AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" zaterdag 4AU9. 1923
ST. EMILIOM
bij 1.1. SCHOTERMAHI la., Ulr.str. IT Tel. 145
BED ROHM SUFFERS
FlilUWSTL DESSINS 10.75
A. V. D. WEG LANGESTRAAT 23
Eigen gemaakte Kinderkleeding.
DE FIRMA FONTEIN SCHIPPERS,
BEDOENMAKERIJ - VERHUIZINGEN MEUBILEERIHG. Tel. 496
Per flesch f 1.60, per anker f 65.-
GOEDKOOPE AANBIEDING
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
Magaz. „De Dom"
FEUILLETON.
In Eeuwigheidslicht
G. VAN DUIN
JOH. VAN DIJK
22e Jaargang
No. 30
LANGESTRAAT 24
BEHANGERIJ STOFFEERDERIJ
BIZONDERHEDEN:
Axwinster Karpetten. Kwaliteiten als vóór den oorlog 158.—, f 67.50
I 84.50. Tap. Beige Karpetten t 20,- t 20.10, f 32.— t 34-50, I 30.20
Tatelkleeden, Pracht Mohair kwaliteiten. Grootste maat t 26.50
Sireepstotfen. 120 cM. breed per meter t 2.25 en t 1.50.
ORIGINEELE
zepr aan te bevelen
{Bordeaux, gèwas 1917
Toiletartikelen, Sponsen, Haarborstels, Kammen,
Haarnetten (Mutsmodel) 10 CENT.
resident W. G. Harding, f
Toen in het begin von Nov. 1920 de republi
keinsche condidaat voor het Amerikaonsche
presidentschap Warren Gamaliel Harding tot
president werd verkozen en ook zoowel in het
congres als in het Representanten-Huis de re
publikeinen in de meerderheid waren, behaalde
niet zoozeer Harding de overwinning, doch leed
Bsyéeleer Wilson de nederlaag. De uitslag was
dan ook een tegen de politiek van Wilson ge
richte manifestatie van het Amerikaansche volk,
dat door een duidelijke uitspraak bij de stem
bus te kennen gaf niet langer gediend te zijn
van Wilson's politiek. De electorale uitspraak
beteekende een vonnis, een veroordceling van
[Wilson.
Wat was de oorzaak, dat Wilson zijn popu
lariteit zag Anen? Het wil ons voorkomen, dat
zijn échec in de allereerste plaats was toe te
schrijven aan het feit, dot zijn optreden in-
druischte tegen de Amerikaansche tradities. Zoo
Icon het dan ook gebeuren, dat, toen Wilson in
1912 voor het eerst werd gekozen, hij 435 van
de stemmen der 531 kiesmannen (electoren)
behaalde; maar bij de verkiezingen in 1916
daalde het aointal van 435 plotseling tot 277.
Ternauwernood was de meerderheid voldoende
om hem in zijn ambt te bevestigen. In dit
grbote stemmenverlies werd dus reeds aange
kondigd, dat zijn invloed ging verminderen.
Het zondigen tegen tradities, merkten wij op,
was de voornaamste reden, dat het Amerikaan
sche volk hoe longer hoe meer zich van hem
ging afwenden. Ging het deelnemen van de Ver.
St aan een Europeeschen oorlog reeds tegen
de Amerikaansche tradities in, ten overvloede
was Wilson de eerste president, die, niet, zoo
als tot dusver placht te geschieden, zijn bood
schappen schriftelijk ter kennis bracht van 't
congTes, doch ze mondeling voordroeg. Toen
Atnerika aan den oorlog deelnam, beschouwde
Wilson het kabinet vrijwel als een quantité
rtégligcable en trok vrijwel alle macht aan zich.
