AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" De verborgen vallei. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. No 264 22e Jaargang Zaterdag 10 fF"*'. t924 Londensche Brieven. Van onzen Londcnschen Correspondent De Britsche Rijkstcntoonstelling. Londen, 23 April 1924. Indien ik mijn lezers in een serie brieven een indruk wil geven van do betcekcnis van de Britsche Rijkstentoonstelling te Wcnibly, bij Londen, en een overzicht van wat ze te zien geeft, dan kan ik dunkt mij niet beter beginnen dan met een beschrijving \an de openingsplechtigheid, welke nu twee dagen geleden heeft plaats gehad. Want die plechtigheid welke het goede begin was, dat bet halve werk heet stelde in haar opzet en haar verloop met treffende en waardige kracht het doel van deze tentoon stelling voor oogen. Vreemd genoeg was dc eerste indruk, wel ke men van deze openingsscène kreeg, zoo als ze werd opgevoerd in dat reusachtige stadion (dat een van dc blijvende monumen ten van deze tentoonstelling is), cr een van afzondering; vreemd, wijl een honderddui zendtal menschcii, saamgepakt op de hellin gen van zitplaatsen van het amphitheater, op dc plechtigheid neerzagen. Toch ver keerde deze massa in een staat van afzon dering; cr was niets dal de aandacht kon af leiden van dc gereglementeerde schittering van dit tooneel. dat op het rijke gras van liet sportpark in scène was gezet met die wonderlijke kunstvaardigheid, waarvan de Britten, die koninklijke functies organiscc- ren, het geheim bezitten. Binnen dc poorten van het stadion vindt men op Wembley dc ecnige plek, waar niets Aan dc tentoonstelling is te zien, geen topje \an de hoogste minaret, geen glimp van den meest verheven koepel. Oog en geest volgden het ceremonieel met dezelfde ge spannen aandacht als Avaarmede men de stootcn zou volgen van een biljartwedstrijd, gespeeld op het groene laken onder den bc- nedemvaartschcii glans der lampen. En als in zulk een biljartwedstrijd volgden dc ver richtingen van den mecsterspeler (een of anderen gemalen ceremoniemeester van het Koninklijk Huis) elkaar op in dc precièse volgorde van den schoonen opzet. De och tend was grijs en kil en ongunstig voor ver blindende kleureffecten. Buiten stonden dc sneeuwwitte paviljoens, de Oostcrsehc droomsteden in nevel. Binnen volgden wij met zijn honderdduizenden die ceremonieel, dit toonccl van sobere grootscliheid. Links van ons. aan het eenc einde van de arena, lees opzichtig, scharlaken en verguld, het koninklijke paviljoen op; een omvangrijk stuk met twee lange vleugels aan lederen kant van de twee hooge tronen van ver guldsel en purper. De Iavco tronen werden bekroond door... wel, ge verwacht niet an ders... door een grootc kroon. Onder die kroon ontwaarde ik iets, dot ik aanvanke lijk niet thuis kon brengen, iets dat geleek op twee donkere open ramen. Later begreep ik, dat het de uitmondingen waren Aan de „luidsprekers", Avelkc straks 's Konings stem verstaanbaar zouden maken voor al len, die in.het stadion aanwezig waren. Aan het andere einde van dc arena stond oen groot koor opgesteld, honderden zangers, in witte gewaden, van de koninklijke ka pellen en dc grootc kerken van Londep. Tusschcn de witte zangers in een helle spat kleur, van de militaire muzikanten in hun prachtige uniformen. De rest van het beeld was grijs en groen, grijs van de hellingen menschen op de tribunes, groen van het sta diongras op het ovale veld. En oncler de koninklijke loge Avas een bed van bloemen, purperen asters en Avitte bloemen, welke ik ook met een kijker gewapend niet kon thuis brengen. Het grootc uur naderde. 