DE EEMLANDER BUITENLAND. ABOHNEMENTSPSUS !*r'y ma;n'cn \oor Amcrv PRI1S DER ADV£RT£NTi£ij met inbegrip \an een KIPPENHOUDERS, P. NI EROP, lanpstraat 80. FEUILLETON. Terug In het leven, 22e Jaargang No 241 loort 2 10, idem lianco per post 3.—, per week (met cratis veirckcrng tegen ongc.ukken) f 0.)7&. aizondcil^ke nummers f C.05. AMERSFOORTSCH DAGBLAD DIRECTEUR-UITGEVER: J. VALKHOFF. aRNHEMSCHE POORTWAI. 2 A. POSTKEKENINQ N". 47810. TEL. INT S13. Vrijdag II April 1924 bewijsnummer, elke regel meer 25, dienstaanb c- dingen en Licldadigheids-adve tentiën voor de hellt der prijs, Voor handel en bedrijt bestaan zeer vooictcchgc bepalingen voor het advcriccicn fccne cii cu a re, bevattende de vooi waai Jen. wordt op aanvraag toegezonden- DUITSCHLAND. DE RAPPORTEN DER DESKUNDIGEN. - Het Duitsche standpunt. Uit Berlijn wordt d.d. 10 April bericht: De volledige tekst van de rapporten-Dawes en Mc. Kenno is hier nog niet ontvangen. De kabinetsraad kon er zich derhalve heden nog niet mede bezighouden. Vermoedelijk zal er ■♦.een regeeringsverklaring omtrent het plan worden gedaan, don nadat de C. v. H. Duitsch- lond verzoekt de stukken officieel in behande ling te nemen en dienaangaande Duitschland's meening verzoekt te megen vernemen. Persstemmen uit het bezette gebied. D u s s e 1 d o r p, 10 April. (B. T. A.) De bladen in het bezette Duitsche gebied achten over het algemeen het rapport van de experts gunstiger voor Duitschland dan men aanvanke lijk had verwacht. Zij verklaren, dat de jaarlijk- sche betalingen misschien te hoog zijn, maar dat zij het rapport niettemin beschouwen oh een geschikten grondslag voor onderhandelingen, van welke gelegenheid Duitschland beslist dient gebruik te maken. DE BRITSCHE HEFFING VAN DEN DUITSCHEN UITVOER. Naar het Wolffbureau van betrouwbare zijde verneemt, is op 23 Februari een overeenkomst geslo'en tusschen Duitschland en Engeland, waarbij de verlaging der Britsche schadever goedingsheffing van den Duitschen uitvoer tct 5 pCt. voor den duur van tv/ec maanden wordt verlengd. DE DUITSCHE GOUDBANK. Amcrikaansche bemoeiingen. N e w-Y ork, Tl April. (R.) Naar verluidt, zijn Arnerikeansche bankiers doende met het onccrteekenen van accept-credieten in verband met het oprichten der goudbank in Duitschland. Een officieele afkondiging heeft niet plaats ge had. Naar gemeld wordt, is het bedrag van 5 millioen dollar. Voorts wordt nog gezegd, dat soortgelijke onderhandelingen te Londen worden gevoerd. DE REACTIE IN DUITSCHLAND. Onder dezen titel schrijft prof. dr. C. A. Verrijn Stuart in de N R. Ct.: In het zevende hoofdstuk van zijn boek over „the Study of Sociology", dat na 50 jaren, zou men geneigd zijn te zeggen, aan actualiteit eer der gewonnen heeft dan verloren, legt Spencer nadruk op de mpeilijikheden, welke subjectieve factoren aan de ledeiijke beoordeeling van his torische-verschijnselen in den weg stellen Hij zou, naast de treffende voorbeelden door hem genoemd, in onze dagen een krachtige beves tiging van zijn betoog hebben kunnen putten uit de oordeelvellingen, welke de omslag in de Duitsche mentaliteit, die onmiskenbaar bezig is zich te voltrekken, in het buitenland ontmeet. Dat in de landen, die nog pos geleden een oorlog op leven en dood met Duitsch'and had den te voeren, de voorwaarden niet aanwezig zijn voor een objectieve beoordeeling van het geen in Duitschland gaande is, kan niet