AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEM LANDER" ZaterJat 22 Dec. 192.3 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. FEUILLETON. DE MILLICNAIRS No. 149 22e Jaargang pen Kerstfeest. (Nadruk verboden). Door de gesteldheid van het seizoen, waarin het Kerstfeest valt, is dit het feest geworden van de besloten huiselijkheid Te midden van het wintersche duister vlamt het licht van den huiselijken haard het innigst Men gevoelt in deze degen, waarin de kin deren met vacantie thuis zijn, de verknocht heid van het familieleven; men verheugt zich in elkanders vertrouwelijk samenzijn; men leest in elkanders hart wederzijdsche genegenheid en welgezindheid. Er ligt juist door deze onderlinge blijd schap in het Kerstfeest iets wreeds. Het klinkt vreemd, misschien zelfs aanstootelijk, maar toch is het zoo. Want het opgaan in eigen geluk kan onaandoenlijk maken voor het leed van anderen. Door zijn eigen ge noeglijke stemming te toonen, kan men de smart doen schrijnen in de ziel van door het lot minder bevoorrechten. De eenzamen, de geslagenen, de verscheurden, voor hen is de aanschouwing van de gulle, knusse blijd schap van het Kerstfeest een bittere beproe ving. De tegenstelling deed opgeld in de ouder- wetsche Kerstverhalen. Het gelukkig gezin zit vroolijk aan den feestdisch; buiten loeit de sneeuwjacht. En, terwijl de huisvader een nieuw blok hout op het vuur werpt, tikt de zwerver buiten op de ruiten. Kerstmis is het getij van de onbegrensde weldadigheid; men opent de deur voor den vreemdeling, en, een vracht sneeuw op zijn kleeren mee brengend en voor een ©ogenblik de behaag lijke warmte van den haard verkillend, treedt de verkleumde binnen. Als om strijd vertroetelen de feestgenoo- ten den ermen man, dis nai zijn verhaal gaat >doen; een relaas van kommer en ellende, ven zonde ook. Kerstmis is vergevensge zindheid en goedmaken van alle kwaad, en tegelijk met zijn kouwelijk lijf ontdooit des zwervers verharde ziel. In mepschen een welbehagen I Zoo ging het in de oude Kerstverhalen en het was goed dat het zoo ging. Wsnt de vreemde, verkleumde zwerver is de verper soonlijkte waarschuwing tegen de zelfzucht, die onder het mom van huiselijk, geluk zoo dikwijls de harten voor naastenliefde sluit. Hij klopt aan de ruiten, om de gelukkigen, die rondom den huiselijken' haard zich in veiligheid verkneuteren, te herinneren aan de makkers daarbuiten, die zelfs op dezen avond vergeten en verloren ronddolen, zoo geen welmeenend hert zich over hen ont fermt. Moeten wij dan altijd aan hen denken; mogen wij dan nimmer een oogenblik he-; vrijd zijn van den nachtmerrieachtigen stoel van Duitsche, Russische, Oostenrijksohe kin deren, hongerigen, dakloozenMaar dan zullen wij nimmer meer "blijde kunnen zijn? Zeer zeker kan men blijde zijn ook zonder hen te vergeten. Het is niet te vergen van w-ien ook, steeds te volharden in strakke smart, omdat ergens op de wereld geleden wordt- Er wordt altijd ergens op de wereld geleden. Men kan zijn natuurlijken levens lust niet verloochenen door de gedachte aan het lijden van naasten te forceercn. Maar wel kan men in-zijn gelukkige oogen- blikken ook de lijdende naasten betrekken. Wie zelf gelukkig is, wil ook anderen ge lukkig zien. Vandaar, dat men zioh ook in zijn Kerstvreugde niet opsluit, maar huis en hart open zet voor zijn minder bedeelde makkers. Wie zich in zijn vreugde opsluit, kan niet waarlijk gelukkig zijn, want zelf zucht is nooit gelukkig. Een aardige wijze om deze gedachte uit te drukken is de uit Amerika ook naar ons land overgebrachte gewoonte om open Kerstmis