AMERSFOORTSCH DAGBLAD DE EEMlandER" BINNENLAND. TWEEDE BLAD. Aan de Staatscourant van gisteravond ont- lecnen wij de volgende Kon Besluiten benoemd tot riddec in de Oranje Nassau Orde N. Klein,'inspecteur van den technischen £ienst der Koninklijke Nederlandsche Stoom bootmaatschappij* Amsterdam toegekend de bronzen eere-medoille van de Oranje Nassau Orde aan P. von Gemort cn F. C. van Bussel, linnenwevers en E. Sengers, ga- rensterker, allen in dienst van de stoomlinnen- fobrieken Joh. Blias të Eindhoven benoemd tot regecringsgedelegeccdc bij het van 20 tot 25 Augustus 1924 te Göthenburg te houden 2e deel van hgt 21ste Internotionale Amerikonistencongres Prof. Dr. J. P. B. de Josselin de Jong en prof. dr. G C. Uhlenbeck, beiden te Leiden benoemd tot belastinginspecteur ter inspec tie Utrecht le ofdeeling S. H. Beintema thans adjunct inspecteur te Utrecht 2e afdeeling Utrecht 2e ofdeeling J. H. v. d. Minne adjunct inspecteur te Utrecht le nrdceling Venlo Mr. L. Lindeboom, adjunct insnecteur a'daarte Leiden 2e afdeeling Mr. B. M. Dull, adjunct insDecteur aldaar te Amsterdam W. H. Meyber adjunct inspecteur aldaarte Rotterdam F. Robertson, adjunct inspecteur te Delfzijlte Amsterdam J. W Zonncvylle adjunct inspec teur a'daarte Hilversum J. D. Hamstra Pik, adjunct inspecteur te Vlaardingfcn te Haarlem le afdeeling J. R. Kuiper, adjunct inspecteur aldaar te Groningen le afdeeling J. Schellin- ger, adjunct inspecteur aldaarte Oldenzaal N. M. J. G Cikot, adjunct inspecteur te Maas tricht le nfdeelng te Maastricht le ofdeeling J. H. Stcegmons adjunct inspecteur te Hoorn te Hoom A. G. L. J. Hofman, adjunct inspecteur te Oldenzaalte Roosendaal M. J. H. Smeets adjunct inspecteur 'aldaar benoemd tot belasting ontvanger te Groes- beek D. van Dijk, adjunct commies der belas tingen te Purmcrend op verzoek eervol ontslagen uit 's Rijks Dienst B. van Houte belasting ontvanger te 's-Graven- hago 2e kantoor. met ingang van 1 Mei 1924, op zijn aan vrage, een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan den generaal-majoor J. G C. Tonnet, inspecteur der artillerie, zulks ter zake van langdurigen dienst met. donkbetui ging voor de veeljarige en belangrijke dien sten door hem aan den lande bewezen benoemd en aangesteld 10. bij den Generalen Staf tot luitenant-kolo nel met ingang van 2 Mei 1924 de majoors P. J. van Munnickrede, F J. Quanjer, H. A. Seijffordt, K. A. Pfeiffer en VP J G Schuur man, allen von diert staf, onderscheidenlijk chef van den stof der IVe divisie, chef van den stcf der Ille divisie, toegevoegd non den chef van den Generalen Staf, toegevoegd aan ccn chef van den Gen. Staf en chef van den stof van het Hoofdkwartier van het veldleger 2o. met ingang van 3 Mei 1924, de ma joor jhr. W. Roë'l, van dien staf, hoofd deT Be afdeeling van het departement van oorlog; 11. bij het wapen der infanterie met ingang van 2 Mei 1924 tot luitenant kolonel, commandant van het le reg. infan terie de majoor P H A. de Ridder, van het reg. grenadiers BI. bij het wopen der artillerie lo. met ingang van 1 Mei 1924, tot kapitein de eerste luitenant D Crok, gedetacheerd bij het leger in Ncd Indië bij den staf van het wapen, tot inspecteur de kolonel E. F Insinger, commandant van da IVe artilleriebrigade tot kolonel, commandant van de IVe artille rie-brigade, de luitenant-kolonel P. D. v. Essen, commandant van het 2de regt. veldartillerie; tot kolonel, de luitenant-kolonel J L. Bels, commandant van het regiment kust-artillerio; tot commandant van het 2de* regt. veldartille rie, de luitenant-kolonel A. K. L. Verschoor, commandant van het 7de regt.