AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 2 Febr. 1924 DERDE BLAD. KOLONIËN. f,} No. 182 22s Jaargang Oost-!ndië. DE VOLKSRAADZITTING. Batavia, 28 Jan. De vergadering van den Volksraad ter vaststelling van de voor- loopige begrooting werd door den landvoogd geopend met een rede, waarin mr Fock zeide, dot er alles op moet worden gezet, om een sluitende begrooting voor 1925 te verkrijgen, hetgeen was toegezegd in het prospectus voor de jongste Indische leening en ook door den Minister was toegezegd aan de Stoten-Gene- raol. De Indisr'ie regeering was hierdoor mo reel, doch ook in andere opzichten gehouden tot nakoming harer belofte. De Landvoogd denkt hierbij ten eerste aan de koersdaling van den Indischen gulden cn voorts aan de uiting van sommige zijden, die twijfelen aan het re sultaat der pogingen tot het verkrijgen van een sluitend budget Hierop past maar één antwoord n.l. het indienen van een sluitende begrooting voor 1925, hetgeen verwezenlijkt is, behoudens enkele millioenen. De Landvoogd deelde aan de hand van de gegevens der departementschefs mede, welke bedragen alsnog deportementsgewijs kunnen worden bezuinigd, waardoor zonder gevaar een sluitende begrooting zal worden verkregen, on gerekend dc versterking van sommige midde len, zooals de verhooging van den zout-nccijns en verhooging van de raming der opbrengst van de producten. De begrootingscijfers zullen einde April definitief worden vastgesteld. G. K. ANDREW, t M e d an, 2 8 Jan. Overleden is de heer G. H. Andreac, hoofdadministrateur van de Deli- maatschappij. Tot zijn opvolger is benoemd de inspecteur, de heer J. F. H Lutjens. De heer G. H Andreae zou met 1 April a.s. als hoofdadministrateur aftreden, waarna hij naar menschelijke berekening zitting zou ne men als commissaris der Mij. in de vacature van wijlen den heet J. T. Cremer. De heer Andreae is slechts 47 jaar gewor den. In 1898 was hij als ass. bij de Deli Mij. in dienst getreden, in 1910 administrateur ge worden, in 1914 inspecteur, in 1915 secretaris en in Nov 1916 hoofdadministrateur. Behalve voor zijn Mij., heeft de overledene groote werk kracht ontwikkeld voor geheel Deli. Hij was o.o. voorzitter der Deli Planters Vcr.,« lid van den Cultuurraod en van den gemeenteraad Hij on derscheidde zich door groote werkkracht en omvangrijke belangitelling voor alle cultuur- belangen. Nog in den jongstm tijd heeft hij reizen ge maakt over Java en in de Straits, voor verge lijkende studies in andere cultuurgebieden, Vele verwachtingen lijn met hem verloren ge gaan en zoo trof zijn dood nis een verlies. In Dec. 1.1. heeft de hoc- Andreue zijn 25-jarigen diensttijd bij de Deli, Mij. mogen vieren. Op Koninginnedag van het vorig jaar werd hij onderscheiden m»( het Officierskruis van de Oranje-Nassau-or<e. RADIONIEUWS. Iet Indische luislcrvcrbod, De Raad van Justile heeft de luisterverbod- affaire tegen den hec H. J. dc Ruyter, mede directeur van de Indiche Crt., behandeld. Aan het verslag van de ziiing van de N. Soer. Crt. is het volgende ontlo.-nd: De president deelc mede, dat dc raad de ter vorige zitiing d<or den verdediger opge worpen exceptie, nie ontvankelijk verklaarde, zijnde dit geen xce tie, doch een verdedigin ten principale, jshave het verweer verworpen werd. Pres.Bekent gij ïet u ten laste gelegde Bekl.Neen, ik H> wel in huis gehnd een radio-ontvangepparqit, maar dit stond met geen enkel eindpun' in verbinding. Pres.Heeft u vor den officier van justitie bekend, dat het in eslag genomen toestel door u bedrijfskloar is gmaakt Bekl. antwoordt in bevestigenden zin. De president vnagt door wien het toestel is geplaatst en bdrijfsklaar gemaakt. Bekl.Door mij Ik