AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
De verborgen vallei.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
No 264
22e Jaargang
Zaterdag 10 fF"*'. t924
Londensche Brieven.
Van onzen Londcnschen Correspondent
De Britsche Rijkstcntoonstelling.
Londen, 23 April 1924.
Indien ik mijn lezers in een serie brieven
een indruk wil geven van do betcekcnis van
de Britsche Rijkstentoonstelling te Wcnibly,
bij Londen, en een overzicht van wat ze te
zien geeft, dan kan ik dunkt mij niet
beter beginnen dan met een beschrijving
\an de openingsplechtigheid, welke nu twee
dagen geleden heeft plaats gehad. Want die
plechtigheid welke het goede begin was,
dat bet halve werk heet stelde in haar
opzet en haar verloop met treffende en
waardige kracht het doel van deze tentoon
stelling voor oogen.
Vreemd genoeg was dc eerste indruk, wel
ke men van deze openingsscène kreeg, zoo
als ze werd opgevoerd in dat reusachtige
stadion (dat een van dc blijvende monumen
ten van deze tentoonstelling is), cr een van
afzondering; vreemd, wijl een honderddui
zendtal menschcii, saamgepakt op de hellin
gen van zitplaatsen van het amphitheater,
op dc plechtigheid neerzagen. Toch ver
keerde deze massa in een staat van afzon
dering; cr was niets dal de aandacht kon af
leiden van dc gereglementeerde schittering
van dit tooneel. dat op het rijke gras van
liet sportpark in scène was gezet met die
wonderlijke kunstvaardigheid, waarvan de
Britten, die koninklijke functies organiscc-
ren, het geheim bezitten.
Binnen dc poorten van het stadion vindt
men op Wembley dc ecnige plek, waar niets
Aan dc tentoonstelling is te zien, geen topje
\an de hoogste minaret, geen glimp van
den meest verheven koepel. Oog en geest
volgden het ceremonieel met dezelfde ge
spannen aandacht als Avaarmede men de
stootcn zou volgen van een biljartwedstrijd,
gespeeld op het groene laken onder den bc-
nedemvaartschcii glans der lampen. En als
in zulk een biljartwedstrijd volgden dc ver
richtingen van den mecsterspeler (een of
anderen gemalen ceremoniemeester van het
Koninklijk Huis) elkaar op in dc precièse
volgorde van den schoonen opzet. De och
tend was grijs en kil en ongunstig voor ver
blindende kleureffecten. Buiten stonden dc
sneeuwwitte paviljoens, de Oostcrsehc
droomsteden in nevel. Binnen volgden wij
met zijn honderdduizenden die ceremonieel,
dit toonccl van sobere grootscliheid. Links
van ons. aan het eenc einde van de arena,
lees opzichtig, scharlaken en verguld, het
koninklijke paviljoen op; een omvangrijk
stuk met twee lange vleugels aan lederen
kant van de twee hooge tronen van ver
guldsel en purper. De Iavco tronen werden
bekroond door... wel, ge verwacht niet an
ders... door een grootc kroon. Onder die
kroon ontwaarde ik iets, dot ik aanvanke
lijk niet thuis kon brengen, iets dat geleek
op twee donkere open ramen. Later begreep
ik, dat het de uitmondingen waren Aan de
„luidsprekers", Avelkc straks 's Konings
stem verstaanbaar zouden maken voor al
len, die in.het stadion aanwezig waren.
Aan het andere einde van dc arena stond
oen groot koor opgesteld, honderden zangers,
in witte gewaden, van de koninklijke ka
pellen en dc grootc kerken van Londep.
Tusschcn de witte zangers in een helle spat
kleur, van de militaire muzikanten in hun
prachtige uniformen. De rest van het beeld
was grijs en groen, grijs van de hellingen
menschen op de tribunes, groen van het sta
diongras op het ovale veld. En oncler de
koninklijke loge Avas een bed van bloemen,
purperen asters en Avitte bloemen, welke ik
ook met een kijker gewapend niet kon thuis
brengen.
Het grootc uur naderde. 1-Iet ruime pa
viljoen liep vol van Avaardigheidsbekleedcrs
in grootc verscheidenheid, aangekondigd
door gepluimde hoeren met. statie-zwaarden
Daar kwamen zij: ambassadeurs, gezanten,
burgemeesters een stoet van voornamen.
