AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" zaterdag 4AU9. 1923 ST. EMILIOM bij 1.1. SCHOTERMAHI la., Ulr.str. IT Tel. 145 BED ROHM SUFFERS FlilUWSTL DESSINS 10.75 A. V. D. WEG LANGESTRAAT 23 Eigen gemaakte Kinderkleeding. DE FIRMA FONTEIN SCHIPPERS, BEDOENMAKERIJ - VERHUIZINGEN MEUBILEERIHG. Tel. 496 Per flesch f 1.60, per anker f 65.- GOEDKOOPE AANBIEDING TWEEDE BLAD. BINNENLAND. Magaz. „De Dom" FEUILLETON. In Eeuwigheidslicht G. VAN DUIN JOH. VAN DIJK 22e Jaargang No. 30 LANGESTRAAT 24 BEHANGERIJ STOFFEERDERIJ BIZONDERHEDEN: Axwinster Karpetten. Kwaliteiten als vóór den oorlog 158.—, f 67.50 I 84.50. Tap. Beige Karpetten t 20,- t 20.10, f 32.— t 34-50, I 30.20 Tatelkleeden, Pracht Mohair kwaliteiten. Grootste maat t 26.50 Sireepstotfen. 120 cM. breed per meter t 2.25 en t 1.50. ORIGINEELE zepr aan te bevelen {Bordeaux, gèwas 1917 Toiletartikelen, Sponsen, Haarborstels, Kammen, Haarnetten (Mutsmodel) 10 CENT. resident W. G. Harding, f Toen in het begin von Nov. 1920 de republi keinsche condidaat voor het Amerikaonsche presidentschap Warren Gamaliel Harding tot president werd verkozen en ook zoowel in het congres als in het Representanten-Huis de re publikeinen in de meerderheid waren, behaalde niet zoozeer Harding de overwinning, doch leed Bsyéeleer Wilson de nederlaag. De uitslag was dan ook een tegen de politiek van Wilson ge richte manifestatie van het Amerikaansche volk, dat door een duidelijke uitspraak bij de stem bus te kennen gaf niet langer gediend te zijn van Wilson's politiek. De electorale uitspraak beteekende een vonnis, een veroordceling van [Wilson. Wat was de oorzaak, dat Wilson zijn popu lariteit zag Anen? Het wil ons voorkomen, dat zijn échec in de allereerste plaats was toe te schrijven aan het feit, dot zijn optreden in- druischte tegen de Amerikaansche tradities. Zoo Icon het dan ook gebeuren, dat, toen Wilson in 1912 voor het eerst werd gekozen, hij 435 van de stemmen der 531 kiesmannen (electoren) behaalde; maar bij de verkiezingen in 1916 daalde het aointal van 435 plotseling tot 277. Ternauwernood was de meerderheid voldoende om hem in zijn ambt te bevestigen. In dit grbote stemmenverlies werd dus reeds aange kondigd, dat zijn invloed ging verminderen. Het zondigen tegen tradities, merkten wij op, was de voornaamste reden, dat het Amerikaan sche volk hoe longer hoe meer zich van hem ging afwenden. Ging het deelnemen van de Ver. St aan een Europeeschen oorlog reeds tegen de Amerikaansche tradities in, ten overvloede was Wilson de eerste president, die, niet, zoo als tot dusver placht te geschieden, zijn bood schappen schriftelijk ter kennis bracht van 't congTes, doch ze mondeling voordroeg. Toen Atnerika aan den oorlog deelnam, beschouwde Wilson het kabinet vrijwel als een quantité rtégligcable en trok vrijwel alle macht aan zich. Men heeft hem in Amerika dan ook zijn tsaris tisch en autocratisch optreden verweten en men kon er geen genoegen jnee nemen, dat Wilson ©p al te duidelijk aan den dag tredende wijze ^fflleenheerschers-allures aannam. Want wel is l&echtens de Amerikaansche constitutie de pre sident der Ver. St. in oorlog en vrede opper bevelhebber van alle strijdkrachten ter zee en tè land, maar het Amerikaansche volk was de opvatting toegedaan, dat het nochtans niet aan- een mate als Harding zich veroorloof de de constitutie op zij te schuiven. Ten zeerste Heeft men het hem dan ook euvel geduid, dat hij misbruik maakte van de bevoegdheden, die het congres hem had toegekend om zoo krach tig mogelijk den