heb het in Maart gekocht van den heer Vn der Made voor ongeveer 500, ten be'hoec van De Indisiche Courant. Zelf heb ik het aar mijn toenmalige woning gebracht en daoi verschillende proeven geno men. Tijdens dehuizoeking stond het toestel niet met óo antnne in verbinding. Pres.: Welke tations kon u met het toestel hooren Bekl.O.a. d< radiostations Bordeaux, Nauen en Leafield. Pres.Hebbe behalve u ook andere perso ncn met dit tostel geluisterd Bekl.Ja. Pres.: Hadtu van de regeering vergunning tot den aonle/ van het toestel Bekl. nntwordt ontkennend. De officier'nn Justitie: Acht u dit een tel- foon of een elegraaf? Bekl Het s een onderdeel van een telefoon, een om vorm r. Op verzok van den verdediger wordt ge vraagd. of iet toested, zooals dit in de dag vaarding stot omschreven, geschikt was, om er draadloze berichten mee op te vangen. Bekl.Non, daar is verder voor noodig een accumulate, een hoogspanning, een laagspan- ning en en microfoon. Ik heb bij het bedrijfs klaar maltn van het toestel de Aniem-leidir.g als antene gebruikt. Verd.Welke seinen kon u van dc genoem de statios opvangen? Bekl. Morseseinen. Word voorgeroepen getuige van der Made, die verlaart, bij het verkoopen van hot toestel, den inruk te hebben gekregen, dat beklaagde het to6tel kocht als amateur. Het in de' dag vaardig genoemde toestel is niet volledig voor het orvangen van radioberichten. Verder acht getuig geen eindpunten aanwezig, omdat de door jen zendstation uitgezonden golven zich in da ether verliezen Behalve morseteekens kunnn met het toestel ook telefonische bc- riehtn worden opgevangen. D off. v. J., het woord verkri'gend voor zijn reqisitoir, meent, dat wel degelijk eindpunten aar-vezig zijn, n.l. die, waar de berichten ont- vagen worden. Hij acht het ten laste gelegde berezen en eischt veroordeeling van beklaagde tc een geldboete van f 100 resp. 10 dagen bchtenis, benevens betaling van de kosten van het geding, terwijl het toestel aan beklaagde zo', worden teruggegeven. De verdediger houdt een uitvoerig pleidooi, waarin hij opmerkt, dat er krachtens de bepa lingen in het Staatsblad, twee eindpunten moc- tei zijn, n.l. een voor het verzenden cn een voor het ontvangen, terwijl hier slechts van een toestel sproke is. Hij concludeert tot ontslag van rechtsvervolging, resp. vrijspraak. DE ZAAK VAN ROSSEN. Voor den Raad van Justitie. Uit Batovio wordt d.d.^Pb dezer geseind Hedenmorgen ving voor den Raad van Justi tie de behandeling aan van de zaak-Van Ros sen. Er wns groote belangstelling. De raad is als volgt samengesteld president: mr. W. J. M. Plate, leden mrs. F. van den Bes en E. F. R. A. Nierstrasz, Openbaar Minis terie mr. R. J. M. Verhcyen, verdediger mr. W. M. H. Stinger, adviseur aan het Hooggerechts hof. Uit de voorlezing van de dagvaarding blijkt, dat de eenige tenlastelegging is verduistering van 160.000 en gecnerlei betichting inzake de beweerde opiumschandulcn of betrekkingen tot speelhuizen of bordeelen. Als getuigen zijn opgeroepen de ovid adjunct- hoofdcommissaris v. politie Lenderink, commis saris Kool, het hoofd van den bclastings-accoun- tantsdienst Vleming, dc oud commes bij de politie Siegers, de oud-administrateur Bouw meester. Bekl., die zeer vermagerd is, erkende een ge deelte van wat hem ten laste werd gelegd en zeide, dat zijn salaris voldoende was voor ge wone omstandigheden, doch niet in geval van ziekte enz. In het vervolg van zijn verhoor erkende van Rossen de markcnspeculntie. Hij kocht 10,000 oandeelen Socngeipaggi, 5000 nandeelen Soe- kaboemi Kistenfabriek genoemde nandeelen zijn thans verbrand. Voider voor 1400 oandee len Batovia-Buitenzorg-Hulpbank. De verduiste ringen begonnen no de riekte van zijn echtgc- noote in April 1918. Beklaagde zcid, nooit te zijn gecontroleerd. Hij erkende voorts, tractementsstoten van agenten te hebben ingevuld zonder moondver- melding en ingekleed alsof het aantal agenten compleet was, zoodot een saldo ontstond, oor spronkelijk maandelijks bedragend 1000 T500, later somtijds 500—6000, welke bedragen in dc agentenaks werden gestort Be klaagde erkende, na de ziekte von zijn echt genoot»? 