AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander- BINNENLAND. TWEEDE BLAD. No. 18? 22e Jaargang Vrijdag 8 Febr. 1924 DE LEVENSVERZEKERINGSWET. Buitenlandsche mootschappijen. Bij K. B. van 29 Jon. j.l. is de olg maat regel van bestuur vastgesteld, bedoeld bij ort. 29 der wet op Levensverzekeringsbedrijf 1922 in zake in het buitenland gevestigde on dernemingen vnn levensverzekering. Van de 17 artikelen, welke dit besluit bevat, vermelden wij het volgende: Voor de in art. 2 van dit besluit bedoelde overeenkomsten van levensverzekering moeten dc waarden tot dekking der premie-reserve in het rijk in Europa aanwezig zijn Onder pre mie-reserve wordt mede verstaan de reserve voor gegarandeerde winstuitkeeringen. Voor spaarkassen heeft de reserve uitslui tend betrekking op de wederverzekering cn de dekking voor toekomstige onkosten, tenzij be paalde minimum-spaarknsuitkeeringen zijn toe gezegd. in welk geval zij ook omvat de reserve voor de minimum-uitkeeringen. De vorenbedoelde premiereserve heeft, ook wat betreft de evengcnoemde beperking, be trekking op de overeenkomsten van levens verzekering A angegaan door een buiten het rijk in Eliropn gevestigde onderneming of B overgenomen door zulk een onderneming van een in of buiten dot rijk gevestigde onder neming, voor zooverre dfe overeenkomsten zijn aan gegaan met personen, die zoowel tijdens het sluiten der overeenkomst als laatstelijk in het rijk in Europa gevestigd ivoren De Verzekeringskamer kan ten aanzien van een busten het rijk in Europa gevestigde on derneming besluiten, dat de vorengenoemde premiereserve mede betrekking heeft op ande re, nader door de Verzekeringskamer aan te duiden overeenkomsten (al of niet van een an dere onderneming overgenomen) indien A. hiervoor de rente-uitkeeringen in het rijk in Europa geschieden of de premiën laatstelijk minstens gedurende één jaar in het rijk in Europa betaalbaar waren, en bovendien B. het verzekerd bedrag van deze overeen komsten tijdens het nemen van het besluit der Verzekeringskamer niet grooter is dan een tiende van het verzekerd bedrag der in het eerste lid van dit artikel bedoelde overeenkom sten van die onderneming Een aantal artikelen van dit besluit behelst administratieve bepalingen met betrekking tot de taak der Verzekeringskamer bij deze mate" rie. De Vaarden, welke als dekking der premie- reserve moeten dienen, behoeven, zoowel wat soort als woardeering betreft, de goedkeuring der Verzekeringskamer. Als dergelijke waarden kunnen dienen A. effecten aan toonder of op naam B. schuldvorderingen op naam der onderne ming, geen effecten zijnde, ten loste van den Nederlandschen Staat, Nederlandsche provin ciën, gemeenten en waterschappen C. schuldvorderingen op naam der onderne ming, geen effecten ziinde, ln Nederlnndsche munt ten laste van Nederlandsche banken (deposito's) D. schuldvorderingen op naam der onderne ming, verzekerd door eerste hypotheek op in het rijk in Europa gelegen onroerende goede ren. In een afzonderlijk artikel van dit besluit wordt bepaald, in welke gevallen schuldvorde ringen op naam der onderneming, door de Ver zekeringskamer als waarden kunnen worden goedgekeurd Ook nadat door de Verzekeringskamer de bedrogen zijn vastgesteld, waarvoor waarden door de onderneming moeten worden gedepo neerd, kan vorengenoemde Kamer, hetzij op grond van achteruitgang van de waarden, het- z,j °P grond van een verhooging van de ver melde bedragen, als gevolg van een hoogere schatting der premiereserve, een aanvulling van de waarden eischen Indien een onderneming niet voldoet aan één of meer der verplichtingen, haar opgelegd, wordt zulks door de Verzekeringskamer be kend gemankt in de 2„Nederlandsche Staats courant." Door de onderneming worden don de bij haar loopende verzekeringen afgewikkeld, ter wijl dan door hanr nieuwe overeenkomsten van levensverzekering met in het rijk in Europa gevestigde personen niet meer worden geslo ten Ter bekoming vön een verklaring, als be doeld in art. T8 der Levensverzekeringswet, moeten buiten het rijk in Europo gevestigde ondernemingen, welke in het rijk het levens- verzekeringsbedrijf uitoefenen, voldaan hebben aan de voorschriften der wet van 23 Mei 19T7 (Stsbl. 