-veldortillerie, zulks onder eervolle ontheffing uit zijn tegen woordig commandotot luitenant-kolonel de maioor jhr. O. Witser. Elias en J. D. Schann, onderscheidenlijk van het regt. kust-artillerie en het reg vestingartillerie; tot luitenant-kolo nel, commandant van het 7e regt. veld-artillerie, de maioor W. de Waal, van het Tste regt. veld artillerie tot maioor, onderscheidenlijk bij het 1ste reg. veldartillerie en bij hot reg. vesting artillerie, de kapitein J. Bessem en M. I. Ste phenson, resp. commandant van de treinafdpe- ling van de 1ste artillerie-brigade cn van het korpstot konitein, onderscheidenlijk bij het 2de regt. veldartillerie, commandant van de treinafdeeling der 1ste artilleriebrigode, bij het regt. vesting artillerie, hij den staf van het wapen dor artillerie en bij het 2de regt veld-artillerie, de eerste lui tenants V. E. Wilmar, G. W. le Heux, P. H. Schoute, A. V. M. J M. Goulmy en G. Wege- rif, respectieveliik van het korps gedetacheerd bij de lurhtvaartnfdeeling van het 1ste regiment veH-artillerie. adjudant van het korps rijdende artillerie, van den staf werkzaam bij de Ko ninklijke Militaire Academie en de hoofdcur sus en van het korps; 2e. met ingang van 2 Mei 1924 tot luitenant- kolonel de majooor A. Kooiman, voorzitter van de commissie van proefneming. IV. Bij het reserve-personeel der landmacht: lo. met ingang van 2 Mei 1924. Bij den generalen staf: tot reserve-luit enant-kolonel de reserve majoor F. J. B. Sanders, van dien staf; 2o met ingang van 1 Mei 1924, bij het wopen der artillerie: tot rescrve-luitenont-kolonel bij het regiment vesting-artillerie de reserve-majoor D. de Kreuk, van het korps; tot reserve-majoor bij hun tegenwoordig korps Jp 'eserve-kapiteins: H. R. Boeree, J. I. Stephenson en G Ringeling, respectievelijk van het 4e regiment veld-artillerie, van het 6e regi ment veld-artillerie en van het regiment vesting artillerie; d. met ingang van 1 Mei T924 is toegekend de titulaire rang van maioor aan den kapitein, ntagoiL-Juneester der artillerie, ^hr. M. G Ale- wijrw t\HET REGEERINGSJUBILEUM. Een gedenkschrift van de Haag- sche feesten. In opdracht van het comité voor de luister rijke viering van de 25-jarIge regeering von H. M. de Koningin te 's-Gravenhagt? is bij Mouton Co. een gedenkschrift van dc Haag- sche jubileumfeesten verschenen. De tekst van dit gedenkboek is verzorgd door den heer P. A. Hoexman Jr. en het is met talrijke illustra ties verlucht. Het werkje, dat 56 pagina's be slaat, geeft o.m. een overzicht von de ver sierde stad, van de gehouden tentoonstellin gen, den intocht der vorstelijke familie, dc ge beurtenissen op het Malieveld, de spoctdcmo-i- stratie, de kerkdiensten, do kinderfeesten, de landbouwfeesten, de muziek-, zang- en toc- neeluitvoeringen, enz. Het geschrift tesluil met een opsomming van do verschillende co mités en commissies met hunne leden, zoo mede van de verecnigingen en organisaties, die van het comité deel hebben uitgemaakt. HET 75-JARIG BESTAAN VAN HET MATROZENINSTITUUT DER KON. NED. ZEIL- EN ROEIVEREENIGING. Een rede van Prins Hendrik. Men meldt ons uit Amsterdam: Gister heeft op de pollux", het opleidings schip van het Matrozeninstituut van de K. N. Z. R. V. een eigenaardige plechtigheid plaats gehad. Zulks in verband met het feit, dat het Instituut vandaag juist 75 jaar bestaat. Om half twaalf vanochtend is dit feest her dacht met een vergadering aan boord von dc Pollux, in de ^luinandeurskajuit, welke ver gadering is voorgezeten door den eere-voor- zitter van de „Koninklijke", Z. K. H. de Prins der Nederlanden. De Prins werd om 11.11 van het Centraal Station afgehaald door den voorzitter van de K. N. 1. R. V., den heer P. L. Lucassen en per auto naar dc