DE ADELAAR
WIJNHANDEL J. A. SCHOTEM Zn.
A
LANGESTRAAT 40
TELEFOON 224.
KATOENEN JONGENSPAKKEN mm
Gewas 1920 Raymond
Gewas 1920 St. Emilion
Macau F 1.F 40.—
F 1.40 F 56.-
GRATIS
Hebt U een
Taxi of Auto noodig?
Bel dan op üo.42
Dr. Hommels Haematogen
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
MCHTDVERBHM
GROOTE KEUZE LAGE PRiJZEN
AL ONZE MATROZEN PAKKEN ZIJN MET LOSSE
KRAAG EN MANCHETTEN.
BIK. STRAAT 17
TELEFOON 1 '15
Per flesch Per Anker
een pakje
GRENADINESAUS
ip ieder pakje
A. J. P.'s Amandeltjespudding
Tijdelijke Reclame
is het onovertroffen bloedvarmend
versterkinflsmiddel voor kinderen
en volwassenen, bij eiken zwakte-
toestand.
Alom vorkrijgbaar üt 2.50 per II.
VOOR FIJNPROEVERS:
EXELSIOR g1
(nude en wille natumpori
per flesch f 1.25
NEEMT PROEF
Havik 41 S. H. Massa Tel. 292
AFD Advertentie Bureau
Arnbemsche Poortwa! 2a.
Tel. 513
Plaatsing van
advertentiesin
alle bladen zonder
prijsverhooginp n
KORTER ARBEIDSTIJD
MEER ARBEIDSPflESTATIt
.B.SCHOOLEMAN
SteèVCltCTRO-TtCHNIiCM &JBCAU
AMCPSrOOCT
P- bMALLC DA0I2 TCLCr 423
delingen, behooren te worden opgeheven, heeft
dienovereenkomstig hoofdlijnen voor een mo
derne huwelijkswetgeving opgesteld, waarvan
de voornaamste paragrafen zijn
De echtgenooten zijn elkander trouw cn steun
verschuldigd. Zij moeten in gemeenschappelijk
overleg de belangen van elkander cn van het
gezin behartigen
De echtgenooten moeten, naar de mate van
hun krachten en middelen, overeenkomstig hun
levensomstandigheden, gemeenschappelijk voor
zien in alles wat noodig is voor hun onderhoud
en maatschappelijk leven, en voor het onder
houd cn de opvoeding van de kinderen, hetzij
door bijdragen in geld, hetzij door huishoude
lijke of nnacre werkzaamheden.
Indien een der echtgenooten nalatig is in
de vervulling van zijn onderhoudsplicht, kan do
andere echtgenoot door den kantonrechter wor
den gemachtigd, ter bestrijding van met name
aan te duiden huishoudelijke uitgaven, een deel
van eenige den nolatigen echtgenoot toekomen
de betaling van loon, pensioen, rente als on
derszins, rechtstreeks, zonder tusschenkomst of
medewerking van den nalatigen echtgenoot, in
ontvangt to nemen.
Indien dc machtiging is verleend, kon de na
latige echtgenoot zich, door openbaarmaking
van het vonnis, bevrijden van zijn aansprake
lijkheid voor zoodanige Huishoudelijke schulden,
welker voldoening behoort tot de bovenbedoel
de met name aangeduide huishoudelijke uitga
ven.
De echtgenoot, door wiens schuld dc samen
woning is verbroken, heeft geen recht op eeni
ge bijdragen in de kosten van huishouding van
den anderen echtgenoot en in die van onder
houd cn opvoeding van de kinderen.
De echtgenooten bepalen in onderling overleg
hun gemeenschappelijke woonplaats. Wordt
geen overeenstemming bereikt, don beslist de
katonrechter, op verzoek van de meest gcrecde
partij, in hoogste instantie.
Tenzij er gewichtige redenen zijn voor een
beslissing in anderen zin, 2al de woonplaats ge
vestigd worden ter plaatse, waar degene, van
wiens werkzaamheden het onderhoud van het
gezin in hoofdzaak afhankelijk is, deze verricht.