ver wonderen. Het onafhankelijk stondpunt van mannen als Morel, Keynes, Nitti, verdient daar om te grooter bewondering. Maar in neutrale landen als het onze zou men toch een geest van objectiviteit mogen verwachten, waarvan echter in de dagbladpers over het algemeen maar weinig blijkt. Men vergelijke om een voor beeld te noemen, eens de aandacht die ge schonken wordt aan nationalistische excessen in Duitschland, met die welke aan de onthul lingen over de veilheid der Fransche pets, wel ke voor de voorgeschiedenis van dsn oorlog zoo groote beteekenis had, wordt gewijd of met de zwijgende onverschilligheid, die het blij vend gebruik van gekleurde troepen in de be zette gebieden van Duitschland ontmoet, niet tegenstaande dit feit, van zijn voor de Euro- peesche beschaving diep beschamende beteeke nis nu nog afgezien, voor landen als het stam verwante Zuid-Afrika in een nabije toekomst tot hoogst bedenkelijke gevolgen kan leiden. Kennelijk blijft In wijden kring afkeer van het Duitsche volk, dot lettend op onze staatkundige en economische geschiedenis, eerder op waar deering onzerzijds zou mogen aanspraak ma ken, en dat ook in den wereldoorlog ons land minder moeilijkheden heeft bereid dan zijn vij anden het deden, aan de vorming van een ob jectief oordeel in den weg staan, en hebben wij hier te doen met een merkwaardig verschijnsel van volkspsychologie. Naar het mij voorkomt moet men, om de houding, die het Duitsche volk tegenover het vredesverdrag steeds meer gaat aannemen, en die zoo niet alle voorspellingen falen in den uitslag der a.s. Rijksdagverkiezingen in zeer sterke mate zal tot uitdrukking komen, to be grijpen, uitgaan van het feit, dat dit verdrag vi coactüs door het ineengestorte Duitschland aanvaard, en opgebouwd op het, zacht uitge drukt, reeds thans zeer eenzijdig gebleken art. 231, dat de schuld voor den wereldoorlog aan Duitschland toeschrijft, dit land in een op den duur geheel onhoudbaren toestand heeft ge bracht. Het in de laatste halve eeuw geweldig geïndustrialiseerde Duitschland is, na de ver minking die het in en tengevolge van het vre desverdrag heeft ondergaan, volstrekt overbe volkt, en heeft de zekerheid voor oogen dat het ook nl wordt eerlang de schadevergoedingslnst, vergeleken met het volkomen fantastisch cijfer in Mei 1921 te Londen vastgesteld, aanmerke lijk verlicht, op een het hongorpeil naderenden levensstandaard gedurende tientallen van jaren slavenarbeid ten behoeve van Frankrijk zal heb ben te verrichten. Het heeft sedert den wapen stilstand reeds betalingen gedaan van in dc wereldgeschiedenis geheel ongekenden omvang. De Carnegie-Corporation heeft het bedrag der tostbare waarden door Duitschland aan de Comm. des Reparations overgedragen per 30 September 1922 op 25.8 milliard goudmork gesteld, ongerekend dc waarde der Duitsche koloniën, van het Rijnsland, Posen, Opper-Si- lezic en verschillende posten van kleiner belang. Prof. Brcntono (zeker toch geen Deutsch- "völkische nationalist!) kwam per ulto. T922 op een nog veel hooger cijfer, t. w. 41.6 milliard op schadevergoedingsrekening en 14.3 milliard .aan verdere prestaties. De gevolgen zijn een on gekende verarming van het volk, waartegenover de door de roekelooze inflatie-politiek mogelijk geworden verrijking van enkelen geheel in het niet zinkt. In deze omstandigheden begint men in Duitschland in te zien, met de nakoming