AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEM LANDER" ZaterJat 22 Dec. 192.3
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DE MILLICNAIRS
No. 149
22e Jaargang
pen Kerstfeest.
(Nadruk verboden).
Door de gesteldheid van het seizoen,
waarin het Kerstfeest valt, is dit het feest
geworden van de besloten huiselijkheid Te
midden van het wintersche duister vlamt het
licht van den huiselijken haard het innigst
Men gevoelt in deze degen, waarin de kin
deren met vacantie thuis zijn, de verknocht
heid van het familieleven; men verheugt
zich in elkanders vertrouwelijk samenzijn;
men leest in elkanders hart wederzijdsche
genegenheid en welgezindheid.
Er ligt juist door deze onderlinge blijd
schap in het Kerstfeest iets wreeds. Het
klinkt vreemd, misschien zelfs aanstootelijk,
maar toch is het zoo. Want het opgaan in
eigen geluk kan onaandoenlijk maken voor
het leed van anderen. Door zijn eigen ge
noeglijke stemming te toonen, kan men de
smart doen schrijnen in de ziel van door het
lot minder bevoorrechten. De eenzamen, de
geslagenen, de verscheurden, voor hen is
de aanschouwing van de gulle, knusse blijd
schap van het Kerstfeest een bittere beproe
ving.
De tegenstelling deed opgeld in de ouder-
wetsche Kerstverhalen. Het gelukkig gezin
zit vroolijk aan den feestdisch; buiten loeit
de sneeuwjacht. En, terwijl de huisvader een
nieuw blok hout op het vuur werpt, tikt de
zwerver buiten op de ruiten. Kerstmis is
het getij van de onbegrensde weldadigheid;
men opent de deur voor den vreemdeling,
en, een vracht sneeuw op zijn kleeren mee
brengend en voor een ©ogenblik de behaag
lijke warmte van den haard verkillend, treedt
de verkleumde binnen.
Als om strijd vertroetelen de feestgenoo-
ten den ermen man, dis nai zijn verhaal gaat
>doen; een relaas van kommer en ellende,
ven zonde ook. Kerstmis is vergevensge
zindheid en goedmaken van alle kwaad, en
tegelijk met zijn kouwelijk lijf ontdooit des
zwervers verharde ziel. In mepschen een
welbehagen I
Zoo ging het in de oude Kerstverhalen en
het was goed dat het zoo ging. Wsnt de
vreemde, verkleumde zwerver is de verper
soonlijkte waarschuwing tegen de zelfzucht,
die onder het mom van huiselijk, geluk zoo
dikwijls de harten voor naastenliefde sluit.
Hij klopt aan de ruiten, om de gelukkigen,
die rondom den huiselijken' haard zich in
veiligheid verkneuteren, te herinneren aan
de makkers daarbuiten, die zelfs op dezen
avond vergeten en verloren ronddolen, zoo
geen welmeenend hert zich over hen ont
fermt.
Moeten wij dan altijd aan hen denken;
mogen wij dan nimmer een oogenblik he-;
vrijd zijn van den nachtmerrieachtigen stoel
van Duitsche, Russische, Oostenrijksohe kin
deren, hongerigen, dakloozenMaar dan
zullen wij nimmer meer "blijde kunnen zijn?
Zeer zeker kan men blijde zijn ook zonder
hen te vergeten. Het is niet te vergen van
w-ien ook, steeds te volharden in strakke
smart, omdat ergens op de wereld geleden
wordt- Er wordt altijd ergens op de wereld
geleden. Men kan zijn natuurlijken levens
lust niet verloochenen door de gedachte aan
het lijden van naasten te forceercn.
Maar wel kan men in-zijn gelukkige oogen-
blikken ook de lijdende naasten betrekken.
Wie zelf gelukkig is, wil ook anderen ge
lukkig zien. Vandaar, dat men zioh ook in
zijn Kerstvreugde niet opsluit, maar huis en
hart open zet voor zijn minder bedeelde
makkers. Wie zich in zijn vreugde opsluit,
kan niet waarlijk gelukkig zijn, want zelf
zucht is nooit gelukkig.
Een aardige wijze om deze gedachte uit
te drukken is de uit Amerika ook naar ons
land overgebrachte gewoonte om open
Kerstmis te vieren. Op de pleinen en par
ken der gTOOte steden in het verre westen
heeft men Kerstboomen geplant en feest ge
vierd, waarop iedereen welkom was.