Beide echtgenooten zijn gelijkelijk bevoegd
tot het verrichten van rechtshandelingen.
De echtgenooten oefenen in gemeenschappe
lijk overleg' de ouderlijke macht over hün kin
deren uil.
Indien een der echtgenooten buiten de mo
gelijkheid verkeert aan de uitoefening der
ouderlijke macht deel te nemen, wordt die
mocht door den anderen echtgenoot uitgeoe
fend.
In gewichtige gevallen, waarin de echtgenoo
ten niet tot overeenstemming kunnen komen
en niettemin het belang van het kind een be
slissing vordert, kan door ieder van de echt
genooten de tusschenkomst van den kanton
rechter worden ingeroepen.
Alvorens eenige beslissing te geven, zal de
knntonrechter trachten de echtgenooten alsnog
tot overeenstemming te brengen.
Tegen de uitspraak van den kantonrechter
staat beroep bij de arrondissements-rechtbank
open.
De vermogens der echtgenooten zijn volko
men gescheiden, met deze restrictie, dat het
huisraad en de zaken, ten aanzien waarvan niet
kan worden aangetoond, dat zij aan slechts één
der echtgenooten toebehooren, geacht worden
aan de beide echtgenooten gezamenlijk toe te
behooren. Ieder van de echtgenooten beheert
zijn eigen vermogên. Ieder van de echtgenoo
ten geniet zijn eigen inkomsten, behoudens zijne
verplichting om zijn deel in de huishoudelijke
uitgaven bij te dragen. Ieder van de echtgenoo
ten draagt zijn eigen schulden.
Huwelijksvoorwaarden tot afwijking van de
wettelijke huwclijksvcrmogensrechtelijke bepalin
gen kunnen zoowel na als vóór de huwelijksvol
trekking worden gemaakt, herroepen of gewij
zigd, doch nü de huwelijksvoltrekking eerst na-
dot het huwelijk drio jaren heeft bestaan. Alles
behoudens publicatie als waarborg tegen benn-
dceling van derden.
De echtgenooten hebben recht op een legi
tieme portie. Verder vinden we in het rapport
bepalingen omtrent echtscheiding en scheiding
van tafel cn bed,
De uitbreiding van de gévallen, waarin echt
scheiding cn scheiding van tafel en bed kunnen
worden gevorderd, wordt naar het oordeel der
commissie voldoende gemotiveerd door den
ernst #van dc opgesomde gevallen, die geheel
voor zich zelf spreken.
De commissie is van oordeel dat het niet aan
gaat den echtgenoot, die de echtscheiding vor
dert, in alle gevallen vrij te stellen van de ver
plichting om in het onderhoud van de andere
echtgenoot bij te dragen. De rechter zal naar
gelang van omstandigheden moeten kunnen be
slissen, dat de eischejide echtgenoot de an
dere echtgenoot, ook na de echtscheiding, zal
moeten blijven steunen.
Het is geraden voorgekomen de mogelijkheid
van een echtscheiding in gemeen ovorleg in
te voeren, zij het dan, dat, om tegen overijling
te waken, noodig geoordeeld is, den eisch te
stellen dat het huwelijk ten minste diie jaren zal
hebben gcduiijd, terwijl aan den rechter nog een
termijn van twee jaren is gegeven om zijn be
slissing uit te stellen.
De commissie heeft gemeend de ontbinding
van het huwelijk, na scheiding van tafel en bed,
te moeten vergemakkelijken.
De toestand, welke door scheiding van tafel
en bed geschapen wordt, is van zoodanigen
aard, dat de wetgever niet te veel bezworen aan
dc opheffing daarvan in den weg mag steflcn,
mits hij een voldoenden -termijn lont om, door
middel van verzoening, het huwelijk weer in zijn
vollen omvang te doen herleven.
Aon de toelichtingen ontleenen we nog
De commissie heeft er naar,gestreefd, bij het
uitzetten van-de hoofdlijnen eener moderne hu
welijkswetgeving, zoo streng mogelijk het be
ginsel van gelijkwaardigheid cn van gelijkheid
voor de wet, van mannen en vrouwen, door te
voeren.
