"W AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE E EM LANDER" "aandag 5 Nov. I92Ï TWEEDE BLAD. De finantièele moeilijkheden aan de Hanzebank. Bel rapport tan den deskundige, den lieer- J. W. JLncns, acconn tant te Amsterdam. Zaterdag is ter grilfie der Utrechtsche Arron- dissements-rechtbank gedeponeerd het rapport van den deskundige, den heer J. W. Lucas, oc- countant te Amsterdam, die in opdracht had een onderzoek in te stellen naar den toestand van de Naamlooze Vennootschap „De Hanzebank" gevestigd aan de Maliebaan te Utrecht, zoome de naar den toestand van de Naamlooze Ven nootschap „De Hanze-Spoarbank", eveneens gevestigd te Utrecht, in hetzelfde Bankgebouw als de eerste onderneming, welke onderzoeken werden gelast in verband met de voorlöopige surcéance van betaling, dezen instellingen ver leend. Wij zijr in staat onzen lezers een uitvoerig overzicht te verstrekken van den inhoud van beide lopporten, „Hanzebank" en „Han---Spaar bank", N. V. „de ïianzebaDli". Inleiding. De door het Bestuur der Hanzebank bij de Utrechtsche Arrondissementsrechtbank inge zien de staat van activa en passiva, bleek niet overeen te stemmen met den werkelijkcn toe stand van de instelling. Het bij de Rechtbank ingediende overzicht wees een surplus van ac tief boven passief aan van ruim 45.000de werkelijke toestand vertoont een minus van 2.558.COI.32. Blijkens de statuten werden de aandeelen-serie A en B uitgegeven met gedeel telijke storting, dc series C en D werden bij uitgifte volgestort. Aangezien het omtrent een aantal aandeelhouders zéér dubieus is of zij hun verplichting tot volstorting kunnen en zul len nakomen, is bij de becijfering -van het ver lies aangenomen in overleg met de bewindvoer ders, dat van het belanscijfer ad i 291.450 slechts 50 pet. zal inbaar blijken. Doar van meerdere perceelen, eigendommen der Bank, de boekwaarde vrij hoog voorkwam, werden de panden op huidige verkoopwaarde getaxeerd. Een bedrag van 173.487 58 bleek op de boekwaarde te moeten worden afgeschreven. Op het meubilair moest een bedrag van 79.20T.01 op de boekwaarde worden èfge- schr«vcn. Oorzaken der verliezen. Het jaar 1919 bcteekende voor de Honzebunk evenals voor zoo menige instelling, het inluiden van een tijdperk van geheel andere bedrijfs voering dan tot dien gebruikelijk. Het bedrag der bij de Bonk gedeponeerde gelden steeg vol gens dc balansen van 1918 cn 1919 van 5 tot- 8 millioen gulden. In plaats van tegenover deze groote uitbreiding der verplichtingen een zoo ruim mogelijke liquiditeit te behouden, stegen de vorderingen op debiteuren met meer dan 100 pet. en wel van 2.7 op 5.6 millioen gul den. Vrijwel de geheele uitbreiding der depo sito's werd dus in illiquide credieten „belegd" Bij deze „belegging" werd het terrein der wer kelijke middcnstandcredieten telkenmale verla ten en ging men steun vcrleenen aan gemeenten en kerkbesturen, gaf aan - fabrieken en aanne mers de middelen om geheel nieuwe bedrijven op te zetten, verstrekte cliënten de gelden om groote bedragen aan vreemde valuta te kunnen houden, in één woord, de overvloed der toc- stroomende middelen deed ook hier, evenals bij zoovele andere instellingen, de voorzichtigheid uit het oog verliezen. Dc maatregel vele agentschappen om te zetten in bijkantoren, heeft de instelling ook veel kwaad gedaan de cen trale directie ontglipte daardoor tot een be langrijke hoogte de werkelijke leiding. Het is te betreuren dat het Bestuur ten slotte aan 15 bijkantoren „algehecle zelfstandigheid" ver leende. De gevolgen bleven niet uitreeds een jaar later moest worden bericht, dat „om re den van internen aard" twee bijkontoren moes ten worden opgeheven, terwijl twee anderen weder tot agentschappen waren teruggebracht. Dat