te vieren. Op de pleinen en par ken der gTOOte steden in het verre westen heeft men Kerstboomen geplant en feest ge vierd, waarop iedereen welkom was. In ons land is men er ten vorigen jare mee begonnen en ook dit jaar zal in ver schillende plaatsen het feest der broeder lijke welgezindheid wederom in de open lucht worden gevierd Ik las een beschrij ving van zulk een open Kerstfeest op een dorp in het centrum van ons land. Menschen van alle gezindten deden er aan mee, en het eigenaardige van het feest was. dat het bestond in gever» alleen. Vol wassenen en kinderen van heinde en ver kwamen beladen met goede gaven en brachten ze bij den statigen Kerstboom, die buiten tusschen de dennen te droomen stond met zijn flonkerende lichtjes. Padvin ders stookten de fantastische vuren van hun veldkeukentjes, waar groote pannen choco lademelk stonden te pruttelen. Wijding heerschte onder de door het rustige licht van den boom beschenen menigte. En den volgenden dag werden al die sta pels gekregen kleedingstukken, voedings middelen, speelgoed, onder noodlijdende ge zinnen verdeeld, er heen gebracht door vele helpende handen. Is het geen aardig denkbeeld, aldus, het koude seizoen ten spijt, een openluchtfeest te vieren? Kerstmis kent immers geen koude, daar Kerstmis louter warmte, warmte van liefde is H. G. CANNEGIETER. DE POLITIEKE TOESTAND. Een rede van jhr. De Geer. De Christ. Historische Staïenkring-vereeni- ging „Delft" hield gisteravond in het „Ge bouw voor Christelijke belangen" aldaar een vergadering, waarin jhr. dr. D. J. d c Geer, oud-minister van financiën een rede hield over: Het ontstaan van de crisis in verband met de vlootwet en den politiekeri toestand van ons land. Spr. reide, dat er wej geen verschil van ge voelen zal bestaan omtrent het hoogst ernstige en betreurenswaardige'^; van de kabinetscrisis, waarvan de gevolgen nog niet zijn te overzien. Wie draagt de schuld'daarvan? Men kan na tuurlijk zeggen de tegenstemmers der vloot wet. Maar men kan evenzeer zeggen het kabinet, dat in dit tijdsgewricht tot urgentie verklaring der vlootwet besloot en daarbij de kabinetskwestie stelde. Volgens spreker is de ramp der crisis over ons gekomen zonde» iemands bepaalde schuld. Een gezonde gang van zaken is, dot een op tredend kabinet een program heeft, hetwelk in overeenstemming is met dc programma's of op andere' wijze uitgesproken wcnschen van de meerderheid van het parlement. Zoo om trent deze. laatste onzekerheid bestaat, is er ook niets tegen, zeide spreke», dat het kabinet zich vóór jziin optreden te dien aanzien nader vergewistMaar dit mag nooit»brteekenen een contracten bindende afspraak of vastlegging van stemming. Maari' zei spr., in concreto was er bovendien geen schijn van afspraak. Er werd in 1022 niet anders aangekondigd en anderzijds aan vaard, dan ^dat de Staatscommissie met de be kende opdr^fcht zou worden ingesteld. De regeering had na het verschijnen van het rapport zich te beraden, of zij met de meer derheid don wel met de'-minderheid van de Staatscommissie wilde meegaan. En de Kamer leden, die in 1922 met de instelling der Staats commissie hun instemming hadden betuigd, waren volkomen vrij de keuze der regccring niet juist te achten. Er was in 1922 geeneriei. ook geen voorloopige verklaring afgelegd, waarmede de later uitgebrachte stem in strijd is gekomen. Den tien mannen treft derhalve geen schuld, indien zij in gemocde overtuigd waren, dat invoering der wet op dit oogenb;ik in die mate schadelijk was, dat zclts hei «f treden van het kabinet als het mirvhne kwaad moest worden beschouwd Ook