436) Indien een buiten het rijk in Europo geves tigde onderneming binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dezen algemeenen maat regel van bestuur aan de Verzekeringskamer schriftelijk kennis geeft, dot zij voortaan nieuwe overeenkomsten met in het rijk in Eu ropa gevestigde personen niet meer wenscht te sluiten en slechts wenscht' de loopende if te wikkelen, is zij niet meer bevoegd nieuwe overeenkomsten te sluiten en verplicht zich tot 't afwikkelen der loopende te beperken. Onder „nieuwe overeenkomsten" worden hier niet begrepen overeenkomsten van herverzeke- ring, te sluiten met het rijk in Europo geves tigde ondernemingen, indien daarbij wordt overeengekomen, dat do waarden tei dekking der premiereserve bij de in herverzekering ge. vende onderneming worden gedeponeerd Ten aanzien van een onde neming, die zulk een schriftelijke kennisgevinr aan de Verzekerings kamer heeft gedaan, blijven de voorafgaande artikelen buiten toepassing. De genoemde ken nisgeving wordt door de Verzekeringskamer bekend gemaakt in de „Nederlandsche Staats courant", onder mededeeling, dot door de on derneming waarden tot dekking der premiere serve hier te lande niet zijn of worden gede poneerd. Dit besluit, dot opgenomen is in Stsbl. No. 24, is heden in werking getreden. DE ZOEKGERAAKTE CHèQUE. Grootc ontevredenheid en wantrouwen. Blijkens het Voorloopig Verslag der Tweede jKamer nopens het wetsontwerp tot wijziging van 't IXde hoofdstuk der Staatsbegrooting 1022 en van de begrooting van uitgaven van het Zuiderzeefonds vcor dat jaar, sprak men alge meen de meening uit, dat het gebeurde met de Duitsche cheque blijk geeft van een zeer slecht beheer aan het departement van waterstaat In tal van opzichten zijn fouten gemoakt. In de eerste plaats is afgeweken van de steeds door den Staat gevolgde zeer juiste gewoonte om, wanneer zaken worden gekocht, die met buitenlandsche betaalmiddelen moeten worden betaald, zich die betaalmiddelen op het oogen- blik van het sluiten von den koop aan te schaf fen. In het onderhavige geval heeft men zich de cheque aangeschaft, vóórdat vaststond dot er iets ir. Duitschland was gekocht. De chèque werd dus te voren gekocht, blijkbaar omdat men van meerving was, dat de koers van aankoop zeer voordeelig was. Er werd dus op gespecu leerd, dat de prijs weer zou stijgen; een der gelijke speculatie met Rijks geld kan niet ge noeg veroordeeld worden. De tweede fout is geweest, dat men tot den aankoop van een chèque is overgegaan. Indien de Staat groote bedrogen aan buitenlandsche valuta noodig heeft, is het gebruikelijk, dat die valuta door de Ned. Bonk worden gekocht en bewaard. De. Staat behoeft dan geen rente te betalen en krijgt de valuta op het oogenblik. dot hij deze noodig heeft, tegen den koers, waar voor de Ned. Bonk ze gekocht heeft. De Bonk loopt dus geen koersrisico en de Stoot weet te voren, tegen welken prijs hij die valuta krijgt. In de derde plaats is de fout begaan, dat men de chèque heeft gezonden aan een hoofd ingenieur-directeur in de provincie in plaats von deze veilig op te bergen in de brandkast. Een hoofdingenieur-directeur is geen comptabel ambtenaar, die'zoo groote bedragen onder zijn beheer mag hebben. Volgens