1400 te hebben opgenomen. Voorts 12,000 ten behoeve van den aankoop van een huis te Rijswijk voor ziin ouders, 8000 ten behoeve von den uankoop van een auto, T9.000 voor aankoop van een inboedel, 21,000 verleend als voorschot non de firma Van Rossen, waarvan vóó zijn schorsing 11,000 was terugbetaald. Beklaagde nam een hypotheek op het huis te Rijswijk van 10,000, later 12,000. Getuige Wenderink verklaart, eerst van de onregelmatigheden te hebben gehoord op den dog van Van Rosscn's schorsing. Getuige nam als waarnemend hoofdcommissaris van politie tifdens het verlof vr.n bekl. de agentenkas ever, die circa 50,000 bevatte, doch hij had de administratie, op bekl 's verzoek, niet veranderd. Soms heeft hij met bonnetjes bedragen uit de kas genomen, doch bij bckl.'s terugkomst heeft hij alles in orde gemaakt. Getuige Bouwmeester, oud-administrateur, verklaart, dat Van Rossen in 1918 lost ge.f 24,000 niet te boeken. Van Rossen scheurde bladen uit het kasboek. Het was aan Bouw meester onbekend, dat Wenderink non Van Ros sen 10,000 overdroeg. Van Rossen zegt, na zijn terugkeer van het verlof alles te hebben willen" terugstorten. Van Rosspn verklaart, dot Lenderik zeide, na Van Rossen's arréstatie, tot beklangde's broer: „Ik moet er ook aan gelooven. In de plaats van uw broer zou ik alles haWjen ontkent. Je kimt beter hangen aan den roogsten dan aan den laagsten tak". Voorts verklnart hij. dat Len derik aan beklaagde verzocht, hem te sparen. Getuige Siegers verklaart, dat het totaal van de door beklaagde opgevraagde bedragen uit de agentenkas ongeveer 45,000 was. Daags vdór de arrestatie van Van Rossen verzocht ge tuige aan beklaagde, twee openstaande posten van 16,000 en 15,000 te verantwoorden, waarop beklaagde antwoordd^ dat het geld ge bezigd wns voor particulier gebruik. Hij verzocht getuige, deze bedrogen onder een ander hoofd te rechtvaardigen, hetgeen getuige onmogelijk kon doen. Van Rossen komt er tegen op, dot Siegers de mooie rol wil soelen, terwijl hij maandelijks T50 opname als toelage. Getuige ontkent zulks. Voorgeroepen wordt thans als getuige de heer Vleming, gouvcrnements-occountant, die ver klaart, dot de directeur vnn financiën verzocht, errnt no dc jubileumfeesten in te grijpen, wes halve 8 September met 8 menschen, die ieder een afzonderlijke taak hadden, het onderzoek werd begonnen. De heer Vleming nam Siegers onder handen, die tenslotte een stoot overhan digde, vermeldend 31,500, welke som in 1922 als surplus moest worden teruggestort. De heer Vleming doet een omstandig relaas van het onderzoek. De heer Siegers moest een nieuw kasboek maken, om de bedragen, door Van Rossen uitgekeerd, een andere bestemming te geven, doch Siegers deinsde hiervoor terug. De heer Vleming verklaart, dat de kascontrole een ontzaglijke arbeid was. De vorige maand pas is het eindrapport verschenen met een eind cijfer van 220,000 niet aanwezige gelden wegens fraude en tekorten, waarin begrepen is 47,324, welk bedrag moest worden terugge stort tijdens beklaagde's verlof. Van Rossen zegt, dat, wanneer hem verduis tering ten laste wordt gelegd voor bedragen voor den dienst uitgegeven, alle hoofdcommis sarissen gerechtelijk vervolgd moeten worden. O. a. is te Semarang nooit