binnenland.
feuilleton.
TWEEDE BLAD.
De Winter.
Terug in het leven.
22e Jaargang AMfc-RbFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander' Zaterdag 23 Febr. 1924
Het is midden Februari; nergens meer
hoort men klachten over uitblijven van echt
winterweer. Geen wonder! Reeds voordat de
kortste dag er was, waren de voorboden er
al: het ijzelde, het sneeuwde, het vroor. Maar
het waren slechts voorboden, na den kort-
sten dag werd het meer ernst.
Hadden we niet een „witte Kerstmis", ge
heel in den vorm? Het was niet zoo ijselijk
koud en buiten in de velden en bossohen
lag een schitterend wit kleed over de slapen
de aarde gespreid. Maar het werd slimmer;
met oudejaarsdag daalde de thermometer
zoover, dat in jaren niet zoo'n lage stand
was opgeteekend en wie van „oud en nieuw
Meren" huiswaarts ging, voelde terdege dat
het winter was.
Het ijs liet ian-ger op zich wachten dan
men vermoedde, en het behoorde- niet tot
het beste, een gevolg van de overvloedig
gevallen sneeuw. Doch eindelijk was het er
toch, en overal, waai slechts gelegenheid
was, werd vol enthusiasme met de ijssport
een aanvang gemaakt. Het begon natuurlijk
in Friesiand. Geheel naar den aard was'het
er niet, want als liet zoo moet wezen, wil de
Fries per sohaats de geheele provincie ai-
reizen, en naar wij hoorden was ditmaal
geen gelegenheid: op meerdere plaatsen was
het ijs niet goed.
In de andere provincies volgde dra hei
gegeven voorbeeld en overal hoorde men
over haast niets anders spreken dan van
schaatsen, ijsbanen, hardrijderijen, ijsfees-
•ten en wat er zoo toe behoort. Merkwaardig
is het, welk een geweldigen invloed het ijs
nog op ons volk heeft. Alles wordt, wat
maar eenigszins mogelijk is, er voor achter
gesteld, uitgesteld of afgesteld, want er rs
ijs, men moet de gelegenheid waarnemen.
Op het ijs zijn de Nederlanders één, dan is
er geen scheiding van partij, van stand of
wat ook; er heerscht orde en regel, men
neemt de vormen in acht. Ziet men Neder
land op het ijs niet op z'n best?
Niet alleen in ons land is het winter; van
alle zijden komen de berichten van strenge
koude en vaak ook van geweldigen sneeuw
val. Lezen we niet van hevige koude, strenge
vorst in Amerika I
Bijzonder is dat niet, lvet gebeurt er meer.
Echter meer ongewoon is het dergelijke be
richten uit Italië te vernemen. Immers als
men Venetië hoort noemen denkt men aan
zonnewarmte, en thans bereikten ons van
daar berichten over sneeuw en lazen we, dat
de beroemde kanalen waren toegevroren.
Zagen we niet photo's van 'besneeuwde gon
dels?
Men tracht verband te zoeken tusschen de
vele aardbevingen en deze zoo algemeene
lecude. Het blijven echter gissingen!
Dan de ontzettende massa's sneeuw, die
overal gevallen zijn! Men las, leest en hoort
van vele ongelukken. Lawines hebben reeds
heel wat verwoesting aangebracht en menig
een is er het slachtoffer van geworden.
Men is ook niet zonder zorg over de te
wachten stijging der rivieren, als de opge
hoopte sneeuw gaat smelten. Bij niet al te
sterke dooi kunnen de rivieren het water ge
leidelijk afvoeren; in het tegenovergestelde
geval kon de toestand wel eens zorgelijk
worden.
Vooral in dé steden heeft de sneeuw velen
werk verschaft, wat met het oog op de werk-
üoozen zeker gelukkig, doch voor de geld
middelen minder welkom geheeten mag wor
den, want vele gemeenten varen financieel
minder wel. Hoorden we niet hoe in een van
onze steden het tramnet per dag meer dan
duizend gulden kostte, enkel voor pekelbe-
sproeiing.
En nog heden vriest het, rijdt men in blin
kenden zonneschijn schaats, en kan men
nog spreken van een winter, zooals in jaren
niet voorkwam.