mededeeling van do Alg. Rekenkamer is de chèque verloren ge raakt door het overlijden van een ambtenaar, dio het dossier onder zijn berusting had. De vierde fout is, dat de cheque bij terug ontvangst van den hoofdingenieur-directeur weer in een dossier is opgeborgen in plaats van in de brandkast ondei toezicht van dsn chef van de comptabiliteit of den ambtcnaur, die met het toezicht op de stukken van waarde aan het departement is belast. Eenige leden vroegen, of de ambtenaren, aan wie het zoek raken vnn de chèque te wijten is, gestraft zijn en, zoo ja, op welke wijze. 'Andere leden legden er echter den nadruk op, dot niet slechts de chef der afdeeling daarvoor aanspra kelijk moet worden gesteld, maar in dc eerste plaats de minister cn de secretaris-generaal, omdat deze an ^gelegenheid blijk geeft van een onverantwoordelijke inrichting- van hef departe ment van waterstaat. Wanneer is in I92T of 1922 het verzuim aan het licht gekomen en zijn de minister en de secretaris-genernol toen do delijk op de hoogte gebracht7 Welke maat regelen heeft de minister genomen tegenover ambtenaren, die den dienst aan het departement zoo jammerlijk georganiseerd hebben? Ook werd de onderstelling uitgesproken, dot de mi nister niets gedaan heeft, omdat de zaak eerst aan de Kamer is medegedeeld, nadat zij reeds bekend was geworden uit de mededeelingen von de Rekenkamer. Welke maatregelen zijn ge nomen tegen herhaling? Het had niet mogen voorkomen dat door de slechte órgonisatie vnp het departement een bedrag van ƒ127,000 in h water is gegooid. Vele leden verklaarden óan ook door het ge beurde groot wantrouwen te hebben gekregen in het beheer vnn de geldelijke bedragen, ion het departement van waterstaat toevertrouwd. VLEESCHKEURINGSWET. Bij K. B. is noder aangewezen als ambtsge bied voor de inspecteurs vnn de volksgezond heid, belast met het toezicht op de naleving van dc vleeschkeuringswet: I S Doumo in de pro- riën Noord-Holland, Utrecht en Gelderland, ten Westen van den IJssel en ten Noorden van den Rijn; 2. dr S. G. Swart de provinciën Zuid- Holland en Zee.land PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Electricilcitsvoorziening. Naar aanleiding van de mededeclmgen van Ged. Staten in zake den stand der werkzaam heden van de Prov Zeeuwsche Electriritcits- mnatschappij (P.Z.E.M.), speciaal voor wat be treft Zecuwsch-Vlaanderen, werden in de afdee- lingen der Staten verschillende vragen gesteld, welke Ged Staten uitvoerig hebben beantwoo-d. Ged. Staten meenen, dat niet bewezen is, dat de P.Z.E.M. niet commercieel genoeg gedreven wordt. Propaganda voor aansluiting wordt ge maakt door persoonlijke besprekingen en het uitgeven van propagandablaadjes doch een in Sas van Gent gehouden tentoonstelling heeft als propagandamiddel niet acn de verwachting vol daan. Overwogen zal worden de excursie, v/elke aan de tentoonstelling der Landbouwmontschnp- pij verbonden zal zijn, dit jaar tot een der land bouwbedrijven uit te strekken, waar dc electri- citeit wordt toegepast. Naar aanleiding van desbetreffende vragen wordt medegedeeld, dat tusschen de P.Z.E.M en de Algemeene Zeeuwsche Electriciteitsmiat- schappij (A.Z.E.M.) geen verhouding bestaat en dat de leden van Ged. Stoten, die commissaris der A.Z.E.M. waren, dit nu niet meer zijn. Ged. Staten erkennen, dat het ongewenscht kan zijn, dat leden van Ged Staten en hoogere Provin ciale ambtenaren bestuurslid rijn van lichamen, die m financieel contact met de Provincie komen. Betreffende de tarieven doelen Ged. Stafn mede, dat aan de gemeenten, die zelf distri- bueeren, stroom en gros wordt geleverd volgens een tarief, verme'd in een normaal-contract, welk contract voot elke gemeente door Ged. Staten