Men heeft hem in Amerika dan ook zijn tsaris
tisch en autocratisch optreden verweten en men
kon er geen genoegen jnee nemen, dat Wilson
©p al te duidelijk aan den dag tredende wijze
^fflleenheerschers-allures aannam. Want wel is
l&echtens de Amerikaansche constitutie de pre
sident der Ver. St. in oorlog en vrede opper
bevelhebber van alle strijdkrachten ter zee en
tè land, maar het Amerikaansche volk was de
opvatting toegedaan, dat het nochtans niet aan-
een mate als Harding zich veroorloof
de de constitutie op zij te schuiven. Ten zeerste
Heeft men het hem dan ook euvel geduid, dat
hij misbruik maakte van de bevoegdheden, die
het congres hem had toegekend om zoo krach
tig mogelijk den oorlog te voeren. Tijdens den
oorlog, toen de publieke opinie nog beïnvloed
werd door het verlangen om den strijd te win
nen, werd de kritiek minder vernomen, .maar
nadat de oorlog werd geliquideerd, baande de
ontevredenheid zich een uitweg. Daarbij kwa
men nog de oorlogsgevolgen: duurte, sociale
onrust, economische malaise, enz. Deze worden
door het volk steeds geweten aan de regec-
ring, die op dergelijke momenten aan het be
wind is. Zoo moest de democraat Wilson in
Nov. 1920 zijn ambt vaarwel zeggen en werd
hij, in wien vooral het individualisme was ver
persoonlijkt, vervangen door den republikein
Harding.
Minder door zijn persoonlijke kwaliteiten dan
wel- dank zij de misnoegdheid van het Ameri
kaonsche volk werd derhalve Harding op de
hoogste post der transatlantische republiek ge
plaatst. Van den nieuwen president werd door
zijn aanhangers verwacht, dat hij een minder
naar Europa georiënteerde, meer een speciale
Amerikaansche isolcmcntspolitiek zou voeren
en de leuze der republikeinen, door' dezen zoo
dikwijls aangeheven, zou verwerkelijken: „Los
van Europa, los van den Volkenbond". Heeft
Harding beantwoord aan hetgeen van hem werd
verwacht?
Deels inderdaad: ofschoon voortdurend aan
drang van Europeesche zijde op Amerika werd
uitgeoefend, opdat dit lid zou worden van den
Volkenbond, nochtans heeft president Harding
dezen lokroep steeds weten te weerstaan; de
conservatieve Amerikaan, die zich alleen wil-
bemoeien met de zaken, die in eigen huis
voorvallen en weinig neiging voelt om zich in
het Europeesche wespennet te steken, vond in
Harding den man, die door zijn afzijdigs-
poiitiek jegens Europa zijn hart vermocht te
bekoren. Alleen een heel geringe toenadering
tot Europa viel tijdens zijn bewind in zooverre
te bespeuren, dat een gezindheid tot uiting
kwam om Amerika toe te doen treden tot het
Internationale Hof van Justitie. Maar telkens,
wanneer deze eventualiteit ter sprake werd ge
bracht, vond Harding het noodig nadrukkelijk
vast te stellen, dat de consequentie van een
dergelijk toetreder) nimmer zou beteekenen het
lidmaatschap der Ver. St van den Volkenbond.
Wij herinneren ons in dit verband een carico-
tuur, die Amerika's positie in verband met het
•orenstaande niet onaardig weergeeft. Men
ziet Uncle Sam gearmd zitten met een meisje:
The World Court. Uncle Sam voelt zich echter
bij deze flirt niet geheel op zijn gemak; hij
kijkt schichtig achterom en ziet daar de
League of Nations zitten: een bazig wijf, druk
bezig met de breikous. Het onderschrift van het
plaatje luidt: „O, als ik mofr niet zoo bang
was voor mijn schoonmoeder!" Inderdaad: de
Volkenbond is voor vele Amerikanen een af
schrikwekkend instituut met schoonmoedcrlijke
onaangename kanten. En daarom aarzelt Ame
rika ook nog om te trouwen met het Interna
tionale Hof van Justitie.
Het Amerika van Harding wendde zich in
zooverre van de Europeesche aangelegenheden
af, dat het niets te maken wilde heb*ben met een
Europa, dat ontredderd is en door een ave-
rechtsch beleid nog dieper in het moeras dreigt
te geraken. Relaties met een gezond Europo,
gezond geregeerd, ziedaar iets, waar Harding
wel voor voelde. Vandaar, dat hij gedurende
zijn bewind is overgegaan tot enkele stappen,
waardoor hij trachtte mede te werken om den
oorlog te liquideeren, toekomstige oorlogen
te voorkomen en gezonder toestanden in 't leven
te roepen.