Flauw gejuich om mij heen verloor zich in
de ruimte. Het aaras voor de muziekkorpsen
der gardc-rcgimcnten, die a an gemarcheerd
kwamen. Vóórafgegaan door hun tamboer
majoors, in kleurige jassen, stijf van het
verguldsel, stapten zij o\er het groen, blijk
baar trolsch op hun houding en verschij
ning en veel hoovaardiger dan alle konink
lijke menschen tezaam. Zij marcheerden op
en neer en bliezen dc melodieuze lucht uit
hun koper, de tamboer-majoors zwiepend
hun staven met het decorum van priesters
in een mysteriespel. Andere militaire en
maritieme afdeelingen volgden; matrozen en
zeesoldaten hun bajonetten mat in den
grauAvcn dag; een compagnie onberispelij
ke en stemmig geklccde luchtsoldatcn eri
het prachtigst van allen een lange co
lonne grenadiers, marcheercnd achter 's Ko
nings vaandel. Wij zagen hoe deze afdee-
lingcn strijders zich opstelden in rijen en
carrc's, dc garde als een goed gesnoeide
heg tegenover den troon, onbewegelijk, star
en hooghartig in haar korpstrots. Plotseling
zag men uit dc luchtgeledercn een man par
does neervallen: en het scheen wel *-ïs ceil
betooging bedoeld a oor de toeschouwers,
die moeite hadden in deze automatische bc-
wegingen en starre krijgsformatics vleesch-
en-blocd te zien. Ziekendragers snélden na
der; de man Avcrd weggedragen. Zijn ne
venmannen in de, rij keken voor zich uit.
onbewegelijk als beelden En de korpsen
van dc garde marcheerden maar op en neer,
de sladion-pan vullend met muziek.
Op die telcpatisch'e wijze, welke Avij allen
kennen, werd de massa opeens gewaar, dat
dc Prins van Wales naderde. Ilij voegde
zich in zijn marine-uniform bij dc andere
koninklijke personages, die reeds in het pa
viljoen waren aangekomen. Hij zou als pre
sident van deze tentoonstelling zijn konink
lijke ouders ontvangen. En toen snelden zes
bereden trompetters van den Koning aan
en bliezen een lange fanfare. „The King is
coming", gonsde liet langs dc rijen toeschou
wers. De oiitocht kwam te voorschijn uit de
duistere gang, welke toegang geeft tot het
inwendige van de arena, voorafgegaan door
de „Household"-cavaleric, een en al schit
tering, met dansende paarden en schudden
de pluimen. Zoo ging de optocht langzaam
door het ovaal, ver verwijderd van ons hoo
ge toeschouwers op ecu afstand. Maar de
afstand verleende zeker extra bekoring aan
liet schouwspel, verzachtte de schittering
en deed de processie fijntjes en keurig ver
schijnen. 1-Iet gewapper van duizenden witte
zakdoeken sprong uit de grijsheid der mas
sa naar het licht. En gejuich uit duizenden
monden loeide als de Avind langs dc rijen.
Nu zou dc Koning gauw gaan spreken.* Ik
richtte mijn kijker op het paviljoen. Daar
Avas het koninklijk echtpaar, omgeven cloor
de gouden hovelingen en de grooten des
lands, zwarte mannen ook in exotische uni
formen; en de Indiërs prachtig als pauwen
in deze selecte vertegenwoordiging Aan alle
rassen van „The Empire Dc Prins stond
voor den Koning en sprak. En wij konden
vierhonderd of meer meter van hem ver
wijderd zijn stem hooren; daarvoor zorg
den de „amplifiers", dc vreemdsoortige don
kere ramen, waarvan ik reeds geAA'aagde.
„Het Britsche rijk," zeide de Prins, „de
machtigste steunpilaar der beschaving,
heeft zijn hart gezet op vrcedzamen en zc-
genrijken arbeid voor het mensc.hdom." En
ook elk Avoord van den Koning Avas hoor
baar, met slechts een greintje mcchanischen
bijklank er in. En ook dc Koning legde den
nadruk op dc edelmoedige zijde van het
nieuwe idealisme van zijn rijk. „Ilct verte
genwoordigt;" zcidc hij, „voor de Averckf ecu
kenschetsend voorbeeld van den geest van
vrije en verdraagzame samenwerking, Avel-
ke volken van verschillend ras, verschillen
de godsdiensten, instellingen, gewoonten en
gedachten heeft bezield zich te vereenigen
in een enkel gemeenebest en dc verscheiden
heid van hun nationale gaven samen tc
voegen voor één machtig doel." En Avat la
ter: „Ik verklaar de Britsche Rijkstentoon
stelling voor geopend en ik smeek dat ze
door den zegen van God mag leiden tot dc
eenheid en den voorspoed van al mijn vol
ken en don vrede en het welzijn van de
wereld."