Naar het oordeel der commissie moet een gc-
hcele nieuwe huwelijkswetgeving tot stand ko
men. Toch heeft zij geen volledige regeling ont
worpen, doch heeft zij. zich bepaald tot het aan
geven van hoofdlijnen. Practische redenen zijn
het, die haar daartoe bewogen hebben. Alvo
rens, met eenigen kans op succes, uitgewerkte
wetsbepalingen te kunnen opmaken, is het noo
dig dat er in een niet al te beperkten kring een
communis opinio bestaat omtrent de verschil
lende hoofdpunten van de gedachte algemeenc
regeling. Hot beste middel om daaitoe te gera
ken is het vergelijken en besproken; van de
gronddenkbeelden, welke door de commissies
ver verschillende richtingen, die zich met het
opstellen daarvan hebben belast, naar voren zijn
gebracht. Het is volmaakt nutteloos te spreken
over dc uitwerkingen, zoolang men het met el
kander niet eens is over de beginselen. Daaren
boven is het zoo goed als zeker, dot een debat
over onderdeden het gezicht op dc hoofdzaken
niet verheldert.
HET RIJKSIN KOOPBUREAU.
Het standpunt van minister Colijn
t.o.v. deze instelling.
Er bestaat sedert gcruimen tijd een geschil
tusschen de Landsdrukkerij en het Rijksinkoop-
bureau (R.I.B) betreffende de levering van
grondstoffen voor die drukkerij door tusschen
komst van het R.I.B. Onlangs heeft de minister
van financiën, zoo meldt ^e I el, ccn beslissing
in deze aangelegenheid genomen. In een brief
aan den directeur van het R.I.B heeft hij uit
eengezet welk standpunt hij wcnscht dat het
R.I.B. inneemt.
Hel R.I.B., aldus de minister, moet door con
centratie van dc annkoopen een besparing te
weegbrengen op de kosten van aanschaffing
voor dc voor den rijksdienst bcnoodigde ver-
bruiksortikelvm. Tot den aankoop van grond
stoffen voor dc op commcrciëclen voet inge
richte bedrijven v3n denStaat, die naar buiten
concurreercnd moeten kunnen optreden, be
hoort de zorg van het R.I.B. zich niet uit te
strekken.
De Landsdrukkerij ziet dc minister als oen
bedrijf, dat tegenover het- particuliere bedrijf
moeL kunnen concurrenten. Dc leider van zulk
een bedrijf moet vrij zijn in het aankoopen
van voor het bedrijf belangrijke grondstoffen.
'I usschen hem en den leverancier van die
grondstoffen behoort, volgens den minister,
niet een vreemd lichaam te worden ingevoegd,
waarover hij geen zeggingschap heeft. Elke
regnling, die den bedrijfsleider ten deze aan
banden legt en hem niet slechts het persoon
lijk cn dagclijksch corrtact met de leveranciers
der grondstoffen ontneemt, maar hem ook in
het oog van zijn afnemers min of meer in' een
positie van afhankelijkheid brengt, moet tot
kosten leiden en staat ann een goede bedrijfs
voering in den weg.
Dit standpunt, incidcntcol door den minister
ingenomen ten aanzien van do Landsdrukkerij,
zol, naar het blad verneemt, ook dienen in acht
te worden genomen in de verhouding tusschen
R.I.B. en andere staatsbedrijven, als b.v. de
Staatsmijnen, ,de Munt en dc Artillerie-inrich
tingen, indien deze den wcnsch daartoe te
kennen geven.
EEN VERGADERING VAN LANDBOUW
ORGANISATIES.
Een rede van minister Ruys,
Gisteren werd, gelijk dezer dagen door ons
werd aangekondigd, in een der zolen van het
departemept van Binnenlondsche Zaken en
Landbouw een vergadering gehouden, waarin dc
verschillende landbouworganisaties hier te lande
vertegenwoordigd waren.