Pollux gebracht Daar werd Z. K. H. verwelkomd door vjjf commissarissen van het Matrozeninstituut, de heeren Oder- wald, Loke, Schottee de Vries, van der Poll en Haverkamp, waarna het gezelschap zich naar de kajuit begaf voor de feestvergadering. De heer Loke sprak daar als waarnemend voorzitter den Prins toe en verzocht dezen de vergadering te willen voorzitten. Z. K. .H: de Prins hield daarop de volgende toespraak: Mijnheer de Voorzitter en Commissarissen van het Matrozeninstituut, medebestuurderen der K. N. Z. R. V. Het is mij als ecre-voorzitter der K. N. Z. R. V een groot voorrecht, deze gedenkwaar dige veragdering van de besturen van de K. N. Z. R. V. en het Matrozeninstituut met genoodigden te kunnen voorzitten, welke ver gadering w\j hebben belegd om het feit te her denken, dat het juist 75 jaren geleden is, dat deze instelling tot stand kwam. Als ik zeer in het kort de geschiedenis naga, die tot de oprichting van het instituut heeft geleid, dan breng ik in herinnering, dat na het houden van den eersten zeilwedstrijd van de K. N. Z. en R. V. op 30 Sept. 1848 het eerste werk van het bestuur dier vereeniging was om naar middelen om tc zien, teneinde te voldoen aan de verplichting opgedragen bjj art. 2 van de Wet der vereeniging, luidende: „Ter bereiking van haar doel bevordert de ver eeniging de oprichting en aanmoediging van een nationalen matrozenstand". Er werd een commissie benoemd, welke opdracht kreeg mid delen te beramen tot oprichting en daarstel- ling van een of andere instelling, die tot het genoemde doel zou kunnen leiden". Den 16en April 1849 werd vervolgers het Matrozen instituut opgericht. Van de toen voor deze instelling vastgestel de statuten luidt art. 1: „Deze instelling zal den naam voeren van Matrozeninstituut van de Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging en ten doel hebben om jongelieden op te leiden en te bekwamen tot matrozen voor de koopvaar dij en om de lust daartoe zooveel mogelijk aan te moedigen." Mijne Heeren, volgens het verslag van de oprichtingsvergadering werd deze instelling van het instituut beschouwd te zijn een poging om Jeugdige zeevarenden aan te kweeken, die met goede zedelijke beginselen bezield en met practische kennis uitgerust later als knappe matrozen der Hollandsche koopvaardij tot sieraad zouden kunnen verstrekken. Deze gedachte en dit streven heeft zeker ook nu nog ons allergrootste belangstelling en vond ik het passend het hier in deze vergade ring nogmaals uit tc spreken. Mijne Heeren, namens dc K. N. Z. en R. V. wil ik hier een woord van hulde en dank uitspreken aan hee ren commissarissen van het Matrozeninsti tuut, die vanaf de oprichting tot heden het be- stupr uitmaakten van onze instelling en door wier wus bestuur en beleid het mogelijk is ge weest, dat het Matrozeninstituut der Koninklij ke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging thans nog ten volle beantwoordt aan het doel, waarom het werd opgericht. Een bijzonder woord van hulde en dank wensch ik dan nog te richten tot de Stoom vaartmaatschappijen en verder tot de genees- heeren, leeraren en aprticulieren. die het in de 75 jaren, die thans achter ons liggen, mogelijk hebben gemankt dat de vlag van de Konink lijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging met eere is blijven wapperen aan boord van het opleidingsschip. Mijne Heeren, mag ik u thans uitnoodigen om met mij een oorkonde te teekenen ten blij- ke, dat wij de oprichting van het Matrozen instituut bij gelegenheid ran het 75-jarig be staan heden met eerbied en dankbaarheid her denken. Ik spreek ten slotte den wensch uit, dat deze instelling dor K. N. Z. en R. V. een