binnenland. DERDE BLAD. 22e Jaargang AMER$FOORTSCH DAGBLAD „de eem lander" za<erdaa22 maarm924 De minister erkent de noodzakelijkheid eenei wettelijke bescherming voor landarbei ders. T>c ongunstige economische toestanden voor een groot deel van de land- en tuinbouw bedrijven en de onmogelijkheid om de arbeids inspectie thens te versterken, nopen er toe, de indiening van een ontwvrp-Landbouwarbeids- wet uit te stellen. Winkelsluiting. Als antwoord op de vraag, hoe het staat met de voorbereiding van do wettelijke regeling omtrent het verplicht sluiten der winkels, des avonds cn des Zondugs, dione hot volgende: Het lug aanvankelijk in het voornemen het ontworpen werktijdenbesluit voor winkels te gelijk in werking te doen treden mot een wet telijke regeling betreffende dc winkelsluiting, omdat aan de invoering der werktijdbepolin- gen alleen niet een oogpunt van concurrentie tusschen grootcre cn kleinere ondernemingen bezwaren verbonden waren. Indien het werktijdenbesluit voor winkels wegens de bestaande malaise en de inkrimping van het personeel der Arbeidsinspectie binnen afzienboren tijd niet knn worden ingevoerd, is de minister bereid een afzonderlijke invoering rencr wettelijke regeling der winkelsluiting te bevorderen. werkt door vervanging van handenarbeid door machinnlen arbeid in een aantal ondernemingen. Een ongunstige omstandigheid was voorts o.a. de uitschakeling van Duitschland als arbeids veld voor Nederlandschc seizoenarbeiders, die daar vroeger gingen werken. Daartegenover staat een door dc onvoldoende werkgelegenheid bevorderde trek naar ander* landen; zoo zijn vrij wat arbeiders gaan werken in België en Frankrijk. Omtrent elk der onderscheidene bedrijven of bedrijfsgroepen afzonderlijk bevat het over zicht de noodige bijzonderheden. Teneinde niet tc uitvoerig te zijn. wordt hieraan slechts om trent een aantal industrieën een en ander ont leend. M In de glasindustrie was de toestand over net geheel zeer slecht. Zoo hebben er van de flesschenfabrieken ver schillende in het geheel niet gewerkt, andere maar weinig. Ook dc witglasindustrie kon overwegend maar een deel harer capaciteit ont plooien. De venstgrglasfabricage lag sedert be gin Febfuari geheel stil. Daartegenover stak o.a. gunstig af de bedrijvigheid in de spiegcl- fabricagc. Ten aanzien van dc HOFBERICHTEN. H. M. de Koningin met Prinses Juliana cn Prinse von Erbach-Schönberg zouden gister avond de voorstelling von „Mignon" door de Gast-Opera dir. Bronsgeest-De Koos in het Ge bouw voor Kunsten en Wetenschappen to Den Haag bijwonen. - HET KONINKLIJK BEZOEK AAN DE HOOFDSTAD. In het gepubliceerde officieele programma van het Koninklijk bezoek oon de hoofdstad is abusievelijk vermeld, dat in den namiddag *'an Donderdag 3 April, na den boottocht op het IJ door de Koningin een bezoek zal worden gébracht aan do Amsterdamschc Droogdok maatschappij. Dit is onjuist. H. M. zal op Donderdag 3 April, in de namiddaguren, een bezoek brengen aan de Nederlandschc Dokmootschappij. HET STANDBEELD VAN H. M. DE KONINGIN IN SURINAME. Aanbieding ecner reproductie aan Hare Majesteit. H. M. de Koningin ontving gistermiddag ten 4 uur 15 min. in audiëntie eene deputatie, be staande uit de heeren dr. Benjomins, oud-in specteur van onderwijs in Suriname en oud-lid van den Raad van Bestuur van die Kolonie, professor Flu, hoogleeraar in de Tropischo Hygiëne te LeidenCoutinho, oud-landsprac- tizijn in Suriname en P. J. Jager, vertegen woordiger in Nederland van het