j/ïerde blad.
^bïnnënTandT"
22e Jaargang AMERSFÖORFSCH DAGBLAD „de eeMlander" nwei 1924
INTERNATIONALE TENTOONSTELLING
VOOR HANDEL EN INDUSTRIE
1S24 - TILBURG.
Eenige bizondcrhedcn.
Men schrijft ons uit Tilburg
Reeds vanuit den trein, komende van de rich
ting Rotterdam, bemerkt 'men nabij Tilburg,
enkele torens van vreemde constructie, die oen
iets buitengewoons doen denken. Meer en meer
Tilburg naderende, ziet men echter plotseling
het volle gebouwencomplex van bovengenoemde
tentoonstelling verrijzen. Het is alsof daar aan
den einder, tusschen de fabrieksschoorsteenen en
kerktorens van Tilburg, een nieuwe stad zich
verheffen goat.
Do donkere daken der brocdc tentoonstellings
hallen, waarboven torens met eigenaardig ge»-
kamde spitsen jubelend opgaan, steken zwaar af
tegen de heldere lucht. Het is van deze gebou
wen dat een roep uitgaat, de roep eener werk
stad die zich een wijle gaat begeven buiten den
dagelijkschen klepperzang van weefgetouwen en'
knarsende drijfriemen, om een overzicht te geven
van wat onder den rook hnrer zwarte schoor-
steenen gemaakt wordt en om geheel Nederland
en het buitenland uit te noodigen met hare tech
nische hulpmiddelen, nieuwe vindingen en pro
ducten, deel te nemen aan dot overzicht.
De Internationale Tentoonstelling 1D24 Til
burg bezit alle factoren die tot het welslagen
eenèr groote expositie, kunnen bijdragen. Zij
wordt gehouden in het hartje van het indus-
triëcle Zuiden, in Tilburg, de fabrieksstad van
Nederland. Alleen reeds de wollensioffen-indits-
trie is voor 75 der in Nederland op dat ge
bied gevestigde bedrijven, in Tilburg geconcen
treerd.
Van de werktuigen, benoodigd voor de outil
leering der belangrijke Tilburgsche wollcnstef
fen-industrie, wordt er zoo goed als geen enkel
in Nederland vervaardigd. Het zijn Engeland,
Duitschland, Frankrijk, België, Zwitserland en
Tschecho-Slownkije, d:.e Tilburg van de noodige
textielmnchines voorzien
Genoemde landen hebben er het grootste be
lang bij te Tilburg te exposeeren, evenals de
landen welke grondstoffen leveren, benoodigd
voor de Tilburgsche wollonstoffen-industrie.
Doch niet alleen in de textiel vindt Tilburg's
industrie een voornamen bestaansfactor.
Ook d? schoen- en lederindustrie, de metaal
nijverheid in vollen omgang, het bouwbedrijf, de
grafische vakken* dc meuhelfabricoge, de klee
ding-industrie, de cartonnogebewcrking, de wos-
scherijen, de ververijen, de bleekerijen, de pnra-
pluie-abrieken, de distilleerderijen, de meelfa
brieken, de kinderwagen-industrie, de gloeilam
penfabrieken, de tabaksbewerking, de stroo'nul-
zcn-fabricage, hebben in Tilburg tal van grooto
werkplaatsen.
Daarbij komen nog Den Bosch en Breda, waar
belangrijke industriëele ondernemingen geves
tigd zijn en de meer speciale industrie-steden
Eindhoven en Helmond, alsmede het industrie
gebied uit de Langstraat en Zuidelijk Limburg,
aan Welker industriën het buitenland verplicht
is dewelke aan inzeijding direct of indirect bij
dragen. Vandaar de groote internationale deel
name oan deze Tentoonstelling.
Het is ook niet weinig aan de renom van Til
burg, als industriestad van internationale be
kendheid, te dunken, dat een opzet als van bo
vengenoemde Tentoonstelling de medewerking
kreeg van all* Nederlandsche Consulaten c-n
Nederlandsche Kamers van Koophandel in het
buitenland, alsmede van alle Vreemde Ka more
van Koophandel in het buitenland.