nieuw tijdperk van ongekenden bloei tegemoet gaan in het belang van de opvoeding van onze jongeren en tot heil van ons nationaal scheep vaartbedrijf I Na het teekenen der oorkonde begaf het ge zelschap zich aan dek waar de leerlingen ston den opgesteld. Daar hield de voorzitter van de K. N. Z. en R. V., de heer P. L. Lucassen een rede, die in hoofdzaak eveneens in kort, trek ken de geschiedenis van het Matrozeninstituut weergaf. Spr. besloot met de volgende woor den: Waar Uw K. H. als eere-voorzitter der K. N. Z. en R. V. Uw goede wenschen uitsprak, meen ik hier namens de vereeniging en mijn medebestuurderen van harte te mogen dank zeggen voor de hooge eer, die onze vereeni ging en het Matrozeninstituut wederom ie te beurt geavllen, doordat het Uw K. H. wel heeft willen behagen de herdenking van het 75- jarig bestaan van het Matrozeninstituut te willen leiden. Uw hooge belangstelling stellen wjj ïeer op prijs en ik waag het hier uit te spreken, dat wij ons bij voortduring in deze Uw Koninklijke belangstelling zollen mogen blijven verheu gen." Spr. noodigde de aanwezigen uit tot een driewerf hoezee op den eere-voorzitter der Koninklijke. Tenslotte hield de heer Loke, waarnemend voorzitter van den raad van commissarissen van het Matrozeninstituut een toespraak, waar in hij er den nadruk op legde hoe van de stich ting van het instituut af tot op heden deze instelling de belangstelling von het Koninklijk Huis heeft mogen genieten. Aan die stichting toch heeft Koning Willem 8 een. basis gege ven door in April 1849 het transportschip Dordrecht af te staan en door herhaaldelijk zijn belangstelling te toonen door zijn bezoek Ook in latere jaren werden deze bezoeken door den Prins van Oranje en Prins Hendrik her haald, zoodat zich Uw bezoek in 1911 aan het toenmalig opleidingsschip Zeehond een traditie van vorstelijke belangstelling heeft hersteld, die Uw K. H. in 1918 bij de voorstelling ten bate van het instituut en thans wederom heeft bevestigd. Spr. bracht daarna dank aan allen, die hebben bijgedragen tot den bloei on den groei van het Matrozeninstituut, dank aan de doktoren cn artsen, aan den predikant, dank ook aan het personeel, dat den geheelen dag met de jongens aan boord meeleeft,.dank zeker in de eerste plaats aan den commandant Kamp. aan wien de geheele leiding van het onderwijs, van de vorming van de jongens en van het onderhoud van do Pollux is opgedragen. Vol lof gewaagde spr. van het werk van onderwij zers en suppoosten, waarbij de volle maat der waardeering moet worden gegeven aan boots man Wedel, die nu reeds 33 jaren zijn krachten aan deze inrichting wijdt en die bij het bestuur en bij de jongens zoo hoog staat aangeschre ven dat wij hem ondanks zijn leeftijd nog niet willen missen. Tenslotte richtte spr. zich tot de jongens van de Pollux aldus: Wij verheugen ons dat er al tijd weer flinke jongens zijn, die in het voet spoor van onze vaderen willen treden, welke ons land door dc zeevaart groot en bloeiend hebben gemaakt. Wy vertrouwen, dat gij de ongemakken en moeilijkheden, die het zee mansleven bieden met opgewektheid zult over winnen cn dat het onderwijs hier aan boord u in staat zal stellen een goede i positie op de handelsvloot te verwerven. Dat is het doel, waarvoor wij allen samenwerken en waarom wij wenschen, dat het Matrozeninstituut zal behouden blijven tot in lengte van dagen. Hiermede was de plechtigheid afgeloopen. Z. K. H. en de gasten vertrokken van boord, terwijl de jongens van de Pollux in het want van het geheel gepovoiseerde schip paradeer den. De bestüurderen, commissarissen en genoo digden vercenigden zich met Z. K. H. Prins Hendrik aan een lunch in de