2?eN:,"tn3 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"22
feuilleton.
Terug in het leven.
TWEEDE BLAD.
Op Let hobbelpaard.
Nadruk verboden.
Van ouds af heeft het paard een groote
rol in het menschenleven gespeeld. En wan
neer deze trekkracht straks door de auto
geheel overbodig zal zijn geworden en het
veelbezongen edele dier nog slechts in Artis
te zien zal zijn, zal het nog altijd zijn rol
blijven spelen in het spraakgebruik. Dan
zullen onze nakomelingen, die het paard
alleen nog maar van een plaatje en uit oude
verhalen kennen, elkaar nog te paard helpen
en over het paard tillen; de lasteraar zal
gedwongen worden, man en paard te noe
men; de dichter het gevleugeld paard be
stijgen en de kortzichtige politicus het Tro-
jaansche paard binnenhalen. Ook dan zal
nog het hinkende paard achteraan komen
en het beste paard wel eens struikelen. De
schooljongen zal thuiskomen met honger als
een paard en, wanneer hij zijn moeder een
in verhoudnig tot zijn zakgeld al te kost
baar verjaargeschenk heeft vereerd, haar
toevoegen dat men een gegeven paard niet
in den bek moet zien. En zoo zal de taal
de herinnering aan het legendarische dier
onderhouden.
Velen onzer, die zich dc weelde niet kun
nen veroorlooven, er een levend rijdier op
na te houden moeten zich vergenoegen met
stokpaardje rijden en er zullen in den tegen-
woordigen tijd wel weinigen zijn. die niet
hun eigen stokpaardje bezitten. In dezen
tijd van leuzen en partijen, van program en
bewegingen is het stokpaardje het symbool.
Want het stokpaardje beteekent redeneeren
zonder arbeiden, praten zonder doen, plan
nen ontwerpen zonder ze uit te voeren, zich
opwinden zonder in beweging te komen.
Onze tijd is de tijd van het woord, niet van
de daad.
Toch schijnt het, dat het stokpaardje uit
de mode geraakt. De groote kinderen heb
ben het door een ander speelgoed vervan
gen. Onze wereld zit op het hobbelpaard.
De vergelijking is van een Engelsch pre
diker, die haar op de geloovigen toepaste,
welke wel voortdurend in beweging zijn
maar zonder vooruit te komen. Wij kennen
ze ook ten onzent, en niet alleen in het
kerkelijk leven; de druktemakers, die met
armen en beenen zwaaien; die in beweging
zijn, dat ze in 't zweet raken; maar die
met al hun rumoer en ophef niet verder
komen dan éen troep gymnasten, welke de
„pas op dc plaats" verrichten.
Ja, een teckenaar zou de huidige wereld
inderdaad kunnen afbeelden als een kind op
een hobbelpaard. Hebt ge wel eens een
kind op een hobbelpaard bestudeerd? Welk
eer, ernst op dat gezichtje; hij heeft geen
tijd om rechts of links van zich te kijken,
deze ruiter, maar staart vastberaden voor
uit. Hij denkf niet aan lachen of praten;
zwijgend hobbelt hij voort, al harder en
harder. Sneller wordt het tempo, forscher
zijn beweging, want de vaart windt hem op
en het heen en weer wiegen bedwelmt hem.
Hij schudt zijn kopje, zoodat zijn haren wild
wapperen; hij lijkt een kleine Indiaan, die,
met het werpkoord gewapend, door de prai
ries galoppeert om buit te bemachtigen.
Maar deze ruiter bemachtigt geen buit.
Als hij straks, moe en duizelig van de rit,
van zijn paard stijgt, is hij geen duim voor
uit gekomen; hij is nog net waar hij was,
toen hij met rijden begon. Wel heeft hij
schijnbaar meer gedaan dan de stokpaard-
jesruiter, want hij werkte en deze praatte;
hij was in beweging en deze in rust. Ma3r
de uitkomst van beider gedoe is dezelfde
geweest; de uitkomst is": niets!
Nu weet ik wel, dat wij niet alle streven
mogen beoordeelen naar de tastbare resul
taten. Hoeveel van onzen arbeid schijnt op
niets uit te loopen, maar lang na onzen
dood doet hij zijn nut. Het is vaak een
ander die zaait en een ander die maait. Of
schoon het lijkt, dat wij stilstaan, bereiden
wij toch den vooruitgang voor.