wordt goedgekeurd in enkele gemeenten, waar de P.Z.E.M. aan particulieren stroom levert of zal leveren, geldt in het aigemcen een prijs van 45 cent voor licht en 20 cent voor krachtmet grootverbruikers wordt onderhondeld op de basis van* een tarief, dot lager wordt, o.a. naar mate de afgenomen hoeveelheden grooter worden voor afzonderlijke londbouwhoevcn geldt in het algemeen een tarief van 60 cent voor licht m 20 cent voor krachtde meterhuren zijn voor allc aansluitingen gelijkelijk vastgesteld De tekorten van de P Z.E.M. worden voorloo pig gedekt door leeningen von de Provincie. Dit heeft van den aanvang af in de bedoeling gele gen. Die tekorten komen dan niet dadelijk ten laste van de Provinciale begrooting, maar wel indirect ten loste van de Provinciale financiën. Het voorstel om de electrificatie ven de Mid dengroep (de eilanden Walcheren, Zuid-Beve land cn Noord-Beveland) in beginsel op to dro gen nan de Tramwogmnatschappij te Vlissingen (de explohante van de centrale te Vlissingen, die ook stroom levert aan Vlisingcn en Middel burg), heeft in de afdeelingen ook tot een uit voerige bespreking aanleiding gegeven en ook hierop dienen Ged. Staten uitvoerig van ant woord, waarbij zij hun standpunt handhaven. BOF.KENLEVERING AAN HET RIJK De overeenkomst met het Rijks- ïnkoopbureau vervallen. De Dcbitant, vakblad voor den Ned Bock handel, deelt mede, dat in een in' December gehouden buitengewone vergadering van de Vcreeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels een voorstel is aangenomen tot wijziging van artikel 17 van het „Reglement van verkeer", dat na deze wijziging aldus luidt „De hiervoor in art. 15 voorgeschreven ver plichting bestaat niet ten aanzien van prijs opgaven aan, en inschrijvingen of leveringen op nonbesteding, of overeen lomsten vim levering ten behoeve van het Rijk, van gemeenten of van particuliere inrichtingen van onderwijs (hieronder niet gerekend Zondagsscholen) in welke geval len, voor zoover het geen tijdschriften betreft, ten hoogste 5 pet. korting zal mogen worden toegestoon, onverschillig of de betaling con tant zij of niet." De Debitant teekent hierbij aan Het gevolg van het aannemen van dil voor stel is, dat de overeenkomst von den Neder!. Ccntr. Boekhandel met het Rijks-Inkoopbureau met 1 Januari 1924 is vervollen, daar geen enkele inst iling, uitgever of bockhandelaar meer don 5 pet. korting aan Rijk of gemeente mag geven. RIJWTELBELASTÏNG. Verzoek cm uitzonderingsbe palingen. Waar thans het Wetsontwerp Rijwielbelas ting de Staten Generaal bereikt heeft, heeft het bestuur van den Algemeenen Bond van Han dels- en Kantoorbedienden zich gewend tot de Tweede Kamer dei Staten Generaal, met ver zoek, deze belastingwet niet tot stand te doen komen, dan wel met verzoek, daarin zeer be langrijke uitzonderingsbepalingen te doen op nemen. Het Bondsbestuur stelt zich op het stand punt, dat, afgezien van het bezwaar tegen ei ken vorm van indirecte belasting, speciaal te gen deze belasting buitengewone bezwaren zijn, omdat daardoor in niet geringe mate ge troffen worden grootc cotegoriën van werk nemers waaronder ook handelsreizigers cn handels- en kantoorbedienden, die van een rij wiel gebruik moeten maken, ten behoeve van de uitoefening van him beroepzoowel ten platteland# als in du qrootere steden blijft nu eenmaal het rijwiel het aangewezen middel voor persoonlijk vervoer KRANKZINNIGENVERPLEGING. Een lezing van Dr. Kat In het American Hotel te Amsterdam heeft voor de Ncd. Ver van Huisvrouwen, de Uriie van Vrouwenbelangen. de Jqodsche Vrouwen raad en de'Ned. Vereeniging voo- Staatsbur geressen Dr J. Kat, geneesheer-directeur van het Apeldoornsche Bosch, gesproken over Ver leden, heden