog vermeerderen van het getal wethouders uit spreken. De minister is evenmin als de commissie voorstander van hot toekennen van zelfstandi ge bevoegdheden aan de leidende hoofdamb tenaren. Wel meent hij, dat voor bepaalde ge vallen de bevoegdheid aan den raad, B. en W. en den burgemeester zou kunnen worden toe gekend, om verrichtingen, aan hen over de wet', opgedragen, geheel of voor een deel (cn altijd onder eigen verantwoordelijkheid cn behoudens beroep) op te dragen aan gemeenteambtenaren, zoodat deze b v. de uitvoering van aen deel wordt, volgens bij algemeencn maatregel van van de verordeningen, speciaal van dio van bestuur te stellen regels, de mogelijkheid gc- technischcn aard, waarbij him inzicht ova*- opend, dat in de kleinste gemeenten de Rijks- heerschend is, voor hun rekening kunnen krij- politie de taak der gemeenïepo'itie overneemt, gen en op her. ook voor bepaalde onderwerpen wanneer dat tot besparing van kosten en tct kan worden afgewenteld de van eenig orgaan beter toezicht vermag te leiden. van het gemeentebestuur gevorderde mede- j Eindelijk oanvaardt de minister de gedeelte, werking aan dc uitvoering van regelingen van dat het innig verband tusschen het gemeenle- hooger gezag. De minister dragt wijzigingenlijk- en het Rijkspolitiegezocr in de gemeente in dezen geest voor. en het groot belang, dat het Rijk, bij de bruik- Voorts wil de minister ook den burgemeester baarheid van den gemeentelijken politiedienst het recht toekennen, de van hem gevorderde heeft, het bij uitstek wenschclijk moken, dat de modewerking te delegeeren op gemeenteambt©- j Kroon invloed uitoefene op de bezoldiging, de naren, behoudens beroep op hem. samenstelling Van de eischen van benoembaar- De regeling, voorgedragen door de staats-i heid, het aantal en de rangen van het politie- comrnissie, krachtens welke de burgemeester personeel. Het 5de lid van artikel 184 van het van gemeenten van ten minste 40.000 zielen ontwerp geeft aan deze gedeelte uitdrukking, zich desverlangd kan ontslaan van de taak om I Onder de algemeene beschouwingen over het den rand te presideeren, meent de regeering niet politievrnagstuk heeft de Commissie reken- te moeten overnemen. Voor 's burgemeesters sch«p gegeven ven dc redenen, die haar hebben positie acht zij het beslist noodzakelijk, dat hij ge]cid niet te tornen aan de tweede alinea van tevens in's raad» vergaderzaal het eeregestocltejart^j jga der Gemeentewet (het politietoe zicht van den burgemeester op openbare verma» inneemt. Bovendien zou dc door de staatscom missie voorgestelde regeling strijden met de grondwet. In de wijze van benoeming van den burge meester wenscht de minister, evenmin als de commissie, verandering gebracht te zien. In arL 136 van het ontwerp is de uitvoerings- of delegatie-bevoegdheid toegekend. Daarnaast is, ter afsnijding ven de twistvraag of dispen satie van een verordening door een andere macht dan die haar mankte, kan worden voi- leend, in dit artikel den rood de macht toege kend, bepaalde voorschriften in zijn verorde ningen oan te wijzen, waarvan door B en W of den burgemeester ontheffing kan worden ver leend Samenwerking van besturen. rcmecntc- Zol aan de groot geworden en nog altijd aan groeiende behoefte aan gemeenschappelijke regeling van gemeenschoppelijko belangen naar eisch kunnen worden voldcan, zonder dat, zoools in de latere jaren uit nood is geschied, de bodem van het publiek recht wordt verlaten en in meor of minder bedenkelijke privaatrechtelijke con structies genezing wordt gezocht, danmoeten allereerst dc artikelen 12T en T22 der gemeente wet leniger worden gemaakt cn geschikt om de samenwerking op groote schaal in dc hand te werken. De minister heeft het bij K. B. van I Maart 1915 ingediende, doch thans ingetrokken ontwerp van wet „tot wijziging en aanvulling van de wettelijke voorschriften, welke regeling van gemeenschappelijke belangen tusschen ge meenten baoogon" zich tot voorbeeld gesteld von de herziening, die hij op dit punt voordraagt. Hij meent daarom te kunnen volstaan met in het algemeen van de toelichting ven zijn voor stellen op dit punt naar ontwerp van wet en de daarbij behoorende memorie van toelichting te verwijzen en bij den inhoud daarvan zich aan te sluiten. Hier moge slechts worden ontwik keld in hoever de voorstellen van den minister, daargelaten de in sommige opzichten anders luidende formulcering der