Moge op zulk een winter een Heerlijk
voorjaar volgen, waarvan reeds voorboden
zijn waargenomen.
F. C. v. WAG ENS VELD.
Meersburgen.
Parijsohe Brieven.
CCXCVI.
Arthur Meijer en Woodrow
Wilson. Bezuiniging en
nationalisme.
Parijs, 14 Februari 1924.
Sinds mijn vorige brief verscheen, heelt Hu-
des twee mannen tot zich in het rijk der schim
men geroepen, die beiden, maar ieder om geheel
andere redenen, hier een welverdiende ver
maardheid g"enoten. De eerste was Arthur
Meijer, directeur van „Le Gaulois", het groote
dagblad der orthodoxe monarohisten de ander
was president Wilson. cL geestelijke vader van
den „Wereldbond
Van niemand meer dan van den tachtigja'i-
gen journalist, die heel onverwacht overbed
op hetzelfde oogenblik dat zijn laatste artikel
in het twee-en-veer lig jaar lang door hem be
zuurde blad verscheen, kan gezegd worden
da: Hij een „personnalité bien parisienne" wns.
Wat hieronder precies verstaan moet worden,
is moeielijk te omschrijven, wunt noch fortuin
of stand, noch genie of bedrevenheid zijn ei de
noodzakelijke voorwaarden toe. Des te bete: zoo
men een of meer dezer eigenschappen bezit
maar men wordt het meestal zonder het cr op
too te leggen, en zij die dit wel doen, bereiken
het begeerde doel slechts bij uitzondering. Ar
thur Meijer kon zich er op beroemen toch
deed hij het niet dat hij die bevoorrechte
plaats onder zijne stadgenooten meer dan een
halve eeuw heeft ingenomen, dot er geen Parij-
zenaur was die hem niet kendehij was een
„Parijschc persoonlijkheid" voor dat hij het
zelf wist, hij is het gebleven omdat hij er
alle onbepaalbare hoedanigheden toe bezat
tot aan zijn dood. Tientallen van jaren na
den dood von den prince de Sogan, die geen
concurrent had gehad is hij de „orbitre des
élégants" geweest, wat voor hem al even
merkwaardig moest schijnen als de onbetwist
bare leider van het orgaan van den graaf de
Chambord te worden en te blijven, omdat hij
tot aan zijn huwelijk met de laatste afstamme
linge uit het hoog-adelijke geslacht der Turen-
ncs nu ongeveer vijftien jaar geleden
israëliet was. Bij geen groote première, geen
kamerzitting van belang, geen feest in „de
wereld", geen fancy-fair in den „nobelen fau
bourg", geen sensationeel proces ontbrak hij
overal trok zijn karakteristieke physionomie
met den krullenden witten haarkrans om het
hooge voorhoofd en den gladden schedel en de
witte snor cn bakkebaarden, die hem op wijlen
keizer Franz^Joseph deden gelijken, de aan
dacht. Hij was de ziel en de groote werkkracht
van zijn blad, welks redactic-bureaux in ziin
eigen woning gevestigd waren Dit alles en de
kalme gemoedsstemming waarmee hij den dood
tegen ging, toen hij dezen veelde naderen, marr
van Arthur Meijer doen zeggen, dat hij geleefd
heeft en gesto~ven is naar de fiere woorden
van Napoleon „H fout vouloir vivre et sa voir
mourir I"
Voor de Parijsche bevolking, voor die van ge
heel Frankrijk misschien wel vcor die van
geheel Europa was president Wilson bij z>:n
oankomst hier in Dec. 1919, de brenger der
vredeboodschap die voor goed de wereld van
het oorlogsspook zou verlossen. Daarom was
zijn intocht, van het station aan de Porte Dau-
phinc tot het gebouw van de Amerikaansche
Ambassade, een ware zegetocht, waarop hij
overal door een volksmenigte, zoo talrijk als
er nog nooit een voor een vreemden vorst was
soamgestroomd, met stormachtigen gcestd ift
werd begroet. Iedereen wist dot hij voor zijn
land tot den oorlog was besloten met het hooge
doel dat de vrede cr voor goed door gevestigd
zou worden, dat de pijlers der nieuwe wereld
orde, die naar ziin ideale voorstelling eruit ge
boren moest worden, waren de Bond deT Vol
ken en het recht van vrije ze Toe schikking der
Naties. Iedereen geloofde dat hij dit nieuwe
evangelie zou bevestigen. Het is niet geheel zoo
uitgekomen, wat echter niet verhindert dat hij
voor het Franschc volk blijft de schepper van
een nieuwen staat van zaken, die nog wel niet
de gedroomde wereldorde van eindelooze vrede
is, maar die toch het uitzicht op de toekomstige
verwezenlijking van dien schoonen droom heeft
yeopend. De ctrbiedige sympathie voor
Wilson is hier blijven voortlevendaarvan
hebben wel het beste bewiis gegeven tie alge
meene deelneming" bij zijn overlijden cn de even
eens algemeene erkenning van hetgeen hij h» it
gedaan om de menschheid gelukkig te maken,
al kon hij het. dan ook lantr zoo ver niet brengen
als hij gehoopt had, en dit nog al door den te
genstand dien hij in zijn eigen land ondervond.
