AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
TWSEDE BLUiP.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DE MILUONAIRS
No. IS4
22e Jaargang
Zaterdag 12 Jan. 19fc
Schoorheidi-Coirmissies.
„De aerde van de Hollanders
is zocdanigh, gelijck allen ten
beste beleend is, dat als haer de
nood en periculen niet seer
Iclaer voor oogen comen, zij
geenszins gedisponeert connen
werden om naer behooren te
vigeleeren voor haer eijgen se-
curiteyt."
Jan de Wit
Er is een tijd geweest, waarin elk stuk dat
uit handen van den ambachtsman kwam,
vanaf de indrukwekkende cathedraal tot aan
het eenvoudigste gebruiksvoorwerp, een
kern van schoonheid in zich droeg, zonder
bepaald als kunstwerk te zijn bedoeld. Alles
wat gemaakt werd beantwoordde in de eer
ste plaats aan het doel waarvoor het moest
dienen en daarbij was het harmonisch van
verhouding en kleur, logisch van versiering
etc.; kortom bezat al die eigenschappen wel
ke, samenwerkend, een cachet van schoon
heid aan het geheel verleenden. Dit was iets
vanzelf-sprekends, omdat het gevoel voor
kunst gemeengoed was, een integreerend
deel van de volks-psyche.
Die gelukkige tijden liggen helaas ver
achter ons. Vanaf de 19e eeuw dadeert het
verval. Het was de machinale massaproduc
tie, met de haar begeleidende sociale mis
standen, welke de liefde voor het handwerk
bande, den arbeider tot een hersenloos ma
chine-onderdeel vervormde en in haar winst
bejag niet peinsde over schoonheid. En zoo
werd de wereld-markt overstroomd met din
gen waaraan alle adel ontbrak. Het publiek
groeide op'met het leelijke en verloor ten
slotte alle gevoel voor kunst.
Hoe ongelooflijk diep zijn wij op dat ge
bied gezonken 1 In de oogen der groote mes-
sa is een kunstenaar of kunstkenner zooiets
als een wezen met een zesde zintuig. Van
het verheffende, beschaving en geluk bren
gende der kunst heeft zij geen flauw begrip;
het alles doordringende materialisme heeft
haar van een der hoogste uitingen van den
menschelijken geest totaal vervreemd. En
toch is er misschien zelden zoo veel over
kunst geschreven en gesproken als tegen
woordig.
Het is de natuurlijke reactie tegen de koel
heid onzer tijden, doch tevens de resultante
van al de krachten welke rukken aan onze
samenleving teneinde deze in verschillende
richtingen voort te stuwen. Het is een strijd
op leven en dood en het kan niet anders of
de kunst, getrouwe afspiegeling van wat er
leeft en woelt in de ziel der menschheid,
moet van dien strijd het merkte eken dragen.
Zoo leven wij in een tijd van overgang,
van afbraak en opbouw; heel de wereld
schudt op hare grondvesten. Wij weten niet
wat uit den chaos zal geboren worden. Mo
gelijk in den beginne nog grooter verruwing,
nog sterker materialisme, doch stellig daarna
de overwinning van het geestelijk element,
in welken vorm of veelheid van vormen ook,
omdat zonder dit ons leven arm blijkt. Er zijn
talrijke verschijnselen welke in deze richting
wijzen. Tot deze reken ik de verhoogde be-'
langstelling voor kunst, waarvan ik hierbo
ven sprak. Men is gaan beseffen wat de 19e
eeuw ons heeft ontnomen, niet alleen aan
zin-voor-het-schoone, maar ook aan dat wat
vroegere kunstrijke perioden als stille getui
gen van hun cultuur ons hadden nagelaten.