Surineamschc Huldigingscomitc. Deze deputatie kwam Hare Majesteit aan bieden een bronzen reproductie van het stand beeld van H. M., dat ter gelegenheid van Haar Regeeringsjubileum te Paramaribo vóór het Gouvernementshuis is opgericht en v;elk stand beeld js vervoardigd door den beeldhouwer Van Loon te 's-Gravenhogc. Dr. Benjamins bood dit geschenk aen met een toespraak, op welke de Koningin met en kele woorden van dank antwoordde. Tevens werden aan Hare Majesteit overhan digd 24 fraoie foto's en bijbehoorende oorkonde. BEZUINIGING VAN HOOGERHAND. Tractementcn van Ministers cn Kamerleden. In een onderschrift op een ingezonden stuk over „bezuiniging er. salarisverlaging" in „De Nederlander^, het orgaan der Oir. Hist, partij, zegt dc redactie van het blad o.m.: Het verluid, dat de ministers, met ingang van 1 Mei. slechts zouden genieten DO gelijk thans voor de leden der Algemeene Rekenka mer worcit voorgesteld. Een aantal Kamerleden blijkt reeds vrijwillig afstand te hebben gedaan van TO van de hun toekomende schadeloosstelling, zoodnt deze Joden, sedert 1 Januari' T924, slecht DO van het hun grondwettelijk-toekomend bedrag ont vangen. NEDERLAND EN BELGIË. Dc „Nation" begint weer. De „Nation Beige" publiceert, naar aan het Hbl. geseind wordt, een artikel van den bekenden Arthur Rotsoert, waarin wordt betoogd dat de hoven von Antwerpen weer met ondergong wordt bedreigd daar Nederland, ondanks zijn verbintenissen, de Schelde laat verzanden om Rotterdam te bevorderen. Men weet uit de Ne- derlandsche popoganda, schrijft Rotsaert, dat vele ongelukken in de Nedeischelde plaats heb ben'en dat de Engelsche reeders daarom de premie zullen verhoogen en dnt zelfs de Red Star Line dc Bclgenland niet meer naar Ant werpen zal laten varen. Om den toestand te verhelpen zou het volstaan dc geul van Valke- nisse, die verzandt, te beggeren, daartoe is Ne derlands toelating echter noodig en die zal slechts met veel moeite en tegen draconische voorwaarden kunnen verkregen worden. Intus- schcn zullen de schepen zinken of Antwerpen ontwijken, terwijl dc Nederlandsche propagan da haar slag zal slaan. Men zou vragen woar- om zou Nederland trouwens wat doen ten bate van Antwerpen Nederland doet juist het tegenovergestelde en neemt een welwillendo onwetendheid in vacht. Zelfs heeft de Nederlandsche regeerrng de Belgische verzocht er voor tc zorgen, dat de campagne die tegen haar werd gevoerd, zou worden opgehtven daar anders de werken, welke in de Schelde werden uitgevoerd, zouden worden gestaakt. Nochtans is Nederland, op grond van art. 19 van het verdrag der 24 ar tikelen, verplicht die werken uit te voeren. Een Ncderlandsch ambtenaar heeft gedreigd met het zenden van een torpedoboot, indien de Belgen buiten Den Haag om een baggerboot naar Valkenisse zenden. Rotsaert besluit met den zeker onverwachten jammerkreet dat, nu Hijmons aan het bewind is, er geen andere hoop bestaut om de zaak, in orde te brengen dan in woorden, plichtplegin gen, glimlachjes, coirrbettes, commissies, rap porten met op slot von rekening een eerlijke nederlaag-. De heer Stenhuis heeft aan den minister van Arbeid, H. en N. de volgende vragen ge steld 1. Beschikt het Departement van Arbeid over een volledig overzicht van het aantal en den duur der overwerkvergunningen, met vermel ding" van de redenon, waarom de vergunning werd verleend 2. Zoo ja, is de Minister dan bereid, dat overzicht aan de leden der Staten-Generaa! ovor te leggen 3 Zoo neen, is de Minister don bereid, zulk een overzicht te doen samenstellen, om het daarna aan de leden der beide Kamers over te leggen DE VAART OP DE SCHELDE. Onncodig kabel. De redacteur te Antwerpen dor Msb. schrijtt: Het vermoeden in ons artikel van 16 dezer uitgesproken, als zou cm deel der Belgische pers onnoodig kabaal hebben gemaakt over den toestand van het Schelde-vaarwater bij Bath en tot dc Nederlandsche regocring lasterlijke verwijten hebben gericht, wordt nu van ver schillende zijden bevestigd. 