1-Iet ruime pa viljoen liep vol van Avaardigheidsbekleedcrs in grootc verscheidenheid, aangekondigd door gepluimde hoeren met. statie-zwaarden Daar kwamen zij: ambassadeurs, gezanten, burgemeesters een stoet van voornamen. Flauw gejuich om mij heen verloor zich in de ruimte. Het aaras voor de muziekkorpsen der gardc-rcgimcnten, die a an gemarcheerd kwamen. Vóórafgegaan door hun tamboer majoors, in kleurige jassen, stijf van het verguldsel, stapten zij o\er het groen, blijk baar trolsch op hun houding en verschij ning en veel hoovaardiger dan alle konink lijke menschen tezaam. Zij marcheerden op en neer en bliezen dc melodieuze lucht uit hun koper, de tamboer-majoors zwiepend hun staven met het decorum van priesters in een mysteriespel. Andere militaire en maritieme afdeelingen volgden; matrozen en zeesoldaten hun bajonetten mat in den grauAvcn dag; een compagnie onberispelij ke en stemmig geklccde luchtsoldatcn eri het prachtigst van allen een lange co lonne grenadiers, marcheercnd achter 's Ko nings vaandel. Wij zagen hoe deze afdee- lingcn strijders zich opstelden in rijen en carrc's, dc garde als een goed gesnoeide heg tegenover den troon, onbewegelijk, star en hooghartig in haar korpstrots. Plotseling zag men uit dc luchtgeledercn een man par does neervallen: en het scheen wel *-ïs ceil betooging bedoeld a oor de toeschouwers, die moeite hadden in deze automatische bc- wegingen en starre krijgsformatics vleesch- en-blocd te zien. Ziekendragers snélden na der; de man Avcrd weggedragen. Zijn ne venmannen in de, rij keken voor zich uit. onbewegelijk als beelden En de korpsen van dc garde marcheerden maar op en neer, de sladion-pan vullend met muziek. Op die telcpatisch'e wijze, welke Avij allen kennen, werd de massa opeens gewaar, dat dc Prins van Wales naderde. Ilij voegde zich in zijn marine-uniform bij dc andere koninklijke personages, die reeds in het pa viljoen waren aangekomen. Hij zou als pre sident van deze tentoonstelling zijn konink lijke ouders ontvangen. En toen snelden zes bereden trompetters van den Koning aan en bliezen een lange fanfare. „The King is coming", gonsde liet langs dc rijen toeschou wers. De oiitocht kwam te voorschijn uit de duistere gang, welke toegang geeft tot het inwendige van de arena, voorafgegaan door de „Household"-cavaleric, een en al schit tering, met dansende paarden en schudden de pluimen. Zoo ging de optocht langzaam door het ovaal, ver verwijderd van ons hoo ge toeschouwers op ecu afstand. Maar de afstand verleende zeker extra bekoring aan liet schouwspel, verzachtte de schittering en deed de processie fijntjes en keurig ver schijnen. 1-Iet gewapper van duizenden witte zakdoeken sprong uit de grijsheid der mas sa naar het licht. En gejuich uit duizenden monden loeide als de Avind langs dc rijen. Nu zou dc Koning gauw gaan spreken.* Ik richtte mijn kijker op het paviljoen. Daar Avas het koninklijk echtpaar, omgeven cloor de gouden hovelingen en de grooten des lands, zwarte mannen ook in exotische uni formen; en de Indiërs prachtig als pauwen in deze selecte vertegenwoordiging Aan alle rassen van „The Empire Dc Prins stond voor den Koning en sprak. En wij konden vierhonderd of meer meter van hem ver wijderd zijn stem hooren; daarvoor zorg den de „amplifiers", dc vreemdsoortige don kere ramen, waarvan ik reeds geAA'aagde. „Het Britsche rijk," zeide de Prins, „de machtigste steunpilaar der beschaving, heeft zijn hart gezet op vrcedzamen en zc- genrijken arbeid voor het mensc.hdom." En ook elk Avoord van den Koning Avas hoor baar, met slechts een greintje mcchanischen bijklank er in. En ook dc Koning legde den nadruk op dc edelmoedige zijde van het nieuwe idealisme van zijn