De Nederlandsche regeering erkend de Ten
toonstelling bij het besluit van 11 April 1924,
in den zin von artikel 8 der Octrooiwet van
1910, terwijl bij besluit van 29 April 1924 o.*n
de organiseerende vereeniging Koninklijke Er
kenning verleend werd. Bij ministeriëel besluit
van 5 Mei 1924, werd Vrijdom van Invoerrecht
verleend voor buitenlandsohe inzendingen op
deze Tentoonstelling.
De Nederlandsche Vereeniging voor Vreem
delingenverkeer zegde hare medewerking toe
door hare afdceling Tilburg, de vereeniging „Til
burg Vooruit", die in binnenland en buitenland
een uitgebreide propaganda voert, tot animee
ring van bezoek aan deze expositie.
De Tentoonstelling heeft plaats vanaf 18 Juli
tot 18 Augustus e. k., de terreinen zijn gelegen
op ongeveer 5 minuten afstand, van het station
der N. S. en aan de spoorwegen van het Neder
landsche en Belgische net. De gebouwen der
Tentoonstelling, derhalve alk-en de Tentoonstel
lingshallen waarin de stands worden onderge
bracht, zijn ingedeeld als volgtHallen' voor
machines- en bedrijven in werking, voor textiel
industrie, voor handel, klein-industrie en fijn
mechanisme, diverse kleine hallen voor speciale
industriën, diverse buitenlandsche handelsinstel
lingen en bemiddelings-bureaux in daartoe af
zonderlijk in te richten paviljoens, een huisves
tingsbureau, een bureau voor handelsbemidde
ling, een transport- en inklaringsbureau, een in
lichtingsbureau, een post-, telegraaf- en tele
foonkantoor, een tolkendienst, een station voor
draadlooze telegrafie, benevens gebouwen voor
restaurants en amusement.
Er is gelegenheid tot het-houden von congres
sen en réunies in een daartoe speciaal gebouwde
gehoorzaal, terwijl eetzalen e.d. eveneens dispo
nibel zijn.
Festiviteiten op verschillend gebied zullen aan
deze Tentoonstelling verbonden zijn, waarvan
wij vooral noteeren een Internationaal Concours
voor Harmonie- en Fanfarecorpsen, Mannen- en
Gemengde Zangverenigingen, eveneens een
festival op vocaal- en instrumentaal gebied in
den uitgebreidsten zin, waarmede van de vijf we
ken van den duur der Tentoonstelling, steeds de
Zaterdagen, Zondagen en Maandagen bezet zul
len zijn. Behalve de^e en meerdere festiviteiten
en wedstrijden zullen er ook talrijke demonstra
ties plaats hebben op technisch gebied.
Gezien de bewonderenswaardige organisatie en
grootschen opzet der Indertnationale Tentoon
stelling voor Handel en Industrie 1924 Tilburg,
is het te venvachten, dat haar een enorm be
zoek zal te beurt vallen.
HET SLOT TE DILLENBURG.
Pogingen tot behoud en restauratie.
In het begin van het vorige jaar hebben eenige
belangstellende Nederlanders gehoor gegeven
aan èen oproep van den „Historischen Verein"
te Dillenburg, om te voorkomen, dat de ruis
van het stam.iot van de Oranje-NasSau's te D i-
lenburg door den Pruisischen Staat aan den
meesib'cdende zouden werden verkocht met
kans o'p slooping door d'n nieuwen eigenaar.
