KINDERRUBRIEK
De rubriek van Oom Karei.
Nu heb ik weer heel wat brieven gekregen en
allemaal hebben wat te vertellen, hoe de vacan-
tie doorgebracht is. Jullie hebt me toch een
tijd vrij! Wat een heerlijke tijd om zoo eens
heelemaal niet aan school te denken en te wan
delen of thuis wat te knutselen of te lezen. Ik
kreeg er ook heel wat verhalen van. Jammer dat
het nog maar altijd geen mooi weer wou zijn,
maar de boomen laten zich niet afschrikken en
schieten eiken dag een beetje meer op en wor
den zoo ongemerkt groen. Als er nu maar eens
één echt warme dag kwam, zooals eerste
Paaschdag was. dan zou je eens rzn, hoe het
opeens opschoot. Maar we wachten maar
kalm af.
Een van de nichtjes vond, dat de jongens
allemaal aparte hoekjes in de rubriek hebben
en de meisjes nooit eens. Ze heeff daar wat op
verzonnen en ze heeft nu eens een recept op
gegeven. Ik denk. dat ze erg van lekker eten
houdt, jullie meisjes moet moeder maar eens
lief aankijken, dan mag je misschen wel eens
probeeren, of dit recept werkelijk lekker is. En
allicht weten anderen ook wel eens een goed
koop recept, dat gemakkelijk te maken is.
En dan wou ik dit nog vragen aan de jon
gens. Vindt jullie die ..Proeventen Kunstjes"
leuk? Ik hoor er nooit iets over, dus ik weet
heelemaal niet, of ze wel eens nagedaan wor
den en of die hoek in de smaak valt.
Op die vraagstukken kreeg ik heel wat ant
woorden, dus daar is veel aan gewerkt, 't Was
nu in de vacantie een mooi tijdverdrijf om het
uit te zoeken, maar ik hoop dat na de vacantie
de animo ook zoo groot blijft, je hebt daar al
tijd nog wel tijd voor en dat hoeft niet precies
vóór Dinsdag, zooals de raadsels.
Ik zal nu weer wat ruimte overlaten voor
het vervolgverhaal, want dat is jammer, als
het vervolg'zoo lang achter elkaar wegblijft.
Maar ik heb ook zoo volop, om de Kinderru
briek te vullen. Bravo, hoor, dat is jullie werk!
Er waren verschillende, die in hun brief
schrijven, dat ze ook zoo graag eens een prijs
willen winnen en ze doen een beetje boos, dat
ze nog nooit iets gewonnen hebben. Ik vind dat
nu een lastig geval. Wat denken jullie er van,
meestal is er één prijs. En omdat het natuurlijk
eerlijk moet gaan, moet er geloot worden.
Dan is er maar altijd één, die de prijs ge
wonnen heeft. Hoe ik het probleem ook van
alle kanten bekijk, ik weet er werkelijk niets
anders op. Jullie zeker ook niet, hè? Ik geloof,
dat dit een wiskundig vraagstuk is. waar maar
één oplossing voor is. Of misschien nog een,
maar dan zou ik elke keer wel een dertig, veer
tig boeken moeten geven en dan zou ik in een
oogenblik straatarm zijn. Dus dat zullen we dus
maar niet doen, en er ons maar bij neerleggen,
dat altijd maar één de gelukkige is en een
enkele keer met een extra prijs, nog een. En
dat is al een buitenkansje.
NATUURHOEKJE.
In April verschijnen er weer allerlei bloemen
zooals: witte doovenetel, die de paarse lang
zamerhand verdringt, hondsdraf, paardebloem,
weegbree, vogelmuur, vogehnelk, speenkruid,
ruige veldkers, herderstaschje, anemonen, dot
ters, Engelsch gras en lepelblad.
De laatste twee komen in groote hoeveelheid
langs de Zuiderzee voor. Eng. gras bloeit met
rose, lepelblad met witte bloemen. Als je dot
ters plukt, denk er dan aan, dat je, als je de bloe
men in een vaas gezet hebt, dan onder w a-
t e r een klein stukje van de stengel afsnijdt,
anders verwelken ze
Weegbree is een plant met kleine bloemen, hij
groeit hier overal langs de wegen. De bloempjes
staan dicht op elkaar aan het eind van de
bloemsteel. Eerst komen de stijlen met de stam
pers te voorschijn en, als die bestoven zijn pas
de vier lange meeldraden, waarvan het stuif
meel meestal door den wind, maar ook wel door
insecten overgebracht wordt.