rijk. „Ilct verte genwoordigt;" zcidc hij, „voor de Averckf ecu kenschetsend voorbeeld van den geest van vrije en verdraagzame samenwerking, Avel- ke volken van verschillend ras, verschillen de godsdiensten, instellingen, gewoonten en gedachten heeft bezield zich te vereenigen in een enkel gemeenebest en dc verscheiden heid van hun nationale gaven samen tc voegen voor één machtig doel." En Avat la ter: „Ik verklaar de Britsche Rijkstentoon stelling voor geopend en ik smeek dat ze door den zegen van God mag leiden tot dc eenheid en den voorspoed van al mijn vol ken en don vrede en het welzijn van de wereld." Toen de stem Aan den Koning zweeg da verde het gejuich van de vergaderde massa door de lucht, vermengd met het doffe ge blaf der kanonnen, welke het koninklijk sa luut afschoten. Het gebrom van een vlieg tuig bracht nieuwen klank in de sympho nic. En wij behoefden geen „luidspreker" toen dc duizend kelen van het koor dat in drukwekkende rijkslied deden hooren: Land of Hope and Glory Mother of the Free. Er Avas een treffend intermezzo. En* toen was de populaire held van dit doorwrochte ceremonieel niet dc Koning, noch zijn la chende zoon... maar een kleine telegrambe steller. Aangestaard door honderdduizend paar oogen liep hij met vastberaden passen over ile arena, een bericht in zijn hand, zoo groot als oen dagblad: I have this moment opened the British Empire Exhibition. Dit eerste nieuws van de plechtigheid had toen reeds per draad en kabel een reis gemaakt rond de Averckl en Avas binnen tachtig se conden aan zijn punt van. uitgang terugge keerd. De jongen overhandigde den Koning zijn ejgen telegram op dezelfde zakelijke en rustige wijze, Avaarop hij het aan een huisdeur in een Loildensclic voorstad zou doen. Wilde kreten van geestdrift golfden hem tegemoet. Dan bereidden dc koninklijke personages hun vertrek voor; en het gansrhn ingewik kelde ceremonieel verliet het toonccl met dezelfde ordelijke gemakkelijkheid, Avelkc kenmerk is van punctucelc organisatie. De schitterende processie verliet het stadion met opwekkende snelheid en spoedig was het breedc paviljoen ledig onder dc op- kleurende vlaggen van de Dominiums, op gesteld rond dc kroon en den koninklijken standaard. En uu is de tentoonstelling tc Wembley met zijn milliocn vierkante metei's aan pa leizen, paviljoens en andere gebouw eri, zijn K.M. aan wegen, lanen pij avenues, zijn twaalf millioon pond aan belegd kapitaal dan aan den gang. De redevoeringen bij de opening werden ook draadloos verspreid; én men schat dat vijf milliocn menschen ze hebben opgevangen. Dit is avoI in overeen stemming met den grooten opzet van deze onderneming. In haar afmetingen en in het terrein van geest cn productie, dat ze be strijkt, is deze tentoonstelling zonder weer ga. Het stadium is twee maal zoo groot als liet Ronicmseho cölosséum cn het is het grootste sportterrein van de wereld liet Paleis van Techniek is verreweg het groot ste gebouw van gewapend beton, dat ooit is opgericht. Maar belangrijker dan de uitge strektheid van alles zijn de smaak cn de schoonheid, waarmede het geheel is uitge voerd. In architectuur, decoratie cn ui lieg is de tentoonstelling Avaardig; en in haar aanblik weerspiegelt zo het grootc doel. Het beste, dat het gemeenebest van natiën, het Britsche Rijk, aan kunst en liandwerkschap h,eeft aan te bieden is in dienst gesteld van deze stichting. Dc tentoonstelling ontbeert nog tic „fi nishing touch". Vele inzendingen zijn nog niet volledig, sommige Avegen nog een mod derpoel. Maar een bezoek loont reeds. Want gij kuilt altijd den regen en do. mod der van een Engclscb klimaat ontvluchten door een van dc