van het vredesverdrag, welke bovendien in de wreede en vernederende behandeling, waarvan het nu reeds meer dan 5 jaar het slachtoffer is, niet de minste verzachting heeft gebracht, leeds te zijn gegaan tot aan de grenzen van zijn draagkracht. Het is pure dwaasheid aan Duitschland den eisch te blijven stallen, dat het zich stil be hoort te houden, aan zijn verplichtingen tc voldoen, cn voor het overige te vertrouwen op de welwillendheid en het inzicht van 2Ïjn vroe gere vijanden. Geen volk zou in gelijke om standigheden aan dergel ijken eisch willen of zelfs mogen voldoen. Ieder nationaal voelend Duitscher (sinds wanneer is nationolitcitsgevoel, vaderlandsliefde, misdadig geworden?) moet het wel als plicht beschouwen om te helpen het verdrag van Versailles ongedaan te maken. Eerste voorwaarde daarvoor is: herstel van de nationale eenheid op den grondslag van ver trouwen in eigen toekomst. Zij die het Duitsche volk daartoe trachten te rug te leiden zijn, hoe men ook overigens over de door hen uit ongeduld gekozen middelen meent te megen oordeelen, geen landverraders, of, zooals minister Wedgwood hen onlangs be titelde „een verdwaasde kudde", maar echte vaderlanders. Men stelle zich eens voor, dat wij, gedwongen onze zoo zegenrijk gehandhaafde neutraliteit in den wereldoorlog te verzaken, in de debacle van Duitschland medcgesleept wa ren, en, na den vrede van onze koloniën be roofd, Zuid-Limburg en Staats-Vlaundercn aan België waren kwijtgeraakt, voorts aan een schadevergoeding van zeg 8 milliard gulden wa ren onderworpen, ons omringd door tot de tan den gewapende vijanden weerloos hodden moe ten maken, en eindelijk ter verzekering van de nakoming van onze verplichtingen voor onbe- poolden tijd de bezetting van een groot deel van ons land hadden te dulden, en nog wel door gekleurde troepen. Zouden degenen die tegen dergelijken toestand een geest van staag voor GAAS cn ander IJZERWERK Is maar één adres verzet bij ons volk oankweeken dan als land verraders zijn gebrandmerkt? Zijn juist wij, die met dankbaurheid aon onzen vrijheidsoorlog en aan onze „nationalisten" van 1813 terugdenken, geroepen of gerechtigd den staf te breken over hen, die den Duitschen nationolen geest in hun volk trachten wakker te houden? En maken wij ons niet een weinig belachelijk, door telkens weer aan do Duitschcrs voor te houden, hoe zij naar ons oordcel zich zouden behooren te ge dragen? Frankrijk, dat onophoudelijk verklaart, niet slechts de in art. 429 van het verdrag voor de ontruiming van den Linkcr-Rijnoever gestelde termijnen wegens de niet-volledige nakoming d^r geheel onuitvoerbare vredesvoorwaarden door Duitschland nog niet aangebroken te ach ten, maar ook dc door Engeland onrechtmatig geachte bezetting van het Roergebied, welke voor de reeds zoo sterk verminderde draag kracht von Duitschland vernietigend is, niet te zullen opgeven vóór het betaald is, motiveert zijn onverzoenlijke, op den ondergang van Duitschland berekende houding met dc nood zakelijkheid, om zich togen een nieuwen aonvol te beveiligen. Inderdaad kon het zich bedreigd achten. Niet wijl Duitschland in 1918 den strild moest opgeven en deswege op revoncbe zou belust zijn. Maat omdat de vrede, dien Frank rijk, donk zij een wereldconstellntie op terug keer wonrvon het niet vast vertrouwen kan, heeft v/eten door to zetten, de beide landen in ccn op den langer» duur