In dit verband moet worden herinnerd aan
de ontwapeningsconferentie van Washington,
die als pogig om den wedstrijd in bewapenin
gen den pas af te snijden, een prijslijk initiatief
moet worden genoemd, ol zal het Harding stel
lig hebben gesmart, dat in de praktijk van deze
ontwapening niet al te veel is gekomen, ter
wijl bovendien verscheidene Europeesche sta
ten groote .landlegers op de been houden. Een
verder blijk van Harding's verlangen om het
zjjne er toe bij te dragen in Europa een beter
gezindheid te doen overheerschen, kan men
vinden in zijn, bij monde van Hughes, den mi
nister van buitenlondsche zaken, gedane voor
stel om door een internationale onpartijdige
commissie de Duitsche betalingscdpociteit te
doen vaststellen. Ook op dit gebied heeft Ame
rika, hetgeen de regeering van Harding nan de
hand deed, niet algemeen aanvaard mog.-n zien.
Want wel aanvaardde Duitschland het voorstel,
maakte Groot-Brittannië Hughes' plan tot
het zijne, maar Frankrijk wees het van de hand,
omdat het meende, dat de bevoegdheden van
de Commissie van Herstel erdoor in 't gedrang
zouden worden gebracht.
Het is niet van Europa, op zichzelf be
schouwd, dat Amerika zich zoozeer afwendde,
maar van dat Europa, hetwelk een gezonde
economische ontwikkeling der wereld saboteer
de. Vandaar de verontwaardiging in Amerika,
toen Frankrijk op de conferentie van Washing
ton uitvluchten zocht om aan de ortwapening
te ontkomen, vandaar dat de Amerikaansche
bezettingstroepen aan den Rijn werden terug
getrokken, vandaar, dat Harding den vredestoe
stand met Duitschland herstelde, vandaar dat
Amerika handelsbetrekkingen op het oogenblik
aanknoopt met zijn bovengenoemden voorme-
ligen vijand. De geringe bereidheid om nadere
relaties met het tegenwoordige Europa aan te
knoopen moet dan ook worden toegeschreven
aan het feit, dat het Amerika van Harding tot
dusver niet den wil in Europa kon vaststellen
om de reconstructie ernstig ter hand te nemen.
Of taans na den dood van Harding een koers
verandering in de politiek der Ver. St. ten
opzichte van Europa zal intreden, is niet dade
lijk waarschijnlijk; in allen gevalle valt te ver
wachten, dat tot Maart 1925 de staatkunde der
Ver. St., die in de eerste plaats Amerikaansch
is, zal worden voortgezet. Op genoemden da
tum toch zal een nieuwe Amerikaansche presi
dent Harding's ambt moeten aanvaarden; in
dien tusschentijd zal denkelijk de vice-president
Coolidge de functies van Amerikaansch pre
sident vervullen.
W. G. Harding is op 2 November 1865 in
den staat Ohio geboren. Na het volbrengen
zijner studiën, begaf hij zich in het krantenbe-
drijf. Sedert het jaar 1884 was hij als dagblad-
eigenaar in Marion gevestigd. Van 1900 tot
1904 was hij lid van den Senaat van Ohio, van
1904 tot 1916 vice-gouverneur van dezen
staat. Als candidaat van de republikeinsche
partij leed hij bij de gouverneurs-verkiezingen
in 1910 een nederlaag. Sedert 1915 vertegen
woordigde hij Ohio in den Bondssenaat. Har
ding heeft dus, met uitzondering van de laatste
8 jaar, zijn gansche leven in zijn geboorteland
gewoond. Zijn jeugd stond onder den beslis-
senden invloed van den tijd na den burgeroor
log. Met een bijna religieuze overtuiging hing
hij de republikeinsche partij aan, wier politiek
naar zijn inzicht, alleen het patriottisme van
dé Amerikanen kon voldoen, terwijl hij de de
mocraten als rebellen beschouwde. Ook het
economische program von de republikeinen,
zooals het in zijn tijd ontstond, maakte hij tot
het zijne. De republikeinsche partij bestond
toen uit een agrarisch clement (de grondbezit
tende farmers uit het westen) en een industrieel
gedeelte (van de noord-atlantische kust). De
industrie verlangde hooge invoerrechten tegen
buitenlandsche concurrentie, maar binnen de
grenzen der Unie moest de staat niet ingrij
pen in de particuliere industrie-aangelegen
heden. De stelling, dat noch aan 't landelijk, noch
het industrieel privaateigendom door den wet
gever mocht worden geraakt, was de gemeen
schappelijke band tusschen de twee groepen.