'De „Metropole" bijvoorbeeld erkende reeds dadelijk, dat het alarm zeer overdreven was en dat de Nederlandsche v ogee ring van niets kon beschuldigd worden. Ook dc verklaringen von burgemeester van Cauwelaert in de jongste gemeenteraudszit- ting, luidden in denzelfden geest. Hij zeide. „Het baggeren in de Schelde en het nemen van maatregelen voor de vcligheid op dc Schelde' valt niet rechtstreeks onder de be voegdheid der stad. Doch het behouden der vrije voort op onzen Scheldestroom, is vun zulk een groot belang voor onze haven, dot wij alles in het werk moeten stellen, om deze te vrijwaren en te behouden. Zoodra wij ver nomen hebben, dat aan den zoogenoamden „Dorpel van Valkenisse" een begin van ver zanding plaats had, hebbep wij alle noodige maatregelen getroffen om deze verzanding te beletten. Wij hebben persoonlijk op het mini sterie dé noodige voetstappen aangewend, op dat zonder eenig dralen, krachtdadig zou wor den ingegrepen. Bij de Nederlandschc regeering werd door ons ministerie aangedrongen, tot het bekomen der noodige toelatingen en zelf hebben wij onze regecrig telegrafische op de hoogte gesteld, von den hoogst noodigen spoed, die in dit geval in acht moet worden genome. Thans reeds is men aldaar met de bagger- werken begonnen. In het Nauw van Bath, worden ook dc noo dige veiligheids-maatregelen getroffen. Wanneer men alles, zonder vooringenomen heid beschouwt, moeten we eerlijk bekennen dat, in hetgeen zich heeft voorgedaan, absoluut geen oorzaak ligt, om alarm tc slaan Verzandingen der Schelde# zijn niet nieuw; vroeger zijn zij nog voorgekomen en telkens wordt alle gevaar geweken, wanneer er tijdig ingegrepen wordt. Voor het baggeren in de onmiddellijke nabij heid der stad, schijnt de staat wat traag. Het schijnt dat dit gedaan wordt, uit.... bezuiniging. Dit is niet duldbaar en wij zullen bij de regee ring blijven aandringen, om deze heel mis plaatste bezuiniging niet door tc zetten!" Zulien de „Neptune" en de andere bladen nu hun losterpraatjes ten opzichte van Neder land terugnemen? Een interpellaties in cle Komcr. De coirespondent te Brussel der N. R. Ct meldt Aan het eind van de Kamerzitting van Don derdag heeft Pecher, het liberale kamerlid voor Antwerpen, verzocht dc regocring tc intecpel- ïeeren over de verzanding van de Schelde en over het algemeen over de regelingen betref fende de Schelde. Hij vroeg dringend behande ling van zijn interpellatie. Het juiste onderwerp, waarover hij wil intorpellecren, is „dc maat regelen, welke de regeering denkt tc nemen om de ongerustheid weg te nemen, die den laatsten tijd in scheepvaartkringcn aan den dog getre den is nopens de bevaarheid van zekere passen van de Schelde en om te voorkomen dat zij opnieuw ontstaat." Kamicl Huysmans merkte op. dat het oogen- blik gekomen is om do kwestie uit te breiden en de politiek op het gebied van zee- cn bin nenvaart ten opzichte van Nederland te onder zoeken. Dc interpellatie zal Woensdag of Donderdag gehoefde n worden. De