iets teruggestort. De heer Vleming komt hiertegen op en ver klaart, dat Semarang tiptop in orde is. Voorts is bij het onderzoek rekening gehouden met be dragen ten behoeve van den dienst uitgegeven, Beklaagde merkt op, dat de assistent-resident Van Helsdingen buiten zijn boekje ging, toen hij een trommel von beklaagde in beslag nam, waarin zich particul:ere brieven bevonden, en toen hij den inhoud van beklaagde's getuig schriften aan de pers meedeelde. Zes jaar geeischt. Bij de voortgezette behandeling erkende Van Rossen de verduistering van 8750 voor aan koop van meubilair, 15.000 voor eandeelen, 8000 voor een auto, 250 voor aan Misset en 350 voor aan Paré geleend geld verder do verduistering van 3500 voor de reis van zijn vrouw; 12000 voor een hypotheek en 10.000 aan zijn broeder geleend, zijn reeds teruggestort. Evenals 1400 nandeelen Hulpbank 9000 h f 10 000 heeft hij boven zijn st/fid verteerd. Bekloagde ontkent do verduistering van 28.000, van de 17,324, welke tijdens zijn verlof aan de agentenkas ontbroken cn de 3450, welke hij aan Siegers schuldig zou zijn. Terugbetaald heeft hij 750 voor aan koop van een brandkast en 5888 dienstuit- gaven 1918 en 5626. Het geld voor deze te rugbetalingen kwam voor een deel uit zijn sa laris, uit een betaling door zijn broer, van een levensverzekering en van twee spaarkassen. De Officier van Justitie stelde de verduiste ring vost op 115.615 en achtte zonder de geruchten van een op sensatie belust publiek, de zaak een schandaal, dot groote moreele schade heeft gedaan, grootcr don de finonciecle schade Dc bekentenis van den vrij willigen of- stand van bekl.'s eigendommen mankte een gunstigen indruk, welke echter ten deele teniet gedaan werd door de beschuldigingen aan het adres van een collego, welko volstrekt onjuist waren Het tweede lichtpunt voor beklaagde is het ontbreken van ieder spoor van controle. De officier cischte wegens voortgezet mis drijf van het als ambtenaar opzettelijk verduis teren von geld, dat hij uit hoofde van zijn be diening onder zich had, een gevangenisstraf an zes jaar, met aftrek van preventieve hech tenis en veroordeeling in de kosten. COMMISSIE VOOR DE STAATSUITGAVEN. De in honden der commissie voor de staats uitgaven gestelde rekening wegens de tegelde making van 56,000,000 schalk istbe wijzen ten laste van Nederlnndsch-Indic-, uitgegeven krach tens de Nederlandsch-Indische Lceningwet 1921, heeft de commissie geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen. Zij stelt voor dat stuk voor kennisgeving aan te nemen. BELGISCHE ONDERSCHEIDINGEN. Voor Nederlanders. Naur „de Grondwet" uit Brussel verneemt, zullen thans binnen enkele dogen wederom ver schillende Nederlanders door de Belgische re giering wo den gedecoreerd met de medaille van koning Albert of met dien van Koningin Elisabeth. DR. J. GEWIN, f Een gedenksteen. Vrienden, patiënten en collega's zoowel als vereerders uit zijne verschillende arbeidssfee- ren hebben de behoefte guvóeld de nagedach tenis van dr J Gewin, dirigeerend genees heer van het Hervormde Diaconessenhuis te Amsterdam, te eeren door het aanbrengen vnn oen cenvoudigen steen op het graf van den overledene cn een eenvoudig gedenkteeken in het Diaconessenhuis. Hiervoor heeft zich een comité ter inzame ling gevormd. Het overblijvende van hetgeen voor boven genoemde doeleinden mocht binnenkomen zal in den geest van den heengegane cn ten einde zijne nagedachtenis te eeren, besteed worden. HET RESTAUREEREN VAN MONUMENTEN. Een lezing van Dr. J. Kolft. In de maandvergadering van de Maatschappij van Nederl. Letterkunde te Leiden heeft Dr. Jon IColff van 's-Grovenhage Vrijdagavond gespio- ken over de nieuwe