AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 2 Febr. 1924
DERDE BLAD.
KOLONIËN.
f,}
No. 182
22s Jaargang
Oost-!ndië.
DE VOLKSRAADZITTING.
Batavia, 28 Jan. De vergadering van
den Volksraad ter vaststelling van de voor-
loopige begrooting werd door den landvoogd
geopend met een rede, waarin mr Fock zeide,
dot er alles op moet worden gezet, om een
sluitende begrooting voor 1925 te verkrijgen,
hetgeen was toegezegd in het prospectus voor
de jongste Indische leening en ook door den
Minister was toegezegd aan de Stoten-Gene-
raol. De Indisr'ie regeering was hierdoor mo
reel, doch ook in andere opzichten gehouden
tot nakoming harer belofte. De Landvoogd
denkt hierbij ten eerste aan de koersdaling van
den Indischen gulden cn voorts aan de uiting
van sommige zijden, die twijfelen aan het re
sultaat der pogingen tot het verkrijgen van een
sluitend budget Hierop past maar één antwoord
n.l. het indienen van een sluitende begrooting
voor 1925, hetgeen verwezenlijkt is, behoudens
enkele millioenen.
De Landvoogd deelde aan de hand van de
gegevens der departementschefs mede, welke
bedragen alsnog deportementsgewijs kunnen
worden bezuinigd, waardoor zonder gevaar een
sluitende begrooting zal worden verkregen, on
gerekend dc versterking van sommige midde
len, zooals de verhooging van den zout-nccijns
en verhooging van de raming der opbrengst
van de producten. De begrootingscijfers zullen
einde April definitief worden vastgesteld.
G. K. ANDREW, t
M e d an, 2 8 Jan. Overleden is de heer G.
H. Andreac, hoofdadministrateur van de Deli-
maatschappij.
Tot zijn opvolger is benoemd de inspecteur,
de heer J. F. H Lutjens.
De heer G. H Andreae zou met 1 April a.s.
als hoofdadministrateur aftreden, waarna hij
naar menschelijke berekening zitting zou ne
men als commissaris der Mij. in de vacature
van wijlen den heet J. T. Cremer.
De heer Andreae is slechts 47 jaar gewor
den. In 1898 was hij als ass. bij de Deli Mij.
in dienst getreden, in 1910 administrateur ge
worden, in 1914 inspecteur, in 1915 secretaris
en in Nov 1916 hoofdadministrateur. Behalve
voor zijn Mij., heeft de overledene groote werk
kracht ontwikkeld voor geheel Deli. Hij was o.o.
voorzitter der Deli Planters Vcr.,« lid van den
Cultuurraod en van den gemeenteraad Hij on
derscheidde zich door groote werkkracht en
omvangrijke belangitelling voor alle cultuur-
belangen.
Nog in den jongstm tijd heeft hij reizen ge
maakt over Java en in de Straits, voor verge
lijkende studies in andere cultuurgebieden,
Vele verwachtingen lijn met hem verloren ge
gaan en zoo trof zijn dood nis een verlies. In
Dec. 1.1. heeft de hoc- Andreue zijn 25-jarigen
diensttijd bij de Deli, Mij. mogen vieren.
Op Koninginnedag van het vorig jaar werd
hij onderscheiden m»( het Officierskruis van
de Oranje-Nassau-or<e.
RADIONIEUWS.
Iet Indische luislcrvcrbod,
De Raad van Justile heeft de luisterverbod-
affaire tegen den hec H. J. dc Ruyter, mede
directeur van de Indiche Crt., behandeld. Aan
het verslag van de ziiing van de N. Soer. Crt.
is het volgende ontlo.-nd:
De president deelc mede, dat dc raad de
ter vorige zitiing d<or den verdediger opge
worpen exceptie, nie ontvankelijk verklaarde,
zijnde dit geen xce tie, doch een verdedigin
ten principale, jshave het verweer verworpen
werd.
Pres.Bekent gij ïet u ten laste gelegde
Bekl.Neen, ik H> wel in huis gehnd een
radio-ontvangepparqit, maar dit stond met
geen enkel eindpun' in verbinding.
Pres.Heeft u vor den officier van justitie
bekend, dat het in eslag genomen toestel door
u bedrijfskloar is gmaakt
Bekl. antwoordt in bevestigenden zin.
De president vnagt door wien het toestel
is geplaatst en bdrijfsklaar gemaakt.