Toen de stem Aan den Koning zweeg da
verde het gejuich van de vergaderde massa
door de lucht, vermengd met het doffe ge
blaf der kanonnen, welke het koninklijk sa
luut afschoten. Het gebrom van een vlieg
tuig bracht nieuwen klank in de sympho
nic. En wij behoefden geen „luidspreker"
toen dc duizend kelen van het koor dat in
drukwekkende rijkslied deden hooren: Land
of Hope and Glory Mother of the Free.
Er Avas een treffend intermezzo. En* toen
was de populaire held van dit doorwrochte
ceremonieel niet dc Koning, noch zijn la
chende zoon... maar een kleine telegrambe
steller. Aangestaard door honderdduizend
paar oogen liep hij met vastberaden passen
over ile arena, een bericht in zijn hand, zoo
groot als oen dagblad: I have this moment
opened the British Empire Exhibition. Dit
eerste nieuws van de plechtigheid had toen
reeds per draad en kabel een reis gemaakt
rond de Averckl en Avas binnen tachtig se
conden aan zijn punt van. uitgang terugge
keerd. De jongen overhandigde den Koning
zijn ejgen telegram op dezelfde zakelijke
en rustige wijze, Avaarop hij het aan een
huisdeur in een Loildensclic voorstad zou
doen. Wilde kreten van geestdrift golfden
hem tegemoet.
Dan bereidden dc koninklijke personages
hun vertrek voor; en het gansrhn ingewik
kelde ceremonieel verliet het toonccl met
dezelfde ordelijke gemakkelijkheid, Avelkc
kenmerk is van punctucelc organisatie. De
schitterende processie verliet het stadion
met opwekkende snelheid en spoedig was
het breedc paviljoen ledig onder dc op-
kleurende vlaggen van de Dominiums, op
gesteld rond dc kroon en den koninklijken
standaard.
En uu is de tentoonstelling tc Wembley
met zijn milliocn vierkante metei's aan pa
leizen, paviljoens en andere gebouw eri, zijn
K.M. aan wegen, lanen pij avenues, zijn
twaalf millioon pond aan belegd kapitaal
dan aan den gang. De redevoeringen bij de
opening werden ook draadloos verspreid; én
men schat dat vijf milliocn menschen ze
hebben opgevangen. Dit is avoI in overeen
stemming met den grooten opzet van deze
onderneming. In haar afmetingen en in het
terrein van geest cn productie, dat ze be
strijkt, is deze tentoonstelling zonder weer
ga. Het stadium is twee maal zoo groot als
liet Ronicmseho cölosséum cn het is het
grootste sportterrein van de wereld liet
Paleis van Techniek is verreweg het groot
ste gebouw van gewapend beton, dat ooit is
opgericht. Maar belangrijker dan de uitge
strektheid van alles zijn de smaak cn de
schoonheid, waarmede het geheel is uitge
voerd. In architectuur, decoratie cn ui lieg
is de tentoonstelling Avaardig; en in haar
aanblik weerspiegelt zo het grootc doel. Het
beste, dat het gemeenebest van natiën, het
Britsche Rijk, aan kunst en liandwerkschap
h,eeft aan te bieden is in dienst gesteld van
deze stichting.
Dc tentoonstelling ontbeert nog tic „fi
nishing touch". Vele inzendingen zijn nog
niet volledig, sommige Avegen nog een mod
derpoel. Maar een bezoek loont reeds.