Want zij heeft ons wondermooie land, met
zijn schilderachtige steden en dorpen en
fijnkleurige landschappen beroofd van zijn
trotsche of bescheiden monumenten, van
bosschen en meren en landgoederen, kort
om van al datgene wat het aantrekkelijke
eigen karakter ervan bepaalde. Het is als
of een slooper met geweld, meedooeenloos,
de ziel uit stsd en land heeft weggerukt. Wat
is er van al den rijkdom, al de pracht, welke
eenmaal de glorie van ons land uitmaakte,
overgebleven Het was zöö rijk aan schoon
heid dat het op een brokje meer of minder
niet aankwam. En zoo werd er lustig op in
gehakt alsof het niet op kon. Men wist niet
wat men aan schoonheid velde, want men
vermocht het niet te zien.
Zoo ging het hier, zoo ging het elders.
Tot de reactie kwam, tot zij, die het onder
scheidingsvermogen tusschen mooi en lee-
lijk nog niet hadden ingeboet, de hoofden bij
elkander staken en een „halt" toeriepen aan
de ontluistering van stad en land.
Het was Duitschland dat hierin voorging
door de stichting, in 1904, van den „Bund
Heimatschutz." Nederland volgde in 1910
met den „Bond Heemschut." Deze heem
schut-beweging stelt zich ten doel de aes-
thetische verheffing van het gansche peil
der beschaving met behoud en bevordering
van den eigenaard van land en volk. Zij
waakt tegen het sloopen of verkoopen van
monumenten van geschiedenis en kunst
(niet alleen bouwwerken, doch alle produc
ten der beeldende kunsten en kunstnijver
heid), tegen ontsiering der steden en natuur
door leelijke, schreeuwende reclame, slech
ten nieuwbouw of gevoellooze ingenieurs
werken en voor het behoud van z.g. natuur
monumenten, belangrijk uit botanisch, zoö
logisch of zuiver kimstoogpunt, etc. Haar
taak is, zooals men ziet, veelomvattind, van
daar dat zij contact zoekt met de verschil
lende op-zich-zelf-stoande lichamen welke
een of ander onderdeel behartigen.
Tot die lichamen behooren de z. g.
Schoonheids-Commissies welke men in ver
schillende steden van ons land aantTeft. Wat
is dè taak van zoo'n S. C. en hoe werkt zij?
Vöör en aleer zoo'n Commissie iets kan
uitrichten, moet in de gemeentelijke bouw
verordening, naast de eischen betreffende
de constructie, etc., zijn opgenomen het
overal vrijwel gelijk geredigeerde schoon
heidsartikel, luidende „Het uiterlijk van een
gebouw, met alles wat daartoe behoort, hek
ken, muren en dergelijken, moet zoodanig
zijn dat het noch op zichzelf, noch in ver
band met de omgeving, uit een oogpunt van
welstand aanstoot kan geven."
Het is nu aan de S. C. ervoor te zorgen dat
aan dit artikel de hand worde gehouden.
Eenig machtsmiddel bezit zij echter niet. Zij
dient B. en W. slechts van advies.
Als voorbeeld voor hare wijze van werken
kies ik die te Leeuwarden, waarvan mij, als
oud-lid, alies bekend is. De gang van zaken
is daar als volgt.
Een bouwer zendt zijn verzoek om bouw
vergunning aan B. en W. Deze zenden de
plannen aan den Inspecteur van het Wo
ningtoezicht, die beoordeelt of zij aan de
eischen der bouwverordening voldoen.
Hij retouneert ze vervolgens aan B. en
W. met begeleidend advies, waarin ook is
vervat of zij al of niet naar de S. C. moeten.
Is dit laatste geval (en alle plannen van
eenige beteekenis pnsseeren de S. C.), dan
onderwerpt deze cle teekeningen aan haar
kritiek, waarbij het bouwwerk of de verbou
wing beschouwd wordt èn als een op zich
zelf staand geheel, èn als onderdeel der om
geving Is het plan zèèr slecht, dan wordt het
zonder meer afgekeurd. Is het goed, doch
zijn kleine wijzigingen gewenscht, dan wordt
de bouwvergunning verleend, met djen ver
stande dat de aanmerkingen in deze vergun
ning worden opgenomen en de bouwer de
gewenschte veranderingen behoort uit te
voeren.