het kabinet treft geen schuld, indien het nao1 waarheid kon Verklaren waaraan spr. n:c twijfelde dat liet in zijn geheel en icaïfl zijner leden individueel bij afstemming dc ver antwoordelijkheid voor het bestuur van 's lands zaken niet zou kunnen dragen. In dit verband wees spr erop, dat hij zich verheugd heeft op het moment, dat tot die ver klaring besloten werd, geen minister te zijn geweest, daar hij dan op een zeer ongelegen oogenblik had moeten terugtreden. Op de oplossing der crisis zal spr. niet in gaan. Hij wil een woord zeggen over de vraag, die daarbij in de pers ter sprake is gekomen al of niet voortzetting der tegen woordige part ij groepeering? Spr. wil dc vraag in het midden laten, of tijdelijk ter saneering van den financieelen toestand een soort godsvrede onder een ge mengd kabinet aan te bevelen is. Daar is één en ander vóór en tegen aan te voeren De vraag of voor een financieel herstel tijde lijk de normale politieke tegenstelling moet worden terzijde gesteld, is een andere dan de vraag, of de partijgroepeering principieel en definitief behoort te worden gewijzigd. Aangedrongen wordt op een behoudend en op een democratisch kabinet. Hierover merkt Spr. in de eerste plaats op, dat de pnrtijhervor- ming in een volk meer een zaak van natuur lijken groei dan van willekeurige keus is. De strijdvragen die dc notie verdeelen, riet Spr. dan ook niet als een verschil van belang tusschen onderscheiden groepen, maar ols een verschil van inzicht omtrent aller belang. Een gewijzigde partijgroepeering, zooals som migen die wenschen, zou tevens meebrengen een gewijzigde partijvorming, d. w. z. dat niet slechts één der rechtschc partijen zou samen werken met één der linksche, maar dot alle rechtsche partijen zouden uiteenvallen, om zich saam te voegen noar economische opvatting, in de practijk veelal naar sociaal belang. Het heilzame in dc tegenwoordige partijver houding vindt spreker, dat zij dwingt de schijn baar tegenstrijdige belangen in hooger licht te bezien en naar redelijke, rechtvaardige het ge heel stevigende oplossingen streven. Dc tegenwoordige parlij-tegenstelling dwingt er toe een ruime neutrale zóne op politiek ge bied te aanvaarden. Eon voorbeeld vormt de protectie. Men moet den moed hebben te er kennen, dot over die vraag op de basis der tegenwoordige portijsh-bboleths verschillend kan worden gedacht Hetzelfde geldt tot ze kere hoogte van het defensie vraagstuk. Nie mand uit de rechterzijde zal ontkennen den pilcht tot handhaving der neutraliteit, maar, wanneer om een voorbe-ld te noemen, iemand de stelling verkondigt, dat voorbereiding voor een langdurige verdediging van het land bij de moderne oorlogstechniek boven onze economi sche kracht goot gelijk is voo» gekomen dan irist hij, die door anders over denkt, het recht den eerste ols rcrht'ch man te disqualifi- cceren. Ook in onze Christ -Hist. Partij mag er wel op gelet worden, dat niet een beginselvlag wordt geplaatst bij concrete vragen van b.v. finnnciee'en »cn technischen aard. Bij iedere basis van partijvorming zal er een aantal „vrije kwesties" zijn. orndnt men nu een maal bij het eene vraagstuk zich anders groe peert dan bij het andare en dus het onmogelijk is een shibboleth uit te denken, dot een uni forme procpeering waarborgt. Het pleit dhn ook niet tegen de bestaande brris van part 'vorrr'ng. d,/t daar ook tal van vrije kwesties blijven: Slechts door knechting der geesten cn'onnatuurlijke, partijdiscipline zijn deze weg te werken. Ónder welke partijvorming ook. Onze Christ. Hist partij, die in de hoogste za ken als de bron