sommigen van hun positie, zooals de Di rectie der Hanzebank zegt, misbruik hebben ge maakt, is natuurlijk laakbaar dc richting ech ter welke de bankleiding van of 1913 volgde, moest vroeg of laat wel tot calamiteiten leiden. Een bedrug van 134.212.40)4 moet als ver liespost worden geboekt als gevolg van bclang- -ijke verschillen welke sedert juren in de boek houding te constateeren waren. Aangaande de verliezen op gebouwen en meubilair, groot f 259.582.09J4 kan volstaan worden met de opmerking, dat deze eigendommen, gewoonlijk in den duursten tijd aangeschaft, thans gedeel telijk tegen lagere prijzen gerealiseerd zijn en anderdeels op huidige verkoopwaarde werden getaxeerd. Het verlies op fondsen ad f 110.501.64 is in hoofdzaak te wijten aan het waardeloos worden van J 100.000 aandeden in de Steenfabriek te Nuth, in welke vennootschap de bank de door haar ingekochte onderpanden van een cliënt indertijd hod ingebracht. Verlie- 7. cnvan resp. 890.055.56 j en 627.938. 6 rijh geleden op speculaties in valuta's door de ijkantoren te Heerlen cn te Vaals. In den loop an 1919 bleek aan de hoofddirectie dot zoo- el de beheerders der bijkantoren te Heerlen Is te Vuols op schromelijke wijze de belangen Ier Bank hadden verwaarloosd. De boekhouding as grootcndeels niet bijgehouden en de chaos m de administratie zóódanig, dnt de hoofddi rectie kon schijven „een dergelijke regeling indt men nog niet bij een voddenkoopman Er bleken credieten te zijn verleend tct meerdere aondei d duizenden guldens op Marken, terwijl oor dekking niet gezorgd was. Het kantoor te Vaals had een tekort in kas van f 257.542.76. Er is getracht op te lossen hoe het mogeliik was, dat de Centrale directie niet spoediger de wantoestanden te Heerlen en Vaals heeft be merkt de oorzaak moet in hoofdzaak worden rezocht in de toestond welke op de Centrale 'ntstaan is toen in begin 1919 de correspon dentschappen tot zelfstandige bijkontoren wer den gepromoveerd. Niet alleen moest men daardoor op het Hoofdkantoor geschoold per soneel aan de bijkantoren afstaan, doch de administratie dezer bijkantoren werd blijkbaar oan hen toegezonden zonder dat onmiddellijk een behoorlijke rekening-courantverhouding tusschen Centrale cn bijkantorenen opgezet. Dc later samengestelde rekening-courant me het bijkantoor Heerlen, heeft oangetoond da von 1 April tot 50 Juni 1919 het debetsaldc van dat kantoor bij de Centrale steeg van 400.000 lot f 1.387 000 of met biina I mil lioen gulden. In die drie maanden had een om zet van 5 millioen gulden, in hoofdzaak valuta transacties, plaats gehad Heeft de boekhouding der Centrale, door den toestand welke daarin heerschte, niet op het gevaar gewezen, het spreekt van zelf dat de Centrale Directie geen voldoend dogelijksch toezicht heeft gehouden op de disponecringen van fret bijkontoor. Immers, het in Heerlen méér vastleggen van een milli oen gulden mocht haar ook zonder boek houding niet onbekend blijven, terwijl het niet-inzenden der wekelijksche vcrantwoordings- staten door het bijkantoor tot groote voorzich tigheid had moeten stemmen. Het is den ac countant Lucas niet gelukt, voor deze tekort koming een voldoende verklaring te verkrijgen alléén is van belang de mededeeling dat de heer Bosman toenmaals ziek cn buiten dienst was. De hier aangeduide verliezen leiden niet temin tot de vraag hoe het mogelijk is gewees dat deze verliezen eerst thans tot uiting zijr gekomen en waarom hiervan in dc jaarversla gen 1920 en 1921 geen melding werd gemaakt zelfs over die jaren nog 6 pet. dividend j&r worden uitgekeerd. Toezicht van de Roden van Bestuur en Toezicht. Opvattingen van dc Hoofddirectie. Indien de gestie van het Bestuur cn van den Raad van Toezicht in de afgcloopen jaren aan