HUMOR UIT HET BUITENLAND.
ten blijken, dat het trambedrijf ook in de
toekomst wat waard is; en het aangewezen j
middel om de tram overvol te krijgen lijkt
wel verlaging van het tarief. Tntusschen j
heeft de tram-directie haar goed recht tot
het doen van al deze versoberingen bepleit
in een lang stuk, dat Woensdagavond in do
Rotterrlamsche bladen stond; 10 millioon
passagiers, zijnde 20 van het aantal dat
zij per jaar vervoert, heeft zij moeten af
staan aan dc omnibussen. Do autobussen
zijn goedkoop, en zij gebruiken den open
baren rijweg: de tramwagens zijn duur, de
trambanen en alles wat er bij komt ook. De
tram moet zich wat haar personeel betreft
houden aan werktijden en loonen en pen
sioenen, welke laatste dc maatschappij al
leen al vijf en een halve ton per jaar kosten.
Dc directie meent dat de vergunningen aan
de autobusondernemers in strijd zijn met art
5 der concessie, dat bepaalt dat de gemeen
te geen concessie mag verleenen aan stede
lijke tramlijnen loopende langs dc door de
R. E. T. M. geëxploiteerde banen. De direc
tie wijst er voorts op, dat de schade op de
gemeente terugvalt, omdat die gehouden is
bij afloop der concessie, in 1927, alle bezit
tingen der tramwegmaatschappij tegen een
in de concessie geregelde vergoeding over
te nemen; en deze vergoeding houdt geen
enkel verband met de resultaten der exploi
tatie.
Als middelen die het bedrijf er weer bo
venop zouden kunnen helpen noemt de di
rectie: beperking autobussen, verlaging van
den h. i. te hoogen prijs van den electri-
schen stroom, geleidelijke loonsverlaging tot
20
Met 1 April wordt een gedeelte van het
wagenpark buiten gebruik gesteld, n.l. 1/5.
Het aantal reizigers is immers ook met 1/5
verminderd, zegt dc directie: een conclusie
welke vrij naïf lijkt.
Men bepaalt zich van de zijde der tram-
directie tot het defensief, terwijl een goed
geleid offensief tegen de autobussen naar
velen meenen, kans heeft effect te sortec-
ren. Er zijn den laatsten tijd zooveel
ongelukken gebeurd met autobussen, dat
de veiligheid van het verkeer in het
gedrang komt; en zoowel den voetgan
ger als den autobus-passagier is het door
de ervaring geleerd welke bezwaren en
gevaren er aan de autobus vastzitten.
In één week heb ik genoteerd: een wielrij
der door een autobus aangereden en ernstig
gewond; een autobus, waarvan het voorste
gedeelte in elkaar zakt en die het trottoir
oprijdt; autobus tegen tram gebotst; auto
bus door de tram aangereden; twee auto
bussen omgeslagen (lichte verwondingen
passagiers); iemand door een autobus dood
gereden; een groote autobus in brand ge
vlogen en uitgebrand.
Dit is een lijstje van één week; en hel is
stellig nog onvolledig desniettemin zijn de
autobussen nog altijd vol. Op het oogenblik
is hun aantal vrijwel gelimiteerd; er zijn er
ongeveer 180, waarvan 140 Fordwagens.
Nieuwe vergunningen worden niet meer ver
leend.
Het nieuwe modepaleis van C. en A. Bron-
ninkmeyer is avond aan avond centrum
van belangstelling. Het geweldige gebouw is
versierd met electrische lampen, die het van
onder tot boven in lichtlijnen zetten. Om
een gedeelte van de publieke aandacht voor
zich te reserveeren, heeft een andere firma
op dit gebied, Gerzon, een mode-show ge
houden, waarbij zestien mannequins de
meest verfijnde combinaties droegen en zich
door een kleine zevenhonderd dames lieten
bewonderen. De opbrengst van deze show,
ongeveer zevenhonderd gulden, werd aan
den Armenraad afgedragen.
Dezer dagen heeft het Rotterd. Hofstad-
tooneel de première gegeven van „Het leven
dat ik je gaf' van Luigi Pirandello, een
merkwaardig stuk, waarin zeer sterk het ta
lent van mevr. Tartaud naar voren komt,
doch dat als speelstuk niet gelukkig geko
zen is.
De tentoonstelling van Raemaekers biedt
van dezen knappen teekenaar uitstekend
werk. Er is veel bezoek.
Mode.