Na beöordeeling gaat het bouwplan, ver*
gezeld van het schriftelijk advies der S. C,
onderteek end door Voorzitter en Secretaris,
naar B. en W. Deze gaan gewoonlijk mef het
advies mee. Waar echter, zooals reeds werd
ongemerkt, de Commissie uitsluitend een ad-
vis eer end lichaam is, behoeft een bou
wer met hare uitspraak geen genoegen te
nemen en kan in hooger beroep gaan bij
den Gemeenteraad. Stoort deze zich niet
aan het advies der S- C, dan staat laatstge
noemde daar machteloos tegenover. Omdat
de Raad evenwel niet als deskundige in deze
materie kan worden beschouwd, is er in de
bouwverordening het z.g. „h ooger-b eroeps-
artikel" opgenomen, luidende: „Wanneer
het beroep ingesteld is op grond van weige
ring of het stellen van nadere eischen
krachtens het schoonheidsartikel der bouw
verordening, can kan de Raad zich doen
voorlichten door een permanente Commissie
van drie leden, bij voorkeur buiten Leeuwar
den woonachtig, waarvan drie, door den
Raad aan te wijzen Vereenigingen, ieder één
benoemen".
In L. zijn deze Vereenigingen; De Bond
van Nederl. Architecten, Architecture et
Amicitae en de Bond Heemschut.
Het spreekt wel vanzelf dat de Raad zich
bij de uitspraak m hoogste instantie neerlegt
en dat een meertingsverschil zéér zelden zóó
op de spits zal worden gedreven.
De S. C. te Leeuwarden telt 9 leden.
Voorzitter is een kunstzinnig man, geen
architect of technisch geschoolde. Secreta
ris is, krachtens zijn ambt, de Inspecteur van
het Woningtoezicht. DaardooT ontstaat het
zoo noodige contact met dezen tak van
dienst. Voorts 3 architecten, de directeur
van Gemeentewerken, een bouwonderne
mer, de Hoofdingenieur van den Provinci
alen Waterstaat en een persoon van smaak,
zonder bepaalde technische capaciteiten.
In mijn tijd, toen er veel in L. werd ge
bouwd, vergaderde de S. C. eiken Zaterdag
middag. Haar taak was veelomvattend en
dankbaar en haar goede invloed deed zich
spoedig gelden. Helaas was reeds veel be
dorven; geheele stadswijken waren met ge
drochtelijke bouwwerken overdekt, een be
hoorlijk uitbreidingsplan bestond niet. Ook
dit laatste kwam, dank zij de S. C, tot
stand. Maar zij doet veel meer. Ongevraagd
geeft zij advies in zaken van algemeen-en
welstand, zooals het rooien van boomen,
dempen van grachten, aanleg van plantsoe
nen, sloopen of restauratie van oude gebou
wen, etc. In Amersfoort rust de zorg voor dit
laatste in handen der Monumenten-Commis
sie, welke een inventaris maakte van alle
gebouwen en gebouwencomplexen (115 in
getal) welke uit een oogpunt van kunst of
historie, of beide, belangrijk zijn.
Meerdere plaatsen .in ons land bezitten
Schoonheids-Commissie. Leeuwarden en
Laren (N.H.) waren echter de eerste ge
meenten waar bepalingen betreffende den
welstand in de bouwverordening werden op
genomen. Dat een plaats als Amersfoort
nog geen S. C. bezit, wordt als een leemte
gevoeld. Een stad waar zooveel schilder
achtige brokjes om bescherming roepen,
waar zooveel leelijks is gebouwd, waar reeds
zoo heel veel onherroepelijk aan schoonheid
verloren ging, is verplicht te waken tegen
de voortschrijdende ontluistering en mag
wel heel zuinig omspringen met wat haar
nog aan schoonheid rest. Zoo niet, dan zal
ook hier de vervlakking haar weg gaan totdat
het te laat is deze verder te keeren. En wat
is er aan te voeren teAép zoo'n Commissie?