geheel onhoudbare po sitie heeft geplaatst, welke allerminst strookt met hun wézenlijke innerlijke kracht. Het ware onverschoonbare noïeveteit tc gelcoven, dot Duitschland er blijvend in zal berusten volkomen weerloos te zijn naast het geweldig weerbare Frankrijk, en in het Oosten cn Zuiden begrensd c'oor Polen en Tsjecho-Slowokije. die beide door Frankrijk zijn gemilitariseerd. Fronkrijk had zijn veiligheid kunnen verzekeren, door met Duitschland een vrede van wezenlijke verzoe ning te sluiten. Het heeft dit echter in den overwinningsroes cn onder de suggestie van den eeuwenouden drang naar de Rijngrens niet ge wild. Het heeft zijn gelegenheid verzuimd, cn integendeel door zijn optreden in de bezette gebieden, zijn intrigeeren met de separatisten, en door de in het Roergebied toegepaste eigen richting, een wilden hnut gekweekt, waarvan het vroeg of loot de gruwelijke vruchten plukken zal. In Engeland tracht de regeering de gevoren, door den vrede van Versailles ontstaan, te be zweren door middel van den Volkenbond, waar in dan ook Duitschland moot worden opgeno men. Het is nauwelijks denkbaar, dat dit lord zal willen toetreden tot een lichaam, dot krach tens art. 10 van het Statuut de handhaving van de tegenwoordige kaart van Europa ten doel heeft. En bereidverklaring of verzoek om toe te treden cndei uitdrukkelijk voorbehoud ten opzichte van art T0 zou natuurlijk niet werden aanvaard Trouwens ook voor den Volkenbond zelf ware toetreding van Duitschland een ge vaarlijke zaak Dit land zou onvermijdelijk door zijn optreden en door de eischcn die het zou moeten stellen tcHccns weer het voortbestaan van den Bond bedreigen. Ik wijs slechts op do regeling van de Oostgrenzen van Duitschland, op het Saor-ragime cn de regeling van het Saar- probleem over 10 jaar, op de uitvoering van ort. 8 vnn het Statuut betreffende dc algemecnc beperking der bewapeningen. De 'hans reods af cn toe bedenkelijk zwakke gezondheid van den Bond zou door Duitschlund's toetreding ge knauwd worden. Zou de Bon- ophouden het bolwerk van den vrede van Versailles te zijn» dan verliest hij zijn beteekenis voor Frankrijk cn zou hij met betrekking tot het vredestraktaat en zijn toepassing volharden bij zijn tot dusver aangenomen houding, don is hij voor Duitsch land onaannemelijk. Het vit-Ium originis vun den Bond zou bij toetreding van Duitschland niet langer kunnen worden bemanteld. Het noodlot waaronder Europa thans gebukt gaat is, dot de in den vrede uon Duitschland opgelegde status duurzaam niet houdbaar is. Met zeker niet geringer recht dan Frankrijk zullen de ver over de 70 millioen Duitschcrs, die in het hort van Europa aaneengesloten le ven, en die, ondanks alle verschillen von tem perament en inzicht, door een sterk saamhoo- righeidsgcvool verbonden zijn, den c:sch mogen stellen der beveiliging tegen uitwendig geweld, waarvan zij dc eeuwen door telkens en tclkeas te lijden hadden, en waarvan zij nu reeds ruim 5 jaar long in de meest vernederende vormen het slachtoffer zijn. De verwezenlijking nu van dien eisch heeft tot voorwaarde de herziening niet enke! vnn het bedrag der schadevergoe ding, maar van het geheele den vrede van Euro pa bedreigend gewrocht van Versailles. Niet vóór deze is verwezenlijkt, rnl de rust in Euro- po wederkeeren. Inmiddels moge men ophouden dc Duitschcrs te smalen wegens het streven naar het herstel der nationale