AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander-
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD.
No. 18?
22e Jaargang
Vrijdag 8 Febr. 1924
DE LEVENSVERZEKERINGSWET.
Buitenlandsche mootschappijen.
Bij K. B. van 29 Jon. j.l. is de olg maat
regel van bestuur vastgesteld, bedoeld bij ort.
29 der wet op Levensverzekeringsbedrijf
1922 in zake in het buitenland gevestigde on
dernemingen vnn levensverzekering.
Van de 17 artikelen, welke dit besluit bevat,
vermelden wij het volgende:
Voor de in art. 2 van dit besluit bedoelde
overeenkomsten van levensverzekering moeten
dc waarden tot dekking der premie-reserve in
het rijk in Europa aanwezig zijn Onder pre
mie-reserve wordt mede verstaan de reserve
voor gegarandeerde winstuitkeeringen.
Voor spaarkassen heeft de reserve uitslui
tend betrekking op de wederverzekering cn de
dekking voor toekomstige onkosten, tenzij be
paalde minimum-spaarknsuitkeeringen zijn toe
gezegd. in welk geval zij ook omvat de reserve
voor de minimum-uitkeeringen.
De vorenbedoelde premiereserve heeft, ook
wat betreft de evengcnoemde beperking, be
trekking op de overeenkomsten van levens
verzekering
A angegaan door een buiten het rijk in
Eliropn gevestigde onderneming of
B overgenomen door zulk een onderneming
van een in of buiten dot rijk gevestigde onder
neming,
voor zooverre dfe overeenkomsten zijn aan
gegaan met personen, die zoowel tijdens het
sluiten der overeenkomst als laatstelijk in het
rijk in Europa gevestigd ivoren
De Verzekeringskamer kan ten aanzien van
een busten het rijk in Europa gevestigde on
derneming besluiten, dat de vorengenoemde
premiereserve mede betrekking heeft op ande
re, nader door de Verzekeringskamer aan te
duiden overeenkomsten (al of niet van een an
dere onderneming overgenomen) indien
A. hiervoor de rente-uitkeeringen in het rijk
in Europa geschieden of de premiën laatstelijk
minstens gedurende één jaar in het rijk in
Europa betaalbaar waren, en bovendien
B. het verzekerd bedrag van deze overeen
komsten tijdens het nemen van het besluit der
Verzekeringskamer niet grooter is dan een
tiende van het verzekerd bedrag der in het
eerste lid van dit artikel bedoelde overeenkom
sten van die onderneming
Een aantal artikelen van dit besluit behelst
administratieve bepalingen met betrekking tot
de taak der Verzekeringskamer bij deze mate"
rie.
De Vaarden, welke als dekking der premie-
reserve moeten dienen, behoeven, zoowel wat
soort als woardeering betreft, de goedkeuring
der Verzekeringskamer.
Als dergelijke waarden kunnen dienen
A. effecten aan toonder of op naam
B. schuldvorderingen op naam der onderne
ming, geen effecten zijnde, ten loste van den
Nederlandschen Staat, Nederlandsche provin
ciën, gemeenten en waterschappen
C. schuldvorderingen op naam der onderne
ming, geen effecten ziinde, ln Nederlnndsche
munt ten laste van Nederlandsche banken
(deposito's)
D. schuldvorderingen op naam der onderne
ming, verzekerd door eerste hypotheek op in
het rijk in Europa gelegen onroerende goede
ren.
In een afzonderlijk artikel van dit besluit
wordt bepaald, in welke gevallen schuldvorde
ringen op naam der onderneming, door de Ver
zekeringskamer als waarden kunnen worden
goedgekeurd
Ook nadat door de Verzekeringskamer de
bedrogen zijn vastgesteld, waarvoor waarden
door de onderneming moeten worden gedepo
neerd, kan vorengenoemde Kamer, hetzij op
grond van achteruitgang van de waarden, het-
z,j °P grond van een verhooging van de ver
melde bedragen, als gevolg van een hoogere
schatting der premiereserve, een aanvulling
van de waarden eischen
Indien een onderneming niet voldoet aan
één of meer der verplichtingen, haar opgelegd,
wordt zulks door de Verzekeringskamer be
kend gemankt in de 2„Nederlandsche Staats
courant."