Grootc Club, waarna Z. K. H. om twee uur een bezoek bracht aan de Zeevaartschool en het Zeemanshuis op het Kadiiksplein, alhier. Om 3.51 vertrok Z. K. H. weer naar de resi dentie. NEDERLAND EN BELGIË. Waardeering. Onder het waerdeerend opschrift „Geef den keizer wot des keizo/s is" brengt „Neptune, Belgian Lloyd ét Daily News" hulde aoif de te gemoetkomendheid van onze regcerinc. omdat deze wel heeft willen toestaon, dat ook bij nacht in de geulen van Vnlkenisse en Both ge baggerd mag worden. Even woardeerend maakt volgens het Hbld., het blad gewag van de toestemming door onze regeering ve.leend, om het uitgebaggerde zond te mogen storten op de oevers ter plaatse. „Wij wijzen met genoegen op deze feiten," schrijft het b'od. „Wij zijn overtuigd, dot dc gcede wil. dien Nederland toont mot betrekking tot het Schcldevr oogst uk het beste middel is om de bet. ekkingen tusschcn Nederland en Bel gië to verbeteren en de oplossing von de han gende vraagstukken voor te bereiden." DE RIJKSMIDDELEN. Twee millioen minder don vorige jaar. De rijksmiddelen hebben in Maort 2,090,000 minder opgebracht dan verleden jaor, m hoofd zaak door sterke dolingen bij jeneveraccijns en inkomstenbelasting. Sedert 1 Januari bedrongt de achteruitgang bij' de gewone bronnen reeds 5.8 millioen. DE AMSTERDAMSCHE BELASTINGEN. Geen verhooging Wij vernemen, dat de kohieren der Amster- damsche gemeentelijke inkomstenbelasting over 1923 een hoogere opbrengst aanwijzen don werd geraamd In verband daarmee zijn van dc zijde der afdeeling financiën nog geen stap pen gedaan tot het ontwerpen van een sup- pletoire begrooting voor het dekken van den vervollen nooduitkceringspost van 3.200,000. Zijn wij goed ingelicht, don moet in een spoed- eischende vergadering van B. en W met het oog op den vast te stellen vermenigvuldigings factor de financieele toestand der gemeente nauwkeurig zijn nagegaan. Daarin moet tevens van de zijde van den wethouder van financiën dc mogelijkheid in uitricht zijn gesteld, flat voor het dienstjaar, dat 1 Mei ingaat, de be staande vermenigvuldigingsfactor van 0,675 wordt gehandhaafd. Binnenkort zullen over de financieele positie van Amsterdam aan de leden der commissie van bijstand voor de gemeente-finonciën uit voerige medcdcelingcn worden gedaan. BURGEMEESTER DE VLUGT ONDERSCHEIDEN Vanwege het Roode Kruis. Men meldt ons uit Amsterdam Aon de lunch, gehouden bij de herdenking van het 75-jarig jubileum van het Matrozen instituut, is door Prins Hendrik aan burgemees ter Dc Vlugt persoonlijk overhandig 1 het kruis van verdienste van de Neder). Vereen. „Het Roode Kruis". f MUNBOUW-MAATSCHAPPIJ BILLITON. Memorie van Antwoord der Éérste Kamer. Aen do memorie van antwoord van de Eer ste Kamer betreffende het ontwerp tot oprich ting van een N.V. Gemeenschappelijke Mijn- bouw-Maatschoppij Billiton wordt het volgen de ontleend Met beslistheid moet worden afgewezen het door do tegenstanders van het ontwerp uitge sproken verwijt, als zou de Billiton-Moat- schoppij tengevolge van onvoldoend deskundig toezicht van regecringswcgv, naar een maat schappelijk niet geoorloofde methode werken en daarmede in strijd met de goede trouw han delen. Evenmin is grond aanwezig om de mant- schappij ten laste te leggen, dat zij dc bepa lingen van de concessie zou hebben ontdoken. Voorts wordt gewezen op de bevoegdheid van de regeering, om ten ollen tijde met de mootschappij tc breken. Het ontgaat de re geering, waarom de maatschappij in gevol van liquidatie fn gunstiger positie zou komen te verkeeren dan onder dc vigecrende overeen komst. Dot de Billiton-Mij. de directie blijft voeren, is voor de continuïteit van het bedrijf van