Niets steekhoudends! Kosten brengt zij niet
mee, want de leden verrichten hun nuttigen
arbeid terwille van het mooie doel. En ge
schikte leden zijn hier genoeg te vinden,
want Amersfoort telt onder zijn inwoners
goede architecten en vele kunstenaars en
kunstkenners. Zoo staan de zaken. Waar
het gemeentebestuur een Monumenten-Com
missie stichtte, waarmede het toonde hot be
lang daarvan te gevoelen, zal het stellig ook
de vorming eener Schoonheids-Commissie
willen bevorderen. Er -is geen tijd te ver
liezen opdat niet in deze zaak ven de
Amersfoorters getuigd zal moeten worden
op de wijze als Jan de Wit t.o.v. de Hollan
ders in het algemeen deed.
H. MARTIN.
6-1-1924.
Piersonlaan 4, Amersfoort.
De Staatscourant van gister 11 Jan.
bevat o.u. de volgende Kon besluiten
benoemd tot burgemeester van 'Abcoude-
Baambruggcn en Abcoude-Proostdijk jhr. mr.
C. Dedel;
op verzoek eervol ontslagen met donk F.
Heiermnn als burgemeester van Nedcihorst den
Berg;
benoemd tot notaris tc Eyo J. H. Vcrheus,
thans notaris tc Vloardingor.;
corvol ontslagen wegens overbodig geworden
werkzaamheden J. A. Hcuff, als commies bij de
secretarie bij den Raad van State en verleend
de persoonlijke titel van hoofdcommies aan
den commies dier secretarie R. S. A. Volkers;
op verzoek eervol ontslagen met dank mr.
K. J. v. Nieukerkcn als plaatsvervangend voor
zitter van den Raad van Beroep (ongevallen)
te Amsterdum.
DE SULTAN VAN BOELOENGAN.
Hot vertrek.
De sultan van Boeloengan zal a.s. Maandag,
14 dezer, des ochtends met den trein van 8.33
van het Hollondschc Spoorstation uit Den Haag
vertrekken om, zooals dezer dogen gemeld, na
een kort bezoek aan Parijs en aan eenige vreem
de landen, dc terugreis naar Indic tc aanvaar
den.
OOSTENRIJK EN NEDERLAND.
Dankbaarheid onn Nederland.
Men seint ons uit Wecnen: De minister van
Buitenlandsche zaken Grucnberger getuigde in
een redevoering van de hartelijke betrekkingen
met Nederland, welks bevolking en regeering
Oostenrijk herhaalde malen blijken von sym
pathie hebben gegeven.
HET INSTRUCTIEBATALJON TE KAMPEN.
Officieel wordt bevestigd, dat het Instruc
tiebataljon tc Kampen wordt opgeheven en
dat dc controle cursus op 1 October naar Bre
da wordt overgebracht.
SPOORWEGEN.
Afscheid von den chef van het
station Rotterdam D. P.
W ij lezen in de N. R. C.
Na een diensttijd van bijna 42 jaar heeft de
chef van het station Rotterdam D. P., de heer B.
Heuzeveldt, verzocht, met ingang van 1 Jonuari
1924 uit zijn functie tc worden ontheven en op
pensioen te worden gesteld.
De heer Heuzeveldt was sedert tien jaren
chef van het station D. P. Kort vóór den oor
log le Rotterdam gekomen, zog hij zich dade
lijk voor tal van moeilijkheden geplaatst, die het
militaire vervoer cn het transport van de Bel
gische vluchtelingen in het laatst van 1914 en
do volgend-> oorlogsjaren meebrachten. Moei
lijkheden, die nog vermeerderd werden, doordat
reeds long het verkeer aan het te kleine station
is ontgroeid. De heer Heuzeveldt heeft er zich
met voortvarendheid weten door te slaan.