Door de onderneming worden don de bij
haar loopende verzekeringen afgewikkeld, ter
wijl dan door hanr nieuwe overeenkomsten van
levensverzekering met in het rijk in Europa
gevestigde personen niet meer worden geslo
ten
Ter bekoming vön een verklaring, als be
doeld in art. T8 der Levensverzekeringswet,
moeten buiten het rijk in Europo gevestigde
ondernemingen, welke in het rijk het levens-
verzekeringsbedrijf uitoefenen, voldaan hebben
aan de voorschriften der wet van 23 Mei 19T7
(Stsbl. 436)
Indien een buiten het rijk in Europo geves
tigde onderneming binnen drie maanden na de
inwerkingtreding van dezen algemeenen maat
regel van bestuur aan de Verzekeringskamer
schriftelijk kennis geeft, dot zij voortaan
nieuwe overeenkomsten met in het rijk in Eu
ropa gevestigde personen niet meer wenscht
te sluiten en slechts wenscht' de loopende if
te wikkelen, is zij niet meer bevoegd nieuwe
overeenkomsten te sluiten en verplicht zich
tot 't afwikkelen der loopende te beperken.
Onder „nieuwe overeenkomsten" worden hier
niet begrepen overeenkomsten van herverzeke-
ring, te sluiten met het rijk in Europo geves
tigde ondernemingen, indien daarbij wordt
overeengekomen, dat do waarden tei dekking
der premiereserve bij de in herverzekering ge.
vende onderneming worden gedeponeerd Ten
aanzien van een onde neming, die zulk een
schriftelijke kennisgevinr aan de Verzekerings
kamer heeft gedaan, blijven de voorafgaande
artikelen buiten toepassing. De genoemde ken
nisgeving wordt door de Verzekeringskamer
bekend gemaakt in de „Nederlandsche Staats
courant", onder mededeeling, dot door de on
derneming waarden tot dekking der premiere
serve hier te lande niet zijn of worden gede
poneerd.
Dit besluit, dot opgenomen is in Stsbl. No.
24, is heden in werking getreden.
DE ZOEKGERAAKTE CHèQUE.
Grootc ontevredenheid
en wantrouwen.
Blijkens het Voorloopig Verslag der Tweede
jKamer nopens het wetsontwerp tot wijziging
van 't IXde hoofdstuk der Staatsbegrooting 1022
en van de begrooting van uitgaven van het
Zuiderzeefonds vcor dat jaar, sprak men alge
meen de meening uit, dat het gebeurde met de
Duitsche cheque blijk geeft van een zeer slecht
beheer aan het departement van waterstaat In
tal van opzichten zijn fouten gemoakt.
In de eerste plaats is afgeweken van de steeds
door den Staat gevolgde zeer juiste gewoonte
om, wanneer zaken worden gekocht, die met
buitenlandsche betaalmiddelen moeten worden
betaald, zich die betaalmiddelen op het oogen-
blik van het sluiten von den koop aan te schaf
fen.
In het onderhavige geval heeft men zich de
cheque aangeschaft, vóórdat vaststond dot er
iets ir. Duitschland was gekocht. De chèque
werd dus te voren gekocht, blijkbaar omdat men
van meerving was, dat de koers van aankoop
zeer voordeelig was. Er werd dus op gespecu
leerd, dat de prijs weer zou stijgen; een der
gelijke speculatie met Rijks geld kan niet ge
noeg veroordeeld worden.
De tweede fout is geweest, dat men tot den
aankoop van een chèque is overgegaan. Indien
de Staat groote bedrogen aan buitenlandsche
valuta noodig heeft, is het gebruikelijk, dat die
valuta door de Ned. Bonk worden gekocht en
bewaard. De. Staat behoeft dan geen rente te
betalen en krijgt de valuta op het oogenblik.
dot hij deze noodig heeft, tegen den koers, waar
voor de Ned. Bonk ze gekocht heeft. De Bonk
loopt dus geen koersrisico en de Stoot weet te
voren, tegen welken prijs hij die valuta krijgt.
In de derde plaats is de fout begaan, dat men
de chèque heeft gezonden aan een hoofd
ingenieur-directeur in de provincie in plaats von
deze veilig op te bergen in de brandkast. Een
hoofdingenieur-directeur is geen comptabel
ambtenaar, die'zoo groote bedragen onder zijn
beheer mag hebben. Volgens mededeeling van
do Alg. Rekenkamer is de chèque verloren ge
raakt door het overlijden van een ambtenaar,
dio het dossier onder zijn berusting had.
