binnenland. feuilleton. TWEEDE BLAD. De Winter. Terug in het leven. 22e Jaargang AMfc-RbFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander' Zaterdag 23 Febr. 1924 Het is midden Februari; nergens meer hoort men klachten over uitblijven van echt winterweer. Geen wonder! Reeds voordat de kortste dag er was, waren de voorboden er al: het ijzelde, het sneeuwde, het vroor. Maar het waren slechts voorboden, na den kort- sten dag werd het meer ernst. Hadden we niet een „witte Kerstmis", ge heel in den vorm? Het was niet zoo ijselijk koud en buiten in de velden en bossohen lag een schitterend wit kleed over de slapen de aarde gespreid. Maar het werd slimmer; met oudejaarsdag daalde de thermometer zoover, dat in jaren niet zoo'n lage stand was opgeteekend en wie van „oud en nieuw Meren" huiswaarts ging, voelde terdege dat het winter was. Het ijs liet ian-ger op zich wachten dan men vermoedde, en het behoorde- niet tot het beste, een gevolg van de overvloedig gevallen sneeuw. Doch eindelijk was het er toch, en overal, waai slechts gelegenheid was, werd vol enthusiasme met de ijssport een aanvang gemaakt. Het begon natuurlijk in Friesiand. Geheel naar den aard was'het er niet, want als liet zoo moet wezen, wil de Fries per sohaats de geheele provincie ai- reizen, en naar wij hoorden was ditmaal geen gelegenheid: op meerdere plaatsen was het ijs niet goed. In de andere provincies volgde dra hei gegeven voorbeeld en overal hoorde men over haast niets anders spreken dan van schaatsen, ijsbanen, hardrijderijen, ijsfees- •ten en wat er zoo toe behoort. Merkwaardig is het, welk een geweldigen invloed het ijs nog op ons volk heeft. Alles wordt, wat maar eenigszins mogelijk is, er voor achter gesteld, uitgesteld of afgesteld, want er rs ijs, men moet de gelegenheid waarnemen. Op het ijs zijn de Nederlanders één, dan is er geen scheiding van partij, van stand of wat ook; er heerscht orde en regel, men neemt de vormen in acht. Ziet men Neder land op het ijs niet op z'n best? Niet alleen in ons land is het winter; van alle zijden komen de berichten van strenge koude en vaak ook van geweldigen sneeuw val. Lezen we niet van hevige koude, strenge vorst in Amerika I Bijzonder is dat niet, lvet gebeurt er meer. Echter meer ongewoon is het dergelijke be richten uit Italië te vernemen. Immers als men Venetië hoort noemen denkt men aan zonnewarmte, en thans bereikten ons van daar berichten over sneeuw en lazen we, dat de beroemde kanalen waren toegevroren. Zagen we niet photo's van 'besneeuwde gon dels? Men tracht verband te zoeken tusschen de vele aardbevingen en deze zoo algemeene lecude. Het blijven echter gissingen! Dan de ontzettende massa's sneeuw, die overal gevallen zijn! Men las, leest en hoort van vele ongelukken. Lawines hebben reeds heel wat verwoesting aangebracht en menig een is er het slachtoffer van geworden. Men is ook niet zonder zorg over de te wachten stijging der rivieren, als de opge hoopte sneeuw gaat smelten. Bij niet al te sterke dooi kunnen de rivieren het water ge leidelijk afvoeren; in het tegenovergestelde geval kon de toestand wel eens zorgelijk worden. Vooral in dé steden heeft de sneeuw velen werk verschaft, wat met het oog op de werk- üoozen zeker gelukkig, doch voor de geld middelen minder welkom geheeten mag wor den, want vele gemeenten varen financieel minder wel. Hoorden we niet hoe in een van onze steden het tramnet per dag meer dan duizend gulden kostte, enkel voor pekelbe- sproeiing. En nog heden vriest het, rijdt men in blin kenden zonneschijn schaats, en