Bekl.Door mij Ik heb het in Maart gekocht
van den heer Vn der Made voor ongeveer
500, ten be'hoec van De Indisiche Courant.
Zelf heb ik het aar mijn toenmalige woning
gebracht en daoi verschillende proeven geno
men. Tijdens dehuizoeking stond het toestel
niet met óo antnne in verbinding.
Pres.: Welke tations kon u met het toestel
hooren
Bekl.O.a. d< radiostations Bordeaux, Nauen
en Leafield.
Pres.Hebbe behalve u ook andere perso
ncn met dit tostel geluisterd
Bekl.Ja.
Pres.: Hadtu van de regeering vergunning
tot den aonle/ van het toestel
Bekl. nntwordt ontkennend.
De officier'nn Justitie: Acht u dit een tel-
foon of een elegraaf?
Bekl Het s een onderdeel van een telefoon,
een om vorm r.
Op verzok van den verdediger wordt ge
vraagd. of iet toested, zooals dit in de dag
vaarding stot omschreven, geschikt was, om
er draadloze berichten mee op te vangen.
Bekl.Non, daar is verder voor noodig een
accumulate, een hoogspanning, een laagspan-
ning en en microfoon. Ik heb bij het bedrijfs
klaar maltn van het toestel de Aniem-leidir.g
als antene gebruikt.
Verd.Welke seinen kon u van dc genoem
de statios opvangen?
Bekl. Morseseinen.
Word voorgeroepen getuige van der Made,
die verlaart, bij het verkoopen van hot toestel,
den inruk te hebben gekregen, dat beklaagde
het to6tel kocht als amateur. Het in de' dag
vaardig genoemde toestel is niet volledig voor
het orvangen van radioberichten. Verder acht
getuig geen eindpunten aanwezig, omdat de
door jen zendstation uitgezonden golven zich
in da ether verliezen Behalve morseteekens
kunnn met het toestel ook telefonische bc-
riehtn worden opgevangen.
D off. v. J., het woord verkri'gend voor zijn
reqisitoir, meent, dat wel degelijk eindpunten
aar-vezig zijn, n.l. die, waar de berichten ont-
vagen worden. Hij acht het ten laste gelegde
berezen en eischt veroordeeling van beklaagde
tc een geldboete van f 100 resp. 10 dagen
bchtenis, benevens betaling van de kosten van
het geding, terwijl het toestel aan beklaagde
zo', worden teruggegeven.
De verdediger houdt een uitvoerig pleidooi,
waarin hij opmerkt, dat er krachtens de bepa
lingen in het Staatsblad, twee eindpunten moc-
tei zijn, n.l. een voor het verzenden cn een
voor het ontvangen, terwijl hier slechts van een
toestel sproke is. Hij concludeert tot ontslag
van rechtsvervolging, resp. vrijspraak.
DE ZAAK VAN ROSSEN.
Voor den Raad van Justitie.
Uit Batovio wordt d.d.^Pb dezer geseind
Hedenmorgen ving voor den Raad van Justi
tie de behandeling aan van de zaak-Van Ros
sen. Er wns groote belangstelling.
De raad is als volgt samengesteld president:
mr. W. J. M. Plate, leden mrs. F. van den
Bes en E. F. R. A. Nierstrasz, Openbaar Minis
terie mr. R. J. M. Verhcyen, verdediger mr. W.
M. H. Stinger, adviseur aan het Hooggerechts
hof.
Uit de voorlezing van de dagvaarding blijkt,
dat de eenige tenlastelegging is verduistering
van 160.000 en gecnerlei betichting inzake
de beweerde opiumschandulcn of betrekkingen
tot speelhuizen of bordeelen.
Als getuigen zijn opgeroepen de ovid adjunct-
hoofdcommissaris v. politie Lenderink, commis
saris Kool, het hoofd van den bclastings-accoun-
tantsdienst Vleming, dc oud commes bij de
politie Siegers, de oud-administrateur Bouw
meester.
Bekl., die zeer vermagerd is, erkende een ge
deelte van wat hem ten laste werd gelegd en
zeide, dat zijn salaris voldoende was voor ge
wone omstandigheden, doch niet in geval van
ziekte enz.