Maar bovendien; ook al zal ons werk
nooit tot tastbare uitkomsten leiden, de tast
baarheid is niet de eenige toetssteen voor
de beteekenis van onze dagen. Er is geeste
lijke verdieping; er is bezinning; er is het
stil genot van aanbidding. Een wandelaar,
die in den avond getroffen wordt door de
gewijde schoonheid der schepping en als
een vrediger mensch thuiskomt, is in dat
oogenblik van verpoozing vooruitgegaan.
Zoo is er vooruitgang in de ziel van de
moeder, die haar knid stillekens bespiedt
en nu voor het eerst iels begrijpt van het
wonder, dat het menschenleven toch eigen
lijk is. De verloren zoon heeft jaren en
jaren gereisd; mijlen legde hij af op zijn
zwerftocht buiten het vaderhuis; rusteloos
was hij in beweging, en toch eerst op dat
oogenblik, toen hij daar roerloos terneer zat
in eenzaamheid, mompelend: „Hoevele huur
lingen mijns vaders hebben brood in over
vloed en ik verga van honger", eerst
toen ging hij waarlijk vooruit.
Vooruitgang, het is zoo'n veel miskend
en misbruikt woord. Hoevelen onzer meenen
te goeder trouw, hun levensroeping naar
den aard te vervullen, zoo ze „vooruit
strevend" zijn! Ze dienen den vooruitgang,
ja, ze denken het inderdaad, maar hebben
ze zich in een rustig oogenblik we! eens
afgevraagd, wat vooruitgang eigenlijk is?
Verwarren ze dit begrip niet met bewe
ging? Als ze maar in beweging zijn, als
ze maar iets doen, als ze het maar druk
hebben, rusteloos, rusteloos! maar het
kind op het hobbelpaard is ook in beweging,
doet ook iets, heeft het ook druk. Neen, het
zit niet in dc vergaderingen, dc colportage,
dc pennenstrijd; het zit niet in het werven
van leden, het voeren van propaganda, het
winnen van stemmen op zichzelf. Menigeen
zoekt in „dc beweging" slechts de bedwel
ming, de duizeling die hem de vertwijfeling
van zijn eigen bestaan doet vergeten.
Maar beweging is niet altijd vooruitgang.
Vooruitgang veronderstelt een doel. Een
bepaald, wel omschreven, welbewust doel.
Een doel voor de wereld, maar ook voor den
enkelen mensch. Niet de wereld, die zich
door verbetering van de verkeersmiddelen
sneller leert verplaatsen, gaat daarom alleen
vooruit. Waar wil de wereld heen, op haar
snellen tocht? Dat dient zij zich eerst dui
delijk te maken. Niet de mensch, die zijn
inkomen verdubbeld heeft, gaat daarom al
leen vooruit. Hoe wil hij zijn dubbele inko
men besteden?
Eerst als de wereld, eerst als het leven
een doel, een zin, een weloverwogen plan,
een innerlijke drijfveer bezit, die de bewe
ging rechtvaardigen, zal de beweging voor
uitgang zijn.
H. G. CANNEGIETER.
Parijsche Brievan.
ccxcvni.
Cornovals dood. Dc lente op komst.
Sportief straatleven. Dc Olympische
spelen. Discipline van het straatleven.
Parijs, 10 Maart 1924.
Hen paar jaar geleden heb ik, om dezen tijd
ongeveer, te Nice dc laatste dagen het cul
minatie-punt van het Carnaval bijgewoond.
Dat was kostelijk-amusant, schitterend en weel
derig, heel en al in den trant die door de eeu
wen heen aan dit feest zijn reden van bestnon
en zijn onsterfelijkheid heeft verzekerd. Daar
om alleen reeds trof mij zoo het klassieke slot
stuk, wonnccr de enorme pop van houten lat
werk met kartonnen kop, in zwierige, kleurige
stoffen gekleed, die Koning* Carnaval den zoo-
vcelsten voorstelde, na een alleraardigst nage
bootst gevecht van voor- en tegenstanders, door
dc* overwinnaars plechtig wordt verbrand. Dat
is een symbolieke voorstelling, die een eind
maakt aan de reeks van twaalf of veertien da
gen vol uitgelaten vroolijkheid, waarin zonder
ophouden allerlei feestelijkheden elkaar afwis
selen; en dit niet alleen te Nice, maar ook el
ders op de Cóte d'Azur, tusschen den Este-
rel en de Roches Rouges, van Snint-Tropèz tot
Menton. Het zijn ul te gader maskerades, ca
valcades, „analcades", vegliones, bals, corso's,
butailles de confetti enbatailles de fleurs.
bij welke laatsten al het andere te zamen niet
is te vergelijken, hoe weelderig, hoe geestig,
hoe grappig die anderen ook mogen zijn.