kan men nog spreken van een winter, zooals in jaren niet voorkwam. Moge op zulk een winter een Heerlijk voorjaar volgen, waarvan reeds voorboden zijn waargenomen. F. C. v. WAG ENS VELD. Meersburgen. Parijsohe Brieven. CCXCVI. Arthur Meijer en Woodrow Wilson. Bezuiniging en nationalisme. Parijs, 14 Februari 1924. Sinds mijn vorige brief verscheen, heelt Hu- des twee mannen tot zich in het rijk der schim men geroepen, die beiden, maar ieder om geheel andere redenen, hier een welverdiende ver maardheid g"enoten. De eerste was Arthur Meijer, directeur van „Le Gaulois", het groote dagblad der orthodoxe monarohisten de ander was president Wilson. cL geestelijke vader van den „Wereldbond Van niemand meer dan van den tachtigja'i- gen journalist, die heel onverwacht overbed op hetzelfde oogenblik dat zijn laatste artikel in het twee-en-veer lig jaar lang door hem be zuurde blad verscheen, kan gezegd worden da: Hij een „personnalité bien parisienne" wns. Wat hieronder precies verstaan moet worden, is moeielijk te omschrijven, wunt noch fortuin of stand, noch genie of bedrevenheid zijn ei de noodzakelijke voorwaarden toe. Des te bete: zoo men een of meer dezer eigenschappen bezit maar men wordt het meestal zonder het cr op too te leggen, en zij die dit wel doen, bereiken het begeerde doel slechts bij uitzondering. Ar thur Meijer kon zich er op beroemen toch deed hij het niet dat hij die bevoorrechte plaats onder zijne stadgenooten meer dan een halve eeuw heeft ingenomen, dot er geen Parij- zenaur was die hem niet kendehij was een „Parijschc persoonlijkheid" voor dat hij het zelf wist, hij is het gebleven omdat hij er alle onbepaalbare hoedanigheden toe bezat tot aan zijn dood. Tientallen van jaren na den dood von den prince de Sogan, die geen concurrent had gehad is hij de „orbitre des élégants" geweest, wat voor hem al even merkwaardig moest schijnen als de onbetwist bare leider van het orgaan van den graaf de Chambord te worden en te blijven, omdat hij tot aan zijn huwelijk met de laatste afstamme linge uit het hoog-adelijke geslacht der Turen- ncs nu ongeveer vijftien jaar geleden israëliet was. Bij geen groote première, geen kamerzitting van belang, geen feest in „de wereld", geen fancy-fair in den „nobelen fau bourg", geen sensationeel proces ontbrak hij overal trok zijn karakteristieke physionomie met den krullenden witten haarkrans om het hooge voorhoofd en den gladden schedel en de witte snor cn bakkebaarden, die hem op wijlen keizer Franz^Joseph deden gelijken, de aan dacht. Hij was de ziel en de groote werkkracht van zijn blad, welks redactic-bureaux in ziin eigen woning gevestigd waren Dit alles en de kalme gemoedsstemming waarmee hij den dood tegen ging, toen hij dezen veelde naderen, marr van Arthur Meijer doen zeggen, dat hij geleefd heeft en gesto~ven is naar de fiere woorden van Napoleon „H fout vouloir vivre et sa voir mourir I" Voor de Parijsche bevolking, voor die van ge heel Frankrijk misschien wel vcor die van geheel Europa was president Wilson bij z>:n oankomst hier in Dec. 1919, de brenger der vredeboodschap die voor goed de wereld van het oorlogsspook zou verlossen. Daarom was zijn intocht, van het station aan de Porte Dau- phinc tot het gebouw van de Amerikaansche Ambassade, een ware zegetocht, waarop hij overal door een volksmenigte, zoo talrijk als er nog nooit een voor een vreemden vorst was soamgestroomd, met stormachtigen gcestd ift werd begroet. Iedereen wist dot hij voor zijn land tot den oorlog was besloten met het hooge doel dat de vrede cr