reusachtige gebouwen van Australië, Canada of Zuid-Afrika binnen tc gaan, waar dc bclangwckkèndhcid van het interieur cn dc kolossale afmetingen u wat overmannen. Gij krijgt er een indruk van vrijheid en grootheid, licht en kleur cn ge wordt er zelfs zonder de verbeelding verplaatst naar de Avijdhoid van dc onge repte gebieden, welke deze gebouwen ver tegenwoordigen. Maar nu is reeds waar te. nemen, dat dc. gracieuso schoonheid van het mystieke Oosten een inagnetischeii invloed uitoefent op liet publiek, dat deze eerste da gen reeds in grooten getale dc tentoonstel ling overstroomt. De afdeeling van de Goud kust, waar men inboorlingen aan het Avcrk kan zien, blijkt reeds groqtc aantrekkings kracht uit tc oefenen. Er zijn merkwaardi ge contrasten waar tc nomen op een eersten wilden tocht langs de verschillend© buurten. Gij zult een oogenblik vertoeven in het Pa leis van Techniek en er de laatste wonde ren aanschouwen Aan de magie van den Blanke, de Avonderbaarlijke machines voor productie cn verwoesting. En wat later, over gestoken naar dc buurten van primitieve inboorlingen, aanschouwt ge de trommen en berrie-dingen van wilden, hun liypereen- voudige werktuigen en wapens, welke u her inneren aan dc verhalen van avontuur in de Afrikaansche Avildernissen. Gij zult in het Paleis van Nijverheid de producten van de Britsche textielnijverheid bcAvonderen, fijn geweven goede ren, fabriekmatig maar vaak schoon versierd. En daarna plonst ge op eens in de warreling van Oostersche pracht in liandwerkschap, staart uw oog in beAvon- dcring op de exotische, Avarme hcerlijkh^d van matten en kipeden uit Mirzapur of de uitdagende kleuren van Chineesche en In dische zijden stoffen. Zoo komen voor het oog van den beschouwer Oostersche schoon heid en Westcrsche utiliteit roezemoezig door elkaar staan cn de ervaring is won derlijk. Gij begeeft u naar Hongkong alles is hier maar een stap, of een ritje in dc clcc- trischc Avagcntjes, of oen tochtje in dc boot. Do wereld zal voor u liggen in een dog. Daar is Hongkong, niet zijn Chineesche straat. Do straat is nog een beetje in staat a an Avording. Maar de negotie is overal waar Chincezcn zijn. En zij verkoopon reeds hun mailden cn snuisterijen temidden van stel lages cn verwoeden arbeid mot hamers cu verfkwasten. Dit is mijn eerste oogst van een vluchtig eerste bezoek. Het Park der Vermakelijkhe den, waar het Britsche phlegma in lol zal moeten verdrinken, is nog niet gereed. Men hoopt over een week zoo a-ci* te zijn. Inmid dels zal ik ecu selectie maken van bijzon derheden, die schiften cn u geleidelijk ver slag doen van Avat dc tentoonstelling biedt... cn cr dc opmerkingen bijvoegen, waartoe ze aanleiding geeft. Amsterdamsche Brieven. VASTRECHT EN CONCURRENTIE. Wij krijgen nu ook een vastrecht-tarief voor gas, wat vermoedelijk een goed ding is. Te oor- crielen tenminste naar zijn oudere broertje voor electririteit. Want dit is een van de oorzaken geweest, een echte stimulans, wuardoor de electriciteit cr zoo geweldig ingekomen is. Voor huishoudelijk gebruik, bedoel ik, want voor ver lichting log de uitbreiding in den natuurlijken gang van zaken cn de oorlog heelt er een flink duwtje aan gegeven. Wie graag eens een theorctischen boom op zet, zou dc stelling kunnen ponecren, ebt het vasirechtaricf voor clcctrischcn stroom, zoo- als wc dat hier in Amsterdam kennen, eigenlijk een m-zich-zeh-strijdig ding is. Wat beteekent het indedaad, dat ik aan onze clcctriciteitsfa- briek een vaste som per maand betaal, waar voor ik niets aan stroom ontvang; óók over dc (zéér eventucelc) maanden, dot ik eens een reisje naar Tunis of Algiers zou gaan maken? Het