en toekomst van de krankzinnigen- verplegiag. Dr Kot gal eerst een overzicht van krank- zinnigenzorg in vroeger tijd, welke zoowat ol ies te wenschen liet. om daarna uiteen te zet ten, hoe zich langzamerhand de wetenschap der verpleging van zielszieken ontwikkelde n hoor stempel drukte op de verzorging von krank zinnigen. In ons land is het Johannes van Buren ge weest. die door te breken met het stelsel van opsluiting der zieken, in de krankzinnigenver pleging een nieuw inzicht bracht Het gesticht Meer cn Berg is in ons land het eerste gesticht geweest, waar het toepassen van dwangmidde len werd opgeheven. Dr. Kat besprak vervolgens de krankzinnigen wetten van T84I cn 1884. Vooial'de 'aatste wet, die o.a. staatstoezicht op de krankzinnigen verpleging buiten de gestichten instelde, is van grooten invloed geweest Spreker wees hierbij op oe wenschelijkheid van een afzonderlijke wet voor de psychopaten, onder welke veelal de beroepsmisdadigers en recidivisten voorko men Uitvoerig stond de spreker stil bij de confes- sioneele verpleging, die hij van zeer groote waarde achtte Daarop werd, met tol van licht beelden. de inrichting von enkele hedendoog- sche gestichten vertoond, waar vooral de in- dividueele verpleging meer in aanzien is geko men. Dr. Kat roerde ten slotte het vraagstuk der bezuiniging aan en de grootc moeilijkheden, die zich daarbij voordoen. Krankzinnigenverpleging, zorg voor zielszieken is een liefdewerk, dot men slechts met wijding kan verrichten; bezuiniging op dezen nrbeid, inkrimping von personeel enz. achtte hij zeer ongewenscht. Een werkelijke doelmatige bezuiniging zou liggen in een be tere organisatie der zorg voor geesteszieken, een intensievere geneeskundige behandeling, een verheffing vnn het personeel. Een centrale instelling van waaruit de patiën ten gezonden worden naar die inrichting ivoor zij thuis behooren, een sociaal psychiatrische dienst, zoools te Amsterdam bestaat onder lei ding van dr. F. S. Meyers, achtte dr. Kot voor een toekomstige doelmatige verpleging een ver- eischte. Doch ook op voorkoming van geestesziekten en bestudering van de oorzaken der krankzin nigheid moet de aandacht gevestigd worden. Vele geestestiekten toch rijn het gevolg van kiembederf van het komend geslacht, waar syphilis en alcoholgebruik de oorzaak van rijn. Dr. Kat besloot zijn toespraak met zijn toe hoorders op te wekken om op te komen tegen een benepen bezuiniging, die de zaak van het krankzinnigen wezen aantast en schaadt. PRIJSVRAAG TE/LER'S GENOOTSCHAP. Op het gebied van penning kunde. Directeuren van Teyler's Stichting en de le den van Teyler's Tweede Genootschap hebben besloten voor het jaar 1924 de volgende prijs vraag uit te schrijven: Verlangd wordt een be schrijving der gedenkpenningen in de Noorde lijke Nederlanden vervoardigd tot het midden der I7de eeuw, met levensbijzonderheden van de makers dier penningen. Bedoeld wordt om voor Noord-Nederland een werk te verkrijgen in den geest van Dr. Julien Simonis, l'Art du Médailleur en Bel- gique, contribulions n l'étude de son histoire depuis l'avènement de Charles 1c Témérnire ou duché de Bourgogne, jusqu'oit millieu du XVIc siècle, Bruxellcs 190Ö, en de Nou veil es contributions a l'étude dc son histoire (secon de moitié du XVIc siècle) van den zelfden schrijver in 1904 verschenen. Bij de beschrijving der penningen zal ge voegd moeten worden cene verwijzing naar de werken waarin de stukken worden beschreven en afgebeeld, met de opgave van het metaal waarvan zij zijn vervaardigd, maat in millime ters en vermelding der openbare of particuliere verzameling waarin de stukken zich bevinden of, indien de origineele niet bekend zijn, de plaats waar van het stuk wordt