tradities, hetwelk de voorwaarde is voor de herwinning van de plaats onder dc volken, die hun wegens hun vitaliteit op schier ieder gebied niet blijvend kan worden ontzegd. Zelfhandhaving is voor een volk niet minder dan voor een individu niet maar een recht, doch een ppcht. Door hem te verzaken, bereidt of bestendigt men den triomf van het onrecht. HUGO STINNES OVERLEDEN. S c r 1 ij n, 10 April. (W. B.) Hugo Stinncs is hedenavond bij zijn volle bewustzijn over leden. Het Hbl. teekent bij zijn*dood aan: Hugo Stinnes werd op 12 Fcbr. 1870 te Mülheim aan de Ruhr geboren cn is dus slechts 54 jaar oud geworden. Hij is gesproten uit een bekende Rijnland- sche familie van kolengroothondeloors en ree- dors. Reeds zijn grootvader Matthias Stinnes speelde een groote rol in het bedrijfsleven vnn het Ruhr- en Rijnland. Na het gymnasium te hebben ofgclpopcn, kwam Hugo als volontair in dienst bij een groot hendel in erts en ijzer te Koblenz, leerde ver volgens de practijk van den kolenmijnbouw in de mijn Viethe, bezocht in 1889 de mijnbouw- academie te Berlijn en werd het volgend jaar deelgenoot in de firma, waarvan zijn vader het hoofd was. Reeds in 1893 trad hij uit de zaak om met een kapitaal van 50.00 mark een eigen firma, „Hugo Stinnes G. m. b. H." op te richten. Met zijn groot organisatietalent en zijn fijne neus voor technische ontwikkelingsmogelijkhe den, breidde hij zijn kolenhandel uit, verwierf hij ijzer- cn staalfabrieken, nam hij deel in de mijn- bouv.industrie in Luxemburg cn richtte hij de Rijnsch-Wcstfnalsche Electriciteitswerken op, dat het ganschc industriegebied van electrici- teii voorzag. Bij het uitbreken von den oorlog werd Stinnes een der voornaamste leveranciers von het leger bestuur. Na den oorlog breidde hij vooral zijn reederij uit en richtte hij o.a. de „Hugo Stinnes A.G. Hamburg" op, op het oogenblik een der groot ste reedcrijcn in Duitschland, met vaste lijnen nanr Skandinavie, Noord- en Zuid-Amerika en Oost-Azië. Met zijn reusachtige bezittingen, bestaande uit mijnen, hoogovenbedrijven, werven, ma chinefabrieken, electriciteitswerken, enz., sloot hij zich aaneen rnet ecnigc leidende mijnbouw- fcedrijvcn tot de „Rhein-Elbe Union" en later met Siemens tot de „Siemens Schuckert-elec- triciteitsfabricken. Bij deze consortiums kwam in 1922 nog dc „Alpine-Montan-Gcsellschaft". Stinnes' doel was met deze consortiums oen verbinding te vormen tusschen grondstoffen, halffabrikaten cn afgewerkte producten om door het uitschakelen van clle winsten voor tusschen- personen, rislcoprcmicn cn het doen dalen von rille algemecnc onkosten het product zoo goed koop mogelijk tc maken. In verband daarmoo stond ook zijn oprichting van reedcrijcn, woor- bij niet dc recdcr maar het product bepaalde welke lijn zou worden geopend. Daarbij kocht Stinnes de uitgeverszaak van Roimor Hobbing te Berlijn aan, aan welke dc „Deutsche Allge- meino Ztg." en de „Handels- und Industrie Ztg." behoorden. Doordrongen van het denkbeeld, dot hij zijn pionnen slechts kon verwezen!'jken met dc hulp der arbeiders, besloot hij hun aandeel in de on dernemingen tc geven in den vorm van kleino nandeelcn cn hen in dc winst tc luten declcn. Daartoe richtte hij met den vakverecnigings- leider wijlen Lcgien dc „Zentrnlnrbcitsgemein- schaft" op, welker proctischo resultaten buiten gewoon groot zijn. In groote economische orga nisaties en den Economischen