In ons land is men er ten vorigen jare
mee begonnen en ook dit jaar zal in ver
schillende plaatsen het feest der broeder
lijke welgezindheid wederom in de open
lucht worden gevierd Ik las een beschrij
ving van zulk een open Kerstfeest op een
dorp in het centrum van ons land.
Menschen van alle gezindten deden er
aan mee, en het eigenaardige van het feest
was. dat het bestond in gever» alleen. Vol
wassenen en kinderen van heinde en ver
kwamen beladen met goede gaven en
brachten ze bij den statigen Kerstboom, die
buiten tusschen de dennen te droomen
stond met zijn flonkerende lichtjes. Padvin
ders stookten de fantastische vuren van hun
veldkeukentjes, waar groote pannen choco
lademelk stonden te pruttelen. Wijding
heerschte onder de door het rustige licht
van den boom beschenen menigte.
En den volgenden dag werden al die sta
pels gekregen kleedingstukken, voedings
middelen, speelgoed, onder noodlijdende ge
zinnen verdeeld, er heen gebracht door vele
helpende handen.
Is het geen aardig denkbeeld, aldus, het
koude seizoen ten spijt, een openluchtfeest
te vieren? Kerstmis kent immers geen koude,
daar Kerstmis louter warmte, warmte van
liefde is
H. G. CANNEGIETER.
DE POLITIEKE TOESTAND.
Een rede van jhr. De Geer.
De Christ. Historische Staïenkring-vereeni-
ging „Delft" hield gisteravond in het „Ge
bouw voor Christelijke belangen" aldaar een
vergadering, waarin jhr. dr. D. J. d c Geer,
oud-minister van financiën een rede hield over:
Het ontstaan van de crisis in verband met de
vlootwet en den politiekeri toestand van ons
land.
Spr. reide, dat er wej geen verschil van ge
voelen zal bestaan omtrent het hoogst ernstige
en betreurenswaardige'^; van de kabinetscrisis,
waarvan de gevolgen nog niet zijn te overzien.
Wie draagt de schuld'daarvan? Men kan na
tuurlijk zeggen de tegenstemmers der vloot
wet. Maar men kan evenzeer zeggen het
kabinet, dat in dit tijdsgewricht tot urgentie
verklaring der vlootwet besloot en daarbij de
kabinetskwestie stelde.
Volgens spreker is de ramp der crisis over
ons gekomen zonde» iemands bepaalde schuld.
Een gezonde gang van zaken is, dot een op
tredend kabinet een program heeft, hetwelk
in overeenstemming is met dc programma's
of op andere' wijze uitgesproken wcnschen van
de meerderheid van het parlement. Zoo om
trent deze. laatste onzekerheid bestaat, is er
ook niets tegen, zeide spreke», dat het kabinet
zich vóór jziin optreden te dien aanzien nader
vergewistMaar dit mag nooit»brteekenen een
contracten bindende afspraak of vastlegging
van stemming.
Maari' zei spr., in concreto was er bovendien
geen schijn van afspraak. Er werd in 1022
niet anders aangekondigd en anderzijds aan
vaard, dan ^dat de Staatscommissie met de be
kende opdr^fcht zou worden ingesteld.
De regeering had na het verschijnen van
het rapport zich te beraden, of zij met de meer
derheid don wel met de'-minderheid van de
Staatscommissie wilde meegaan. En de Kamer
leden, die in 1922 met de instelling der Staats
commissie hun instemming hadden betuigd,
waren volkomen vrij de keuze der regccring
niet juist te achten. Er was in 1922 geeneriei.
ook geen voorloopige verklaring afgelegd,
waarmede de later uitgebrachte stem in strijd
is gekomen.
Den tien mannen treft derhalve geen
schuld, indien zij in gemocde overtuigd
waren, dat invoering der wet op dit oogenb;ik
in die mate schadelijk was, dat zclts hei «f
treden van het kabinet als het mirvhne kwaad
moest worden beschouwd Ook het kabinet
treft geen schuld, indien het nao1
waarheid kon Verklaren waaraan spr. n:c
twijfelde dat liet in zijn geheel en icaïfl
zijner leden individueel bij afstemming dc ver
antwoordelijkheid voor het bestuur van 's lands
zaken niet zou kunnen dragen.