Vóór zijn komst te Rotterdam is de nu schei
dende chef, die indertijd nis surnumerair bij de
S. S. in dienst was gekomen en alle rangen had
doorloopen, gcruimen tijd onderstationschcf te
Utrecht geweest.
Bij zijn superieuren stond de heer Heuzeveldt
bekend als een zeer ijverig ambtenaar, op wicn
men in alle opzichten vertrouwen kon zijn pen*
sonecl vond hem een rechtvaardigen, humanen,
hoewel strengen chef, terwijl het publiek hem
waardeerde om zijn welwillendheid en bereid
willigheid.
Gistermorgen heeft de heer Heuzeveldt in zijn
voormalig bureau aan het station gelegenheid
gegeven, aTschcid van hem te nemen. Hiervan
is een zeer druk gebruik gemaakt. Tal van amb
tenaren en beambten der Nederlandsche Spoor
wegen zijn den heer Heuzeveldt de hond komen
di ukken. Ook uit industrieele kringen en van
particuliere zijde brachten velen een bezoek aan
het bureau van den ofgetrrdon stationschef om
von hun sympathie blijk te geven. Vet der ont
ving dc heer Heuzeveldt menig telegram cn
brief.
BESTRATING TE AMSTERDAM.
150,000 M nieuw plaveisel.
Het plan bestaat te Amsterdam, dit jaar óe
volgende straten van een geruischlooza bestra
ting te voorzien: Dam, Paleisstraat, van Dam
tot N.Z. Voorburgwal, Rcmbrandtplein, Wees-
perplein, Plontage Middellaan. Koninginneweg,
Nossaukade, van Zaagpoort tot Jacob Cats-
straat, N.Z. Voorburgwal, Martelaarsgracht,
Rozengracht tusschen Prinsengracht en Lijn
baangracht, Bildcrdijkstrant tusschen de Clercq-
stroat, en Jacob van Lennepkade, Kinkerstraat,
Vondelstraot, Anna Vondelstraat, le Constan
ten Huygenstraat tusschen Overtoom en Von-
delstraat, 2e Constantijn Huygenstraat, Tessel-
schadestraat en R. Hartplein, Amsteldijk van
Ceintuurbaan tot Smaragdstraat, Memixstraat
tusschen Leidsohegracht en Leidscheplein,
Kerkstraat, Nieuwe Kerkstraat, Plantage Kerk
leen tusschen Plantage Muidergracht en Plan-
lage Middellaan en Groote Kattenburgerstraat.
Het ligt niet in dc bedoeling, al deze straten
met hetzelfde plaveisel te beleggen; uit éb
verschillende moderne asfoltwegconstructics
zal een keuze worden gedaan in verbond met de
inkomende aanbiedingen. Ook houtbestrotinv
zal hierbij in aanmerking komen.
Dc totale oppervlokte zal met inbegrip von
hei, tc vernieuwen plaveisel tusschen de tram
sporen in deze stro ten ongeveer 150,000 M'-\
bedragen.
HET SCyiP VAN DE „NEDERLAND".
Cijfers der directie.
De directie van dc Stoomvaart-Maatschap
pij „Nederland" schrijft
Nu wij vrijheid hebben om cijfers bekend te
maken, willen wij, tegenover dc gegevens, von
andere zijde verstrekt ten opzichte van den
prijs, waarvoor de Nederlandsche Scheeps-
bouw-Mootschappij zou hebben ingeschreven
voor den bouw van ons nieuwe passagiers
schip, de cijfers stellen, die voor ons den
grondslog hebben gevormd voor onze beslis
sing omtrent de gunning
Dc inschrijvingsprijzen van de Hollondschc
werven waren als volgt
van de combinatie Maatschappij
Feyenoord/Wilton6,200,000
van de combinotie Moatschopplj
De Schelde/Wilton 6,400.000
van de Nederlandsche Scheeps
bouw Maatschappij6,600.000
Door voor de Nederlandsche Scheopsbouw
Maatschappij toe te passen de marge van 5
pCt., waarop zij, volgens het met ons geslo
ten hcllingcontract recht kon loten gelden,
kwam hare inschrijving uit op 6,270.000.