Deze ideeën is Harding steeds trouw gebleven.
Ook toen veranderde verhoudingen een her
ziening van het partijprogramma naar meer
moderne gezichtspunten noodig maakten, voor
namelijk toen een groot deel der bevolking
zich tegen de corruptie en de diktatuur der
partijmachine, tegen de ongecontroleerde
heerschappij van regeering en partijen ver
zette, toen Roosevelt het vernieuwingsproces
praktisch in den weg van een nieuwe partijfor
matie, het progressivisme, leidde, stond Har
ding in den strijd, waarin Toft overwinnaar
bleef aan de zijde van de „oude garde". Zijn
kandidatuur voor den presidentszetel betee
kende dus een nieuwe zege op de progres
sieve richting. En de buitenlandsche politiek
stelde Harding de Monroe-leer als voornaamste
gedachte op den voorgrond, terwijl hij ook
overhelde naar de erkenning van de pan-ame-
rikaansche i aanspraken der Unie in midden-
Amerika.
De Staatscourant van gisteravond bevat
o. m. de volgende Kon. Besluiten
benoed tot ontvanger der registratie en do
meinen te Utrecht W. Nanninga, thans bewaar
der van hypotheken, kadaster en scheepsbewij-
zen Je Sneek te Zevenaar J. Smit, thans sur
numerair dierzelfde middelen
In verband met de aanstaande opheffing vnn
de Ned. Indische bestuursacodemie met ingang
van I Augustus 1923 met dank eervol als
zoodanig ontslagen dr. C. Snouck Hourgronje,
hooglceroar aan de Rijks Universiteit te Lei
den, adviseur voor Indische en Arabische Za
ken bij het departement van Koioniën, als lid
en voorzitter van het college van curatoren der
Ned. Indische BestuursacademieE. C. Baron
Sweerts de Landas Wyborgh, commissaris der
Koningin in Zuid-Holland, oud-lid van den Raad
van Ncd.-IndiëF. A. Liefrinck, oud-lid van
den Raad van State en A. W. F. Idenburg,
oud-gouverneur-generaal van Ncd.-Indië, lid
van de Eerste Kamer, als leden van genoemd
college en mr. G. J. A. van Berckel, gepen-
sionneerd Oost-Indisch Hoofdambtenaar als
directeur.
benoemd tot leeroar aan de R. H. B. S. te
Middelhamis G. Bergman, thans tijdelijk en
wederom tijdelijk benoemd Th. A. Eekmon
benoemd tot leerares aan de R. H. B. S. te
Brielle, Oud-Beyerlnnd en Middelhamis, Mei. G.
Warnsinck en tot leeraar J. van Zijl en J. F. B.
Brielle P. B. Verwey
tot leeraar aan de R. H. B. S. te Goes A. J. C.
Nordlohne, thans tijdelijk en wederom tijdelijk
aan die school benoemd als leerares Mej. L.
Wansinck en tot leeroar J. van Zijll en J. F. B.
Tromp
op verzoek eervol ontslagen als leeraar aan
de R. H. B. S. te Deveenter A. van Dissel
idem Mej. J. M. Winsenbergh te Tholen, als
leerares bij het landbouwhuishoudonderwijs
op verzoek eervol ontslagen als lid van den
onderwijsraad P. Oosterlee te Nijmegen en M.
C. Nabuurs te 's-Hertogenbosch, en als zooda
nig benoemd A. Oosterlee, directeur van de
bizondere kweekschool voor onderwijzeressen
te Zetten en Dr. P. J. M. van Gils, inspecteur
van het R. K. Onderwijs in het Bisdom Roer
mond.
ingetrokken is het ontslag van A. Jonkman
te Amstcrdom als lid van den onderwijsraad
benoemd tot lid van het college van curato
ren der Rijks Universiteit te Utrecht Jhr. mr.
L. van Bronkhorst Sandberg lid van den Raad
ven State te 's Gravenhage.
STATISTIEK DER RIJKSINKOMSTEN OVER
1921.
Varkensmarkt - Amersfoort
Speciale nfdceüci;:
Rflaison de Coiffure
WUEKSSTRAAT 14. Tel. 205
Speciale behandeling legen oit
Trillen en afbreken ran het haar.