beteekent, dat ik vergoeding geef voor het feit, dat ik als afnemer beslag leg op een zekere capaciteit van de fabriek, en wel op de drukke uren, 's avonds tegen vcrlichtingstija: want over het overige deel van den dag zijn al die ma chinerieën, die rc moeten staan om de zaak gedurende de spits-uren tc bolwerken, niet noo- dig en is dus de „kostprijs" van den stroom laag. De gewone, dc kleine verbruikers - die van den licht stroom zijn dus do dure klanten Daarom is dan, zoo heet het, het ge wone tarief ook zoo bijzonder hoog '25 cent per K. V. U. Maar nu krijg ik tegen betaling van een kleine vaste som per maand, naar rato van het vloekoppcrvlak van mijn woning, het ver- bazend-goedkoope tarief van 5!'- cent, onge acht op welken tijd van den dag ik d c e 1 e c t r i s c h e energie verbruik. Ik heb het benefiet dus óók, wanneer ik het in mijn hoofd haal, 's avonds alle kamers van mijn woning elcctrisch te verlichten cn te verwarmen en overdag geen sikkepit af te nemen. En zelfs een zeer motige klant heeft bij het vastrecht- tarief nl heel gauw voordeel. Reken maar uit. In een moderne (d. w. z. kleine) middenstands woning zal bijvoorbeeld hel vastrecht drie n vier gulden per maand bedragen. Zeg vier gul den, en stel het verschil tusschen dc beide ta rieven gemakshalve op 20 cent per Kilowalt- uur. Bij een verbruik van meer dan 20 K.W.U. gemiddeld per maand begint het voordeel ol te komen. En een huishouden bereikt, dat gauw vooral wanneer er een electrischc strijkbout of een kacheltje of voetwarmer of zelfs een stof zuiger bijkomt En daarom is het juist te docnl Want het bovenstaande is, zoo gezegd, g r a u e theorie, de praktijk brongt mede, dat het prettige gevoel van „het kosf nu niet veel" tot stroomverbruik voor dit en voor dat (vcr)leidt; veelal buiten de spitsuren. Ik heb het thuis zelf ondervonden, dat het zoo loopt en dot de prijs niet hoog is voor wie vroeger het gewone tarief heeft betaald. Tenzij het enthousiasme bij den verbruiker zóó groot wordt, dat hij er lustig op los stookt, heele of halve dagen z'n huis- of studeerkamer met het vriendelijke electrischc haardje ver warmt. Dan valt üe rekening leelijk tegen! Nu wordt het de vraag, wat dc gasfabriek er von zal gaan maken. Eigenlijk een pikant ding: dc Electr. Werken hebben eerst het gas flink in een hoek geduwd, geholpen èn door den oorlog cn deor het be faamde zakengenie van hun directeur Lulofs en nu komt het gas weer op zetten, hei-neemt het concurrentic-offensief. Kort vóórdat da te ruggang begon, ik meen omstreeks 1910, heeft men hier er een derde fabriek bijgebouwd (Zuid) die dus spoedig overbodig bleek. En nu een paar jaar geleden één van de drie (de Ooster, in Watcrgroofsmeer) om beririnigin jsrcdêix gesloopt is, gaat de zaak weer keurig vooruit. Eenvoudig doordut dit bedrijf dc bof van de geweldige stadsuitbreiding heeft gehad, met gas fornuis-aanleg tot in c)e nederigste nieuwe we ning. En blijkbaar heeft men nu hot plan, om het geluk te hulp te komen cn nóg moer voor uit te gaan. Zóó werkt hot grillige lotl Gelukkig schijnt er voorloopig geen vrees te bestaan, dat ar eerstdaags weer een derde fa briek zal bijgebouwd moeten worden oa'crigcns zie ik nog niet, dat de gasfabriek met hoar vastrecht d a succes zal hebben als dc G. E. W. Want koken op gnS doel dc over- groote meerderheid al; wie zal een polje méér koken omdat het gas nu goedkoop is? Het eoni- gc zou zijn: ren grooto uitbreiding van dt v e r- warming door gas. Maar.... hier heeft het ingere broertje al stevig terrein veroverd Zal de poging in deze richting succes hebben, dan moet het onverbiddelijk gaan ten koste van de electrischc