belemmering van de vaart op de Wester- schelde waarover het gaat, teekent de N. R. Ct. aan, is een drempel in den vaargeul voer Val kenisse. Deze schijnt reeds geruimen tijd ge leden door verzanding tc zijn ontstaan. Even wel heeft onze regeering voor het eerst op 3 dezer van dc Belgische een verzoek gekregen om machtiging voor het uitvoeren vun bngger- werken teneinde haar op te ruimen. Dit ver zoek was nog in behandeling toen er op 8 dezer een rapport von den Belgischen gezant inkwam. De machtiging is op 15 dezer verleend nadien is er geen correspondentie meer over de zaak geweest. Hieruit blijki, dat zij, in aanmerking genomen, dat er verschillende departementen in betrok ken waren en de officieele gang van zaken nu eenmaal altijd eenigszins tijdrocvend is, van den Ncderlandschen kant met bekwamen spoed is afgedaan. DE CRISISSTEUNVERLEENING TE AM STERDAM. VT' Een nieuwe regeling. Naar de Tel. verneemt zullen in e.en Maandag a.s. tc houden conferentie van vertegenwoordi gers van dc vakbonden de crisiscommissie cn het gemeentebestuur van Amsterdam dc vol gende ingrijpende voorstellen van B. en W. in zake een belangrijke wijziging van de steun- verleening aan crisiswerkloozcn. besproken worden 1. Afvoering van of niet-opneming in dc crisissteunregcimg van vakken, waarin weinig of geen werkloosheid voorkomt. 2. Afvoering van werklieden in die vakken, waarin als gevolg van de wanderde conjunc tuur een permanent overcompleet van arbei ders is ontstaan en te beginnen met allen, die reeds I jaar of langer in steun zijn geweest, van crisissleun uit te sluiten. 3. Afvoering van ouden van dag^n cn in validen. 4. Niet-opneming van den orisissteun van hen die minder dan een jaar in de gemeente wonen. 5. Vermindering van het stcun-moximum van 34.50 tot 21. 6. Bepaling van het steunmaximum op 65 inplaats von 70 van hot gTondloon. 7. Vermindering van den huurtoeslag tot van de huur boven 3.50, met een maxi- rnumbijslag van 3 per week. 8. Vermindering van het steunbedrag inet T voor lfden dier organisaties, die geen werkloozenkes oprichten. LANDSTORM. Een eigen orgaan. Verschenen is het eerste nummci van het Landstormblsd. orgaan ten behoeve von den bijzonderen vrijwilligen landstorm, instituut tot steun aan het wettig *ezag. Administratie cn redactie zijn gevestigd san de Koninginne gracht 50 te den Hoog. Dit eerste nummer be vat o.a. betuigingen van instemming met de oprichting van het blad van de hand der Ka merleden Snoeck Henketnans. Duymacr van Twist, Van Rappard en Deckers. BEGROOTING VAN ARBEID. De memorie van antwoord des ministers. Blijkens dë Memorie van Antwoord betref- lende dc begrooting van Arbeid, Handel en Nijverheid voor 1924, worden* de personccl- uitgayen in totaal verminderd met 133.357 De overige verminderingen be droegen 1.265.555 Dc verhoogingen van andere irrti- kelen bedrogen 665.814 zoodat het eindcijfer wordt ver minderd met 734.096 Bij dc afd. Arbeid wordt medegedeeld: .Het feit, dat van afzonderlijke regelingen voor ver schillende categoriën van arbeiders, behalve voor die, werkzaam in fabrieken of werkplaat sen en do jeugdige personen in kantoren, nog niets is gekomen, heeft twee oorzaken. Dc Minister hod gehoopt den arbeid in kontoren spoedig geheel aan de wet te kunnen onderwerpen en cvenzoo- den arbeidsdmrr der winkelbedienden in verband met eene wettelijke regeling betreffende de winkelsluiting; beide laatst bedoelde regelingen waren onder handen genomen om volledige overeenstemming en