Haarealf Haarzeep voorkomt
de roos en het vet worden
van het haar.
Als bijdrage tot de statistiek van
Nederland.
Als bijdrage tot de statistiek van Nederland
uitgegeven door het Centraal Bureau voor de
Statistiek, is verschenen de statistiek der Rijks
inkomsten over 1921.
Volgens het voorbericht zijn de tabellen ook
nu, als gevolg van de noodzakelijkheid om op de
drukkosten te bezuinigen, in velerlei opzichten
beperkt. De inleiding, bewerkt door mr. dr. L. J.
Sparnoay, is wederom beperkt tot een overzicht
van de belangrijkste cijfers van de staatsrekenin
gen der laatste jaren en tot een overzicht van de
opbrengst van verschillende groepen van mid
delen van 1841 af.
Het zijn de malaise en de algemeene prijsda
ling, die in 1921 de economische toestanden in
overwegende mate hebben beheerscht. Vandaar
de belangrijke inkrimping ven het beursverkeer
de buitengewone stagnotie op emissiegebied, de
teruggang bij de waarde (niet bij het gewicht)
van den in- en uitvoer enz. Ook voor dc onroe
rende goederen nam de prijsdaling belangrijke
verhoudingen aan. Daarnevens waren de hooge
rentevoet, de slechts langzame verbetering of
voor de centrale rijken de verdere teruggang
van de wisselkoersen en de daaruit voortvloeien
de zware buitenlandsche concurrentie, de hooge
rijks- en gemeentebelastingen en de kostenver-
hoogende werking van de "nieuwe Arbeidswet
en de Verzekeringswetten de voornaamste oor
zaken, waarom in 1921 de ondernemerswinsten
belangrijk zijn teruggegaandit geldt zoowel
voor den landbouw en de nijverheid als voor de
scheepvaart en den handel, zoowel voor de on
dernemingen in het rijk, als voor die, in Neder-
landsch-Indie of in het buitenland gevestigd.
Niettegenstaande de malaise zijn in 1921 de
lasten voor de bevolking in verschillende
opzichten nog verder verzwaard. Zoo door
de verdubbeling (behalve voor de reuk
en toiletwatcrs) von den gedistilleerdaocijns in
Januari, door de verhooging van de invoerrech
ten op tabak en sigarettenpapier op 1 Juni, door
de belangrijke verhooging der successierechten
in Juni. Van minder beteekenis was, dat op 1
November de belosting der gouden en zilveren
werken is verdubbeld. Maar van belang was de
verdere verhooging van posttarievcn op I Maart
en verder in het joar, terwijl ook nu weer bij een
aantal tarieven van minder belang verhooging
plaats vond.
Van groot belang in omgekeerde richting was
intusschen de vermindering van de opbrengst
der (afloopende) oorlogswinstbelasting van 166.2
millioen gulden in 1920 tot 74.8 millioen in
1921.
Alles tezamen genomen wijst het totaal der
middelen, welke voor de beoordeeling van den»
economischcn toestand vooral van belang zijn
den teruggong aan van 809,159.000 in 1920
tot 742,406.000 in 1921, d.i. per hoofd der
bevolking 118.63 tot 107.27. Hierbij moet
men nog in het oog houden, dat de inkomsten
belasting en de verdedigingsbelosting II over
1921/I922 nog voor verreweg het grootste deel
zijn geheven naar de hooge inkomens der voor
afgegane periode en dat ook het cijfer der divi
dend- en tanticmebelasting nog is vermeerderd
als gevolg van de gunstige resultaten van de
boekjaren 1920 en 1920/1921 der noamlooze
vennootschappen enz.
De invloed van de economische crisis, waarin
wij nog steeds vorkeeren, komt het duidelijkst
uit in het overzicht, waarin de cijfers zijn op
genomen o.a. van de belastingen in eigenlijken
zin over de twee vijfjarige perioden 19101914
en 19151919, alsmede over 1920 en 1921. Van
19101914 tot 1915—1919 verme%rderde het
uit deze belastingen ontvangen bedrag absoluut
van 161.9 tot 416.9 millioen gulden, terwijl 1920
hiervoor het cijfer 743.1 millioen oonwijst en
1921 dat van 665.3 milliocrf.