Ook komen er nu al allerlei vlinders voor
den dag, zooals het Oranjetipje, zoo genoemd
naar de oranjevlekken op de punten van de
vleugels, koningsmantel, groote vos, witjes en
citroenvlinders.
De wijfjes van de citroenvlinders lijken soms
veel op de witjes, maar je kunt ze altijd her
kennen aan het kleine oranje vlekje op het mid
den van de vleugels.
Ook in de slooten komt nieuw leven.
De eerste bladeren van plomp en kikkerbeet
verschijnen. De bittervoorn en de bliek schieten
kuit. De groote watertorren zwemmen voort
durend rond. De groote pikzwarte watertor
maakt een nestje," dat bestaat uit de eigenlijke
nestholte met een mast er op. Het drijft aan de
oppervlakte van het water, meestal tusschen
kroos. De mast is van binnen hol en steekt bo
ven water uit, hij dient voor de luchtverver-
sching van het nest. De geelgerande watertor
legt eieren, evenals de watersalamander, die
zijn eieren aan waterplanten vastkleeft
Het kikkerdril drijft nu in groote hoeveelheid
in dc slooten. Als je de ontwikkeling eens na
wilt gaan neem dan een klein stukje dril, wan
neer je éen te groot stuk neemt heb je later
geen .eten genoeg voor ze.
Je doet het dril in een niet te kleine flesch,
fnet regen of slootwater gevuld, en gaat iederen
dag eens even kijken. Je ziet dan het zwarte
dingetje hoe langer hoe grooter worden en op
een dag beweegt het eens even en een pa^n
dagen later zwemmen de donderpadjes lustig
rond en de overblijfsels van het dril liggen op
den bodem.
Probeer het maar eens en succes er mee
(Ingez. door Boomkruiper.)
Voor de meisjes.
Recepten.
Vanille melk.
1 L. melk, stokje vanille, 80 gram suiker,
12 gr. sago.
Bereiding: De melk met de vanille minstens
één uur laten trekken, daarna de melk aan de
kook brengen, de suiker en de aangemengde
sago toevoegen.
Even roerende laten doorkoken en dan is ze
klaar.
(Ingez door Poesje.)
NIEUWE RAADSELS,
f Verborgen jongensnamen.
De bakker brengt met zijn hondenkar eiken
dag bij ons brood.
Pa riep mij om te eten.
Wij gingen samen eep eind wandelen
(Ingez door Driehoek.)
II Kruisraadsel
X
X
X
X X X X X X X
X
X
X
Op de eerste rij komt een der eerste twintig
letters van het alphabeth.
Op de tweede rij komt een scherp voorwerp.
Op de derde rij een boom.
Op de vierde rij het gevraagde woord: een
oud geldstuk.
Op de vijfde rij een meisjesnaam.
Op de zesde rij een gewicht.
Op de zevende rij de beginletter van de vijf
de rij
(Ingez. door Voetbal.)
III. Mijn geheel bestaat uit vijftien letters en
komt in de krant voor.
Een 7, 8. 9 gebruikt men op school
Uit een 13, 5, 4 drinkt men.
Een 4, 5, 6, 14, 15 is de naam van een hond.
In den 10, 11, 12, 13 zet men stoute jongens.
Een 1. 2. 3 is een gewicht.
(Ingez door Bill.)
OPLOSSING VAN VORIGE KEER.
I. Meidoorn met Mei en doorn.
II. Birkhoven met B, pit, Laren, koekoek, An-
tonia, kijven, vet en n.
III. „Proeven en Kunstjes" met pot, snoek,
venen, nest, r, u en j.
Met het tweede raadsel is nogal raar omge
sprongen met de zesde en de zevende rij, en we
hebben ook weer de parkiet en de kalkoen ge
had in'de vierde rij. Maar overigens waren ze
veel goed, dus zoo heel moeilijk waren de raad
sels toch niet, blijkt me hieruit.
De prijs heeft gewonnen: Jan Ritsma. dus
die mag een boek komen halen.
WISKUNDIGE VRAAGSTUKKEN.