Genoemde vereeniging heeft toen een deel der
bedreigde ruïnen kunnen aanknopen. Het groot
ste d daarvan cn het terrein waarop de Dil
lenburg stond en waar zich' de fundamenten be
vinden d*r beroemde kazematten van den vadeT
van Prins Willem I, is echter neg in het bezit
van den Pruisischen Staat en kan waarschijnlijk
eveneons gekocht worden. Beholve de ruïnen
van het kasteel bevindt zich op dit gedeelte
bovendien de in 1895 door een combinatie van
Duitschers en Nederlanders gestichte Willems
toren, die sedert in eigendom aan de gemeente
Dillenburg is overgedragen Het gebouw her
bergt een door den „Historischen Verefn" be
heerde Oronje-Nnssnu-vcrznmeling, cn levens is
er het Hermins-museum van Dillenburg geves
tigd. De vereeniging zou nu gaarne ook dit
overige gedeelte van de ruïnen willen nankoo-
pen, maar bij den tegenwoordigen economischcn
toestand in Duitschland ontbreken haar de mid
delen daartoe ten eenenmale.
Met het oog daarop is een Comité lot in
standhouding van de Ruinen van het Slot te Dil
lenburg gevormd, dat rich in een circulaire om
financiëelen steun wendt tot allen die in deze
zonk belang stellen. Tot instandhouding van een
en ander zal een bedrag benoodigd zijn, dat in
de eerste plaats zal dienen, om ook het restec-
rende gedeelte aan te koopen, cn verder om te
kunnen vórmen een vast fonds, uit welke renten
voor de toekomst het richtigc onderhoud zoowel
van de ruïnen els ven den Willem storen zal zijn
verzekerd. Wat het laatste betreft, de „Histo
rische Vcrein" heeft zich, voor het geval dit mag
gelukken, reeds verbonden een drietal Nederlan
ders in zijn Bestuur te doen zitting nemen, die
kunnen' toezien dat de ruïnen in stand worden
gehouden en eventuecle restauratiewerken er nun
op behoorlijke wijze zullen geschieden.
Eere-leden van het Comité zijn de heeren
Prof. Dr. F. J. L. Kramer, Directeur van het
Kon. Huisarchief te 's-Gravenhage, Eerc-Voor-
zitter Dr. C. J. Wijnnendts Francken, te Lei
den Dr. W. Francken, Nederlandsche genees
heer te Menton Jhr. W. F. A van Postel. No
taris te 's-Gravcnhage, en Jhr. B. P. S. A. Storm
van 's-Grnvesande, burgemeester der gemeente
Wassenaar.
In het Uitvoerend Comité hebben zitting de
heeren Mr. E. J. Th. Th. van der Hoop ven
Slochteren, Burgemeester van Sappemeer, Voor
zitter C. van der Voort van Zijp, lid van de
Tweede Kamer, te 's-Gravenhage, onder-Voor
zitter Dr. L. W. A. M. Lasonder, Archivaris aan
het Algemeen Rijksarchief, te 's-Gravenhage,
SecretarisJ. Mees P.Rzn., lid van dc firma R.
Mees en Zoonen te Rotterdam, Penningmeester
Prof. Dr. P. J. Blok, Hoogleeraar oan de Rijks-
Universiteit te Leiden Mr. E. J. Thomassen a
Thuessink van der Hoop, Secretaris van het
Geneologisch-Hereldisch Genootschap „De Ne
derlandsche Leeuw" te 's-Gravenhage, en J. van
de Wall te Rotterdam.
Tol van personen hebben door onderteekening
van de circulaire met den inhoud daarvan hun
instemming betuigd.
Dl? 18 MEi-HERDENKING.
Vijf cn twintig jaren „Werk
van den Hoog".
Men schrijft ons:
Op 28 Augustus 1898 richtte de toenmalige
Russische Keizer zijn bekend ontwapenings-
manifest tot de verschillende souvereincn in
Europa, Amerika en Azië. Nadat langdurige
onderhandelingen waren gevoerd, kwam de in
dit manifest bedoelde Conferentie niet, zooals
aanvankelijk gedacht was, te Brussel, doch tc
's Grnvenhage bijeen. Op 18 Mei 1899, juist een
kwarteeuw geleden, werd zij op den verjaar
dag van den monarch, wiens tragisch uiteinde
toen zeker niet te voorzien was geopend.