Nergens ter wereld zal de nagedachtenis van
Wilson meer vereerd worden dan in Frankrijk.
Bezuiniging is het wachtwoord van hoog tot
laag, in de huishouding van den Staat, in die
van icderen burger, die het „één voor allen, el
len voor één" goed begrijpt.
De Staat moet bezuinigen om de internutio-
nalc waarde- van het nationale betaalmiddel op
normaal peil of althans dicht er bij terug
te brengen. Dit zal het werk zijn van den heer
Poincaré, zoodra de Senaat, naar het voorbeeld
der Kamet, den minister-president de macht
heeft verleend decreten uit te vaardigen die
kracht van wet hebben, wat als resultaat een
bezuiniging van minstens een milliard moet op
leveren. Heeft daarna het Parlement de voorge
stelde verhooging der belastingen met M van
haar bedrag goedgekeurd, don zal het even
wicht van het „buitengewone" budget dat
der dépenses rocouvrables, bcstaendo
uit voorschotten die Frankrijk moet doen, zoo
lang- Duitschland zijn linancieelc verplichtingen
voor het herstel der in den oorlog aangerichte
schaden cn wat het bij het Vredesverdrag nog
meer ter vergoeding heelt aangenomen te bc-
tAlen. niet nakomt misschien ongeveer wor
den hersteld
De door de Regccring gevraagde cn van
de Kamer verkregen décrets-lois hebben
van radicale zijde nog al wat tegenstond onder
vonden. De partij, waarvan de heer Herriot de
kloeke aanvoerder is, heeft er hare goedkeu
ring aan onthouden. Men dient hierbij echter
wel in het oog tc houden, dot de reden dier op
positie niet was een wantrouwen tegenover den
hec-r Poincaré, als zou deze van de hem zoo
verleende macht misbruik maken ten nadeele
van de Republiek. Voor den heer Herriot en
zijn partij bestond het gevaar dier decreten
daarin, dat een cventueele opvolger van den
heer Poincaré voor het geval dot deze z'n
plaats moest ruimen het zou kunnen doen;
want de radicalen hebben in dit opzicht veel
minder vertrouwen in dc tegenwoordige meer
derheid der Kamer dan in den tegenwoordigen
.minister-president, waarmee zij, meen ik, groot
gelijk hebben.
Morgen beginnen de Kamer-debatten over den
„doublé décime" (dc verhooging met l&) op
alle belastingen, waarvan venvacht wordt, dat
zij wel eenigo dagen zullen duren, maar aan
welker uitslag, naar de wenschen der Regee
ring, niemand twijfelt.
Dc bijna-zekerheid dat deze zware verhoo-
ging der belastingen tot stand komt, heeft nu
a! sommige winkeliers ertoe gebracht de prijs
hunner waren evenredig tc verhoogen, evenre
dig dan opgevat in den elastieken vorm, dien de
kooplui dikwijls toepassen als zij „opslaan", d.
w. z. binnen grenzen die zich bewegen tus
schen TO en 50 pet Een dergelijke priisverhoo-
ging, zelfs die van TO pet., is, naar de bereke
ning van bevoegde beoordeelaars, veel te groot.