Want gij kuilt altijd den regen en do. mod
der van een Engclscb klimaat ontvluchten
door een van dc reusachtige gebouwen van
Australië, Canada of Zuid-Afrika binnen tc
gaan, waar dc bclangwckkèndhcid van het
interieur cn dc kolossale afmetingen u wat
overmannen. Gij krijgt er een indruk van
vrijheid en grootheid, licht en kleur cn ge
wordt er zelfs zonder de verbeelding
verplaatst naar de Avijdhoid van dc onge
repte gebieden, welke deze gebouwen ver
tegenwoordigen. Maar nu is reeds waar te.
nemen, dat dc. gracieuso schoonheid van het
mystieke Oosten een inagnetischeii invloed
uitoefent op liet publiek, dat deze eerste da
gen reeds in grooten getale dc tentoonstel
ling overstroomt. De afdeeling van de Goud
kust, waar men inboorlingen aan het Avcrk
kan zien, blijkt reeds groqtc aantrekkings
kracht uit tc oefenen. Er zijn merkwaardi
ge contrasten waar tc nomen op een eersten
wilden tocht langs de verschillend© buurten.
Gij zult een oogenblik vertoeven in het Pa
leis van Techniek en er de laatste wonde
ren aanschouwen Aan de magie van den
Blanke, de Avonderbaarlijke machines voor
productie cn verwoesting. En wat later, over
gestoken naar dc buurten van primitieve
inboorlingen, aanschouwt ge de trommen
en berrie-dingen van wilden, hun liypereen-
voudige werktuigen en wapens, welke u her
inneren aan dc verhalen van avontuur in
de Afrikaansche Avildernissen. Gij zult in het
Paleis van Nijverheid de producten van de
Britsche textielnijverheid bcAvonderen, fijn
geweven goede ren, fabriekmatig maar vaak
schoon versierd. En daarna plonst ge op
eens in de warreling van Oostersche pracht
in liandwerkschap, staart uw oog in beAvon-
dcring op de exotische, Avarme hcerlijkh^d
van matten en kipeden uit Mirzapur of de
uitdagende kleuren van Chineesche en In
dische zijden stoffen. Zoo komen voor het
oog van den beschouwer Oostersche schoon
heid en Westcrsche utiliteit roezemoezig
door elkaar staan cn de ervaring is won
derlijk.
Gij begeeft u naar Hongkong alles is
hier maar een stap, of een ritje in dc clcc-
trischc Avagcntjes, of oen tochtje in dc boot.
Do wereld zal voor u liggen in een dog.
Daar is Hongkong, niet zijn Chineesche
straat. Do straat is nog een beetje in staat
a an Avording. Maar de negotie is overal waar
Chincezcn zijn. En zij verkoopon reeds hun
mailden cn snuisterijen temidden van stel
lages cn verwoeden arbeid mot hamers cu
verfkwasten.
Dit is mijn eerste oogst van een vluchtig
eerste bezoek. Het Park der Vermakelijkhe
den, waar het Britsche phlegma in lol zal
moeten verdrinken, is nog niet gereed. Men
hoopt over een week zoo a-ci* te zijn. Inmid
dels zal ik ecu selectie maken van bijzon
derheden, die schiften cn u geleidelijk ver
slag doen van Avat dc tentoonstelling biedt...
cn cr dc opmerkingen bijvoegen, waartoe ze
aanleiding geeft.
Amsterdamsche Brieven.
VASTRECHT EN CONCURRENTIE.
Wij krijgen nu ook een vastrecht-tarief voor
gas, wat vermoedelijk een goed ding is. Te oor-
crielen tenminste naar zijn oudere broertje voor
electririteit. Want dit is een van de oorzaken
geweest, een echte stimulans, wuardoor de
electriciteit cr zoo geweldig ingekomen is. Voor
huishoudelijk gebruik, bedoel ik, want voor ver
lichting log de uitbreiding in den natuurlijken
gang van zaken cn de oorlog heelt er een
flink duwtje aan gegeven.
Wie graag eens een theorctischen boom op
zet, zou dc stelling kunnen ponecren, ebt het
vasirechtaricf voor clcctrischcn stroom, zoo-
als wc dat hier in Amsterdam kennen, eigenlijk
een m-zich-zeh-strijdig ding is. Wat beteekent
het indedaad, dat ik aan onze clcctriciteitsfa-
briek een vaste som per maand betaal, waar
voor ik niets aan stroom ontvang; óók over
dc (zéér eventucelc) maanden, dot ik eens een
reisje naar Tunis of Algiers zou gaan maken?
