AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" TWEEDE BLAD. Tits FEUILLETON. DE SVJILLIO^^S^S BINNENLAND. No. 150 22a Jaargang Maandag 24 Dec. 1923 Aan de Staatscourant van Vrijdag ontleenen wij nog de volgende Kon. besluiten aan L. van der Straaten en E. Tuinslra, bei den brigade-majoor der Rijksveldwacht. respec tievelijk te Rotterdam eri te Amsterdam, ver lof verleend tot het aannemen der Wasa-me- daille van Zweden, in zilver aan mr. W. L. A. Collord, administrateur bij tvet Departement van Justitie, verlof verleend *ot het aannemen der onderscheiding van com mandeur 2de klasse in do Orde von St. Olaf van Noorwegen aan mr. P. J. van Wijngaarden, notaris te Rotterdam, verlof verleend tot het aannemen der onderscheiding van commandeur der Orde van de Kroon van Italië toegekend de aan de Orde van Oranje-Nas- seu verbonden eeremedaille, in brons, aan P. D. Steyn, nachtwaker bij de Maatschappij CulemboTgsche Glasfabriek, te Culemborg en aan M. de Braaf en E. de Boef, boekdrukkers b'j de firma W. A. Spoor Jr., te Culemborg. opnieuw benoei^d tot burgemeester der ge- mèente Zaltbommel J. F. B. van Hasselttot burgemeester der gemeente IJsselmonde P. F. van Slijpetot burgemeester der gemeente Zegwaard F. S. G. Bos tot burgemeester der gemeente Hoogwoud J. Breebaart Dz., secreta ris dier gemeentetot burgemeester der ge meente Graft en de Rijp P. A. Romijntot bur gemeester der gemeenten Opmeer en Span broek A. Commandeurtot burgemeester der gemeente Kortgene J. Snellen tot burgemees ter der gemeente Grevenbicht M. J. A. B. M. Ko tentot burgemeester der gemeente Bac-xem J. A. van den Schoor, secretaris dier gemeente tot burgemeester der gemeente Mheer E. J. H. Wolfs. GESCHENK VAN DE NEDERLANDSCH- HONGAARSCHE VEREENIGING VOOR DE KONINGIN. Vrijdag te dc-n Haag aangeboden. Vrijdagmiddag om half vijf heeft ten Konink lijke Paleize in Den Haag de aanbieding plaats gehad aan de Koningin van het voor Haar be stemde geschenk jan de Nederlandsch-Hongaar- sche Vereeniging te Boedapest, ter gelegenheid van Haar regeeringsjubileum Het is een, reeds in de beeldenzaal van het Paleis in het Noord einde geplaatst, gebrandschilderd raam, waarop, bovenaan de beeltenis van de Koningin voor komt, die haar handen beschermend uitstrekt over een groep Hongaarschc kinderen. Verder geeft hot raam twee voorstellingen van geschied kundige feiten. In de eerste plaats de bevrijding, in 1676, van Hongaarschc predikanten van de galeien, die Michiel Adriaansz. de Ruytcr, op last der Staten-Generaal, kort voor zijn dood heeft volbracht. Voorts een aanschouwelijk beeld van de bemiddeling van Nederland, in het jaar 1704, tusschen den keizer-koning Leopold V en later zijn zoon, keizer-koning Jozef, en" dé voor hun vrijheid onder vorst Rakoczy strijdende Hongaren, bij welke gelegenheid de gezant van Holland, Hamel Bruijnings en graaf van Rechtc- ren Almelo naar Hongarije kwamen om door persoonlijke tusschenkomst aan het door eeuwenlange Tirrksche oorlogen zeer geteister de land den vrede te verzekeren. De aanbieding geschiedde bij monde van prof. AntaL vice-voorzitter van de Nederlandsch- Hongaarsche Vereeniging te Boedapest, die te Utrecht woont, in tegenwoordigheid van den lieer Wendelaar, lid dier vereeniging, en me vrouw Wendelaar, den protestantschen Hon- gaarschen geestelijke Kallay, den schilder Oscar Mend lik, den zaukgelastigde van Hongarije, den heer Ambro de Adamocz, en