De Nederlandsche Scheepsbouw Mij. bood
ons het groote voordcel von een belangrijk
vluggeren levertijd de beide andere Hollond-
sche werven werden hierdoor feitelijk uitge
schakeld.
Voor de vergelijking met den laagsten
Frnnschen inschrijver, kwam dus hot aanbod
van de Ncdcrl. Scheepsbouw Mij. in aanmer
king.
Zooals gezegd, bedroeg dit 6,600.000
nf5 pet. ten loste der Stoom
vaart Mij. Nederland 330.000
De Fransche prijs was
f 6,270.000
4,900.000
verschil1,370.000
Bij bouw tc Amsterdam berekenen
wij een besparing aan reiskos
ten, toezicht, transport, enz. van 50.000
1,320.000
Waar de Nederlandsche Scheeps
bouw Mij. 2 maanden vluggere
levering geeft dan dc Fransche
werf, kan daardoor in het voor
deel van do N. S. M. gebracht
worden een bedrag von 50.000
Eventuecle steun van regeer ing
cn gemeentewege zou hebben
kunnen bedragenmaximum
1,270.000
450.000
ongedekt 820.000
Een andere voorstelling van
zaken.
De directie van de Stoomvaartmoatschopp i
Nederland heeft, naar men weet, voorgerekend,
da* een bedrag van 820.000 ongedekt zou
zijn gebleven indien de bouw von hanr nieuv.
passagiersschip zou rijn gegund aan de Node;
iandsche Srheepbouwmantschappij en niet aan
'cn werf in Frankrijk. Hierbij is als inschrijving
van dc Nederlandsche Scheepsbouwmaatschap
pij een b^diag genoemd van 6,600.000 D-*
Tel. heeft nu echter vernomen dat, toen het
aan de betrokkenen bekend was, dot do gun
ning van den bouw van het schip aan het bui
tenland of aan de Nederlondschc Scheeps
bouwmaatschappij zou geschieden deze laat
ste overleg heeft gepleegd met hoor voornaam
ste onderleverancieis, cn het haar ten slotte
mogelijk was geworden haar inschrijvingscijfei'
tot 6,050.000 te reduceeren. Het is even
wel gebleken dat de maatschappij Nederland
op het oogenblik dat de Scheepsbouwmaol-
schappij d'e verlaagde offerte deed, niet mecr
vrij was om daarvan gebruik te maken.
Noor de Tel. nog verneemt, zouden bij den
bouw van het mailschip te Amsterdam 100
man een jaar lang werk hebben gevonden.
Thans zal de Nederlondsche Scheepsbouw
maatschappij in April genoodzaakt zijn, haai
groote werf aan de overzijde van het IJ te slui
ten, waardoor plm. 400 werklieden op straat
zullen komen.
Waar woorden schaars zijn, hebben zc be
teekenis.
Shakespeare.
aooi
F. FRANKFORT MOORE.
Uit het En gel sc h
door
F J VAN DER MOLEN.
53
HOOFDSTUK XXVI.
Lord Ballyseedy had ernstig over het voor
gevallene van de laatste dagen nagedacht, en
de raad, dien hij Angela had gegeven, gaf vol
maakt juist de conclusie weer, waartoe hij ge
komen was na een aandachtig wikken van wat
hii zooal had waargenomen Geen oogenbiik
had hij er aan getwijfeld, dat Drummond van
Valencia hield, en omgekeerd Valencia ook
Drummond liefhad En toch had ze zich ve:-
loofd met Cleveland, die haar, daarvan was
hij overtuigd, nooit eenig bijzonder gevoel
hao ingeboezemd.