In het vervolg van zijn verhoor erkende van
Rossen de markcnspeculntie. Hij kocht 10,000
oandeelen Socngeipaggi, 5000 nandeelen Soe-
kaboemi Kistenfabriek genoemde nandeelen
zijn thans verbrand. Voider voor 1400 oandee
len Batovia-Buitenzorg-Hulpbank. De verduiste
ringen begonnen no de riekte van zijn echtgc-
noote in April 1918. Beklaagde zcid, nooit te
zijn gecontroleerd.
Hij erkende voorts, tractementsstoten van
agenten te hebben ingevuld zonder moondver-
melding en ingekleed alsof het aantal agenten
compleet was, zoodot een saldo ontstond, oor
spronkelijk maandelijks bedragend 1000
T500, later somtijds 500—6000, welke
bedragen in dc agentenaks werden gestort Be
klaagde erkende, na de ziekte von zijn echt
genoot»? 1400 te hebben opgenomen. Voorts
12,000 ten behoeve van den aankoop van een
huis te Rijswijk voor ziin ouders, 8000 ten
behoeve von den uankoop van een auto,
T9.000 voor aankoop van een inboedel,
21,000 verleend als voorschot non de firma
Van Rossen, waarvan vóó zijn schorsing
11,000 was terugbetaald. Beklaagde nam een
hypotheek op het huis te Rijswijk van 10,000,
later 12,000.
Getuige Wenderink verklaart, eerst van de
onregelmatigheden te hebben gehoord op den
dog van Van Rosscn's schorsing. Getuige nam
als waarnemend hoofdcommissaris van politie
tifdens het verlof vr.n bekl. de agentenkas ever,
die circa 50,000 bevatte, doch hij had de
administratie, op bekl 's verzoek, niet veranderd.
Soms heeft hij met bonnetjes bedragen uit de
kas genomen, doch bij bckl.'s terugkomst heeft
hij alles in orde gemaakt.
Getuige Bouwmeester, oud-administrateur,
verklaart, dat Van Rossen in 1918 lost ge.f
24,000 niet te boeken. Van Rossen scheurde
bladen uit het kasboek. Het was aan Bouw
meester onbekend, dat Wenderink non Van Ros
sen 10,000 overdroeg.
Van Rossen zegt, na zijn terugkeer van het
verlof alles te hebben willen" terugstorten.
Van Rosspn verklaart, dot Lenderik zeide, na
Van Rossen's arréstatie, tot beklangde's broer:
„Ik moet er ook aan gelooven. In de plaats van
uw broer zou ik alles haWjen ontkent. Je kimt
beter hangen aan den roogsten dan aan den
laagsten tak". Voorts verklnart hij. dat Len
derik aan beklaagde verzocht, hem te sparen.
Getuige Siegers verklaart, dat het totaal van
de door beklaagde opgevraagde bedragen uit
de agentenkas ongeveer 45,000 was. Daags
vdór de arrestatie van Van Rossen verzocht ge
tuige aan beklaagde, twee openstaande posten
van 16,000 en 15,000 te verantwoorden,
waarop beklaagde antwoordd^ dat het geld ge
bezigd wns voor particulier gebruik. Hij verzocht
getuige, deze bedrogen onder een ander hoofd te
rechtvaardigen, hetgeen getuige onmogelijk kon
doen.
Van Rossen komt er tegen op, dot Siegers de
mooie rol wil soelen, terwijl hij maandelijks
T50 opname als toelage.
Getuige ontkent zulks.
Voorgeroepen wordt thans als getuige de heer
Vleming, gouvcrnements-occountant, die ver
klaart, dot de directeur vnn financiën verzocht,
errnt no dc jubileumfeesten in te grijpen, wes
halve 8 September met 8 menschen, die ieder
een afzonderlijke taak hadden, het onderzoek
werd begonnen. De heer Vleming nam Siegers
onder handen, die tenslotte een stoot overhan
digde, vermeldend 31,500, welke som in 1922
als surplus moest worden teruggestort.
De heer Vleming doet een omstandig relaas
van het onderzoek. De heer Siegers moest een
nieuw kasboek maken, om de bedragen, door
Van Rossen uitgekeerd, een andere bestemming
te geven, doch Siegers deinsde hiervoor terug.
De heer Vleming verklaart, dat de kascontrole
een ontzaglijke arbeid was. De vorige maand
pas is het eindrapport verschenen met een eind
cijfer van 220,000 niet aanwezige gelden
wegens fraude en tekorten, waarin begrepen is
47,324, welk bedrag moest worden terugge
stort tijdens beklaagde's verlof.