I. Een slak werd door het mooie lenteweer
zeer vlug. Hij nam zich voor op een stok van
twee meter hoog te klimmen. Den eenen dag
klom hij de helft, dus een meter. Het werd war
mer en dus klom hij den tweeden dag de helft
van wat er overschoot en zoo vervolgens eiken
dag de helft van het restant. Na hoeveel dagen
was onze vlugge vriend boven.
OPLOSSING VAN VORIGE KEER.
I. De ezel loopt er heen, want er staat niet,
dat het touw aan een paal vastzit.
II. De notaris zet zijn eigen parapluie er bij,
dan zijn er achttien
De eerste zoon krijgt de helft: negen
De tweede krijgt een derde: zes.
De derde krijgt een negende: twee,
te zamen zeventien en de notaris neemt zijn
eigen parapluie weer mee, die hij in de kamer
opzet, zoo blij is hij, dat hij een oplossing ge
vonden heeft in deze moeilijke erfeniskwestie.
Spanrtips.
CORRESPONDENTIE.
Piet van H. Nog wel gefeliciteerd, al
is het wat laat. Ik was al bang, dat ik je heele
maal kwijt was, maar gelukkig is het niet zoo.
Boomkruiper. Je stukken zijn erg aardig
voor de krant, dat kikkerdril had ik vroeger
ook zoo vaak en dan vond ik het altijd weer
even leuk.
Perpetuum Mobile. Dus zagen ze een
vrind van dc H.B.S. voor jou aan? Je bent nu
zeker tevreden over me. Er is er nog een. die
proeven inzendt, maar ik vind het mooi, dat
je ondanks het werk toch nog telkens inzendt.
Kom je het Maandag even halen? Ik wist het
niet.
Doffer. Aan je naam wist ik het, je vader
is hier geen onbekende. Houd jij ook zooveel
van buiten?
Volgende keer hoop ik van verschillende
kanten te hooren, hoe ze de proeven vinden, ik
vind het zelf een van de aardigste hoeken, jo
kunt er meteen zoo veel van leeren.
Koekoek. Ze was erg blij met het boek
en bedankte je wel. 't Was een heele verrassing
zoo'n extra raadsel. Tante Riek vond het leuk,
toen ze het raadsel oploste en haar eigen naam
vond.
Jan R. Vond je die Jubileumzegels van
Indic niet mooi? Die had je zeker nog niet.
Ik had het laatst heelemaal vergeten maar ze
toen gauw den volgenden dag opgezocht. Je
vraagstuk is eigenlijk meer een raadsel, ik zal
het in alle geval bewaren. Gelukgewenscht!
Appelbol. Ja, 't is eigenlijk waar en
daarom moet je Maandag maar even komen,
ik heb nog wel het een of ander, wat dan een
troostprijs is. 't Is altijd een heele administratie,
ik leg de goede oploss. bij elkaar en dan ver
geet ik wel eens, wie de inzender van het raadsel
was. Ik zal je kruisraadsel nazien.
Sneeuwklokje. Schrijf je even, of het
uit een boek is. Ik zal het dan volgende keer
plaatsen, 't Hoeft ook niet elke keer, dan wordt
het zoo gebonden, maar als het kleine roode
meisje af en toe maar eens een brief in dc
bus gooit. Leuke plaatjes zijn dat.
Meizoentje. 't Was zeker een heele
verrassing voor je, ik ken het goed daar en ik
ben et Zondag net geweest. Waar wonen je
grootouders, ver van 't station? Zaterdag trof
ik het wel, toen was het zoo warm. Een verhaa*
kriig ik het liefst op een stuk papier, b v uit
een schrift, maar aan één kant beschreven, t'an
hoef ik het niet eerst over te schrijven. Stuur je
het volgende keer Graag. Doe je de groeten aan
Viooltje terug, schrijft ze ook weer eens wat?
D r ie ho e k. 't Is een heele voorraad
en ik maak er ook gebruik van, zie je wei0
Zoo'n iZondag is daar goed voor, ik merk het
dan ook direct aan het aantal brieven.
Voetbal. Dat moedigt wel aan ai dade
lijk geplaatst, je wordt natuurlijk een vaste
medewerker.
Bill. Vond je ze zoo lastig, 't is moeilijk
voor mij, de een vindt ze heel gemakkelijk, de
ander heel moeilijk. Die brief heb jc toch zeker
niet zelf geschreven, zoo keurig, ik schaamde
me voor mijn eigen schrift.