oorlog te voeren. Tijdens den oorlog, toen de publieke opinie nog beïnvloed werd door het verlangen om den strijd te win nen, werd de kritiek minder vernomen, .maar nadat de oorlog werd geliquideerd, baande de ontevredenheid zich een uitweg. Daarbij kwa men nog de oorlogsgevolgen: duurte, sociale onrust, economische malaise, enz. Deze worden door het volk steeds geweten aan de regec- ring, die op dergelijke momenten aan het be wind is. Zoo moest de democraat Wilson in Nov. 1920 zijn ambt vaarwel zeggen en werd hij, in wien vooral het individualisme was ver persoonlijkt, vervangen door den republikein Harding. Minder door zijn persoonlijke kwaliteiten dan wel- dank zij de misnoegdheid van het Ameri kaonsche volk werd derhalve Harding op de hoogste post der transatlantische republiek ge plaatst. Van den nieuwen president werd door zijn aanhangers verwacht, dat hij een minder naar Europa georiënteerde, meer een speciale Amerikaansche isolcmcntspolitiek zou voeren en de leuze der republikeinen, door' dezen zoo dikwijls aangeheven, zou verwerkelijken: „Los van Europa, los van den Volkenbond". Heeft Harding beantwoord aan hetgeen van hem werd verwacht? Deels inderdaad: ofschoon voortdurend aan drang van Europeesche zijde op Amerika werd uitgeoefend, opdat dit lid zou worden van den Volkenbond, nochtans heeft president Harding dezen lokroep steeds weten te weerstaan; de conservatieve Amerikaan, die zich alleen wil- bemoeien met de zaken, die in eigen huis voorvallen en weinig neiging voelt om zich in het Europeesche wespennet te steken, vond in Harding den man, die door zijn afzijdigs- poiitiek jegens Europa zijn hart vermocht te bekoren. Alleen een heel geringe toenadering tot Europa viel tijdens zijn bewind in zooverre te bespeuren, dat een gezindheid tot uiting kwam om Amerika toe te doen treden tot het Internationale Hof van Justitie. Maar telkens, wanneer deze eventualiteit ter sprake werd ge bracht, vond Harding het noodig nadrukkelijk vast te stellen, dat de consequentie van een dergelijk toetreder) nimmer zou beteekenen het lidmaatschap der Ver. St van den Volkenbond. Wij herinneren ons in dit verband een carico- tuur, die Amerika's positie in verband met het •orenstaande niet onaardig weergeeft. Men ziet Uncle Sam gearmd zitten met een meisje: The World Court. Uncle Sam voelt zich echter bij deze flirt niet geheel op zijn gemak; hij kijkt schichtig achterom en ziet daar de League of Nations zitten: een bazig wijf, druk bezig met de breikous. Het onderschrift van het plaatje luidt: „O, als ik mofr niet zoo bang was voor mijn schoonmoeder!" Inderdaad: de Volkenbond is voor vele Amerikanen een af schrikwekkend instituut met schoonmoedcrlijke onaangename kanten. En daarom aarzelt Ame rika ook nog om te trouwen met het Interna tionale Hof van Justitie. Het Amerika van Harding wendde zich in zooverre van de Europeesche aangelegenheden af, dat het niets te maken wilde heb*ben met een Europa, dat ontredderd is en door een ave- rechtsch beleid nog dieper in het moeras dreigt te geraken. Relaties met een gezond Europo, gezond geregeerd, ziedaar iets, waar Harding wel voor voelde. Vandaar, dat hij gedurende zijn bewind is overgegaan tot enkele stappen, waardoor hij trachtte mede te werken om den oorlog te liquideeren, toekomstige oorlogen te voorkomen en gezonder toestanden in 't leven te roepen. In dit verband moet worden herinnerd aan de ontwapeningsconferentie van Washington, die als pogig om den wedstrijd in bewapenin gen den pas af te snijden, een prijslijk