Rijksraad verte genwoordigde Stinnes die belangengemeenschap von arbeiders en werkgevers. In den Rijksdag, waarvan Stinnes sedert 1920 lid was, sloot hij zich bij dc D. V. P. aan. IniT92I onderhandelde hij officieus met Lloyd George om te verkrijgen, dat do Entonto tegen over Duitschland een welwillender politiek zou voeren, waarbij hij echter geen succes had. Be langrijker is zijn in September 1922 gesloten contract met den Frnnschen senator markies de Lubcrsoc nopens leveringen van materiaal voor den wederopbouw der verwoeste gebieden in Noord-Frankrijk. Persoonlijk buitengewoon eenvoudig von levenswijze was hij niettemin do man, die in Duitschland op economisch gebied de grootste macht bezat. STAKING VAN BETALING. Hamburg, 1 0 A p r i 1. (W. B.) De ban kiersfirma Lipinski cn Co. heeft haar betalingen cstaakt. Omtrent dnn omvang der verplichtin gen is niets naders bekend DE SCHEEPSWERFSTAKING TE HAMBURG. Hamburg, 10 April. (W. B.) De onder handelingen van heden tot bijlegging van do scheepswerfstaking hebben geen resultaat ge had. HEVIGE SNEEUWVAL. B e r 1 ij n 10 April. (W. B.) Een groot aantal telefoon- cn telegraafdraden vun Berlijn naar het Westen zijn verbroken door hevige sneeuwstormen. Het verkeer wordt door omlei dingen gehandhaafd. Hamburg, 10 April. (W. B.) Vanoch tend heeft een onweer, gepaard met een hevigen sneeuwval, in den omtrok groote schade aan gericht. Een groot aantal telegraafdraden cn -palen zijn omgewaaid en liggen hier cn daar over de spoorrails. BRAND IN EEN KAZERNE. Hevige ontploffingen. B r u n s w ij k, 10 April. (W. B.) Heden middag brok brand uit in de Domknzcrnc to Goslor. Het was een groote brand, dio ook het munitie-magazijn aantastte, dat zich bevond op de bovenste verdieping. Hevige ontploffin gen volgden. Om half drie 's middags stortte het dak in. Tengevolge van de voortdurende ontploffingen kon de brondweer de vlammenzee niet naderen. FRANKRIJK. HET BEZOEK VAN HET ROEMEENSCHE KONINGSPAAR. De a on komst tc Parijs. P a r ij s, 10 April. (B. T. A.) De koning en koningin von Roemenië zijn hedenochtend te Parijs aangekomen. P a r ij s, 1 O A p r i 1. (B. T. A.) Dc koning en dc koningin van Roemenië werden aan het station ontvangen door den president der re- publick, Poicaré, Doumergbe en anderen. On der talrijke toejuichingen der bevolking reed de stoet naar het ministerie van buitenlondscho zaken. Naaj hei Engelsch van WILLIAM J LOCKE. Vooi Nederland bewerkt door W. J. A. HOLDANUS Jr. 6S „Zij heeft gelogen, mijn zoon." „Maar zij wist, dat mijn eer, mijn a'les op het spel stond „Natuurlijk wist zij dat. Maar docht je heusch, dot zij daar iets cm gaf?" Godfrey herhaalde als verdoofd: „Het moet een vergissing zijn. Zij heeft mij gezegd, dat zij het vernietigd had." „Zij heeft het niet gedaan," zeide Baltazar „Zij heeft het bewaard om de een of andaro ijdelneid of eerzucht te bevredigen. Ik weet niel zeker wat. Ons gesprek was te geconcentreerd om uit te weiden in beweeggronden. Maar in ieder geval was zij in het geheel niet bezorgd ^m jouw e^r. Zij heeft het papier laten slinge ren, Edgar Dcnnithorpe heeft het te pakken gekregen en is van plan er gebruik van te maken." Onthutst ging de jonge man met zijn hoofd in zijn handen zitten en kreunde. „Mijn God. Dat is het einde van allesl" Baltazar stopte kalm een pijp en stak die aan en zeide niets. Het was beter de gevolgen van