Van Rossen zegt, dat, wanneer hem verduis
tering ten laste wordt gelegd voor bedragen
voor den dienst uitgegeven, alle hoofdcommis
sarissen gerechtelijk vervolgd moeten worden.
O. a. is te Semarang nooit iets teruggestort.
De heer Vleming komt hiertegen op en ver
klaart, dat Semarang tiptop in orde is. Voorts is
bij het onderzoek rekening gehouden met be
dragen ten behoeve van den dienst uitgegeven,
Beklaagde merkt op, dat de assistent-resident
Van Helsdingen buiten zijn boekje ging, toen
hij een trommel von beklaagde in beslag nam,
waarin zich particul:ere brieven bevonden, en
toen hij den inhoud van beklaagde's getuig
schriften aan de pers meedeelde.
Zes jaar geeischt.
Bij de voortgezette behandeling erkende Van
Rossen de verduistering van 8750 voor aan
koop van meubilair, 15.000 voor eandeelen,
8000 voor een auto, 250 voor aan Misset en
350 voor aan Paré geleend geld verder do
verduistering van 3500 voor de reis van zijn
vrouw; 12000 voor een hypotheek en
10.000 aan zijn broeder geleend, zijn reeds
teruggestort.
Evenals 1400 nandeelen Hulpbank 9000 h
f 10 000 heeft hij boven zijn st/fid verteerd.
Bekloagde ontkent do verduistering van
28.000, van de 17,324, welke tijdens zijn
verlof aan de agentenkas ontbroken cn de
3450, welke hij aan Siegers schuldig zou
zijn. Terugbetaald heeft hij 750 voor aan
koop van een brandkast en 5888 dienstuit-
gaven 1918 en 5626. Het geld voor deze te
rugbetalingen kwam voor een deel uit zijn sa
laris, uit een betaling door zijn broer, van een
levensverzekering en van twee spaarkassen.
De Officier van Justitie stelde de verduiste
ring vost op 115.615 en achtte zonder de
geruchten van een op sensatie belust publiek,
de zaak een schandaal, dot groote moreele
schade heeft gedaan, grootcr don de finonciecle
schade Dc bekentenis van den vrij willigen of-
stand van bekl.'s eigendommen mankte een
gunstigen indruk, welke echter ten deele teniet
gedaan werd door de beschuldigingen aan het
adres van een collego, welko volstrekt onjuist
waren
Het tweede lichtpunt voor beklaagde is het
ontbreken van ieder spoor van controle.
De officier cischte wegens voortgezet mis
drijf van het als ambtenaar opzettelijk verduis
teren von geld, dat hij uit hoofde van zijn be
diening onder zich had, een gevangenisstraf
an zes jaar, met aftrek van preventieve hech
tenis en veroordeeling in de kosten.
COMMISSIE VOOR DE STAATSUITGAVEN.
De in honden der commissie voor de staats
uitgaven gestelde rekening wegens de tegelde
making van 56,000,000 schalk istbe wijzen ten
laste van Nederlnndsch-Indic-, uitgegeven krach
tens de Nederlandsch-Indische Lceningwet 1921,
heeft de commissie geen aanleiding gegeven tot
het maken van opmerkingen. Zij stelt voor dat
stuk voor kennisgeving aan te nemen.
BELGISCHE ONDERSCHEIDINGEN.
Voor Nederlanders.
Naur „de Grondwet" uit Brussel verneemt,
zullen thans binnen enkele dogen wederom ver
schillende Nederlanders door de Belgische re
giering wo den gedecoreerd met de medaille
van koning Albert of met dien van Koningin
Elisabeth.
DR. J. GEWIN, f
Een gedenksteen.
Vrienden, patiënten en collega's zoowel als
vereerders uit zijne verschillende arbeidssfee-
ren hebben de behoefte guvóeld de nagedach
tenis van dr J Gewin, dirigeerend genees
heer van het Hervormde Diaconessenhuis te
Amsterdam, te eeren door het aanbrengen vnn
oen cenvoudigen steen op het graf van den
overledene cn een eenvoudig gedenkteeken in
het Diaconessenhuis.
Hiervoor heeft zich een comité ter inzame
ling gevormd.
Het overblijvende van hetgeen voor boven
genoemde doeleinden mocht binnenkomen zal
in den geest van den heengegane cn ten einde
zijne nagedachtenis te eeren, besteed worden.