initiatief moet worden genoemd, ol zal het Harding stel lig hebben gesmart, dat in de praktijk van deze ontwapening niet al te veel is gekomen, ter wijl bovendien verscheidene Europeesche sta ten groote .landlegers op de been houden. Een verder blijk van Harding's verlangen om het zjjne er toe bij te dragen in Europa een beter gezindheid te doen overheerschen, kan men vinden in zijn, bij monde van Hughes, den mi nister van buitenlondsche zaken, gedane voor stel om door een internationale onpartijdige commissie de Duitsche betalingscdpociteit te doen vaststellen. Ook op dit gebied heeft Ame rika, hetgeen de regeering van Harding nan de hand deed, niet algemeen aanvaard mog.-n zien. Want wel aanvaardde Duitschland het voorstel, maakte Groot-Brittannië Hughes' plan tot het zijne, maar Frankrijk wees het van de hand, omdat het meende, dat de bevoegdheden van de Commissie van Herstel erdoor in 't gedrang zouden worden gebracht. Het is niet van Europa, op zichzelf be schouwd, dat Amerika zich zoozeer afwendde, maar van dat Europa, hetwelk een gezonde economische ontwikkeling der wereld saboteer de. Vandaar de verontwaardiging in Amerika, toen Frankrijk op de conferentie van Washing ton uitvluchten zocht om aan de ortwapening te ontkomen, vandaar dat de Amerikaansche bezettingstroepen aan den Rijn werden terug getrokken, vandaar, dat Harding den vredestoe stand met Duitschland herstelde, vandaar dat Amerika handelsbetrekkingen op het oogenblik aanknoopt met zijn bovengenoemden voorme- ligen vijand. De geringe bereidheid om nadere relaties met het tegenwoordige Europa aan te knoopen moet dan ook worden toegeschreven aan het feit, dat het Amerika van Harding tot dusver niet den wil in Europa kon vaststellen om de reconstructie ernstig ter hand te nemen. Of taans na den dood van Harding een koers verandering in de politiek der Ver. St. ten opzichte van Europa zal intreden, is niet dade lijk waarschijnlijk; in allen gevalle valt te ver wachten, dat tot Maart 1925 de staatkunde der Ver. St., die in de eerste plaats Amerikaansch is, zal worden voortgezet. Op genoemden da tum toch zal een nieuwe Amerikaansche presi dent Harding's ambt moeten aanvaarden; in dien tusschentijd zal denkelijk de vice-president Coolidge de functies van Amerikaansch pre sident vervullen. W. G. Harding is op 2 November 1865 in den staat Ohio geboren. Na het volbrengen zijner studiën, begaf hij zich in het krantenbe- drijf. Sedert het jaar 1884 was hij als dagblad- eigenaar in Marion gevestigd. Van 1900 tot 1904 was hij lid van den Senaat van Ohio, van 1904 tot 1916 vice-gouverneur van dezen staat. Als candidaat van de republikeinsche partij leed hij bij de gouverneurs-verkiezingen in 1910 een nederlaag. Sedert 1915 vertegen woordigde hij Ohio in den Bondssenaat. Har ding heeft dus, met uitzondering van de laatste 8 jaar, zijn gansche leven in zijn geboorteland gewoond. Zijn jeugd stond onder den beslis- senden invloed van den tijd na den burgeroor log. Met een bijna religieuze overtuiging hing hij de republikeinsche partij aan, wier politiek naar zijn inzicht, alleen het patriottisme van dé Amerikanen kon voldoen, terwijl hij de de mocraten als rebellen beschouwde. Ook het economische program von de republikeinen, zooals het in zijn tijd ontstond, maakte hij tot het zijne. De republikeinsche partij bestond toen uit een agrarisch clement (de grondbezit tende farmers uit het westen) en een industrieel gedeelte (van de noord-atlantische kust). De industrie verlangde hooge invoerrechten tegen