van het recht en het gezag, het wezen der vrijheid, de brtcekenis van schuld en straf, de heiligheid van het huwelijk, de solida riteit van alle klassen der bevolking en zooveel meer, volkomen eensdenkend is. heeft drt baris van partijvorming, die ook in de prnctisch poli tiek een zoo groote mate van eenstemmigheid waarborgt, dat zij zich waarlijk niet ongerust behoeft tc maken over de vrije kwesties, die ook in haar m'dden leven Terugkomende op den ernsiigen politiek en en economi^chen toestond, waarin wij ons bevin den, besloot Spr met den wensch dut de par tijen, v zrgetende hetgeen achter is, de handen zullen ineenslaan tot de voorliggende taak cn zonder vooroordeelcn de daden van het ko mende kabinet zullen afwachten. ONTHULLINGEN OVER NOVEMBER tèlö. De regccring tegenover den drang lot sociale maatregelen. In een pas verschenen werkje van den Franschmnn G. H Bousquct, getiteld: „L'évo- lution sociele nux Pays-Bas (1914—1922)", en betrekking hebbend op de woelige dagen van November 1918, wo'dt, op gezag van den heer P J. S. Serrarens, secretaris van het R--K Vakbureau, een verklaring gegeven van het feit, dat de regecring destijds plotseling besloot tot het aanhangig malen van verschillende so ciale maatregelen. Het was II November 1918, den dag vóór dc rede van mr. Troelstra in de Tweede Komer, waarin deze op het voorbeeld van Duitschland, de republiek in ons land wide doen uitroepen. De heer Serrarens dan vertelde den schrjj'ver, dat de leiders der katholieke partij in den loop van dien dag een program van hervormingen en een plan van verdediging hadden opgesteld. In die bijeenkomst was de vraag gesteld, of men, zoo het geval zich voordeed, niet hande len zou gelijk het katholieke centrum uit den Duitschen rijksdag (dat immers met de uiterst linksche partijen de revolutie deed slagen), maar besloten werd het Huis van Oranje in elk opzicht te steunen. Den volgenden morgen, d.w.z. enkele uren voordat de heer Troelst'a zijn rede hield, had den de afgevaardigden der katholieke partij een onderhoud met minister Aalberse, aan wien zij hun program voorlegden. De Christe lijke werkliedenorganisaties hadden medege deeld, dat zij 't toen niet het geschikte oogen blik vonden, hoewel zij bereid waren de regee ring te steunen De minister van Arbeid ean- vaaidde namens het kabinet het progiam en toen eerst was men zeker van den steun der katholieke arbeiders De eischen van het program vermeldt de heer Bousquet nidus I. een wet op het collec tief arbeidscontract (verbindendverklaring 2 verschillende verzekeringswetten 3. instel ling van een vakvereenigingsorgaon tot pu bliekrechtelijke bevoegdheid 4 de 8-urige ar beidsdag (en nog korter arbeidstijd voor of- mnttenden arbeid) 5 de Engelschc week 6. verbod van loonarbeid voor de gehuwde vrouw; 7 een wet op de huisindustrie 8 verbod van arbeid tot den leeftijd van 14 jaren 9. een wet op de beroepsziekten 10. bestrijding van tuberculose; Tl, oprichting van sanatoria; 12. maatregelen tegen den woningnood, in het bij zonder voor groote gezinnen 13. erkenning van de vakverenigingen van ambtenaren en salarisverbetering voor dezen. Dank zij de handige manoeuvre, aldus besluit de schrijver zijn onthullingen op dit punt, kon de regecring rekenen op een stevige hulp en den toestand met meer verti ouwen onder de oogen zien. Bij dit relaas teekent het „Kath. Soc. Week blad"'het volgende aan: Daar w'j redenen hadden om aan de juist heid van de hier gegeven voorstelling te twij felen, zonden wij dit stuk aan mr. Aslberse, «en toenma'igen minister van Arbeid. Hij zond het ons terug mc: dit bijschrift „De hier gegeven voorstelling is volmaakt in striid met de feilen. „Uit de aanleekcr.ingen, welke ik uit de No- vemberweek van 1918 bewaard heb, blijkt het volgende „T Reeds in den morgen van Dinsdag 12 No vember zonden de R.