Volgens die berekening toch ondergaat een
voorwerp van Fransche fabricatie, waarop de
nieuwe belasting wordt toegepast, een prijsver-
hooring die 4 a 5 pet niet te boven gaat; voor
landbouwproducten zal die verhooging niet
meer dan 2 ii 5 pet. mogen bedrogen. Voor
sommige producten uit het buitenland geïmpor
teerd. zal de prirsverhooging niet meer don 8
a 9 pet. (als maximum) mogen zijn, ten gevolge
van de verhooging der tarieven voor transport
en inkomende rechten.
De noodzakelijkheid van bezuiniging, zoowel
voor den Staat nis voor de burgers, d e hun
sociale plichten goed begrijpen, brengt bij vele
nationalistisch aangelegde super-patriotten
naar oud gebruik dc hoofden op hol. Allerlei
zonderlinge voorstellen zijn er het gevolg van:
bemoeielüking van den invoer van buitenland-
sche producten, algeheel verbod van den invoer
uit het buitenland van verbruiksartiVelen, exfra-
taxen voor hief vertoevende vreemdelingen, en
als zij het konden maar zoo ver brengen zij
het niet meer zouden zij wat graag een anti-
vreemdelingen-campagnc op touw zetten. Die
menschen meenen het zeker goed met hun va
derland; maar zij zijn dom, zij weten niet of
houden er geen rekening mee, dat dc groote
meerderheid der hier vertoevende vreemdelin
gen enorm veel bijdragen tot de vermeerdering
van den nationalen rijkdom (de oud-minister
Louchcur. die een rekenmeester van belang is,
schatte onlangs de som door vreemde toeristen
en reizigers hier in dc jaren 1920—1923 inge
bracht, op ongeveer vijf milliard francs per
jaar) en dat een ander zeer groot aantal het
aanzienlijke tekort in den nationalen arbeid
komen aanvullen dit nog al met de aanmoe
diging der centrale en plaotselijke autoriteiten.
Wij hebben in den loop der laatste kwart
eeuw al meermalen gelegenheid gehad waar to
nemen, dot het gevaarlijk is 't den vreemdelin
gen overbodig lastig te maken. Hebben juist
niet alle luxe-bedrijven, die hier zoo welig tic-
ren, belang erbij het den vreemdelingen naar
den zin te maken Het is waar dat dc leiders
dezer bedrijven dit belang heel goed begrijpen
en dat cr dus van verwezenlijking der nationa
listische droombeelden wel niets zal komen.
DOYEN.
Brieven uit Rotterdam
Een groot verlies. Dc steun
verlening aan onze industrie.
Reorganisatie van een leer
plan en vermindering aan popu
lariteit. Een ontslag kwestie.
Tooneel. .,Lc Port de
Rotterdam".
Ecu van de mees» tragische gebeurtenissen
voor onze stad. mee. .in het bijzonder nog voor
de Rotterdammers, die van muziek houden, is
het plotseling overlijden van A. B H. Verhey.
Maandagavond zagen wij hem voor het laatst,
toen hij de uitvoering van het capet-kwartct bij
woonde. Dinsdagmorgen heeft een beroerte of
een hartverlamming een eind aan zijn werkzaam
leven gemaakt, vlak nadat hij zijn woning aan
dc Kortenaerslraat verlaten had.
Het is overbodig dc beteekenis van zijn werk
tc schetsen. Het bericht van zijn dood heeft U
reeds bereikt en het feit dat men hem in heel
Nederland kende cn zijn buitengewoon muzikaal
talent waar:rde maakt, dat de verslagenheid
over zijn heengaan in alle couranten tot i.iting
kwam Maar hij was een specifiek Rofterdam-
schc verschijning en in het betrek' jk kleine
kringetje van op den voorgrond tredende musici
in onze stad mist men hem zeer bijzonder. Velen
betreuren het dat zij den overledene niet de
laatste eer bewijzen kunnen.
In Te raadsvergadering, welke 14 dezer ge
houden wordt, zal worden uitgemaakt of dc ge
meente moet doorgi.au met het verleenen van
subsid;e aan particulieren om met sjcccs tegen
bu tenlandsche werkgevers te concurreeren cn
op deze wijze de arbeiders, die zij jn dienst heb
ben. aan het werk te houden. Het geheime voor
stel is, op aandrang van mr. van Aaltcn, die zich
ten deze op de gemeentewet beriep, van zijn
geheimzinnigheid ontdaan, en in de motiveering
van B. en W. schijnt wel een van de sterkste
ai gumenten, dat met dit subsidie aan 400 arbei
ders een jaar lang werk verzekerd wordt. Maar
aan den anderen kant moet toch dc onmogelijk
heid worden ingezien een dergelijke steunvc»-
Ieening tot een systeem te maken. Inderdaad
wordt de deur daartoe geopend.