buitenlandsche concurrentie, maar binnen de grenzen der Unie moest de staat niet ingrij pen in de particuliere industrie-aangelegen heden. De stelling, dat noch aan 't landelijk, noch het industrieel privaateigendom door den wet gever mocht worden geraakt, was de gemeen schappelijke band tusschen de twee groepen. Deze ideeën is Harding steeds trouw gebleven. Ook toen veranderde verhoudingen een her ziening van het partijprogramma naar meer moderne gezichtspunten noodig maakten, voor namelijk toen een groot deel der bevolking zich tegen de corruptie en de diktatuur der partijmachine, tegen de ongecontroleerde heerschappij van regeering en partijen ver zette, toen Roosevelt het vernieuwingsproces praktisch in den weg van een nieuwe partijfor matie, het progressivisme, leidde, stond Har ding in den strijd, waarin Toft overwinnaar bleef aan de zijde van de „oude garde". Zijn kandidatuur voor den presidentszetel betee kende dus een nieuwe zege op de progres sieve richting. En de buitenlandsche politiek stelde Harding de Monroe-leer als voornaamste gedachte op den voorgrond, terwijl hij ook overhelde naar de erkenning van de pan-ame- rikaansche i aanspraken der Unie in midden- Amerika. De Staatscourant van gisteravond bevat o. m. de volgende Kon. Besluiten benoed tot ontvanger der registratie en do meinen te Utrecht W. Nanninga, thans bewaar der van hypotheken, kadaster en scheepsbewij- zen Je Sneek te Zevenaar J. Smit, thans sur numerair dierzelfde middelen In verband met de aanstaande opheffing vnn de Ned. Indische bestuursacodemie met ingang van I Augustus 1923 met dank eervol als zoodanig ontslagen dr. C. Snouck Hourgronje, hooglceroar aan de Rijks Universiteit te Lei den, adviseur voor Indische en Arabische Za ken bij het departement van Koioniën, als lid en voorzitter van het college van curatoren der Ned. Indische BestuursacademieE. C. Baron Sweerts de Landas Wyborgh, commissaris der Koningin in Zuid-Holland, oud-lid van den Raad van Ncd.-IndiëF. A. Liefrinck, oud-lid van den Raad van State en A. W. F. Idenburg, oud-gouverneur-generaal van Ncd.-Indië, lid van de Eerste Kamer, als leden van genoemd college en mr. G. J. A. van Berckel, gepen- sionneerd Oost-Indisch Hoofdambtenaar als directeur. benoemd tot leeroar aan de R. H. B. S. te Middelhamis G. Bergman, thans tijdelijk en wederom tijdelijk benoemd Th. A. Eekmon benoemd tot leerares aan de R. H. B. S. te Brielle, Oud-Beyerlnnd en Middelhamis, Mei. G. Warnsinck en tot leeraar J. van Zijl en J. F. B. Brielle P. B. Verwey tot leeraar aan de R. H. B. S. te Goes A. J. C. Nordlohne, thans tijdelijk en wederom tijdelijk aan die school benoemd als leerares Mej. L. Wansinck en tot leeroar J. van Zijll en J. F. B. Tromp op verzoek eervol ontslagen als leeraar aan de R. H. B. S. te Deveenter A. van Dissel idem Mej. J. M. Winsenbergh te Tholen, als leerares bij het landbouwhuishoudonderwijs op verzoek eervol ontslagen als lid van den onderwijsraad P. Oosterlee te Nijmegen en M. C. Nabuurs te 's-Hertogenbosch, en als zooda nig benoemd A. Oosterlee, directeur van de bizondere kweekschool voor onderwijzeressen te Zetten en Dr. P. J. M. van Gils, inspecteur van het R. K. Onderwijs in het Bisdom Roer mond. ingetrokken is het ontslag van A. Jonkman te Amstcrdom als lid van den onderwijsraad benoemd tot lid van het college van curato ren der Rijks Universiteit te Utrecht Jhr. mr. L. van Bronkhorst Sandberg lid van den Raad ven State te 's Gravenhage. STATISTIEK DER RIJKSINKOMSTEN OVER 1921. Varkensmarkt - Amersfoort