De vergadering, welke werd bijgewoond door
den directeur-generaal van den Landbouw, dr.
P. van Hoek, den inspecteur van den Landbouw
I. Knkebecko en afgevaardigden van het Ko
ninklijk Ncderl. Landbouwcomité, den Nodevl.
Boerenbond, den Christelijkcn Boeren- cn Tuin-
devsbond, den Ncdcrlandschcn Tuinbouwraad en
den Algcmeenen Nederl. Zuivolbond, werd door
den minister van Binnenlondsche Zaken en
Londbouw, jhr. mr. Ruys de Bcerenbrouck, ge
opend met de volgende rede:
Mijne Hecren!
Het is mij een aangename plicht u dank te
zeggen, dat gij aan mijne roepstem gevolg hebt
willen geven. Gij zult. hoop ik, den wensch om
u hier in vergadering met dc vertegenwoordi
ging der Regeering bijeen te zien, op zijne
juiste waarde weten to schatten. De groote bc-
tcekenis, die door mij ann ondorling overleg
met uwe organisaties wordt gehecht, treedt al
dus, als het ware tastbaar, op den voorgrond.
Reeds meer dnn 25 jaren heb ik theoretisch en
practisch aan den arbeid der organisaties, werk-
zuom op het gebied van den landbouw, deel
genomen. Toen ik de belangen van den land
bouw als minister mede tc behartigen kreeg, was
ik dan ook van den aanvang of doordrongen
van dc wenschelijkheid om aan het georgani
seerd overlog op dit gebied een breede plaats
in te ruimen. Ongetwijfeld zijn in dezelfde rich
ting reeds verschillende stappen gedaan. Ik
wijs b.v. op de zeer gewaardeerde adviezen,
welke de organisaties hebben verstrekt ten aan
zien van de boterwet, dc paardenwet, de vogcl-
wet, dc wet op de zuivelbereiding, zoomede waar
het gold de reorganisatie van den dienst der
Rijkszuivelconsulenten, dc proefzuivelbocrderij
te Hoorn, de voorstellen tot stichting van een
luiidbouwroad, enz. Maar ik zou binnen het ge
meen ovcrlegf thans nog een aangelegenheid van
meer algemeene strekking wcnschen tc betrek
ken
Het is u allen bekend, hoe 's- lands finan-
cieele toestand groote zorg baart. Noodgedron
gen is dc Regecring verplicht, naar de oud-
Hollandsche spreekwijze, iedcrcn gulden twee
maal om te keeren vóór zij hem uitgeeft. Ook
de landbouw-begrooting kan aan dc algemeene
verplichting tot herziening niet ontkomen. Ten
vorige jare, toen dc tijd ontbrak, heb ik mij
genoopt gezien, zij het na uiterst deskundige
voorlichting, het mes tc zetten in de verschil
lende uitgaven zonder it te kunnen raadplegen.
Maar bijzonder zou ik het waardecren, indien
thans, nu dc gelegenheid openstaat, wij tc za
nten konden overleggen hoe iedere, voor den
londbouw beschikbare raming zoo economisch
mogelijk te besteden. Wij moeten trachten, om
in de tooi der staathuishoudkunde te blijven,
)\et „produitnet" tot de slechts ecnigszins be
reikbare hoogte op te voeren. Slagen wij hierin,
dan zal tevens het doel worden bereikt, dat der
Regcering in deze moeilijke dagen, als het ware
dag cn nacht voor oogen staan moet. zoo wei
nig mogelijk geld uit de staatskas zelfs aan
den londbouw ten koste leggen. Het spreekt
van zelf, gelijk ik trouwens reeds meermalen ook
in de Staten-Gcneraal mocht opmerken, dat de
vitale londbouw-belangen niet onder de bczuini-
gings-noodzaok mogen lijden.
Maar met volkomen eerbiediging van de «on
schatbare waarde, welke deze vertegenwoordi
gen, schijnt mij toch veel bereikbaar. Ook hier
zal het particulier initiatief, dat trouwens in Uwe
organisaties reeds zoo krachtig vertegenwoor
digd is, den Staat moeten verdringen.