Een gekke geschiedenis toch, die zich Dinnen
eer poai dagen had afgespeeldEn wuerann
wos dat fiasco nu te wijten
Ach, hij was niet voldoende ïngelirM, om in
bijzonderheden de feiten te kunnen nagaan, die
♦ot zulk een jammerlijk besluit hadden geleid
Maer hij had een vermoeden, 't weik langza
me, hand tot zekerheid werd, dot het weifelen
van George Drummond «enerzijds, en het
angstvallig zelfonderzoek van Valencia andor- j
zijds verantwoordelijk moes.en worden gesteld
vgoi wet er was gebeurd. Hij heiinnc.dp zich
bijna woord voor woord, wat Valencia hem den
avond van zijn aankomst had toeveu ouwd
lp verband met haa bange e*s, du zij
;n kwesties van genegenheid of liefde abso'uut
geer peil kon trekken op de ingevingen von
baar hart. Eveneens stond hem levendig voor
den geest, wat Drummond hem had gezegd
omtrent zijn twijfel, of hij in de kringen, waar
mee hij converseerde, wel als maatschappelijk
gelijkwaardig werd beschouwd. Natuurlijk had
George toen moeten toegeven, ds» zijn inlich
tingen uit den mond v. Gwen Cavrdew waren
gekomen; maar het zaad, door Gwcn gestrooid,
zou niet zoo welig ontkiemd zijn, ivas het niet
in een dankbaren bodem gevallen Klaarblijke
lijk hod George langen tijd ove die kwestie
van sociale gelijkheid liggen tobben, en waar
schijnlijk had Gwen Cardew dot iP den neus
gekregen, en was ze begonnen in Geoige's bij
zijn haar aanklacht tegen de valscnhrid der
menschen, wao-mee hij omging Gw Car
dew zelf natuurlijk uitgezonderd, op te stel
len.
Zoo was, dat wist Lord Ballyseedy nu zeker,
tengevolge van George's gebrek aan durf en
van Valencia's overdreven schroom-alligheid
het fiasco ontstaaij, waarvan zij beiden het
slachtoffer zouden worden Terwijl nu die over
tuiging steeds vaster vorm in zijn geest aan
nam, rees meteen een onbestemde angst in
hem op. dat zijn eigen geluk door een dergelijk
onheil werd bedreigd Hij was er zeker van,
tegenover Norah MacDermot de grootst mo
gelijke bescheidenheid in acht te hebben geno
men de meest rampzalige bescheidenheid
scheen het hem nu wel toe, bezien in het
scherpe licht van zijn diep nadenken over de
resultaten van Valencia's besluiteloosheid. Hij
had weerstand geboden aan wat zijn hart hem
influisterde, wanneer zijn zakken met geld ge
vuld waren alleen wanneer hij bijna geen pen
ning meer bezat, hed hij haar een bezoek ge
bracht, dus enkel op een tijdstip, als geen in
wendige stem hem trachtte over te halen, haar
te vertellen, hoe lief hij haar had.
Het vooruitzicht, haar mogelijk eens te moe
ten verliezen, kwam hem steeds ondragelijker
voor. Uren in den nacht hield het hem wakker,
en hij besloot, er een einde aan te maken Na
geluncht te hebben bij zijn zuster en zijn nicht
je den besten raad te hebben gegeven, die in
haar geval gegeven kon worden, wendde hij
zijn schreden in de richting van de villa der
Mertouns. Hij nam zich heilig voor, zich door
niets te laten intimideeren. Zijn bloedverwan
ten hadden reeds lang voorspeld, dot hij vroeg
of laat een dwaasheid begaan zou. Welnu, hij
zou ze begaan, maar den ook voor altijd ge
lukkig zijn.
Meer dan honderd schreden kon hij niet heb
ben afgelegd, teen hij eensklaps voor George
Drummond stond Discreet, als bijna alle Ieren
het bij instinct zijn, vroeg hij met de meeste
belangstelling naar de herstellingen aan het
jacht.
„Hoe gaat het met het werk vroeg hij.