De vierde fout is, dat de cheque bij terug
ontvangst van den hoofdingenieur-directeur
weer in een dossier is opgeborgen in plaats
van in de brandkast ondei toezicht van dsn
chef van de comptabiliteit of den ambtcnaur,
die met het toezicht op de stukken van waarde
aan het departement is belast.
Eenige leden vroegen, of de ambtenaren, aan
wie het zoek raken vnn de chèque te wijten is,
gestraft zijn en, zoo ja, op welke wijze. 'Andere
leden legden er echter den nadruk op, dot niet
slechts de chef der afdeeling daarvoor aanspra
kelijk moet worden gesteld, maar in dc eerste
plaats de minister cn de secretaris-generaal,
omdat deze an ^gelegenheid blijk geeft van een
onverantwoordelijke inrichting- van hef departe
ment van waterstaat. Wanneer is in I92T of
1922 het verzuim aan het licht gekomen en zijn
de minister en de secretaris-genernol toen do
delijk op de hoogte gebracht7 Welke maat
regelen heeft de minister genomen tegenover
ambtenaren, die den dienst aan het departement
zoo jammerlijk georganiseerd hebben? Ook
werd de onderstelling uitgesproken, dot de mi
nister niets gedaan heeft, omdat de zaak eerst
aan de Kamer is medegedeeld, nadat zij reeds
bekend was geworden uit de mededeelingen von
de Rekenkamer. Welke maatregelen zijn ge
nomen tegen herhaling? Het had niet mogen
voorkomen dat door de slechte órgonisatie vnp
het departement een bedrag van ƒ127,000 in
h water is gegooid.
Vele leden verklaarden óan ook door het ge
beurde groot wantrouwen te hebben gekregen
in het beheer vnn de geldelijke bedragen, ion
het departement van waterstaat toevertrouwd.
VLEESCHKEURINGSWET.
Bij K. B. is noder aangewezen als ambtsge
bied voor de inspecteurs vnn de volksgezond
heid, belast met het toezicht op de naleving van
dc vleeschkeuringswet: I S Doumo in de pro-
riën Noord-Holland, Utrecht en Gelderland, ten
Westen van den IJssel en ten Noorden van den
Rijn; 2. dr S. G. Swart de provinciën Zuid-
Holland en Zee.land
PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND.
Electricilcitsvoorziening.
Naar aanleiding van de mededeclmgen van
Ged. Staten in zake den stand der werkzaam
heden van de Prov Zeeuwsche Electriritcits-
mnatschappij (P.Z.E.M.), speciaal voor wat be
treft Zecuwsch-Vlaanderen, werden in de afdee-
lingen der Staten verschillende vragen gesteld,
welke Ged Staten uitvoerig hebben beantwoo-d.
Ged. Staten meenen, dat niet bewezen is, dat de
P.Z.E.M. niet commercieel genoeg gedreven
wordt. Propaganda voor aansluiting wordt ge
maakt door persoonlijke besprekingen en het
uitgeven van propagandablaadjes doch een in
Sas van Gent gehouden tentoonstelling heeft als
propagandamiddel niet acn de verwachting vol
daan. Overwogen zal worden de excursie, v/elke
aan de tentoonstelling der Landbouwmontschnp-
pij verbonden zal zijn, dit jaar tot een der land
bouwbedrijven uit te strekken, waar dc electri-
citeit wordt toegepast.
Naar aanleiding van desbetreffende vragen
wordt medegedeeld, dat tusschen de P.Z.E.M en
de Algemeene Zeeuwsche Electriciteitsmiat-
schappij (A.Z.E.M.) geen verhouding bestaat en
dat de leden van Ged. Stoten, die commissaris
der A.Z.E.M. waren, dit nu niet meer zijn. Ged.
Staten erkennen, dat het ongewenscht kan zijn,
dat leden van Ged Staten en hoogere Provin
ciale ambtenaren bestuurslid rijn van lichamen,
die m financieel contact met de Provincie komen.