Als aan den oever van deBai cdesAnges
dc bloemen in het spel komen en haar schoon
heid, haar kleur en haar geur aan het feest ver-
leenen, don mag men alleen gelooven dat de
bruiloft van een feeënkoningin ermee vergele
ken kan worden. Daarvan kunnen wij menschen
van het Noorden ons geen voorstelling maken.
Maar dot hoeft ook niet. Het andere, ten min
ste het voornaamste ervan, kregen wij in vroe
gere, veel vroegere jaren hier ook tc genieten
in den kortstondigen Carnavalstijd, toen deze
hier werkelijk noar oud gebruik nog gevierd
werd. Wat wij toen 'n pret hadden, van Zater
dagmiddag of tot diep in den nacht van Dins-
doe, die zelf „Vastenavond" heette dus vier
volle dogen met een staartje zal ik nu mour
niet vertellen', want dan zou ik melankoliek
kunnen worden ook omdat het al zoo lang
geleden is, loat ik moor zeggen ecu kwart
eeuw.
Nu is dat alles voor ons oude geschiedenis
jaar na jaar heeft het Carnaval iets van zijn
glorie zien verdwijnen en hetgeen er dit jaar,
verleden week, nog von over was, verdient
nauwlijks vermelding. De vrije namiddog van
den enkelen Vastendag (Dinsdog) hod, naur het
gebruik op nllc vrije dngen, een menigte slcn-
teraors naar den Boulevard gedreven, en daar
onder bewogen zich enkele gecostumeerden, die
het aankijken niet waard waren. Die ongeluk
kige overblijfselen von eon schoon verleden,
maakten meer den indruk dat zij met hun eigen
figuur verlegen waren, dan dot zij er pret in
hadden. Het publiek toonde zich don ook heel
onverschillig tot, op den namiddug een „mono-
me" van studenten uit het Quarticr Latin wat
levendigheid onder massa kwam brengen. Dat
was alles. Neen, alles was het nietéén gccos-
tumeerde trok nog meer de oandacht dan heel
de lustige troep dwaas uitgedoschtc jongelui.
Het was een lange figuur, van den hals tot de
voeten in een nouwsluitcnd wit gewaad, waar
boven de getrouwe nabootsing van een doods
kop stond en die over den schouder zijn tradi
tioneel wapen, een zeis, droeg. Langzaam sta
tig ffinff hij zijn weg tusschen de menigte, die
hem van zelf ruim baan maokte. Die figuur
leek ons, die hem stil voor ons cafc-tofeltjc za
gen heenstappen, een symbool van den sterven
den Carnaval, en wij keken hem na met dc ge
dachte dat deze nu wel voor goed dood zou
zijn.
Voor het publiek op straot is dat zeker zoo.
Voor hen die het feest van den zotten koning
met dc schellenkap binnen's huis vieren, schijnt
het toch niet geheel zoo te zijn. Wij hooren te
veel van gecostumeerde bals in besloten kring
spreken, om aan de mogelijkheid tp denkan dat
Carnaval ook daar dood zou zijn. En was niet
het gemaskerde bol in dc Groote Opera in den
nacht van Dinsdag op Woensdag een succes
dot niemand had durven voorspellen Dc
enorme menigte die eraan deelnam, het groote
aantal zwierige, fraaie costumes en de prettige
vroolijke stemming hebben getoond dat het pu
bliek op nieuw smaak heeft voor zulke feesten.
Ik zeg op nieuw, omdat het al jaren vóór den
oorlog scheen dat die smaak heelcmaal niet
meer bestond. De oude „Bals de 1'Opéra" had
den hun roem overleefd en zoo hodden zij zich-
zclven afgeschoft. Wel eigenaardig* is het, dat,
waar het er op de Opcro-bals in vroegere jaren
soms vrij los kon toegaan, het bal van dezen
Vastenavond zich juist door een zekere stem
migheid kenmerkte wie zou dat van onze tijd-
genooten verwacht hebben Waarschijnlijk znl
het uit ongewoonte geweest zijn, want het te
genwoordige dansende geslacht heeft die luid
ruchtige nalatenschap vun het tweede keizer
rijk niet gekend.