Mignonette. Hoe kom je aan die mooie
naam, zelf verzonnen? Dus zoo'n regendag kun
je je best bezighouden; ik hoop dat je ook eens
een boek wint. Had je een pleizierige vacantie?
Muisje. Er waren weer verschillende
oplossingen, dus ik was blij. toen jou brief
kwam en ik kon lezen, hoe het goed was. Die
ongelukkige trap, hé? Daar klagen ze meer
over. 't Zou een lawaai gegeven hebben als je
met klompen en al gerold was, dan was ik er
ook vast bij gekomen. i
M i e k e en J o. Jullie verwent me, wel
bedankt, hoor! En nu zoo'n eind uit de buurt.
Hoe ben je daar gekomen?
Duifje. Nu zitten jullie weer op school,
't werd ook veel tc lang. Tante Riek heeft plei-
zier van haar handwerkjes. Ik kreeg een mooi
postzegelboekjc.
Vervelend als je net in de vacantie ziek
wordt, 't was er anders wel weer voor. Zijn
ze nu weer beter?
Bertha en M a r i e t j e. Af en toe dui
ken jullie ook weer eens op, hé? Zijn de raad
sels anders wat moeilijk voor jullie, deze keer
toch zeker niet?
K 1. en Henk P. j£y dat moet je vast doen,
ik ben altijd weer blij als er nieuwe bij komen.
De oude getrouwen blijven gelukkig ook voor
het grootste deel, dus dc aardigheid is er nog
niet van af, daar was ik eerst bang voor.
L u c i e. Prachtig voor je kamertie, vond Je
het geen leuk ding? Wat hang je er in? Je
kon nu meteen het boek ook lezen, 't Eenige is,
dc verhalen uit te knippen, dan lees je heMatcr
nog eens ineens.
Spinnetje. Dat was een verrassing, zoo'n
extraprijs, je zult zien, dat ik Koekoek er voor
bedankt heb.
Heiligboontje. Gezellig, zoo'n logee
tje. Wat zullen jullie wat afgespeeld hebben.
En nu heb je weer wat, waar je kleertjes voor
kunt maken. Ik geloof, dat jij dc eenige bent,
die zooveel zelf maakt, ik hoor er van anderen
nooit iets van. 't Is aardig, als je er pleizier in
hebt. 't Is ook zoo makkelijk als je ouder bent,
later.
Spoorzoeker Gaan jullie er 's Zondags
altijd op uit? Ik ben het vroeger ook geweest,
dus ik weet er alles van, hoe prettig het kan
zijn.
Ton neven. Dus een Fransche neef,
welkom hoor. Zoo moet het, dat de een de
ander aanspoort, mee te doen. Groet je Zwart
kop van me?
Kikkertje. Hoe komt die mooie kikker
er toch altijd op, met carbonpapier? Ik geloof,
dat jij een heel kantoor hebt, waar ze je brieven
tikken. Ben jc weer beter?
A r i e St. Ik zou nog maar eens komen
vragen, misschien zyn er nog wel wat. 't Is
moeilijk voor me, als jullie inzendt, dan kan ik
niet zoo gauw oordeelen of ze moeilijk of ge
makkelijk zijn, oifldat de oplossingen er bij zijn.
Zeg, ik moest wel lachen, lees ook eens het
beginstuk, dat was voor jou ook bedoeld.
Jan R. Dat was een mooie fietstocht, als
je her standbeeld ziet, denk je altijd weer, hoe
dat vroeger gebeurd is, dan ril je eens even.
Nu is de vacantie weer afgeloopen, trouwens
veel weer om groote tochten te maken is het
nu nog niet bepaald.
J o Z. Wat een feesten in 't vooruitzicht.
Schrijf je er eens wat over. Op de uitvoering
moet je daar zelf meedoen?
Kers. Je moet het in alle geval opsturen, dat
zal ze wel leuk vinden. Ik kreeg al zoo'n zin in
kersen, toen ik ze op je enveloppe zag staan.
Misschien heb ik voor jou ook nog wel een
paar postzegels, 't Zullen er niet veel zijn, want
ik heb er al zoo vaak weggegeven, maar 't is
uit een goed hart. Kom maar even.