voor goed door gevestigd zou worden, dat de pijlers der nieuwe wereld orde, die naar ziin ideale voorstelling eruit ge boren moest worden, waren de Bond deT Vol ken en het recht van vrije ze Toe schikking der Naties. Iedereen geloofde dat hij dit nieuwe evangelie zou bevestigen. Het is niet geheel zoo uitgekomen, wat echter niet verhindert dat hij voor het Franschc volk blijft de schepper van een nieuwen staat van zaken, die nog wel niet de gedroomde wereldorde van eindelooze vrede is, maar die toch het uitzicht op de toekomstige verwezenlijking van dien schoonen droom heeft yeopend. De ctrbiedige sympathie voor Wilson is hier blijven voortlevendaarvan hebben wel het beste bewiis gegeven tie alge meene deelneming" bij zijn overlijden cn de even eens algemeene erkenning van hetgeen hij h» it gedaan om de menschheid gelukkig te maken, al kon hij het. dan ook lantr zoo ver niet brengen als hij gehoopt had, en dit nog al door den te genstand dien hij in zijn eigen land ondervond. Nergens ter wereld zal de nagedachtenis van Wilson meer vereerd worden dan in Frankrijk. Bezuiniging is het wachtwoord van hoog tot laag, in de huishouding van den Staat, in die van icderen burger, die het „één voor allen, el len voor één" goed begrijpt. De Staat moet bezuinigen om de internutio- nalc waarde- van het nationale betaalmiddel op normaal peil of althans dicht er bij terug te brengen. Dit zal het werk zijn van den heer Poincaré, zoodra de Senaat, naar het voorbeeld der Kamet, den minister-president de macht heeft verleend decreten uit te vaardigen die kracht van wet hebben, wat als resultaat een bezuiniging van minstens een milliard moet op leveren. Heeft daarna het Parlement de voorge stelde verhooging der belastingen met M van haar bedrag goedgekeurd, don zal het even wicht van het „buitengewone" budget dat der dépenses rocouvrables, bcstaendo uit voorschotten die Frankrijk moet doen, zoo lang- Duitschland zijn linancieelc verplichtingen voor het herstel der in den oorlog aangerichte schaden cn wat het bij het Vredesverdrag nog meer ter vergoeding heelt aangenomen te bc- tAlen. niet nakomt misschien ongeveer wor den hersteld De door de Regccring gevraagde cn van de Kamer verkregen décrets-lois hebben van radicale zijde nog al wat tegenstond onder vonden. De partij, waarvan de heer Herriot de kloeke aanvoerder is, heeft er hare goedkeu ring aan onthouden. Men dient hierbij echter wel in het oog tc houden, dot de reden dier op positie niet was een wantrouwen tegenover den hec-r Poincaré, als zou deze van de hem zoo verleende macht misbruik maken ten nadeele van de Republiek. Voor den heer Herriot en zijn partij bestond het gevaar dier decreten daarin, dat een cventueele opvolger van den heer Poincaré voor het geval dot deze z'n plaats moest ruimen het zou kunnen doen; want de radicalen hebben in dit opzicht veel minder vertrouwen in dc tegenwoordige meer derheid der Kamer dan in den tegenwoordigen .minister-president, waarmee zij, meen ik, groot gelijk hebben. Morgen beginnen de Kamer-debatten over den „doublé décime" (dc verhooging met l&) op alle belastingen, waarvan venvacht wordt, dat zij wel eenigo dagen zullen duren, maar aan welker uitslag, naar de wenschen der Regee ring, niemand twijfelt. Dc bijna-zekerheid dat deze zware verhoo- ging der belastingen tot stand komt, heeft nu a! sommige winkeliers ertoe gebracht de prijs hunner waren evenredig tc verhoogen, evenre dig dan opgevat in den elastieken vorm, dien de kooplui dikwijls toepassen als zij „opslaan", d. w. z. binnen grenzen