TWEEDE BLAD. STADSNIEUWS. 22eNJ°aar4fl7,ng AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEM LANDER" Donderd 20Dec.1923 Raads verslag. Vergadering van Woensdag 19 Dec. des nam. 2 uur. Afwezig dc hceren Noordewier, Graaff en Noordman. De heer Hofland vervolgt zijn gister avond afgebroken rede. Hij herinnert er aan, dat hij werd uitgeslo ten van het wethouderschap. Dat is op zich zelf niet, zoo heel erg, als men voorop ge steld had, dat het politiek beleid van hem zoo was, dat men er nief langer mee kon gaan. Maar gisteren is verklaard, dat het meer in den persoon zat, het was meer een persoonlijk feit. Het is niet verantwoord dat men meer let op de persoonlijke gestie, het politiek inzicht moet den doorslag geven. Een vorig keer heb ik verondersteld, dat dit een gevolg was van de houding van den Bur gemeester tegenover mijn persoon. Toen de motie van afkeuring was aangenomen, heeft de Burgemeester daarop dadelijk gereageerd. Nu vraag ik, mag ik niet eischen, dat men mij zegt, waarin die afkeuring van het per soonlijke zit. Men moet niet denken, dat ik mij er persoonlijk door gepiqueerd voel; ik voel me integendeel zoo lekker als kip. Maar mag men, als men als onbetrouwbaar wordt gestempeld er geen prijs op stellen dat die beschuldiging omschreven wordt. Dit vraag jk ook aan den Burgemeester. Ik mag eischen, dat ik den aard en de omschrijving vun dc beschuldiging mag kennen. Ik meen het recht tc hebben dat te vragen en als die vraag wordt beantwoord dan behoud ik mij bet recht voor omtrent die zaak zoo een en ander mede te deelen. Ik stap nu van dit onderwerp af en kom nu tot de zakelijk financicele verhouding tusschen de gemeente en dc bedrijven. Ik heb mcenen te kunnen constateeren een nieuwe koers, die eigenlijk al weer is een oude koers. Het gaat over de mogelijkheid van de winst- verdeeling der bedrijven. Toen de begrooting 1922 door Ged. Staten werd teruggezonden kwam dat hoofdzakelijk door het verlies der gasfabriek. De Staten wilden, dat dat ver lies werd geleden door dc gewone middelen. Het was reeds voor de tweede keer, dat de begrooting terugkwam en het was niet mo gelijk den factor nog te verhoogen. We heb ben toen gezocht naar andere middelen en w<- hebben die gevonden uit de bedrijven zelf. Het verlies was ook ontstaan uit de bedrijven, zoodat er een zekere billijkheid in zat, dat bij het maken van winst, de bedrij ven dat verlies ook zouden beto,len. We kon den aantoonen dat Gas en Electricitcit bet bedrag konden opbrengen en is het gelukt over dat jaar een bedrag van S9000.— te snden uit de bedrijven, onder beding dat 1923 zou uitkeeren van uit dc winst der be drijven het restecrende bedrag: Dat werd aangenomen door den Raad lil afwijking van de bedoeling der Staten dat niet zou worden beschikt over winst voor dat ze er zou zijn. Ged. Staten waren tegen die verschuiving, en wilden dat ook het rcstcercnde deel op den dienst van 1922 werd gevonden. Wij heb ben .dat toen gedaan door een surplus winst aan cle begrooting van 1923 uit te koeren, terwijl ook de dienst van 1921 werd belast met een uitkeering van 25000.—. Wij kon den dat doen, dank zij de enorme winsten uit onze bedrijven. Maar nu heb ik gemerkt, dat men niet de bedrijfswinsten tot dekking van bedrijfsver liezen zou aanwenden maar dat men die winsten zou gaan aanwenden om onze ge wone fiscale middelen tc gaan drukken. Hiermee wijken we af van de stemming die bestond bij de vorige regeling. Dan krijgt dc bcdrijfsv'Anst een zekere doelstelling om on ze fiscal* middelen zeker tc stellen en dien kant moeten we niet uit. Laten wc onzo ge wone inkomsten niet lat^n aanleunen aan onze bedrijfswinsten. Want