W i m N. Dat is weer een nieuw gezicht.
Nu in de vacantie kreeg je zeker opeens zin
mee te doen. Nu hoor ik wel eens vaker wat
van je, zeker?
Frits K. Dat gebeurt wel meer, dat moeder
helpt. Die vindt het misschien zelf nog wel
leuk, ik hoor zoo vaak van ouderen, die mee
doen aan de raadsels. En er zijn heel wat, die
de correspondentie nalezen en nieuwsgierig zijn,
wat jullie wel aan Oom Karei zoudt geschre
ven hebben.
Germaan. Dus ook weer teruggekomen,
ilc heb nu direct je mop geplaatst, die Jantje
moet het altijd maar ontgelden, lk ben benieuwd
naar je volgende brief, wanneer ben je er naar
toe gegaan?
Flora C. Is dat lang geleden, ik ken R.
niet goed, maar 't moet er erg prettig zijn? Als
je wat buiten een stad woont, is het 's zomers
ook heerlijk. Maar zoo'n mooie rozentuin had
je toch vast niet voor het huis. Ben je weer
heelemaal beter? Jammer, raadsel II was niet
goed. Maar: de aanhouder wint, is 't zoo niet?
Harmonika. Ik wou, dat ik je eens hoo
ren kon, ik vind het zoo mooi. Maar 't is zeker
heel lastig, ben jc het pas aan 't leeren? 't Is
soms net een heel orkest.
J. H. K I. Er moest nu weer eens van een
ander in, maar ik ben je heel dankbaar voor
je hulp Vind je het leuk, raadsels in elkaar
te zetten? Ik wel, maar 't neemt mij wat te
veel tijd.
Nikkertje. Hoe kom je toch aan al die
moppen, je voorziet er me zoo goed van. Als
ik eens een mop moet vertellen, dan hoef ik
niet bang te zijn, er geen te kennen.
Poesje. Dat je nu dit inzond, was copy
voor de rubriek, zoo noem je elke inzending.
Is het lekker, wat je klaar gemaakt hebt. Ik
denk, dat de meisjes het wel een leuk idee
zullen vinden. Nu is er voor ieder wat. Veel
logee's gehad? Dat vond ik vroeger ook altijd
zoo prettig. Mooie mop, zeg, ik moest er zoo
om lachen, ik ga hem vast overal vertellen
Spa nrups. Dat was een heel pak, jammer,
die figuren kunnen niet in de krant, ik dank
je anders wel voor de ridderordes, die je me
toedacht.
Ik zal eens zien, of we er iets op kunnen
vinden. Je vraagstukken slaan geweldig in, ze
hadden allemaal een oplossing.
Elsje V. Dat hoeft ook niet en vooral,
als je op reis bent, 't moet geen dwang worden,
't is toch ook voor je pleizier! Vond je het niet
heerlijk? Waar was die bioscoop, er zijn er wel
honderden.
Perzik. Of het Dinsdag was, weet ik niet
meer, 't gebeurt wel eens meer. Wat leuk, die
biggetjes, ze zien er zoo lekker rose uit, of
waren die bonte ook donker?
Vond je het uiltje niet leuk? Ik za\ Tante
Riek je groeten overbrengen.
D i k k i e. Dat deed ik vroeger ook, 't is
lekker op een beschuit met citroen en suiker.
Doe je veel in je eigen tuintje? Zoo naar school
gaan, went ook weer gauw genoeg.
Banaan Waren dat allemaal bananen op
de brief? Het raadsel komt weer bij de heele
collectie, wel bedankt
Met ons allen In eon sloot
(Slot).
Bram was de eerste, die mij volgde. Niet
omdat hij zoo buitengewoon dapper was.
maar om de eenvoudige reden, dat wij el
kander nooit in den steek lieten, als wij
meenden, dat er eenig gevaar te duchten
was. Toen hij dicht bij mij kwam staan,
voelde ik, dat zijn arm beefde.
Nu volgden ook langzaam on onhoorbaar
de andere jongens, en eindelijk stonden wij
allen op hot breedo pad, in de onmiddcllijko
nabijheid van het geheimzinnige, witte huis
je. 't Had in het midden van het front twee
naar binnen openslaande deuren, waarvan
de onderste pancclcn uit gegoten ijzer bo
stonden bij wijzo van traliewerk, om do fris-
sche buitenlucht toegang tot het gebouwtje
te vcrleenon. 't Waren echter maar zeer klei
ne gaatjes.