HET RESTAUREEREN VAN MONUMENTEN.
Een lezing van Dr. J. Kolft.
In de maandvergadering van de Maatschappij
van Nederl. Letterkunde te Leiden heeft Dr. Jon
IColff van 's-Grovenhage Vrijdagavond gespio-
ken over de nieuwe opvattingen over het restau
reeren von Monumenten in de praktijk.
Spr herinnerde aan den feilen meeningsstrijd
over het restaureeren en den door den Oudheid
kundigen Bond over dit vraagstuk geformuleerd
„Grondbeginselen en Voorschriften", die Min
ter Cort van der Linden er toe hadden geleid,
golden op de bcgTOoting te brengen voor de
instelling van ccne rijkscommissie, die de regee
ring bij de restauratie advies zouden kunnen
geven. De benoeming dier Commissie ge
schiedde in 1918 door Minister De Visser met
zeer groote onpartijdigheid. Die Commissie is
volgens Spr. zoo verstandig geweest, zich niet
t°- begeven in debatten over de beginselen van
het restaureeren, maar in ieder geval dat haar
werd voorgelegd, na te gaan, wat moest ge
beuren. Doorbij bleek in den regel dat voor- en
tegenstanders van de nieuwe opvattingen over
de te nemen maatregelen, het in hoofdzaak
doorgaans eens waren. Een aantal restauraties
is thans onder toezicht van die Commissie uit
gevoerd en de daarbij opgedane ervaring heeft
in menig opzicht bewezen de juistheid van de
door den Oudheidkundigen Bond geformuleerde
beginselen.
Het beginsel, dat de leiding der werken niet
moet worden opgedragen aan enkele daarin als
het ware geroutineerde deskundigen, doch vei
lig kan worden toevertrouwd aan iederen be
kwamen architect, werd don ook door de Com
missie ruimschoots toegepast. Naast speciali
teiten uit de vroegere periode als Cuypers en
anderen, zijn tal van andere architecten aan het
werk gesteld S. de Cleccq, Vanrath, Van der
Kloot, Meijburg, A. A. Kok, Jan de Meijer enz.
en daarnaast ook de meest modern gerinden
cis de zoo betreurden M. de Klerk en Ir Klijnen
Voor werken in de Provincie wordt ook gebruik
gemaakt van de diensten van architecten uit
kleinere plaatsen, waaronder uitnemende prac
tici zijn, die dan voor zooveel het «esthetisch
deel betreft, worden bijgestaan door een der
architect-leden van de Commissie.
De moeilijkheden van het restaureeren liggen
volstrekt niet in hoofdzaak in de vormgeving,
maar zijn veelmeer van elementoiren aard.. Het
welslagen van eene restauratie hangt in de eer
ste plaats af van de keuze en de bewerking der
materialen. Dc groote charme-van oud metsel
werk b.v. ligt in het feit, dat bij den ouden keur-
vorm geen twee steenen pTecics hetzelfde for
maat hebben en dat toen nagenoeg alles wat de
oven oplevert, ook ongesorteerd gebruikte, waar
door een levende kleurschakering ontstond. De
vroegere herstellers begrepen dat zoo weinig,
dat men b.v. bij de restauratie der Grafelijke
Zalen van de daarvoor opzettelijk gebakken
reuzenmoppen alle afkeurde, die niet precies
pasten in een maatbokje.
Nog grootcr is de moeilijkheid bij natuur
steen. Hier moet men zooveel mogelijk de
steensoorten gebruiken, waaruit het monument
werd opgetrokken, maar meestal is onbekend
uit welke groeve deze worden betrokken. Dun
komt het er op aan wèèrvasten steen te krij
gen, wil men niet oK in Den Bosch en Keulen
gevaar loopen dat binnen 50 jaar na dc her
stelling het nieuwe werk al weer gaat ver
vallen. Met het oog hierop heeft dc monument-
Fommissie zich dc medewerking verzekerd van
den mijn-ingenieur dr. Van der Veen, door
wiens onderzoekingen reeds herhaaldelijk de
herkomst van den ouden nutuursteen kon wor
den vastgesteld, waardoor het mogelijk werd
voor de restauratie geheel overeenkomstige to
verkrijgen.
Bij de verwerking van den baksteen is het
verband het kappen (in plaats von wmen) der
profielen cn vooral het voegwerk van het groot-
sta belang. Doodsch pleisterwerk kon in geen
geval een geheel interieur bederven.