Betreffende de tarieven doelen Ged. Stafn
mede, dat aan de gemeenten, die zelf distri-
bueeren, stroom en gros wordt geleverd volgens
een tarief, verme'd in een normaal-contract, welk
contract voot elke gemeente door Ged. Staten
wordt goedgekeurd in enkele gemeenten, waar
de P.Z.E.M. aan particulieren stroom levert of
zal leveren, geldt in het aigemcen een prijs van
45 cent voor licht en 20 cent voor krachtmet
grootverbruikers wordt onderhondeld op de basis
van* een tarief, dot lager wordt, o.a. naar mate
de afgenomen hoeveelheden grooter worden
voor afzonderlijke londbouwhoevcn geldt in het
algemeen een tarief van 60 cent voor licht m
20 cent voor krachtde meterhuren zijn voor
allc aansluitingen gelijkelijk vastgesteld
De tekorten van de P Z.E.M. worden voorloo
pig gedekt door leeningen von de Provincie. Dit
heeft van den aanvang af in de bedoeling gele
gen. Die tekorten komen dan niet dadelijk ten
laste van de Provinciale begrooting, maar wel
indirect ten loste van de Provinciale financiën.
Het voorstel om de electrificatie ven de Mid
dengroep (de eilanden Walcheren, Zuid-Beve
land cn Noord-Beveland) in beginsel op to dro
gen nan de Tramwogmnatschappij te Vlissingen
(de explohante van de centrale te Vlissingen,
die ook stroom levert aan Vlisingcn en Middel
burg), heeft in de afdeelingen ook tot een uit
voerige bespreking aanleiding gegeven en ook
hierop dienen Ged. Staten uitvoerig van ant
woord, waarbij zij hun standpunt handhaven.
BOF.KENLEVERING AAN HET RIJK
De overeenkomst met het Rijks-
ïnkoopbureau vervallen.
De Dcbitant, vakblad voor den Ned Bock
handel, deelt mede, dat in een in' December
gehouden buitengewone vergadering van de
Vcreeniging ter bevordering van de belangen
des Boekhandels een voorstel is aangenomen tot
wijziging van artikel 17 van het „Reglement van
verkeer", dat na deze wijziging aldus luidt
„De hiervoor in art. 15 voorgeschreven ver
plichting bestaat niet ten aanzien van prijs
opgaven aan, en inschrijvingen of leveringen op
nonbesteding, of overeen lomsten vim levering
ten behoeve van het Rijk, van gemeenten of van
particuliere inrichtingen van onderwijs (hieronder
niet gerekend Zondagsscholen) in welke geval
len, voor zoover het geen tijdschriften betreft,
ten hoogste 5 pet. korting zal mogen worden
toegestoon, onverschillig of de betaling con
tant zij of niet."
De Debitant teekent hierbij aan
Het gevolg van het aannemen van dil voor
stel is, dat de overeenkomst von den Neder!.
Ccntr. Boekhandel met het Rijks-Inkoopbureau
met 1 Januari 1924 is vervollen, daar geen
enkele inst iling, uitgever of bockhandelaar meer
don 5 pet. korting aan Rijk of gemeente mag
geven.
RIJWTELBELASTÏNG.
Verzoek cm uitzonderingsbe
palingen.
Waar thans het Wetsontwerp Rijwielbelas
ting de Staten Generaal bereikt heeft, heeft het
bestuur van den Algemeenen Bond van Han
dels- en Kantoorbedienden zich gewend tot de
Tweede Kamer dei Staten Generaal, met ver
zoek, deze belastingwet niet tot stand te doen
komen, dan wel met verzoek, daarin zeer be
langrijke uitzonderingsbepalingen te doen op
nemen.
Het Bondsbestuur stelt zich op het stand
punt, dat, afgezien van het bezwaar tegen ei
ken vorm van indirecte belasting, speciaal te
gen deze belasting buitengewone bezwaren
zijn, omdat daardoor in niet geringe mate ge
troffen worden grootc cotegoriën van werk
nemers waaronder ook handelsreizigers cn
handels- en kantoorbedienden, die van een rij
wiel gebruik moeten maken, ten behoeve van
de uitoefening van him beroepzoowel ten
platteland# als in du qrootere steden blijft nu
eenmaal het rijwiel het aangewezen middel
voor persoonlijk vervoer
KRANKZINNIGENVERPLEGING.
Een lezing van Dr. Kat
In het American Hotel te Amsterdam heeft
voor de Ncd. Ver van Huisvrouwen, de Uriie
van Vrouwenbelangen. de Jqodsche Vrouwen
raad en de'Ned. Vereeniging voo- Staatsbur
geressen Dr J. Kat, geneesheer-directeur van
het Apeldoornsche Bosch, gesproken over Ver
leden, heden en toekomst van de krankzinnigen-
verplegiag.