dan wordt een deel der middelen opgebracht op niet pro gressieve wijze. Wij trekken toch al een 75000— uit dc bedrijven die wel dekken dc sten. die wc moeten maken buiten dc bc- lirijven om. Onze bcdrijfspolitick moet zoo worden opgevat, dat wc onze bedrijfsbegroo- ting stellen op reaelen basis. Een behoorlijke reserve mogen we maken en blijft er dan over dan kan dat aan dc gewone middelen worden toegevoegd. Maar onze bedrijfswin sten mogen niet worden de kurk waarop on ze gcmeentefinanciën drijven. Ik komt tot de ze conclusie dat de tarieven vaststelling niet mag worden vastgekoppeld aan de fiscale draagkracht der Gemeente. Dan heb ik als vraagpunt dc onderlinge financieële verhouding der bedrijven. Dat staat ook in nauw verband met de tarievce- ring der bedrijven. Het heeft ons allen ge troffen, dat voor de gasfabriek een krappe begrooting is saamgestcld. Vergeleken met de uitgaven van 1922 zijn verschillende pos ten niet krap genomen, integendeel ze zijn hoogcr geraamd. Maar men heeft die krappe begrooting gemaakt om uit een zusterbedrijf ecu som van 73000 tc trekken. Er is een belangengemeenschap heeft men gezegd, en dus moet het goed gaande Electncitcitsbe- drijf dc mogelijke tekorten van het Gasbe drijf dekken. Ik vrees, dat zoodoende de krappe begrooting niet zal worden goedge keurd. Men gaat de tarieveering van een be drijf niet regelen, omdat er nog een bedrijf is dat do verliezen zou kunen dekken. Een hooger tarief tc heffen dan met de bedrijfs- uitkomsten is over een te brengen acht ik niet rationeel, dat acht ik verkeerd. B. en W. zeggen dat de verbruikers van elcctriciteit nog goedkooper uit zijn dan de gas verbrui kers. Dat kan theoretisch heel juist zijn maar het gaat niet aan den gas- priis op 12 cent te stellen en dc clectriciteits- verbruikers de mogelijke tekorten te laten be talers. Gelet op dc winstcijfers van 1922 en gelet op de bedrijfsuitkomstcn van 1923 behoeft in 1924 geen tekort van 73000.— worden goed gemaakt. We kunnen van den electricitcits- prijs best een 4 of 5 centen afnemen en dan bliift er nog genoeg winst over. We komen clan tegemoet aan een zeer sterken drang, die in onze Gemeente leeft. Zoo heb ik de uitkomsten van onze bedrij ven beschouwd en ik hoop dat U uw vierde conclusie zult wijzigen, dat onze gewone mid delen niet mogen leunen op onze bedrijfs winsten. Er is gevraagd hoe zit het met de toe- en afneming van den rentelast van onze ge meente? Daarop is een becijfering gevolgd welke voor een niet-ingewijde moeilijk is te volgen. Er wordt gezegd dat de aflossings- last met f G6000 zal verminderen. Een ver klaring wordt echter niet gegeven en dat is \oor de nieuwe leden toch wel een incon veniënt. Wil ons nu eens precies vertellen waarom de vermindering van lasten bestaat in 19-25? B. en W. nemen aan, dat de toeneming van den rente- en aflossingslast 46000.zal bedragen. Hoe komt dat tot stand. Wij zullen volgend jaar een 400.000.— moeten gaan leenen en dat is geld dat al zit onder dc vlot tende schuld. Maar juist omdat dat geld al voor een deel zit ondor de vlottende schuld moet er al rente van betaald worden, zij het dan niet op een leening. Maar dan moet dat cijfer van 46000.