As'vitRSi" OQRTSüH DAG O L,AD „de eem lander' Vrijdag 14 Dec. 192-
binnenland.
TWEEDE BLAD.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE MILLIORSA1RS
■-"?
No. 142
22e Jaarg-. rtg
DUITSCHLAND.
DE KERMIS DER ARMOEDE.
De Berlijnsche correspondent van het Vod.
schrijft
Tegenover 't groote warenhuis Wertheim in
de Leipzigei Strnsse is de deftige ingang van
het vroegere Pruisische Hoogehuis, dat nu niet
meer voor parlementaire doeleinden wordt ge
bruikt. Een groot deel ervan wordt ingenomen
dooi regeeringsburcaux, waar naast officieele
mufheid op het oogenblik ook nijpende angst
heerscht, omdat de betulnigingswoede van de
regeering niemand ontziet. Enkele groote zalen
zijn toegewezen aan het Pruisische ministerie
voor Volkswelvaart. Maai de allergrootste za
len, wat overdadig versierd met muur- en zol
derschilderingen, staan leeg en hebben het
footsie deel von het jaar het uiterlijk (en ook
iimerlijk) van een grafkelder. Een enkele maal
vindt in een van die groote zalen een confe
rentie plaats of houdt er iemand een redevoe
ring. Want de groote zalen van het voormalige
Pruisische Hoogerhuis zijn te huur voor allen,
die er gebruik van willen maken. Men houdt
er vergaderingen en tentoonstellingen. En zelfs
in dezen tijd een kermis.
Er wordt kermis gehouden, kermis der ar
moede.
Op lange tafels liggen goederen in bonte
mengeling uitgestald. Kleedingstukken liggen
naast oude zilveren kandelabers, tapijten naast
pendules, geborduurde tafelkleedjes naast kost
baar kristal, antimakassers met spreuken, naast
antiek porselein. Wat is hier niet te koop I Een
bloemrijk eetservies, zoo kostbaar, dot het nog
gehuld is in foedralen van week zeemleer.
Ginds vorken en messen in zwarte doozen met
glanzende zijde gevoerd, zonder een smetje,
zonder een krasje, alsof de bruiloft, waarop zij
voor het eerst werden tentoongesteld, eerst
gisteren was gevierd. Bont aardewerk zonder
waarde of smaak vormt daar weer een armza
lig hoopje burgerlijk huisraad. Potten en pan
nen uit de keuken, die eens de trots was van
de wrekzame huisvrouw, staan opgestapeld.
Bierpullen .schilderijen bij stapels, goede en
slechte maar meer slechte don goede. Bijbels
en gebedenboeken bij 't gros. Ook andere boe
ken in mooien band.
Dot alles en nog duizendmaal meer staat op
de lange tafels. Daarachter zitten vrouwen.
Meest oude vrouwen met grijs of wit haaT. Be
verige handen schikken en herschikken al die
kostbaarheden. De oude, fletse oogen monste
ren iederen voorbijganger met een scherpen
blik, die hoop en wanhoop tegelijk uitstraalt
Want al die vrouwen zitten daar om het
kleine beetie bezit, dat zij nog kunnen missen,
te verkoopen. Zij moeten eten, drinken, hebben
warmte noodig. Honger heeft den trots gebro
ken, heeft de liefde voor 't eerwaardige voor
werp, dat aan veel herinnert, overwonnen,
heeft de herinnering enn betere tijden bitter
gemaakt Om te leven, neen, verkeerd ge
zegd om nog te kunnen bestaan, verkoopen
zij het laatste, wat hun gebleven is. Want hier
is de beurs vnn de kleine renteniers, van de
ongelukkigen, die de oorlogslecning hebben
getcekend uit vaderlandsliefde.
BELGIE.
BEGROOTINGSDEBATTEN IN DE BELGI
SCHE KAMER.
Vandervcldc contra Thcunis.
Uit Brussel meldde men gisteren aan dc Tel.
Bij de hedenmiddag in de Kamer gehouden
debatten over de sJoatsbegrooting heeft Van
dervelde een redevoering gehouden, waarin hij
op een oplosing van de kwestie van herstel
aandrong. Hierbij wees spreker er op, dat ten
gevolge van dc bezetting van het Roergebied
de Belgische militairen vier maanden langer
dan onder normale omstandigheden moeten
dienen. Bovendien heeft de actie in het Roer
gebied, volgens den minister, de kosten van
het levensonderhoud verhoogd.