In dit verband wees spr erop, dat hij zich
verheugd heeft op het moment, dat tot die ver
klaring besloten werd, geen minister te zijn
geweest, daar hij dan op een zeer ongelegen
oogenblik had moeten terugtreden.
Op de oplossing der crisis zal spr. niet in
gaan. Hij wil een woord zeggen over de vraag,
die daarbij in de pers ter sprake is gekomen
al of niet voortzetting der tegen
woordige part ij groepeering?
Spr. wil dc vraag in het midden laten, of
tijdelijk ter saneering van den financieelen
toestand een soort godsvrede onder een ge
mengd kabinet aan te bevelen is. Daar is één
en ander vóór en tegen aan te voeren
De vraag of voor een financieel herstel tijde
lijk de normale politieke tegenstelling moet
worden terzijde gesteld, is een andere dan
de vraag, of de partijgroepeering principieel
en definitief behoort te worden gewijzigd.
Aangedrongen wordt op een behoudend en
op een democratisch kabinet. Hierover merkt
Spr. in de eerste plaats op, dat de pnrtijhervor-
ming in een volk meer een zaak van natuur
lijken groei dan van willekeurige keus is.
De strijdvragen die dc notie verdeelen, riet
Spr. dan ook niet als een verschil van belang
tusschen onderscheiden groepen, maar ols een
verschil van inzicht omtrent aller belang.
Een gewijzigde partijgroepeering, zooals som
migen die wenschen, zou tevens meebrengen
een gewijzigde partijvorming, d. w. z. dat niet
slechts één der rechtschc partijen zou samen
werken met één der linksche, maar dot alle
rechtsche partijen zouden uiteenvallen, om zich
saam te voegen noar economische opvatting,
in de practijk veelal naar sociaal belang.
Het heilzame in dc tegenwoordige partijver
houding vindt spreker, dat zij dwingt de schijn
baar tegenstrijdige belangen in hooger licht te
bezien en naar redelijke, rechtvaardige het ge
heel stevigende oplossingen streven.
Dc tegenwoordige parlij-tegenstelling dwingt
er toe een ruime neutrale zóne op politiek ge
bied te aanvaarden. Eon voorbeeld vormt de
protectie. Men moet den moed hebben te er
kennen, dot over die vraag op de basis der
tegenwoordige portijsh-bboleths verschillend
kan worden gedacht Hetzelfde geldt tot ze
kere hoogte van het defensie vraagstuk. Nie
mand uit de rechterzijde zal ontkennen den
pilcht tot handhaving der neutraliteit, maar,
wanneer om een voorbe-ld te noemen, iemand
de stelling verkondigt, dat voorbereiding voor
een langdurige verdediging van het land bij de
moderne oorlogstechniek boven onze economi
sche kracht goot gelijk is voo» gekomen
dan irist hij, die door anders over denkt, het
recht den eerste ols rcrht'ch man te disqualifi-
cceren. Ook in onze Christ -Hist. Partij mag er
wel op gelet worden, dat niet een beginselvlag
wordt geplaatst bij concrete vragen van b.v.
finnnciee'en »cn technischen aard.
Bij iedere basis van partijvorming zal er een
aantal „vrije kwesties" zijn. orndnt men nu een
maal bij het eene vraagstuk zich anders groe
peert dan bij het andare en dus het onmogelijk
is een shibboleth uit te denken, dot een uni
forme procpeering waarborgt.
Het pleit dhn ook niet tegen de bestaande
brris van part 'vorrr'ng. d,/t daar ook tal van
vrije kwesties blijven: Slechts door knechting
der geesten cn'onnatuurlijke, partijdiscipline zijn
deze weg te werken. Ónder welke partijvorming
ook.
Onze Christ. Hist partij, die in de hoogste za
ken als de bron van het recht en het gezag, het
wezen der vrijheid, de brtcekenis van schuld en
straf, de heiligheid van het huwelijk, de solida
riteit van alle klassen der bevolking en zooveel
meer, volkomen eensdenkend is. heeft drt baris
van partijvorming, die ook in de prnctisch poli
tiek een zoo groote mate van eenstemmigheid
waarborgt, dat zij zich waarlijk niet ongerust
behoeft tc maken over de vrije kwesties, die
ook in haar m'dden leven
Terugkomende op den ernsiigen politiek en en
economi^chen toestond, waarin wij ons bevin
den, besloot Spr met den wensch dut de par
tijen, v zrgetende hetgeen achter is, de handen
zullen ineenslaan tot de voorliggende taak cn
zonder vooroordeelcn de daden van het ko
mende kabinet zullen afwachten.