— verhoudingsgewijs on juist zijn. De effectieve vermindering moet dan zeer belangrijk grooter zijn en met dat bedrag kon dan het door de inkomstenbe lasting op te brengen bedrag worden vei^ minderd. Er zijn nog enkele wrongetjes. Heeft men zich rekenschap gegeven van de factoren die voeren tot vermindering van het belastbaar inkomen. Daarover heb ik niets gelezen. Maar het is toch wel van belang voor den Raad met welke factoren rekening is gehou den, die kunnen voeren tot vermindering van het belastbaar inkomen. Het is nog mijn glorie, dat B. en W. nog ongeveer hetzelfde* bclastingvlak hebben aangenomen als ik vorig jaar. Dat bewijst, dat ik nog niet zoo ver mis was. Men heeft in Juli van dit j'aar de belasting verordening gewijzigd, waardoor 25000. meer zou worden opgebracht en dan zou de factor kunnen worden verlaagd. Maar B. en W. willen daar niet aan. Zij stellen het be drag al lager en willen dan zien of de be lasting niet verhoogd behoeft te worden. Ik wist van het initiatief voorstel niets af, in het college had men mij niet gewaarschuwd. En als de voorsteller der avond van behan deling niet zoo coulant was geweest mij van te voren in tc lichten, had ik er niets van geweten. Overleg met het college kon ik nie» voeren en niettemin werd het voorgesteld of het best kon. Dat vind ik onwaarachtige po litiek. De Raad nam het voorstel aan, zoo was hij onder den indruk van het gedrukte stuk. Maar nu komt dit, dat niet waar was, wat toen is gezegd, en ik heb dan ook gewaar schuwd, dat er volstrekt geen evenwicht werd geschapen door vermindering met dep factor. Dat komt duidelijk uit in den brief van B. en W. De rentelast zal ik wat anders bekijken dan collega Schrijver. Het hoogc bedrag dat aan rente \oöi^het Grondbedrijf moet wor den betaald geeft toch wel cenige zorg. Een feit is, dat we met ons grondbedrijf in moei lijkc omstaridigheden vcrkceren. Er is dus wel reden een heel voorzichtige grondpoli tick te voeren, die er echter niet toe mag lei den, dat we een grondpolitiek gaan voeren als dit jaar tegenover den Arbeiderswoning bouw ïs gevoerd. Wanneer onder een arbei derswoning 700.— a 800 grond ligt, dan drukt dat de huur en belemmert onze taak inzake de volkshuisvesting. Ergernis echter dat, naar mij verzekerd is, een exploitatiere kening wordt overlegd die in werkelijkheid niet bestaat, alleen om tot een hoogeren grondprijs te komen. Omdat in de begrooting nu dingen voor komen. die mij niet zinnen, wil dat nu zeg gen dat wc hetzelfde standpunt zullen inne men als vorig jaar de anti-revolutionairen? In geene dcele. Wij zullen trachten de be grooting in onzen zin gewijzigd te krijgen, maar wc zullen er niet tegen stemmen. Wij zi.in het eens met B. en W. dat van drasti- sc. e maatregelen geen sprake behoeft te zijn. Op hef moment achten wij den tijd niet ge komen maatregelen te nemen die dc sociale positie van het personeel in gevaar brengen. Nu heeft do heer Boas gisteren een stukje voorgelezen van partijgenoot Wibaut. Dat ge luid was ons niet vreemd. Maar wij mcenen, dat de afstand tusschen het overheidsperso neel en het particuliere bedrijf nog niet zoo groot is. Voorstellen om de positie van het gemeentepcrsonecl te verslechteren 'zijn van ons dun ook niet te verwachten. Men beroept zich op het peil van 1913; maar waren de loonen toen op peil. En bovendien heeft de oorlogstijd een andere mentaliteit geschapen. Dc heer Stadig wil een enkele opmer king maken over de houding van rechts bij de wctlioudersbcnoeming. Wij hebben gezegd een soc.-dem. wethouder tc willen verkiezen, maar dc hecren hebben gezegd, gij hebt dc zaak slechts gesaboteerd. Onder fatsoenlijke lieden is 1 gewoonte iemands woorden te gcloovcn en aan iedereen ontzeg ik het recht aan mijn woord te twijfelen. Wanneer we hier in den Raad kunnen sa menwerken, goed, maar dc hceren mogen hun medeleden niet voor leugenaars uitma ken. Dat zullen ze ter zijner tijd hebben te rug te nemen. De toelichting op dc begrooting geeft wel een juistercn kijk op den toestand der ge- meentcfinancién dan vorig jaar maar ik voeg er bij, dat deze begrooting ook niet accepta bel is. Wel