verschillende hoog- waardigheidsbeklecders ten Hove. Op de toespraak van prof. Antal antwoordde de Koningin met eenige vriendelijke woorden van dank en waardeering. Hierna is het gezelschap thee aangeboden. HET MARINE-COMMANDO IN ZEELAND. Bij Kon. Bcsl. is bepaald, dut met 1 Januari a.s. de schout bij nacht J. H. O. vi m Bosch eervol ontheven is van de betrekking van com mandant der Marine te Middelburg. Met dien datum wordt de kapitein ter zee J. Tissot van Putot belast met de betrekking van oudst-aanwezend zeeofficier te Vlissingen. SUPPLETOIRO ONDERWIJSBEGROOTING 1922. Ruim 6 milliocn meer. Ingediend is een wetsontwerp tot verhooging en wijziging der onderivijsbegrooting voor 1922 De meerdere uitgaaf van 6.054.658 is bijna uitsluitend het gevolg van de uitvoering der Lager Onderwijswet en de sinds 1 Juli 1922 ingevoerde nieuwe Pensioenwet. Aan vergoedingen voor bijzondere lagere scholen is 4.590.000 meer noodig don bij de samenstelling der begjooting kon worden voorzien, terwijl de nieuwe Pensioenwet, die reeds van kracht is geweest over het 2de half jaar van dienst 1922, 5.478.800 meer vor dert, te zomen alzoo 7 868.800. Wat de verminderingen betreft, wordt op gemerkt, dot in het algemeen als gevolg van sterk doorgevoerde bezuiniging niet alleen de overige verhoogingen, in totaal T.147.628, worden gecompenseerd, doch bovendien op dc boven genoemde wettelijke uitgaven van 7.868.800, 1.825.162 in mindering kaA worden gebracht. WACHTGELDREGELING VOOR AMBTENAREN. Een wijziging t. a. v. dc gehuwde ambtenares. Naar wij vernemen bestaat bij de Regeering het voornemen, de wachtgeldregeling voor amb tenaren aldus te wijzigen, dat ambtenaressen, dia| 'gedurende de periode van voorbereiding van de •ontslag-regeling in het huwelijk treden, be schouwd zullen worden alsof zij na het inwer king treden van het besluit tot ontslagregeling gehuwd zijn. HET WETSVOORSTEL FLESKENS. Het - voorloopig verslag der Eerste Kamer. Aan het Voorloopig Verslag over het wets voorstel tot wijziging" der wet van 5 Mei 1925 (Staatsblad no. 186) tot tijdelijke beperking van den invoer van schoenwerk wordt het vol gende ontleend: Onderscheidene leden wënschten zich, waar het hier een verlenging van den geldigheidsduur van het z.g. Schoenenis otje met slechts zes maanden gold, dat prina|piee!e beschouwingen omtrent het al of niclflwvenschelijke van het treffen vun protcctiemaitrcgelen te onthouden. Verscheidene leden irheenden, dat het hier cene op zichzelf staandfit.quacstie betrof, waar van de oplossing nooit kou kunnen gelden als antecedent van daarop eón bc-roep te; doen ten gunste van verdere maartegelen in denzelfdcn geest Andere leden, die weinig sympathie voor het wetsvoorstel koesterden, achtten verlenging ven den geldigheidsduur ven zeer weinig be lang. Zij meendc-n de.-vraag te mogen stellen, waarvoor de Regeering, als die verlenging van zoo groot belang.0ou zijn, dan niet zelf met dit voorstel was gekomen. Dat de aanneming var. dit voorstel geen consequenties zou hebben, konden deze leden, als gevolg van de aanneming van het voorstel, dat andere landen zouden voorgaan to.t het nemen van represaille maat regelen. In dit verband wezen zij op de gehou den; verkioj^gcijjiin^EnS^and;. dat zich duiden ■lijk heeft Ajtgesprokcn tégen protectionisme. Hiertegen voerden verschillende leden aan, dat het voortzetten van een wijze van bescher ming als hier het geval