Gemeentewet princi pieel afwijken van die in het ingetrokken ont werp vervat Die afwijking is drieledig. Terwijl in dit laatste wetsontwerp gemeenschappelijke kelijkheden'enz.) In onzen tijd van snel en ge makkelijk verkeer en veelvuldige openbare cri- tiek is de schaduwzijde, aan de bestaande re geling verbonden, bij uitstek gering. De bepa ling volkomen te schrappen, zou bedenkelijk zijn, daar zij een heilzame preventieve werking heeft, die niet behoort te worden prijsgegeven, "s Burgemeesters beslissing aan beroep te on dervangen zou weinig practisch zijn en boven dien dc omzichtigheid cn de objectiviteit, waar mede iedere burgemeester deze bepaling be hoort te hanteeren, kunnen verzwakken. In het beleid van den burgemeester, aan wicn zoovele groote belangen zijn toevertrouwd, meent de Gemeentewet-commissie cok op dit punt vol doende vertrouwen te mogen stellen. Waar het een enkele maal faalt, is de ramp te overkomen en ligt bovendien in de eritiek, die geoefend ral worden, een remedie tegen nieuwe afdwalingen, zoowel in de betrokken gemeenten als elders. Dc Minister kon zich met den hier weergegeven gedachtengang volkomen vereenigen en stelt dan ook voor art. 186 in dit opzicht ongewij zigd te laten. Het toezicht van de tweede nfdeeling der Gemeentewet om schrijft de burgerrechterlijke behandelingen der gemeentebesturen, die aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zijn onderworpen. De minister heeft gemeend, op dit punt enkele wij zigingen te moeten voordragen. Zoo heeft hij besloten, dat de in art. 194 der geldende wet onder de letters d. e en f genoemde besluiten aanvaarding van ean de gemeente gemaak te legaten, of gedane schenkingen, het onder hands verhuren, vernachten, of in gebruik ge ven en het onderhands aanbesteden van werken of leveranties de goedkeuring kunnen ont beren in gemeenten van ten minste 40.000 zielen. Voorts is ten aanzien van de onder a en b van artikel 194 der wet bedoelde besluiten, het aangaan van geldleeningen en het waar borgen der renten en aflossingen van geldlee- nir.gcn door anderen aan te gaan waarbij in elk bijzonder geval behoort te worden onder zocht, of de aflossingsbepalingcn rekening taxatie wel vakkundig is geschied, schijnt den minister dan ock niet gewettigd. Visschen op snoek. 1 De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw brengt ter kennis van belangheb benden, dat het voornemen Ijestaata. voor 1923 van 1 Augustus tot 15 October, b. voor 1924 van 1 Juni tot 15 October, in de onder staande in de provinciën Utrecht, Zuidholland en Noordhollar.d gelegen wateren, in het be lang van de bescherming van den snoek, het visschen met den hengel, geaasd met visch, te verbiedende Winkel, het Gein van af de Vink tot Loenersloot, de AngsteL de Oude Vecht, de Lcidsche Rijn van Utrecht tot Lei den, de Bijleveld, de Bijleveldsche vaart onder Wilnis, de Vlcutensche wetering met inbegrip van de Proostwetcring, de Schalkwijksche we tering, de Linschotcn van af den Leidschen Rijn te Woerden tot aan Oudewater, de Nieu we of Montfoortsche vaart, van af de Linscho tcn tot aan Montfoort, de Grecht, de Kamerik- sche wetering, de Zegveldsche wetering, de Grachten om de stad Woerden, de Kromme Mijdrecht, do Oostvoart van af den Leidschen Rijn tct aan het dorp Hazerswoude, de West vaart of Gcmeenewegsche veart van af den Leidschen Rijn tot aan het dorp Hazerswoude, de Westeirdervnart ten noorden van het dorp Hazerswoude, de Vliet onder Hazerswoude van af de Obstvaart tot de schutsluis van het Rietveld, de Drocht van af de Oude wetering tot aan het Aarkanaal, de Leidsche vaart van af dc Zijl tot aan het Aarkanaal, de Dwars- wetering, de Stroomsloot, de Hofdijksloot, Visschen met den kuil. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft, gelet op art. 10 van het Zuid-Hollandsche stroomen-visscherij-reglement laatstelijk gewijzigd bij Kon. besl. van 22 Mei 1920, bepaald, dat met afwijking in zoover van het voorgeschrevcne in art. 9, eerste lid, vet voornoemd reglement, de gesloten rijd voor het visschen met den kuil, hoe ook bevestigd, in het Hollandsch diep boven de lijn, gaande van het kustlicht van Willemstad naar den havendam van Numensdorp, in 1923 zal in gaan op 15 Augustus, in pleats van op 1 Au gustus. Waarop bezuinigd kan worden. Men schrijft aan de Tel. uit militaire krin- vennootschap werd uitgesloten voor zoover bij die regeling „de bclanoen der ingezetenen recht streeks betrokken zijn wordt deze vórm in het onderhavig ontwerp vrijgelaten. In het onder havig ontwerp is voorts de dwangoefening tot samenweiking toegestaan, die iï) het vroeger ontwerp ontbreekt. houden met den duur der objecten, waarvoor .