opvattingen over het restau reeren von Monumenten in de praktijk. Spr herinnerde aan den feilen meeningsstrijd over het restaureeren en den door den Oudheid kundigen Bond over dit vraagstuk geformuleerd „Grondbeginselen en Voorschriften", die Min ter Cort van der Linden er toe hadden geleid, golden op de bcgTOoting te brengen voor de instelling van ccne rijkscommissie, die de regee ring bij de restauratie advies zouden kunnen geven. De benoeming dier Commissie ge schiedde in 1918 door Minister De Visser met zeer groote onpartijdigheid. Die Commissie is volgens Spr. zoo verstandig geweest, zich niet t°- begeven in debatten over de beginselen van het restaureeren, maar in ieder geval dat haar werd voorgelegd, na te gaan, wat moest ge beuren. Doorbij bleek in den regel dat voor- en tegenstanders van de nieuwe opvattingen over de te nemen maatregelen, het in hoofdzaak doorgaans eens waren. Een aantal restauraties is thans onder toezicht van die Commissie uit gevoerd en de daarbij opgedane ervaring heeft in menig opzicht bewezen de juistheid van de door den Oudheidkundigen Bond geformuleerde beginselen. Het beginsel, dat de leiding der werken niet moet worden opgedragen aan enkele daarin als het ware geroutineerde deskundigen, doch vei lig kan worden toevertrouwd aan iederen be kwamen architect, werd don ook door de Com missie ruimschoots toegepast. Naast speciali teiten uit de vroegere periode als Cuypers en anderen, zijn tal van andere architecten aan het werk gesteld S. de Cleccq, Vanrath, Van der Kloot, Meijburg, A. A. Kok, Jan de Meijer enz. en daarnaast ook de meest modern gerinden cis de zoo betreurden M. de Klerk en Ir Klijnen Voor werken in de Provincie wordt ook gebruik gemaakt van de diensten van architecten uit kleinere plaatsen, waaronder uitnemende prac tici zijn, die dan voor zooveel het «esthetisch deel betreft, worden bijgestaan door een der architect-leden van de Commissie. De moeilijkheden van het restaureeren liggen volstrekt niet in hoofdzaak in de vormgeving, maar zijn veelmeer van elementoiren aard.. Het welslagen van eene restauratie hangt in de eer ste plaats af van de keuze en de bewerking der materialen. Dc groote charme-van oud metsel werk b.v. ligt in het feit, dat bij den ouden keur- vorm geen twee steenen pTecics hetzelfde for maat hebben en dat toen nagenoeg alles wat de oven oplevert, ook ongesorteerd gebruikte, waar door een levende kleurschakering ontstond. De vroegere herstellers begrepen dat zoo weinig, dat men b.v. bij de restauratie der Grafelijke Zalen van de daarvoor opzettelijk gebakken reuzenmoppen alle afkeurde, die niet precies pasten in een maatbokje. Nog grootcr is de moeilijkheid bij natuur steen. Hier moet men zooveel mogelijk de steensoorten gebruiken, waaruit het monument werd opgetrokken, maar meestal is onbekend uit welke groeve deze worden betrokken. Dun komt het er op aan wèèrvasten steen te krij gen, wil men niet oK in Den Bosch en Keulen gevaar loopen dat binnen 50 jaar na dc her stelling het nieuwe werk al weer gaat ver vallen. Met het oog hierop heeft dc monument- Fommissie zich dc medewerking verzekerd van den mijn-ingenieur dr. Van der Veen, door wiens onderzoekingen reeds herhaaldelijk de herkomst van den ouden nutuursteen kon wor den vastgesteld, waardoor het mogelijk werd voor de restauratie geheel overeenkomstige to verkrijgen. Bij de verwerking van den baksteen is het verband het kappen (in plaats von wmen) der profielen cn vooral het voegwerk van het groot- sta belang. Doodsch pleisterwerk kon in geen geval een geheel interieur bederven. De meeste vroegere restaurateurs hebben onze oude gebouwen bedorven door dc helle wijze van