grootc waarde. De regeering zal over de meerderheid in dc algemcene vergadering van aondeelhouders von de Gemeenschappelijke Mijnbouw-Mij. beschikken, terwijl 3 van dc 5 leden von den raad van beheer door den mi nister van koloniën zullen worden benoemd het gouvernement zal dus zoowel in de ven nootschap als in de eigenlijke bedrijfsvoering overwegende zeggenschap krijgen. Aangezien in het ondcrwerpelijk voorstel v*an naasting geen sprake is, en daarvoor ook nimmer reden zou kunnen bestaan, is dor re geering niet duidelijk de strekking van de op merking, dot het te vreezen zou zijn, dat ook bij eventueele naasting volgens dit voorstel de regeering bedrogen zou uitkomen. De regeering wenscht overigens met krocht op te komen tegen het door enkele leden non haar gemaakte verwijt, dat zij onvoldoende zou gewaakt hebben voor de belangen von de ge meenschap cn voor die der inlnndsche bevol king, en ocht zich gerechtigd deze bewering, als geheel onbewezen, zonder meer ter zijde tc stellen. Ten slotte wordt opgemerkt, dot bij een be drijf als het voorgestelde, waarin het gouver nement overwegende zeggenschop heeft; geen vrocs behoeft tc bestaan, dot de Staat de mo gelijkheid zou prijs geven om als Overheid zijn rechten te doen gelden. De regiering ziet geen grond voor de vrees, dot de aan de Gemeenschappelijke Miinbouw- Mij. Billiton toekomende bevoegdheid, om deel te nemen in andere vennotoschoppen, welke een gelijksoortig doel beoogen, staats exploitatie van tin in andere doelen van den Indischen Archipel onmogelijk zou maken. VEREENIGING VOOR VREEMDE LINGENVERKEER. Dc voorzitters-vacature. Volgens de Tel. is oud-minister Treub aange zocht om een benoeming te aanvaarden als op volger van wijlen baron Van Tuyll van Scroos- kerken tot voorzitter von dc Vereeniging voor V r eemde 1 i ngen verk eer. S. D. A. P. Resolutie inzake bedrijfsorga nisatie cn medezeggenschap. Het partijbesluui van de S. D. A. P. heeft, naar Het Volk meldt, voor het Pnoschcongrcs de volgende resolutie voorgesteld inzake be drijfsorganisatie en medezeggenschap. Het congTes, gezien het rapport der com missie voor dc bedrijfsorganisatie en medezeg genschap, van oordeel, dot, afgezien von mogelijk mcc- ningsverschil omtrent onderdeden, de denkbeel den in dit rapport belichaamd, ten spoedigste verwezenlijkt dienen tc worden, overwegende, dat voor do verwezenlijking van deze denkbeelden langs wettelijkcn weg noo- dig is, dat voorstellen in het parlement krach tig worden gesteund door een sterk levende bewoging voor medezeggenschap en bedrijfsor ganisatie, die onder alle arbeiders, ook onder hen, die buiten onze beweging staan, de eischcn tot gemeengoed heeft doen worden, dot het opkomen voor medezeggenschap in collectieve contracten deze beweging kan ver sterken, besluit, met de te verwachten indiening vnn de noodzakelijke wetsontwerpen voor oogen, in samenwerking met het NcdcH. Verbond van Vakverccnigingen een intensieve propaganda en actie te voeren ter verbreiding van de denkbeel den, in het rapport belichaamd. DOORVOER DOOR HET BEZETTE GEBIED. Een resumé van de geldende bepalingen. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdom deelt m^de, dot het „Comité Di recteur des Douoncs" te Coblenz «en overzicht heeft gepubliceerd van de verschillende voor hc? doorvoerverkeer door het bezette gebied geldende voorschriften. Tot nu toe waren de bepalingen verspreid over verschillende circu laires en reglementen van toepassing. Boven dien zijn thans de bepalingen over het door voerverkeer uitgestrekt tot die koopwaren, die uit het buitenland door het bezette gebied wor gden verzonden, naar het onbezette Duitschland en omgekeerd. Men moet onderscheiden tusschen twee soor ten van doorvoerverkeer door het bezette ge bied. T. Het zoogenaamde „internationale verkeer" dot uitsluitend longs de spoorwegen plaats vindt onder dc verantwoordelijkheid hetzij van de Régie, hetzij von dc Duitschc postadmini stratie (voor postpakketten) of ten slotte in enkele gevallen von de Rijksspoorwegen. 