Lady Edna's verraad in den jongen te loten doordringen Na een langen tijd stond God frey op en zijn gezicht was verwilderd. „Ik zal naar Donnithorpe gaan en het terug halen. Hij zal het niet durven laten zien. Hij. zou zich daardoor zelf beschuld'gen de inlich tingen aan The Morning Gazette gegeven te hebben." Maar Baltazar hield hem met zijn ondoor grondelijke oogen tegen „Je bent een kranig soldaat, jongen, maar je bent geen tegenpartij voor een geslepen ouden politicus een onovertrcffen meester in vuile handigheid. Van ochtend heeft hij olies met den Eersten Minister in orde gemaakt. Bo vendien moeten we ook aan de dame in quaes- tle denken niet, dat ik geloof, dat zij zoove-1 consideratie verdient, maar het 'is een qunestie van eer." „Ik zal haar naam in deze zaak niet betrek ken," stoof Godirey op. „Maar hij wel En dan zal hij de heele ge schiedenis uit je weten te krijgen." „Wat moet ik doen?" vroeg Godfrey met een hulpeloos gebaar. Baltazar stond op. Jongen/' zeide hij, „over enkele dagen zullen ze mij, die plotseling uit het duister te voorschijn gesprongen ben, tot Minister der Kroon benoemen. Dat bewijst, dot ik niet zoo'n heel groote gek ben" Ondanks de poel van desillusie en de cata strophe, waariri hij rondplaste, hoorde de jon gen toch in de stem van zijn vader den oon- coenlijken klank, waaraan hij nocit weerstond had kunnen bieden, den klank, die te kennen gaf, dot zijn vader niets liever wilde dan hem goed te deen. ,,U West, dat ik trotsch op u ben," zeide hij. „Wat heel wat meer'is," voegde hij er met ge broken stem aon toe, „dan u van mij kunt zeg gen." Baltazar sloeg vol liefde zijn arm om de schouders van zijn zoon. „Jongen/' zeide hij, „ik zou mijn leven voor jou geven." En de jonge man liet zijn hoofd hongen. „Dc eenige vraag is: wil je mij ver trouwen?" Tien minuten later stond Baltazar, opgemon terd en vol vertrouwen, bij de deur, gereed om afscheid te nemen van een verootmoedigden, ofzehoon veel hoopvoller gestemden Godfrey. Liefde had overwonnen. Wat er tusschen zijn vader en de Donnlthcrpes voorgevallen was wist de jongen niet. Dot zijn vader de rol von onvoorzichtig minnaar op zich genomen had, vermoedde hij in het minst niet. Maar zijn va der had hem betcoverd, zijn wil beheerscht, een bhnd, onbeperkt, vertrouwen in hem opge wekt, hem een belofte van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid afgedwongen. Natuurlijk wa ren er voorwaarden. Hij moest een verzoek in dienen geen gebruik te behoeven maken van zijn verlof en onmiddellijk naar Frankrijk te mogen vertrekken. Hij mocht zich niet in ver binding stellen met Lacy Edna vóór zijn terug komst in Engeland, wanneer dat ook zijn mocht. Die belcfte gaf hij graag; haar onge voelige minachting voer zijn eer scheen hem monsterachtig toe in haar onbegrijpelijkheid. En hoe hij later ook naar haar zou mogen ver langen, hij aanvaardde die voorwaard3 als een straf. Zij, zoo zeide zijn vader, was door de zelfde voorwaarde gebonden Baltazar stond bij de deur. „H:t is vervloekt hard, beste jongen," zeide hij. „Maar je zult cr overheen komen, daar ben jé een Engelschman voor." Onder het uit de wijs neuriën van,, Tipperary," het eenige moderne liedje, dat hij kende, liep hij de trap op en keek dan om de deur van den salon. Door vond Hij, zooals hij verwacht had, een wanhopige Marcelle. die het boek, waarin zij had probeeren te