-K. orbeidersar^oriraties hun manifest tegen dc revolutiopcging de we reld in „2. Het onderhoud met mij, waarop hier gc- dne'd werd, had niet plants en 12 N-rmber, maar eerste op Woensdag 13 November. Het uitgeven van het manifest op II Nov. kon dus onmogelijk het gevolg zijn van door mij eerst op T3 November gedane toezeggingen „13. Hef 13 absoluut onwaar, dat ik namens het Kabinet, de voorgestelde 13 punten zou hebben aanvaard. Hei tegendeel is waar. Ik had bij me de op 10 November verschonen Me morie van Antweo-d en het Voerloonig Verslag betreffende Hoofdstuk I der Staotsbeg-ooting voor 19T9. Ik wees er op. dat het sociale pro gram der regeerino' volledig in de Memorie was opgenomen cn dat ik geen enkeleendere toezeg ging kon doen. Het bleek, dat' in d:e Memorie vermeld stonden verschillcr.de punten, welke ook behooiden tot de wen^c^en-der-Katholieke arbriders. Dit gaf ongetwijfeld vo'do^ning. „4 Het is dus volmaakt on ruis?,-; dat de re geering on 12 of 13 November beloften deed. afgeperst door de d-cigendc situatie. Niets on- ders. absoluut niets, werd toegezegd, at nie* I reeds vermeld stond in de reeds cp 10 Novem ber verschenen, en dus reeds drie a vier dagen te voren in den Ministoiraod vastgestelde Mer morie van Antwoord. De ontwikkeling van dat program in die Memo ie kon dus ook niet onder den invloed staan van hetgeen eerst daama, op II November (Rede mr. Troelstra te Rotter dam) gebeurde. „!k twijfel er geen oogenblik aan, of het R.K. Vakbureau zal bereid zijn, de juistheid van dc hier door mij gegeven voorstelling te bevcsti gen. „Gaarne machtig ik u het bovenstaande i het K. S. W. te publiceeren." Jhr. Mr. F. G. VAN PANHUYS f De overleden Ncderlandsche gezant tc Bern. Do correspondent der N. R. Ct. te Bern schrijft De ondanks een ernstige ongesteldheid van vrl langen duur, toch onverwachts spoedige doo< -van onzen gezant te Bern, jhr. mr. F* 'G- van Panhuys, zal stellig door zeer velen in Neder land en Zwitserland met oprechte droefenis ver nomen zijn. Want naast de vele goede vricndër die de overledene nog in Nederland had," ip' zijn kinderjaren, zijn Leidschen studententijd en uit de daarop gevolgde zestien jaren van zijn-, werkzaamheden aan het ministerie van. buiten landsche zaken,» had de heer Van Panhuvs z,ir' ook in het laatste gedeelte van zijn levert,-ih d nJim veertien jaren, dat hij hier te Bern Nederlandsch gezant gevestigd y.*es, in- Z'.yi' serlond veel vriendschap en algeyecne hoe* achting weten to verwerven. j Voor hen, die in de dijjl ometie'&liet slerh een werktuig zien, dof tésteqpd is, om do bolér ren van het ééne volk 8fj .het artde/e te verdo digen, doch van het diplomètieke'. korps tevetv heer Von Panhuvs het idepal von een, volmaakt diplomaat gcw%e. Want nij paarde aah^ooto-leenstelling dn toe4 wijding voor li^jj loyyan zTjri eigen larrdgenocte in Zwitserlnnd.cn voor de verbetering van onz^ cconomischè'&rtrékKingcn met dtt land een nie'V minder groot verlangen den reeds bestaonde- vriendschopsband tusscheh Nederland en Zwifcg-i seriand nog to versterken. Daarbij was hij slechts tevreden- -met de •bevordering vnnfvdr tusschen do-re de lieer Van Pun--, ol kc ren/elf,, yjlkc n- vricndschappclijke bel geeringen dezer twee huys begreep, dot da., der nog lang.niet'g» steeds zijn enthousit aan alles, wat de Ni met elkander in na« linge