melding ge maakt (B.v. veilingcatalogus, boedelinventaris, enz.) Het voornemen bestaat om het werk van eenige platen te voorzien, waarop in het bij zonder nog weinig of niet bekende penningen zullen worden afgebeeld. Den schrijver wordt verzocht oon te geven welke stukken noor zijn meening voor afbeelding in aanmerking ko' men. Bijaldien de thans uitgeschreven prijsvraag bekroond worflt, zal bij dc eerstvolgende prijs vraag voor Penningkunde een beschrijving van denzelfden aard verlangd worden van dc ge denkpenningen der periode die op de thans behandelde volgt, van het midden der I7de tot aan het einde der I8de eeuw. De antwoorden moeten worden ingezonden vóór of op den Tsten April 1926, opdat zij vóór den Tsten Mei 1927 kunnen beoordeeld worden STOPZETTING DER HULPACTIE VOOR OOSTENRIJK. Mededeeling van het R. K. Huisvestingscomité. Het Hoofdbestuur van het Ned. R. K. Huis- ver.tings-Comité te 's-Hertogcnbosch deelt me de, dat het comité zich, met het oog op de in Oostenrijk ingetreden verbetering der eco nomische toestanden, genoodzaakt ziet de hulp actie voor wat Oostenrijk betreft stop te zetten, teneinde daardoor, nog meer dan thans reds het geval wrfs, alle hulpverlening te concentree- ren op die landen waar de nood het grootst is. Dc laotste trein, die alle door hot comité naar Nederland gebrachte kinderen naar Oostenrijk zal terugvoeren, zal 28 April nnor Weencn vertrekken. Na het vertrek van de zen trein bestaat er onherroepelijk geen gele genheid meer om kinderen door lusschenkomst van het comité naar Oostenrijk terug te zen den. NOGMAALS LANDVERHUIZING NAAR CANADA. Alleen landbouwers en vrou welijke dienstboden gevraagd. De heer J. P. F. Pool, directeur der Over- zeesche Hypotheekbank te Rotterdam schrijft ons „Het ingezonden' stuk von de Directie vnn het „Bemiddelingsbureau voor Transatlanti sche Emigratie", de hecren S. L. Vcenstrn en P. Hoogkamer, dot in verscheidene bloden een paar dagen geJpdcn voorkwam, heb ik met groote verwondering gelezen. Blijkbaar willen deze heeren de emigratie naar Canada weer leiden in de oude banen, waarop reeds zoo- velen van allerlei nationaliteit struikelden en het na veel misère slechts tot ontgoocheling brachten. Kortheidshalve verwijs ik naar mijn inge zonden stuk van 21 Januari j.l. dat in vele bladen is opgenomen. Op alles, wat ik daarin als goeden raad ann allen, die cmigratieplan- nen heben, gezegd heb, moet ik nog eens met klem de aandacht vestigen. Tn een lundbouwland nis Canoda, dat nog zoo schaars bebouwd is, zijn thans alléén zij, die den landbouw kennen, zooals dre hier in Holland bedreven wordt, gewenscht en don de dienstboden (vooral op de boerderijen). Laat men toch bij het overwegen vnn de wensche lijkheid van iemands emigratie naar Canada alléén rekening houden met dc werkelijke be hoefte in dit land, die blijkt uit de offieicele mededeelingen, welke ik in mijn vorig stuk aanhaalde I Iedereen,, die wil emigreeren noor Canada, zal verstandig doen het interview eens te le zen, dat de heer F C. Bloir, Secretaris vnn het Canodeeschc Immigrntiedepartement te Rotterdam heeft gehod met de vertegenwoor digers von eenige bladen (Ook in ons blad opgenomen. Red Daarin geeft de heer Bloir duidelijk te ken nen, dot alléén landbouwers, tuinbouwers en dergelijken, zoomede vrouwelijke dienstboden in Canada gewenscht worden Op eene desbe treffende vraag deelde hij mede, dot dc vraag naar andere handwerkslieden zeer beperkt is en de Canndeesche Regecring zich het lot van zoodanigen onder <^e emigranten niet nontrokt, wel dot van de landbouwers. „They may come along, but we don 't invite them." Ook voor den ongeschoolden arbeider is er weinig voor uitzicht, zegt hij; en don: Canada