ONTHULLINGEN OVER NOVEMBER tèlö.
De regccring tegenover den
drang lot sociale maatregelen.
In een pas verschenen werkje van den
Franschmnn G. H Bousquct, getiteld: „L'évo-
lution sociele nux Pays-Bas (1914—1922)", en
betrekking hebbend op de woelige dagen van
November 1918, wo'dt, op gezag van den heer
P J. S. Serrarens, secretaris van het R--K
Vakbureau, een verklaring gegeven van het
feit, dat de regecring destijds plotseling besloot
tot het aanhangig malen van verschillende so
ciale maatregelen.
Het was II November 1918, den dag vóór
dc rede van mr. Troelstra in de Tweede Komer,
waarin deze op het voorbeeld van Duitschland,
de republiek in ons land wide doen uitroepen.
De heer Serrarens dan vertelde den schrjj'ver,
dat de leiders der katholieke partij in den loop
van dien dag een program van hervormingen
en een plan van verdediging hadden opgesteld.
In die bijeenkomst was de vraag gesteld, of
men, zoo het geval zich voordeed, niet hande
len zou gelijk het katholieke centrum uit den
Duitschen rijksdag (dat immers met de uiterst
linksche partijen de revolutie deed slagen),
maar besloten werd het Huis van Oranje in
elk opzicht te steunen.
Den volgenden morgen, d.w.z. enkele uren
voordat de heer Troelst'a zijn rede hield, had
den de afgevaardigden der katholieke partij
een onderhoud met minister Aalberse, aan
wien zij hun program voorlegden. De Christe
lijke werkliedenorganisaties hadden medege
deeld, dat zij 't toen niet het geschikte oogen
blik vonden, hoewel zij bereid waren de regee
ring te steunen De minister van Arbeid ean-
vaaidde namens het kabinet het progiam en
toen eerst was men zeker van den steun der
katholieke arbeiders
De eischen van het program vermeldt de
heer Bousquet nidus I. een wet op het collec
tief arbeidscontract (verbindendverklaring
2 verschillende verzekeringswetten 3. instel
ling van een vakvereenigingsorgaon tot pu
bliekrechtelijke bevoegdheid 4 de 8-urige ar
beidsdag (en nog korter arbeidstijd voor of-
mnttenden arbeid) 5 de Engelschc week 6.
verbod van loonarbeid voor de gehuwde vrouw;
7 een wet op de huisindustrie 8 verbod van
arbeid tot den leeftijd van 14 jaren 9. een
wet op de beroepsziekten 10. bestrijding van
tuberculose; Tl, oprichting van sanatoria; 12.
maatregelen tegen den woningnood, in het bij
zonder voor groote gezinnen 13. erkenning
van de vakverenigingen van ambtenaren en
salarisverbetering voor dezen.
Dank zij de handige manoeuvre, aldus besluit
de schrijver zijn onthullingen op dit punt, kon
de regecring rekenen op een stevige hulp en
den toestand met meer verti ouwen onder de
oogen zien.
Bij dit relaas teekent het „Kath. Soc. Week
blad"'het volgende aan:
Daar w'j redenen hadden om aan de juist
heid van de hier gegeven voorstelling te twij
felen, zonden wij dit stuk aan mr. Aslberse,
«en toenma'igen minister van Arbeid.
Hij zond het ons terug mc: dit bijschrift
„De hier gegeven voorstelling is volmaakt in
striid met de feilen.