Slechts met groote moeite zoo ging spr.
voort kunnen wij in den donkeren horizont
eenige lichtstralen, die hoop geven, ontwaren
Men zal beweren, dat het herstel-vraagstuk
van internationaal belang is. Wij ontkennen
dit niet, maar het toont de onmacht van het
kapitalisme tot oplossing van het vraagstuk
aan. Daarom stellen wij tegenover de krachti
ge internationale actie van de bourgeoisie, de
actie van de arbeiders-internationale. In En
geland is de overwinning der Labour Party
een voorbereiding voor het aan de regeering
komen. Wij mogen dc hoop koesteren, dat het
succes, dat onze Franschc parlijgenooten wel
dra zullen behalen, de actie voor den vre<k>
zal vergemakkelijken.
Omdat aldus eindigde Vandervelde
wij het op al deze punten met de regeering
niet eens zijn, weigeren wij aan deze begroo
ting onze stem te geven. (Applaus aan de uiter
ste linkerzijde).
De premier Thcunis, tevens minister van fi
nanciën, antwoordde op de rede van Vander
veldo o.a. het volgende:
Met zijn bekend talent heeft Vandervelde in
enkele volzinnen de grieven, welke de opposi
tie, zooals vanzelf spreekt, tegen de regeering
moet hebben, geformuleerd. Er zijn dagen,
waarop ik ook wel tot de oppositie zou willen
behooren (gelach), want als de zaken niet loo-
pgn, is het steeds de schuld van de regeering.
(Hilariteit).
Vandervelde interrumpeert: Wij hebben dat
gekend, toen wij te zamen aan de regeering
waren!
Thcunis: Neen, er was geen oppositie!
Voortgaande, verklaarde Theunis, dat er in
België niemand is, die feitelijk militairist is.
(Protesten van de uiterste linkerzijde).
Theunis: Het Belgische leger zelf is niet mili
taristisch. (Hilariteit en interrupties). Indien wij
zoo vervolgde spr. een hoog begrootings-
cijfer voor onze nationale verdediging hebben
en een bijzonder sterk leger, dan weet men
waarom. (Bijval op verscheidene banken aan de
linker- en de rechterzijde).
Met betrekking tot hetgeen inzake de intcr-
nale ociie van de bourgeoisie en die van de
arbeiders gezegd had, wees Theunis er op, dat,
terwijl het program van Frankfort in de annu-
leerjng der inter-geallieerde oorlogsschulden
voorziet, de overwinnaar bij de Engelsche ver
kiezingen, Ramsay Mac Donald, volgens de
Matin zou hebben verklaard, dat hij betaling
der inter-geallieerde schulden zou eischcn.
Vandervelde verklaarde hierop, dot hij deze
medcdeeling slechts met het noodige voorbe
houd kon aanvaarden, doch dat hij te veel
vertrouwen stelde in den goeden trouw van
zijn Engelsche partijgènooten, om de juistheid
van het door de Matin gepubliceerde interview
voetstoots aan te nemen
Uil de Pert.
DE KABINETSCRISIS.
De Standaard (a.-rantwoordt op het
felle artikel van Dc Nederlander met
onder meer te zeggen
„Of de A.-R. Partij den heer Kooien bij
een door hem te vormen Kabinet zou kun
nen steunen, hing af von net feit of de ver
broken eendracht weer hersteld kon worden.
Had dit herstel niet plaats, dan, dat
spreekt als een boek, kon er geen parle
mentair rechtsch Kabinet komen. En
alléén een zoodanig Kabinet zou op A.-R.
steun kunnen rekenen.
De Nederlonder heeft wel op zeer
bijzondere wijze van hare begeerte doen
blijken om in het oude karrespoor te blijven,
maar zelfs zij zal niet willen ontkennen, dat
tot dit stadium elke aanmerking op de hou
ding der A.-R. ongemotiveerd zo'ü zijn.
Blijkbaar heeft dc critiek slechts betrek
king op hetgeen daarna geschiedde; cp het
feit, dat de A.-R. groep een basis aangaf die
haar, werd zij aonvuard, veroorloven zou
den formateur den steun toe te zeggen,
aarom hij gevraagd had.