uitvoering van het steenhouwers- werk, dat voor het aspect van nog veel grooter belang is dan het trouwens zooveel zeldzamer voorkomende beeldhouwwerk. Het is de groote verdienste van het lid der monumentencommis- sic, prof. Odé, zelf beeldhouwer en daarbij voor treffelijk paedagoog, dat hij de steenhouwers heeft leeren begrijpen, dat hun werk er niet moet uitzien alsof het uit de machine komt Steenhouwers door hem gevormd werken nu als voorman bij verschillende restauraties cn helpen een trad>:e vormen, van goed levend handwerk. Wat dit bcteckcnt zal men kunnen waarnemen als binnenkort het choor van de Nieuwe Kerk te Delft tc zien komt. Het belangrijkste geval waarbij nieuwe vor men zich bij oude hadden aan te sluiten wns de verbouwing van het kasteel tc Helmond tot stadhuis. Hemrath heeft daarbij een middelweg gevonden, die uitstekend voldoet. Zeker de ge niaalste onder onze moderne bouwmeesters. De Klerk, ontwierp een nieuwe spits voor den toren te IJsselstein. Hierin is bij volkomen onafhanke lijkheid toch een oplossing bereikt, die aun den onthoofden romp een prachtige bekroning be looft. Spr. sprak den wy.sch* uit, dat dit ontwerp, nu ook als monument voor den te vroeg ontslopen kunstenaar, nog moge worden uitge voerd. Het gesprokene werd yjcgclicht door een groot aantal lichtbeelden. De lering werd met groote anndacht gevolgd en non het slot dankte de voorzitter, dr. J. L. Wolch, spr. voor zijn zeer belangwekkend be toog. CANADA ALS LAND VAN EMIGRATIE. Een onderhoud met een ver tegenwoordiger von het Canu- deeschc gouvernement. Een der Rotterdamsche berichtgevers van hot Hbld. meldt Dc heer J. C. B1 a i r, secretaris* von het Conudeesche (regeerings) departement voor immigratie en kolonisatie maakt een reis door Engeland, Frankrijk, België, de Scandinavische en de® Baltische landen, in verbond met dc emigratie naar Canada. Deze week bezoekt de heer Blair ons lund en gisternamiddag hadden wij een onderhoud met hem. Canada heeft behoefte aan menschén, die zich in het land willen vestigen, zoo vertelde hij ons. Wij zoeken daarom contuct met landen die dichtbevolkt rijrr cn in 't bijzonder met die landen, die als Nederland, een bevolking heb ben, die in oord met de onze overeenkomt. Canada is geen land van toll chimnc y's, maar van wide acres, aldus schetste de secretaris van het immigratie-departement zijn land. Een groot deel van de bevolking workt in den landbouw. Er liggen nog groote uitge strektheden maagdelijke grond, waarvoor men „settlers" wenscht. Het Conodeesche gouver nement, aldus dc heer Blair, 7,al niemand den raad geven lond te koopen vóór hij zich in het land zelf bevindt en nog minder om land te koopen, dot men niet zelf gezien heeft. Het stelt zich echter ten dienste von den immigrant* die wil weten wat een bepoold stuk grond waard is, het geeft hem onpartijdig advies cn wijst hem, als hij dot verlangt, een plonts wonr hij zich kon vestigen. Het gouvernement zorgt niet voor vrijen overtocht en het is gewenscht dot de landbouwer, die immigreert over ecnig geld beschikt. Wel bestaat de mogelijkheid om groiis land tc krijgen, de z.g. homesteads, maar die terreinen liggen ver verwijderd van de spoorwegen, die in een land als Canada, waar men geen kanalen kent, dc eenige mid delen van communicatie ziin. Verder is er in het land plaats voor werk krachten, die op dc boerderijen willen werken* Dat moeten zijn „strong, roughed indus trious men", volgens dc qualiticotie van mr. Blair. Op de boerderijen verdienen zij twintig dlrtig gulden per maand, met kost en in woning. In Canada, vooral in Manitoba, Sosketch- wan cn Alberta, komt al meer het gemengde boerenbedrijf in zwang. Nederlanders, die