die zich bewegen tus schen TO en 50 pet Een dergelijke priisverhoo- ging, zelfs die van TO pet., is, naar de bereke ning van bevoegde beoordeelaars, veel te groot. Volgens die berekening toch ondergaat een voorwerp van Fransche fabricatie, waarop de nieuwe belasting wordt toegepast, een prijsver- hooring die 4 a 5 pet niet te boven gaat; voor landbouwproducten zal die verhooging niet meer dan 2 ii 5 pet. mogen bedrogen. Voor sommige producten uit het buitenland geïmpor teerd. zal de prirsverhooging niet meer don 8 a 9 pet. (als maximum) mogen zijn, ten gevolge van de verhooging der tarieven voor transport en inkomende rechten. De noodzakelijkheid van bezuiniging, zoowel voor den Staat nis voor de burgers, d e hun sociale plichten goed begrijpen, brengt bij vele nationalistisch aangelegde super-patriotten naar oud gebruik dc hoofden op hol. Allerlei zonderlinge voorstellen zijn er het gevolg van: bemoeielüking van den invoer van buitenland- sche producten, algeheel verbod van den invoer uit het buitenland van verbruiksartiVelen, exfra- taxen voor hief vertoevende vreemdelingen, en als zij het konden maar zoo ver brengen zij het niet meer zouden zij wat graag een anti- vreemdelingen-campagnc op touw zetten. Die menschen meenen het zeker goed met hun va derland; maar zij zijn dom, zij weten niet of houden er geen rekening mee, dat dc groote meerderheid der hier vertoevende vreemdelin gen enorm veel bijdragen tot de vermeerdering van den nationalen rijkdom (de oud-minister Louchcur. die een rekenmeester van belang is, schatte onlangs de som door vreemde toeristen en reizigers hier in dc jaren 1920—1923 inge bracht, op ongeveer vijf milliard francs per jaar) en dat een ander zeer groot aantal het aanzienlijke tekort in den nationalen arbeid komen aanvullen dit nog al met de aanmoe diging der centrale en plaotselijke autoriteiten. Wij hebben in den loop der laatste kwart eeuw al meermalen gelegenheid gehad waar to nemen, dot het gevaarlijk is 't den vreemdelin gen overbodig lastig te maken. Hebben juist niet alle luxe-bedrijven, die hier zoo welig tic- ren, belang erbij het den vreemdelingen naar den zin te maken Het is waar dat dc leiders dezer bedrijven dit belang heel goed begrijpen en dat cr dus van verwezenlijking der nationa listische droombeelden wel niets zal komen. DOYEN. Brieven uit Rotterdam Een groot verlies. Dc steun verlening aan onze industrie. Reorganisatie van een leer plan en vermindering aan popu lariteit. Een ontslag kwestie. Tooneel. .,Lc Port de Rotterdam". Ecu van de mees» tragische gebeurtenissen voor onze stad. mee. .in het bijzonder nog voor de Rotterdammers, die van muziek houden, is het plotseling overlijden van A. B H. Verhey. Maandagavond zagen wij hem voor het laatst, toen hij de uitvoering van het capet-kwartct bij woonde. Dinsdagmorgen heeft een beroerte of een hartverlamming een eind aan zijn werkzaam leven gemaakt, vlak nadat hij zijn woning aan dc Kortenaerslraat verlaten had. Het is overbodig dc beteekenis van zijn werk tc schetsen. Het bericht van zijn dood heeft U reeds bereikt en het feit dat men hem in heel Nederland kende cn zijn buitengewoon muzikaal talent waar:rde maakt, dat de verslagenheid over zijn heengaan in alle couranten tot i.iting kwam Maar hij was een specifiek Rofterdam- schc verschijning en in het betrek' jk kleine kringetje van op den voorgrond tredende musici in onze stad mist men hem zeer bijzonder. Velen betreuren het dat zij den overledene niet de laatste eer bewijzen kunnen. In Te raadsvergadering, welke 14 dezer