is, juist en goed ge noemd meg worden. Zij gingen verder cn zou den van kiezen maatregel nog liever een blij vend dan een tijdelijk karakter willen zien toe gekend. Hetnézwaar, als gevolg van de aan neming van dit wetsvoorstel, dat ook andere industrieën om beschaming zouden komen vra gen, bestond dezerzijds niet. integendeel achtten1 sommige leden dit juist wehschelijk. Onderscheidene leden beiójogden, dat het, volgens de uitingen van den Voorsteller, vast staat, dat gicn hier te doen heeft met een wets voorstel, dat bescherming tot doel heeft. Hier door wordt echter een ander standpunt'ingeno men don dat, hetwelk de Regecring uiterlijk innam bij de verdediging van het oorspronkelijk ontwerp. Een principieel debat over bescher ming achtten ook deze leden hier eclitfr niet teT plaatse. Maar wel gaven zij als hun oor deel te kennen, dot hieruit te meer bleek, hoe weinig en don nog incidenteel gcscfSkt is voor een initiatiefvoorstel. Ook daarom achtten zij dit ontwerp daarvoor allerminst geschikt, omdat de voorsteller blijkboar niet beschikt 1over veststaonde gegevens om zijn voorstel aanncirvi» mogelijkheid als de onderhavige een min of lijk te maken. Ook werd dc meening uitgesproken^ zonder dat men daarbij in het minst de hoogstaande persoonlijkheid des oorstellers in het debet wilde brengen, dat het door middel van een initiatiefvoorstel bei order en van handelspoli tieke belangen, zoonls die in des voorstelless naaste omgeving overheerschend zijn, niet wenschelijk is. Hiertegen merkten andere leden op, dat onder dc bestaande staatkundige omstandigheden en bij de alom heerschende zakencrisis, de voor steller een te loven daad had verricht door in deze aangelegenheid het initiatief te nemen. Zij waren van gevoelen, dat het in het alge- men geenszins een bezwaar is, dat men be langen, die men goed kent, tracht te bevorde ren, en dat het hiér niet enkel een gewestelijk belang betreft, maar belangen, geldig voor het goheele landimmers Lehnlv.e jn Noord-Bra bant, zijn er in Noord- Oost- en West-Neder land schoenfabrikanten. Op verschillende gronden verklaarden ver scheidene leden zich tegen 'het voorstel. In do eerste plaats werd erop gewezen, dat de wet is aanbevolen en verdedigd als een noodmaatregel, zoowel door principieele voorstanders van be scherming als door diegrfffi» den vrijhandel. Naar veler meening is dc wet nu als een nood maatregel niet meer verdedigbaar de toestan den in Duitschlandzijn nu van dien aard, dat men hit r schoenen komt koopen, inplaats van dat men (üt,zooa!s vroeger, van hier uit Duitsch- iqpd deedvan dot land was geen verdere in voer meer te vreezen. Evenmin staat het volgens deze leden vast, dat de wet goede gevolgen heeft gehad. Men vreesde, dat wanneer de tij delijke gTOote voorraad schoenen was opge bruikt de prijzen van de schoenen zouden wor den verhoogd of in ieder geval geen verlaging zouden ondergaan. Ook bestend er ernstige twij fel of de verbodsbepaling wel werkelijk heeft ge leid lot de belangrijke vermindering der werk loosheid. De ondernemers zullen profiteeren van het invoerverbod, maar: of dit ook met do arbeiders het geval is, achten deze leden geens zins uitgemaakt. Een cn onder bleef niet zonder tegenspraak. Verschillende leden waren van gevoelen, dat waar het hier abnormale lijden gold, ook abnor male maatregelen veroorloofd waren. Zij meen den dat wanneer dc resultaten van de wet thans nog niet