Het beteekent, dat ik vergoeding geef voor het
feit, dat ik als afnemer beslag leg op een zekere
capaciteit van de fabriek, en wel op de drukke
uren, 's avonds tegen vcrlichtingstija: want over
het overige deel van den dag zijn al die ma
chinerieën, die rc moeten staan om de zaak
gedurende de spits-uren tc bolwerken, niet noo-
dig en is dus de „kostprijs" van den stroom
laag. De gewone, dc kleine verbruikers - die
van den licht stroom zijn dus do dure
klanten Daarom is dan, zoo heet het, het ge
wone tarief ook zoo bijzonder hoog '25 cent per
K. V. U. Maar nu krijg ik tegen betaling van
een kleine vaste som per maand, naar rato van
het vloekoppcrvlak van mijn woning, het ver-
bazend-goedkoope tarief van 5!'- cent, onge
acht op welken tijd van den dag ik
d c e 1 e c t r i s c h e energie verbruik. Ik
heb het benefiet dus óók, wanneer ik het in
mijn hoofd haal, 's avonds alle kamers van mijn
woning elcctrisch te verlichten cn te verwarmen
en overdag geen sikkepit af te nemen. En zelfs
een zeer motige klant heeft bij het vastrecht-
tarief nl heel gauw voordeel. Reken maar uit.
In een moderne (d. w. z. kleine) middenstands
woning zal bijvoorbeeld hel vastrecht drie n
vier gulden per maand bedragen. Zeg vier gul
den, en stel het verschil tusschen dc beide ta
rieven gemakshalve op 20 cent per Kilowalt-
uur. Bij een verbruik van meer dan 20 K.W.U.
gemiddeld per maand begint het voordeel ol te
komen. En een huishouden bereikt, dat gauw
vooral wanneer er een electrischc strijkbout of
een kacheltje of voetwarmer of zelfs een stof
zuiger bijkomt
En daarom is het juist te docnl
Want het bovenstaande is, zoo gezegd,
g r a u e theorie, de praktijk brongt mede,
dat het prettige gevoel van „het kosf nu niet
veel" tot stroomverbruik voor dit en voor dat
(vcr)leidt; veelal buiten de spitsuren. Ik heb het
thuis zelf ondervonden, dat het zoo loopt en
dot de prijs niet hoog is voor wie vroeger het
gewone tarief heeft betaald.
Tenzij het enthousiasme bij den verbruiker
zóó groot wordt, dat hij er lustig op los stookt,
heele of halve dagen z'n huis- of studeerkamer
met het vriendelijke electrischc haardje ver
warmt. Dan valt üe rekening leelijk tegen!
Nu wordt het de vraag, wat dc gasfabriek er
von zal gaan maken.
Eigenlijk een pikant ding: dc Electr. Werken
hebben eerst het gas flink in een hoek geduwd,
geholpen èn door den oorlog cn deor het be
faamde zakengenie van hun directeur Lulofs
en nu komt het gas weer op zetten, hei-neemt
het concurrentic-offensief. Kort vóórdat da te
ruggang begon, ik meen omstreeks 1910, heeft
men hier er een derde fabriek bijgebouwd (Zuid)
die dus spoedig overbodig bleek. En nu een
paar jaar geleden één van de drie (de Ooster,
in Watcrgroofsmeer) om beririnigin jsrcdêix
gesloopt is, gaat de zaak weer keurig vooruit.
Eenvoudig doordut dit bedrijf dc bof van de
geweldige stadsuitbreiding heeft gehad, met gas
fornuis-aanleg tot in c)e nederigste nieuwe we
ning. En blijkbaar heeft men nu hot plan, om
het geluk te hulp te komen cn nóg moer voor
uit te gaan.
Zóó werkt hot grillige lotl
Gelukkig schijnt er voorloopig geen vrees te
bestaan, dat ar eerstdaags weer een derde fa
briek zal bijgebouwd moeten worden
oa'crigcns zie ik nog niet, dat de gasfabriek
met hoar vastrecht d a succes zal hebben als
dc G. E. W. Want koken op gnS doel dc over-
groote meerderheid al; wie zal een polje méér
koken omdat het gas nu goedkoop is? Het eoni-
gc zou zijn: ren grooto uitbreiding van dt v e r-
warming door gas. Maar.... hier heeft het
ingere broertje al stevig terrein veroverd Zal
de poging in deze richting succes hebben,
dan moet het onverbiddelijk gaan ten koste
van de electrischc warmtebronnen Wan bei
den zoeken denzelfdcn levensbodem: kortston
dige en telkens onderbroken verwarming van
studeer-, slaapkamers enz.; met voste brand
stof concurrceren zij heust niet. En dear de er
varing leert, dat wat denzelfden bestnansbodóm
zoekt ook onderling het verbitterds! vecht
(denk aan socialisten cn communisten!), zoo
mogen wij ook de' conclusie trc-kken dat cr een
hevige competitie tusschen dc directies van de
twee gemeentebedrijven op komst is. Trouwens,
de stemming in de beide kampen is er naar, ul
jaren lang! Juist hier in Amsterdam is hot
antagonisme tusschcn pijp en draad buiten
gewoon lel; zoo of cn toe is daarvan eens een
symptoon te bemerken.