Naar v°rlridt zijn nog enkele voorstellen v:n
dergelijke strekking in behandeling bij het Col
lege. en dus zal de Raad zijn houding hebben
te bepalen niet alleen ten opzichte van dit, maar
evenzeer van eventueel volgende voorstede.i;
il faut qu'une porte soit ouverte ou fermée. 1
Dit eldt ook voor subsidies aan tooneel-
gezelschappen; en daarom is het billijk dat het
Princessetooneel het subsidie werd ontzegd; op
het kantje: 23 tegen 21 stemmen; een vorige
maal staakten de stemmen. Hadden de vóór
stemmers het pleit gewonnen, dan zou billijk
heidshalve ook het Scliouwtooneel een sub
sidie mot n zijn toegekend.
In de vorige raadsvergadering hebben drie
van de vier vrouwelijke leden het woord ge
voerd over het voorstel tot reorganisatie van
1) Nadat dit geschreven was is een uiteen
zetting van de betrokken scheepswerf gepubli
ceerd, waaruit zou moeten blijken, dat andere
regeeringen hun werven steunen opdat zij met
succes kunnen concurreeren, op dc wereld
markt. Hieruit zou dan blijken, dat dc wedstrijd
tusschen dc verschillende werven er feitelijk een
is tusschen verschillende landen, waarbij de re
geeringen zich sterk interesseeren. Dit belicht
een eigenaardigen kant van deze kwestie, maai
de conclusie blijft m. i. dezelfde: „Nederland
zou in een dergelijkcn wedstrijd uit den aard
der zaak nooit vöor een prijs in aanmerking
komen."
Waarom er dan mee te beginnen?
het onderwijs, dat in hoofdzaak hierop neerkomt
dut het werk van de vakonderwijzer(es) door
de(n) kïasse-ondcrwiizcr(cs) moet worden ge
daan. Handwerk- en gymnastiok-ondcrwijs zul
len dus door het gewone personeel moeten wor
den gegeven
Er waren wel ceuigc bedenkingen, doch in
groote lijnen werd het voorstel toch aanvaar
zoodat het waarschijnlijk in de vergadering van
deze week wel zijn beslag zal krijgen, pniet-
kelijk is. da* alle veranderingen, welke men de,,
laatstcn tijd bij het openbaar lager onderwijs
aanbrengt, dc populariteit ervan afbreuk doen.
Het aantal bijzondere scliolen wordt steeds
grooter.
Geen beslissing viel inzake dr kwestic-
Steup.
Dc heer Stcup was n.l. een hoofdambtenaar
aan laatselijke werken, die meer in het bijzon
der had to: tc zien. dat uitgaven niet onder
andere doofden- werden gezet dan waar zij be
hoorden een systeem waarmee men op het
stadstimmerhuis vroege, werkte om over
schrijding van credieten te camoulkeren. Hij
heeft zich van die plicht opvold >cnde gekweten
en is op staanden voet ontslagen.
Achteraf blijkt, dat velen deze strut te zwaai
vindeo, en het verzoek van den heer om
weer in gemeentedienst tc worden hersteld was
daar het gevolg van
B. en W. adviseerden i.-<n dit verzoek geen
gevolg te geven. In geheime vergaderd g is
daarover gediscussieerd, en de redenen om dit
ontslag weer in tc trekken moeten wel klem
mend zijn. 22 raadsleden daartoe wilden
overgaan. Evenveel stemmen werden cr tegtn
uitgebracht, zoodat dit prae-advies opnieuw aan
dc orde komt.