geheel kunnen worden beoordeeld, of wellicht cenigszins bededen de verwachting wa ren gebleven, dit moest worden toegeschreven nan den korten tijd, waarin zij van kracht was, zoodat haar werking nog niet kon worden vast gesteld en althans een gunstig effect nog niet kan worden geconstateerd. Men moest d8atom aan de wet een goede kens, een „fair chance" geven, en doarom meenden zij aanneming van het wetsvoorstel te moeten aanbevelen. Dat de wet- geringe uitwerking zou hebben gehad, werd van verschillende zijden ontkend. Ook wc-rd opgemerkt, dat, mocht van Duitsch land geen concurrentie meer te vreezen zijn, dit nog wel degelijk het geval was ten aanzien van andere landen, zooals België en Tsjecho-Slovra- kije. De bewering dot dc overmachtige concur rentie van Duitschland thans geheel zou zijn ge ëindigd, werd échter betwist en wel met een be roep op de statistische gegevens over October, zoo' met name voor tcxtielgoedcren en confec tie. Hoe dit pok zij, eene sinds vele geslachten geyestigdo, maarmet ^jdergnng-.bedreigde in dustrie is door deze wet geredintusschcn hééft zij behoefte eraan; dtit de geldigheid van de wet nog eenigen tijd voortduurt. Een lid nam tegenover het ontwerp een ge reserveerde houding aan. Hij achtte als tegen stander van hooge prohibitieve bescherming een verbod von invoer in beginsel verwerpelijk. Overigens merkte lui op, dat de bonte, beginsel- laozc staalkaart van ons tarief hiermede com pleet isnaast vrijhandel, lage bescherming, hooge en hoogste prohibitieve bescherming heeft men nu ook de invoeiverboden. Dat lid kon om deze redenen ean het voorstel niet zijn volle sympathie schonken. Een der leden die dit wetsvoorstel, met op zicht tot de bedoeling en het door hem gecon stateerde effect, n.l. bestrijding der werkloos heid, met instemming begroette, was van ge voelen, dot hiermede dc zaak niet ten einde was. Nauw aan dit onderwerp behoort z. i. verbon den te zijn ccn verbod van immigratie van bui- tenlondsche arbeiders in den betrokken tak van nijverheid. Hem was een gerucht ter oore geko men, dal een buitcnlandsche onderneming te Tilburg met biritonlondschc orheiders een schoenfabriek gaat oprichten. Zonder een ver bod van immigratie wordt aldus een verbods- meer doode letter. Dit denkbeeld werd door eenige leden bestreden, juist omdat zij de con sequentie erkenden in den gedachtengang. Zij I achtten hierdoor het voorliggend voorstel nog meer of te keuren Waar zou men zoodoende eindigen Moet men dan ook niet een verbod van toelating von vreemde industrieën, von bui- tenlnndsch kapitaal, eischen Andere leden stemden echter met zulk een inimigratieverbod van werklieden in. Zij wezen er op, dat in de oorlogsjaren ook de immigratie van buitcnlandsche arbeiders verboden was. Zij oordeelden evenwel, dot <Je immigratie van Dintsche arbeiders geen gevolg is van het in voerverbod van schoenen.' DE PROEFZUTVELBOERDERIJ TE HOORN. Het rapport aan den minister. Naar aanleiding der vernomen plannen van de Regeering om de subsidie van de proefzuivcl- boerderij te Hoorn belangrijk in te krimpen,- hebben het Kon. Ned. Landb.