Het late begin van de Vasten lijkt de aan
kondiging van een vroegere Lente te zijn. Se
dert wij onder een triestig grauwen hemel Car
navals dood op den Boulevaard zagen verschij
nen en verdwijnen, gaan de dagen in vollen
zonneschijn voorbij en~*k\vinkeleeren onze geve
derde vrindjes van vroeg tot laat in de hoo
rnen en de heesters van den Tuileriëntuin, waar
alle tokken reeds met een groenig waas ovcr-
togen zijn. Het is alsof Parijs zich
nu al voorbereid op de Olympische
spelen die met holt Mei moeten beginnen om
tot einde Juli le duren, en waarvoor met ge-
pasten spoed het reusachtige stotion te Colom-
bes, op een kwartier sporen der stad, in ge
reedheid wordt gebracht. Zelfs het Parijschc
straatleven gaat zich toeleggen op een zekere
discipline, om in die tien weken van alsoor-
tigc sport welke eerste voorwaarde immers
discipline is een goed figuur te slaan voor do
vele liefhebbers (honderden en duizenden ver
wacht men, maar wie durft daarop een pijl tc
trekken die getuigen komen zijn van dc hel
dendaden der kampioenen uit alle werelddee-
len
De picfekt van politi-* heeft eer van zjjn
werkorde te brengen in het straatverkeer,
wat nog zoo lang niet geleden een onoplos
bare puzzle leek te zijn. Hoe hij daartoe kwam,
is zeker hoogst ingewikkeld, al lijkt ons de
zaak zoo eenvoudig doordat wij alleen het re
sultaat ervan waarnemen. Een dei zijden van
dat resultaat is wat ik zooeven de dicipline vnn
het straatleven noemde, die de mossa-beweging*
der rijtuigen en der voetgangers regelt. Hier
aan danken wij het eigenaardige schouwspel
dat de groote pleinen in dc binnenstad op som
mige oogenblikken van zeer drnk verkeer bic
den en die ons konden doen gelooven dat wij
voor een sportterrein staan.
De Place dc l'Opcrn levert daarvan wet 't meest
curicusc voorbeeld wanneer, door den witten
stok van den politie-agcnt tegengehouden, zes,
zeven, acht autobussen naast en onmiddellijk
achter elkaar geschikt staan cn dan, zoodra
de baon vrij is, op het teeken van dien ge
meentelijk officicclcn starter, zij zich plotseling
alle tegelijk in gang zetten cn, als ging het om
een wedstrijd, dc Avenue dc l'Opcra instormen.
Het cene oogenblik gaat het in die richting, het
andere in dc lijn die de boulcvardrccks voort
zet, telkens doet het nun een wedloop denkon
cn altijd door gaat het in een onberispelijke
orde nadat aan de stroomen voetgangers ruim
de gelegenheid is gelaten ,over tc steken". Dut
lijkt heel eenvoudig, maar het heeft heel, heel
lang geduurd voor deze eenvoud, de kern der
veiligheid voor allen, werd bereikt.
De sportsmen dor aanstaande VIHsto Olym
piade zullen er zeker niets op hebben nan te
merken, cn wijwij zijn er onzen politie-pre-
fckt dankbaar voor, want de atmosfeer van
angst waarin wij voetgangers vooral vroeger
een struat overstaken, kennen wij nu niet meer.
Dot is'een geruststelling voor de velen die door
deze internationale sportfeesten hierheen wor-
dcngelokt. Een andere vraag is hoe cn waar
zullen zij een onderkomen vinden? Dc hotel
houders en dc kamerverhuurders van welke
beide categorieën dc groote meerderheid uit
brave, eerlijke menschen bestaat nemen nu
ol hunne maatregelen (en vrijvcn in stilte hunne
honden in het schoonc vooruitzichtMaar wij
weten allen dat het er met den woningnood
slecht voorstaat cn dat nu reeds voor vele ver
huurders tic vraag het aanbod overtreft. Danr-
kun ik voorloopig althans geen beteren
raad geven dun in de eerste plouts voorzichtig
tc zijn tegenover aonbiedingen van velerlei oc-
casionecle, onbetrouwbare ogenten, cn in de
tweede plaats zich te wenden tot Syndicat
d'Initiative de Paris, welks voornaamste bezig
heid onder de tegenwoordige omstandigheden
is, nllc gegevens te verzamelen die voor het
verblijf van de aanstaande Olympiade-liefheb
bers nuttig zijn. Het adres van dit Syndikuat
is 4, Rue Volney. DOyEN.