Per 1000 der gemiddelde bevolking zijn de
cijfers voor de drie goepen, waarin deze belas
tingen worden verdeeld
Wijs is hij, die zonder hartstocht is.
Mare. Aurelius.
WILLEM GROENHUIZEN Langestr. 43
Telefoon 852 - Post reken log 75821
Goud- Zilver en Uurwerken
Groote Sorteering
Servetbanden
van
MARGREET DIJKSTRA,
24
In dc gang klepperen Pitjes sloffen.
„0, Erica!" juicht kleine Pit, maar dan
'tis een heldendaad, verdwijnt ze
«veer stil.
„Iloe wist u, hoe wist u, dat ik zóó ver-
langde", vraagt Ilske met natte oogen en
elukkic-luchenden mond
Moeke kijkt vader aan.
Ze wisten het uit de brieven, die steeds
korter werden, uit de niet gesproken woor
den, uit den klank, die er niet was.
Vader gaat behaaglijk in de bruine philo-
soof zitten. Hij drinkt groote koppen thee
en bewondert voor de zoovcelste maal Ils-
kes kamer en buigt zich over haar dictaten
Maar Moeke zit stil bij de kachel en Ilske
zit nog stiller bii haar. En af en toe knikt
Moeder haar even toe en Ilske, blii mei
tranen in de oogen, knikt terug.
„Studeer je philosophie?" vraagt Vader,
die voor de boekenkast staat.
Ilske krijgt een kleur-
„Ik heb een paar colleges gevolgd. Vader.
Die boeken moet toch ieder ontwikkeld
mensch kennen!"
„Zeker", zegt Vader, maar hij kijkt be
zorgd naar Ilskestsmal geworden gezichtje.
Boven op de gezellige kamer is het nu
als thuis, op de oude boerderij, veilig en
rustig en goed.
Vader haalt zijn roode, kleine pijpje, dat
Ilske zoo goed kent, uit zijn zak en gaat
er eens heel genoeglijk voor zitten.
Hij vertelt van Aukje en Bella III, die
schommelt van ouderdom, hij vertelt van
Wanne en Bas; hij doet lange dorpsverha
len.
Ilske kijkt gelukkig en blij.
„Dat ik er niet eens uitgebroken ben. Dat
ik niet eens naar u toegekomen ben, den
laatsten tijd. Ik had u zóó noodig1"
Vader dampt rustig door en knikt haar
monter toe.
,,'t Komt alles nu goed! Hoor je, Ilske?"
„Denkt u. Vader", vraagt ze haperend.
„0 —zeker
En Vader die begrijpt, dat zijn kleine
meisje voor al het moeilijke, wat ze te zeg
gen heeft, het vertrouwelijker licht van een
klein nachtlampje noodig heeft en den
rand van een bed om op te zitten. Vader,
die weet, dat zij hem morgen alle geheime
gevoelens en verlangens biechten zal, hij be
grijpt, dat ze nu alleen moet zijn met Moe
der en hij stuurt heiden' naar boven.
En daar sclrreide Ilske dien aller-aller-
eersten avond reeds al haar jammer uit en
Dieuwke Boukema begreep: de opstand was
daar. Dat, wat ze zooveel eerder verwacht
had, bij het kind. het meisje, dat dacht en
zocht en vroeg, het was nu eindelijk, nu de
wil zich reeds gevormd had en het karakter
zich reeds tot vastheid zette, gekomen. De
tegenover elkaar gestelde machten waren
sterker en de moeder begreep: het zou zijn
de worsteling op leven en dood.
„Ik weet niet meer, hoe ik zoeken moet-
Alles is duister en ik hield zoo echt veel
van de aarde. U en Vader hebben me altijd
geleerd niet naar al die ongelukkige, kleine
dingetjes, als mooie kleeren, veel geld en
goede positie te kijken U weet het wel, ik
hield op een fcoode manier van dit leven
en daarom beigrijp ik liet met. 't Is alles,
alles nu weg. Hoe moet het nu verder
gaan'"
„Kind", zegt de Moeder ernstig, „je hield
van alles hier. Ja! Maar je liefde was niet
geworteld in de werkelijkheid. Je zag alles
mooi en goed. Alles is niet mooi en goed!"
JUWELIER OPTICIëN.
lilrechtseliestrjiftt 23
JUBILEUMLEPELS
Zilver groote dessert 1 7.