Ongetwijfeld zullen de organisaties aan waar
de cn beteekenis winnen, wanneer zij, gelijk b.v.
op het gebied van het onderwijs reeds geschiedt,
wat niet eigenaardig tot het domein van den
Staat behoort, aan zich trekken. De boor is, van
huis uit, zuinig cn spaarzaam. Een lichaam door
boeren en boerenvrienden beheerd, moet dan
ook veel goedkooper werk leveren dan dc Staat.
Aldus kan met geringer middelen evenveel, wel
licht meer worden bereikt dan langs den altijd
min of meer starren weg van Staatsbemoeiing.
Daarbij komt, dat als particulieren zien, dat
dc Staat zich moet onthouden, zij de handen in
een plegen te slaan en zich zelf helpen. Een
tweetal gevallen van recentcn aard staan mij
I hierbij voor den geest. Het eerste betrof het zui-
velcongres in Amerika. Toen op Rijkskosten
geen vertegenwoordiger der Regecring kon ge
zonden worden, heeft dc betrokken organisatie
de daaraan verbonden uitgaven voor hare reke-
i ning genomen. En toen ik zeer tot mijn leedwe
zen moest weigeren een vrij aanzienlijke Rijks
bijdrage te verlecnen in de kor.tcn ten behoeve
van een inzending naar dc pluimveetentoonstel-
iing te Barcelona, hebben particulieren bewerkt,
dat die bijdrage tot een gering bedrag kon wor
den teruggebracht. j
j Deze voorbeelden, welke met andere te ver-
meerderen zouden zijn, bewijzen dat de spon-
krucht nog niet tot het uiterste is. uitgezet. In
hoeverre b.v. sommige contributies nog voor
verhooging vatbaar zullen zijn, leunt Gij wellicht
beter dan ik beoordcelen.
Intusschon meen ik hiermede voldoende in
groote trekken de gezichtspunten te hebben aan
gegeven, waaronder dc landbouw-begrooting is
te bezien.
Ik veroorloof mij U uit te noodigen, aan de
hond van deze vingerwijzing met den directeur-
generaal, deze begrooting voorloopig na tc gaan.1
Daarna zal ik, nadat Uwe organisaties gelegen
heid hebben gekregen zich over de onderschei
dene punten een oordeel tc vormen, dit gaarne
vernemen. Het spreekt van zelf, dat een srrelle
behandeling reeds hierom gewenscht is, omdat
de ontwerp-begrooting voor 1925 binnen en
kele maanden mijn Departement moet verlaten
en ik over andere onderdeden ook nog met de
betreffende organisatie overleg donk te openen.
Aon de beproefde leiding van den heer Direc
teur-Generaal meen ik thans, mijne heeren, de
verdere behandeling te mogen overlaten.
HET KLEINE GRENSVERKEER.
Mcdedcclingen van den Minis
ter-President.
Het antwoord van den minister van binrtcn-
lenndsche zaken en landbouw, voorzitter van
den raad van ministers, ten vervolge op de be
antwoording van vragen van hot lid van de
Tweede Kamer, den heer Schaper, betreffende
de ongelijkheid, bestaande in het kosteloos ver
strekken van passen voer het r..g: kleine grens
verkeer aan Duitschers, die naar Nederland ko
men, en het verstrekken van dergelijke passen
tegen betaling aan Nederlanders, die naar
Duischland gaan
1. Duitschers, die een pas voor grensverkeer
of de verboden strook wenschen te ontvangen,
dienen daartoe een aanvrage in aan den be
trokken brigade-commandant der Koninklijke
Marechaussee, onder overlegging van een foto
in duplo van den belanghebbende.