worden cenige bezuinigingen in 't uitzicht gesteld, maar meer niet. liet komt hierop neer of we volgend jaar een bedrag van een millloen zullen kunnen opbrengen, zonder belastingvcrhooging. Tc dien aanzien kan ik me reforeeren aan hetgeen ik vorig jaar heb gezegd. Men kan wat optimistisch zijn, men kan wat pessimistisch zijn, maar we kunnen niet vooruit zeggen, wat er zal gebeuren. Maar wie zijn verantwoorde lijkheid bewust is, moet aan den voorzichti- gen kant blijven. Alle feiten wijzen er op, dat er bijna overal tegenslag op tegenslag is en daarmee voor oogen mogen wc niet gaan varen op hoop van zegen, maar moeten we den moed hebben om het gevaar voor oogen tc stellen en te realiseeren met welk bedrag we deze begrooting moeten verminderen. Tenzij men van de zijde van B. en W. mij zulke gunstige gegevens kan verschaffen voor de toekomst, dan zou men verantwoord zijn met de cijfers dezer begrooting. Een ach teruitgang van 20 pet. in 't algemeen is niet aan den hoogen kant. Op de inkomstenbelas ting derven we dan al twee ton. Als we dat moesten opbrengen door bclastingverhooging zouden we tot een niet te verantwoorden be drag voor Amersfoort moeten komen. De heer Polder zal zich bepalen tot en kele onderdeeleh. Vorig jaar is het georgani seerd overleg ter sprake gebracht en dc w ij ziging is nu pas behandeld. Dat toont een gebrek aan beleid: Waar bij deze begrooting verslechtering der arbeidsvoorwaarden was te verwachten hadden B. en W. moeten zor gen, dat voorstellen eërst bij het georgani seerd overleg waren geweest. Wij zullen nu besluiten tot verlenging van den werktijd cn dan komen we er mee bij het georgani seerd overleg. Nu is van het georg. overleg een carricatuur gemaakt on ik hoop dat de organisaties zullen passen voor dat overleg. 't Is typeerend, dat in de afdeelingen nie mand der raadsleden gevraagd heeft of de posten voor werkloozcnzorg voidoende waren Wij hebben er naar gevraagd en B. en W. hebben geantwoord dat zo wel voldoende zouden zijn. Maar wij hadden graag gezien, waarop B. en W. deze meening gronden. De wijze waarop B. cn W. de subsidicering van dc werkloozenkasscn motiveeren is niets dan een waarschijnlijkheid. Ik hoop, dat B. cn W. de gronden zullen motiveeren om de zen post zoo hoog te stellen. Inzake de superieuren politie cn de twee klerken kent men mijn meening. Ik hoop, dat daarmede eens rekening zal worden gehou den. Met dc algemecne veiligheid is het ech ter slecht gesteld. In het Soosterkwartier is een politiepost, die 's avonds om tien uur ge sloten wordt. Komt er na dien tijd brand, dan kan men niet eens tclcfoiïeeren. In tal van wijken wordt niet eens gesurveilleerd. Ik hoop dat het hoofd der politic daarop zijn aandacht eens zal vestigen. Dan krijgen we dc subsidie aan „Het Groene Kruis". Het is niet wenschelijk-den Bond voor Zuigclingenbescherming te ne- geeren. Verschillende leden hebben naar voren gebracht, dat wij menschen zijn, die het niet zoo royaal nemen met het geloof. Wij, heeft de heer Graaff gezegd, schakelen God uit. Zulke dingen moet men niet aan ons adres richten. De heer Stadig heeft immers zoo even ook gezegd, je moet dat nog waar maken. Men heeft over bezuinigingen gesproken, maar men ziet, dat ze in hoofdzaak cle ar beiders zullen treffen. Ik wil ook bezuini gen maar laat men met bezuinigingen ko men, waar te bezuinigen valt. B. en W. heb ben zich niet afgevraagd waar bezuinigd kan worden, zonder meer komen ze met werktijdverlenging. En als we vragen: hoe denkt ge er over, dan zeggen B. en W. daar antwoorden we niet op^.Pat is fataal. Een raadslid, die wat vraagt moet men inlich ten cn niet zoo'n afwijzing geven. Nog