warmtebronnen Wan bei den zoeken denzelfdcn levensbodem: kortston dige en telkens onderbroken verwarming van studeer-, slaapkamers enz.; met voste brand stof concurrceren zij heust niet. En dear de er varing leert, dat wat denzelfden bestnansbodóm zoekt ook onderling het verbitterds! vecht (denk aan socialisten cn communisten!), zoo mogen wij ook de' conclusie trc-kken dat cr een hevige competitie tusschen dc directies van de twee gemeentebedrijven op komst is. Trouwens, de stemming in de beide kampen is er naar, ul jaren lang! Juist hier in Amsterdam is hot antagonisme tusschcn pijp en draad buiten gewoon lel; zoo of cn toe is daarvan eens een symptoon te bemerken. Het vastrecht voor gas is een nieuw symp toom. En dc afnemer, die met belangstelling de concurrentie volgen, worat allicht de lachen de derde. Met een gevoel van vermaak hebben wc dezer dagen al een op-en-top-„commcr- ciecle" advertentie van de gasfabriek gelezen, waarin verlokkelijk, propagandistisch, smake lijk cn met elk denkbaar reclame-effect cc nieu- wigheid werd aanbevolen. Kortom precies de Cu E. W.! En zoo zien wc in de stad, waar vele roede tenden/.en heerschen, twee gemeente-bedrijven elkaar kapitalistisch bcconcurreeren. Ze zijn ook geen van beiden vies van een flinke winst, als echte kapitalisten. Wat zeker gelukkig is I Haagsche Brieven. Sciieveningcn als mondaine badplaats. Bouwstroppcn. Opnieuw het Stadhuisvraagstuk. Onze gemeenteraad is druk op weg om onze hadplaats te vermoorden, zei ine dezer dagen een volbloed Hagenaar met een ruimen blik op de beteekenis van Scheveningen, ook voor dé welvaart van de residentie. De goede man had gelijk, ook. al meende hij 't niet zoo erg als hij hei zei. Waarlijk de Raad toont weinig belangstelling tc bezitten voor Scheveningen cn voor de ontwikkeling van onze eerste badplaats. Hij doet et niets voor, en houdt den groei ervan zelfs tegen door niet te begrijpen, dat men Scheveningen als deel der gemeente Den Haag niet kan vergelijken met het overige gedeelte. Voor Scheveningen moet men wil zij als badplaats aan beteekenis en in aantrekkelijkheid winnen een anderen maatstaf aanleggen, dan voor Den Haag of Loosduinen. Scheveningen moet het niet van de Hagenaars hebben maar van de zomergasten, liefst ook nog van vele vreemdelingen Daarom moet Scheveningen aantrekkelijk zijn \roor het groote publick, aantrekkelijker dan andere bad plaatsen in 't buitenland, aantrekkelijker dan het nu is. Scheveningen is in den zomer een vrij doode badplaats. Dat blijkt uit 't feit dat een theater als „Seinpost" ondanks alles wat men er aan doet, niet kan rendeeren. Dat 't circus slechts matige beteekenis heeft cn dat alleen de concerten in 't Kurhaus publiek trek ken. Voor afleiding, publiek hebbende vermake lijkheden is er blijkbaar geen plaats. En inplaats dat de gemeente alles doet om daarin ver andering te brengen, zelf meewerkt om de tekortkomingen aan te vullen, houdt zij alle ontwikkeling en verbetering nog tegen, en belet anderen om er wat vertier en fleurigheid te brengen. Toen enkele jaren geleden een mooi door HULBERT FOOTNER VOOR NEDERLAND BEWERKT DOOR L. ALETRIN0 IS HOOFDSTUK VI. Blindeman. Ralph's tegenweer baatte hem niet; slechts schaafde hij polsen en enkels stuk. Hij gaf den strijd op, en hield zich naar het uiterlijk rustig, ook al werd hij van binnen door wrok ver teerd. Toen hij van het gezicht was beroofd, werd zij^ gehoor bovennatuurlijk scherp en het kostte hem niet de minste moeite de ver schillende toebereidselen, die zij voor het ver trek maakten, te volgen, als was hij er oog getuige van. Voor de doek hem om het hoold werd gebonden, had hij een spoor