Brieven uit Rotterdam
Sombere klanken. Hoe onzo
tram bezuinigt. Kunst, nieuws
cn allerlei.
Deze week vergadert tie gemeenteraad
twee dagen, om den achterstand in te halen.
De vorige maal is het half één geworden,
om het voorstel, dat toen in behandeling
was, aangenomen te krijgen: de beschikbaar
stelling van 2.268.200 voor den bouw van
837 gemeente- cn vereenigingswoningen.
Eén van dc gemeenteraadsleden hield ccn
breede financieolC beschouwing omdat het
voorstel toch in deze vergadering zijn beslag
niet krijgen zou, naar hij zei tc meenen.
Waarschijnlijk was hier de wensch de vader
van de gedachte. Intusschcn werd het al
later, en de menschen op dc perstribune ver
beidden vruchteloos het einde. In dergelijke
gevallen zou men toch gaarne zien dat de
voorzitter van den raad de leiding nicer aan
zich hield. Namens de Rottcrdamschc raads-
verslaggevers is dan ook later aan yir. Wy-
tema verzocht de vergadering niet langer
dan tot half twaalf tc laten voortduren.
Het schijnt gewoonte tc worden dc raads
vergaderingen van rumoer vergezeld te doen
gaan. Dc vorige maal was er een demonstra
tie van werkloozen, en vandaag evenzoo: de
politic moest enkele charges uitvoeren.
Intusschcn bleek vandaag Donderdag
eenige ongerustheid over den financieclen
toestand fier gemeentc% gisteren was daar,
omtrent een stuk gepubliceerd dat er verre
van prettig uitziet. Een groote tegenvaller;
want er werd over het algemeen gedacht dat
Rotterdam er de omstandigheden in aan
merking genomen niet slecht voorstond:
deze verwachting is gegrond op een gedeelte
van de nieuwjaarsrede, welke de liurgo-
meestcr hield en waarin hij o.rn. zei: wan
neer nu binnenkort zal blijken hetgeen
ik verre van onwaarschijnlijk acht. dat
de financicele uitkomst van het jaar 1923
gunstig is, clan worde dat niet opgevat als
een logenstraffing van don ernst van den
toestand, maar veeleer als een aanwijzing,
dat alleen zuinig cn voorzichtig beheer kim
behoeden voor kwade gevolgen."
Waarschijnlijk hebben we op den dienst
'23 inderdaad een batig saldo van rond één
miliioon. .Maar 1921 staat er liecl anders
voor, ook al omdat wc 3y* niilliocn meor
moesten uittrekken voor werkloozenstoun.
Rot zal moeilijk zijn den dienst sluitend te
krijgen nianr voor 25 kunnen dc eindjes
niet bij elkaar gebracht worden. Tenzij de
positie van onze haven zich snol herstelt
wat alleen mogelijk is indien .dc internati
nalo verhoudingen gunstiger worden zui
len 2i en 25 buitengewoon moeilijke jaren
voor onze stad blijken. Wij hebbeu een vlot
tende schuld van meer dan 13 miliioon; de
administrateur weet niet hoe gcfinaneeord
moet worden wanneer binnen eenige weken
voor de ontoigening in Pernis ongeveer 7
miliioon aan Schiedam betaald moot zijn,
Hoe hoog de factor dit jaar zal worden, is
nog niet te zeggen; maar we zullen onze
gunstige positie ten opzichte* van andera
gemeenten wol verliezen. Enfin, dnnr zijn v.
dan groote stad voor...