de hand der aanwezige gegevens moet worden getoetst, dan valt in de eerste plaats de aan dacht op de slechte samenwerking, welke tus schen dc Hoofddirectie cn sommige leden van deze Raden van Bestuur en Toezicht heerschte, benevens op de voortdurende sfeer van wan trouwen, welke door personen, die hare mede standers hadden moeten zijn, werd opgewekt. Vooral in de jaren no 1918 blijkt uit diverse stukken van de oppositie, welke meerdere per sonen tegen de werkwijze en de handelingen van de Centrale Directie meenden te moeten voeren. Waren de klachten meermalen een gevolg van het onjuist inzicht van bestuursleden en leeken in de eischen, welke een credietinstelling stellen moet, welke klachten wel het best worden geïl lustreerd door de uiting op een vergadering van Voorzitters cn Secretarissen der Hanze d.d. 5 November T9I9 ^cuit, dat de bank veel vlotter in hare credietverleening werd gewcnscht(f), terwijl men niet begreep, dat de Directie „om zet" op de rekeningen eischte(l), andere kloch- ten gingen over de wijze van optreden der lei dende personen, en over het niet inwilligen van persoonlijke wenschen. Dat de bank van dezen voortdurenden strijd groot nadeel in hare ontwikkeling moet hebben ondervonden, staat vast. Het spreekt vanzelf, dat dit niet insluit, dnt de kritiek immer onrecht vaardig en onjuist moet worden geacht; ik kan hierover niet voldoende oordeelen, daar mij dan meer gegevens bekend moesten zijn dan mij thans, in hoofdzaak van ééne zijde, werden beschikbaar gesteld. Indien echter een instelling telkenmale en, zooals te doen gebruikelijk is, in den rug. wordt aangevallen, d_n zijn óf de aan vallers dc schuldigen dat het bedrijf ten ern stigste wordt gehinderd, óf treft den toezicht hebbenden organen het verwijt, dot zij geen ver anderingen in de leiding der bank hebben ge bracht. Wat het inzicht der Hoofddirectie in de wijze van beheer der instelling betreft, vond ik eer- uiting daaromtrent in haar jaarverslag over 1919, welke m. i. iedere kritiek kon doorstaan. De heer Bosman schrijft daar: Bij een juiste opvatting van het finan- tieele middenstandshclang, moet de Hanze bank er niet op bedecht zijn. de verleende credieten zooveel als doenlijk uit te brei den. Neen, hare directie heeft vooral de zorg voor een juist evenwicht tusschen de beschikbare middelen door deposanten en spaarders aan de bonk toevertrouwd en vooral het geplaatste vennootschappelijk kapitaal, ten eenre, en ten andere de als crediet geplaatste relden. Het is jammer aldus het rapport weer dnt dc Hoofdd:rectie niet heeft ingezien, dat de instelling het terrein van het middenstandshc lang reeds verre hod overschreden. Nodot klachten ingekomen waren omtrent het uccountantstoezicht van den heer IJsselmuiden te. Arnhem, en daarom aan den heer van Over- eem te Utrecht was opgedragen den Raad van Toezicht, als niet-offideel aangesteld accoun tant, omtrent de administratie er» den toestand der Bank telken jare in te lichter», bracht deze laatstgenoemde accountant reeds in 1920 diver se rapporten uit, waaruit ten duidelijkste bleek, dat in de boekhouding, zoowel op het Hoofd kantoor als op de bijbanken, in den loop der jaren tollooze fouten waren geslopen err zéér belangrijke onopgeloste -verschillen bestonden. Het is onbegrijpelijk wat de Raden van Be stuur en Toezicht er toe gebracht heeft, nodat de heer van Overeem bij de balans per 51 Dec. 1920 had gerapporteerd, dat het verlies van vorige jaren op rond 1.058.000 moest wor den aengenomen, welk verlies volgens het rap port van dien accountant een jaar later met minstens 5 6 ton was vergroot, de balansen openbaar te maken, zooals deze in de gedrukte jaarverslagen van 1920 en T92I luiden, cn waar op niet alleen geen rekening