-Comité, de Ncd. Boerenbond, de Chr. Boeren- cn Tuindersbond en dc Alg. Ned. Zuivelbond door een deskun dige commissie, bestaande uit de heeren J. J. C Ament (Roermond), voorzitter), D. de Boer Dzn. Stompctoren), A. H. Leenstra (Haskerhor- ne) en U. Kooistrn (Leeuwarden, secretaris), een onderzoek laten instellen naar de positie der procfzuivelboerdcrij, haar bcteekenis voor hét zuivel- en landbouwbedrijf en haar exploitatie- mogelijkheid onder de huidige tijdsomstandig heden. Dc besturen der vier organisaties hebben tluns hel rapport der commissie - met ^n^'ig^TsSh.plr'GSfB:) de i, inhoud zij -volledig instemmen aan den mi- -• nister van Binnenlandschc Zaken en Laftdbpi doen toekomen, met RijLaroorlich- met *$6e yyen- d, rekening'1 te •erzoek, bij verdóV te - ne mén maatregeien, in zake den Rij' tingsdienst op landbouwgebied, met schen, in het rapport neergelegd, rekening.' willen houden. De volgende vragen zijn in het rapport be- .4lVjCl handeld: Ie. Heeft de procfzirivelboerderij rederij fcfaarde, dat zijiTfi van bestaan? 2e. Op welke wijze kon de proef- 'MfMi'd voor zich: iuivelboerderij worden geëxploiteerd, om 'aan het doel te beantwoorden zonder te groot na- dcelig saldo? De commissie komt tot de volgende con clusies: 1. Het is van groot belang voor de veehou derij en dc zuivelbereiding, dus van de volks welvaart in het algemeen, dat het Rijksland- bouv.proefstetion te Hoorn in dc toekomst krachtig blijft doorwerken. 2. Aan het proefstation behoort noodzake lijk een proefzuivelboerderij verbonden te zijn. 5. Met betrekking lot proefnemingen en on derzoekingen over melk en melkproducten is het voorgestelde werkplan over 1924 als uiter ste grens von- vereenvoudiging te beschouwen. 4. Ten aanzien van proefnemingen over vee- oeding is het geuenscht te onderzoeken in hoeverre en op welke wijze meerdere aanraking- mogelijk is met proefnemingen op dit gebied, welke elders in het land worden genomen. 5. De commissie dringt er op aan, dat de aangevraagde subsidie over 1924 .wordt toe- gestaon. gesloten bij den Ned. R.-K. Bond van Schoen fabrikanten of bij den Ned. R.-K. Bond v.»n Kleine Schoenfabrikanten, door urbeiders van 16 jaren ,of ouder gedurende tien uren per dag arbeid wórdt verricht op -7' 28 en 51 Dep. 1923, alsmede op 2, 3, 4, 7, 8, 9, 10 en IT Jan. 1924. HET GEBED IN DE PROVINCIALE STATEN. Een discussie in dc Staten ven Zuid-Hollond. In de Vrijdag gehouden ^zitting der Staten van Zujd-Hollar.d kwam aan de orde een ge wij zie d voorstel-Kersten tot wigging van het Regh- ro,ent van Orde in dierNfeege,^ dat een bepa- Jutg wordt opgenomen, volgens lyelkcj'-de /aan vang dór zittingen zou moeten gcsèïiiecleti met gebed, dat door den voorzitter wordt .éoorgêié-' zen. De V o o r z i 11 e i>herinncrde eï.dof. -in' T874 een beslqlt.in" tegcnox'frgcstqldetirim 'is., genomen, zondèir d'at dearéyer, gesproken "werd; Sprekers hoop, dat di&vnu/ook w'ècr Zoq ge schieden is beschaamd;hij-deed éen Be roep op de vergadering-"^-<& onderlinge vei- draagzoomheid en foardeeTj^ftoo^iri, Hóuden. De heer Dc'Gif q.TL gevoelen voer dit ujtoi st< pHchting van de lcdSn tijfchot 5 jlsook •dr' Sering is geschrap- 5^'ift' fpeer wa,r.u •daaruifvdfe .yétH it einde diening van dit voorstel/ verdraagzaamjief3 aangenomen, het ander. B^iveni nu reeds onderling oi grootste oneenighqjd,^ van het gebéd, De heer C r.eni'jf'' den. De heer V; dat de rechtsi tusschen link: moeten eerbiei den om de zien! ook kenden gpooirtd'geen r< ud de leiding he<-1 hol GEWIJZIGD REISBESLUIT. In het K. B. tot nadere wijziging van Reisbesluit T9I6 is o.m. bepaald: De bedragen der vergoedingen voor veTblijï- kosten worden -(met wijrigmg-von art. 14) be paald als volgt: voor do Ic klasse per etmaal op 11.50 2e 10.50 Ti 3e 9.50 4e 7.50 5e ..