tal van zaken hadden naar voren kunnen worden gebracht, als we wat meer tijd hadden gehad om de begrooting beter te bestudeeren. Als men dan ook zoo komt met het antwoord, dat veel in de afdeelin gen had ter sprake moeten worden gebracht dan wil ik dit vooraf verwerpen. Hadden wij meer tijd gehad om de stukken te be studeeren dan zouden veel zaken duidelijker zijn geweest. Dc heer v. d. Heide: Het was oor spronkelijk niet mijne bedoeling om als in leiding tot de algemecne beschouwing, bij de eerste begrooting, die ik als vertegen woordiger van de Chr. Hist, fractie mee maak, het woord te voeren. Trouwens, wat dc algemeene richtlijnen betreft, heeft de heer de Lange, die, zooals ze bij rechts lig gen, reeds op enkele punten aangegeven, waaraan ik mij dan ook als zoodanig wil rcfereeren. Bovendien M. de V. vind ik, dat wij wel wat anders en beters hebben te doen en het wil mij voorkomen, dat het overgroote deel der gemeentenaren, die ons hebben af gevaardigd. in de allereerste plaats ook heel iets anders van ons verwachten. Ver standig gemeentebeleid waarbij aller belan gen gemoeid zijn en in het oog gevat wor den, loopt m. i. niet altijd parralel met waf men belieft tc nemen:'gemeentepolitiek. Toch gaat het, na wat bij en gedurende de algemeene beschouwingen van gisteren is gezegd, moeilijk om ten dezen het zwij gen geheel te bewaren. Wij zijn wat ik zou willen noemen, uit onze tent gelokt. De heer Muilwijk heeft al de hier vertegenwoordigde politieke partijen de revue laten passecren. i-ieel zijn betoog was voor allen negeerend en meerderen met mij zullen wel hebben ge voeld, dat de heer Muilwijk zich daarmee het recht heeft aangematigd o.n als onzen mentor op te treden, alsof wij voor zijn zweep zouden gaan loopen of op zijn zoet gefluit ons zouden laten begeesteren. Voorioopig en nu spreek ik allereerst fractieel hebben wij helderheid van geest genoeg, om op de politieke barometer te kunnen zien M. dc V.! Misschien bestond daaromtrent bij den heer Muilwijk eenigen twijfel, omdat wij ons tot heden slechts heb ben bepaald tot het stellen van nu en dan een enkele vraag. Dan heeft hij zich echter vergist. De zwijgende houding, in vorige vergaderingen door mij aangenomen en ook door mijn medcafgevaardigdc, heeft mij goud opgeleverd. En nu die tijd noodwendig moet eindi gen, door een en ander wat de heer Muil- wijk aan ons adres heeft bezorgd, zal mijn eerste positieve verklaring deze zijn: als het de principicele beginselen geldt, zal de heer Muilwijk mij op zijn weg ontmoeten. Veel meer dan deze fractieele verklaring wcnsch ik voorhands niet te geven, hoewel ik mij echter wel aangetrokken gevoel om die verklaring in 't licht van enkele feiten te belichten. Er is hier eigenlijk noodzaak in 't spel M. de V. Ons is zoo langzamer hand een beker vol verwijten voorgezet, en nu verdraagt een tot den rand cverloopen- de bokaal nog wel'een rozcblaadje, maar als daar af en toe een muil vol wind op neervalt, gaat het zaakje over z'n kant. En zoo staat hier de zaak. Het gaat toch niet aan heeft de heer Muilwijk gezegd, om zoo maar een smet op iemand te werpen. Dat onderschrijf ik M. de V. Ik vind het al leen jammer, dat hij er geen oog voor schijnt te hebben, zelf een politieke inktwer per te zijn. Dat is voor ieder ander hier in deze raadzaal ahders wel duidelijk, want wij hebben in vorige vergaderingen al zoo nu en dan een smeer gekregen. Ik kom daar op aanstonds nog even terug. Eerst echter een enkele opmerking over Muilwijk's oordeel aangaande de Chr. Hist. Met hun manifest blijven ze nog al in de ruimte", zegt hij. Zeer juist A'. de V.! Maar ik wou vragen is dat zoo verkeerd? De