met een reserve daartegenover was gehouden, doch zelfs in de verslagen met geen enkel woord melding is ge maakt van de groote gevaren, waaraan credi teuren waren blootgesteld. De vraag is gewettigd of alle leden van de Raden van Bestuur en Toezicht van de rappor ten van den heer van Overeem kennis verkre gen, aangezien toch in de vergadering van 29 December 1922 twee leden hunne verbazing er over uitten, dat zij als leden van den Raad van Toezicht onkundig waren gebleven van het rap port-van Overeem. Hoe d't ook zij cn al moge het waar zijn dat althans in 1920 het door den accountant van Overeem aangegeven verlies niet absoluut vaststond, het moet voor ingewijden duidelijk zijn geweest, dat er een groot verlies was. Niet temin heeft men zoowel over 1920 als over 1921 6 pet. dividend uitgekeerd, en hierdoor crediteuren een geheel verkeerd beeld van den toestand gegeven. Accountantscontrole. Volgens art. 18 der statuten moest door den Raad van Toezicht een 'accountant worden be noemd met onbeperkte opdracht tot controle der boeken, bescheiden enz. Deze accountant moest jaarlijks rapport uitbrengen omtrent de door dc directie opgemaakte balans cn verhes- en winstrekening, terwijl hij maandelijks ver slag omtrent zijn bevindingen aan de Raden van Bestuur cn Toezicht zoude hebben te doen. De accountant, welke met deze algeheele con trole was belast, was dc heer J. J. W. IJssel muiden, te Arnhem. Uit overweging, dat ge noemde functionaris in zijn taak tekort schoot, benoemde de Raad van Toezicht met ingang van 1 Januari 1920 naast den hcei IJsselmuiden den heer M. van Overeem te Utrecht, teneinde dien Raad volledige kennis van zaken te geven. In de rapporten van den heer IJsselmuiden, zoo als deze in dc jaarverslagen zijn gepubliceerd, wordt met geen enkel woord melding gemaakt van de aanmerkingen, welke op de boekhouding zoowel als op dc waardeering der uitstaande vordeiingen te maken waren. Zelfs bij de balans por 31 December 1921, toen evenals bij de vorige een zeer belangrijke reserve wegens ver liezen cn vermoedelijke verliezen op debiteuren noodig ware geweest, schrijft dc heer IJssel muiden nog Door hem zijn de boeken cn bescheiden nagegaan en blijken deze in overeenstem ming met de vastgestelde balans, sluitende met een winstsaldo groot f 99,176.12. De balons geeft den juistcn stand weer per 51 December 1921. Noch van het feit, dat toenmoals het nandee- lenkapitaal geheel verloren moest worden be schouwd (cn méér dan dat), noch van de be langrijke omstandigheid, dot allerlei groote verschillen in de boekhouding bestonden, werd eenigc melding gemaakt. De bdlens per 5T December 1921 is de laatst gepubliceerde; na zijne controle van de con cept-balans van 51 December 1922, waarop evenmin in de verhezen was voorzien, doch welke desondanks met ee'n klein verlies sloot, schrijft de hoer IJsselmuiden aan dc hoofd directie der Bank „Ten aanzien van het eind cijfer der balans zou ik gaarne zien, dat u zich nog eenigermate reserveerde. Het lijkt mij niet ongewenscht, als dit met redelijke middelen te bereiken is, met een klein winstsaldo wórdt af gesloten. Wat de werkzaamheden van den heer Van Overeem betreft, diene voor een goed inzicht, dat deze zich, overeenkomstig de opdracht, uitsluitend tot het hoofdkantoor beperkten. Reeds uit diens eerste rapport, n.l. over Januari 1020, bleek ih welk een warboel de centrele administratie zich bevond. De door hem mon deling en schriftelijk voorgestelde verbeteringen in de administratie konden echter slechts zeer geleidelijk worden ingevoerd, daar aan het uit zoeken en herstellen der oude fouten groote beswaren verbonden waren. De toestand was dan ook van, dien aard., dat óndanks alle moeite en zorgen, welke gencemde