aansluiting tusschen werktijdbepalingcn voor de arbeiders en sluitingstijden 'voor dc winkels tc bewerkstelligen De verwezenlijking van deze plannen is in dc eerste plaats tegengehouden door de reeds voortdurende cn in velerlei 'opzicht toenemen de depressie in het bedrijfsléycn, gepaaid aan de snelgrooicnde financieel© moeilijkheden voor 's lands regeering. De ervaring ten aanzien der fabrieken of werkplaatsen, maar ter ver mindering van de'lasten, die het uitoefenen van een loonend bedrijf meer en meer onmogelijk maakten, noodgedwongen tot het vcrleencn van steeds meer vergunningen tot verlenging van werktijd moest worden overgegaan, vormde een duidelijke aanwijzing, dut verzwaring von los ten door uitbreiding der werkingssfeer van dc Arbeidswet, zoowel voor de betrokken onder nemingen als voor het geheclc bedrijfswezen. bedenkelijke gevolgen zou hebben Nu ton ge volge van de betreurenswaardige ontreddering van de producticbronnen dient daartoe alles vermeden te worden, wat dit noodzakelijk stre ven zou kunnen tegenwerken. Dc tweede oorzaak, die met de eerste nauw samenhangt, is gelegen in de capaciteit der Arbeidsinspectie. De industrlcHe depressie inoukt, dot de Arbeidsinspectie veel meer tijd en zorg moet besteden oon de toepassing der wet in de fabrieken of werkplaatsen, dan het geval zou zijn, wanneer zich niet allerwegen de gevolgen der internationale storingen in hot verkeer deden gevoelen, die tot hettoestaan van* afwijkingen van dc werktijdbepalingcn leiden. Bovendien heeft de noodzakelijkheid van bezuiniging op de staatsuitgaven een be langrijke inkrimping van dezen dienst doen overwegen .waarvan de verwezenlijking dc capaciteit van dien dienst merkbaar zal ver zwakken, zoodat vergrooting von haar taak zou leiden tot een toestand die hier te lande door niemand ernstig wordt gewenscht, nl het uitvoordigen van voorschriften zonder cenige zekerheid voor een redelijke naleving daarvan. Op grond van een en ander moet de minis ter tot zijn leedwezen bezwaar maken op het oogenblik mede te wérken tot verdere uitvoe ring van de bepalingen der Arbeidswet om trent de arbeids- en rusttijden. De overwerkvergunningen. De opvatting dat aanvragen om overwerk- vergunning alleen voor inwilliging' in aanmer king behooren to komfti, wanneer het verzoek wordt gedaan door werkgevers en werknemers in overleg met de vakvereenigingen, is, volgens den minister, in lijnrechten strijd met de door de wét aan den minister cn de Arbeidsinspec tie gegeven bevoegdheid en verantwoordelijk heid. Hoe gaarne hij zich door dc belangheb benden laat voorlichten en met hun wcnschen rekening houdt en hoezeor hij aan het overleg tusschen partijen groote woardc hecht, ten slotte moet de minister op eigen overtuiging en verantwoordelijkheid een beslissing nemen. Desnoods tegen den wensch van een der par tijen. De minister betreurt de noodzakelijkheid van afwijkingen van dc 48-urige werkweek, doch betreurt niet, dat hij tegen het oordeel der orbeidersvakvereenigingen het middel heeft te baat genomen om het ernstig bedreigde be drijfsleven te versterken, hetgeen niet m de laatste plaats aan de betrokken arbeiders cn can de geheele arbeidersklasse ten goede komt. Bij voortduring worden, aldus de minister, gevallen voorgelegd, dnt belangrijke export- orders in concurrentie met landen met dalende valuta of naar landen met hooge invoerrechten alleen dan kunnen worden aanvaard, wanneer, nadat de loonen verlaagd zijn, ook door werk tijdverlenging