Op dc tcenen slopen wij, dicht op een hoop
gedrongen, naar den ingang. Daar hielden
wij halt.
„Wat nu gedaan?" fluisterden een paar
stemmen. „De deuren zijn dicht. Hu, wat
krassen die uilen akelig."
„O, o, kfjk daar eens!" fluisterde Jan
Bakel, „daar, ginds, op het kerkhof.
E*n witte gede-ntel"
Met groote oogen staarden wij in de duis
ternis, en inderdaad: een groote, witte ge
stalte was zichtbaar. Vol ontzetting hielden
wij onzen adem in.
„Iesse-icBse-iesse-icsse!" krasten de uilen
boven ons hoofd, 'k Moet bekennen, dat het
mij zeer angstig te moede werd. Een paar
jongens schredon achteruit, terug naar het
hek.
„Dat witte ding is een staande grafsteen
van wit marmer," fluisterde Willem Zand
berg.. „Hij staat op het familiegraf van on
zen burgemeester." Dezo mcdcdeeling stelde
ons een klein beetje gerust en stemde mij
kalmer. Ik vestigde weder mijn aandacht op
de deur van het baarhuisjc.
„Draai de kruk om en ga er in!" fluisterde
Karei Heg. Maar dat was ons te kras. Ik
had er den mood niet toe. Plotseling dacht
ik aan dc gaatjes in dc onderste pancclcn.
„Wacht," zei ik, „ik weet al wat."
Ik liet mij op de knieën vallen en trachtte
naar binnen to kijken, en mijn voorbeeld
vond navolging. Dc andere jongens gingen
ook op dc knieën liggen en drukten hun
hoofd tegen het traliewerk.
„Zie jo wat, Dorus?" fluisterde een stem
naast me.
„Neen, jij?" was het antwoord.
„Ja, kijk, 'k zie zijn laarzen!' ver
volgde dezelfde stom, zoo zacht als een
ademtocht.
„Waar? waar?" vroegen dc anderen, en
zij drongen wat meer naar voren, om ook
de laarzen van den drenkeling in het oog
te krijgen. Wij vonden het workclijk angst
wekkend.
„Zc bewegen zich, lijkt het wel!" vervolg
de de stem.
„Wóór dan, 'k zie niets!" zei ik, bran
dend van nieuwsgierigheid en in do groot
ste spanning. Ik drukte mijn hoofd zoo stijf
mogelijk tegen het traliewerk, om beter te
kunnen zien...
Tot plotseling tot ons aller ontzetting dc
deur vanzelf openging!
Een vreeselijke angst, ja een paniek zelfs
maakte zich van ons meester.
Een enkele seconde bleven we van schrik
volmaakt roerloos, toen Karei op-eens uit
riep:
„Daar komt-ie! Daar komt-ie!"
Hij vloog overeind en snelde naar het
hek.
„Daar komt-ie!" schreeuwde een ander,
vlug als een haas zijn voorbeeld volgende.
„Daar komt-ie!" gilde Jan Brakel.
Wij snelden allen naar hot hek, zonder
ook maar een oogenblik achterom te dur
ven kijken.
„Vooruit dan toch! Vooruit dan toch!"
schreeuwde Jan, toen hij cle bcido kanten
van het hek bezet zag door Karei en Wil
lem, die bezig waren zich er omheen tc wer
ken. En een andere uitweg was er nietl
„Daar komt-ic!" gilde Bram, die 't laatst
tot bezinning gekomen was.
In zijn haast om te vluchten raakte Karei
met zijn broek aan een van de lange pun
ten vast, en kon niet heen of terug. Een be
nauwd oogenblik! „Vooruit dan toch!" gilde
Jan. „Hij komt! Hij komt!"
„Ik kan niet, o, ik kan niet!" kreunde
Karei in doodsangst.
„Plons!" daar liet hij zich pardoes in de
sloot vallen. Wij hoorden hem in het water
plassen. Zijn broek moest aan flarden zijn.
„Plons!" Jan Brakel sprong schuin langs
het hek te water. Hij durfde zich geen tijd
te gunnen, om er omheen fe klimmen.