accountant zich gaf, hot personeel der bank zelfs thans nog niet er in geslaagd is alle fouten op te lossen en meeddcre onoplosbare verschillen tot afschrij ving 2Ün gebracht. Bij de eerste door hem onderzochte balans, n.l. die per 31 Dec. 1220, schrijft dc heer Van Overeem, dat in de boeken van de bank zeer vele verschillen voorkomen, waarvan het groo tcndeels zeker of hoogstwaarschijnlijk is, dat zij nimmer zullen terechtkomen, dan wel met elkaar gecompenseerd moeten worden. De na- deelige verschillen beliepen een bedrag van 1,287,322.87ij, de voordeelige f 228,87J.99, zoodat er een verlies over vorige boc-'.jaren was van 1,058.514.88)4. Bij de brflans per 31 December 1921 komt de heer Van Overeem in zijn rapport tot de conclusie, dat „blijkt dat het verlies cp 51 Dec. 1921 moet begroot wor den op minstens 1,587,842.73, waarbij dan nog komen eventueel de verliezen op debiteu ren van de bijkantoren, die niet onder deze conti óle vallen." Dc heer Lucas heeft nagegaan op welke wijze het yfnogeliik was de laatst gepubliceerde ba lans, n.l. die per 31 December 1921 met een zoodanig winstcijfer te doen sluiten, dat tot uitkeerir.g van 6 div'dend kon worden over gedaan. Men bereikte Üit als volgt (1) Onder Bankiers in het debet der balans werd als actief oogenomen de posf R. M. Limburg f&90,055.553;. waartegenover werd afgetrokken het saldo der verschillenrekening rH J ~t~~ °I8.?3. (2) Onder R?':eningcouranthouders werden, tc^en het volle bedrag, alle posten begrepen van d-~ zeer dubieuse Debi'euren in Limburg, or'.j-ta-T» door volutaspcculaties. (5) Dc ernstig dubieuse posten onder het hoofd Verschotten, waarop don ook over 1920 geen rente meer was bijgeschreven, werden op het einde vnn 1921 alsnog ten gunste van dit laatste jonr voor ,f 37,208.22 rente over 1920 en voor f 39,813.54 rent<> over 1921 belast. Bijzondere gcvollen. De deskundige bespreekt onder dit hoofd stuk het streven der Bank om de kapitaulbe- drngen te vergrooten. Blijkens dc baluns per 31 December 1921 was het geplaatste aandee- Icnkopitaal der Bank gestegen van 1.011.650 van een jaar vroeger tot f 1.311.950 op het einde van 1921. Het bleek hem echter dat deze stijging later weder werd teniet gedoan door dat in de vergadering van de Raden van Be stuur 9 Jan. 1923 besloten werd een aantal aandeden nog per 31 December 1922 terug te boeken en weder in portefeuille te nemen aangezien „deze aandeelen indertijd genomen werden ter uitbreiding van het kapitaal, met het doel deze Pij derden te plaatsen". Blijk baar op grond van dit besluit werden 250.000 aan aondeelbcdragen afgeboekt en de rekening van de betrokkenen, welke niets op de „deelname" hadden gestort en dus nog voor het volle bedrog debet stonden, hiervoor gecrediteerd. Tevens werd nog een bedrag van 60.925 aandeelen teruggebracht, omdat d* betrokkenen indertijd de conditie- hadden ge steld dat hunne aandeelen op hun wensch pari moesten worden teruggenomen. Aan eoni- ge aandeelhouders, op wier naam aandeelbe dragen werden afgeboekt en wier rekening hoewel niets op deelname was gestort, hier voor werd gecrediteerd, werd vanwege de Bonk o.m. geschreven „Wij verzoeken U ons mede te dcclen of U er mee accoord gaot dat tijdelijk op Uw naam f 50.000 aandeelen (volge stort) worden uitgeschreven. Het ligt in onze bedoeling deze oondeelen door spe ciale propaganda der Centrale Bonk in het vobrjoar van 1923 tc plaatsen Ieder aan deel dat geplaatst wordt, strekt dan in mindering van de aandeelen die op Uw naam gesteld zijn". Van de 5 aldus aangeschrevenen werd van 3 bericht ontvangen, dat zij met het voorstel ac coord gingen van twee andere heeren is geen schriftelijke uiting in de corcrspondentie gevonden. Wel is later aan een hunner door de