Voor grootjes en bakvisscheix
Nu het lente is, worden wij allemaal even
fleurigWat heerlijk toch, dat in onzen tijd
ook de oudere dames kleuren mogen dragenl
Het is nog zoo lang niet geleden, dat iemand,
die de vijftig naderde, voorgoed van alle jolig
heid in haar uiteilijk afstand moest doen en zich
uitsluitend in grijs en zwart, desnoods in een
heel donkere tint paars, kon kleeden.
En un
Het is heusch geen gTapje meer, dat
de grootjes er soms uitzien als flappers van
twintig f Hoe ouder hoe gekker blijft in dezo
tijden nog steeds van kracht.
Is het eigenlijk wel zoo gek, om je zoo jong
mogelijk te kleeden als je gezicht, je figuur,
je houding en vooral je hart nog jong is, waar
om zou je je dan toetakelen als een oud wijf?
Er bestaan tegenwoordig kleurige toiletten
voor de matrone, haar, die den middelbaren
leeftijd heeft bereikt. Zoo zag ik onlangs een
lieve gastvrouw in een pauwblauwe namiddag
japon van crêpe marocoin. Het toilet was uit
één stukhet lijfje, met van voren V-vormig
uitgesneden hals en mouwen met een wijden
zak even boven de manchet, liep uit in een
overrok, die ruim over de voorbaan en heupen
viel en van achteren in een smalle ceintuur ein
digde het maakte het effect van een schortje,
dot op den rug is vastgestrikt. De onderrok van
hetzelfde materiaal, die recht rond viel, zat uan
een voeringlijfje vast. Langs de halsopening en
de zoom van den bovenrok was de crêpe met
zilvergrijze zij omboord. Het werd een mooie
jurk, waarop een ketting van grijze fantasie-
kralen de eenige versiering was
Een der dames, die haar bezocht, droeg een
roestbruine manteljapon van gabardine, een
dood-eenvoudig recht model, zooals de witte
doktersjassen zijn, moor dan langer. De smalle
revers, die tot aan de taille doorliep, was van
zeekleurige zijde, terwijl ook het ongeveer 8
cM. breede ceintuurtje met zij in die tint was
vend kastanjebruine haar, dat ondeugend uit
sprong onder een tocque van goud tissue.
De derde van de lieve „Klatschbasen" \yns in
een marineblauwe mantelpak, dat op den kraag
en do zijpanden met zwart zijden koord bewerkt
was. De mantel bleek half getailleerd te zijn
de beide zijpanden waren iets langer, don den
voor- en achterkont. De mantel sloot met één
knooper onder droeg zij een gladden jumper
van blauw bedrukte crêpe de chine. Haar hoed
je was van zwarte tule met een groote pleu-
reuse rondom, die hier en daar over den rond
viel.
Het was een knap stelletje oudedames b»j
elkaar, die alle drie bewezen, dat het heusch
zoo duur niet behoeft te zijn om je netjes aan
te kleeden, nis je maar wat overlegt en cri-
tisch bent op het punt van vlekken of kapotte
klierenwant dht bederft het gnnsche toilet.
Ik houd van uitersten daarom spring ik nu
met een grooten sprong van grootmama terug
naar het kleinkind.
Voor de bakvischies is er von het jaar iets
nieuwsnnmeliik het liggende, stijflinncn boord
je. waarmee wij kostschoolkinderen uit 1880 af
gebeeld zien.
Hoe deze modegril Miss 1924 zal bevallen
Ik vermoed, dat zij er niet zoo bijster mee
ingenomen zal zijn Zij wnren z<5<5 verwend, on
ze moderne flappers, door die heerlijke luchtige
blousjes met wijd open hals en nu zullen zij
voortnon met zoo'n stijf kraagje moeten loo-
pen, dot tot overmaat van ramp spierwit is,
en dus om den haverklap met een schoon ver
wisseld moet worden, omdat mnma er ieder
stofje of veegje op zietNeen, zij komen er
in deze lente niet zoo leuk af, onze. meisjes I
Want behalve dien restcven boord zitten er
aan haar jurken ook dikwijls heel lange mou
wen en de meeste rokken zijn niet wijd en vrij
lang. Hoe deze uitrusting te vereenigen is met
het vlotte, vliederige sportbestann van onze jon*
gedochters, is mij heusch niet duidelijk.
Fietsen noch stoeien, loopen noch tennissen
kon haar met deze dracht meer mogelijk zijn.
Dus één van de twee óf het bnkvischje ver
tikt het eenvoudig zich te onderwerpen aan wat
de mode decreteert, óf zij wordt een deftige
mom-selle, een getemd veulen, een freuletje
la les élèves der vroegere „lemons de danse
et mointicn"!