ge houden wordt, zal worden uitgemaakt of dc ge meente moet doorgi.au met het verleenen van subsid;e aan particulieren om met sjcccs tegen bu tenlandsche werkgevers te concurreeren cn op deze wijze de arbeiders, die zij jn dienst heb ben. aan het werk te houden. Het geheime voor stel is, op aandrang van mr. van Aaltcn, die zich ten deze op de gemeentewet beriep, van zijn geheimzinnigheid ontdaan, en in de motiveering van B. en W. schijnt wel een van de sterkste ai gumenten, dat met dit subsidie aan 400 arbei ders een jaar lang werk verzekerd wordt. Maar aan den anderen kant moet toch dc onmogelijk heid worden ingezien een dergelijke steunvc»- Ieening tot een systeem te maken. Inderdaad wordt de deur daartoe geopend. Naar v°rlridt zijn nog enkele voorstellen v:n dergelijke strekking in behandeling bij het Col lege. en dus zal de Raad zijn houding hebben te bepalen niet alleen ten opzichte van dit, maar evenzeer van eventueel volgende voorstede.i; il faut qu'une porte soit ouverte ou fermée. 1 Dit eldt ook voor subsidies aan tooneel- gezelschappen; en daarom is het billijk dat het Princessetooneel het subsidie werd ontzegd; op het kantje: 23 tegen 21 stemmen; een vorige maal staakten de stemmen. Hadden de vóór stemmers het pleit gewonnen, dan zou billijk heidshalve ook het Scliouwtooneel een sub sidie mot n zijn toegekend. In de vorige raadsvergadering hebben drie van de vier vrouwelijke leden het woord ge voerd over het voorstel tot reorganisatie van 1) Nadat dit geschreven was is een uiteen zetting van de betrokken scheepswerf gepubli ceerd, waaruit zou moeten blijken, dat andere regeeringen hun werven steunen opdat zij met succes kunnen concurreeren, op dc wereld markt. Hieruit zou dan blijken, dat dc wedstrijd tusschen dc verschillende werven er feitelijk een is tusschen verschillende landen, waarbij de re geeringen zich sterk interesseeren. Dit belicht een eigenaardigen kant van deze kwestie, maai de conclusie blijft m. i. dezelfde: „Nederland zou in een dergelijkcn wedstrijd uit den aard der zaak nooit vöor een prijs in aanmerking komen." Waarom er dan mee te beginnen? het onderwijs, dat in hoofdzaak hierop neerkomt dut het werk van de vakonderwijzer(es) door de(n) kïasse-ondcrwiizcr(cs) moet worden ge daan. Handwerk- en gymnastiok-ondcrwijs zul len dus door het gewone personeel moeten wor den gegeven Er waren wel ceuigc bedenkingen, doch in groote lijnen werd het voorstel toch aanvaar zoodat het waarschijnlijk in de vergadering van deze week wel zijn beslag zal krijgen, pniet- kelijk is. da* alle veranderingen, welke men de,, laatstcn tijd bij het openbaar lager onderwijs aanbrengt, dc populariteit ervan afbreuk doen. Het aantal bijzondere scliolen wordt steeds grooter. Geen beslissing viel inzake dr kwestic- Steup. Dc heer Stcup was n.l. een hoofdambtenaar aan laatselijke werken, die meer in het bijzon der had to: tc zien. dat uitgaven niet onder andere doofden- werden gezet dan waar zij be hoorden een systeem waarmee men op het stadstimmerhuis vroege, werkte om over schrijding van credieten te camoulkeren. Hij heeft zich van die plicht opvold >cnde gekweten en is op staanden voet ontslagen. Achteraf blijkt, dat velen deze strut te zwaai vindeo, en het verzoek van den heer om weer in gemeentedienst tc worden hersteld was daar het gevolg van B. en W. adviseerden i.