De aanvragen kunnen, hetzij rechtstreeks aan
dien commandant worden toegezonden, hetzij
aan den doorlaatpost worden afgegeven, in welk
laatste geval de aanvragen door politietroepen
worden afgehaald cn bij den brigadecomman
dant worden bezorgd. De passen worden kos
teloos verstrekt en ook evcntueele verlenging
heeft kosteloos plaats, met dien verstande, dat
zij alleen worden uitgegeven aan vertrouwde
personen, terwijl zij slechts geldig zijn voor de
daguren bovendien wordt aan personen, die hier
te lande arbeid komen verrichten, voor de af
gifte of verlenging van een pas overlegging
veröischt van een verklaring eener arbeids
beurs, waaruit blijkt, dot geen geschikte Ne
derlandsche krachten beschikbaar zijn, die be
reid zijn om dezen arbeid onder de plaatselijke
arbeidsvoorwaarden te verrichten.
Tot voor korten tijd was dc aïgiltc van pas
sen beperkt tot vreemdelingen, die lot op
slechts eenige K. M. afstand van de Nederland-
sche grens woonden met hef oog op Nedcr-
lodsche belangen is sedert begin Maait j.l. do
afgifte uitgebreid.
Nederlandsche grensbewoners worden tot het
grensverkeer toegelaten in Hannover, Westfo-
len cn Rheinland (uitgezonderd het bezette ge-
bied, waar de Rheinlondcommissie, blijkens me-
dodecling van den DuitSch'en grcnscommissaris.
tegen de regeling bezwaren maakte en waar
alzoo het bezit van een paspoort met visum
wordt vercischt), wanneer zij-in het bezit zijn
van een binnenlandsch paspoort, waarop doo'
dc Duitsche pasautoriteit ccn verklaring wordt
geplaatst tegen betaling van een goudmark, in
dien het verblijf een maand duurt, 5 goudmark,
indien het verblijf zes maanden duurt. Bij ver
lenging van het verblijf moet telkens een zelfde
vergoeding- worden betaald. In dringende ge
vallen kan de Duitsche pasoutoriteit aan den
Nederlander een voorloopige vergunning ver
strekken voor verblijf in het Duitsche grensge
bied gedurende één dog, tegen betaling' van 2.5
goudmark. Nederlanders, die in het Duitsche
grensgebied hun gronden komen bewerken, be
talen voor een verblijf van zes maanden 2.5
goudmark.
Vorenstaande regeling is op 15 Januari j.l. in
werking getreden vóór dien tijd weid als re
tributie voor den tijd van 1 maand O 50, voor
6 maanden f I betaald.
2. Zooals uit sub I moge* blijken, wordt wel
is waar een retributie geheven van Nederlan
ders voor verblijf in het Duitsche grensgebied,
doch dit verblijf is niet beperkt cn kan voort
durend «ccn maand, c. q. G maanden duren, ter
wijl van Nederlandsche zijde aan Duitschers
slechts een verblijf voor dc daguren is toege
staan. Van Duitsche zijde behoeft geen bezwaar
tc bestaan tegen het voortdurende verblijf van
Nederlanders, omdat in Nederland normale
toestonden bestaanvan Nederlandsche zijde
diende met het oog op de onrust in Duitschland
eenige meerdere restrictie in acht te worden
genomen. De Nederlandsche regeering heeft
zich na het tot stand komen van den vrede op
het standpunt gesteld, dat binnen de grenzen
van eigen veiligheid al het mogelijke diende te
.worden aangewend om tot normale toestanden
terug te keeren en de toenadering tot de bevol
king der naburige landen tc bevorderen, waar
toe allereerst een grensverkeer is ingsteld. De
grensbewoners, die uit den uard der zaak in het
onderling verkeer sterk op cikaor zijn aange
wezen, hadden tijdens den oorlog zeker niet
het minst van de belemmering van het grens
verkeer geleden. In dezen gcdachtengang zou
het niet billijk cn nief raadzaam zijn geweest,
van dc grensbewoners een retributie tc heffen,
ofschoon deze heffing meermalen is overwogen.
Hierbij deden zich ook redenen van compta
belen aard galden, alsmede de overtuiging, dat
retributieheffing geheel in strijd is "met de nei
ging to't opheffing van ve.kecrsbezwaren en die
ïecds leidden tot afschaffing van visa voor
vreemdelingen van verschillende nationaliteiten.