Wij verstaan het zoo goed, dat de Ne
derlander fier de vlag ontplooit voor
de handhoving van onze „handvesten en
vrijheden." Op bescheiden wijze. d. i. op
een behoorlijken afstand achter de Neder
lander natuurlijk, willen we daar gaarne
aan meedoen, maar dan moet ons eerrt
duidelijk gemaakt worden dat die hand
vesten en vrijheden in gevaar verkeeren en
waarom dat zoo is.
Wo hebben wel veel eerbied voor het
woord, dat de Nederlander ex cathedra
spreekt, maar in dit geval voelen we toch
ook wel eenige behoefte arm argumenten tot
staving van het vonnis.
Zoolang we die niet vernemen, blijven we
nog maar va r oordeel, dat de houding onzer
club het gebruik van een enkel woord nu
daargelaten boven onzen lof verheven is.
Ze heeft een juist inzicht in den toestand
getoond; precies gevoeld wat vooraf moest
gaan aan elke poging om weer een nieuw
rechtsch Kabinet tc kunnen vormen. Mocht
er vroeger onder ons al eens klacht ge
weest zijn dot men wat al te gauw van wal
stak zonder de haven van bestemming te
kennen, of zelfs zonder een juistwijzend
kompas aan boord te hebben genomen, voor
die grief is thans zeker geen plaats.
We laten aan dc Nederlander gaarne
't genoegen van een andere werkwijze, maar
wij houden onze eigene, omdat wjj die de
beste achten.
Met de bede van het blad, dat de Almach
tige ons land behoeden moge, stemmen wij
in. Maar wij deen dat zonder bepaald oog
merk. Omdat d? nood der tijden zoo groot
is. Wij vragen den Allerhoogste niet om
Nederland te behoeden tegen de booze
raadslagen der C.-H. Kamerfractie, gelijk de
Nederlander deed ten aanzien van de
A.-R. fractie.
De evenwiohtsstoring bij het C.-H. hoofd
orgaan is in dezen crisistijd inderdaad ern
stig."
Berichten.
NEDERLAND EN BELGIE.
De kosten der intcrncering van
Belgische militairen.
De memorie van toelichting op het wetsont
werp, door de Belgische ministers van finan
ciën en landsverdediging bij de Kamer inge
diend betreffende de regeling der kosten van
interneering in Nederland van de Belgische mi
litairen gedurende den oorlog, bevat het vol
gende
De aan de Nederlandsche regeering door het
onderhoud ^er tijdens den oorlog geïnterneerde
Belgische militairen veroorzaakte onkosten bc-
loopen in hoofdsom 48,758,355.32.
Na lange onderhandelingen hebben de beide
betrokken regeeringen het volgend vergelijk ge
troffen, waarbij de kwestie van den interest over
de verschuldigdes ommen en de modaliteiten
der terugbetaling geregeld worden.
De interest d°r door Nederland tijdens dc
oorlogsjaren cn tot in 1920 verschoten gelden
gaat wat het jaar I9T4 betreft, met 1 Januari
1915 en, voor dc volgende jaren, met I Oct.
in, op het gezamenlijk bedrag der gedurende
het jaar gedane uitgaven. Het jaarlyk. uit inte
rest gevormd kapitaal wordt zelf rentegevend
Hetp crcent dat aanvankelijk op 5, dan van
I Januari 1921 op 6 vastgesteld was, werd in
gemeen overleg tot 31 Dcc. 1922 eenvormig
tot 4 y: herleid Volgens dezen nieuwen grond-
slag berekend, beliep het totaal der interesten
op Jaatstgcmelden datum f 13,730.358.15.
Overeengekomen werd dat gemeld bedrag
in den loop van dit jaar zou terugbetaald wor
den.
Van I Januari 1923 af, komt een nieuw regi
me tot stand. De hoofdsom der schuld, even
als de tegen 5 pet. sjaars' berekende interes
ten, zullen voldaan worden in vijftien jaren door
gelijke zcsmaandeüjksche stortingen, waarvan
de eerste den 30sten Juni 1923 vervallen is en
de laatste den 31en December 1937 zal ver
schijnen. i
Om de hoofdsom van die schuld te vertegen
woordigen, zullen obligaties der openbare
schuld uitgegeven worden voor-een naamkapi-
taal van f 46,738,000, welke van 1 Jan. 1923
af interest tegen 5 pet. 'sjaars opbrengen en
in vijftien jaren, van 1923 tot en met 1937,
per halfjaar terugbetaalbaar zijn.