waardeerii zijn gweest, vooi vele bezoekci) von aan Zwitsersche verwal deed men tevergeefsch ber'ói om door zijn tegenwoordigheid of van zijn instemming met dëre .nieuwe vèrstetr king van de Nedsrlandscb-Zwits^js.che vriend schapsbanden te doen b'ijken Bij al deze en andere meer'ofH a eel gelegen-,./; heden was dc heer Van Panhuys steeds genJsrr.x-' ker, naar w.'en men gaarne en met bclorigst-.i-'.;*" ling luisterde. Een meester van"het *9©6»$L erin1 mecsleepend improvisateur was. hij vniejL-'.Zl'ri verdiensten lagen op ander gebied. DocnVafièeds wonnaer de lange, rijzige gestolte met liet ier wat naar beneden buigende hoofd, dat in al rUu trekken aan de aristocratische afkomst Herin ner c-e, zich verhief, om van het popier de zötg- vuldig opgestelde, woorden voor te lezen, dan luisterde men met gespannen aandacht. Want mén g"voejdc terstond, daf'ité gesproken woor den niet alleen door het verstand overwogen waren, doch ook weerklonk vonden in hetjjort van den spreker dc eerlijke overtuiging, geheele optreden van dezen diplomaat', behecrschte, gaf 88n het voorgelezen een warmte, die welsprekender redenaars vaak te vergeefs den toehoorders trachten op te drin gen. Groote waardeering verdient ook dc.bij zondere zorg, waarmede de heet- Van Panhuys lol zijn redevoeringen steeds voorbereidde. Tee kenend was in dit opzicht zijn rede aan der» feestmaaltijd, dio verleden jaar November;. Bern gegeven werd na den voetbaüfeds NederlandZwitserland. Ofschoon jh*»>1 Panhuys geenszins op de hoogte van hot (balspel was, had hij zich toch zoo in dén ge"^ van deze sport ingedacht, dat het officieelr Zwitsersche voetbaltijdschrift cnmijkfsÏLjk om toestemming verzocht tot het volledig afd: ken van zijn rede, die verreweg de bestfrafl was over de psychologie van het voetraSl en over de bcteekenis van landcnwcdsl den, welke ooit van^.ótfidgele .zyde land was ten gehoqre gebrpcht,^ Vol toewijding cn ne ii^gezv-lhéid;- vu ar hei betrekkelijk onderdèelerv'valt zijn w?rk betiof. was de gezant naar den oÓfd van jijn-Taakte zoo mogelijk mot nog' grootefen •ijver'^Kjfjerd. weer hoogcre belangen op het spel .^tonder Ofschoon (met uitzondering van de Troeilijke oorlogsjaren) de Nederlahdschc gezantschap- dOO! F. FRANKFURT MOORE. Uit bet Engclsch door F. J. VAN DER MOLEN. 38 „O. het is veel mooier dan spool", zei An gela; „het liikt meer op ia, waar Ijjkt hef. ook op. Nu. dal doe: ook niets Ier zake; maar het is een amusant spelletje, en ik geloof. 00 een Atlantische Oceaanreis is er niet»», dat er boven gaat. Persoonlijk, beweert Newton, floudt hij meer van euchre. Ik heb dien armen Newton gisteravond twee shil lings afgewonnen, en mama drie. Hij zei, dat hij nog nooit zoo oiwluk «.ig had gespeeld." (Hij had er niet bij verteld, dat hij eens drie nachten en twee dagen had zitten spelen ir» een spoorwegwaggon van de C.P., en bij zi>o .aankomst tc Victoria, in Britsen Columbia, vijl en twintig duizend dollar winst in zijn zak had.) „Maar hij vond. dat het eigenlijk beter was. er maar niets van aan papa te vertel len," vervolgde Angela. ..Hij is wat bang voor papa's vooroordeelen." „Ik geloof, dal zijn vrees niet geheel en al ongegrond is." meende Valencia. „Poker te spelen en aan practische evangelisatie te doen, is bezwaarlijk met elkaar te rijmen. Vervolgens deelde Angela haar mede, hoe Newton haar verteld had. dat George Drum mond hem om vijf uur in den ochtend was komen wekken en hem uit genood igd had tot het doen vaif een proeftocht bij slecht weer met de Blessed Damozel. Hij had zijn schoener aangegeven voor den wedstrijd op den