Het vastrecht voor gas is een nieuw symp
toom. En dc afnemer, die met belangstelling
de concurrentie volgen, worat allicht de lachen
de derde. Met een gevoel van vermaak hebben
wc dezer dagen al een op-en-top-„commcr-
ciecle" advertentie van de gasfabriek gelezen,
waarin verlokkelijk, propagandistisch, smake
lijk cn met elk denkbaar reclame-effect cc nieu-
wigheid werd aanbevolen. Kortom precies
de Cu E. W.!
En zoo zien wc in de stad, waar vele roede
tenden/.en heerschen, twee gemeente-bedrijven
elkaar kapitalistisch bcconcurreeren. Ze zijn ook
geen van beiden vies van een flinke winst, als
echte kapitalisten.
Wat zeker gelukkig is I
Haagsche Brieven.
Sciieveningcn als mondaine
badplaats. Bouwstroppcn.
Opnieuw het Stadhuisvraagstuk.
Onze gemeenteraad is druk op weg om onze
hadplaats te vermoorden, zei ine dezer dagen
een volbloed Hagenaar met een ruimen blik op
de beteekenis van Scheveningen, ook voor dé
welvaart van de residentie.
De goede man had gelijk, ook. al meende hij
't niet zoo erg als hij hei zei. Waarlijk de Raad
toont weinig belangstelling tc bezitten voor
Scheveningen cn voor de ontwikkeling van onze
eerste badplaats. Hij doet et niets voor, en
houdt den groei ervan zelfs tegen door niet
te begrijpen, dat men Scheveningen als deel der
gemeente Den Haag niet kan vergelijken met
het overige gedeelte. Voor Scheveningen moet
men wil zij als badplaats aan beteekenis en
in aantrekkelijkheid winnen een anderen
maatstaf aanleggen, dan voor Den Haag of
Loosduinen. Scheveningen moet het niet van de
Hagenaars hebben maar van de zomergasten,
liefst ook nog van vele vreemdelingen Daarom
moet Scheveningen aantrekkelijk zijn \roor het
groote publick, aantrekkelijker dan andere bad
plaatsen in 't buitenland, aantrekkelijker dan
het nu is. Scheveningen is in den zomer een
vrij doode badplaats. Dat blijkt uit 't feit dat
een theater als „Seinpost" ondanks alles wat
men er aan doet, niet kan rendeeren. Dat 't
circus slechts matige beteekenis heeft cn dat
alleen de concerten in 't Kurhaus publiek trek
ken. Voor afleiding, publiek hebbende vermake
lijkheden is er blijkbaar geen plaats. En inplaats
dat de gemeente alles doet om daarin ver
andering te brengen, zelf meewerkt om de
tekortkomingen aan te vullen, houdt zij alle
ontwikkeling en verbetering nog tegen, en belet
anderen om er wat vertier en fleurigheid te
brengen. Toen enkele jaren geleden een mooi
door HULBERT FOOTNER
VOOR NEDERLAND BEWERKT
DOOR L. ALETRIN0
IS
HOOFDSTUK VI.
Blindeman.
Ralph's tegenweer baatte hem niet; slechts
schaafde hij polsen en enkels stuk. Hij gaf den
strijd op, en hield zich naar het uiterlijk rustig,
ook al werd hij van binnen door wrok ver
teerd. Toen hij van het gezicht was beroofd,
werd zij^ gehoor bovennatuurlijk scherp en
het kostte hem niet de minste moeite de ver
schillende toebereidselen, die zij voor het ver
trek maakten, te volgen, als was hij er oog
getuige van. Voor de doek hem om het hoold
werd gebonden, had hij een spoor van dag
licht ineenen te bemerken, en de prikkelende
fiischheid van de lucht die hij opsnoof, deed
hem op goede gronden vermoeden, dat de da
geraad juist was aangebroken.