vraagt land bouwers; het wi! zich doorvoor moeite ge troosten, maar om de rest bekommert het zich niet. Mij ^unkt, dit is duidelijk en de heer Blnir, Secretaris-generaal van hut Ministerie van Im migratie cn Kolonisatie, zal toch waarlijk wel weten, wie in zijn eigen land kans van slagen heeft. Mochten er onder de lezers zijn, die nog ■^anrne van Hollandsche zijde bevestiging zou den willen zien. dan mogen zij kennis nemen van onderstaande uittreksels uit een schrijven van II November- j.l. van den Nederlandschen Vice- Consul te Winnipeg (Manitoba), den heer Mr. Dr van Riemsdijk „Gij ziet derholve, dot, met uitzondering van een beperkt aantal vrouwelijke dienstboden, alleen voor personen uit den landbouwenden stand emigratie aanbevelenswaardig is. Ook vcor landbouwers is het gewenscht, dat zij in Holland wat Engelsch leeren zij kunnen zich dan hier veel beter redden", en verder „Wet belreft metselaars, timmerlieden, schilders, smeden, mecaniciens, electriciens, fabrieksarbeiders, scheepsbouwers en barbiers, in ieder van deze vakken bestaat op het oogen blik min of meer werkeloosheid. Hoewel voor deze arbeiders in normale omstandigheden emigratie naar Canada zeer wel mogelijk zou zijn, moet him daarom op het oogenblik emi gratie ten eenen male worden ontraden." Duidelijker kan het wel niet I Nogmaals rood ik een ieder aan, alvorens tot emigreeren nnor Conndn te besluiten, voor al toch ook eens inlichtingen in te winnen bij de Nederlandsche Verceniqing „Landverhui zing," Bczuidenhoutsche Weg no. 97 te 's- Grnvcnhngo. FEN GEVAL VAN BESMETTELIJKE PAAR DEN BLOEDARMOEDE BIJ DEN MENSCH. Dr. J. Th. Peters, privaat-docent aan de uni versiteit te Leiden, beschrijft, volgens de N. R. Ct., in dc Prcsse Medicnle een zee- merkwaardig voorzoover bekend nooit tevoren waargenomen geval van besmettelijke bloedarmoede vun het paard bij een mensch. Een von de hooglceraren der Vcea-tsenijkun- dige Hoogeschool die geregeld paarden lijdende r.on besmettelijke bloedarmoede behandelde, werd zelf nnocmisch. Hij vreesdo met een geval van de ziekte van Addison-Bicrmcr (con zeld zame vorm van bloedarmoede) te doen te heb ben. Maar toen men een kublekcn centimeter vnn zijn bloed bij ccn paard inspoot stierf dit aan besmettelijke paardcnblocdarmocde. Drie maal werd deze kostboro proef herhaald, drie maal met hetzelfde ondubbelzinnige resultaat. Zoowel gefiltreerd als qngéfiltreerd bloed bleek besmettelijk, de verwekker passeerde dus door zeer nauwe poriën. (liltrabel virus). Dit beves tigde de waarnemingen over dezen verwekker d^or Carré cn Vallee in 1904 gedaan. Peters correspondeerde over dit geval met den bekenden Parijschcn parasitoloog prof. Brumpt, die ook nog nooit een dergelijk geval had wenrgenomen. Hij beschrijft dan uitvoerig alle subjectieve en objectieve verschijnselen, die zich nn verloop van tijd het ziektebeeld strekte zich met tusschenpoozcn over verschei dene jaren uit voordeden. Verschijnselen van het maagdnrmkannal, o.a. de uenweziqheid van bloed in dc ontlasting, stonden daarbij aanvan kelijk op den voorgrond, verder pijnlijkheid, zuchtigheid, vermagering en vermoeidheid. Op den duur werd het bloed minder besmettelijk voor paarden. {Sommige paarden zijn ondertus- schcn onvathnor voor deze riekte.) Merkwaardig was ook het blocdbccld gedu rende de perioden van bloedarmoede danMe het aantal roodo bloedcellen tot beneden 2 millioen. School- en Kerknieuws. DE BIJL VAN COI.IJN. In School en Huis, weekblad voor opvoeding en onderwijs, wordt een reeks artikelen begon nen onder den titel De bijl von Colijn. Daarin leest men o.m. Voor scholen waar de klossen een jaar du ren, moest tot heden een kind minstens 51- jour zijn om toegelaten te worden, voor scho len waar de klossen een half jaar duren was die leeftijd 5 K jnornu zijn ineens die leeftij den geworden 6jaar en 6yt jaor. Er zijn mis schien dit jour hier en door nog een paar kin deren, die door omstandigheden of door den wil der ouders een jaar loter dan ze mochten, plaats vragen moor in 't olgemcen zullen do scholen in ons lond bij de eerstvolgende plontsing na 8 Febr. a.s. geen eerste klus vor men. 