•»- wordt geleend cn of het tegenwoordig geslacht niet ten nadcele van volgende generaties wordt bevoordeeld, voor alle gemeenten het ver- eischte van goedkeuring behouden. (Art. 137 van het ontwerp). Het financieel beheer. De voorschriften der gemeentewet, die het firancieel beheer der gemeentewet raken, be vredigen niet meer, omdat zij niet berekend zijn op de eischen, die aan dat beheer in dén tegenwoordigen vorm moeten worden gesteld. De thans door den minister voorgestelde wijzigingen in de algemeene regelen der ge meentewet voor het financieel beheer hebben ten doelde gemeentebesturen te verplichten tot een zoodanige inrichting daarvan, dat een duidelijk overzicht wordt verkregen zoo\/el van het beheer in zijn geheel ols van dat der verschillende zelfstandige bedrijven cn difcn- s'.en de noodzakelijke, door de werking von art. IT4bis teloor gegane, eenheid in regelin gen cn vormen te waarborgen, en een streng en geregeld toezicht op het financieel beheer te verzekeren. Do begrooting en de rekening moeten zijn een bcgrooting en rekening van baten en lasten en van kapitaal-ontvangsten en -uitgavencn als regel moet de balans het sluitstuk der rekening zijn. Aan een algemee- ren maatregel van bestuur wordt het opstelien der modellen van begrooting, rekening en ba lans opgedragen. In verband met de schrapping der bepalin- gen voor den ontvanger is in nieuwe bepalin gen het financieel beheer volledig aan B. en W. toegedragen. In de herziene gemeentewet is rekening ge houden met do gewijzigde opvatting betreffende de scheiding tusschen zaken, die oan de ge meente en aan het burgerlijk toebehooren en zaken tot den openbaren dienst bestemd. Art. 230 is volgens de rechterlijke macht uitshritend van toepassing op zaken, die naar het burgei- j lijk recht eigendom der gemeente zijn. Voile vrijheid kan worden verleend om dor ten open- baren dienst bestemde zaken, die aan dc ge- De Staatscommissie komt, mede aan de hand meentc toebehooren> het voorwerp te doen zijn van ae adviezen der door haar geraadpleegde om rechtshandelingen, ander voorwaarde dat de deskundigen, tot de slotsom, dot bestendiging ich,!hondel|n„ in „kei opzicht inbreuk van dc gemeentelijke politie, nevens de Rijlts-1 maav, op bestemming tot den openbaren politie, aanbeveling verdient. j dienst, bear gehe<el onaangetast iaat. Voorts zal Met deze conclusie kan de minister zich ver- art 25I der wet in dien zin moeten worden ver eenigen, zij het dat hij bij dc uitwerking zich duidtlijkt, dat het onderhoud van allo zaken, die eenige afwijkingen heeft veroorloofd. lot den openbarcn dienst der gemeente zijn be- Ook gnat luj accoord met de meaning, dat stcJT>d onverschillig of hij al don niet bij haar de burgemeester de taak der handhaving van in ejgendcm zijn, op de gemeente rust, voor de openbpre orde in de gemeente geheel naar ZOover een wettelijk© verplichting tot onderhoud eigen inzicht en zelfstandig binnen dc gTenzen van andercn njet bestaat. Eindelijk komt het den der wet moet kunnen uitoefenen, zonder aan ^sier VOOr, dat art. 229 der gemeentowot kon wenken of bevelen, van welke autoriteit ook, vervallen, gebonden te zijn, maar dat dc mogelijkheid oon- j wezig moet zijn 's burgemeesters gezog op een Algemeene Rekenkamer, andere autoriteit door den met de uitvoe-1 Naar aanleiding van da opmerking in het ring der wet belasten minister aan tc wijzen verslag der commissie in wier handen is gesteld te doen overgaan als de stoornis der open- j het verslag der Algemeene Rekenkamer nopens bare orde in meer gemeenten dor provincie haar werkzaamheden over 1920, aangaande de intreedt, of de handhoving er van gevaar loopt, .indertijd plaats gehad hebende taxatie van den Intusschen meent de minister, dat in de wet de liquidatie-voorraad der Rijksklcedingvoorziening. mogelijkheid is te voorzien, dat bij een gebrek deelt de minister van ifinanciën mede, dat dc be- aan doortastendheid van de zijde van den doelde taxatie is geschied aan de hand van de burgemeester de Rijkspolitie zelfstandig op- voorrendstaten, welke hebben gediend voor de treedt. Een aanvulling van het door