De meeste vroegere restaurateurs hebben
onze oude gebouwen bedorven door dc helle
wijze van uitvoering van het steenhouwers-
werk, dat voor het aspect van nog veel grooter
belang is dan het trouwens zooveel zeldzamer
voorkomende beeldhouwwerk. Het is de groote
verdienste van het lid der monumentencommis-
sic, prof. Odé, zelf beeldhouwer en daarbij voor
treffelijk paedagoog, dat hij de steenhouwers
heeft leeren begrijpen, dat hun werk er niet
moet uitzien alsof het uit de machine komt
Steenhouwers door hem gevormd werken nu
als voorman bij verschillende restauraties cn
helpen een trad>:e vormen, van goed levend
handwerk. Wat dit bcteckcnt zal men kunnen
waarnemen als binnenkort het choor van de
Nieuwe Kerk te Delft tc zien komt.
Het belangrijkste geval waarbij nieuwe vor
men zich bij oude hadden aan te sluiten wns
de verbouwing van het kasteel tc Helmond tot
stadhuis. Hemrath heeft daarbij een middelweg
gevonden, die uitstekend voldoet. Zeker de ge
niaalste onder onze moderne bouwmeesters. De
Klerk, ontwierp een nieuwe spits voor den toren
te IJsselstein. Hierin is bij volkomen onafhanke
lijkheid toch een oplossing bereikt, die aun den
onthoofden romp een prachtige bekroning be
looft.
Spr. sprak den wy.sch* uit, dat dit ontwerp,
nu ook als monument voor den te vroeg
ontslopen kunstenaar, nog moge worden uitge
voerd.
Het gesprokene werd yjcgclicht door een
groot aantal lichtbeelden.
De lering werd met groote anndacht gevolgd
en non het slot dankte de voorzitter, dr. J. L.
Wolch, spr. voor zijn zeer belangwekkend be
toog.
CANADA ALS LAND VAN EMIGRATIE.
Een onderhoud met een ver
tegenwoordiger von het Canu-
deeschc gouvernement.
Een der Rotterdamsche berichtgevers van
hot Hbld. meldt
Dc heer J. C. B1 a i r, secretaris* von het
Conudeesche (regeerings) departement voor
immigratie en kolonisatie maakt een reis door
Engeland, Frankrijk, België, de Scandinavische
en de® Baltische landen, in verbond met dc
emigratie naar Canada.
Deze week bezoekt de heer Blair ons lund
en gisternamiddag hadden wij een onderhoud
met hem.
Canada heeft behoefte aan menschén, die
zich in het land willen vestigen, zoo vertelde
hij ons. Wij zoeken daarom contuct met landen
die dichtbevolkt rijrr cn in 't bijzonder met die
landen, die als Nederland, een bevolking heb
ben, die in oord met de onze overeenkomt.
Canada is geen land van toll chimnc y's,
maar van wide acres, aldus schetste de
secretaris van het immigratie-departement
zijn land.
Een groot deel van de bevolking workt in
den landbouw. Er liggen nog groote uitge
strektheden maagdelijke grond, waarvoor men
„settlers" wenscht. Het Conodeesche gouver
nement, aldus dc heer Blair, 7,al niemand den
raad geven lond te koopen vóór hij zich in het
land zelf bevindt en nog minder om land te
koopen, dot men niet zelf gezien heeft. Het
stelt zich echter ten dienste von den immigrant*
die wil weten wat een bepoold stuk grond
waard is, het geeft hem onpartijdig advies cn
wijst hem, als hij dot verlangt, een plonts wonr
hij zich kon vestigen. Het gouvernement zorgt
niet voor vrijen overtocht en het is gewenscht
dot de landbouwer, die immigreert over ecnig
geld beschikt. Wel bestaat de mogelijkheid om
groiis land tc krijgen, de z.g. homesteads,
maar die terreinen liggen ver verwijderd van
de spoorwegen, die in een land als Canada,
waar men geen kanalen kent, dc eenige mid
delen van communicatie ziin.
Verder is er in het land plaats voor werk
krachten, die op dc boerderijen willen werken*
Dat moeten zijn „strong, roughed indus
trious men", volgens dc qualiticotie van mr.
Blair.
Op de boerderijen verdienen zij twintig
dlrtig gulden per maand, met kost en in
woning.