van dag licht ineenen te bemerken, en de prikkelende fiischheid van de lucht die hij opsnoof, deed hem op goede gronden vermoeden, dat de da geraad juist was aangebroken. Toen de tent boven zijn hoofd was afgebroken cn opgeborgen, kwamen Nohnya en Charley sa men weer op hem toe. Charley greep hem on der de armen, en Nahnya nam zijn voeten. Charley's manier van hem te dragen, drukte een beleedigende onverschilligheid uit, die Ralph deed knarsetanden. Omzichtig daalden zij den steilen oever of, om ten slotte plotseling met het zand weg te glijden, waarbij zij Ralph bijna lieten vollen. Chnrlev lachte en Ralüh vloekte geweldig. Zij legden hem in de kano, en hij hoorde Charley zich verwijderen. Nahnya schikte de dekens onder hem. „Ralph, het spijt me zoo," zeide zij zacht, met een stem, die heesch klonk van ontroering. „Maar ik niet weten, wat anders te doen." Het verzachtte zijn stemming niet. De wond was nog te versch, dan dat hij het gebeurde anders kon beschouwen, dan van zijn gezichts punt. „Dat is nu mijn loon, dat ik goed voor je heb trachten te zijnl" riep hij uit. „Dagen en nachten heb ik mij ingehouden, om jou maar geen verdriet te doen. Je wekte mijn sympathie. Je deed alsof je het goed met me meende. Je sprak van vriendschap, en terzelfdertijd viel je me aan, terwijl ik sliep! O, wat heb ik mij laten misleiden!" Hij vernam geen antwoord. •Zij sleepten de boot weer het water in. Nahnya klom over Ralph heen om haar plaats vóór weer in te nemen, en zij zetten af. Uren lang vernam Ralph thans niets dan het regel matige geluid hunner pagaaien, en voelde hij slechts het ihytinisch voortschieten van de boot onder hun krachtigen slag. Zoowel broeder als zuster Avaren merkwaardig geoefend in de gal den kunst der stilzwijgendheid. Ralph's gemoedstoestand was allesbehalve benijdenswaardig. Het is verre van aangenaam voor een man om zich geplaatst te zien voor een mysterie in de vrouw, die hij liefheeft. Zoo lang zij' het goed met elkaar hadden kunnen vinden, had het hem weinig gehinderd; hij had in haar heldere oogen gekeken met de ge dachte: „Wat er ook komen mag, zij meent het eerlijk met me." Maar toen haar wil met den zijnen in botsing kwam, veranderde alles. Iedere blik, ieder woord, iedere beweging die hij niet had weten te verklaren, doemden op dat oogenblik in zijn herinnering op als spook beelden, wier verschijning rampspoeden met zich meebracht. Gekwetste trots bracht hem tot de onderstelling, dat zij zijn liefdegevoelens trachtte uit te buiten om haar eigen plannen te bevorderen. Toch moest hij wel constateeren, dat niet al haar daden van een dergelijke berekenende hardvochtigheid het kenmerk droegen. Hij had tijd genoeg om alles goed te overwegen. Hij herinnerde zich, hoe zij Charley een draai om dc ooren gegeven had, toen de jongen het eerst het voorstel opperde, hem te binden; hoe haar oogen zich met tranen hadden gevuld, en hoe droef haar stem klonk, toen zij fluisterde: „U zult me gaan haten, nu." Het leek Avel, of zij, niet minder dan hijzelf, slachtoffer van omstan digheden was. „Waarom kan ze me niet een beetje vertrouwen!" dacht hij. „Zc weet, dat ik alles voor haar zou willen doen!" En bij dit alles kwam nog dc onbekendheid met wat gebeuren zou. Het was of een zwaar zwart gordijn zijn geest belette, voor zich uit te zien. Wanneer een man zijn oogen tot zijn beschikking heeft om te zien, en zijn armen om mee te vechten, dan heeft het geheimzinnige vor hem een zekere prikkelende bekoring, die zijn krachten doet groeien; wanneer hij ge blinddoekt neerligt, gebonden cn hulpeloos, voelt hij dc nadering van het onbekende als een bedreiging. Eindelijk verbrak