Acht jaren later kwam, nogmaals op uitnoodi-
ging van den Russischen Keizer, zij het ook
tengevolge van den aandrang van president
Roosevelt, een tweede Vredesconferentie, op
nieuw te 's Gravenhage, bijeen. Het Permanente
Hof van Arbitrage kwam voort uit de werk
zaamheden van 1899; na den ooriog werden
in het, dank zij Carnegie's edelmoedige gift, op
gerichte Vredespaleis achtereenvolgens het Hof
van den Volkenbond en de Academie voor In
ternationaal Recht gevestigd. Zoo Den Haag niet
is geworden, wat enkelen een korten tijd hebben
gehoopt: de zetel van den Volkenbond, den
toch is het de stad, waar recht wordt gesproken
tusschen de natiën, cn waar het volkenrecht
wordt ontwikkeld en den jongeren geleerd.
Over de beteekenis in het algemeen, ja zelts
over de vraag of de Vredesconferenties betee
kenis hadden, spreken wij hier niet. De resul
taten der eerste Vredesconferentie stelden de
groote menigte, die daarvan een einde-'verwacht
te. van den wedstrijd der bewapeningen, teleur,
en moesten na de opgewekte verwachtingen
wel .teleurstellen. Ontwapening, zelfs stilstand
der bewapeningen, mislukte; met een nietszeg
gende motie eindigde het debat. De Conferentie
van 1899, als ontwapeningsconferentie bedoeld,
werd een arbitrage-conferentie, schiep vooruit
richten van veel grooter beteekenis, waarvan
het Permanente Hof maar een eerste, klein be
gin vertegenwoordigde. Maar dat kor^voor de
groote menigte, ja zelfs voor menigen ingewijde
niet direct duidelijk rijn.
De tweede Vredesconferentie beproefde om
dit Permanente Hof uit te breidep, zoowel wot
zijn rechtskracht als wat zijn arbeidsterrein be
treft; zij slaagde niet, en brocht het evenmin
tot een begin van dusgenaamde verplichte
arbitrage, ten aanzien waarvan haar voorgang
ster eveneens vergeefsche pogingen had gedaan.
In 1907 kwam het vraagstuk van de ontwape
ning zelfs niet ter sprake; het was de con
ditio sine qua non voor de deelneming van en
kele gToote Mogendheden. Maar de tweede Vre
desconferentie nam een schijnbaar slechts ad
ministratief besluit, dat evenwel principieel van
groote beteekenis was. Zij proclameerde dc
continuïteit van hoor arbeid. Toen men
in 1899 uiteenging, was het onzeker of de eerste
Vredesconferentie een phase op zichzelf in de
geschiedenis zou blijven, dan wel het begin van
een nieuw tijdpërk. Lang heeft het geduurd al
vorens men zekerheid verkreeg. In 1907 kwam
men tot overeenstemming ten aanzien van da
volgende conferentie, die opnieuw met acht jaren
tusschenruimte, dus in 1915, zou worden ge
houden, en die een aanmerkelijk betere voor
bereiding zou ontvangen. Voorbereidingen voor
dr d rV Vredesconferentie woren dan ook reeds
iroffen toen de itpodbi'tige oorlog
uitbrak. Juist deze beslissing, in I9C7 genomen,
cm do VrecVsconfercntic min ol meer perma
nent in het raderwerk der internationale politiek
in te schakelen, heeft doen ontstaan wat men
gewoon is te noemen het „werk van Den Haag".
Er bestond nu althans cenige zekerheid, dat op
ccn in 1899 gelegden grondslog zou worden
voortgebouwd cn dot men, langzaam, pas voor
pas, maar niettemin gedurig, zou voorwaarts
gaan Het Vredespaleis, inmiddels gebouwd,
verkreeg daardoor ook hoogere beteekenis. Niet
dadelijk heeft men begrepen, dat dit geen ge
bouw v/os om den reeds verkregen vrede in te
herbergen, moor een tempel, die in zijn aan
wezigheid symboliseert de noodzakelijkheid van
vrede onder de volkeren.