„Uit de aanleekcr.ingen, welke ik uit de No-
vemberweek van 1918 bewaard heb, blijkt het
volgende
„T Reeds in den morgen van Dinsdag 12 No
vember zonden de R.-K. orbeidersar^oriraties
hun manifest tegen dc revolutiopcging de we
reld in
„2. Het onderhoud met mij, waarop hier gc-
dne'd werd, had niet plants en 12 N-rmber,
maar eerste op Woensdag 13 November. Het
uitgeven van het manifest op II Nov. kon dus
onmogelijk het gevolg zijn van door mij eerst
op T3 November gedane toezeggingen
„13. Hef 13 absoluut onwaar, dat ik namens
het Kabinet, de voorgestelde 13 punten zou
hebben aanvaard. Hei tegendeel is waar. Ik
had bij me de op 10 November verschonen Me
morie van Antweo-d en het Voerloonig Verslag
betreffende Hoofdstuk I der Staotsbeg-ooting
voor 19T9. Ik wees er op. dat het sociale pro
gram der regeerino' volledig in de Memorie was
opgenomen cn dat ik geen enkeleendere toezeg
ging kon doen. Het bleek, dat' in d:e Memorie
vermeld stonden verschillcr.de punten, welke
ook behooiden tot de wen^c^en-der-Katholieke
arbriders. Dit gaf ongetwijfeld vo'do^ning.
„4 Het is dus volmaakt on ruis?,-; dat de re
geering on 12 of 13 November beloften deed.
afgeperst door de d-cigendc situatie. Niets on-
ders. absoluut niets, werd toegezegd, at nie*
I reeds vermeld stond in de reeds cp 10 Novem
ber verschenen, en dus reeds drie a vier dagen
te voren in den Ministoiraod vastgestelde Mer
morie van Antwoord. De ontwikkeling van dat
program in die Memo ie kon dus ook niet onder
den invloed staan van hetgeen eerst daama, op
II November (Rede mr. Troelstra te Rotter
dam) gebeurde.
„!k twijfel er geen oogenblik aan, of het R.K.
Vakbureau zal bereid zijn, de juistheid van dc
hier door mij gegeven voorstelling te bevcsti
gen.
„Gaarne machtig ik u het bovenstaande i
het K. S. W. te publiceeren."
Jhr. Mr. F. G. VAN PANHUYS f
De overleden Ncderlandsche
gezant tc Bern.
Do correspondent der N. R. Ct. te Bern
schrijft
De ondanks een ernstige ongesteldheid van vrl
langen duur, toch onverwachts spoedige doo<
-van onzen gezant te Bern, jhr. mr. F* 'G- van
Panhuys, zal stellig door zeer velen in Neder
land en Zwitserland met oprechte droefenis ver
nomen zijn. Want naast de vele goede vricndër
die de overledene nog in Nederland had," ip'
zijn kinderjaren, zijn Leidschen studententijd
en uit de daarop gevolgde zestien jaren van zijn-,
werkzaamheden aan het ministerie van. buiten
landsche zaken,» had de heer Van Panhuvs z,ir'
ook in het laatste gedeelte van zijn levert,-ih d
nJim veertien jaren, dat hij hier te Bern
Nederlandsch gezant gevestigd y.*es, in- Z'.yi'
serlond veel vriendschap en algeyecne hoe*
achting weten to verwerven. j
Voor hen, die in de dijjl ometie'&liet slerh
een werktuig zien, dof tésteqpd is, om do bolér
ren van het ééne volk 8fj .het artde/e te verdo
digen, doch van het diplomètieke'. korps tevetv
heer Von Panhuvs
het idepal von een, volmaakt diplomaat gcw%e.