*v; V 6.50 Dc vergoedingen óverjj^^t daggedeelte en het nachtgedeclte var\ eeni^riVaal n'qrdcn bepaald ais volgt: Ti. /"Sir.htf ;.T', in bet '-•"-y'^óggfédtóltfcnöchtgedeelte voor de le kl. pet- 0.60 2c 0.55 5e &{,-• f 0.5Q. 4e V?V<: if O?»»' 0.40 5c ae - /.o.35 Dc in art. I61yk ï^peld^jtërgoeduigên wór den vastgesteld^ ide bp^ragen voor do 1c 'op' 7.90 „2e 7-20 3e „«jfr./;/ 5-50 „4e 5-10 5c n 1-40 De vergoeding voor" re?S;i;irtf?verbhjfkosten.. wegens reizen, onngeveEngèni.-^S^t 1 Jon.- a.s^l wordt berekend volgè^sdjó- '<'d^r dien da'urp geldende bepalingen.^ T. ARBEIDSTIJD SCHOENFABRIEKEN, v Bij mirusterieele beschikking is toegestaan, dat in de ondernemingen van werkgevers, aan- É-vóór de vergac frgebed, doch dat jpn'.dtr vergadering! te'hêer Brunt (Ch. nfng van dit voorstóJs^Zijn haar stem niet aanbot vbóVstVl jn? den. S n.i .^ai^r Slechts^ h/'-Eris' ^1, dat ..D. in het provincial bestuur, aan andersdeiï-r/ en op te dringen: -iSpo/ iVpés -verder op S* verdeeldheid onder de gëlooyjgep en op dc agnostici, die niet genoemd, zijriv Al? Gods zoor wordt aangeroepen, hoe moét Jiei-. dan met d' geloorigc Israëlieten in d^^/^i^rgaderihg Voorts hield spreker als ivaór^cKuwing aam;d( Stoten voor het gebed in deft Amsterdamlchcié Raad, dat onder veel gedruisch'plaats vindt v.v waarin olie wijding en plechtigheid ontbré^l^-f Het was spreker verder bekend,/ dat verscha lende leden der rechterzijde in hun- har^, tegc:. het gebed in deze vergadering zijn, '-dóch ir' portijoverwegingen zullen voorstorr: achtte spreker in een consciëntie-zaak:' nis niet anders dan immoreel. De heer Veraart (R.-K.) verklaarde!(cgrtó'tjS liet voorstel te zullen stemmen, omdat hij e''.-! Katholiek geen behoefte gevoelt om to samen met niel-Katholieken. De Katholieke Binden hun gebed in de rijke liturgie ven 'de li iKerk. De heer Von Fisenne (R.-K.) was yta^.op', idcel, dot het voorstel, zooals het luidt, hot oveV- groote deel der bezwaren doot vervollen. Pi- oorzitter leest het voor en niemand wordt dwongen er aan deel te nemen. De heer Hoffmann (R.-K.) zou voor he- voorstel stemmen, omdat God els eenige nopd' zakelijke en onverantwoordelijke oorzaak het geheele wereldstelsel van-vernnderlijl zaken en gevolgen de broi\ v^n alle recht en overheid ia De heer De Wilde (A.-R.) verklaarde eens niet als Gedeputeerde te spreken. De ontl^yg' revolutionairen erkennen het alle vormen der overheid, ook in de proi Dnt spr. en de zijnen niet eerd als het ondei werpelijke hebbri hieruit voort, dnt zijt.gevqr-ld.hc -spreking vnn een jar aangcuiaaniheden 'moest geven. Nu 1 Jen Spr. en de zijri£l„ bun istém c-r aan móéten De heer C o 11 o f f (C P.) verdeeldheid onder dc voorst voorste' en stelde de vraag, 1 doot F. FRANKFORT MOORE. Uit het Engèlsch door J. VAN DER MOLEN. HOOFDSTL'K XX. Zwijgend wandelden zij tot halverwege de villa terug Het was min of meer komisch, zoo la rug het stilzwijgen te blijven bewaren „Laten we hier een ougenblik plaats ne men," stelde George voor. toen zij een tuin bank waren genaderd, die juist 111 het ge zicht stond van de veranda, ivaar Angola zich met Noruh Mac Dermot en nog een an deren bezoeker onderhield. „0. heel gaurue," antwoordde Valencia. „Ik heb nog niet weer gezeten, sedert me neer Newton afscheid nam. Trouwens gis teren heb ik lang genoeg moeten /.Uien: wij zijn den heelcn dag uiel buitenshuis ge