Toen de tent boven zijn hoofd was afgebroken
cn opgeborgen, kwamen Nohnya en Charley sa
men weer op hem toe. Charley greep hem on
der de armen, en Nahnya nam zijn voeten.
Charley's manier van hem te dragen, drukte een
beleedigende onverschilligheid uit, die Ralph
deed knarsetanden. Omzichtig daalden zij den
steilen oever of, om ten slotte plotseling met
het zand weg te glijden, waarbij zij Ralph bijna
lieten vollen. Chnrlev lachte en Ralüh vloekte
geweldig.
Zij legden hem in de kano, en hij hoorde
Charley zich verwijderen. Nahnya schikte de
dekens onder hem.
„Ralph, het spijt me zoo," zeide zij zacht,
met een stem, die heesch klonk van ontroering.
„Maar ik niet weten, wat anders te doen."
Het verzachtte zijn stemming niet. De wond
was nog te versch, dan dat hij het gebeurde
anders kon beschouwen, dan van zijn gezichts
punt.
„Dat is nu mijn loon, dat ik goed voor je
heb trachten te zijnl" riep hij uit. „Dagen en
nachten heb ik mij ingehouden, om jou maar
geen verdriet te doen. Je wekte mijn sympathie.
Je deed alsof je het goed met me meende.
Je sprak van vriendschap, en terzelfdertijd viel
je me aan, terwijl ik sliep! O, wat heb ik mij
laten misleiden!"
Hij vernam geen antwoord.
•Zij sleepten de boot weer het water in.
Nahnya klom over Ralph heen om haar plaats
vóór weer in te nemen, en zij zetten af. Uren
lang vernam Ralph thans niets dan het regel
matige geluid hunner pagaaien, en voelde hij
slechts het ihytinisch voortschieten van de boot
onder hun krachtigen slag. Zoowel broeder als
zuster Avaren merkwaardig geoefend in de gal
den kunst der stilzwijgendheid.
Ralph's gemoedstoestand was allesbehalve
benijdenswaardig. Het is verre van aangenaam
voor een man om zich geplaatst te zien voor
een mysterie in de vrouw, die hij liefheeft. Zoo
lang zij' het goed met elkaar hadden kunnen
vinden, had het hem weinig gehinderd; hij had
in haar heldere oogen gekeken met de ge
dachte: „Wat er ook komen mag, zij meent
het eerlijk met me." Maar toen haar wil met
den zijnen in botsing kwam, veranderde alles.
Iedere blik, ieder woord, iedere beweging die
hij niet had weten te verklaren, doemden op
dat oogenblik in zijn herinnering op als spook
beelden, wier verschijning rampspoeden met
zich meebracht. Gekwetste trots bracht hem tot
de onderstelling, dat zij zijn liefdegevoelens
trachtte uit te buiten om haar eigen plannen
te bevorderen.
Toch moest hij wel constateeren, dat niet
al haar daden van een dergelijke berekenende
hardvochtigheid het kenmerk droegen. Hij had
tijd genoeg om alles goed te overwegen. Hij
herinnerde zich, hoe zij Charley een draai om dc
ooren gegeven had, toen de jongen het eerst
het voorstel opperde, hem te binden; hoe haar
oogen zich met tranen hadden gevuld, en hoe
droef haar stem klonk, toen zij fluisterde: „U
zult me gaan haten, nu." Het leek Avel, of zij,
niet minder dan hijzelf, slachtoffer van omstan
digheden was. „Waarom kan ze me niet een
beetje vertrouwen!" dacht hij. „Zc weet, dat
ik alles voor haar zou willen doen!"
En bij dit alles kwam nog dc onbekendheid
met wat gebeuren zou. Het was of een zwaar
zwart gordijn zijn geest belette, voor zich uit
te zien. Wanneer een man zijn oogen tot zijn
beschikking heeft om te zien, en zijn armen om
mee te vechten, dan heeft het geheimzinnige
vor hem een zekere prikkelende bekoring, die
zijn krachten doet groeien; wanneer hij ge
blinddoekt neerligt, gebonden cn hulpeloos,
voelt hij dc nadering van het onbekende als
een bedreiging.