Want nij paarde aah^ooto-leenstelling dn toe4
wijding voor li^jj loyyan zTjri eigen larrdgenocte
in Zwitserlnnd.cn voor de verbetering van onz^
cconomischè'&rtrékKingcn met dtt land een nie'V
minder groot verlangen den reeds bestaonde-
vriendschopsband tusscheh Nederland en Zwifcg-i
seriand nog to versterken. Daarbij was hij
slechts tevreden- -met de •bevordering vnnfvdr
tusschen do-re
de lieer Van Pun--,
ol kc ren/elf,, yjlkc n-
vricndschappclijke bel
geeringen dezer twee
huys begreep, dot da.,
der nog lang.niet'g»
steeds zijn enthousit
aan alles, wat de Ni
met elkander in na«
linge waardeerii
zijn gweest, vooi
vele bezoekci) von
aan Zwitsersche verwal
deed men tevergeefsch ber'ói
om door zijn tegenwoordigheid of
van zijn instemming met dëre .nieuwe vèrstetr
king van de Nedsrlandscb-Zwits^js.che vriend
schapsbanden te doen b'ijken
Bij al deze en andere meer'ofH a eel gelegen-,./;
heden was dc heer Van Panhuys steeds genJsrr.x-'
ker, naar w.'en men gaarne en met bclorigst-.i-'.;*"
ling luisterde. Een meester van"het *9©6»$L erin1
mecsleepend improvisateur was. hij vniejL-'.Zl'ri
verdiensten lagen op ander gebied. DocnVafièeds
wonnaer de lange, rijzige gestolte met liet ier
wat naar beneden buigende hoofd, dat in al rUu
trekken aan de aristocratische afkomst Herin
ner c-e, zich verhief, om van het popier de zötg-
vuldig opgestelde, woorden voor te lezen, dan
luisterde men met gespannen aandacht. Want
mén g"voejdc terstond, daf'ité gesproken woor
den niet alleen door het verstand overwogen
waren, doch ook weerklonk vonden in hetjjort
van den spreker dc eerlijke overtuiging,
geheele optreden van dezen diplomaat',
behecrschte, gaf 88n het voorgelezen
een warmte, die welsprekender redenaars vaak
te vergeefs den toehoorders trachten op te drin
gen. Groote waardeering verdient ook dc.bij
zondere zorg, waarmede de heet- Van Panhuys
lol zijn redevoeringen steeds voorbereidde. Tee
kenend was in dit opzicht zijn rede aan der»
feestmaaltijd, dio verleden jaar November;.
Bern gegeven werd na den voetbaüfeds
NederlandZwitserland. Ofschoon jh*»>1
Panhuys geenszins op de hoogte van hot
(balspel was, had hij zich toch zoo in dén ge"^
van deze sport ingedacht, dat het officieelr
Zwitsersche voetbaltijdschrift cnmijkfsÏLjk om
toestemming verzocht tot het volledig afd:
ken van zijn rede, die verreweg de bestfrafl
was over de psychologie van het voetraSl
en over de bcteekenis van landcnwcdsl
den, welke ooit van^.ótfidgele .zyde
land was ten gehoqre gebrpcht,^
Vol toewijding cn ne ii^gezv-lhéid;- vu ar hei
betrekkelijk onderdèelerv'valt zijn w?rk betiof.
was de gezant naar den oÓfd van jijn-Taakte
zoo mogelijk mot nog' grootefen •ijver'^Kjfjerd.
weer hoogcre belangen op het spel .^tonder
Ofschoon (met uitzondering van de Troeilijke
oorlogsjaren) de Nederlahdschc gezantschap-
dOO!
F. FRANKFURT MOORE.
Uit bet Engclsch
door
F. J. VAN DER MOLEN.
38
„O. het is veel mooier dan spool", zei An
gela; „het liikt meer op ia, waar Ijjkt
hef. ook op. Nu. dal doe: ook niets Ier zake;
maar het is een amusant spelletje, en ik
geloof. 00 een Atlantische Oceaanreis is er
niet»», dat er boven gaat. Persoonlijk, beweert
Newton, floudt hij meer van euchre. Ik heb
dien armen Newton gisteravond twee shil
lings afgewonnen, en mama drie. Hij zei, dat
hij nog nooit zoo oiwluk «.ig had gespeeld."
(Hij had er niet bij verteld, dat hij eens
drie nachten en twee dagen had zitten
spelen ir» een spoorwegwaggon van de C.P.,
en bij zi>o .aankomst tc Victoria, in Britsen
Columbia, vijl en twintig duizend dollar
winst in zijn zak had.)
„Maar hij vond. dat het eigenlijk beter
was. er maar niets van aan papa te vertel
len," vervolgde Angela. ..Hij is wat bang
voor papa's vooroordeelen."
„Ik geloof, dal zijn vrees niet geheel en
al ongegrond is." meende Valencia. „Poker
te spelen en aan practische evangelisatie te
doen, is bezwaarlijk met elkaar te rijmen.