In Canada, vooral in Manitoba, Sosketch-
wan cn Alberta, komt al meer het gemengde
boerenbedrijf in zwang. Nederlanders, die in
alle tokken van het bedrijf thuis zijn, en niet
alleen den grond kunnen bewerken, maar ook
melken en boter cn kaas maken, zijn welkom.
Cnnado heeft in 1923 125 000 immigranten go-
had, moar 't immigratie-departement hoopt dit
jeor dot cijfer te verdubbelen. Het heeft thans
ook een vertegenwoordiger in Den Haag, die
samenwerkt met de Emigratie-Centrale Hol
land. Wie naar Canada wenscht te emigrecren
kon hier in Holland onderzocht worden, zoo
dat de kans, dat hij aan de andere zijde zal
worden afgewezen, zoo goed als nihil is.
Naast een medisch onderzoek, dot echter niet
in bijzonderheden afdaalt, is er nog een civiel
onderzoek, dot moet uitmaken of iemand geacht
kan worden voldoende aanpassingsvermogen en
geschiktheid voor vestiging in Canada te be
zitten.
Wie geschikt is, krijgt op zijn pas een ge-
schik theidsstempcl.
De heer Blair vertelde ons, dot hij in Ontario
begonnen is met het stichten van kleine Hol-
landsche kolonies. Trouwens, de Hollanders zijn
reeds over het hee'e land verspreid en zijn m
Canada zeer gewild, „because they are so
similar to our peoole". verklaarde de immi
gratie-secretaris.
Op onze vraag von welke bctcckcnis Canada
is voor dié categorieën onzer bevolking, die in
dezen tijd in 't bijzonder op emigratie zijn oon-
gewezen, untwoordde dc heer Blair, dat do helft
der immigratie in Canada niet komt met de be
doeling om zich op het lond te vestigen. Deze
groep bestaat grootendcels uit ambachtslui, die
zich meestol een bestoan weten te veroveren. De
Canndccsche regcering trekt zich echter het lot
dezer groep niet aan. „Thcy come along but
we don 't invite them", merkte haar vertegen
woordiger op. Voor den ongeschoolden arbeider
is er niet veel vooruitzicht, omdat er, behalve
in den winter het kappen van boomen, naar dien
orheid weinig vraag is.
Wat de vooruitzichten voor den Nederlander
in 't algemeen betreft, wns de heer Blair nog al
optimistisch. Het is een uitzondering, dat een
onzer lundgenootcn verzeilt in de categoric, die
hij „undesirable" noemde of dat hij een „public
charge" wordt.
Do nfgevuordigde van het Canndccsche gou
vernement meende nog een goed woord te moe
ten doen voor het klimaat van zijn lond. Hij
meent, dot men in Europo zich Canada vaak
voorstelt nis een land dat bijna altijd onder de
sneeuw bedolven ligt. Niemond behoeft echter
bang voor onze winters te zijn, sprak hij. Zij
zijn koud, maar ook droog cn zonnig, zoodat
men dc kou niet zoo voelt.
Hij zong den lof vnn de sneeuw, die het lond
beschermt cn „moistens the soil" en verteld©
vnn druiven cn ondere vruchten, dio in Canada
in dc open lucht gedijen. Dc appels, die hij had
meegebracht ter demonstratie, waren een duide
lijk bewijs dot Canuda een vruchtbaar lond is.
Het is vruchtbaar cn cr is veel ruimte. Een
land dat voor landbouwers veel vooruitzichten
biedt, maar dat ons niet von onze wcrkloozcn
kan afhelpen (wat het trouwens ook geenszins
verlangt te doen) aldus onzen indruk van de
uiteenzettingen van den vertegenwoordiger der
Cnnnderscho regeering.
Canada vraagt landbouwers. Het wil zich
daarvoor moeite getroosten, mnnr om de rest
bekommert het zich niet.
OPENBAAR OF GEMENGD BEHEER VAN
PLAATSELIJKE MONOPOLIES.
Een rede vnn mr. Trcub.
Een pleidooi over het gemengd
bedrijf.
Donderdagavond heeft dc oud-minister van
financiën, prof. mr. M. W F. Trcub, op uit-
noodiging von het departement Arnhem van
de Ned. Mij. van Nijverheid en Handel en de
Geld. Industrieele Club een rede gehouden
over: „Openbaar of gemengd beheer van plaat
selijke monopolies".