lezen, wegwierp, opstond en naar de deur liep. Wat is er ge beurd? Quong Ho had haar van Edgar Donnit- horpe's bezoek verteld. Godfrey was woedend op haar. „Ga naar beneden," zeide hij, „en sluit vrede met hem. Je blijft hier dineeren. En ik moet vóór het eten mijn werk afmaken." Nog steeds „Tipperary." neuriënd, ging hij naar zijn bibliotheek, waar Quong Ho geduldig zat te corrigcercn „Miss Boring cn kapitein Godfrey hebben mij voor de voeten geworpen, dat ik Mr. Don nithorpe ingelicht heb omtrent de plaats, waar u was," zeide Quong Ho. „Het is het beste, wat je ooit in je leven gedaan hebt," zeide Baltazar, terwijl hij aan de tafel ging zitten en zijn pen opnam. het diner was niet bepaald het succes, waoi- op Baltazar gehoopt had. Zijn beste champagne vloeide vergeefs Godfrey beantwoordde zijn toost op zijn promotie en zijn aanstelling met een onberispelijke hoffelijkheid en een jammer lijk gemis aon geestdrift. Marcelle bekende la ter, dot zij neg nooit zoo'n triest diner had medegemaokt. Vrede sluiten met Godfrey was allesbehalve makkelijk geweest. Het was slechts een inderhaast gesloten wapenstilstand. Twee maal was hij dien dag door vrouwen verraden, en hij voelde een diepen wrok tegen dat on betrouwbare geslecht. In geen enkel opzicht hod hij hoar ver ier in zijn vertrouwen geno men. Hij had haai niets gezegd van het com- prom'tteerende stuk papier. Verbijsterd en on gelukkig zot hij aan tafel. Quong Ho at philo sophised wanneer hij niet de woorden van wijsheid, welke van des meesters lippen vloei den, indronk. De tafel werd al vroeg opgebroken. Godfrey trok zich op zijn kamer terug. Baltazar bracht Marcelle thuis een stille en sombere wan deling. Vergeefs verzekerde hij haar, dat zij Godfrey's redding geweest was. Zij besefte al leen moor, dot het vertrouwen van den jongen in haar weg was. Van wat cr feitelijk gebeurd was vertelde hij hoar niets, evenmin als God frey. Dc toestand was op het oogenblik te kiesch en «te grotesk tevens, om aan een ander ver teld te worden zelfs oon Marcelle. Teleur gesteld, ja zelfs terneergeslagen wandelde hij naar huis terug. Had hij niet aon allemaal ge zegd hun vertrouwen in hem te stellen cn zich n.et langer over de zaak het hoofd te breken? En toch broken zij er zich het hoofd mede. Aan hei eind der gang zag hij een streep licht, een bewijs, dat de deur van Godfrey op een kiertje stond. Hij ging noor beneden, deed de deur open en keek naar binnen. Godfrey zat met zijn noofd in zijn -anden op den divan. Daar hij niet scheen te merken, dot er iemand was, deed Baltazar de deur zacht dicht en liep op zijn teenen weg. Niemand wist beter dan hij, d&t iedere man alleen zijn klein Gethsemané moet doormaken. Maar hoe vreesclijk was dat allesl Met pijn in zijn hart sloop hij naar boven. Brieven in verband met zijn nieuwe ministerie lagen op zijn lessenaar. Hij ging zitten cn trachtte ze tc behandelen; maar al heel gauw legde hij ze neer en stak een pijp op. Had hij den jongen per slot van rekening wel grred? Zou de vrouw haar mond houden? Was Don nithorpe zoo'n idioot om het verhoai te ge- looven? Maar inmiddels was hij. volgens zijn eigen beweren, de minnaar von oe verfoeide vrouw en verrader van officieele geheimen. En d-ï wraakzuchtige kleine rot had de bewijzen in zijn bezit. Welk gebruik zou hij ervan maken? (Wordt vervolgdjL

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 1