Eindelijk verbrak Nahnya dc lange stilte. Zij
zei ecnige woorden in het Cree, die klonken als
een kalme waarschuwing. Onmiddellijk daarop
schoot de kano met een plotselinge beweging
zijwaarts, daarbij sterk overhellend als had zij
een hevigen stoot gekregen, draaide rond en
voer daarna verder, even znchl als te voren.
Langen tijd spande Ralph zijn hcrsc-ncn tever
geefs in, om een verklaring te vinden \'oor dien
schok.
Een nieuwe klank begon tot zijn ooren door
tc dringen, een dof, zwaar gegrol, dot van
stroomafwaaits scheen te komen. Hij kende dat
geluid: het kwam van stroomversnellingen
maar zeker waren het niet zulke stroomver
snellingen als die, waar zij in de Hitten-rivier
langs waren geschoten, of tot dusverre in de
Rijst-rivier. Het geluid daarvan vergeleken bij
dit, was als kindergclach tegenover de stem
A'an een reus. Het gegrol werd een gebrul, dat
van oogenblik tot oogenblik aanzwol. Ralph's
hort klopte bang. Waarschijnlijk is hei nooit
tot Nahnya, maar zeker nooit tot Charley door
gedrongen, a'an welk een geraffineerde marte
ling zij hun gevangene het slachtoffer maakten.
Er bestaat geen vrees, die met vrees voor het
ongeziene kan vergeleken worden. „Als cr iets
gebeurt, verdrink ik als een kat in een zak,"
dacht Ralph. Maar hij wilde zich niet vernederen
door zich overluid te beklagen.
Charley en Nahnya iieten de pagaai rusten en
spraken zacht "met elkaar; Nohnya gaf onmis
kenbare bevelen. Hel eenigszins gejaagde dat
in hun stem klonk, schokte Ralph. Het geluid
dat zij naderden, suggereerde hem het beeld
van een woesten waterval, die begeerig de urmen
naar hen scheen uit te strekken en hun angst
kreten in het donderend geweld der gulpende
watermassa's zou smoren. Kleine zweetdrop
peltjes parelden op zijn voorhoofd. O, had hij
maar kunnen zien, ziin armen maar kunnen ge
bruiken. Maai hij wilde niet vragen. Opnieuw
hielden zij met pagaaien op. Het gebrul scheen
nu \an alle kanten te komen. Ralph klemde de
tanden opeen. „Daar gaan we!" dacht hij.
„Neen nu! nu!" Maar nog kwam het niet,
tot hij had kunnen gillen van angst.
En toen scheen opeens de boot onfier hem weg
te zinken, om bijna op hetzelfde oogenblik met
kracht neer tc ploffen tegen een ziedenden,
kolkenden waterval. Er kwam een golf over
boord, die Ralph tot het middel doorweekte.
Hij voelde, dat alles nu voorbij was, en plot
seling was alle vrees geweken. Charley gilde
van louter opwinding; de kano maakte een aan
tal dclle sprongen, waardoor Ralph van den
eenen kant naar den anderen kant werd ge
slingerd als een zak meel, en plots?ling dreven
zij weer voort in kolm water. Een geheimzinnige
stilte kwam over hen. Een diepe zucht ontsnapte
Ralph's, borst.
.Verscheidene uren verliepen. Ralph had geen
verdere aanwijzing om ze te kunnen tellen, dan
dat de zon Avarm op zijn gelaat begon te bran
den. Hij rook den geur der pijnboomen op den
oever Hoog boven zijn hoofd hoorde hij het
gekrijsch der odelaars. Charley schoen ergens
over te klagen over honger zeker, docht
Ralph, en Nahnya legde hem eenvoudig het
zwijgen op. Nu en dan gat een nieuw geluid
Ralph stof tot denken. Het was d luide la
waaiige stem van een stroom, die zich nu aan
de ecne, dan weer op de andere zijde van hen
hooren liet.
„Het hccle karakter van dc streek moot ver
anderd ziin," dacht hij. „Wij moeten nu tusschen
steile heuvels of bergen doorvaren, dat het
water met zoo'n gewald van boven komt."
Aan het lange wachten of er iets bijzonders
gebeuren zou, kwam een eind toen Kif stroom-
alwearts het gedruisch van een tweede groote
stroomversnelling hoorde naderen. „Moet ik
weer zooiets doormaken?" dacht hij.
(Wordt vervolgd).