Vervolgens deelde Angela haar mede, hoe
Newton haar verteld had. dat George Drum
mond hem om vijf uur in den ochtend was
komen wekken en hem uit genood igd had
tot het doen vaif een proeftocht bij slecht
weer met de Blessed Damozel. Hij had zijn
schoener aangegeven voor den wedstrijd op
den volgenden Zaterdag, en wilde hem nu
eens bij storm en regen probeeren, had hij
gezegd. Maar Newton had gemeend, dat het,
om een goed figuur te maken op de regatta,
niet beslist noodig was, bij slecht weer uit
tc zeilen, en had daarom maar voor de invi
tatie bedankt. Zoo was hij op de villa Pao-
Una gekomen, om zekere jonge dame en haar
moeder te leeren, hoe zij zich tegen den
demon der verveling zouden kunnen bevei
ligen. wanneer zii eens in een waggon van
dc Canadian Pacific Railway een reis maak
ten naar het land der ondergaande zon:
want het weer was inderdaad tc onstuimig
geweest, zoodat het reeds lang na midder
nacht was, eer het de Blessed Damozel ge
lukte, weer veilig en wel voor anker tc lig
gen.
Valencia hoorde het verhaal cn verbaasde
er zich over, hoe zulk een simpele historie
door zooveel menschen zoo geheel bezijden
de waarheid kon worden uitgelegd. Bijvoor
beeld door Lord Ballyseedy en Sutton Cleve
land, die waarschijnlijk hun Inlichtingen
hadden verkregen van andere leden van de
club.
Een uurtje later kwam ook Newton aan
de villa, in het gevolg van Lord Glenmirk.
Valencia vroeg zich af, hoe de Amerikaan
zoo gemakkelijk en in zoo korten tijd op
zulk een intiemen voet met de villabewoners
was gekomen. Was het enkel, omdat hij
Lord Glenmirk's ijveren voor wat deze dc
Bergzcnding noemde zoo vurig ondersteun
de? Zij begon te vermoeden, dat hij een
zekere soort slimheid bezat, een slimheid,
die iemand tot millionair kan maken; maar
waarvan een geringere dosis hem in de ge
vangenis doet belanden.
Toch vond ze hem een buitengewoon ge
zellig mensch, en niemand zou hem kunnen
beschuldigen, partij te trekken van lx>rd
Glenmirk's zwakheden, ten einde zijn eigen
voordeel te zoeken. Zij wist. dat sommige
menschen schatten weten te verdienen door
de zwakheden van anderen, vrouwen zoowel
als mannen, in een gewcnschte richting tc
leiden. Maar als Newton, nu luj rijk gewor
den was, zijn pijpen,slechts in den zak hield,
om het zoo uit to drukken, waarom zou hij
dan door fatsoenlijke menschen gemeden
behoeven te worden.
Zij vond Newton heclemaal niet iemand,
die gemeden behoorde te worden. Bovendien
was zii al te dikwijls in de gelegenheid ge
weest, de ingrijpende veranderingen op te
merken, die cr in do laatste jaren in de
Engelschc hoogcre kringen plaats vonden,
eensdeels door de hoogc vlucht, welke dc
buitenlanclsche handel en industrie hadden
genomen, anderdeels door de verarming van
den Engolschen adel. die zich in schulden
stak. Het meerendeel van hen, die millionair
waren geworden, kon in eiken kling wor
den toegelaten, daarvan was zij overtuigd.
Ilaar -vader was van dezelfde meening. al
placht hij zich ook steeds ter wille van het
decorum conservatief tc noemen, in tijden
van verkiezingen zelfs ultra.
„0, zeker," beweerde Newton, nadat hij
tusschen Angela cn Valencia had plaats ge
nomen. cn de laatste hem belangstellend ge
vraagd had. of er reeds resultaten te be
speuren vielen van zijn samenwerking met
Lord Glenmirk; „o, zeker; natuurlijk is cr
in de Bergzcnding nog heel veel werk aan
den winkel, maar u ault zien, dal wij er
ons ferm door zullen slaan."
„Zo willen nu notabene voor de beman
ning van de jachten,een bijbellezing op touw
zetten," vertelde Angela, die in haar inge
nomenheid met Newton de novellen van
Bret Harte reeds was gaan lezen, zoodat ze
zelfs enkele van de minst mogelijke anien-
canismeti uit het Verre Westen te pas wist
te brengen.
Het was een gelukkige inval, Miss Mer-
toun," zei Newton. „Ofschoon, ik moet toe
geven. dat het in het begin wel wat vreemd
scheen. Ik heb echter dezen en genen ecn<
gepolst cp hen tot verrassende resultaten ge
J komen. Het volk aan boord van dc Gloriana
lis met het idee wonderlijk ingenomen.