De laatste brief sprak ook over onze groote
stads-ullures. Maar ik moet er op terug
komen, omdat de tram vandaag maatregelen
heeft aangekondigd die, wanneer zij uitge^
voerd worden, van de groote stad een gezel
lig dorp zullen maken. De concurrentie van
dc autobussen, die hier bijzonder fel is. zit
de tramdiroctio al geruinicn tijd dwars, en
muatregclen ter bezuiniging waren dan ook
roods lang in de pen. Nu zij los komen,
wcikcn zij min of meer Verbijsterend. Niet
minder dan 75 conducteurs en 33 bestuur
ders zuilen worden ontslagen, onder wie
menschen die tien, vijftien cn twintig dienst
jaren hebben. Behalve op twee lijnen zullen
alle bijwagens vervallen, dc dienst begint
eerst te 7 uur, zoodat alle vroegdiensten ver
dwijnen; na 11 uur 's avonds rijdt er geen
tram meer, behalve enkele wagens voor be
paalde treinen, zooals de concessie voor
schrijft; cn lijn 8a vervalt geheel.
Vollediger had dc capitulatie van dc tram
tegenover dc autobus moeilijker kunnen zijn.
Een andere vraag is of deze middelen niet
beraamd zijn om de gemeente te prikkelen
eindelijk het trambedrijf over tc nemen,
waarvan reeds lang sprake was. Dc gemeen
te heeft, door het geven van vergunningen
aan autobus-ondernemers, het trambedrijf
mee helpen afbreken. Waar tegenover staat
dat de tramdi recti e vrijwel niets heeft ge
daan om do concurrentie van de bussen het
hoofd te bieden. Indien zij, onmiddellijk na
dat liet autobusbedrijf begon op te komen,
haai tarief in gunstigen zin had gewijzigd,
was haar klandisic niet vcrloopen.
Toen dc directie van de tram den invloed
van de concurrentie der autobussen niet
moer beschouwde als van tijdelijkcn Aard,
deed zij haar eerste poging om haar inmid
dels sterk gedepririeerde populariteit op
nieuw te doen stijgen: zij voerde hot over
stapje a 15 cent in. Wanneer zij inplaats
daarvan dc oude retours beschikbaar had
gesteld, zou zij ongetwijfeld meer succes
hebben gehad. Maar zij heeft dat nagelaten,
cn dc overstapjes deden haar het gowonsch-
tc resultaat niet bereiken. Er is van meer
dan één kant op gewezen, dat liet trambe
drijf de autobus moest anncxccren, in dien
zin, dat dc directie bepaalde lijnen tijdelijk
kon stopzetten om don dienst op de. binnen
stad niet autobussen tc onderhouden. Het
traject van de lijnen 9 cn 13 op den linker-
Maosoever komt daarvoor het eerst iu aan
merking. Trouwens in Amsterdam cn Den
Haag heeft de tram zich in deze richting
aangepast aan de behoefte van snel vervoer.
Het is natuurlijk mogelijk dat dergelijke
plannen voor later in dc bezuinigingsinaat
regelen zijn opgenomen. Dc directie zou er
de goedkeuring van het gemeentebestuur
\oor noodig hebben. Of zij die thans niet
behoeft, of zij met deze verslechteringen ge
bleven is binnen de grenzen welke dc con
cessie haar stelt, is een vruag die niet zoo
dadelijk kun beantwoord worden. Het is zeer
wel mogelijk, dat binnen zeer korton tijd na
het bekend worden van de maatregelen wel
ke dc directie thans in uitzicht stelt zij
zouden 1 April reeds ingevoerd worden
in den raad daaromtrent inlichtingen wor
don gevraagd; de gemeente kan moeilijk met
een dergelijke regeling van den tramdienst
genoegen nemen.
Het bestuur van de werknemersorganisatie
denkt aan de mogelijkheid, dat de directie
op deze wijze zou trachten de looncn tc ver
minderen, door, na het aangezegde ontslag,
het gedupeerde personeel in de gelegenheid
Wie iets belcekenen wil, moet werken, moet
dienen.
GOETHE.
Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKE.
Voor Nederland bewerkt door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
51
Eindelijf, na verschillende gesprek
ken met verschillende hooge persona
ges, want dit alles was hem niet regelrecht
gezegd, daar het niet met het karakter van
liet Ministerie van Oorlog srookte een vreem
deling oiii den hals tc vallen cn zijn hart
loor hem tc openen, kreeg hij een voorstel,
dat vrijwel gelijk stond niet Weatherley's
denkbeeld, waar hij indertijd niets van had
willen weten. De Geheime Dienst het In
telligence Department had reeds lang
iemand gezocht als hij, die als oen Chinees
onder de Chincczen, wier vollle vertrouwen
hu genoot, verkeeren kon. „Een spion?1' vroeg
Baltazar op den man af. Het Ministerie van
Oorlog glimlachte onschuldig. Neen, natuur
lijk niet! Als agent, die werkte voor de Bond-
genooten, een tegenwicht vormde tegen den
Duitschen invloed zijn eigen gang ging, aan
niemand verantwoording schuldig was be
halve aan de autoriteiten en Whitehall,
maar toch met de noodigc geheimzinnig
heid werken moest voor de reeds sedert lang
zoo vurig verlangde oorlogsverklaring van
China aan Duitschland.