Wat de subsidies r. tooneeldirtïcties bctiett
cn het daarmee samenhangend gemis aan waar*
aeeriiig voor ons tooneel van dc zijde van het
publiek schij.'t hef wel, dat er cenigt kentering
komt in de bclangstcllin.' van de schouwburg
bezoekers. Althans de laatste twee voorstellin
gen van Paul Wegener en zijn gezels hap waren
slecht bezocht. Wat de opvoering van Toten-
tanz betref» was dit vrij logisch: verleden ja-r,
maar in dit seizoen, heeft Wegener dit uk hier
m dezelfde bezetting gespeeld. Doch Der 3ohn
was voor ons nieuw. En toch bleven de nic i-
schen weg; terwijl Róyaurds met Grompie vrij
goede zalen had. Dc jubifeumyoorstelling, welke
Donderdag gegeven wordt zal wel voor een zoo
goed als uitverkocht huis gaan; voor het gezel
schap van Cor. rd. Lugt MeJsert blijven Boefje
en Het Alarmsignaal uitstekende kasstukk» v
Het is de gewoonte niet, op deze plaats boekeu
te bespreken; een uitzondering mag wo.den ge
maakt voor een nieuw propadanda-werk over
„Lc port de Rotterdam", dat op ruime schaal
in Frankrijk z.-.l worden verspreid Het is een
In alle opzichten uitstekend verzorgd boek,
voortreffelijk geïllustreerd; vele bekende mannen
in onze stad hebben er een bijdrage voor ge
schreven, o. w de oud-directeur van gemeente
werken en dc voorzitter van dc Kamer van
Koophandel. De voorzitter van dc Rotterd.
journalistcnvcreeniging, had cr dc red-" van.
Dc inhoud is niet betoogend. Vee! meer zijn
het, naast dc tallooze fraaie foto's, dc cijfers,
die cr in spreken. Overigens wijdt het, naast
onze haven, aandacht aan de industrieën, die
zich om het havenbedrijf groepeeren; een mooi
bock waaraan behoefte was. War* t kan geen
kwaad in Frankrijk wat meer kennis te ver
spreiden ovei de beteekenis van Rotterdam,
meer in het zijzonder voor het Rijnland cn voor
den Franschen handel.
DE ARTILLERIE-INRICHTINGEN
De memorie der Directie.
Men verzoekt ocnigszins uitvoerige mede-
dcclinjren te doen uit de memorie der Direc
tie, gevoegd bij het dezer dogen vermelde
rapport der Commissie voor onderzoek voor
de Artillerie-inrichtingen.
Het volgende wordt thans not? non bedoel
de memorie ontleend
Een eilfensorclifvc blik op de wijze. waar
op de commissie tot een oordeel geraakt, kan
ook nog worden verkregen door een nadere
beschouwing van hot© klacht over het dik
wijls niet dan met '.eel moeito van leidende
personen in het bcdrijt kunnen verkrijgen van
gevraagde inlichtingen, „ja zelfs verzwijgen
von feiten, waardoor zij tot onjuiste gevolg
trekkingen zou kunnen zijn gekomen". Zij
steunt deze klacht niet anders dan met hetgeen
zij meent te moeten laken in het antwoord van
Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKE.
Voor Nederland bewerkt door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
23
„Wie zijn ei nu hier?"
De jonge Westrnacott ratelde een reeks
namen af, die Baltazar niet kende.
.Jk spreek van Tl twintig jaar geleden,"
zeide Baltazar.
..Ken je Mr. Sheepshanks?"1
..Dr. Sheepshanks nu. sir. Honoris causa.
Vlak vóór den oorlog."
„Goed. dr. Sheepshanks dan," zeide Balta
zar vrij ongeduldig.
„0. hij is nog altijd hier. Hij is dc oudste
tutor."
„Is hij thuis?"
..Ik heb hem niet zien uit gaan, Ik weet
vrij zeker, dat hij thuis is. Letter E, New
Court, sir."
„Dank jé," zeide Baltazar, die dan door
de hem zoo welbekende binnenplaatsen
Sheepshanks ging zooken.