De oorlog wierp alles omver, en het „werk
van Den Hang" scheen te hebben afgedaan.
Nieuwe leuzen werden tijdens den oorlog ge
boren, en ccn interstotelijke organisatie, nclrij
in den Volkenbond, hetzij op andere wijze,
stond voor den geest. Te Pnrijs, zoo hebben wij
gehoord, werd van het werk van Den Haag
slechts terloops gesproken. Maar ol spoedig is
er een keer gekomen. Dc commisse,i belast met
het ontwerpen van het Hof van den Volken
bond. vergaderde in het Vredespaleis te 's-Gra-
v^nhoge, en stelde voor, dat daar de ze'el van
dit aanstaande Hof zou zijn. Een voorstel, door
de algemecnc vergadering van den Volken
bond tot besluit gemankt, cn daarom tc belang
rijker, wijl dit Hof van den Volkenbond, In te
genstelling met het d.mrnemcns bestaorde Per
manente Hof van Arbitrage, een werkelijk ge
rechtshof is, dot internationaal gelijkt op de
rechtbanken, die in alle beschaafde ./inden de
geschillen tusschen de individuen beslechten.
Merkwaardig is het wel, dnt noch op den Jog,
dot de internationale commissie nao voorstel
Vaststelde, noch op dien, dat de Volkenbond
te Gcnève het tot een besluit mankte, in Ne
derland de beteekenis ervan is beseft. Geen
vlaggen werden in Den Hoog uitgestoken
slechts een enkel artikel werd aan de beslis
sing gewijd de beteekenis, niet inte;nntïr.nnol,
doch voor Nederland zelf, van het wei k van
Den Hoog, ging blijkbaar nog eens aan Neder
land voorbij
Wij noemen ons gaarne het land van C.ctius,
ter herinnering aan het feit, dat deze beroem
de vaderlander het volkenrecht on d-ktc toen
hij zijn beroemd werk over act „re hl v-.n den
oorlog en den vrede" schreef. Grotiu. leefde
in een tijd, die voor ons de gouden eeuw heette
en dot wij w a t woren. Dat hij "net volkenrecht
ontdekte, m.n.w. dat hij bevond, dat er reeds
toen in het verkeer tusschen dc natiën zekere
olgemeene regelen werden gevolgd, kon geen
toeval heeten. Nederland, met zijn toen reeds
uitgebrciden internationalen handel, had op dnt
oogenblik moer dan ccnig ander ian.t belang
bij het bestoan van zulk een volken:clh: Een
positie als gedurende het leven van Grotius,
neemt Nederland niet meer in Hrj „wsrk van
Den Haag" is ons min of meer toegevallen
zelf hebben wij het niet opgezocht: Geheel toe
val, dat het ontstond, is het echte weer niet.
Want voor de Vredesconferenties er wat daar
uit kon voortspruiten, zocht men een nsitralcn
bodem, waarop dit werk welig Ron opbloeien,
en waar'was zoodanige boden» beter 'c vinden
Pan in het altijd ais rechtlievend bekende Ne
derland I
Men denke zich de mogelijkheden die het
werk van Den Haag in interna ionaal opzicht
biedt, gelijk men wil Maar één ding alt niet
te ontkennen de wereld wordt inte.-nationaler,
niet uit idealisme, maar uit economische nood
zakelijkheid. Men begrijpe, fiat Nederland, al
ware het slechts uit egoïstische economische
overwegingen, daartegenover n'et onverschil
lig kan cn mag blijven. Meent men van dezen
Volkenbond niet veel te mogen nu tc kunnen
verwachten, men steune dan dagenen, die be
langstelling voor de herziening. verbetering
van dien Volkenbond vragen, opdat iets beters
tot stand kome dan hetgeen nu aanwezig is.