„China zal voor het einde van het jaar
onze zijde kiezen," zeide Baltazar.
Hoe wist hij dat? Och. dat was duidelijk
voor iedereen, die de wetenschap van
politieke machten bestudeerde. Het was eyen
overbodig naar China te gaan om het tc
overreden zich bij de Geallieerden aan te
sluiten als ccn bom, waarvoor de lont reeds
aangestoken was, te bewegen ten einde haar
to doen ontploffen. Het Ministerie van Oor
log protesteerde togen een redenecring met
analogiën. Het spoedige mededoen van Chi
na aan den oorlog was natuurlijk niet voor
zijn alwetendheid verborgen gebleven. Doch
zulks nam niet weg, dut er hoogst noodza
kelijk voor. tijdens en na de periode pro
paganda gevoerd moest Worden. Er moest
•gelet, worden op de eeuwige Duitsche ver
takkingen, dc mogelijke Tapansche in
vloeden, die het Ministerie sprak onder
het zegel van liet diepste vertrouwen zon
der dat men nog aan de loyaliteit van de
zijde van Japan behoefde te gelooven, mo
gelijk niet overeen zouden komen met Wes-
tersche belangen; terwijl men bovendien nog
altijd de verbijsterende onderstroomen in dc
binnen la ndsche Chineesche politiek had. Er
waren duizenden bolangwekkendc clingen,
die niet gedaan konden worden door het ge
zantschap. „Wij zouden niet, zooals Duitsch
land en Oostenrijk, inbreuk kunnen maken
op de internationale principes, waarop het
gezantschapsstclsel nu reeds eeuwen lang
gegrondvest was. Tevens
„Acht u het niet beneden u een spion tc
gebruiken?" zeidc Baltazar.
Weer wees hel Ministerie van Buitenland-
sche Zaken die gedachte van dc hand. Het
dacht er niet aan Mr. Baltazar tc vragen als
zoodanig op te treden.
„Wat wilt u dan eigenlijk wel?'
Feitelijk wist het Ministerie dat zelf mei.
Daar het Baltazar's dossier vrij volledig voor
zich had. was het langzamerhand gedwongen
te erkennen, dat Baltazar een man van den
grootsten invloed in Chineesche zaken was.
Hij moest op de een of andere wijze ge
bruikt worden, maar omtrent de wyzc was
het vaag en aarzelend. Baltazar aan het ge
zantschap plaatsen behoorde tot de onmoge
lijkheden. Aan den anderen kant was Bal
tazar niet iemand, die niet een geheime op
dracht uitgezonden kon worden. l)at feit
had hij duidelijk genoeg gemaakt. De auto
riteiten keken hem eenigen lijd verbaasd
aan en glimlachten dan. Heusch, zij wacht
ten op een voorstel van hem.
En hij deed er een.
„Stel mij aan als geaccrediteerd agent van
de Britsche Regeering. om te doen wat ti
mij voorschrijft, en ik zal het overwegen.
In ieder geval zal ik zoo n aanbod als een
eer beschouwen. Maai naai mijn vrienden
teruggaan en doen alsof ik in hun belang
handelde, terwijl ik daarentegen juist in het
belang der Britsche Regeering handel wel,
ik laat me hangen, als ik een oogenblik dal
denkbeeld in overweging neeni.'
„Maar als u, zooals u zegt. teruggaat als
geaccrediteerd
„Dat is heel iets anders.
„En dan is ei nog de salariscfuestie.' zei de
een der autoriteiten.
„Ik ben rijk," zeidc Baltazar. „Ik heb de
achttien gouden jaren van mijn leven niet
voor mijn gezondheid in het binnenland van
China doorgebracht".
Dc gezichten begonnen stralen. ,l)at
vereenvoudigt de zaak zeer."
„Dat is gewoonlijk het geval." antwoordde
Baltazar.