Gezien het zeer zelfverzekerde en zelfbewuste
optreden der moderne meisjes, houd ik mij over
tuigd, dat zij eenvoudig de nieuwe mode dood
zwijgt en rond blijft racen in haar jumpers en
plooirokjes van verleden jaar.
Voor de volgzamen echter geef ik hier een
paar modellen zooals wij ze dit jaar venvach
ten kunnen
Een jurk in tête d nègre gabardine;
hot rokje met veel platte plooienhet lijfje
glad met een halve mouw. Om den hals de be
wuste collegekraag een plat liggende, witte
gesteven boord, waaruit van voren een zeslus-
sige strik van smal lint volt. Daaronder een rij
parelmoeren knoopjes voor de sluiting. Het
smalle ceintuurtje is van fraise glacéleer ge
maakt
Een Schotsche bakvischjurk met
dcnzelfden college-kraag, een groen dasje en
dito-ceintuur. Hiervan is de rok glad en nauw,
terwijl de mouwen lang zijn.
Tot slot een eenvoudig mantelpak voor haai
moeder, als zij samen uitgaan een covercoat
complet de rok is nauw; in plaats van den
ceintuurband zit nu bovenin een smal, maar
sterk elastiek, zoodot er een paar plooitjes om
dc taille vallen. Links vóór op den rok een
klein glcufzakje, waaruit coquet een veelkleurig
zijden doekje steekt De mantel is kort, half wijd
en gladdc mouwen zijn ruim en loopen naar
de pink zijde wijd uit met een punt. Aan weers
kanten zijn er vóór op den mantel breede, .rech
te zakleppen genaaid, die met drie knoopen op
hun plaats, worden gehouden. Covercoat staat
oltijd netjes cn is bijzonder practisch omdat het
zoowel voor visite- als reis- en wandeltoilet
te gebruiken is.
standen in het rijk van Vadertje tsaar is dikwijls
in hooge mate boeiend, maar als geheel heeft
dit boek ons toch maar matig kunnen bekoren.
Er zit iets afgebrokens in, het te veel inbrengen
van steeds nieuwe elementen, zonder afwerking
van veel dat interessant belooft te worden.
De portier van de Lange poort, door
Joh. H. Been.
Uitg. Uitg.-Mij. E. J. Bosch Jbzn.,
Baarn.
Dit verhaal van den bekenden Brielschen ar
chivaris is in de Stamperius-bibliotheek versche
nen en zal onder de jeugdige lezers wel met
graagte ontvangen worden. De portier van de
Langepoort is Rochus Meeuwiszoon welbekend
uit de verhalen omtrent de inneming van den
Briel. Hij vertelt aan Witte de With de helden
daden der Watergeuzen. En Witte, die later een
onzer zeeleeuwen is geworden, die zijn kop
heeft opgeheven tegen allerlei hoogheden, heeft
nooit gehoord hoe het land zijn dankbaarheid
heeft betoond aan den man aan wien ,,'s Lands
vrijheid een onsterfelijken dank verplicht is." De
held van 5 April 1572 moest op zijn ouden dag
aan de Staten om ondersteuning smeeken en
werd afgescheept met het baantje van portier
tegen 35 stuivers weekgeld
Been heeft er slag van voor onze jongens te
vertellen, die gaarne naar hem luisteren. In dit
boekje zijn nog eenige kleine verhalen opgeijo-
men, waarvan dat van den Brielschen weesjon
gen Cornelis dc Brtill zeer fijn verteld is.
Astra, geillustreerd maandschrift
Uitg. Keizersgracht 324, Amsterdam.
Wij ontvingen reeds eenige malen een afleve
ring van dit nieuwe maandschrift dat in het
voetspoor der Engelsche tijdschriften, niet met
zwaarwichtige stukken komt, maar met onder
houdende lectuur, korte verhalen, welke zich
voor het meerendeel prettig laten lezen. Trou
wens verschillende medewerkers hebben een
goeden naam in onze schrijverswereld, zoodat de
degelijkheid van taal en stijl niets te wenschen
overlaat. Wij meenen, dat dit maandschrift wer
kelijk in een bestaande behoefte voorziet. Menig
een die bezwaar heeft tegen ellenlange vervolg
verhalen, zal deze vaak zeer goede lectuur met
veel genoegen lezen.
Als de winter komt, door A. S. M.
Hutchinson.
Uitg. van Holkema en Warendorf, Am
sterdam.