volgenden Zaterdag, en wilde hem nu eens bij storm en regen probeeren, had hij gezegd. Maar Newton had gemeend, dat het, om een goed figuur te maken op de regatta, niet beslist noodig was, bij slecht weer uit tc zeilen, en had daarom maar voor de invi tatie bedankt. Zoo was hij op de villa Pao- Una gekomen, om zekere jonge dame en haar moeder te leeren, hoe zij zich tegen den demon der verveling zouden kunnen bevei ligen. wanneer zii eens in een waggon van dc Canadian Pacific Railway een reis maak ten naar het land der ondergaande zon: want het weer was inderdaad tc onstuimig geweest, zoodat het reeds lang na midder nacht was, eer het de Blessed Damozel ge lukte, weer veilig en wel voor anker tc lig gen. Valencia hoorde het verhaal cn verbaasde er zich over, hoe zulk een simpele historie door zooveel menschen zoo geheel bezijden de waarheid kon worden uitgelegd. Bijvoor beeld door Lord Ballyseedy en Sutton Cleve land, die waarschijnlijk hun Inlichtingen hadden verkregen van andere leden van de club. Een uurtje later kwam ook Newton aan de villa, in het gevolg van Lord Glenmirk. Valencia vroeg zich af, hoe de Amerikaan zoo gemakkelijk en in zoo korten tijd op zulk een intiemen voet met de villabewoners was gekomen. Was het enkel, omdat hij Lord Glenmirk's ijveren voor wat deze dc Bergzcnding noemde zoo vurig ondersteun de? Zij begon te vermoeden, dat hij een zekere soort slimheid bezat, een slimheid, die iemand tot millionair kan maken; maar waarvan een geringere dosis hem in de ge vangenis doet belanden. Toch vond ze hem een buitengewoon ge zellig mensch, en niemand zou hem kunnen beschuldigen, partij te trekken van lx>rd Glenmirk's zwakheden, ten einde zijn eigen voordeel te zoeken. Zij wist. dat sommige menschen schatten weten te verdienen door de zwakheden van anderen, vrouwen zoowel als mannen, in een gewcnschte richting tc leiden. Maar als Newton, nu luj rijk gewor den was, zijn pijpen,slechts in den zak hield, om het zoo uit to drukken, waarom zou hij dan door fatsoenlijke menschen gemeden behoeven te worden. Zij vond Newton heclemaal niet iemand, die gemeden behoorde te worden. Bovendien was zii al te dikwijls in de gelegenheid ge weest, de ingrijpende veranderingen op te merken, die cr in do laatste jaren in de Engelschc hoogcre kringen plaats vonden, eensdeels door de hoogc vlucht, welke dc buitenlanclsche handel en industrie hadden genomen, anderdeels door de verarming van den Engolschen adel. die zich in schulden stak. Het meerendeel van hen, die millionair waren geworden, kon in eiken kling wor den toegelaten, daarvan was zij overtuigd. Ilaar -vader was van dezelfde meening. al placht hij zich ook steeds ter wille van het decorum conservatief tc noemen, in tijden van verkiezingen zelfs ultra. „0, zeker," beweerde Newton, nadat hij tusschen Angela cn Valencia had plaats ge nomen. cn de laatste hem belangstellend ge vraagd had. of er reeds resultaten te be speuren vielen van zijn samenwerking met Lord Glenmirk; „o, zeker; natuurlijk is cr in de Bergzcnding nog heel veel werk aan den winkel, maar u ault zien, dal wij er ons ferm door zullen slaan." „Zo willen nu notabene voor de beman ning van de jachten,een bijbellezing op touw zetten," vertelde Angela, die in haar inge nomenheid met Newton de novellen van Bret Harte reeds was gaan lezen, zoodat ze zelfs enkele van de minst mogelijke anien- canismeti uit het Verre Westen te pas wist te brengen. Het was een gelukkige inval, Miss Mer- toun," zei Newton. „Ofschoon, ik moet toe geven. dat het in het begin wel wat vreemd scheen. Ik heb echter dezen en genen