„Vlot het Be hoor. je hebt een dozijn werkliri
uit Genua ontboden Had je niet met evenveel
succes één man uit Engeland kunnen laten
overkomen? Overigens mag ik die onbeschaam
de verwaandheid der Italianen wel, die zich
verbeelden, dat ze ook al schepen kunnen bou
wen. Tot pantserschepen toe, desnoodsWat
een pedanterie I Straks meenen ze nog den
Matterhorn te kunnen bestijgen, of willen ze
een stuk van Afrika annexeeren, terwijl ieder
weet, dat heel Afrika een Britsche kolonie is."
„Jc zou inij een bijzonder genoegen kunnen
doen, Ballyseedy," zei George, zonder in het
minst nota te nemen van de tactvolle pogin
gen van Lord Ballyseedy, om het gesprek op
een brandende internationale kwestie te bren
gen.
„Alles wil ik voor je doen, oude jongen,"
antwoordde Ballyseedy.
„Zou je dan voor mij een briefje willen be
zorgen aan Miss Mertoun Het is mij bekend,
dat er ernstige bezwaren voor je bestaan, om
aan de villa te komen, maar misschien
,„Stil maar. Drummond welke bezwaren ik
ook hebben mocht, terwille van onze vriend
schap verdwijnen ze in 't niet. Een dozijn brie
ven wil ik met pleizier voor je bezorgen el-
ken dag van de week een brief. Geef hier num
mer een I"
„Ik zal je laten lezen, wat ik schrijf."
„Ben je mal Dot is niet noodig."
„Het zal je hart verlichten, wanneer ik het
doe."
Hij nam een kaartje uit zijn zak en schreef
„Ik moet je noodzakelijk nog spre
ken. Morgen verlaat ik Nizza. Ik kom
om drie uur bij je aan huis. Wensch
je me niet meer te zien, laat dan zeg
gen, dat je niet thuis bent"
„Ziezoo," zeide George. „Mij dunkt, dat kun
je haar met een gerust geweten geven."
„Ik weet zeker, dot ze je ontvangen zal I"
merkte Ballyseedy op „en laat ons hopen, dat
dat Great Scott, mensch I hoe is die his
torie toch zoo rampzalig afgeloopen P
„Arme meid arm kind I" zeide George „zij
vertrouwt zichzelf niet. In een zwak oogenblik
een oogenblik van twijfel, of ze zich verla
ten mocht op dc uitspraak van.haar hart
onder zachten dwang levens van haar vader,
bij wien alles draait om familie en bezitting,
stemde zij toe in een verloving met dien vent.
En nu ze de waarheid weet, is zc te trotsch
om haar vrijheid terug te eischen."
„En wat is de waarheid
„De waarheid is, dat ze van mij houdt, van
mij alleen. Zij heeft het mij bekend."
„Op een onder zwak oogenblik Het is een
beroerde boel, maar het ellendigste is nog.
dat Valencia dc familie-traditie der Mertouns
trouw moet blijven. Je kent hun lijfspreuk
Verbum meum vinculum est hun woord is
hun heilig."
„Maar in dit geval waar de gevo-lgen zoo
verschrikkelijk zijn
„De gedachte aan wat de gevolgen kunnen
zijn, zal haar nog koppiger maken. Waarom
heb je haar den afgeloopen herfst niet g- -
vraagd
„Ik wis niet zeker of. ik het zou kunnen wa
gen. Denk aan de positie, waarin ik verkeerde.
Evengoed als zij was ook ik de drager eenci
familietraditie. De mijne was, omdat ik met deu
handel annex ben, dat ik niet op voet van ge
lijkheid kon omgaan met eigenaars van land
goederen."
„Die misschien gestolen waren. Dat akelig
nest van een provinciestadje, waer jij gToot ge
bracht bent, heeft toch wat op zijn geweten.
Ik heb je immers al gezegd, dat de eenige exclu
sieve stand die van de kruideniers is. Maar ik
zal je boodschap overbrengen, cn wensch je in-
tusschen veel succes."
Wordt vervolgd