„Daar komt-ie! Daar komt-ie!" schreeuw
de Bram radeloos. Hij wist niet, hoe hij zich
redden moest
Wat er verder gebeurd is, weet ik niet. Ik
raakte geheel mijn bezinning kwijt. Wél
weet ik, dat ik even later druipnat tegen dc
hoogte opkroop, bibberend van koude en ont
zetting.
„Bram! Bram!" schreeuwde ik.
„Ik kom!" was het antwoord. „Plons!
Plons!" IK trok Bram op den oever, en geen
beweging meer in liet water bcspourende,
volgden wij vlug onze makkers, die reeds
he.t hazenpad gekozen hadden.
Druipnat e.n veel te laat kwamen wij thuis,
waar wij bleek van ontsteltenis ons avon
tuur vertelden en nog braaf uitgelachen
werden op den koop toe.
„Maar hij kwam vlak achter ons aan!"
hield Bram vol, bibberend van kou. Het wa
ter droop hem cn mij uit dc klecren.
„Och wat!" lachte vader ons uit. „De deur
heeft niet op het nachtslot gezeten, en nu
hebben jullie in je zenuwachtigen angst zoo
hard met je neus tegen die paneelen ge
drukt, dat de deur vanzelf opengewipt is.
Ha-ha-ha-ha! Wat een helden! Enfin, ic
straf heb je te pakken, en goed ook. Trek
maar gauw droge klecren aan en ga on
middellijk naar bed. Ha-ha-ha-ha!"
Den volgenden dag werd de doode man in
de kist gelegd en ter aarde besteld. De tim
merman vond hem nog juist in dezelfde hou
ding op de baar, als hij hem den vorigen
dag verlaten had
Vader zal dus wel gelijk gehad hebben.
Vóti alles wat.
Wie dit niet kan,
Wie dat niet kan,
Is dom, dom, dom
Dit spelletje is al heel eenvoudig. Toch loopt
menigeen er nog in.
Je houdt een stok in je linkeihand en stampt
er mee op den grond, terwijl j»; daarbij zegt
Wie dit niet kon,
f Wie dat niet kan,
Is dom, dom, dom
Daarop geef jc den stok met je rechterhand
aan een ander en vraag j© hem hotzclfdo te
doen.
Bijna iedereen, die het spelletje niet kent, zal
het nu met de rechterhand uitvoeren, daar hij
niet heeft opgelet, dat je 't met do linkerhand
deedt
Je zegt dan dadelijk „Mis I" cn laat het een
ander uit het gezelschap overdoen. Jo gaat
hiermee voort, totdat eindelijk iemand het goed
doet
Degenen, dio hot verkeerd hebben gedaan ge
ven een pand en deze worden na afloop ver
beurd verklaard.
ONS MOPPENHOEKJE
Hli had den ezel niets gedaan.
Toen Jantje uit school kwam, stond er een
ezel bij het hek voor een kar. Zijn vriendjes
plaagden den ezel, maar Jantje deed het niet
Toen de onderwijzer kwam, liepen alle jongens
weg, behalve Jantje. De onderwijzer wist niet,
dat Jantje den ezel niets gedaan had cn gaf
hem een oorvijg.
Toen Jantje huilend dc trap opkwam, kwam
hij den hoofdonderwijzer tegen, en deze vroeg
hem, waarom hij huilde.
„O, meneer", snikte Jantje, „de onderwijzer
gaf me een klap cn ik heb den ezel niks ge
daan!"
Pats, daar krijgt hij nog een oorvijg.
(Ingez. door Spoorzoeker).
Ook niet frlsch.
Eens was een meneer bij boerenmenschen te
logeeren.
's Morgens, toen hij beneden kwam, zag hij,
dat er zulke mooie figuurtjes in de boter zaten.
Hij zei tegen een meisje: Heb jij die figuurtjes
in de boter gemaakt?
„Nee," zei het meisje, „dat heeft moeder met
dc haarkam gedaan."
(Ingez. door Kersje.)
Meester vroeg onder de leesles aan een jon
getje, dat altijd zat te slapen: „Waar zijn wc,
Jan?"
En toen antwoordde Jan, die weer zat te suf
fen:
„Eh op school, mijnheer".
(Ingez. door Germaan.)
Een klant vraagt aan een stotterend handels
reiziger, of zijn gebrek hem niet hindert bij het
verkoopen.