Speciale nfdceüci;: Rflaison de Coiffure WUEKSSTRAAT 14. Tel. 205 Speciale behandeling legen oit Trillen en afbreken ran het haar. Haarealf Haarzeep voorkomt de roos en het vet worden van het haar. Als bijdrage tot de statistiek van Nederland. Als bijdrage tot de statistiek van Nederland uitgegeven door het Centraal Bureau voor de Statistiek, is verschenen de statistiek der Rijks inkomsten over 1921. Volgens het voorbericht zijn de tabellen ook nu, als gevolg van de noodzakelijkheid om op de drukkosten te bezuinigen, in velerlei opzichten beperkt. De inleiding, bewerkt door mr. dr. L. J. Sparnoay, is wederom beperkt tot een overzicht van de belangrijkste cijfers van de staatsrekenin gen der laatste jaren en tot een overzicht van de opbrengst van verschillende groepen van mid delen van 1841 af. Het zijn de malaise en de algemeene prijsda ling, die in 1921 de economische toestanden in overwegende mate hebben beheerscht. Vandaar de belangrijke inkrimping ven het beursverkeer de buitengewone stagnotie op emissiegebied, de teruggang bij de waarde (niet bij het gewicht) van den in- en uitvoer enz. Ook voor dc onroe rende goederen nam de prijsdaling belangrijke verhoudingen aan. Daarnevens waren de hooge rentevoet, de slechts langzame verbetering of voor de centrale rijken de verdere teruggang van de wisselkoersen en de daaruit voortvloeien de zware buitenlandsche concurrentie, de hooge rijks- en gemeentebelastingen en de kostenver- hoogende werking van de "nieuwe Arbeidswet en de Verzekeringswetten de voornaamste oor zaken, waarom in 1921 de ondernemerswinsten belangrijk zijn teruggegaandit geldt zoowel voor den landbouw en de nijverheid als voor de scheepvaart en den handel, zoowel voor de on dernemingen in het rijk, als voor die, in Neder- landsch-Indie of in het buitenland gevestigd. Niettegenstaande de malaise zijn in 1921 de lasten voor de bevolking in verschillende opzichten nog verder verzwaard. Zoo door de verdubbeling (behalve voor de reuk en toiletwatcrs) von den gedistilleerdaocijns in Januari, door de verhooging van de invoerrech ten op tabak en sigarettenpapier op 1 Juni, door de belangrijke verhooging der successierechten in Juni. Van minder beteekenis was, dat op 1 November de belosting der gouden en zilveren werken is verdubbeld. Maar van belang was de verdere verhooging van posttarievcn op I Maart en verder in het joar, terwijl ook nu weer bij een aantal tarieven van minder belang verhooging plaats vond. Van groot belang in omgekeerde richting was intusschen de vermindering van de opbrengst der (afloopende) oorlogswinstbelasting van 166.2 millioen gulden in 1920 tot 74.8 millioen in 1921. Alles tezamen genomen wijst het totaal der middelen, welke voor de beoordeeling van den» economischcn toestand vooral van belang zijn den teruggong aan van 809,159.000 in 1920 tot 742,406.000 in 1921, d.i. per hoofd der bevolking 118.63 tot 107.27. Hierbij moet men nog in het oog houden, dat de inkomsten belasting en de verdedigingsbelosting II over 1921/I922 nog voor verreweg het grootste deel zijn geheven naar de hooge inkomens der voor afgegane periode en dat ook het cijfer der divi dend- en tanticmebelasting nog is vermeerderd als gevolg van de gunstige resultaten van de boekjaren 1920 en 1920/1921 der noamlooze vennootschappen enz. De invloed van de economische crisis, waarin wij nog steeds vorkeeren, komt het duidelijkst uit in het overzicht, waarin de cijfers zijn op genomen o.a. van de belastingen in eigenlijken zin over de twee vijfjarige perioden 19101914 en 19151919, alsmede over 1920 en 1921. Van 19101914 tot 1915—1919 verme%rderde het uit deze belastingen ontvangen bedrag absoluut van 161.9 tot 416.9 millioen gulden, terwijl 1920 hiervoor het cijfer 743.1 millioen oonwijst en 1921 dat van 665.3 milliocrf. Per 1000 der gemiddelde bevolking zijn de cijfers voor de drie goepen, waarin deze belas tingen worden verdeeld Wijs is hij, die zonder hartstocht is. Mare. Aurelius. WILLEM GROENHUIZEN Langestr. 