De aldus vergunde termijn laat ons toe ons
te kwijten zender de jaarlijksche begrooting al
te zeer te bezwaren cn het cijfer van den door
ons te betalen interest is niet hooger dan dat
o. der eigen leeningen.
De voorwaarden van het vergelijk, waarmee
de regeering ingestemd heeft, zullen ze in alle
opzicht redematig toeschijnen en ik breng hier
volgaarne hulde aan den geest van welwi lend-
heid en de verzoeningsgezindheid, welke de
Nederlandsche regeering bij de onderhonde-
'n^en hrtoond heeft.
GENOOTSCHAP TER BEVORDERING VAN
NATUUR-, GENEES- EN HEELKUNDE.
Uitreiking der gouden medaille
aon prof. Einstein.
In de Aula van de universiteit tc Amsterdam,
welke geheel gevuld was met belangstellenden,
heeft gistermiddag de uitreiking plaats gehad
van de gouden medaille van het Genootschap
ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heel
kunde aan prof. Einstein.
De voorzitter, prof. J. D. van der Waals,
heette de aanwezigen, o.w. burgemeester Dc
Vlugt en wethouder E. Polak, welkom, cn richtto
zich aldus tot prof. Einstein: Toen wc besloten
u en Lorentz de gouden medaille van het Ge
nootschap toe te kennen, wilden wc daarmee
uitdrukken, dat we in den arbeid van u beiden
een samenhangend groot geheel zogen. Dit wil
ik nu speciaal naar voren brengen, hieibij uw
werk op andere physische gebieden, uw theorie
van licht, electrisch effect, de Brownsche be
weging en nog zooveel meer buiten beschou
wing latend. Ook de bepaalde kanten van de
relativiteitstheorie wil ik niet in het licht stellen.
Toen wc 31 Oct. aan Lorentz dc medaille
overreikten, zetten we uiteen hoe zijn electro-
nentheorie het stugge begrip stof opgelost heeft
in een steeds wisselend spel van electrisch ge-
Jaden deeltjes en hoe zij de massa in zeker op
zicht tot een secundair effect teruggebracht
heeft tot een gevolg van de electrische lading.
U, prof. Einstein, bent in dezelfde richting
voortgegaan. Losstaande begrippen hebt ge in
beweging gebracht. Ge hebt ze in vroeger niet
gedachte vormen en combinaties, waarin zij zich
beter laten inpassen, in het harmonische systeem
van de natuur, gekristalliseerd. Een goed voor
beeld daarvan is de geschiedenis van het massa
begrip.
Hierna ging hij over tot de uitreiking van de
medaille, welke bedoelt op de manier, die het
Genootschap ten dienste staat, getuigenis af te
leggen van dc dankbaarheid voor het vele, dat
wij uit de onderzoekingen van prof. Einstein
hebben geleerd. Aan hem danken we een diepe
ren blik in de eenheid van de natuur.
Prof. Einstein beantwoordde deze rede en be
dankte voor de huldiging en de eer, die hem
door de overreiking van deze gouden medaille
was te beurt gevallen. Hierna gaf Spr. in het
kort een overzicht van de jarenlange studie,
welke hem ten slotte gevoerd heeft tot zijn
rciativiteitsstcllingen.
Na afloop van de plechtigheid had een re
ceptie plaats.
VEREENIGING VAN GEMEENTELIJKE
WERKLOOSHEIDSFONDSEN.
Vergadering ta Amsterdam.
Gister werd in „American" te Amsterdam de
jaarlijksche algemeene vergadering der Ver.
van gemeentelijke Werklooshcidsfondsen ge
houden, onder voorzitterschap van den heei
De Bordes, burgemeester van Bussum.
Aan het jaarverslag ontleenen wij, dat het
aantal leden op 31 Dec T922 negentig bedroeg,
hetgeen een vermeerdering met één lid is, ver
geleken bij het vorig jaar. De rijkssubsidie be
droeg over 1922 1000, die voor 1923 werd
verlangd tot 500.