-<n dit verzoek geen gevolg te geven. In geheime vergaderd g is daarover gediscussieerd, en de redenen om dit ontslag weer in tc trekken moeten wel klem mend zijn. 22 raadsleden daartoe wilden overgaan. Evenveel stemmen werden cr tegtn uitgebracht, zoodat dit prae-advies opnieuw aan dc orde komt. Wat de subsidies r. tooneeldirtïcties bctiett cn het daarmee samenhangend gemis aan waar* aeeriiig voor ons tooneel van dc zijde van het publiek schij.'t hef wel, dat er cenigt kentering komt in de bclangstcllin.' van de schouwburg bezoekers. Althans de laatste twee voorstellin gen van Paul Wegener en zijn gezels hap waren slecht bezocht. Wat de opvoering van Toten- tanz betref» was dit vrij logisch: verleden ja-r, maar in dit seizoen, heeft Wegener dit uk hier m dezelfde bezetting gespeeld. Doch Der 3ohn was voor ons nieuw. En toch bleven de nic i- schen weg; terwijl Róyaurds met Grompie vrij goede zalen had. Dc jubifeumyoorstelling, welke Donderdag gegeven wordt zal wel voor een zoo goed als uitverkocht huis gaan; voor het gezel schap van Cor. rd. Lugt MeJsert blijven Boefje en Het Alarmsignaal uitstekende kasstukk» v Het is de gewoonte niet, op deze plaats boekeu te bespreken; een uitzondering mag wo.den ge maakt voor een nieuw propadanda-werk over „Lc port de Rotterdam", dat op ruime schaal in Frankrijk z.-.l worden verspreid Het is een In alle opzichten uitstekend verzorgd boek, voortreffelijk geïllustreerd; vele bekende mannen in onze stad hebben er een bijdrage voor ge schreven, o. w de oud-directeur van gemeente werken en dc voorzitter van dc Kamer van Koophandel. De voorzitter van dc Rotterd. journalistcnvcreeniging, had cr dc red-" van. Dc inhoud is niet betoogend. Vee! meer zijn het, naast dc tallooze fraaie foto's, dc cijfers, die cr in spreken. Overigens wijdt het, naast onze haven, aandacht aan de industrieën, die zich om het havenbedrijf groepeeren; een mooi bock waaraan behoefte was. War* t kan geen kwaad in Frankrijk wat meer kennis te ver spreiden ovei de beteekenis van Rotterdam, meer in het zijzonder voor het Rijnland cn voor den Franschen handel. DE ARTILLERIE-INRICHTINGEN De memorie der Directie. Men verzoekt ocnigszins uitvoerige mede- dcclinjren te doen uit de memorie der Direc tie, gevoegd bij het dezer dogen vermelde rapport der Commissie voor onderzoek voor de Artillerie-inrichtingen. Het volgende wordt thans not? non bedoel de memorie ontleend Een eilfensorclifvc blik op de wijze. waar op de commissie tot een oordeel geraakt, kan ook nog worden verkregen door een nadere beschouwing van hot© klacht over het dik wijls niet dan met '.eel moeito van leidende personen in het bcdrijt kunnen verkrijgen van gevraagde inlichtingen, „ja zelfs verzwijgen von feiten, waardoor zij tot onjuiste gevolg trekkingen zou kunnen zijn gekomen". Zij steunt deze klacht niet anders dan met hetgeen zij meent te moeten laken in het antwoord van Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKE. Voor Nederland bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. 23 „Wie zijn ei nu hier?" De jonge Westrnacott ratelde een reeks namen af, die Baltazar niet kende. .Jk spreek van Tl twintig jaar geleden," zeide Baltazar. ..Ken je Mr. Sheepshanks?"1 ..Dr. Sheepshanks nu. sir. Honoris causa. Vlak vóór den oorlog." „Goed. dr. Sheepshanks dan," zeide Balta zar vrij ongeduldig. „0. hij is nog altijd hier. Hij is dc oudste tutor." „Is hij thuis?" ..Ik heb hem niet zien uit gaan, Ik weet vrij zeker, dat hij thuis is. Letter E, New Court, sir." „Dank jé," zeide Baltazar, die dan door de hem zoo welbekende binnenplaatsen Sheepshanks ging zooken. Toen hij op den drempel van Lettor E stond en den naam las witte letters op zwarten achtergrond „Dr. Sheepshanks", herinnerde hij zich, dat