43 Telefoon 852 - Post reken log 75821 Goud- Zilver en Uurwerken Groote Sorteering Servetbanden van MARGREET DIJKSTRA, 24 In dc gang klepperen Pitjes sloffen. „0, Erica!" juicht kleine Pit, maar dan 'tis een heldendaad, verdwijnt ze «veer stil. „Iloe wist u, hoe wist u, dat ik zóó ver- langde", vraagt Ilske met natte oogen en elukkic-luchenden mond Moeke kijkt vader aan. Ze wisten het uit de brieven, die steeds korter werden, uit de niet gesproken woor den, uit den klank, die er niet was. Vader gaat behaaglijk in de bruine philo- soof zitten. Hij drinkt groote koppen thee en bewondert voor de zoovcelste maal Ils- kes kamer en buigt zich over haar dictaten Maar Moeke zit stil bij de kachel en Ilske zit nog stiller bii haar. En af en toe knikt Moeder haar even toe en Ilske, blii mei tranen in de oogen, knikt terug. „Studeer je philosophie?" vraagt Vader, die voor de boekenkast staat. Ilske krijgt een kleur- „Ik heb een paar colleges gevolgd. Vader. Die boeken moet toch ieder ontwikkeld mensch kennen!" „Zeker", zegt Vader, maar hij kijkt be zorgd naar Ilskestsmal geworden gezichtje. Boven op de gezellige kamer is het nu als thuis, op de oude boerderij, veilig en rustig en goed. Vader haalt zijn roode, kleine pijpje, dat Ilske zoo goed kent, uit zijn zak en gaat er eens heel genoeglijk voor zitten. Hij vertelt van Aukje en Bella III, die schommelt van ouderdom, hij vertelt van Wanne en Bas; hij doet lange dorpsverha len. Ilske kijkt gelukkig en blij. „Dat ik er niet eens uitgebroken ben. Dat ik niet eens naar u toegekomen ben, den laatsten tijd. Ik had u zóó noodig1" Vader dampt rustig door en knikt haar monter toe. ,,'t Komt alles nu goed! Hoor je, Ilske?" „Denkt u. Vader", vraagt ze haperend. „0 —zeker En Vader die begrijpt, dat zijn kleine meisje voor al het moeilijke, wat ze te zeg gen heeft, het vertrouwelijker licht van een klein nachtlampje noodig heeft en den rand van een bed om op te zitten. Vader, die weet, dat zij hem morgen alle geheime gevoelens en verlangens biechten zal, hij be grijpt, dat ze nu alleen moet zijn met Moe der en hij stuurt heiden' naar boven. En daar sclrreide Ilske dien aller-aller- eersten avond reeds al haar jammer uit en Dieuwke Boukema begreep: de opstand was daar. Dat, wat ze zooveel eerder verwacht had, bij het kind. het meisje, dat dacht en zocht en vroeg, het was nu eindelijk, nu de wil zich reeds gevormd had en het karakter zich reeds tot vastheid zette, gekomen. De tegenover elkaar gestelde machten waren sterker en de moeder begreep: het zou zijn de worsteling op leven en dood. „Ik weet niet meer, hoe ik zoeken moet- Alles is duister en ik hield zoo echt veel van de aarde. U en Vader hebben me altijd geleerd niet naar al die ongelukkige, kleine dingetjes, als mooie kleeren, veel geld en goede positie te kijken U weet het wel, ik hield op een fcoode manier van dit leven en daarom beigrijp ik liet met. 't Is alles, alles nu weg. Hoe moet het nu verder gaan'" „Kind", zegt de Moeder ernstig, „je hield van alles hier. Ja! Maar je liefde was niet geworteld in de werkelijkheid. Je zag alles mooi en goed. Alles is niet mooi en goed!" JUWELIER OPTICIëN. lilrechtseliestrjiftt 23 JUBILEUMLEPELS Zilver groote dessert 1 7. Plate m - 1.