Van dit prachtboek is thans een goedkoope
uitgave verschenen. Niet alleen in Amerika en
Engeland maar ook in ons land blijkt dit boek
dus een enorm succes te hebben, anders toch
zou in zoo korten tijd niet een vijfde druk noo-
dig zijn gebleken. Wij hebben indertijd op het
vele goede van dezen roman gewezen en kun
nen nu wel met een korte aanbeveling volstaan.
Binnenkort zal de film het boek weergeven,
en met het oog daarop is deze goedkoope film
editie uitgegeven. In linnen band kost het thans
slechts 1.90, waarvoor men een werk rijk
wordt, dat niet alleen knap en boeiend is ge
schreven maar dat ook in vele opzichten een
verkwikking des harten is.
De grondslagen der radiotelegrafic,
door J. C. Nonnekes Jr.
Uitg. Nijgh en v. Ditmar's Uitg.-Mij.
Rotterdam.
De „draadlooze" heeft ook iq ons land in kor
ten tijd veler harten veroverd. Overal ziet men
thans antennes en niet zelden ontwaart men op
de daken tal van ontvangdraden als zoovele be
wijzen van de aanwezigheid van toestellen.
Waar het veelal amateurs zijn, die in hun huis
van de radio-telegrafie willen gqnicten is het
volkomen begrijpelijk, dat zich dus ook de be
hoefte doet gevoelen aan goede degelijke voor
lichting. En als zoodanig mag dit boek genoemd
worden. De grondslagen worden er in zoo be
handeld, dat de normaal ontwikkelde er vol
doende kennis uit kan putten. Wiskundige for
mules zijn er dan ook in vermeden. Daarbij ge
ven tal van figuren een verduidelijking van het
geschreven woord, zoodat het in alle opzichten
een bruikbaar boekje is.
De keurige verzorging door Nijgh en van Dit-
mar's Uitg. Maatschappij maakt dat het werkje
ook naar het uiterlijke een goeden indruk geeft.
Klaarheid, door A. C. A. van Vuuren.
Uitg. ,,'t Kasteel van Aemstel," Am
sterdam.
Het r. k. kamerlid van Vuuren heeft in „De
Tijd" een reeks artikelen geschreven, welke hier
in overdruk worden weergegeven. Niet alleen
voor den geestverwant zijn deze artikelen van
belang maar ook en wellicht nog meer voor den
tegenstander. De heer van Vuuren toch is in
zijn kringen een gezaghebbend man en de wij
ze, waarop hij over tal van onderwerpen denkt,
vindt onder zijn partij gen oóten weerklank. Voor
de kennis van het standpunt der roomsch ka
tholieken in tal van actueele vraagstukken is dit
boekje dan ook ongetwijfeld van belang.
Langs dicrenpaden in het hooge Noor-
den, door William J. Long.
Uitg, W. L. en J. Brusse's Uitg. Mij.,
Rotterdam.
De lezer, die deze paden gaat, zal merken,
dat ze naar een nieuw land voeren, een wijd
land van stilte, waar het goed is te zijn, een eind
dc hoogte op tusschen dc bergen en bosschen
cn zalmrivieren en mossige, kale vlakten van
Labrador en Newfoundland. Daar zal hij zich
van aangezicht tot aangezicht bevinden met
nieuwe dieren grijzen wolf, vischmarter.
wilde gans, ijsbeer, en van allerlei andere groot
en klein die hun zwijgende jacht staken om
nieuwsgierig en onbevreesd naar den indringer
te kijken. Hij op zijn beurt zal zijn geweer neer-
De Oude Vulpen.
Ouê pen als jij toch eens kon spreken
Van wat je op het blank papier neerschreef.
Geleid door 'n menschenhand en menschen-
hersen*
Waardoor je, onbewust, veel kwaads bedreef.
Je schreef gemeene, hatelijke dingen,
In toorn en nijd vloog j' over het papier.
Jc kraste veel, wat nimmer werd vergeten,
Je punt verwondde, als een fijn rapier.
Veel teere harten heb je ruw gebroken,
Veel tranen zijn gestort om wat je schreef.
Vaak was jc schuld van droevige toonee!en..«
En toch... j ij wist niet wat je wel bedreefI
Maar ook veel zoete, welgekozen woorden
Zijn zachtkens van jc gouden stift gevloeid.
En vaak heeft jou product de donkere oogen
Van 'n schoone dame, wonderlijk geboeid
Jc schreef ook edele, mcnschelijkc dingen
Van medelijden, troost en hulp in nood;
Veel harten heb je van geluk doen beven,
Veel wangen kleurden zich, door jou, warm-
rood.
Nu lig jc op de tafel, afgesleten...