Het schijnt, dat dc betickkclijk facile houding,
van Ncderlendschc zijde aangenomen, in niet
geringe mate is ten goede gekomen aan handel
en verkeer en dus de welvaart in vele Neder
landsche grensgemeenten, die blijkens ingeko
men berichten van gemeentebesturen en Ka
mers van Koophandel gedurende cn na den
oorlog zorgelijke tijden hebben doorgemaakt cn
waar thans van meerderen blcei kan worden
gespreken. Hierbij dient in hot oog te worden
gehouden, dat de vetributiehejffing van I voor;
verblijf van 6 maanden en 0.50 voor ver
blijf van één maand eerst dateert van 15 Jariua-
ie 1923 en dat vóór dien tijd aan Duitsche
zijde wel een z.g. grensregeling bestond, doch
waarvan nog wel eens werd afgeweken; zoo
volgde b.v. de Belgische bezetting in het be
zette gebied aanvankelijk dezelfde regeling els
was vastgesteld voor het verkeer tusschen Ne
derland cn België, terwijl men eerst sedert het
najaav van T925 daar streng den eisch van pas
poort met visum heeft doorgevoerd.
'5. Bij het instellen van de grensbewaking in
1920 is er naar gestreefd in het belang van 's
rijks schatkist zooveel mogelijk gebruik tc mo-
kpn van dc diensten van het aan dc grenzen
aanwezige rijkspersoneel; zoo is. b.v. aan dc
brigadecommandanten der Koninklijke mare
chaussee de afgifte van passen opgedragen.
Ontegenzeggelijk zijn de bemoeiingen van de
ze ambtenaren daardoor vermeerderd, dcch de
ze regeling was practisch het best cn was in
het behang van den Staat, cn kosten aan sala
rissen heeft deze regeling niet medegebracht.
4. Uit bovenstaande blijkt, dat de regecring
diligent is, het grensverkeer zoo goed moge-
L;k te regelen.
Naar voren gebracht is de vraag, of en in
hoeverre het mogelijk zal zijn het grensverkeer
van Nederlandsche zijde Ie verruimen door ook
nachtverblijf toG tc staan, welke vraag onder
de oogen gezien wordt en waarbij ook bezien
zal worden, of van Duitsche zijde alsdan ophef
fing der retributie voor grensverkeer te verkrij
gen zal zitn.
HET AUTOBUSVRAAGSTUK.
Een nota aan den Min. van
Waterstaat.
Het vraagstuk van het autobus verkeer wacht
nóg steeds op een oplossing. Eenige maanden
geleden heeft de« Nederlandsche Vereeniging
voor Locaalspoorwegen cn Tramwegen een on
derhoud gehad met verschillende gemeentebe
sturen cn het resultaat dier besprekingen is
toentertijd meegedeeld. Nu evenwel de chao
tische toestanden betreffende de exploitatie der
nutobusdiensten steeds grooter wordt en nu
ook de Staatscommissie voor het Vervoer
(commissie-Pntijn) dit vraagstuk als eerste
punt ter behandeling op de agenda heeft ge
plaatst, heeft de Ned. Vereeniging voor Lo
caalspoorwegen en Tramwegen een commissie
samengesteld, waarvan deel uitmaken Ir. A. J.
Kuyper, directeur van de Rottcrdamsche
Tramweg Maatschappij, Ir. D. H. Stigter, ad
ministrateur der Vereeniging', jhr. Ir. J.
Roel), dir. van de Wcstlandschc Stoomtram
weg Mij. en G. J. v. Wie ringen Borski, <jir.
ven de Ztrider Stoomtram Mij., die het vraag
stuk nader onder het oog hebben gezien en
die het resultaat van htm besprekingen hebben
vastgelegd in een nota, waai in de voorstellen
lot oplossing var> het autobusvraagstuk zjjn
aangegeven cn die gericht is tot den Minister
van Waterstaat cn dc Commissie Patijn en
waarvan eveneens een afschrift is gezonden aan
de leden van de Eerste cn Tweede Kamer.