de kostprijzen dalen. Wanneer nu het overleg te wenschen over laat of niet tot het juiste resultaet leidt, kan de minister zich verplicht achten, oen werk tijdverlenging toe te staan. In het algemeen moeten intusschen verzoek schriften van arbeiders om aan een onder neming een over werk vergunning te verleenen, critisch worden bezien. Meermalen komt het voor, dat de minister particuliere blieven krijgt van arbeiders, die hem onder geheimhouding mededeelen, dat zij slechts noodgedwongen zulk een verzoekschriit teekenden, zonder het er mede eens te zijn. De minister kan vooralsnog geen aanleiding vinden om voorstellen te doen tot een wets wijziging, waarbij de normale arbeidsduur, zij het ook tijdelijk, verlengd wordt. De over schrijdingen van de 48-urig© werkweek, al zijn zij door de ongunstige economische omstan digheden talrijk, hebben zoowel in het buiten land als hier te. lande nog het karakter van uitzonderingsmaatregelen. ARBITRAGEVERDRAG MET AMERIKA. Eindverslag. Blijkens .eindverslag over het wetsontwerp tot goedkeuring van hot op 13 Februari 1924 tc Washington gesloten verdrag tot verlenging vun den duur van het op 2 Mei 1908 gesloten urbi- trageverdrag tusschen Ncderlond cn de Ver- eenig'dc Staten vun Amerika, eerder verlengd bij dc verdragen v.an 9 Mei 1914 en van 6 Maart 1919, wenschten ecnige leden hunftc waardee ring uit te spreken mot hetgeen dc regcering bij huar onderhandelingen met de Vcreenigdc Staten heeft bereikt. Andere leden hadden bezwaren van tweeër lei oord. In de eerste plaats zouden zij gaarne gezien hebben, dat het arbitrageverdrag van 1908 thans bij deze derde verlenging zoo uit gebreid mogelijk ware gemaakt en niet enkel was volstaan met verlenging van het Irnctaot in den bestaand en vorm. Het tweede bezwaar bestond in dr onacht zame wijze, waarop deze aangelegenheid op nieuw is behandeld. Terwijl het bi staande trac- tant in vijf joren afloopt, is eerst één maand voor het verstrijken van dien termijn het ver drag tot verlenging gesloten. Ook had men er rekening mede kunnen houden, dot de behande ling door dc Stoten-Generaal eenigen tijd zoude vorderen. Thans ontbreekt dc tijd voor een njs- tig overleg. Al betracht nu ook dc Eerste Kamer den grootsten spoed met de behandeling van hel wetsontwerp, don zal in elk geval de ratificatie toch niet vóór den 25sten Maart kunnen plaats hebben, zoodat voor de derde maal ccn tus- schcnperiode ontstr.nn zol, waarop het tractaat niet. geldend is. INVOER VERBODEN IN FRANKRIJK. Dc schade daarvan voor den Ncderlandschen handel. Gelijk bekend is heeft de Fronschc Regee- rin het voornemen tc kennen gegeven door dc uitvaardiging van invoerverboden den invoer van luxe artikelen tegen te gaan en is een des betreffend wetsontwerp, waarbij haar daartoe de noodige bevoegdheid wordt verleend, be reids aangenomen door de Kamer van Afge vaardigdenEcher is niet aangekondigd ten opzichte van welke goederen de invoer zal worden verboden terwijl evenmin uitsluitsel is te verkrijgen omtrent dc ter zake bestaande voornemens.. Te vreczen is derhalve dot in <5e naaste toe komst de invoer van een groot aantal Neder landschc producten plotseling gevaar loopt, aangezien de Fransche concurrentie wel niet de gelegenheid ongebruikt zal laten om te be werkstelligen dot veel van deze voortbrengse len als luxe artikelen zullen tvorden beschouwd. Uit goede bron vernemen wij dat eenige actie von buitenlandsche belanghebbenden hetzij rechtstreeks, hetzij langs diplomntieken