weest. Waren Lord Ballyseedy en Cleveland ons niet komen opzoeken, we zouden ons doodelijk verveeld hebben. Ofschoon, erg veel gezelligheid hebben zc niet meege bracht." „Ik heb gisteren niet veel aan zitten kun nen denken," zei George. „Integendeel, ik ben wel negen uur onafgebroken op het dek van mijn boot geweest. Het was mc ccn weertje!" „Wat voor een malligheid was dat toen, vroeg ze glimlachend. „Wat bewoog u wel, met zulk weer in zee te gaan. U weet, er werd reeds beweerd, dat u voorgoed er- trokken was." Zij lachte, terwijl ze sprak; maar hij ant woordde niet met 'een lach. Hij was zeer ernstig. „Ik weet nog niet, of het voorgoed geweest zou zün. indien ik vertrokken was," zei hij. „Wie weet het?" antwoordde zij 11a eenig zwijgen. HWie? Ik zeker evenmin als u. In deze dingen is er niets, waarvan wij eenige leiding kunnen aanvaarden. Ons gevoel? Maar dat heeft nog nooit iets anders gedaan dan ons misleiden. Hetzelfde hart, dat van daag door een diep-tragisch geval tot wan hoop'gebracht wordt, juicht en jubelt mor gen over de gevolgen van het incident. Na tuurlijk moet men aannc-irien, dat 's men schen aangelegenheden bestuurd worden: irmar die leiding berust in geen geval bij 's inenschen gevoel. Zij zag; hem aan, maar met gebogen hoofd bleef hii zwijgen en naar den grond staren. „U deukt zeker op dit cogenblik aan iets uit uw leven, dat zou kunnen dienen tot illustratie van wat ik daar zei, of van het tegendeel," vervolgde zij. Snel hief hij zijn hoofd »p. „Inderdaad," zei hij, „ik dacht er imst over, of ik u dat gedeelte van mijn leven maar niet zou vertellen." „O-neen," riep ze, „liever niet. wat zou den wij er mee winnen, als u het mij vqr telde." Haastig stiett zij die woorden uit. In haar stem klonk een tooiv von angst, naar het George toescheen, alsof ze vreesde, dat zijn verhaal eon wijziging zou kunnen aanbren gen in haar gevoel voor hem. Wellicht had zij iets dergelijks wel eens in een roman gelezen. „Luister," zei hij. „In mijn historie komt -werkelijk niets voor. dat tragischer is dan wat ik een paar dagen geleden van u heb gehoord." „O. het valt zoo moeilijk uit te maken, wat tragisch is, en wat niet. Wat ons eon tragedie toeschijnt, is soms In de oogen van anderen een kfucht.' „Ik zal u mijn tragedie of mijn blijspel vertellen ten slotte geloof ik toch ook, dat het een blijspel was. Het gebeurde, terwijl ik op mijn Westindisch eiland woonde. Ztj was een Spaansche Crcoolsche zij heette. Dolores Zelava. Waarom toch geven som mige ouders hun kinderen zulke namen? Is de naam Dolores niet bijna een uitdaging aan het fatum?" Glimlachend keek hij haar aan, maar haar gelaat bleef even strak. Zij had in zijn laat ste woorden een ohnatliurlijken klank ver nomen, die haar waarschuwde, dat zijn scherts slechts gekunsteld was. Ook hij scheen zich nu het gemaakte van zijn lach bewust te worden, en tevens, dat zij er zich niet door had laten misleiden; 'want eensklaps sloeg hij een geheel anderen toon aan. terwijl hij voortging: „Dolores! Dolores! mijn arme Dolores!" „Hebt u haar liefgehad?" „Ik ja, ik had haar lief -- tenzij waar is, w."t u beweerd hebt, dat. de liefde zich slechts éénmaal in een leven openbaart, en al het overige valsche ingevingen zijn van liet hart. dat bcdriegcliik is boven alles. Ik echter twijfelde geen oogenblik aan mijn liefde voor haar, en evenmin aan haar hefdo \oor mij. Wij waren verloofd. Wij hadden onzen