— Theelepels t 2.25 I 4.56 „Waarom leerde V mij de werkelijkheid niet zien?" verwijt Ilske. „We wezen je er heen: je sloot je oogen Je zag het niet. Je was in 't Paradijs van ie gelukkige jeugd, maar nu, nu sta jo in 't leven! „En nu zie ik dan de werkelijkheid wél!" barst het meisje uit, „en ze is afschuwelijk! Alles lijkt me een vergissing, een misluk king,' En de aarde! 't Is een strafkolonie voor ons, arme mcnschen. Hoe kan U, hoe durft U spreken van en golooVen aan een God van liefde! Hoe durft L'! 't Is een beleedi- ging! Denkt U maar eens in. Heusch, ik zal niets bijzonders zoeken, ik zal het niet in teressant of tragisch maken. Denkt U eens in, hoe het is, als een moeder haar kind verliest. Als het komt, ben je zoo onzinnig blij en dan wordt het je weer afgenomen. Door wien? Waarheen? Waarom'? Is het een spel, een afschuwelijk spel en spelen we een armzalig rolletje, waarbij ons hart verscheurd wordt? En de oorlog! dc oorlog' Die maakt je immers krankzinnig! Zou U nog gelooven in een God van liefde, als ze Vader van U wegvoerden en ze gingen hem slachten! Dat gebeurt nu olken dag. En hoe zou U het vinden, als Ij" voor Uw oogen met mij zag gebeuren, wat er in eiken oorlog ge beurt, dat ze nog erger deden dan mij doo- den? Zou U nog spreken van een God van liefde! Zou U dan nog bidden? I' zou vloe ken! Vloeken! Eu U had gelijk, dat u vloek te. gróót gelijk'" Moeke is bleek geworden. .Spréken?" zegt ze zacht, „dan spreken van liefde! Kind als ze jou en vader!... O. Ilske maar dan... dan was er immers niets niets meer dan God!" „En zou u Hem begeeren?" vraagt Ilske hartstochtelijk. „Een God die mij en Vader losliet? Zou u die willen hebben? Moeke, zeg nee. u zult nee zeggen. Dat zou^ u niet! Dat zou onmenschclijk zijn en onnatuur lijk." Moeke grijpt Ilskes weerstrevende handen. „Vind je lichamelijk ondergaan, vind je dat de ergste dood? Vind je dat \an God verlaten zijn.' Ilske. nu verder en dieper durven gaan!" „Verder durven gaan en dieper! Weet U dan niet. dat ik juist in de diepte de ellende zie? Ik kan niet meer verder en dieper gaan. Overal zie ik de scheiding, de breuk. In de wereld, in mezelf. Moeke. ik voel me zoo ellendig'" Langen tijd zit Dieuwke Boukema zwij gend neer. Eindelijk vraagt ze fluisterend en schuch ter bijna: „Weet je nog dien laatsten avond op ons eigen plekje, op de heide? Weet je nog, wat ik toen hoopte, dat „Werkelijk heid" voor je zou worden?" „Stil1" zegt het meisje met bevende lip pen. „stil. noem Zijn naam niet. Ik ben eens in een kerk gevlucht en ze doodden er mijn levenden Christus, en achter den dooden Christus was er geen levenden God! „Ik zal zijn naam niet noemen. Ilske, kind, ik ben zoo blij, dat dit over je geko men is... Heb vertrouwen en goeden moed. Je zal een andere* liefde ontvangen, een liefde, die je sterk en vast zal doer staan, die je gezond en krachtig maakt; ëh denk nu niet, dat in die liefde geen anbidding zal zijn, omdat ze wèl de werkelijkheid ziet. Wees niet hang! Als die liefde void ra gen en vo' -roeid is, zal ze ook boven ie uit laaien. Ze ral gelouterd en louterend in je opjubelen en dan pas kan je anderen waar lijk helpen. Er zal een gouden poort voor je open gaan en voor 't licht, dat er zal zijn, sluit je je oogen in volkomen overgave." (Wordt vervolgd). Langeslraat 116 Tel. 70

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5