in alle tokken van het bedrijf thuis zijn, en niet alleen den grond kunnen bewerken, maar ook melken en boter cn kaas maken, zijn welkom. Cnnado heeft in 1923 125 000 immigranten go- had, moar 't immigratie-departement hoopt dit jeor dot cijfer te verdubbelen. Het heeft thans ook een vertegenwoordiger in Den Haag, die samenwerkt met de Emigratie-Centrale Hol land. Wie naar Canada wenscht te emigrecren kon hier in Holland onderzocht worden, zoo dat de kans, dat hij aan de andere zijde zal worden afgewezen, zoo goed als nihil is. Naast een medisch onderzoek, dot echter niet in bijzonderheden afdaalt, is er nog een civiel onderzoek, dot moet uitmaken of iemand geacht kan worden voldoende aanpassingsvermogen en geschiktheid voor vestiging in Canada te be zitten. Wie geschikt is, krijgt op zijn pas een ge- schik theidsstempcl. De heer Blair vertelde ons, dot hij in Ontario begonnen is met het stichten van kleine Hol- landsche kolonies. Trouwens, de Hollanders zijn reeds over het hee'e land verspreid en zijn m Canada zeer gewild, „because they are so similar to our peoole". verklaarde de immi gratie-secretaris. Op onze vraag von welke bctcckcnis Canada is voor dié categorieën onzer bevolking, die in dezen tijd in 't bijzonder op emigratie zijn oon- gewezen, untwoordde dc heer Blair, dat do helft der immigratie in Canada niet komt met de be doeling om zich op het lond te vestigen. Deze groep bestaat grootendcels uit ambachtslui, die zich meestol een bestoan weten te veroveren. De Canndccsche regcering trekt zich echter het lot dezer groep niet aan. „Thcy come along but we don 't invite them", merkte haar vertegen woordiger op. Voor den ongeschoolden arbeider is er niet veel vooruitzicht, omdat er, behalve in den winter het kappen van boomen, naar dien orheid weinig vraag is. Wat de vooruitzichten voor den Nederlander in 't algemeen betreft, wns de heer Blair nog al optimistisch. Het is een uitzondering, dat een onzer lundgenootcn verzeilt in de categoric, die hij „undesirable" noemde of dat hij een „public charge" wordt. Do nfgevuordigde van het Canndccsche gou vernement meende nog een goed woord te moe ten doen voor het klimaat van zijn lond. Hij meent, dot men in Europo zich Canada vaak voorstelt nis een land dat bijna altijd onder de sneeuw bedolven ligt. Niemond behoeft echter bang voor onze winters te zijn, sprak hij. Zij zijn koud, maar ook droog cn zonnig, zoodat men dc kou niet zoo voelt. Hij zong den lof vnn de sneeuw, die het lond beschermt cn „moistens the soil" en verteld© vnn druiven cn ondere vruchten, dio in Canada in dc open lucht gedijen. Dc appels, die hij had meegebracht ter demonstratie, waren een duide lijk bewijs dot Canuda een vruchtbaar lond is. Het is vruchtbaar cn cr is veel ruimte. Een land dat voor landbouwers veel vooruitzichten biedt, maar dat ons niet von onze wcrkloozcn kan afhelpen (wat het trouwens ook geenszins verlangt te doen) aldus onzen indruk van de uiteenzettingen van den vertegenwoordiger der Cnnnderscho regeering. Canada vraagt landbouwers. Het wil zich daarvoor moeite getroosten, mnnr om de rest bekommert het zich niet. OPENBAAR OF GEMENGD BEHEER VAN PLAATSELIJKE MONOPOLIES. Een rede vnn mr. Trcub. Een pleidooi over het gemengd bedrijf. Donderdagavond heeft dc oud-minister van financiën, prof. mr. M. W F. Trcub, op uit- noodiging von het departement Arnhem van de Ned. Mij. van Nijverheid en Handel en de Geld. Industrieele Club een rede gehouden over: „Openbaar of gemengd beheer van plaat selijke monopolies". Onder zeer vele aanwezigen waren de bur gemeester van Arnhem, mr. S. J. R. dc Monchy en andere leden van het gemeentebestuur, be nevens