Toen hij op den drempel van Lettor E
stond en den naam las witte letters op
zwarten achtergrond „Dr. Sheepshanks",
herinnerde hij zich, dat Sheepshanks hier
dortig jaar geleden gewoond had. Waar
schijnlijk dezelfde kamers. Op do tweede
verdieping. Hii liep dc kronkelende houten
trap op. Ta: boven de niet gesloten buiten
ste deur (de onfeilbare concierge had gelijk)
stond de naam van dr. Sheepshanks. Hij
bleef een oogenblik staan vóór hij op de
binnenste deur klopte, omdat zbn geheele
jeugd in hem opwelde. Hij zag zich terug
als groen, die mot zenuwachtige khokkols
klopte in het bijna gewijde portaal van den
beroemden repetitor, de bron van aile wis
kundige wetenschap, het legendarische we
zen. dat dc macht bezat zijn leerlingen num
mer een bij het examen tc laten halen. Hij
zag zich terug als derdejaarsstudent, die vol
zelfvertrouwen aanklopte, zeker als hij was,
dat Sheepshanks zijn reputatie op zijn
triomf gezet had. Hij zag zich torus dc den»
uitdagend open smijtend, nadat de uitslag
bekend gemaakt was. „Spooncr, Jenkins,
BaltazarSpooncr had gerepeteerd met
Roberts van Trinity-College, maar Jenkins
:\vds een leerling van Sheepshanks... Hij zag
zich nog verscheidene andere malen lenig.
Die zware, zwarte eiken deur. welke zoo
aanlokkelijk open stond, bevatte dc gehei
men van zijn dolle jeugd.
Eindelijk klopte hij. maar dc li!; zoo
leek het hem toe miste- alle karakter.
Een stem dezelfde scherpe, nasale stem
zij deed hem even denken aan zijn groni-
liid riep-
..Binnen!
Hij deed de dear open en -bleef oj) den
drempel staan. Den rug van Sheepshanks,
die bij het groote raam, dat op den tuin
uitzag, aan zijn bureau zal. Ie werken, zag
bij over do groote bibliotheektafel heen, die
in het midden van de kamer stond. Het was
dezelfde oude tah-1. waaraan hij in zijn stu
dententijd zoo dikwijl» gezeten had. Hoe
dikwijls was hij toen en later binnengegaan
na dat scherpe „Binnen"' en had hij dan
dien magcren rug en het gebogen hoofd ga-
zien en enkele oogcnblikken gewacht, zooals
hij ook h'u wachtte, tot Sheepshanks zijn zin
af had cn zich omkeerde in zijn stoel den
zelfden ouden draaistoel. Na een paar secon
den keerde Sheepshanks zich om cn stond
bijna tegelijkertijd op. Hij was een klein,
bruin, gerimpeld, kaal geschoren mannetje
van een zestig jaar met een gouden bril
voor zijn bijziende bogen. Zijn kort kroes
haar was sneeuwwit. Baltazar kreeg een
schok bij de herinnering dat het. toen hii
hem de laatste maal gezien had, nog git
zwart geweest, was.
...Ta?" zeide Sheepshanks onderzoekend.
Baltazar liep met uitgestoken hand lang»
de tafel.
„Doe nou niet alsof je me nooit gezien
hebt. Sheepshanks."
Sheepshanks kwam een stap naar voren,
staarde door zijn bril, ging dan weer een
stan terug en zeide dan verbaasd:
„Baltazar!"
„Ja, ie ziet het goed. lieve oude vriend. Ik
ben geen geest. Ik ben het in levenden lijve."
„God zegene mijn ziel!" zeide Sheep
shanks. „We dachten, dat ie dood was. Ga
zitten."
Baltazar lachte, toen hij zich omkeerde
om zijn hoed en zijn wandelstok op een pc
nanttaicltie te leggen: dan kwam hij terug
en legde zijn handen op de magere schou
ders van den ouden don.
„Jij apostel van stijfheid! Ben je niet blij
mij to zien?"
„Natuurlijk ben ik bi ij ie tc zien, beste
kerel, lloel blij zelfs. Maar je plotselinge
opstanding beneemt iemand zijn adem.' Mij
glimlachte. „En Jaten wc nu allebei gaan
zitten, dan kan je me alles vertellen."
HOOFDSTUK' X.
„Als ik niet rook, kan ik niet praten,"
zeide Baltazar.
Sheepshanks glimluolitc. „Herinner je ie
mijn kleine zwakheid nog? Maar je mag
gerust rooken. Ik ben er later aan gewend
geraakt. Tempora inutantur cl nos mutamur
cum iilis.
Baltazar stopte zijn pijp en stak die op.