Ik gooi je weg, maak dat ik het vergeet
Wat 'k met je schreef van kwade booze dingen-
Want j ij, mijn pen, j ij wist niet wat je deed.
P1MMY.
leggen en zijn gedachten aan doodschieten een
poos van zich afzetten, en deze dieren met wijd
open hart en oogen bespieden. Onbevooroor
deeld zal hij trachten waar te nemen, wat ze uit
voeren en dan als 't mogelijk is pogen te begrij
pen, waarom cn hoe ze zoo doen. Waarom de
groote poolwolf bijv. het mannetjes-rendier
spaart, dat hem roekeloos aanvalt; waarom de
wilde gans geen angst vertoont, daar waar ze
thuis is; waarom de jonge robben bij de ge
boorte wit zijn; hoe de zalm de watervallen be
stijgt, waar hij niet tegenop kan springen en
waarom hij zich naar zee terugrept ais hij ge
wond is; hoe de walvisch zich verstaanbaar
maakt zonder stem; en waarom de vischmarter
zijn spoor uitwischt of er een verleidelijk aas bij
klaar legt, wanneer we hein volgen. Dit alles en
nog van allerlei eigenaardigs meer wacht ons,
tot we aan 't eind van 't spoor zien en begrij
pen.
Aldus de schrijver in zijn voorrede. In 't kort
geeft hij hierin, waalflieen hij ons henenvoert en
wat hij ons laat zien en begrijpen. En gaarne
volgen we hem, niet alleen omdat we in hem een
vertrouwd leidsman weten, maar ook omdat
zijn onbegrensde liefde voor wat cr leeft in het
hooge Noorden ook ons ontvankelijk maakt voor
het vele schoone in het natuurleven. Geen ander
als Long weet ons mee te voeren naar wat hem
als belangrijk voorkomt en weet er ons ook van
te doordringen, dat dat leven werkelijk belang
wekkend is, waard om gekend te worden.
De uitvoering van dit werk is in overeenstem
ming met het innerlijk; in één woord prachtvol.
Professor (bij een examen in psychologie): Bestaat
er ook een drievoudige reflex beweging?
Student (die uit ervaring spreekt): Ja. ontwaken,
den wekker stil zetten en weer inslapen
(Judge)
Het spijt me, mevrouw, maar U scheen niet te wetcnj
waar u heen zou gaan.
Wol, ik wist zeker niet dat ik hierheen ging.
(London Opinion)
Nieuwe uitgaven.
Het Ucht uit het Oosten, door Rudolph
Stratz.
Uitg. A. W Bruna en Zn.'s Uitg.-Mij.
Utrecht.
Een oorlogsboek, waarin de strijd der, van ori
gine Duitsch, Baltische Russen wordt beschre
ven. Er zijn er, die zich gewillig achter den
tsaar scharen, zooals zij immer dc verdrukking
zijner regeering hebben verdragen, maar ande
ren kiezen de Duitsche namen. En baron Kerk-
husz verkeert lang in tweestrijd, welke richting
hij moet kiezen, maar overal waar hij komt toont
afgemaakt. De overvallende mantelslip was on- hij zijn Duitsche natuur, totdat hij eindelijk naar
deraan in den hoek met gouddraad bewerkt; Berlijn uitwijkt en vervolgens door het Duna-
een ornament, precies in driehoeksvorm ont- front weer in Esthland terugkeert om dc komst
worpen, dot een gracieus cachet gaf aan het der Duitschers voor te bereiden. Vervo'lgd door
J. _t .«nlnai/ea kruin Ja ..raat Vl 11 "Tri rO IX H f» O CfppHt fP
anders misschien wat eentonige bruin.
Zij droeg er een beige blouse bij en coquet-
teerde een beetje met haar nog prachtig gol-
de Russen weet hij zijn vijanden echter steeds te
verschalken.
De beschrijving der vaak zoo treurige toe-
Amateur-detective (aan tafel): Aha, een nieuwe dienst
bode, zie ik! Vreemde vinger-afdrukken op het soepbord.
(Passing Show)
Ik dacht, dat u me niet meer her
kennen zoudt, we hebben elkaar in zóó'n
tijd niet gezien.
O, maar ik herinnerde me dadelijk
uw hoed. (Le liire) J
Hij: Je zoudl werkelijk beter doen met me maar
te trouwen, liefste, knappe jongelui zijn er niet
veel tegenwoordig.
Zij (nadenkend): Ik veronderstel dat Ik dat als
verontschuldiging kan aanvoeren. (Pjunch)
Het kleine meisje: - Ja, Carlo, het I s een
hond. Kom nu maar meg, (Humorist)