In zijn openingswoord zeide de voorzitter,,
dat de werkloosheid niet alleen in ons land,
maar ook voor het buitenland één der belang
rijkste problemen is geworden, dot zeer zeker
de aandacht vraagt
Tot leden van het bestuur werden herkozen
de hc-eren De Bordes en Gerritsz.
Vervolgens werd behandeld het voorstel van
het bestuur om een adres te richten tot den
voorzitter van den raad van ministers inzake het
bijdragen door het Rijk in gemeentelijke steun
regelingen.
Dit adres bevat o.m. het volgend
Bij de liquidatie von het Kon. Nationaal
Steuncomité is ir art. 4 van het werkloosheids
besluit 1917 een alinea 3b ingelnscht. waarbij
bepaald wordt, dot het overheidssubsidie aan
werkloozenkassen op meer dan 100 kan
worden gesteld, „indien de vereeniging niet in
staat- is de bijdragen zoo hoog op te voeren,
nis noodig zou zijn om uitkeeringen te verstrek
ken ovei een termijn van tenminste 90 dagen
per jaar tot een zoodanig bedrag, dat daaruit
het noodzakelijk levensonderhoud der werkloo-
ze leden kan worden bekostigd."
Dit artikel berust op dén der principes van
het Werkloosheidsbesluit 1917, n.l. dat do
werk'.oozenvcrzekering gelijkelijk moet worden
bekostigd door rijk cn gemeenten
Voor 1923 is aan een aantal kassen wel een
hooger subsidie dan 100 toegestaan, maai
tegelijkertijd is hieraan de voorwaarde verbon
den, dat de reglementaire ui'kecringsduur voor
d kassen aanmerkelijk moest worden bekort.
neer dus de ieden deze: kassen, die werk
los zijn, na korten tijd „uitgetrokken" geraken
komen zij geheel ten laste der betrokken ge
meente. Niet alleen dus, dat die gemeenten zich
grootere financieel© opofferingen getroosten
doordat zij de helft der subsidie dragen, maar
bovendien komen de uitkeeringen, die de werk-
looze leden van werkloozenkassen, welke geen
recht op uitkcering meer hebben, geheel voor
rekening van de gemeenten, behalve in een en
kele gemeente, waarvoor een rijkssteunregeling
geldt.
Blijkens de r.ota betreffende den toestand van
's lunds financiën, gevoegd bij de ontwerp-staats-
begrooting voor 1924, is het de mcening dei
regeering, dat niet langer mag worden afge
weken van den weg, dien de Armenwet wijst te-
voorziening in de nooden van hen, die geen
middelen van bestaan hebben. Steun uit 's Rijks
schatkist zo! dón worden verleend, wanneer ge
meenten als gevolg van die voorziening i'n finan-
cieele moeilijkheden mochten komen.
Wordt deze lijn gevolgd, dan zullen de kosten
der verzekering door rijk err gemeenten geza
menlijk worden gedragen, maar zullen de kosten
von de ormenzorg en den steun voor de ge
meenten zeer belangrijk toenemen- en wel in
hoogere mate naar mate het Rijk door zijn
voorschriften de verzekering meer cr. meer bc
perkt en in strijd met hetgeen door de gemeenten
door toetreding tot de regeling vervat in he?
Werkloosheidsbesluit 1917 mocht worden ver-
wocht.
De bepalingen der reglementen der werkloo
zenkassen m 1922 geldend, zijn van kracht ge
bleven, maar wegens den noodtoestand zijn vooi
1923 daarnaast andere voorschriften tijdelijk van
kracht geworden De vereeniging zou het nu bil
lijk achten, dat het Rijk de helft zou meebetalen
in de kosten Van steun, verstrekt aan leden var"
werkloozenkassen, welke een steun ontvanger
over een termijn loopende vanaf het moment
dot zij volgens de bepalingen van 1922 uitgc
trokken zijn, ongeacht den financieelcn toestan
•der gemeen .en. Besloten werd het adres aon de;
minister te verzenden. Het bestuur kreeg mach
tiging om dc redactie nader vast te stellen.