Chr. Hist, plaatsen zich zooveel mogelijk op den bodem der werkelijkheid en ik geloof, dat dat de zuiverste basis is. Dp ervaring heeft geleerd, dat heel veel politieke leuzen door de belovers nooit zijn ingewisseld, omdat de werkelijkheid dat onmogelijk maakt. Mij lijkt het 't beste, beloof maar niet meer dan gij geven kunt: jaag het publiek niet op stang met beloften, maar handel naar om standigheden. Nu zijn wij er nog niet 't slechts afgeko men bij den heer Muilwijk. „Toch," zegt hij, „is er nog al wat op af* te dingen, want als 't er op aankomt zien zij van welken kant de wind waait." Ongetwijfeld M. de V! dat doen wij ook, en dat zullen wij blij ven doen. We hebben dat trouwens gemeen met de fractie die de heer M. vertegenwoor digt. Die keek vroeger ook een heel ande ren kant uit. Ik behoef dat ten gerieve van hem niet nader te ontwikkelen, hij weet dat zelf waarschijnlijk wel. En nu haalt de heer M. de mindere man er bij! Als 't op den minderen man aankomt zegt hfj, dan zijn ze er ook al niet. AL de V. Dat moet ik tegenspreken, met het enkele feit, dat zich hier gisteren heeft voorgedaan. Ik vind zulk beweren, bewijs van eigen zwakheid en een partij, die van enkel nega tie moet leven, is gedoemd om m.i. lang zamerhand zoo te verbleken, dat er van het oorspronkelijke beeld niets meer overblijft. Nu moet ik ter nadere verklaring van ons beginsel enkele stappen achterwaarts maken. Ik stip daartoe even aan uit de ver gadering van 27 Nov. j.l. het onderwerp „schoolvoeding" waarbij rechts, bij monde van den heer Muilwijk een geduchte veeg uit de pan kreeg; ze deed n.l. niet genoeg voor haar armen en behoeftigen. Nu be hoort het dunkt mij allerminst tot de pre tentie van iemand, die, zooals een zijner fractiegenooten, bij die gelegenheid opmerk te, van geen philantropie wil weten, om zich daarover uit te spreken. Hier geldt 't in 't bijzonder de mindere man M. de V.! En ik stel er prijs op te verklaren, dat ons Chr. Hist.-bcginsel meebrengt, dat wij w e 1 aan liefdadigheid doen. Eu :1< acht het een voorrecht de publieke pers te mogen maken tot tplk van die bij uitnemendheid Christe lijke gedachte, waarvan ik overigens met voldoening constateer, dat die arbeid niet uitsluitend door enkel confessioneclen wordt behartigd. Ataar ik spreek hier ook en vooral als Chr. Hist, man, en grijp deze gelegenheid aan, om te wijzen op het altruïstisch begin sel van het Christendom, waardoor onnoe melijk-veel leed wordt verzacht, millioenen wonden worden verbonden, en onder aller lei vormen bloemen gestrooid worden op veler donkere levenswegen. M. de V.! Dat Christelijk beginsel vindt in dc laatste jaren meer en meer weerklank in het leven der menschheid, overal waar het toepassing kan vinden. De natuur blijkt ook hier veel sterker te zijn dan de leer der genen, die, los van die beginselen, droomen van een hemel op aarde. AL de V.! Nog een ander geval 't was uit de vergadering van 6 Nov. j.l. geeft mij aanleiding om ons beginsel bij deze al gemeene beschouwing naar voren te bren gen. 't Geldt het voorstel van B. en W. in zake de reorganisatie van hei georganiseerd overleg in onze gemeente. Rechts heeft toen een voorstel inged end, bedoelende, door samenspreking van B. cn W. met de orga nisatie die reorganisatie beter voor te be reiden. Dit heeft ons bezorgd wat ik zoo vrij ben te noemen deze insinuatie van den heer Hofland: „als dat voorstel van links gekomen was, zou 't niet aangenomen zijn." AL de V. Weer ter motiveering van ons beginsel, wil ik alsnog daartegen mijn stem verheffen en die insinuatie hier tegenspre ken. De Chr. Hist, hebben zeer terecht ge voeld uit welken hoek de wind kwam. De S.D.A.P.