't Volgend jaar zullen er wel weer eerste klassen worden gevormd maar zal gein en kele school er een tweede klas op na houden. Zoo zullen we dc eerstvolgende jaren scholen met 'n gat hebben over zes jaar eindelijk zal het gat bovenaan zitten, en dus verdwene.n zijn. Zes juor long zullen wc dus deze abnormale scholen hebben met één stel kinderen, die nooit kunnen „blijven zitten" „Nu moeten we niet dodelijk zoo erg veront waardigd zijn, dat in 't algemeen do kinderen een jaar ouder op de lagere school zullen ko men. Voor de groote meerderheid der kinderen kon men de stelling verdedigen, dat zij tegen woordig een inar te vroeg op de „grootc" school komen Als het nu waar wus, dat men hier twee vliegen in één klap sloeg de lagere school geschikter te maken door hoor over 't algemeen een jaar ouder publiek te verschaf fen, cn dan tegelijk zon jaar lang de uitgaven voor personeel tot 5/6 deel to beperken, dan zouden we kunnen zeggenziehier een tijde lijke bezuiniging von zes jaren, dus voor den eerstvolger.dcn tijd von de nict-kloppende stnotsbegrootingen, die ook nog wel om hoar paedagogische woarde te verdedigen is, al des organiseert zij onze scholen wel gedurende die zes jaren. „Echter is die „bezuiniging" óf slechts schijn, óf een verslechtering, veel erger dan het pae dagogische voordcel van 't joar opschuiven zou wezen. Vooral in de steden zullen de kinderen van 5Yi, 6 tol 6^, 7 jaor ondergebracht moe ten worden op de bewaarschool; wont het is toch onmogelijk de kinderen bijvoorbeeld tot hun zesde jaor behoorlijk op een bewaarschool te loten, ze don een jaor te laten strootzwerven, en zc daarna op school te doen. En vee! moe ders, die het nog wel bolwerkten zonder be waarschool, doordot zij ten minste hun kind op 5Ys6-jorigcn leeftijd naar 't groote school konden doen, zullen met de kinderen van 67 inar thuis al te verlegen zitten, en ze naar do bewaarschool willen zenden. We krijgen dus dit dat de kinderen, waarvan men de kosten uit spaart bij het lager onderwijs, vermeerdering van kosten voor het bewaarschoolonderwijs zul len meebrengen. Deze „kosten" zullen voor ge bouwen, leermiddelen enz. niet ver uiteenloo- pen, en voor zoover zij bestoon uit 2e salaris sen var. het personeel, zullen de mc*rdero kos ten van het bewaarschoolonderwijs de uitspa ring van het lager onderwijs zelfs overtreffen. Immers, de salarissen der bewaarscjioolonder- wijzeressen bedragen uet zooveel n nder dan die der lagere school-onderwijzeressen, zijn op sommige plaatsen zelfs hoogeroovondien spaart het lager onderwijs niet het geheele sa laris der ontslagen onderwijzeressen uit, maar moet men ook een som uittrekken voor wacht geld." „Het bewaarschoolondenvirs geniet geen cent van het Rijk. cn als het Rijk een stel kinderen van de lagere school afjaagt en naar het be waarschoolonderwijs verwijt, dan is dat een voordeeltje voor de Rijkskas. Moor het is afwentelen op de gemeentelijke overheid, cn welk ernstig man zal dergelijk afwentelen be zuiniging durven noemen „Het kan alleen bezuiniging zijn als de ge meenten zich even weinig van het bewaarschool- onderwijs aantrekken als het Rijk dot tot he den deed. Dit „bezuinigen" is niets anders don speculeeren op het plichtsverzuim van anderen."

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5