weg, wel geenszins zol vermogen de Fransche Re geering af te brengen van d^ voornemens die zij mocht koesteren, doch dat alleen argumen ten waarbij Fransche bel on gen bepleit v orden, wellicht eenig gewicht in de schaal zouden kun- nerf leggen. Gewenscht moet dan ook worden geacht dat de Nederlondscht- industrieelen en exporteurs, die naar Frankrijk leveren, rr bij hunne Fran sche handelsvrienden op aundringen in het be lang van den invoerhandel daar te lende (een Fransch belang derhalve) hun invloed, zoo op politiek als op ander terrein, aan te wenden om te verhoeden, dat de invoer der Nederland sche artikelen, waarin zij geinteresseerd zijn, verboden zal worden. DE ARBEIDSMARKT IN HET JAAR 1923. Een overzicht door het Centraal Bureau voor de Statistiek. De Februari-aflevering van het Maand schrift van het Centraal Bureau voor de- Statistiek bevat o.a een overzicht van den stand der arbeidsmarkt in het jaar 1923. Wat de n ij v e r h e i d betreft wordt eerst in hoofdtrekken dc over- heerschende ongunstige gang van zaken getec- kend. Daaruit blijkt o.a. dat de óok reeds in 1922 heerschenae malaise zich in verscheidene en belangrijke bedrijfstakken, bij het voort bestaan van het verbroken economisch even wicht en de ongunstige en onzekere inter nationale verhoudingen, verder heeft ontwik keld. Echter wordt er ook op gewezen, dat naast de vele ongunstige toestanden toch ook wel meer bevredigende en bij uitzondering zelfs gunstige vielen te boeken Hoewel er zekïr nog geen» aanleiding was om meer in het algemeen van een kentering te spreken, viel er toch vooral in de laatste maanden, hier en daar wel een gunstige wending waar te nemen. Maar illes tezamen genomen was 1923 voor de nijverheid een zeer slecht jaar. Dit demonstreerde zich ook heel duidelijk door den voor de werknemers overwegend zeer ongunstigen toestand op de arbeidsmarkt Gevallen dat werkgevers op een tekort aan werkkrachten wezen, ontbraken wel niet geheel, maar bleven toch hooge uitzon dering. Ook in de maanden waarin, mede aoor seizoeninvloeden voor een aantal industrieën de werkloosheid afnam, bleef zij toch over het ge heel van zorgwekkenden omvang. Tot op zekere hoogte werd de werkloosheid in de hand ge baksteenindustrie wordt o.a. opgemerkt, dat door het in het voor jaar voorgekomen loongeschi! (vertraging van den, aanvang der campagne in vele Waalsteen- fabrieken) en mede als gevolg van de over het geheel slechte weergesteldheid, een groote ach terstand in de productie ontstond, welke in het algemeen gesproken laterniet is ingehaald In de diamantindustrie hadden oe vier bestaande werkliedeuorganisafies dit jaar gemiddeld per week 4524 werkende leden tegen 3.226 in 1922, wat wel op verbete ring wijst, maar tevens toont, hoe ongunstig de toestand nog wa» vergeleken bij perioden van bloei voorheen (ruim 10.000 arbeiders). Dc ook reeds in 1922 waargenomen achter uitgang in dc bouwvakken welke volgde op de vroegere periode van hoog conjunctuur, heeft zich in 1923 voortgezet. Ook tijdens de zomermaanden stak de werkgelegen heid overwegend ongunstig af bij verleden jaar. De tot dc chemische Industrie behoorende bedrijven gr.vcn tamelijk uiteen-, loopende toestanden te zien. Zoo was er door loopend of vrijwel doorloopend voldoende werk in de lijm- en gelatincfabricage en de zinkwit- en lithoponefabricage. Overheerschend ongun stig was de toestand o.a. in de olieslagerijen, waar ook tijdens het seizoen de wintermaan den veelal weinig