-fractie voelde dat ook. Het was voor haar een niet begeerde wind. En nu is hier gisteren nog al eens gezegd als een verwijt tot rechts: „de politiek lag cr c!ik op". AL de V. Dat was toen vooral het geval; de heer Muilwijk heeft het noo- dig geacht een lange speech af te steken. Ik heb zoo den indruk gekregen, dat die film klaar was, maar ze had heusch wel achter wege kunnen blijven. Doch wanneer die op zet heeft moeten dienen om onze houding uit te spelen tegen het publiek, als zouden wij het ter zake het georganiseerd overleg en met de betrokken ambtenaren cn werk lieden niet zoo au sérieux nemen, dan M. de V. meen ik daartegen in verzet te moeten komen. Wel erken ik, dat wij de dingen anders zien dan de fractie wien ik hier op het oog heb. Zeker, absoluut anders. Dat is trouwens bij de latere behandeling dezer aangelegenheid ook zeer duidelijk aan het licht getreden, nietwaar? Dc S. D.-fractie hecit zich hierbij duidelijk uitgesproken voor het machtsstandpunt, nog anders, voor dat van den klassenstrijd. M. de V.,. waarom zal ik ter dezer ver gadering, in navolging van den heer de Lan ge niet openlijk uitspreken, dat wij ons niet op dat standpunt stellen. Daarvan verwachten wij n.l. niets begeer lijks. Wat mij persoonlijk betreft, M. de V., heb ik mij tot taak gesteld, om al het mo gelijke te doen, mede te werken tof toena dering van z.g. klassen of standen. Er is daartusschen helaas veel tc veel wantrou wen. Ecnerzijds de werkgever, die in vele gevallen den werknemer beschouwt, als een machine-onderdeel, wiens loon zoo ongeveer gelijk beschouwd wordt, als een hoeveelheid steenkool waardoor dc machine gang moet houden. Anderzijds de werknemer, die van het standpunt van den klassenstrijd den werkgever als zijn natuurlijken vijand be schouwt. Hel zij hier uitgesproken M. de V., dat wij ten dezen alleen heil verwachten van de indraging van het Evangelie. Het is geheel ten onrechte, als men van zekere zijde be- w'eert, dat daarmee en daardoor voor de onderste lagen, den domper er op gezet wordt en dat het Christelijk beginsel ik noem met opzet niet het woord reactie als politieagent, de beschermer van de brandkast is. Neen AL de V. ons beginsel brengt mee, dat wij allen en ook weer niemand in bescherming nemen. Dat be ginsel legt met volle vrijmoedigheid den vin ger op alle ongerechtigheid iedere onbil lijkheid, onverschillig waar die bestaak Van dat beginsel verwachten wij de beste resultaten en dat beginsel zullen wij hier niet onder stoelen en banken schuiven. Ik zeg deze dingen M. de V. allereerst, als antwoord op des hceren' 'Muilwijks be wering, dat de Chr. Hist-fractie er niet is als het de minderen than gcidt En verdere als verklaring van derwijze waarop wij de dingen zien en vvilJen behartigen. En nu heb ik met mijft ahtwoord'ifervMuil- wijk voor mijzelf het gevoel; terridezai'm verkeeren in de rol van den met zijn preek voor de visschen: En net als voorheen, ging de snoek Ürfeef De aal kroop in 't slijk, de kreeft arïfëfüit Enz. De heer Overeem spreekt oveL-dé Ver-, lenging van den arbeidstijd en had gaarne iets positiefs gehoord. Hoe stelt meiWtëh die verlenging voor en wat heeft men met de menschen voor, die na 1 Jan. '24 worden aangesteld. Misschien zal men zeggen,, dat is een zaak van later zorg en dan;'bén ik het daarmee eens, want al die zaken/moeten behandeld worden in het geo^anisè^rd overleg. - V Geen plannen heeft spreker, kurtn den omtrent de volkshuisvesting, .