Onder zeer vele aanwezigen waren de bur
gemeester van Arnhem, mr. S. J. R. dc Monchy
en andere leden van het gemeentebestuur, be
nevens verscheidene hoofden van gemeente
bedrijven.
Prof. Trcub gaf toe, dat een tiental jaren
geleden cr een groote ongelijkmatigheid be
stond in de verdeeling von het maatschappelijk
inkomen, maar hij betoogde dot het streven
voor nivelleerjng zijn doel is voorbij geschoten.
Vergelijkt men de toestanden in andere Jonden,
don zullen ook degenen die het meest links
staan moeten erkennen, dot hier te lande te
hooge loonen worden uitbetaald, waardoor Ne
derland niet meer concurrcnzfnhig is.
Destijds heeft spreker als wethouder van
Amsterdam wel bewezen hoe hij dacht over het
vraagstuk van particulier of openbaar beheer
von monopolistische bedrijven. Toen heeft spr.
voor het openbaar beheer von waterleiding-,
gas- en telefoonbedrijf, enz. een zworen strijd
gevoerd, al had hij ook met dc sociaal-de.mo-
cratie niets tc maken. Dc toestanden hebben
zich echter gewijzigd.
De socialisatie noemde spreker zoo dood als
een pier. Het denkbeeld van het gemeenschaps
bedrijf heeft voor ieder, wanneer men niet let
op dc prnctische mogelijkheid, iets zeer aan
trekkelijks. Hoe dat echter met den bedrijfs-
staat gegaan is leeren Duitschland en Rusland
waar men longzamerhond proctisch geheel in
de banen von het kapitalisme teruggekomen is.
Men dient er namelijk rekening mea to hou
den dot zelfs dc beste menschen geleid worden
door eigen belangen; gelukkig dat het zoo is
Is een bedrijfsleider een goed ondernemer, dun
is hij ook proctisch genoeg om te zorgen dat
hijzelf en degenen die het geld beschikbaar stel
len, baat vinden bij zijn werk. Dot is het voor
deel van het particulier bedrijf en daarmee
wordt tegelijkertijd uitgesproken het nadeel van
het openbaar bedrijf. Wanneer er namelijk
geen stimulans is om hard tc werken, dun
werkt 70 procent van het mcnschdom ook niet
hard. De gerftiddelde mensch werkt om voor
zich zelf en de zqnen een behoorlijke positie
tc verkrijgen en hierop stranden alle socialis
tische theorieën.
In plaats dat dc vokverecnigingen tot een
zegen voor de arbeiders werden, zijn zij dc
vlcek voor hen geworden, omdat zij in plaats
van op te wekken tot intensiever arbeid in 50
uur dan destijds, het nivclieeringssystccm toe
passen en propogeeren dat men niet meer moet
prestoeren don wat de gemiddelde arbeider af
kan. Er wordt in dezen tijd meer dan ooit ge
slabakt. Deze nivellecrings-tendcnz is niet al
leen een enorm groot gevaar voor het land,
maar speciaal voor den arbeider zelf.
Spreker betoogde vervolgens dat porticulicre
concessie voor wat uit den aard der zaak een
monopolie is, geen gelukkige bedrijfsvorm is.
De aan den dog gekomen gebreken zouden long
zoo groot niet zijn, wanneer ér geen sociale
verandering ware gekomen. Spreker wees op
het verschil in sniqf.nstelling van Tweede Ka
mer en gemeenteraden, nu en vroeger. Thans
bemoeit men zich liefst met kleinigheden, de
gToote zaken worden dikwijls vrijwel genegeerd.
Regeering en colleges van B. en W. worden
door Kamer en gemeenteraden steeds meer ge
dwongen tot het doen van uitgaven welke de
krocht der kassen van Staat cn gemeente in
gevaar brengen. Dit geschiedt juist in een tijd
waarin wij moeten versoberen. Men staat
thans voor twee mogelijkhedenof van de
concurrentie rnet het buitenland afzien en de
werkloosheid grooter maken, öf de loonen
doen dalen tenzij devakvcrecnigingen en
de arbeiders gezamenlijk ophouden met dc ni-
velleeringstendenz. Wie dit niet in het publick
durft zeggen, is geen knip voor zijn neus
woord (applaus).
Vervolgens wees spreker op het gevaar dat
leden in Kamer en Gemeenteraden zoo sterk
rekening moeten houden met degenen die hun
mandaat verleenen. Tegenwoordig zijn direc-