Plate m - 1.—
Theelepels t 2.25 I 4.56
„Waarom leerde V mij de werkelijkheid
niet zien?" verwijt Ilske.
„We wezen je er heen: je sloot je oogen
Je zag het niet. Je was in 't Paradijs
van ie gelukkige jeugd, maar nu, nu sta jo
in 't leven!
„En nu zie ik dan de werkelijkheid wél!"
barst het meisje uit, „en ze is afschuwelijk!
Alles lijkt me een vergissing, een misluk
king,'
En de aarde! 't Is een strafkolonie voor
ons, arme mcnschen. Hoe kan U, hoe durft
U spreken van en golooVen aan een God
van liefde! Hoe durft L'! 't Is een beleedi-
ging! Denkt U maar eens in. Heusch, ik zal
niets bijzonders zoeken, ik zal het niet in
teressant of tragisch maken. Denkt U eens
in, hoe het is, als een moeder haar kind
verliest. Als het komt, ben je zoo onzinnig
blij en dan wordt het je weer afgenomen.
Door wien? Waarheen? Waarom'?
Is het een spel, een afschuwelijk spel en
spelen we een armzalig rolletje, waarbij
ons hart verscheurd wordt?
En de oorlog! dc oorlog' Die maakt je
immers krankzinnig! Zou U nog gelooven
in een God van liefde, als ze Vader van U
wegvoerden en ze gingen hem slachten!
Dat gebeurt nu olken dag. En hoe zou U
het vinden, als Ij" voor Uw oogen met mij
zag gebeuren, wat er in eiken oorlog ge
beurt, dat ze nog erger deden dan mij doo-
den? Zou U nog spreken van een God van
liefde! Zou U dan nog bidden? I' zou vloe
ken! Vloeken! Eu U had gelijk, dat u vloek
te. gróót gelijk'"
Moeke is bleek geworden.
.Spréken?" zegt ze zacht, „dan spreken
van liefde! Kind als ze jou en vader!...
O. Ilske maar dan... dan was er immers
niets niets meer dan God!"
„En zou u Hem begeeren?" vraagt Ilske
hartstochtelijk. „Een God die mij en Vader
losliet? Zou u die willen hebben? Moeke,
zeg nee. u zult nee zeggen. Dat zou^ u niet!
Dat zou onmenschclijk zijn en onnatuur
lijk."
Moeke grijpt Ilskes weerstrevende handen.
„Vind je lichamelijk ondergaan, vind je
dat de ergste dood? Vind je dat \an God
verlaten zijn.' Ilske. nu verder en dieper
durven gaan!"
„Verder durven gaan en dieper! Weet U
dan niet. dat ik juist in de diepte de ellende
zie? Ik kan niet meer verder en dieper
gaan. Overal zie ik de scheiding, de breuk.
In de wereld, in mezelf. Moeke. ik voel
me zoo ellendig'"
Langen tijd zit Dieuwke Boukema zwij
gend neer.
Eindelijk vraagt ze fluisterend en schuch
ter bijna: „Weet je nog dien laatsten avond
op ons eigen plekje, op de heide? Weet je
nog, wat ik toen hoopte, dat „Werkelijk
heid" voor je zou worden?"
„Stil1" zegt het meisje met bevende lip
pen. „stil. noem Zijn naam niet. Ik ben
eens in een kerk gevlucht en ze doodden
er mijn levenden Christus, en achter den
dooden Christus was er geen levenden God!
„Ik zal zijn naam niet noemen. Ilske,
kind, ik ben zoo blij, dat dit over je geko
men is... Heb vertrouwen en goeden moed.
Je zal een andere* liefde ontvangen, een
liefde, die je sterk en vast zal doer staan,
die je gezond en krachtig maakt; ëh denk
nu niet, dat in die liefde geen anbidding
zal zijn, omdat ze wèl de werkelijkheid
ziet. Wees niet hang! Als die liefde void ra
gen en vo' -roeid is, zal ze ook boven ie uit
laaien. Ze ral gelouterd en louterend in je
opjubelen en dan pas kan je anderen waar
lijk helpen. Er zal een gouden poort voor je
open gaan en voor 't licht, dat er zal zijn,
sluit je je oogen in volkomen overgave."
(Wordt vervolgd).
Langeslraat 116 Tel. 70