-ö gebied in Amersfoort tocJ\.jjog hcé' doen is. Er zijn hier nog heêV.wat- kra, gen op te ruimen, hetgeen de-vpll^g heid zeer ten goede zou komen. - Door de Ouder-commissies is er bp7.ge- - wezen, dat op verschillende scholen ernktigé verbeteringen moeten worden aangèfcracht. Ernstig is er in het College over gesproken maar ik weet, dat alles wel tot de v.c^teë wenschen zal blijven behooreb.^Een. cüj&tijj. onderzoek mag wel eens wor^n want alles en alles ontbreekt aan'We'^jo len, er deugt absoluut niets van. fv- Ook dringt spr. aan op het instellen vifo een schoonheids-commissie. Ten slotte wijst hij er op dat de rust1»^ het mooie Birkhoven voortdurend vérstObrd wordt door het aanhoudend fietsen. De heer N i e u w e n h u ij s e n wijst cr op, dat het een chronische kwaal is, Uat dè begrooting in Amersfoort laat komt. - Er moet bezuinigd .worden. AVc teruit. bij zakenm'enscften rs cfatTi ne indruk. De gemeente móét. zick t richten. Bezuinigen we nieLdan zufterv^ve den factor moeten verhoogen èn daarrfiee kan ik me met vereenigen. Als de begrooting er door mocht komen zöoals Üie hier figt dan kunnen we onze stem er niet aartgeven. Om regels te geven hoe moet wordc,\ be zuinigd, dat ligt niet op onzen weg. Wij kunnen slechts de groote lijnen aangeven, de technische uitwerking moet door B. en W. geschieden. Tornen aan de laagste Inkomens moet 't allerlaatste zijn om aan te beginnen. Er zal hier nog wel wat te bezuinigen zijn. In de eerste plaats geloof ik. dat .wol wat op de Secretarie zal te doen zijn. Er bestaat een wanverhouding in de sülariëerip& der ver- - schillende groepen. Het gereorganiseerd, overleg moet met een reorganisatie vcror den dag komen en dan zal er wel te bezitf- nigen zijn zonder dat we aan 't loon moeïb'n komen. Dan hebben we nog een Centrale Boek houding, geen plaats van de grootte Amersfoort heeft die, evenmin^bcen teur van onderwijs. Ook de wachtgeldregeling brengt' sp>eRèr onder dc aandacht. Een reorganisatie daar van is zeer gewenscht. Wordt de begrooting niet gewijzigd dan v acht spreker zich niet verantwoord, er *£ijn stem aan te geven. ■*-%' Dc heer Kraan vindt het typeerend;- dat men wil bezuinigen en dat men irf laatste instantie niet zal terugschrikken om de loo nen te verminderen. Spr. wil er wel de aan dacht van B. e.n W. op vestigen, dat dc Gemeente moet zijn een model werkgeefster en dat ze den werkman een behoorlijk loon moet geven. En al moet dan dc factor wor den verhoogd, dan mogen we daarvoor niet terugschrikken. Daarna wordt de vergadering geschorst tot 's avonds 7 uur. Vergadering van Woensdag 19. Dttf., des avonds 7 uur. Afwezig; de heer Noordewier.,. -.f r Voortgegaan wordt met de behandeling der Gemeentebegrooting 1924. De Voorzitter constateert, dat 'de alge mecne beschouwingen meer cn mcér^aon haar doel beantwoorden. In Muort warön. deze be schouwingen geëindigd na twee vergaderingen en nu moeten B. en W. nog anRv/>Orden. In A'Inart voerden G leden het woord en Ku 15. DeVhcer Schrijver is een man van korte maat regelen. De begrooting wordt gedrukt door J 380.000 rente. Die post moest ex niet zijn. Maar de heer Schrijver heeft de vorige verga dering meegewerkt voor de verbetering van den Soesterweg aan een leening. Dat is ook goed, dat dc menschen niet gedrukt worden voor uit gaven, die ook voor het nageslacht dienen. 't Is jammer dat de heffing in eens er niet is, zegt hij. Maar voor dc Gemeente is het abso luut onmogelijk cn in vredestijd is het voor het staatsbestuur beslist onwenschelijk. Ook vorig jaar is over bezuiniging gesproken. De laatste twee jaren zijn B. en \v'. bezig ge weest met het schrappen van allerlei postjes. Een bekende uitdrukking van den Amstcrdam- schen wethouder van financiën is bezuiniging van het domme potlood. Men wil bezuinigen op

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5