Ir\ de middagzitlirtg werden behandeld prae-
adviezen van de heeren Jac. Bakker, I. G
Keesing en S. van dér Steen over de vraag -
„Moet de contróle op de werkloozcn verbeter
worden, door de werkgevers op de een of an
dere v/ijze in de contróle in te schakelen
waarbij aangenomen kan worden, dat de werk
gevers in de verzekering bijdragen? Zoo ja.
op welke wijze?
De heer Bakker stelt zich in zijn prae-
advies ten aanzien van de regeling der werk
loosheidsverzekering op het standpunt, dat d
gezamenlijke vakverbonden in hun advies aar
den werkloosheidsróad, omtrent de grondsla
gen voor een wettelijke regeling ven deze ver
zekering hebben ingenomen en dat uitgaat van
een centrale leiding der geheele instelling dpoi
een bestuur, waarin Rijk, gemeenten, werkge-'
vers en kassen hun vertegenwoordigers hebben
Daar ^et vraagstuk von beperkte beteekehi?'.
is, zeide spr., kan een bespreking van het vol
ledige hervormingsplan buiten beschouwing
blijven. Spr. meer.de echter de aandacht te
moeten vestigen op een clausule, die oj> di!
vraagstuk betrekking heeft en wel dc volgende
Naast de vaststelling van de reglementen is
von belang de contróle op de naleving dici
reglementen. Deze contróle moet plaatselijk ge
schieden. In deze plaatselijke organen zouden
wij den werkgevers een plaats willen zien in»-"
geruimd en de^e organen het recht willen ge
ven uitkeeringen te wraken. Daardoor zou den
werkgevers een redelijke en reëele medezeg-,
genschap in het bestuur der verzejeerjjpg 'zijn
gegeven.
De heer Keesing trekt uit verschillende
voorbeelden de conclusie, dat in vcrc^Hlcr><]
belangrijke gemeenten, met een goecf'gèoytil-
leerden werklooshcidsdienst, de aan de control?
op werkloosheid en uitkeeringen te stellen
eischen nauwkeurig zijn bekeken. Waar de be
hoefte aan verbetering diei contróle bestond en
die verbetering slechts kon bereikt v.oixicn dooi
de werkgevers „op de een of andere wijze" in
d*. contróle te betrekken, is men niet theore-
tisch-angstvallig gaan zitten wachten totdat bij
tijd en wijle besloten zou zijn, dot de werk
gevers „in de verzekering bijdragen", doch
heeft men, zoowel ter voorkoming van directe
schade voor de kassen en voor de overheid,
nis om de werkloosheidsverzekering te verde
digen tegen do aanvallen var. hpre belagers,
doorgetast op een wijze, dje naar alle richtin
gen bevrediging schenkt, .ailthanj niet tot ern
stige grieven apnlèidirig Kèejt gegeven.
De heer V an der^ieen,- Voortbouwend?
op hetgeen tot dusver*-uk ,<Je vrije^aine^wer-
king tusschen werkgever^arbeidsbeurzen is
gegroeid,; stelt dc volgende bepalingen "voor
1. Iedereen, hetzij werkgever of particulier,
Jie een /arbejder ih diensl neemt, moet dians
inschri;vingskiiort van de- arbeidsbeurs opvra
gen en déze onmiddellijk,' (uiterlijk denzelfden
dag), aan de arbeidsbeurs- toezenden.
2. De werkgevers óf .portfcuJieren, die los
sta arbeid doen verrichten, bullen wekelijks^ op
gave verstrekken yen de door. de ip^se arbeiders
verdiende loonen. - -.'fc;'V
>Vv.
Het leven wordt niet gemeten naar onze
vreugde, moor naar onze oïfers.
noot
F. FRANKFORT MOOP.E.
Uit het Engelsch
door
F J. VAN DER MOLEN.
82
Reeds ééns tn zijn leven had het Fatum
zulk een luchtkasteel \oor hein in gereed
heid gebracht. Vast cn zeker had hij toen
gemeend, dat het ten eeuwigen dage den
tijd zou kunnen trotsecren; maar jammer
lijk was het hoven zijn hoofd ingestort. Len
onvoorwaardelijk vertrouwen had hij in die
dagen gehad in het Fatum als bouwmeester
ïlij I»ad zich dc Voorzienigheid niet anders
kunnen denken, dan alles bestierend te zij
nen gunste, en toch had hem een slag ge
troffen. die hem \oor langen tijd verdoofd
had. Zijn hart was toen in opstand gekomen
tegen de liefde en verdere abstracties, gelijk
ttegen de liefde en verdere abstracties, gelijk
steeds het geval is met mcnschcn, wier ge
zichtskring zich beperkt tot hun onmiddc-
lijkc omgeving. Maar éér een jaar verstreken
was, had hij tot dc erkentenis moeten ko
men, evenals elk sterveling, die door er
varing wijzer is geworden, dat al die mach
ten: dc Liefde, het Fatum, de Voorzienig
heid, tegen wie hij als een bedorven kind
was opgestaan, hem ruimschoots met wel
daden hadden overladen.