de com- afsluiting van het boekjaar 1918. De taxatie is missie voorgedragen art. 176 brengt dit tot sterk beïnvloed door de omstandigheid, dat de uitdrukking. Bovendien zou de minister aan een handel in textielgoederen vrijwel stilstond de algemeencn maatregel van bestuur voorbehou- algemeene vrees, det de groote prijsdaling, den wenschcn in te zien de wijze waarop de welke kort na den wapenstilstand was ingetrc- gcmecntepoUtie hulp verleent aan de Rijks- den, nog niet tot staan zou zijn gekomen, had politie. Met name de dienst der recherche kan tot gevolg, dot de kooplust tot een minimum was aldus aan vaste regels gebonden worden. Verder gedaald. De in het verslag geuite twijfel, of de De politic. gen: Volgens een bestaande bepaling kunnen de deelnemers aan sport-oefeningen, welke geacht worden in het belang van het leger te zijn, in het genot worden gesteld ven vervoer voor Rijksrekening en verblijfstoelsgen. Zoo werd dezer dagen ean een concours- hippique te Winschoten en te Groningen deel genomen door 18 officierer, waarvan verschei dene uit de zuidelijke garnizoenen, Tilburg, Breda en Bergen op Zoom afkomstig waren. Da deelnemers worden met hunne oppassers cn paarden (dikwijls 2 of 3 per deelnemer) ver voerd voor Rijksrekening, terwijl aan de deel nemers bovendien verblijfstoelegen wordt toe gekend. Het eigenaardige doet zich hierbij echter voor, dat vrijwel steedi dezelfde officieren aan d*zo wedstrijden deelnemen. In Mei en Juni van dit jaar werd wederom door 'n aantal cadetten deelgenomen aan roei- wedstriiden te Amsterdam en Alphen a/d Rijn, onder genot van reis-verblijfkosten. ^Aan de Koninklijke Militaire Akademie is on langs een nieuwe functie geschapen, n.l. die van „Directeur van uitgeven van boekwerken aan de K. M. A.'\ een functie, welke voorheen door een anderen titularis als neven-functie werd vervuld. Deze titularis-gepensionneerd met f 2700 jaars, geniet nu als directeur van uitgeven van boekwerken bovendien aan salaris f 4200 tot 5400 per jaar. Daarvoor is hij directeur over één hulpschrij ver en «^en magazijn met boekwerken en regle menten! De hulpschrijver geniet een wekelijksoh pen- oiocn von 43 en als hulpschrijver een salaris van30 week. Toch loopen er tal van wachtgelders, die uit de belasting-penningen een wachtgeld genie ten en voor deze functiën zouden zijn aan te wijzen, hetgeen den Staat der Nederlanden niet resp. 5400 en T500 zou kosten. Bij het wapen der genie zijn tal van officie ren van het wapen infanterie gedetacheerd om dat het aantel genieofficieren te gering is en allen bij een der genie-staven zijn ingedeeld. De genie-officieren genieten zooals bekend een toelage boven hun salaris van f 800. Te Breda is o.a. het aantal officieren van den genie-staf zóó groot, dat een hunner be last is met het toezicht op de waterka raffen, drinkglazen, zeepbakjes en ruiten bij de Koninklijke Militaire Akademie. Ook deze titu laris geniet boven zijn tractement als officier een toelage van 800, omdat hij. tot het wapen der genie behoortl Mr. P. J. Troelstra. Mr. Troclstra, die eenigen tijd ziek is ge weest, is vrijwel hersteld. Hoewel hij nog rust behoeft, heeft hij toch reeds een deel van zijn werkzaamheden hervnt Surnumerair registratie en domeinen. De Minister van Financiën, terugkomende op zijn vroeger bestaand voornemen, maakt be kend, dat dit jaar geen nieuwe toelogen zullen worden toegekend aan jongelieden, die wen- schen te worden opgeleid tot surnumerair der registratie en domeinen Het vergelijkend onderzoek, bedoeld in artikel 3 van het Koninklijk besluit van 12 April 1919 (Staatsblad no. 175), van hen, die zich tot het bekomen dier toelage hebben aangemeld, zal derhalve niet plaats hebben. De bij de verzoekschriften overgelegde stuk ken zullen aen de rechthebbenden worden te ruggezonden. Niet ah raadslid toegelateA. Een kwestie van toelating is Maandag in den Arnhemscjien gemeenteraad behandeld. Do meerderheid der .Commissie voor het on derzoek der geloofsbrieven van de nieuwbe noemde raadsleden adviseerde tot niet toelating van den cendidaat der Christ. Hist den heer G. von Rockel. De heer van Roekei bekleedt n.l. de betrek king van rentmeester v. h. Weeshuis te Arnhem De meerderheid der Commissie was ven oordeel dat de heer van Roekei ambtenoor is, dat de Rentmeester rekenplichtig is aan een administra-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 2