Dr Kot gal eerst een overzicht van krank-
zinnigenzorg in vroeger tijd, welke zoowat ol
ies te wenschen liet. om daarna uiteen te zet
ten, hoe zich langzamerhand de wetenschap der
verpleging van zielszieken ontwikkelde n hoor
stempel drukte op de verzorging von krank
zinnigen.
In ons land is het Johannes van Buren ge
weest. die door te breken met het stelsel van
opsluiting der zieken, in de krankzinnigenver
pleging een nieuw inzicht bracht Het gesticht
Meer cn Berg is in ons land het eerste gesticht
geweest, waar het toepassen van dwangmidde
len werd opgeheven.
Dr. Kat besprak vervolgens de krankzinnigen
wetten van T84I cn 1884. Vooial'de 'aatste
wet, die o.a. staatstoezicht op de krankzinnigen
verpleging buiten de gestichten instelde, is van
grooten invloed geweest Spreker wees hierbij
op oe wenschelijkheid van een afzonderlijke
wet voor de psychopaten, onder welke veelal
de beroepsmisdadigers en recidivisten voorko
men
Uitvoerig stond de spreker stil bij de confes-
sioneele verpleging, die hij van zeer groote
waarde achtte Daarop werd, met tol van licht
beelden. de inrichting von enkele hedendoog-
sche gestichten vertoond, waar vooral de in-
dividueele verpleging meer in aanzien is geko
men.
Dr. Kat roerde ten slotte het vraagstuk der
bezuiniging aan en de grootc moeilijkheden, die
zich daarbij voordoen. Krankzinnigenverpleging,
zorg voor zielszieken is een liefdewerk, dot men
slechts met wijding kan verrichten; bezuiniging
op dezen nrbeid, inkrimping von personeel enz.
achtte hij zeer ongewenscht. Een werkelijke
doelmatige bezuiniging zou liggen in een be
tere organisatie der zorg voor geesteszieken,
een intensievere geneeskundige behandeling, een
verheffing vnn het personeel.
Een centrale instelling van waaruit de patiën
ten gezonden worden naar die inrichting ivoor
zij thuis behooren, een sociaal psychiatrische
dienst, zoools te Amsterdam bestaat onder lei
ding van dr. F. S. Meyers, achtte dr. Kot voor
een toekomstige doelmatige verpleging een ver-
eischte.
Doch ook op voorkoming van geestesziekten
en bestudering van de oorzaken der krankzin
nigheid moet de aandacht gevestigd worden.
Vele geestestiekten toch rijn het gevolg van
kiembederf van het komend geslacht, waar
syphilis en alcoholgebruik de oorzaak van rijn.
Dr. Kat besloot zijn toespraak met zijn toe
hoorders op te wekken om op te komen tegen
een benepen bezuiniging, die de zaak van het
krankzinnigen wezen aantast en schaadt.
PRIJSVRAAG TE/LER'S GENOOTSCHAP.
Op het gebied van penning
kunde.
Directeuren van Teyler's Stichting en de le
den van Teyler's Tweede Genootschap hebben
besloten voor het jaar 1924 de volgende prijs
vraag uit te schrijven: Verlangd wordt een be
schrijving der gedenkpenningen in de Noorde
lijke Nederlanden vervoardigd tot het midden
der I7de eeuw, met levensbijzonderheden van
de makers dier penningen.
Bedoeld wordt om voor Noord-Nederland
een werk te verkrijgen in den geest van Dr.
Julien Simonis, l'Art du Médailleur en Bel-
gique, contribulions n l'étude de son histoire
depuis l'avènement de Charles 1c Témérnire
ou duché de Bourgogne, jusqu'oit millieu du
XVIc siècle, Bruxellcs 190Ö, en de Nou veil es
contributions a l'étude dc son histoire (secon
de moitié du XVIc siècle) van den zelfden
schrijver in 1904 verschenen.
Bij de beschrijving der penningen zal ge
voegd moeten worden cene verwijzing naar de
werken waarin de stukken worden beschreven
en afgebeeld, met de opgave van het metaal
waarvan zij zijn vervaardigd, maat in millime
ters en vermelding der openbare of particuliere
verzameling waarin de stukken zich bevinden
of, indien de origineele niet bekend zijn, de
plaats waar van het stuk wordt melding ge
maakt (B.v. veilingcatalogus, boedelinventaris,
enz.)