Nahnya dc lange stilte. Zij zei ecnige woorden in het Cree, die klonken als een kalme waarschuwing. Onmiddellijk daarop schoot de kano met een plotselinge beweging zijwaarts, daarbij sterk overhellend als had zij een hevigen stoot gekregen, draaide rond en voer daarna verder, even znchl als te voren. Langen tijd spande Ralph zijn hcrsc-ncn tever geefs in, om een verklaring te vinden \'oor dien schok. Een nieuwe klank begon tot zijn ooren door tc dringen, een dof, zwaar gegrol, dot van stroomafwaaits scheen te komen. Hij kende dat geluid: het kwam van stroomversnellingen maar zeker waren het niet zulke stroomver snellingen als die, waar zij in de Hitten-rivier langs waren geschoten, of tot dusverre in de Rijst-rivier. Het geluid daarvan vergeleken bij dit, was als kindergclach tegenover de stem A'an een reus. Het gegrol werd een gebrul, dat van oogenblik tot oogenblik aanzwol. Ralph's hort klopte bang. Waarschijnlijk is hei nooit tot Nahnya, maar zeker nooit tot Charley door gedrongen, a'an welk een geraffineerde marte ling zij hun gevangene het slachtoffer maakten. Er bestaat geen vrees, die met vrees voor het ongeziene kan vergeleken worden. „Als cr iets gebeurt, verdrink ik als een kat in een zak," dacht Ralph. Maar hij wilde zich niet vernederen door zich overluid te beklagen. Charley en Nahnya iieten de pagaai rusten en spraken zacht "met elkaar; Nohnya gaf onmis kenbare bevelen. Hel eenigszins gejaagde dat in hun stem klonk, schokte Ralph. Het geluid dat zij naderden, suggereerde hem het beeld van een woesten waterval, die begeerig de urmen naar hen scheen uit te strekken en hun angst kreten in het donderend geweld der gulpende watermassa's zou smoren. Kleine zweetdrop peltjes parelden op zijn voorhoofd. O, had hij maar kunnen zien, ziin armen maar kunnen ge bruiken. Maai hij wilde niet vragen. Opnieuw hielden zij met pagaaien op. Het gebrul scheen nu \an alle kanten te komen. Ralph klemde de tanden opeen. „Daar gaan we!" dacht hij. „Neen nu! nu!" Maar nog kwam het niet, tot hij had kunnen gillen van angst. En toen scheen opeens de boot onfier hem weg te zinken, om bijna op hetzelfde oogenblik met kracht neer tc ploffen tegen een ziedenden, kolkenden waterval. Er kwam een golf over boord, die Ralph tot het middel doorweekte. Hij voelde, dat alles nu voorbij was, en plot seling was alle vrees geweken. Charley gilde van louter opwinding; de kano maakte een aan tal dclle sprongen, waardoor Ralph van den eenen kant naar den anderen kant werd ge slingerd als een zak meel, en plots?ling dreven zij weer voort in kolm water. Een geheimzinnige stilte kwam over hen. Een diepe zucht ontsnapte Ralph's, borst. .Verscheidene uren verliepen. Ralph had geen verdere aanwijzing om ze te kunnen tellen, dan dat de zon Avarm op zijn gelaat begon te bran den. Hij rook den geur der pijnboomen op den oever Hoog boven zijn hoofd hoorde hij het gekrijsch der odelaars. Charley schoen ergens over te klagen over honger zeker, docht Ralph, en Nahnya legde hem eenvoudig het zwijgen op. Nu en dan gat een nieuw geluid Ralph stof tot denken. Het was d luide la waaiige stem van een stroom, die zich nu aan de ecne, dan weer op de andere zijde van hen hooren liet. „Het hccle karakter van dc streek moot ver anderd ziin," dacht hij. „Wij moeten nu tusschen steile heuvels of bergen doorvaren, dat het water met zoo'n gewald van boven komt." Aan het lange wachten of er iets bijzonders gebeuren zou, kwam een eind toen Kif stroom- alwearts het gedruisch van een tweede groote stroomversnelling hoorde naderen. „Moet ik weer zooiets doormaken?" dacht hij. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5