„Broeder Newton," begon Lord Glenmirk,
toen hij binnenkwam, „ik sta gereed, om
haar Nizza te gaan. Wil u dc paraplpie
maar nemen?"
Nwton sprong overeind
„Tot uw dienst," zei hij.
Angela begon te pruilen.
„Ga toch Heen, papa." riep ze. „Wat doet
u hier nu te komen en ons dc gezelligheid
tc bederven. Ziet u dan niet, dat meneer;
Newton ons aahgenaam bezighoudt? Wij
hebben hier al niet te veel. Alleen voor uw
plezier laten we ons elk jaar naar dc Riviera'
verbannen cn nog gunt u ons geen enkel
amusement, zelfs niet om meneer Newton
zijn avonturen te hooren vertellen."
,lk zou Gode danken, indien mijn land
slechts dc helft van zijn ijver bezat," zei
Lord Glenmirk op waardigen toon. „Ben u
gereed, broeder Newton?"
„Broeder? llii is uw broeder niet! Ik be
dank er hartelijk voor, zijn nicht te wor
den." nop Angela uit
Newton stond achter den rug van Lord
Glenmirk te grimlachten, terwijl deze zijn
dochter een uitlegging trachtte te geven van
den graad van bloedverwantschap tusschen
geestelijke broeders. Volgens Lord Glenmirk
sproot uit geestelijke broederschap geenszins
de noodzakelijkheid van familiebetrekking
voort, dal door Angela gewoon absurd werd
gevonden. Geen woord kwam Newton over
de lippen. Hij nam, terwijl Lord Glenmirk
vruchteloos poogde, zijn dochter tot zwijgen
tc brengen, zijn hoed en de evangelistisclr
paraplu, en gaf daarmee zijn bereidvaardig
heid te kennen, zijn lordschap te vergezellen.
„Heb je nu ooit zoo iets bespottelijks ge
zien?" vroeg Angela, nadat de beide zende
lingen waren heengegaan. „Zoo gaat het nu
eiken dag. Het lukt mij nooit, meer dan een
dozijn woorden mét Newton te wisselen, en
toch geloof ik. dat ik nnoit gezelliger men h
hel» ontmoet. Hij weet letterlijk overal van
te vertellen."
„0. het komt mij ook voor, dat hij van alle
markten thuis is," stemde Valencia haar
toe. „Hij hgeft ongetwijfeld veel menschen-
kennis opgedaan, en weet ook tamelijk 'goed,
hoe hij niet vrouwen moet omgaan."
Nog ettelijke bezoekers meer kwamen op
dagen. en onder hen ook George Drummond
en Gwendolen Cardew. In de manier, waar
op Miss Cardew met George binnentrad,
\\;ist zij een air tc leggen, alsof zij reeds
zi'in wettige eigenares was. liet was opval
lend.' boe gaarne zij het wilde, doen voorko
men, alsof dc geheel toevallige ontmoeting
zorgvuldig was voorbereid, ten riïinste door
«?en van hun beiden. En ponder twjjfel waren
bijh'u -allen overtuigd, "dat de ontmoeting
inderdaad door één'-hunner was vóórbereid:
alleen, men had een ander op het oog dan
"Miss Cardew wilde doen gel<x>ven.
Het scheen; alsof George.Drummond den
ccheclen mid^ajp Valencia, opaptjteiijk tracht
te te ontwijjjsnt^warit er
een half uur. 2er^iuj> cc'h
haar wisselde; en toen
kaars bijzijn kwamen,- v\
gevolge van een onvépKaehté!
van omstandighedepv '/Lady
met George den^tiVió ii),-gQw;
Valencia in een 'druk
keld met majoor. Gartnórné'.
een der op dc icede liggend)
vrouw, toen Angfcla, xli&
was gebleven, haar moe
dat een der bezoekers vygp
ken. Lady Glenmirk vclw
bij George en haastte zich.
nemen van haar vertrekkenden gast, maar
niet, voor zij nog een enkel woord gericht
had tot den majoor en zijn vrouw, die door
een tuindeur de villa verlieten. Zoo stonden
Geouge en Valencia naast elkaar aan den
uitgang van den tuin. do eerste nog eenige
woorden wisselend met Ma:oor Garthorne
in verband met de regatta, die over een paar
dagen gehouden zou worden.
(Wordt vervolgd.)