Bank bericht, dat zij hem voor het bedrag nimmer aansprakelijk zou stellen. De des kundige meent dat deze aangelegenheid slechts voor twee uitleggingen vatbaar is öf dc balans per 31 December 1921 is niet in overeenstemming mot den feitelijkcn toe stand opgemaakt en men heeft het aandeelcn- kapitaal belangrijk hooger willen doen schij nen don het werkelijk was, waarbij opgemerkt worde, dat door buitenlandsche bankrelaties blijkbaar was locgezegd dat zij in 1922 in het kapitaal zouden deelnemen öf men heeft in 1925 een aantal aandeel houders van hun obligo wenschen tc ontslaan. Aangezien de deskundige de eerste uitleg ging voor de juiste houdt, heeft hij in zijn overzicht omtrent den toestand des boedels, dc administratie der Bank te dezen opzichte gevolgd Als belangrijke factor zij nog mede gedeeld, dat twee van dc vijf zoo even be doelde aandeelhouders de balans per 51 De cember 1921 voor „goedgekeurd" hebben ge- teekend Dc verhouding tot de Spoorbank. Dc bedragen welke als „spaargelden" door houders van spaarbankboekjes werden gestort, werden tot einde 1921 niet afzonderlijk ge houden, doch zoools trouwens den inleg gers bekend moet zijn geweest in het be drijf gebruikt. (Deze zin staat in het rapport cursief gedrukt.) Blijkbaar met de bedoeling, een fonds te hebben, hetwelk bij event, groote opvraging van spaargelden aanwezig zou zijn geweest om dadelijk moeilijkheden te voorko men, waren door de instelling in den loop der jaren een aanta] effecten gekocht en deze als „effecten dei spaarbank" aangemerkt. Deze effecten waren echter niet uit het bedrijf der bunk gelicht doch maakten alle risico's er van mede dc daarop in den loop ven enkele jaren geconstateerde koersverschillen tot een totaal van 71.768.73 werden ten loste van de algemecne winst- en verliesrekening der in stelling afgeboekt. Per 1 Januari 1922 toen de spaarders m totaal 3.166.529 95)4 tc vorde ren hadden, na mmen het besluit dc ofdeeling Spaarkas in een afzonderlijke x-cnnootschap in te brengen. De Hanzebank richtte daartoe de N V. Hanze Spaarbank op, als welker directie de directeuren der Hanzebank optraden, aan welke vennootschap zij de bovengenoemde schuld aan de spaarders overdroeg en waarte genover als activa de voren bedoelde effecten werden ingebracht. Aon het bedrijf der Hanze bank werd dus, inclusief enkele kleine posten, onttrokken een actief van 352.861.54. Dut het afzonderen voor één groep der crediteuren van een bedrag van 352.861.54 een trans actie is, welke de andere crediteuren een be- nudeeling hunner belangen zullen echten, ligt voor de hand. Blijkbaar heeft het bestuur der Bonk bij het nemen dezer maatregelen zich laten leiden door de overweging dat den spaar ders wel eenige meerdere zekerheid boven de andere crediteuren mocht worden verstrekt, anagezien de spaarders als „kleine luydcn" zich onvoldoende de door hen geloopen risi co's zullen hebben geréaliseerd. Deze zelfde overweging heeft er blijkbaar tevens toe geleid dat de directie der Hanzebank op 10 Mei 1925 op grond van een besluit van den Rand van Bestuur, bij onderhondsche niet-geregistreer- de acte, aan de N.V. Hanzespaorbonk cedeerde een aantal solvabele vorderingen op een zestal kerkbesturen en een Roomschc corporatie tot een bedrog van 450.000. Van deze cessie werd eerst op 26 Juni 1923 per brief aan dc Debiteuren kennis gegeven. Dc vooruitzichten van het bedrijf. Uit verschillende bijlagen blijkt, dat het be drijf der Hanzebank, zelfs, indien men de b ij- z o n d e r e verliezen uitschakelt, over de an derhalf jaar van 1 Januari 1922 tot 4 Juli 1923 met verlies van 100.000 heeft ge werkt. Verwondering behoeft dit zeker niet te wekken. Immers, de bijzondere verliezen bestonder» voor het overgroote deei