2. Het gewono doorvoerverkeer met alle vervoermiddelen (per rail, te water of langs de wegen) onder verantwoordelijkheid yan den verzender der goederen of zijn gemachtigde jegens de douane. Bij dc doorgevoerde goede ren moet een door de douon? afgegeven ge- leidebiljet zijn gevoegd (acquit t caution). Hier voor moet de inzender of zijn gemochtigde een verklaring ondertcekcnen, waarbij hij zich ver- Jvndt bij het verlaten von het bezette gebied, d? woren met ongeschonden zegels en in den staat, waarin zij zich bij het binnenkomen be vonden, aan de douane te vertoonen. Als waarborg moet bovendien een geldsom worden gestort of een bankgarantie worden ge steld, behoudens voor vervoer langs den Rijn, dat van borgstelling is vrijgesteld. Hetzelfde geldt voor vervoer voor de spoorwegen onder verantwoordelijkheid van de spoorwegdirecties of van do posterijen. Het gedeponeerde bedrag of de borgstelling moet gelijk zijn aan het dub bele van de invoerrechten, verschuldigd voor goederen, dia in het bezette gebied slechts met een invoervergunning kunnen worden binnenge laten zij is gelijk oan het enkelvoudig invoer recht, wanneer het gaat om waren, dia in het bezette gebied zonder vergunning kunnen wor den ingevoerd en ten slotte is zij gelijk aan de waarde der goederen, wanneer de invoor dnnrvnn in het bezette gebied verboden is. Do persoonlijke borgstelling of de bankga rantie houdt op en dc betaalde som wordt te ruggegeven wanneer het geleidebiljct binnen een bepaalden termijn behoorlijk voor eceoord geteekend aan het kantoor van uitgifte wordt teruggezonden Bij gebreke hiervan zijn do rechten definitief verschuldigd. In dit geval hebben de belanghebbenden evenwel het recht zich bij den bevoegden gedelegeerde van het Comité Directeur des Douanes te rechtvaardi gen en te bewijzen, dat zij aan hun verplich tingen hebben voldoen. Door dit Comité zal naar aanleiding hiervan een beslissing worden genomen. In ieder geval, waarin waren worden vervoerd voorzien van d> door het Comité Directeur des Douanes voorgeschreven zegels, worden zij voorzien van een doorvoergelcidebricf. Totdot door het Comité Directeur des Douanes een bi zonder model zal zijn voorgeschreven, zal de douane bij het doorvoerverkeer gebruik moken van het Duitschc „Bcgleitschein". Echter zullen de formulieren, die thans reeds door enkele kan toren op zichzelf in gebruik zijn genomen, kun nen worden aangewend, totdat de aanwezige voorraden zullen zijn uitgeput. Er worden geen vergunningen vereischt voor goederen, die worden doorgevoerd of die na invoer worden Opgeslagen in entrepót of daar uit worden uitgeslagen met bestemming naar het buitenland of het niet bezette Duitschlond. Voor doorgevoerde goederen is noch invoer recht, noch statistiek-recht verschuldigd Alleen het verzegclloon wordt geheven in de betreffen de gevallen, met uitzondering evenwel voor de goederen langs den Rijn vervoerd. Deze zijn vrijgesteld van de betaling van dit recht. De zegels worden dan gratis aangebracht. Bij de verstrekking van een geleidcbrief moet boven dien zegelrecht worden voldaan. Ingeval vnn vervoer met geheele wagons of ofgescheiden vakken daarvan wordt het zegel daarop aangebracht voor den geheelen inhoud, bij vervoer per schip wordt een geheel ruim ver zegeld. Afzonderlijk verzonden