Een maand later deed net Ministerie hem
het aanbod dat zijn gevoel van persoonlijke
waardigheid van hem eischte: cn nu aan de
eer voldaan was, wees hij hot af. Hij kon
beter werk voor het land in Londen doen,
zeide hij, dan zich weer voor een onbepaald
aantal jaien in China levend gaan begra
ven Het Ministerie van Buitenlandsche Za
ken betreurde zijn besluit, maar liet hem
weten, dat het aanbod steeds van kracht
ziu blijven. Zij scheidden op voet van de
hartelijkste beleefdheid: maar ah het Mini
sterie gehoord had wat Baltazar ervan zeide,
dan zouden de haren de heeren zoó tc
berge gerezen zijn. dat het dak eraf ge-
stooten was.
..Drii maanden elkaa: \o >i den gek hou
den, zeide hij tegen Marcello, „en hun tijd
en den mijne verspillen, terwijl alles in vijf
minuien had kunnen afloopen-.'
„Maar ik kan niet begrijpen, waarom jij
erop doorgegaan bent, niettegenstaande je
van den beginne af besloten hadt niet naar
China terug te gaan.'
„Zoo kan ie dat niet?" zeide hij. „Dan zal
ik het je uitleggen. Ik heb gezworen, dat er
geen idiote dingen van de zijde van John
Baltazar gebeuren zullen, om hem te be
letten zichzelf to worden. Hij wordt zichzelf.
Dat het Ministerie zijn hositie erkende,
maakte daarvan een essentieel deel uit.
Wanneer iemand voorwaarden stellen kan,
is hij waar hij wezen moet. Begrepen? En
nu zal jc zeker wol denken,,, zeidc hij, tci-
wijl luj zijn handen diep in zijn broekzak
slak, „dat het hinderlijke ijdelheid i>. Zeg
het maar gerust."
Zij zag zijn stralende oogen en keek
glimlachend naar hem op. „En zal je mijn
hoofd niet afbijten als ik het zeg?"
„Noen. Ik zal je overtuigen, dat het niet
is. zooals het woord zegt, ledigheid. Iets ne
gatiefs dus. Dit nu is geen ijdelheid, het is
Trots. Iets positiefs. Mijn kleine doodzonde.
En als ie die in sterke mate hebt, dun
kan je tegen dc zes andere wel zeggen naai
de hel terug te «aan. Als rk die niet had,
dan zouden de anderen me al lang aan stuk
ken gescheurd hebben. Als ik een mormel
was en mezelf een kampioen boxer vond
dan zou dat ijdelheid zijn. Maar ik weet.
dat ik een kampioen-boxer ben, en wanneer
lk de vrijheid neem mezelf en menschen
van het Ministerie van Oorlog daaraan te
herinneren dan is dat Trots. En wanneer
ik zeg, dat ik gezworen heb het lot van
den kampioen-boxer Baltazar te ver-
vullen en een dor intellcctueele krachten
zijn zal, die het land ter overwinning voeren
zal dan is dat geen ijdelheid. Waar is de
leegheid? Het is Trots die als de eerste
oer Zware Doodzonden beschouwd wordt.
Als ik er roem op draojg nou volgens
d' theologanten is dat mén veroordeeling;
volgens mij is het ongeveer het tegenover
gestelde. Kr is een andere manier om het te
zeggen.
Plotseling herinnerde zii zich de woorden,
dn- Godfrey een weck of vijf zes le voren
«gezegd had, toen hij zoo boos werd óver liet
rondleiden van Quong Ho „Die duivels
dansende oogen van hem— cn daarachter
zoo iets aandoenlijks en smeekemis.De
jongen had gelijk Zn zag ook die aan
doenlijke smeekbede. Hij wilde het zoo
graag met haar in orde brongen.
„Als ik gewoon was le beloven onmoge
lijke buitensporigheden tn doch. dan zou dal
het teeken van ijdelheid zijn. Maar ik heb
alle dolle plannen, die ik me in mim hoofd
gezet heb, uitgevoerd. Wanneer ik dus zeg,
dot ik heelemaal mezelf worden wil, dan weet
ik waar ik over spreek, cn dat is het teeken
van een trotsoh man. En. lieve, „zeide hij na
een korte stilte, waarin hij zijn pijp gestopt cn
opgestoken had, „ik geloof, dat die kleine zonde
van mij me belet op ollorlei manieren een ozel
van me tc maken."
(Wordt Vervolgd).