„Een paar weken geleden." vertelde hij,
„had ik twee opzienbarende wiskundige ver-
De tijden veranderen en wij met hen.
handelingen zoo goed als af. Ik had stelsels
en resultaten bereikt, waarvan jullie hier
nooit gedroomd hebben. Ik had ook materi
aal voor con paar Chineesche uitgaven, die
voor dc Westerschc wereld een openbaring
geweest zouden zijn. Toen hebben Duitsche
luchtschepen bommen laten vallen op mijn
huis, een landhuis midden in een moeras.
Zij hebben ook bijna een jongen Chinees
gedood, dien ik «als een buitengewoon wis
kundig genie beschouw en over wien ik
graag eens met je zou spreken. Zij hebben
mij daardoor ook een feit geopenbaard,
waarvan ik absoluut niets wist, n.l. dat er
al een j)aar jaar obrlog geweest was."
Hij leunde achterover in zijn stoel en deed
een paar trekjes. Zijn gastheer strook zijn
hand over zijn voorhoofd en boog zich voor
over.
„Het spijt mij erg.' zeide hij mei zijn pre
ciest-, nasale stern, „dat ik dom lijk. Maar
iii hebt daar in één adem zoo n hoop verras
sende dingen gezegd, dat ik je niet heele-
maal volgen kan.'
Een glimlach speelde in Baltazai*s oogen.
„Ik dacht wel, dat liet je verbazen zóu," zeide
hij kalm. „Maar het is een juiste voorstel
ling van mijn tegenwoordigen toestand."
„Daar twijfel ik geen oogenblik aan. Maar
je hebt toch zeker de laatste twintig jaar niet
ais een kluizenaar in een moeras gewoond?"
„O neen. Achttien inar ben ik in China
igeweest. Daar ben ik regelrecht van hier
naar toe gegaan.
„Naar China? Lieve hemel! riep Sheep
shanks uit. „Wat een typische plek, om van
Cambridge uit heen te gaan!"
„Heeft niemand geraden waarheen ik ver
dwenen was?"
„Niemand, dat verzeker ik je. .Te verdwij
nen heeft een heele sensatie gemaakt. Eer.
pijnlijke sensatie, omdat ie iemand was,
dien we moeilijk missen konden-.*
„Heel hartelijk van je om dat te zeggen.
Maar hot is typisch, dat niemand genoeg be
lang in mij scheen te stellen, om op China
tc kornen. Jullie wisten allemaal dat ik dol
was op Chtnecsch Hij keek vlug de plan
ken met boeken at er. stak zijn, arm uit.
„Het zou mij niets verwonderen, als rlat
mijn klein handboekje Introduction to the
Language, on a scientific basis was."
Sheepshanks' bijziende oogen volgden Bal-
tazar's wijzenden vinger.
„Jo. Het staat daar ergens. Ie ziet nog
even scherp als vroeger.1'
„Iïet is toevallig het eenigo boek met een
gelen rug op de plok. Om niets te zoggen
van den purperen draak, die schandelijk in
correct is. Het springt ie in het oor. Even
als mijn gaan naar China jullie allemaal
in het oog gesprongen moest fccbbc-n!"
„Ik ben bang. dat zulks het geval niet is.
Misschien waren we to zeer verlamd van ver
driet."
,.Ik hei) me dikwijls trachten n te denken
wat jullie over het heelc géval dachten.
zeide Baltazar. „Een mei.orit kan nu
eenmaal niet aan zijn kleine, ijdélhftidjfes
ontkomen. Hot was precies, alsof je dood
was cn ie je afvroeg wat de menschen' over
je zeggen zouden.''
„Wc wisten niet wat we zeggen moesten,"
antwoordde Sheepshanks. „We hadden geen
precedenten, waarop we conclusies konden
basecren. Wc zochten naar beweegredenen
voor je vlucht, maar konden die niet vinden.
Hot was bij jou: Zoo zie je tóe eu zoo zie
jc me niet. Fe was verdwenen als sneeuw
voor de zon. En oni je nu na al die jaren
nauwelijks een dag ouder lijkend vobi nu
te zien is job, dat uv», erker, het graag,
verbijsterd.'
„Jullie'hebben zeker gedacht, dat ik krank
zinnig was of voor justitie - luchtte <>t
voortgedreven werd (loot dc Furiën."
(Wordt vervolgd.)