trouwdag bepaald, en den avond tevo ren waren wij samen. Zij lag in mijn ar men-, terwijl wij afscheid namen, en lachte gelukzalig, toen ik zei „Nog zes uren, en wij zijn voor altijd en eeuwig verbonden Het was mijn vriend Newton, die mij zes uren later kwam mcdcdeelen, dat zij met een anderen man gevlucht was." Ontzet staarde Valencia hem aan. „En toen bent u hem gevolgd en hebt hem gedood u hebt hem gedood?" fluisterde zij- Hij had gesproken, met zijn oogen naai den grond gekeerd. Nu echter keek hij op. Haar fluisterende woorden ontroerden hem lievig. Hoe kon zij weten, wat er in hem was omgegaan, dien morgen, toen hij New- ton's arm had gegrepen, eri hem gezworen, j dien man te zullen dooden? „Inderdaad was dat mijn eerste gedachte, toen ik vernam, hoe ik bedrogen was.?... En tien .dagen geleden, toen Newton's komst mij weer aan dien verschrikkeïijken morgen herinnerde, voelde ik d'e woeste zucht naar wraak opnieuw in mij opkomen Ik werd er door overweldigd. Mijn God z$lfs nu, zelfs nuMij sprong op, de' vuisten samengeknepen. Maar weldra werd hij zich zelf weer incestcr en nam weer naast naar plaats. Het vroolijk gelach van Angela en de anderen klonk even tot her. door. Toen ooug hij zich tot Valencia over. en fluiste rend klonk het: „Valencia, een tijdlang was het de wensch van mijn leven, eens van aangezicht tob aangezicht tegenover dien man te mogen staan; maar 'hansthans smeek ik je: bid God, dat ik zijn naam nimmer mag ver nemen." „Z011 u hein willen dooden? Nu nu nog? Na zooveel jaren?" riep zij. „0 nóeh, j dat is niet mogelijk." „Niet mogelijk? Is dat niet mogelijk? Zou het een misdaad zijn? Dat kan ik niet ge- loovftu. God weetAch. waarom wind Ik niij toch telkens zoo op, wanneer die oude rampzalige geschiedenis in mijn herinnering terugkomtTien dagen geleden deed ik (iet ook. toen lk er met Newton over »prak. u hebt wel gelijk: geen mensch weet eigenlijk, wat in zijn binnenste verborgen ligt.' „Het is een bewijs," fluisterde zij na eenie zwijgen, „dat niemand zien rekenschap kan geven van wat in zijn hart omgaat. Het. be wust. dat u het evenmin kan, want u hebt dal meisje nog lief u hebt haar nog lief! Een schok, oen rilling voer door zijn leden. Haar hand omklemde de leuning, waarop zijn arm rustte. „Neenneen... is doodafgestorv „Dat meent u. Toch \bT' •x<SpuTie-p hii' ,D; hegraven." h "hebt tr haar nog „Nlissch'ietj' 8t ze nog. Maar roiln liofd^ vóór haar.'Jou.alleen heb ik lief jou. ValenL „Uw gè\oeI.v.r. bedriegt u. Kon meii al tijd maar vertrouwen op wat ons gewoel ons ingeeft. hoe licht zou dan hét leven zijn door gr.un. U hebt haar lief. Zou ik {meters zoo jalocrsch op haar zijn....... mijn God,pik ben hot!als II: niet overtuigd: was, dal 11"heg van haar, hield? Daarom ook blijft- 'V nog steeds hop?}»/-' té eeniger tijd wrank/op-dien mgn nemen),.Maar hoé^ohtkwam h'fj.?" „Ik heb nooit zijji naiiuiv'.-^èv.'et^n;" \Nie- !on<1 en- verliet haar.'ïn-'do ellende Toen hééft ze mij gcsc)vrej|g^.k reeds van liet eiland bnef, mij nhar En gé 1.1?'d .Ikr heb haar ppg.-zo'-ltv cn-u^jy.-^r- KaMAAflJ den naajii' vaiv denr;fi!hxi^kk^tjRmsn-'Dat en" hftop daArótjt' yUR&'^L zijp' mxpta n voor altijt£»'bfv>ekpM*rifög, t blijven.' En yl deze jareifebebV- ii/Thaaid My liefde ve&*: haar.,die Vte«selijke 'hoop op- wtnuk - '- terd?"" Zijn hóófd, blêof gebogen, y. H" J?-"" :'ér (tfctdi ^en-cigd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5