Het voornemen bestaat om het werk van
eenige platen te voorzien, waarop in het bij
zonder nog weinig of niet bekende penningen
zullen worden afgebeeld. Den schrijver wordt
verzocht oon te geven welke stukken noor zijn
meening voor afbeelding in aanmerking ko'
men.
Bijaldien de thans uitgeschreven prijsvraag
bekroond worflt, zal bij dc eerstvolgende prijs
vraag voor Penningkunde een beschrijving van
denzelfden aard verlangd worden van dc ge
denkpenningen der periode die op de thans
behandelde volgt, van het midden der I7de tot
aan het einde der I8de eeuw.
De antwoorden moeten worden ingezonden
vóór of op den Tsten April 1926, opdat zij
vóór den Tsten Mei 1927 kunnen beoordeeld
worden
STOPZETTING DER HULPACTIE VOOR
OOSTENRIJK.
Mededeeling van het R. K.
Huisvestingscomité.
Het Hoofdbestuur van het Ned. R. K. Huis-
ver.tings-Comité te 's-Hertogcnbosch deelt me
de, dat het comité zich, met het oog op de
in Oostenrijk ingetreden verbetering der eco
nomische toestanden, genoodzaakt ziet de hulp
actie voor wat Oostenrijk betreft stop te zetten,
teneinde daardoor, nog meer dan thans reds
het geval wrfs, alle hulpverlening te concentree-
ren op die landen waar de nood het grootst is.
Dc laotste trein, die alle door hot comité
naar Nederland gebrachte kinderen naar
Oostenrijk zal terugvoeren, zal 28 April nnor
Weencn vertrekken. Na het vertrek van de
zen trein bestaat er onherroepelijk geen gele
genheid meer om kinderen door lusschenkomst
van het comité naar Oostenrijk terug te zen
den.
NOGMAALS LANDVERHUIZING NAAR
CANADA.
Alleen landbouwers en vrou
welijke dienstboden gevraagd.
De heer J. P. F. Pool, directeur der Over-
zeesche Hypotheekbank te Rotterdam schrijft
ons
„Het ingezonden' stuk von de Directie vnn
het „Bemiddelingsbureau voor Transatlanti
sche Emigratie", de hecren S. L. Vcenstrn en
P. Hoogkamer, dot in verscheidene bloden een
paar dagen geJpdcn voorkwam, heb ik met
groote verwondering gelezen. Blijkbaar willen
deze heeren de emigratie naar Canada weer
leiden in de oude banen, waarop reeds zoo-
velen van allerlei nationaliteit struikelden en
het na veel misère slechts tot ontgoocheling
brachten.
Kortheidshalve verwijs ik naar mijn inge
zonden stuk van 21 Januari j.l. dat in vele
bladen is opgenomen. Op alles, wat ik daarin
als goeden raad ann allen, die cmigratieplan-
nen heben, gezegd heb, moet ik nog eens met
klem de aandacht vestigen.
Tn een lundbouwland nis Canoda, dat nog
zoo schaars bebouwd is, zijn thans alléén zij,
die den landbouw kennen, zooals dre hier in
Holland bedreven wordt, gewenscht en don de
dienstboden (vooral op de boerderijen). Laat
men toch bij het overwegen vnn de wensche
lijkheid van iemands emigratie naar Canada
alléén rekening houden met dc werkelijke be
hoefte in dit land, die blijkt uit de offieicele
mededeelingen, welke ik in mijn vorig stuk
aanhaalde I
Iedereen,, die wil emigreeren noor Canada,
zal verstandig doen het interview eens te le
zen, dat de heer F C. Bloir, Secretaris vnn
het Canodeeschc Immigrntiedepartement te
Rotterdam heeft gehod met de vertegenwoor
digers von eenige bladen (Ook in ons blad
opgenomen. Red
Daarin geeft de heer Bloir duidelijk te ken
nen, dot alléén landbouwers, tuinbouwers en
dergelijken, zoomede vrouwelijke dienstboden
in Canada gewenscht worden Op eene desbe
treffende vraag deelde hij mede, dot dc vraag
naar andere handwerkslieden zeer beperkt is
en de Canndeesche Regecring zich het lot van
zoodanigen onder <^e emigranten niet nontrokt,
wel dot van de landbouwers. „They may come
along, but we don 't invite them." Ook voor
den ongeschoolden arbeider is er weinig voor
uitzicht, zegt hij; en don: Canada vraagt land
bouwers; het wi! zich doorvoor moeite ge
troosten, maar om de rest bekommert het zich
niet.