Sheepshanks hier dortig jaar geleden gewoond had. Waar schijnlijk dezelfde kamers. Op do tweede verdieping. Hii liep dc kronkelende houten trap op. Ta: boven de niet gesloten buiten ste deur (de onfeilbare concierge had gelijk) stond de naam van dr. Sheepshanks. Hij bleef een oogenblik staan vóór hij op de binnenste deur klopte, omdat zbn geheele jeugd in hem opwelde. Hij zag zich terug als groen, die mot zenuwachtige khokkols klopte in het bijna gewijde portaal van den beroemden repetitor, de bron van aile wis kundige wetenschap, het legendarische we zen. dat dc macht bezat zijn leerlingen num mer een bij het examen tc laten halen. Hij zag zich terug als derdejaarsstudent, die vol zelfvertrouwen aanklopte, zeker als hij was, dat Sheepshanks zijn reputatie op zijn triomf gezet had. Hij zag zich torus dc den» uitdagend open smijtend, nadat de uitslag bekend gemaakt was. „Spooncr, Jenkins, BaltazarSpooncr had gerepeteerd met Roberts van Trinity-College, maar Jenkins :\vds een leerling van Sheepshanks... Hij zag zich nog verscheidene andere malen lenig. Die zware, zwarte eiken deur. welke zoo aanlokkelijk open stond, bevatte dc gehei men van zijn dolle jeugd. Eindelijk klopte hij. maar dc li!; zoo leek het hem toe miste- alle karakter. Een stem dezelfde scherpe, nasale stem zij deed hem even denken aan zijn groni- liid riep- ..Binnen! Hij deed de dear open en -bleef oj) den drempel staan. Den rug van Sheepshanks, die bij het groote raam, dat op den tuin uitzag, aan zijn bureau zal. Ie werken, zag bij over do groote bibliotheektafel heen, die in het midden van de kamer stond. Het was dezelfde oude tah-1. waaraan hij in zijn stu dententijd zoo dikwijl» gezeten had. Hoe dikwijls was hij toen en later binnengegaan na dat scherpe „Binnen"' en had hij dan dien magcren rug en het gebogen hoofd ga- zien en enkele oogcnblikken gewacht, zooals hij ook h'u wachtte, tot Sheepshanks zijn zin af had cn zich omkeerde in zijn stoel den zelfden ouden draaistoel. Na een paar secon den keerde Sheepshanks zich om cn stond bijna tegelijkertijd op. Hij was een klein, bruin, gerimpeld, kaal geschoren mannetje van een zestig jaar met een gouden bril voor zijn bijziende bogen. Zijn kort kroes haar was sneeuwwit. Baltazar kreeg een schok bij de herinnering dat het. toen hii hem de laatste maal gezien had, nog git zwart geweest, was. ...Ta?" zeide Sheepshanks onderzoekend. Baltazar liep met uitgestoken hand lang» de tafel. „Doe nou niet alsof je me nooit gezien hebt. Sheepshanks." Sheepshanks kwam een stap naar voren, staarde door zijn bril, ging dan weer een stan terug en zeide dan verbaasd: „Baltazar!" „Ja, ie ziet het goed. lieve oude vriend. Ik ben geen geest. Ik ben het in levenden lijve." „God zegene mijn ziel!" zeide Sheep shanks. „We dachten, dat ie dood was. Ga zitten." Baltazar lachte, toen hij zich omkeerde om zijn hoed en zijn wandelstok op een pc nanttaicltie te leggen: dan kwam hij terug en legde zijn handen op de magere schou ders van den ouden don. „Jij apostel van stijfheid! Ben je niet blij mij to zien?" „Natuurlijk ben ik bi ij ie tc zien, beste kerel, lloel blij zelfs. Maar je plotselinge opstanding beneemt iemand zijn adem.' Mij glimlachte. „En Jaten wc nu allebei gaan zitten, dan kan je me alles vertellen." HOOFDSTUK' X. „Als ik niet rook, kan ik niet praten," zeide Baltazar. Sheepshanks glimluolitc. „Herinner je ie mijn kleine zwakheid nog? Maar je mag gerust rooken. Ik ben er later aan gewend geraakt. Tempora inutantur cl nos mutamur cum iilis. Baltazar stopte zijn pijp en stak