Men steune, zoo men dii ni«.t door persoon
lijke toewijding en arbeid kan of wil doen, ol-
thans door zijn belangstelling, die men knn
toonen, b.v. door toe te treden tot de nog veel
te zwakke Nederlandsche organisatie voor den
Volkenbond.*)
Op 18 Mei 1899 weid voo- Nederland op in
ternationaal gebied geheel een veld ven nieuwe
vooruitzichten geopend Eigenlijk schonk deze
datum ons een internotionale positie, gelijk wij
d'e in den loop der negr,r«:endc eeuw niet meer
gekend hebben, en tengavolge van deze gewij
zigde omstandigheden niet meer konden ver
wachten.
Dat bedenke men ann het einde dezer eerste
kwarteeuw van het we.k vin Den Haag, waar
op meer dan wij het nis bescheiden Nederlan
ders wel eens aannemen, de anndacht van een
deel van de wereld is gevestigd I
De bedoelde'oig inisotic is de Vereeniging
voor Vonkenbond en Vrede.
VOOR KLEINE TUINEN.
In de tweede helft van Mei zaaien we Brus-
selsch witlof. De cultuur van deze, algemeen be
kende, groentensoort lijkt menigeen moeilijk.
Dit is niet het geval, als men slechts zorgt, dat
alle werkzaamheden op tijd worden uitgevoerd.
Te vroeg zaaien geeft veel blad, en slechte Vvor-
telvorming; bij te late zoaiïng blijft het gewas
in haar geheel te licht. Het znud wordt pl.m. 1
c.M. diep gezaaid, op rijen, die we een afstand
van 25 c.M. geven.
In den eersten tijd groeien de plantjes
slechts langzaam, maar in Augustus schieten
zij op. Daardoor kan men met succes er tus
schen vroege erwten en tuinboonen zaaien. In
verband daarmede wijzigt men den rijenafstond
naar behoefte. Nadat de erwten cn tuinboonen
afgedragen en opgeruimd zijn, wordt het land
tusschen de rijen ondiep gespit of geharkt. De
plantjes worden zoodra ze 56 c.M. hoog zijn,
uitgedund op 15 c.M. afstand. De dan weg te
nemen plantjes kan men weer uitplanten, doch
deze geven minder goede wortels. Het is ons
n.l. te doen om krachtige wortels te kweeken,
waarin veel reservevoedsel is opgehoopt. De
wortels worden dan in het late najaar of gedu
rende den winter, in een bak, ofwel buiten, met
eenvoudige hulpmiddelen geforceerd, teneinde
de bekende vaste kropjes te winnen. Deze wor
den onder den grond geteeld. Hierop komen we
later wel terug. We zaaien ook reeds een wei
nig zomerandijvie. Daar deze groenten spoedig
doorschiet, maken we gebruik van een, njet zorg
bewerkt en rijk bemest grondstuk. Hierop wor
den dc plantjes vroegtijdig, zoo mogelijk mot
kluitjes, uitgeplont. Het is nu ook tijd om bie
ten of kroten cn winterwortelen tc zaaien. Beide
gewassen teelt men in rijen, die 20 c.M. van el
kander liggen, of op brcedwerpige bedden. Dc
wortelen worden naderhand uitgedund op 4
c.M., de kroten ep 15 c.M. Door op rijen tc
zaaien kan men het veld gemakkelijker schoon
houden. Ook hebben de aldus verzorgdo gewas
sen een betere belichting.
KLEIN VEETEELT.
(Van onzen klein veeteelt-medewerker).
Antidiphterin.
Alvorens cenige bizon derheden over deze
nieuwe entstof mede te doelen, kan het zijn nut
hebben eens na te f^nan oan welke voorwaar
den in het algemeen entstoffen moeten voldoen
en hoeverre de tot heden gebruikte vaccines
tegen diphtheric en pokken bij hoenders hior-
aon voldeden.