Mij ^unkt, dit is duidelijk en de heer Blnir,
Secretaris-generaal van hut Ministerie van Im
migratie cn Kolonisatie, zal toch waarlijk wel
weten, wie in zijn eigen land kans van slagen
heeft.
Mochten er onder de lezers zijn, die nog
■^anrne van Hollandsche zijde bevestiging zou
den willen zien. dan mogen zij kennis nemen van
onderstaande uittreksels uit een schrijven van II
November- j.l. van den Nederlandschen Vice-
Consul te Winnipeg (Manitoba), den heer Mr.
Dr van Riemsdijk
„Gij ziet derholve, dot, met uitzondering van
een beperkt aantal vrouwelijke dienstboden,
alleen voor personen uit den landbouwenden
stand emigratie aanbevelenswaardig is. Ook
vcor landbouwers is het gewenscht, dat zij in
Holland wat Engelsch leeren zij kunnen zich
dan hier veel beter redden", en verder
„Wet belreft metselaars, timmerlieden,
schilders, smeden, mecaniciens, electriciens,
fabrieksarbeiders, scheepsbouwers en barbiers,
in ieder van deze vakken bestaat op het oogen
blik min of meer werkeloosheid. Hoewel voor
deze arbeiders in normale omstandigheden
emigratie naar Canada zeer wel mogelijk zou
zijn, moet him daarom op het oogenblik emi
gratie ten eenen male worden ontraden."
Duidelijker kan het wel niet I
Nogmaals rood ik een ieder aan, alvorens
tot emigreeren nnor Conndn te besluiten, voor
al toch ook eens inlichtingen in te winnen bij
de Nederlandsche Verceniqing „Landverhui
zing," Bczuidenhoutsche Weg no. 97 te 's-
Grnvcnhngo.
FEN GEVAL VAN BESMETTELIJKE PAAR
DEN BLOEDARMOEDE BIJ DEN MENSCH.
Dr. J. Th. Peters, privaat-docent aan de uni
versiteit te Leiden, beschrijft, volgens de N. R.
Ct., in dc Prcsse Medicnle een zee- merkwaardig
voorzoover bekend nooit tevoren waargenomen
geval van besmettelijke bloedarmoede vun het
paard bij een mensch.
Een von de hooglceraren der Vcea-tsenijkun-
dige Hoogeschool die geregeld paarden lijdende
r.on besmettelijke bloedarmoede behandelde,
werd zelf nnocmisch. Hij vreesdo met een geval
van de ziekte van Addison-Bicrmcr (con zeld
zame vorm van bloedarmoede) te doen te heb
ben. Maar toen men een kublekcn centimeter
vnn zijn bloed bij ccn paard inspoot stierf dit
aan besmettelijke paardcnblocdarmocde. Drie
maal werd deze kostboro proef herhaald, drie
maal met hetzelfde ondubbelzinnige resultaat.
Zoowel gefiltreerd als qngéfiltreerd bloed bleek
besmettelijk, de verwekker passeerde dus door
zeer nauwe poriën. (liltrabel virus). Dit beves
tigde de waarnemingen over dezen verwekker
d^or Carré cn Vallee in 1904 gedaan.
Peters correspondeerde over dit geval met
den bekenden Parijschcn parasitoloog prof.
Brumpt, die ook nog nooit een dergelijk geval
had wenrgenomen. Hij beschrijft dan uitvoerig
alle subjectieve en objectieve verschijnselen, die
zich nn verloop van tijd het ziektebeeld
strekte zich met tusschenpoozcn over verschei
dene jaren uit voordeden. Verschijnselen van
het maagdnrmkannal, o.a. de uenweziqheid van
bloed in dc ontlasting, stonden daarbij aanvan
kelijk op den voorgrond, verder pijnlijkheid,
zuchtigheid, vermagering en vermoeidheid. Op
den duur werd het bloed minder besmettelijk
voor paarden. {Sommige paarden zijn ondertus-
schcn onvathnor voor deze riekte.)
Merkwaardig was ook het blocdbccld gedu
rende de perioden van bloedarmoede danMe het
aantal roodo bloedcellen tot beneden 2 millioen.
School- en Kerknieuws.
DE BIJL VAN COI.IJN.
In School en Huis, weekblad voor opvoeding
en onderwijs, wordt een reeks artikelen begon
nen onder den titel De bijl von Colijn. Daarin
leest men o.m.