ecn< gepolst cp hen tot verrassende resultaten ge J komen. Het volk aan boord van dc Gloriana lis met het idee wonderlijk ingenomen. „Broeder Newton," begon Lord Glenmirk, toen hij binnenkwam, „ik sta gereed, om haar Nizza te gaan. Wil u dc paraplpie maar nemen?" Nwton sprong overeind „Tot uw dienst," zei hij. Angela begon te pruilen. „Ga toch Heen, papa." riep ze. „Wat doet u hier nu te komen en ons dc gezelligheid tc bederven. Ziet u dan niet, dat meneer; Newton ons aahgenaam bezighoudt? Wij hebben hier al niet te veel. Alleen voor uw plezier laten we ons elk jaar naar dc Riviera' verbannen cn nog gunt u ons geen enkel amusement, zelfs niet om meneer Newton zijn avonturen te hooren vertellen." ,lk zou Gode danken, indien mijn land slechts dc helft van zijn ijver bezat," zei Lord Glenmirk op waardigen toon. „Ben u gereed, broeder Newton?" „Broeder? llii is uw broeder niet! Ik be dank er hartelijk voor, zijn nicht te wor den." nop Angela uit Newton stond achter den rug van Lord Glenmirk te grimlachten, terwijl deze zijn dochter een uitlegging trachtte te geven van den graad van bloedverwantschap tusschen geestelijke broeders. Volgens Lord Glenmirk sproot uit geestelijke broederschap geenszins de noodzakelijkheid van familiebetrekking voort, dal door Angela gewoon absurd werd gevonden. Geen woord kwam Newton over de lippen. Hij nam, terwijl Lord Glenmirk vruchteloos poogde, zijn dochter tot zwijgen tc brengen, zijn hoed en de evangelistisclr paraplu, en gaf daarmee zijn bereidvaardig heid te kennen, zijn lordschap te vergezellen. „Heb je nu ooit zoo iets bespottelijks ge zien?" vroeg Angela, nadat de beide zende lingen waren heengegaan. „Zoo gaat het nu eiken dag. Het lukt mij nooit, meer dan een dozijn woorden mét Newton te wisselen, en toch geloof ik. dat ik nnoit gezelliger men h hel» ontmoet. Hij weet letterlijk overal van te vertellen." „0. het komt mij ook voor, dat hij van alle markten thuis is," stemde Valencia haar toe. „Hij hgeft ongetwijfeld veel menschen- kennis opgedaan, en weet ook tamelijk 'goed, hoe hij niet vrouwen moet omgaan." Nog ettelijke bezoekers meer kwamen op dagen. en onder hen ook George Drummond en Gwendolen Cardew. In de manier, waar op Miss Cardew met George binnentrad, \\;ist zij een air tc leggen, alsof zij reeds zi'in wettige eigenares was. liet was opval lend.' boe gaarne zij het wilde, doen voorko men, alsof dc geheel toevallige ontmoeting zorgvuldig was voorbereid, ten riïinste door «?en van hun beiden. En ponder twjjfel waren bijh'u -allen overtuigd, "dat de ontmoeting inderdaad door één'-hunner was vóórbereid: alleen, men had een ander op het oog dan "Miss Cardew wilde doen gel<x>ven. Het scheen; alsof George.Drummond den ccheclen mid^ajp Valencia, opaptjteiijk tracht te te ontwijjjsnt^warit er een half uur. 2er^iuj> cc'h haar wisselde; en toen kaars bijzijn kwamen,- v\ gevolge van een onvépKaehté! van omstandighedepv '/Lady met George den^tiVió ii),-gQw; Valencia in een 'druk keld met majoor. Gartnórné'. een der op dc icede liggend) vrouw, toen Angfcla, xli& was gebleven, haar moe dat een der bezoekers vygp ken. Lady Glenmirk vclw bij George en haastte zich. nemen van haar vertrekkenden gast, maar niet, voor zij nog een enkel woord gericht had tot den majoor en zijn vrouw, die door een tuindeur de villa verlieten. Zoo stonden Geouge en Valencia naast elkaar aan den uitgang van den tuin. do eerste nog eenige woorden wisselend met Ma:oor Garthorne in verband met de regatta, die over een paar dagen gehouden zou worden. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5