In 'een persconferentie te Amsterdam heeft Ir.
D. H. Stigter gisteren een nadere uiteenzetting
gegeven van deze nota. De algemeene maat
schappelijke omstandigheden zijn voor de ont
wikkeling van het nieuwe verkeersmiddel, gun
stig geweest.
De ongebreidelde vrijheid waarin de autobus
sen zich tot nu toe verheugen, heeft hun be
drijf een karakter doen aannemen, waardoor
het algemeen belang op meer dan één punt in
niet geringe mate wordt bedreigd.
De veiligheid van de passagiers, als ook die
van den weg in het algemeen, loopt ernstig
gevaar. Behalve het vraagstuk der persoonlijke
cn zakelijke veiligheid' maakt bij tal van open
bare lichamen van bestuur de kwestie van het
wegonderhoud een onderwerp van ernstige zorg
uit. Er is echter nog een andera factor,
die onafwijsbaar om een spoedige regeling
vraagt.
Een ongebreidelde ontwikkeling van het auto-
busverkeer bedreigt het bestaan der tramwe
gen, die lot nog toe in hoofdzaak het locale
vervoer verzorgden, zóó, dat met mogelijkheid
van opheffing van vele dier tramwégen rekening
moet worden gehouden. Hiermede staat een al
gemeen verkeersbelang op het spel. Hét mas
sale personenverkeer en niet minder het goede
renverkeer der intercommunale trams, kunnen
door de zich vrij ontwikkelende autobusonder
nemingen nooit zoo goed, zoo veilig cn zoo blij
vend verzekerd woiden, als door de tramwegon
dernemingen. De autobussen kunnen slechts con-
currceren, doordat zij afgezien van het feit,
dat zij vrij zijn gebleven van tol van knellende
en kostbare banden, die de tramwegen omvat
houden en dot zij niet bijdragen aan dc kosten
voor den aanleg en onderhoud van wegen en
kunstwerken in staat zijn hun ritten te be
perken tot de uren van het meer drukke ver
keer en hun routes tot die, welke ruimschoots
winstgevend zijn.
Het moet dan ook buitengesloten geacht wor
den, dat wanneer de tramwegen genoodzaakt
mochten worden de exploitaie te staken, hun
taok geheel door autobussen en vrachtauto's
overgenomen zou kunnen worden, zelfs tegen
ccn aanmerkelijk hoogeren vervoerprijs.
Waarom ccn wettelijke regeling?
Er zijn dus drie overwegende redenen om ten
spoedigste tot een wettelijke regeling te komen,
cn wel
Te. de noodzakelijkheid om het gevaar voor
personen cn zaken langs en op den weg te ver
minderen
2e. de wenschelijkheid om aan de steeds stij
gende kosten voor wegenonderhoud een gTCns
te stellen
3c. de noodzakelijkheid om te voorkomen,
dat de bestaande verkeersondernemingen, de
spoor- en tramwegen, door een met ongelijke
wapenen gevoerde concurrentie tot opheffing
van hun bedrijf gedwongen worden, waardoor
het massale personen- cn het goederenvervoer
onverzorgd zouden achterblijven en groote ka
pitalen van Staat, Provincies, Gemeenten e.a.
vernietigd zouden worden tot schade van het
algemeen belang".
De Nota wijst verder op de verhouding tus
schen den Staat en de intercommunale tram
wegen, welke voor elke onderneming is vastge
legd in een rijksconcessie of in vei gunningen,
verleend door lagere besturen cn acht het niet
billijk om, nu de autobus als nieuw verkeers
middel zijn intrede heeft gêdaan en onder de
hieruit voortgekomen gewijzigde omstandigheden
de door dc tramwegen te goeder trouw geslo
ten overeenkomsten thans ongewijzigd te hand
haven. Er zijn twee middelen om aan de door
het onbeperkte autobusverkoer geschapen on
billijkheid tegemoet te komen, r