Voor scholen waar de klossen een jaar du
ren, moest tot heden een kind minstens 51-
jour zijn om toegelaten te worden, voor scho
len waar de klossen een half jaar duren was
die leeftijd 5 K jnornu zijn ineens die leeftij
den geworden 6jaar en 6yt jaor. Er zijn mis
schien dit jour hier en door nog een paar kin
deren, die door omstandigheden of door den
wil der ouders een jaar loter dan ze mochten,
plaats vragen moor in 't olgemcen zullen
do scholen in ons lond bij de eerstvolgende
plontsing na 8 Febr. a.s. geen eerste klus vor
men. 't Volgend jaar zullen er wel weer eerste
klassen worden gevormd maar zal gein en
kele school er een tweede klas op na houden.
Zoo zullen we dc eerstvolgende jaren scholen
met 'n gat hebben over zes jaar eindelijk zal
het gat bovenaan zitten, en dus verdwene.n zijn.
Zes juor long zullen wc dus deze abnormale
scholen hebben met één stel kinderen, die nooit
kunnen „blijven zitten"
„Nu moeten we niet dodelijk zoo erg veront
waardigd zijn, dat in 't algemeen do kinderen
een jaar ouder op de lagere school zullen ko
men. Voor de groote meerderheid der kinderen
kon men de stelling verdedigen, dat zij tegen
woordig een inar te vroeg op de „grootc"
school komen Als het nu waar wus, dat men
hier twee vliegen in één klap sloeg de lagere
school geschikter te maken door hoor over 't
algemeen een jaar ouder publiek te verschaf
fen, cn dan tegelijk zon jaar lang de uitgaven
voor personeel tot 5/6 deel to beperken, dan
zouden we kunnen zeggenziehier een tijde
lijke bezuiniging von zes jaren, dus voor den
eerstvolger.dcn tijd von de nict-kloppende
stnotsbegrootingen, die ook nog wel om hoar
paedagogische woarde te verdedigen is, al des
organiseert zij onze scholen wel gedurende die
zes jaren.
„Echter is die „bezuiniging" óf slechts schijn,
óf een verslechtering, veel erger dan het pae
dagogische voordcel van 't joar opschuiven zou
wezen. Vooral in de steden zullen de kinderen
van 5Yi, 6 tol 6^, 7 jaor ondergebracht moe
ten worden op de bewaarschool; wont het is
toch onmogelijk de kinderen bijvoorbeeld tot
hun zesde jaor behoorlijk op een bewaarschool
te loten, ze don een jaor te laten strootzwerven,
en zc daarna op school te doen. En vee! moe
ders, die het nog wel bolwerkten zonder be
waarschool, doordot zij ten minste hun kind
op 5Ys6-jorigcn leeftijd naar 't groote school
konden doen, zullen met de kinderen van 67
inar thuis al te verlegen zitten, en ze naar do
bewaarschool willen zenden. We krijgen dus dit
dat de kinderen, waarvan men de kosten uit
spaart bij het lager onderwijs, vermeerdering
van kosten voor het bewaarschoolonderwijs zul
len meebrengen. Deze „kosten" zullen voor ge
bouwen, leermiddelen enz. niet ver uiteenloo-
pen, en voor zoover zij bestoon uit 2e salaris
sen var. het personeel, zullen de mc*rdero kos
ten van het bewaarschoolonderwijs de uitspa
ring van het lager onderwijs zelfs overtreffen.
Immers, de salarissen der bewaarscjioolonder-
wijzeressen bedragen uet zooveel n nder dan
die der lagere school-onderwijzeressen, zijn op
sommige plaatsen zelfs hoogeroovondien
spaart het lager onderwijs niet het geheele sa
laris der ontslagen onderwijzeressen uit, maar
moet men ook een som uittrekken voor wacht
geld."
„Het bewaarschoolondenvirs geniet geen cent
van het Rijk. cn als het Rijk een stel kinderen
van de lagere school afjaagt en naar het be
waarschoolonderwijs verwijt, dan is dat een
voordeeltje voor de Rijkskas. Moor het is
afwentelen op de gemeentelijke overheid, cn
welk ernstig man zal dergelijk afwentelen be
zuiniging durven noemen
„Het kan alleen bezuiniging zijn als de ge
meenten zich even weinig van het bewaarschool-
onderwijs aantrekken als het Rijk dot tot he
den deed. Dit „bezuinigen" is niets anders don
speculeeren op het plichtsverzuim van anderen."