bedrijvigheid was tc con- statecrcn. Slechts voor enkele oliefabricken werd geregeld normaal werk of iets meer dan dat gemeld- Hoewel dc meeste takken der houtbewerking v. n. I in verband met seizoeninvloeden wel een korte of langere periode van opleving door maakten was er dooreengenomen wel gebrek aan werkgelegenheid. Dit was o.a. het geval in de meubelindustrie, waar de langdurige periode van slapte en werkloosheid in het midden van iiet jaar werd onderbroken door een kortston dige gedeeltelijke opleving, nadat het bedrijf in verschillende fabrieken gedurende ruim een maand had stilgelegen door werkstaking. In den zeer ongunstigen toestand der schoenenindustrie is, nadat tegen het eind van Juni den invoer beperkende bepalingen waren ingevoerd, aan vankelijk weinig doch gaandeweg meer opleving gekomen. Toch kwam ook aan het eind van het jaar vooral in enkele gemeenten nog vrij wat werkloosheid voor. Niettegenstaande de opleving in de schoenenindustrie hield de malaise in de leerlooierijen door dc groote buitenlandsche concurrentie aan. In het bijzonder in de zool- leerlooierijen was de slapte om zoo te zeggen algemeen. Dc metaalindustrie had in de heerscliende werkloosheid een zeer groot aandeel. Uiterst slecht was dc toestand in den scheepsbouw, waar slechts enkele wer ven geregeld bevredigend of vrij goed werk hebben gehad. Blijkens een in dc eerste helft van December door de Directie van den Arbeid gehouden onderzoek waren toen in 118 onder nemingen slechts pl.ni. 16.500 arbeiders werk zaam tegen c.a. 37.700 bij. normale bezetting. Voorts waren ook o.a. in de machinefabricage en de constructiewcrkplaatsen slapte en wer ken met min of meer beperkte capaciteit regel. In de glocilampeniridustrie is de bedrijvigheid dooreengenomen piet ongunstig geweest. In de katoenindustrie hielcl' de vraag zoowel binnenlands als voor export geen gelijken tred met de productie. Niet alleen zagen zich daardoor een groot deel der weverijen en ververijen tot inkrimping of ver dere beperking genoopt, maar ook in de andere branches (spinnerijen, bleekerijen en drukke rijen) kon in dc meeste gevallen niet op het ge wone peil worden, doorgewerkt (v. n. 1. gedeel telijke werkloosheid, b.v. stopzetting, op een of meer dagen per week, maar toch ook ontslag). In het laatste kwartaal of, hier en daar, reeds eerder, ontstond, in verband met de stijgende katoenmarkt, min of meer opleving der vraag (ook voor export), gepaard met vermindering der werkloosheid; v. n. betrof dit een aantal weverijen, maar o.a. ook sommige bleekerijen. Echter werd toen de bedrijfstoestand verstoord doof- een uitsluiting in Twente en den Achter hoek. De si garenindustrie bleet tot de bedrijven behooren, welke door de crisis zwaar 'getroffen zijn. Wel nam de invoer, een der oorzaken van den ongunstigen toestand, aanzienlijk af. maar ook dc export was in 1923 minder dan in 1922. Vei. der jp de fabrieken ontslagen arbeiders gingen voor eigen rekening werken, hetgeen bijdroeg tot verderen achter uitgang der eigenlijke industrie. Wie nadere bijzonderheden mocht wenschen, ook over andere dan de bovenvermelde bedrijfs takken, raadplege daarvoor het Maandschrift zelve, hetwelk behalve over de nijverheid ook verslagen bevat nopens land- en tuinbouw, dc visscherij, het mijnwezen,, de veenderij, het havenhedriif en rfr Zuirlprxcvrrk HET AANTAL OVERWERK - VERGUNNINGEN. Inlichtingen gevraagd door het Kamerlid Stenhuis.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 9