die op. „Een paar weken geleden." vertelde hij, „had ik twee opzienbarende wiskundige ver- De tijden veranderen en wij met hen. handelingen zoo goed als af. Ik had stelsels en resultaten bereikt, waarvan jullie hier nooit gedroomd hebben. Ik had ook materi aal voor con paar Chineesche uitgaven, die voor dc Westerschc wereld een openbaring geweest zouden zijn. Toen hebben Duitsche luchtschepen bommen laten vallen op mijn huis, een landhuis midden in een moeras. Zij hebben ook bijna een jongen Chinees gedood, dien ik «als een buitengewoon wis kundig genie beschouw en over wien ik graag eens met je zou spreken. Zij hebben mij daardoor ook een feit geopenbaard, waarvan ik absoluut niets wist, n.l. dat er al een j)aar jaar obrlog geweest was." Hij leunde achterover in zijn stoel en deed een paar trekjes. Zijn gastheer strook zijn hand over zijn voorhoofd en boog zich voor over. „Het spijt mij erg.' zeide hij mei zijn pre ciest-, nasale stern, „dat ik dom lijk. Maar iii hebt daar in één adem zoo n hoop verras sende dingen gezegd, dat ik je niet heele- maal volgen kan.' Een glimlach speelde in Baltazai*s oogen. „Ik dacht wel, dat liet je verbazen zóu," zeide hij kalm. „Maar het is een juiste voorstel ling van mijn tegenwoordigen toestand." „Daar twijfel ik geen oogenblik aan. Maar je hebt toch zeker de laatste twintig jaar niet ais een kluizenaar in een moeras gewoond?" „O neen. Achttien inar ben ik in China igeweest. Daar ben ik regelrecht van hier naar toe gegaan. „Naar China? Lieve hemel! riep Sheep shanks uit. „Wat een typische plek, om van Cambridge uit heen te gaan!" „Heeft niemand geraden waarheen ik ver dwenen was?" „Niemand, dat verzeker ik je. .Te verdwij nen heeft een heele sensatie gemaakt. Eer. pijnlijke sensatie, omdat ie iemand was, dien we moeilijk missen konden-.* „Heel hartelijk van je om dat te zeggen. Maar hot is typisch, dat niemand genoeg be lang in mij scheen te stellen, om op China tc kornen. Jullie wisten allemaal dat ik dol was op Chtnecsch Hij keek vlug de plan ken met boeken at er. stak zijn, arm uit. „Het zou mij niets verwonderen, als rlat mijn klein handboekje Introduction to the Language, on a scientific basis was." Sheepshanks' bijziende oogen volgden Bal- tazar's wijzenden vinger. „Jo. Het staat daar ergens. Ie ziet nog even scherp als vroeger.1' „Iïet is toevallig het eenigo boek met een gelen rug op de plok. Om niets te zoggen van den purperen draak, die schandelijk in correct is. Het springt ie in het oor. Even als mijn gaan naar China jullie allemaal in het oog gesprongen moest fccbbc-n!" „Ik ben bang. dat zulks het geval niet is. Misschien waren we to zeer verlamd van ver driet." ,.Ik hei) me dikwijls trachten n te denken wat jullie over het heelc géval dachten. zeide Baltazar. „Een mei.orit kan nu eenmaal niet aan zijn kleine, ijdélhftidjfes ontkomen. Hot was precies, alsof je dood was cn ie je afvroeg wat de menschen' over je zeggen zouden.'' „Wc wisten niet wat we zeggen moesten," antwoordde Sheepshanks. „We hadden geen precedenten, waarop we conclusies konden basecren. Wc zochten naar beweegredenen voor je vlucht, maar konden die niet vinden. Hot was bij jou: Zoo zie je tóe eu zoo zie jc me niet. Fe was verdwenen als sneeuw voor de zon. En oni je nu na al die jaren nauwelijks een dag ouder lijkend vobi nu te zien is job, dat uv», erker, het graag, verbijsterd.' „Jullie'hebben zeker gedacht, dat ik krank zinnig was of voor justitie - luchtte <>t voortgedreven werd (loot dc Furiën." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5