Reiziger, geërgerd, antwoordt: „Elk m-m-
mensch heeft z-z-zoo z-z-z'n eigenaardigheden.
D-d-die zult u ook w-w-wel hebben."
Klant: „Daar ben ik mij anders niet van be
wust".
Reiziger: „R-r-r-oert u uw t-t-thcc met uw
r-r-rechter- of met uw 1-1-Iinkerhand?"
Klant: „Natuurlijk met mijn rechter."
Reiziger: „N-n-nou, dat is d-d-dan uw eigen
aardigheid. D-d-de m-meestcn g-g-gebruiken
een i-l-lepeltje."
(Ingez. door Nikkertje.)
Dokter: „Zoo vriend, heb je mijn recept
trouw gevolgd?"
Patiënt: „Gelukkig niet dokter, dan had ik er
't leven niet afgebracht."
Dokter: „Wat? Daar begrijp ik niets van."
Patiënt: „Ja, ziet u, 't is bij ongeluk het
raam uitgewaaid."
(Ingez. door Piet W.)
Op school.
„Jan, wat voor soort vogel is de kraai?"
„Een zangvogel meester."
„Kom, denk eens goed na."
„Het is toch zoo, meester. Mijn vader zegt
altijd, dat m'n zuster zingt als een kraai."
(Ingez. door Poesje.)
PROEVEN EN KUNSTJES.
(Redacteur Perpetuum Mobile.)
I Je vult een apothekersfleschjc voor drie
vierde met water en steekt door de kurk een
nauwe stroohaJm, die tot den bodem reikt. Je
neemt nu een stopflesch en houdt die boven een
brandende kaars. Doordat de lucht nu warm
wordt, ontsnapt deze uit de flesch, zoodat deze
gedeeltelijk luchtledig wordt. Nu zet je het
kleine fleschje op een nat bord en zet er vlug
de luchtledige flesch overheen. Wacht nu even
cn eensklaps zal een straaltje water naar boven
spuiten, zoodat je een fonteintje krijgt.
(Ingez. door Doffer.)
II. Een potlood op z'n punt laten staan.
Dit is een van de eenvoudigste, en gemakke
lijkste proeven cn toch als je iemand vraagt:
„Laat een potlood eens op z'n punt staan", zal
hij dat nog niet dadelijk kunnen.
Hier is de oplossing: steek het lemmet van
een zakmes in een potlood dicht bij de punt en
doe het mes nu net zoo lang dichter, of meer
open totdat het potlood op de rand van een
flesch of van een tafel of ook op de punt van
je vinger rechtop blijft staan.
III. Een naald door een cent heen slaan.
Steek een naald in een kurk die zoo groot is dat
de punt er maar heel even uitkomt en de kop
er precies in zit. Zet nu de punt op de cent en
zet dit samen op een lucifersdoosje.
Sla nu flink hard op dc kurk dan zal de
naald door de cent heen gaan omdat het staal
van de naald harder is dan het brons van de
cent.
III. Steek twee vorken in een kurk, en zet die
kurk op een rand van een flesch, waarin je wa
ter hebt gedaan. De kurk moet dan in evenwicht
zijn. Nu kan je het water uit de flesch gieten,
zonder dat de kurk er af valt doordat de vor
ken zorgen dat de kurk in evenwicht blijft.
„Perpetuum Mobile".
RUILHANDELHOEKJE
Piet Westhoeve, Joh. v. Oldcnbarneveldlaau 3
heeft dubbele Verkadeplaatjes, 24 van dc Ysel,
10 van Winter, 11 van Bonte Wei, 12 van
Langs de Zuiderzee, 8 van De Vecht, 44 van
Blonde Duinen, 8 van Herfst. Ook heeft hij
postzegels voor hen, die pas met verzamelen
beginnen. Hij zou ze graag ruilen tegen andere
postzegels. Van de album „De Ysel" mist hij
nog de Nos. 2, 6. 8, 33, 41, 54, 67, 70. 84, 112,
113, 123, 128, 136, 137. Kan iemand hem daar
aan helpen? Ik hoer zoo vaak, dat niemand
kor.it om tc ruilen, als liet in het Ruilhandel-
hoekje staat.
Laat dat deze keer nu eens niet het geval
zijn en laat iedereen zijn collectie eens nazien.