reeds vóór 1922. Neemt men aan dat een bankinstelling als dc onderhavige tenminste 7 rente van de uitgezette bedragen moet berekenen, wil zij hare crploitotie-rekening sluitende maken, dun blijkt het, dat het vastzitten van 5 millioen gul den in diverse verliezen, reeds een rente-der ving van 210.000 met zich medebracht. Houdt men verder in het oog, dat de onkos ten van het bedrijf, hoewel sterk gedrukt, niet meer in goede verhouding staan tot de win sten, dan is het niet-rendabcl zijn vnn het hui dige bedrijf voldoende verklaard. Dat dc stil stond, welke de voorloopige surcéance veroor- zaekte, niet bevorderlijk is geweest oan het verkrijgen run een beter resultaat, ligt voor de hand. Een globale becijfering geeft aan, dot van 4 Juli tot 30 September ten minste wederom 80.000 is verloren. Op grond van het bovenstaande moet dus dc conclusie lui den dat het bedrijf zonder ingrijpende reor ganisatie niet kan worden voortgezet. Wat dc verliezen aangaat, in totaal valt aan verlies tc constateeren van 2.358.001.32.,, Dit verlies zal .gedragen moeten worden door de navol gende schulden Aandeelen 750. Obügetieleening f 47.500.— Dividendbewijzen 9.491.18 Coupons en rente 1.971.50 Spaarbank 1.932.514.58 K Crediteuren bijbanken 764.795.69)» Idem Contróle-Bank 13.346.56)4 Idem gedep. vreemd gelo 1.C67.31 Deposanten I.81Ö.324.57H Voorschotnemers creditsaldi 2.47011 Buitenlandsche crediteuren 35.423.74 Idem deposanten 3.357.08 Te betalen wissels 49218 Nog tc storten aandeelen 5.450.— Totaal 4.707.754.33 Op deze posten zullen dc betrokkenen dus per 4 Juli j.I. een verlies te lijden hebben van 50 procent. In verband met de nadien gele den verliezen zo] dit cijfer zich nog verhocgen. Op grond van het hierboven resteerende ver- liessaldo en in verband met het feit, dot het bedrijf verliesgevend werkt, Bestaut geen vooruitzicht dat na verleend uitstel, volledige betaling van alle schulden zal volgen. Tot zoover het rapport van den deskundige Lucas. Het rapport zélve gaat vergezeld van verschillende bijlagen. Het bovenstaande is uit dc hoofdrapporten een volledig uittreksel.' Wij hebben ons gehaast dit uittreksel nog voor ons Dagblad van hedenavond gereed te maken, omdat in de finantieele wereld cn ook daarbuiten voor deze aangelegenheid alge mecne belangstelling bestaat. 2V'. V. „dc Hanzespnarbank". Inleiding. Deze vennootschap, waarvan de Statuten op 27 Augustus 1921 de Koninklijke Bcwilligino- ontvingen, ving op I Januari 1922 hare werk zaamheden aan ter voortzetting van het, tot dien datum door de N. V. De Hanzebank ge ëxploiteerde spaorbankbedrijf. De bestuurders der Hanzebank meenden namelijk, dat het óan- beveling verdiende, de spaarbankgelden niet langer in het bedrijf hunner credietbank te be leggen, en derhalve te moeten breken met den toestand, zooals deze tot dot oogenblik had be staan, waarbij de Spaargelden alle risico's van het bedrijf mededroegen. De Hanzebank bezat, na de oprichting der N. V. Hanze Spaarbank, alle geplaatste aandeelen dezer instelling, zijnde 10.000 nominaal met 50 storting, cn bracht in de vennootschap in een schuld wegens ge storte spaorgelden nd 5.166.329.9514. Aan gezien het de Hanzebank niet wel mogelijk was hiertegenover ook een belangrijk actief in te brengen, bleef zij na overgave van een post van 342.861.54 aan effecten (later verhoogd met 10.000) het resteerende bedrag zijnde met inachtneming van enkele kleinere posten 2.358. 