verscheidene hoofden van gemeente bedrijven. Prof. Trcub gaf toe, dat een tiental jaren geleden cr een groote ongelijkmatigheid be stond in de verdeeling von het maatschappelijk inkomen, maar hij betoogde dot het streven voor nivelleerjng zijn doel is voorbij geschoten. Vergelijkt men de toestanden in andere Jonden, don zullen ook degenen die het meest links staan moeten erkennen, dot hier te lande te hooge loonen worden uitbetaald, waardoor Ne derland niet meer concurrcnzfnhig is. Destijds heeft spreker als wethouder van Amsterdam wel bewezen hoe hij dacht over het vraagstuk van particulier of openbaar beheer von monopolistische bedrijven. Toen heeft spr. voor het openbaar beheer von waterleiding-, gas- en telefoonbedrijf, enz. een zworen strijd gevoerd, al had hij ook met dc sociaal-de.mo- cratie niets tc maken. Dc toestanden hebben zich echter gewijzigd. De socialisatie noemde spreker zoo dood als een pier. Het denkbeeld van het gemeenschaps bedrijf heeft voor ieder, wanneer men niet let op dc prnctische mogelijkheid, iets zeer aan trekkelijks. Hoe dat echter met den bedrijfs- staat gegaan is leeren Duitschland en Rusland waar men longzamerhond proctisch geheel in de banen von het kapitalisme teruggekomen is. Men dient er namelijk rekening mea to hou den dot zelfs dc beste menschen geleid worden door eigen belangen; gelukkig dat het zoo is Is een bedrijfsleider een goed ondernemer, dun is hij ook proctisch genoeg om te zorgen dat hijzelf en degenen die het geld beschikbaar stel len, baat vinden bij zijn werk. Dot is het voor deel van het particulier bedrijf en daarmee wordt tegelijkertijd uitgesproken het nadeel van het openbaar bedrijf. Wanneer er namelijk geen stimulans is om hard tc werken, dun werkt 70 procent van het mcnschdom ook niet hard. De gerftiddelde mensch werkt om voor zich zelf en de zqnen een behoorlijke positie tc verkrijgen en hierop stranden alle socialis tische theorieën. In plaats dat dc vokverecnigingen tot een zegen voor de arbeiders werden, zijn zij dc vlcek voor hen geworden, omdat zij in plaats van op te wekken tot intensiever arbeid in 50 uur dan destijds, het nivclieeringssystccm toe passen en propogeeren dat men niet meer moet prestoeren don wat de gemiddelde arbeider af kan. Er wordt in dezen tijd meer dan ooit ge slabakt. Deze nivellecrings-tendcnz is niet al leen een enorm groot gevaar voor het land, maar speciaal voor den arbeider zelf. Spreker betoogde vervolgens dat porticulicre concessie voor wat uit den aard der zaak een monopolie is, geen gelukkige bedrijfsvorm is. De aan den dog gekomen gebreken zouden long zoo groot niet zijn, wanneer ér geen sociale verandering ware gekomen. Spreker wees op het verschil in sniqf.nstelling van Tweede Ka mer en gemeenteraden, nu en vroeger. Thans bemoeit men zich liefst met kleinigheden, de gToote zaken worden dikwijls vrijwel genegeerd. Regeering en colleges van B. en W. worden door Kamer en gemeenteraden steeds meer ge dwongen tot het doen van uitgaven welke de krocht der kassen van Staat cn gemeente in gevaar brengen. Dit geschiedt juist in een tijd waarin wij moeten versoberen. Men staat thans voor twee mogelijkhedenof van de concurrentie rnet het buitenland afzien en de werkloosheid grooter maken, öf de loonen doen dalen tenzij devakvcrecnigingen en de arbeiders gezamenlijk ophouden met dc ni- velleeringstendenz. Wie dit niet in het publick durft zeggen, is geen knip voor zijn neus woord (applaus). Vervolgens wees spreker op het gevaar dat leden in Kamer en Gemeenteraden zoo sterk rekening moeten houden met degenen die hun mandaat verleenen. Tegenwoordig zijn direc-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 9