zakken, manden of pakketten worden elk op zichzelf verzegeld. Hot aantol der aangebrachte zegels wordt vermeld op den geleidebrief. Do plaatselijk gedelegeerde van het Comité Directeur des Douanes kan vrijstelling verlee- ncn van do verzekering voor laag belaste mas sa-goederen, als steenkool, stanfijzcr, stecnen enz. Ook hiervan wordt melding gemaakt op den geleidebrief. Alle formaliteiten die het doorvoerverkeer be treffen, kunnen slechts plaats vinden door be middeling van in het bizonder aangewezen kan toren, dio bij een ofzonderlijk rondschrijven zul len worden bekend gemaakt Behalve op de door het bezette gebied door gevoerde goederen, die afkomstig zijn uit het buitenland of het niet bezette Duitschland en daarheen weder bestemd zijn, zijn de regelen omtrent het doorvoerverkeer eveneens toepas selijk op goederen die worden verzonden naar een entrepót binnen het bezette gebied of dio uit een zoodanig entrepót worden uitgeslagen met bestemming naaT een ander entrepót, het buitenland of het nict-bczetto deel van Duitsch land. Bij hun aankomst op het kantoor van be stemming kunnen dezo goederen worden uit gevoerd naar het buitenland of naar het niet- bezette Duitschland (grenskantoor) of. worden aangegeven voor betaling* der rechten of in entrepót worden opgeslagen, indien het kantoor een entrepót bevat. Hieronder volgen nog enkele blzondcre voor schriften voor iedere wijze van doorvoer. le. Het zgn. „internationale verkeer" longs de spoorwegen. De goederen worden slechts summier onderzocht (aantal en identiteit). Ten zij zij misbruik vermoedt, behoeft do douane geen nader onderzoek in te stellen naar den aard der goederen. De geleidebrief, die vanwege de administratie wordt onderteekend (Régie of Duitsche spoorwegen of posterijen) geeft den weg aan, dien de goederen zullen volgen naar het kantoor van bestemming. Bovendien word* het aantol stuks vermeld, benevens de merken en nummers, de oord der verpakking een korte aanduiding von den oord der koopwaren, het bruto-gewicht en de waarde Dc douane teekent den geleidebrief na uitwendig onderzoek von de goederen cn vermeldt tevens het aantal aan gebrachte zegels. (De douaneverklaringcn, voor geschreven door de Berner Conventie bijla gen worden bijgevoegd.) De geleidebrief wort vervolgens ter hand gesteld non den ambtenaar der spoorwegen, die de aangifte doet en de goe deren tot het kontoqr van bestemming vergc- zelt. Met het oog op dc door de Spoorwegen en Posterijen geboden waarborg wordt voor doorvervoerde goederen geen borgstelling vereischt. Dc vrachtbrieven moeten worden voorzien ven dc aanduiding „Zollgut" cn het nummer vermelden vnn den geleidebrief, die op dezelf de goederen betrekking heeft. Bij aankomst wordt de geleidebrief met de bijbehoorende stukken aan de douane ter hand gesteld. Wor den de goederen onmiddellijk weer naar het buitenland uitgevoerd, dan vergenoegt de douane zich mede to constateeren, d-t de ze gels op de wagens of afzonderlijke pakken on geschonden zijn en houdt er toezicht op, dnt de goederen werkelijk over de grens gaan. Do douane zendt vervolgens den geleidebrief, voorzien van een verklaring harerzijds, aan het kantoor von uitgifte terug. In andere gevallen (vraren, die bestemd zijn voor een plaatselijk entrepót of die onmidde'- lijk moeten worden aangegeven voor gebruik of voor tijdelijke toelating) worden de goederen, nadat zij zijn geverifieerd, toegelaten in het entrepót of aan den aangever afgegeven, wan neer de verschuldigde rechten zijn vereffend o( betaald of wanneer daarvoor borg is gesteld. De geleidebrief wordt vervolgens afgeteekend

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5