376.88y. „in rekening conrant" aan het nieuwe lichaam schuldig. Staat van acttet cn passief. De door de Vennootschap bij de Utrechtsche Rechtbank ingediende staat van actief cn pas sief, heb ik (de accountant) aan een onderzoek onder worpen. Het bleek mij, dat de juistheid der opstelling in meerdere opzichten door de haast waarmede het overzicht moest worden samengesteld, geleden had. Waar het wijders van belang was den toestond van den boedel te kennen op het oogenblik van de vcrleening der voorloopige surséance van betaling, zijnde 4 Juli T923, heb ik er van afgezien dezen staat post voor post te conigeeren en do diverse veranderingen toe tc lichten, doch ben ik over gegaan tot het samenstellen van een geheel nieuw overzicht van den stand des boedels per 4 Juli 1923. Alleen zij hier nog aangestipt, dat door het bestuur ingeleverde overzicht een ac tief boven passief ad ruim 80.000 aanwees, terwijl mijn opstelling in verband met het ge raamde verlies op de vordering op de Hanze bank ruim 940.000 verlies aantoont De accountant geeft verder eenigc toelichting op de diverse posten. Wij stippen daaruit het volgende aan: Ik heb, teneinde de administratie der Bank aan do werkelijkheid te toetsen, aan de spaarders de in hun bezit zijn spaarbank boekjes doen opvragen cn de ingeleverde boek jes met dc boeken vergeleken. De controle der boekjes en dc verder ontvangen correspondentie brachten vele bookingsfoutcn aap het licht Be hotstelde deze alsnog zooveel mogelijk; enkele gevallen zullen later nader moeten worden onderzocht. Voorloopig moest cn bedrag van f 2000.66 als verschillen worden afgeboekt In de boeken waren diverse bedrogen lot een to taal van TT.TI4.5Ö als stortingen door spaar ders veTme'd, welke stortingen bleken geschied te zijn na, het besluit tot aanvaarding der sur séance. De directie besloot, onder goedkeuring van bewindvoerders, dit bedrag terug te beta len, dnnr het in strijd met de bedoeling cn de instructies, door de beambten was aangenomen; het bedrog is daorom niet als schuld ver meld, doch van het actief afgetrokken. Oorzaak der moeilijkheden. De oorzaak der moeilijkheden zoo gaot het rapport verder van de Hanzespaarbank is uitsluitend te zoeken in de verliezen, welke de Hanzebank heeft geleden. Het bedrijf der Spaar bank is. bij de wijze waarop het was opgezet, rendabel. Het feit echter, dat van de spaargel den nog ongeveer deel, de Hanzebank was gedeponeerd, is oorzaak der der debacle der Spaarbank. Hoewel het bij de oprichting der Spaarbank dc bedoeling is geweest, de spaorgelden te ont lasten van de risico's van het bedrijf cener cre dietbank, is het de Honzebank blijkbaar niet wel mogelijk geweest, haorschuld in de afgeloopen jaar met meer dan rond 900.000 te ver minderen. Het komt mij voor dat, aangezien de toestand van het bedrijf der Honzebank bij de oprichting der Spaarbank reeds precair was, in redelijkheid door de spaarders niet meer mocht worden verwacht De crediteuren der Hanzebank zullen wellicht toch leeds meenen, dat de Spaarbank ols crediteur hunner vaststel ling boven hen bevoorrecht is. Wot is name lijk het geval Door de oprichting der Spaar bank is een bedrag van f 352.861.54 effecten aan de spaarders, met voorbijgang van de ver- dre crediteuren, ten goede gekomen, terwijl nog op 10 Mei T923 een bedrag ad 450.000 door cessie van enkele vorderingen uit het ac tief der Hanzebank noor dat dat Hanze Spaar bank is overgebracht. Ik heb mij bij mijn over zicht op het standpunt geplaatst, dat deze transacties als juist moeten worden aanvaard; uit een oogpunt van billijkheid is hiervoor dan ook veel grond. Inrichting van het bedrijf. Het beheer der N. V. de Hanzo Spaarbank was opgedragen oan de directeuren der Hanze bank. Dezelfde personen, welke de roden van bestuur en toezicht vormden, waren ook leden van deze raden bij de Honze Spoarbonk. Do bijbanken en agentschappen der Honzebank traden tevens als bijkantoren der Spaarbank op. De boekhouding der Spaarbank was te

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5