Wat hij als een kastijding had beschouwd,
bleek in werkelijkheid een liefkoozing te
zijn geweest. Zijn vriend Newton had hem
tere.cht gevraagd, wat er van hem zou zijn
geworden, indien die Crcoolsche hem ge
trouwd had in plaats van weg te loopen mei
een vreemdeling, dien zij hoogstens twee
maal gezien had.
Een goedertieren hand was het geweest,
die dat wilde kind met haar plotseling op
vlammende hartstochten van hem had weg
genomen, hem daarna met rijkdommen had
overladen en hem ten slotte had binnenge
leid in het Londeosche huis, waar hij \oor
de eerste maal het meisje had ontmoet, dat
than; in Villa Valencia verblijf hield, dat
meisje, dat haar hand in de zijne had ge
legd, toen zij samen onder het kleppen van
het Angelus uit het klooster in de verte, den
tuin waren doorgewandeld.
Hij vroeg zich af, of zijn geloof in het Fa
tum krachtig genoeg zou blijken te zijn.
om met gelatenheid deze zelfde villa tc ver
laten, die thans voor zijn oogen stond, indien
over een dag, of een week, of een maand,
het meisje dat daar woonde, hem mede
deelde, te hebben bevonden, dat zij hem niet
liefhad, en zijn liefdesbetuigingen niet kon
aanvaarden.
Was dit voongevoel, dat zij het niet zou
doen, soms zijn kaartenhuis, dit voorge
voel. dat zij haar hand in dc zijne zou leg
gen net als vroeger, maar zc niet terug
trekken, zooals toen?
Was dit gevoel van Vertrouwen, dat hij
haar \olle liefde gewonnen had, een lucht
kasteel, opgebouwd door zijn eigen naïviteit
cn lichtgeloovighcid'?
Hij riep in zijn herinnering elk woord
terug, dat zij dezen avond tot hem gesproken
had. en trachtte er, om zoo te zeggen, het
gemiddelde van te bepalen met betrekking
tot den algemeenen indruk. Hij spande zich
in, een zuiver en nuchter oordeel te vormen,
wat betreft den waren achtergrond van de
beteekenis, die men volgens recht aan haar
woorden zou mogen hechten. Ilii achtte zich
nog wel in staat, met onpartijdig oog zijn
situatie te kunnen overzien, en aan elk van
haar woorden hun letterlijke beteekenis toe
te kunnen wijzen, en hoopte ze daarna langs
logischen weg in overeenstemming tc bren
gen met de intensiteit van uitdrukking, die
het geheel overhcerschtc. De logica be
schouwde hij inderdaad als de stoomklcp
van alle gemoedsbewegingen; hij was over
tuigd. dat hij door kalm na tc denken dc
emotionccle drukking nauwkeurig zou kun
nen regelen, dat hij, door de ^letterlijke
beteekenis van enkele woorden vast te stel
len. dc juiste diepte eencr passie zou kunnen
peilen.
Zoo stond hij daar dus. in diep gepeins
verzonken. Maar weldra bleek het licra even
onmogeliik, zijn gedachten te beheerschen
als zijn .emoties. Hij dacht niet aan dc woor
den, dio zij gesproken had, doch aan dc tin
teling van haar oogen, toen zij die woorden
uitte, aan den blos, die plotseling haar ge
laat had overtrokken, aan haar verbleekcn
onmiddellijk daarna, aan den vreemden
lach. die als een snik had geklonken. Geen
enkele phrase, zooals die over haar lippen
wfts gevloeid, vermocht hij in zijn herinne
ring terug te voeren; maar wel herinnerde
hij zich dc wijze, waarop zij zin na zin had
uitgesproken, wel herinnerde hij zich de
buiging harer stem, die bitter zou hebben
geklonken, indien er niet zooveel diepe
smart in had gelegen, toen zij hem vertelde,
hoe zij het vertrouwen op de goede leiding
van haar eigen hart verloren had, en kwam
weer voor zijn geest terug, hoe zij haar
hand in de zijne had gelegd, terwijl zij door
den tuin wandelden.
Hij behoefde niet te twijfelen: zij had hem
icf. Zij was te veel vrouw om hem tc ver
oorloven dat alles tc zeggen, wat hij haar
had durven toevoegen, of het de moeite
waard te achten, hem toe tc vertrouwen,
wat zij hem ten antwoord had gegeven, in
dien zij hem niet liefhad. Haar hart. dat
haar vroeger had misleid, vertelde haar
thans de waarheid: het zei haar. dat ze hem
liefhad. Over een paar dagen zou het haar
duidelijk worden, dan zou ze hem in dc
armen vliegen, zij zou voor altijd de zijne
worden, en nimmer zou het haar berouwen,
dat zij naar de ingevingen van liart geluis
terd had.
Neen, het was geen luchtkasteel, dat hij
zich bouwde, het was geen kaartenhuis, dat
hij zich had opgezet. Valencia had hem lief
en zou het hom openhartig bekennen, zoo
als zij het hom reeds hekend had, niet met
woorden, maar door dien blos op haar heer
lijk gelaat, door die 'enkele spontane bewe
gingen naar hem, door de onbeschroomd
heid, waarmee zij haar hand in de zijne had
gelegd. Zij had hem lief, en hij was de ge
lukkigste mensch, die er op aarde leefde.
Nu wandelde hij terug van do villa, en
aan de reede gekomen, riep hij ccn bootje
aan, dat hem naar zijn jacht moest brengen.
Op het dek ging hij languit in een stoel lig
gen en liet, de oogen strandwaarts gekeerd,
zijn gedachten nogmaals haar vrijen loop
gaan. En steeds weer keerden ze terug tet
het heerlijke geluk, dat hem beschoren was
•geworden.
Of was het dan niet iets overheerlijks,
deelachtig tc zullen worden, waarnaar zijn
hart zoo innig smachtte? Lang geleden, toen
dat Spaanschc kind hem had verlaten, had
hij zijn leven vernictgd gewaand. En het
ware gevoel van geluk was hem sindsdien
steeds verre gebleven. Dagen van harden ar
beid had hij doorgeworsteld op een afge
lezen plaats met een bevolking die hij ver
afschuwde. 0. hoe had hij die menschen in-
dertijdtijd toch gehaat! En aan hen denkende,
viel hem in, wat Lord Ballysccdy hem hadge-
zegd: dat hédfefi ten dagc^bk'el piider kntjfo
deniers klusscvoorooL-deelen bestonden»-Al'
De handelskringen in .zijn gcbóorteijtaats'
waren opgepropt met kXfcssêvooroqi'cJcölèi^,
wie in lapjes deed, keek met een blik Vül
minachting neer op hem, die thee Vfcnwcht,
en word op zijn 'beurt met spot bejegend
door omplove's aan banken en handelskan
toren; want het meest met zichzelf ingeno
men waren deze nog. Een moeitcvol leven
had hij daar geleid, jaren én jaren 'lang,
zonder er meer dan een paar vrienden te
hebben gekend. En toen hij ten lange leste
in dc gelegenheid werd gesteld, het stadie
vaarwel te zeggen, had er niemand afscheid
van hem genomen dan zijn oom, die heai
naar een suikerplantago in West-Indie had
gezonden en hem later tienduizend pond
bad nagelaten.
Maar ook in Zuid-Amcrika cn in west-
TndiÖ had .hij hard gewerkt, tot hij in Zuïd-
Afrika plotseling rijk man was geworden.
Was het dan zoo vreemd, indien hii aanvan
kelijk geloof sloeg aan wat Gwendolen Car-
dew hem in het oor gefluisterd had omtrent
de lieden, in wier midden hij thans ver
keerde. hoe zij hem beschouwden, niet als
oen van hum-gelijken, maar louter als een
object, dat /ij om den wille van zijn niilli-
oenen met belangstelling gadesloegen?
Wordt vervolgd.