Als eerste eisch dient aan een entstof ge
steld te worden, dnt zij onschadelijk is voor de
dit-ren die er mede ingeënt worden. Hoogstens
mogen ze een lichte z.g. entrcactie vertoo-
nen die van voorbijgaanden aard is; nndee-
lig: gevolgen mogen'er In geen geval uit voort
spruiten. Een tweede eisch van niet minder be
lang is, dat de gebezigde entstof de dieren die
er mede behandeld 2ijn, onvatbaar of immuun
maakt tegen een bepaalde besmettelijke ziekte.
Ten slotte is het ook een voorname zaak, dat
die onvatbaarheid van voldoend langen duur is.
Ir. ons land werd aanvankelijk begonnen met
de toepassing van de entstof van Beach, die
onder de huid wordt ingespoten cn waarvan in
Amerika veel gebruik is gemankt. Erkend moet
worden, dat de geënte hoenders geen enkel na
deel ondervinden van deze entstof, doch cr staat
een groot bezwaa: tegenover, n.l. dat ze slechts
heel weinig onvatbaarheid verleent.
Uit controle-proeven is duidelijk gebleken,
dat met deze entstof behandelde kippen wel de
gelijk op da kunstmatige besmetting reageer
den. In dit opzicht viel weinig verschil waar te
nemen met de contrólc-kippen die. zonder ge
ënt te zijn, kunstmatig op dc kam werden be
smet.
De entstof van Prof. de Blicck er. Dr. von
Heelsbergen, die volgens een ander procédé
bereid werd cn feitelijk verzwakte, doch nog
levende smetstof van diptherie was, gaf over
het o' gemeen uitstekende resultaten. Meermalen
heb ik kunnen waarnemen, dat na enting in een
kor»pcl waar diptherie onder voorkwam, de
ziekte spoedig tot staan kwam cn de nog niet
aangetaste dieren verder onvatbaar bleven. Het
is echter ook wel voorgekomen, dnt onder
invloed van verschillende niet altijd bekende
factoren een te sterke reactie optrad, op meer
dere plaotsen pokken ontstonden, zelfs aandoe
ningen van de keel. Bij goede behandeling liep
dit proces meestal wel goed af, doch dergelijke
reacties zijn voor den eigenaar van waardevolle
kippen nu niet bepaald aangenaam en dienen
derhalve vermeden te worden. Ann de opge
wekte onvatbaarheid van voldoend longen duur
behoefde echter niet getwijfeld te worden, het
geen herhaaldelijk nan de hand van controle
proeven werd vastgesteld.
Het was dus zeer natuurlijk dat er noor ge
streefd werd een entstof te verkrijgen, die onder
alle omstandigheden onschadelijk is voor de
geënte dieren cn eveneens de noodige onvat
baarheid tegen besmetting verwekt. In deze
richting is er dan ook cl mnandon lang geëxpe
rimenteerd en inderdaad is het thans gelukt ann
het Instituut voor besmettelijke en porositaire
ziekten te Utrecht een entstof te maken, die ann
deze voorwaarden voldoet, hetgeen dus als een
groote verbetering mag worden beschouwd.
Daze entstof, Antidiphterin genaamd, wordt
verkregen door dierpnssage. Een andere dier
soort wordt geënt met virulente diphthericsmet-
stof van hoenders afkomstig en uit de pokken
die hierna onts'nan wordt de Antidiphterin be
reid. Geheel hetzelfde principe dus als bij do
bereiding van animale vaccine voor den mensch.
Deze wordt immers verkregen door een kalf te
enten met pokstof van den mensch en uit de
pokken die zich bii dit dier vormen, wordt, de
entstof of vaccine gemaakt, waarmede de
mensch voorbehoedend of preventief wordt in
geënt tegen de pokziekte met het beste resul
taat.
Na enting met antidiphterin treden uitsluitend
op de geënte plaatsen pokken op, het proces
blijft dus goed omschreven en zuiver locaal,
geen kwestie van uitbreiding op de oogleden en
de keel. Bovendien is uit telkens herhaalde
controle-proeven gebleken, dat dc geënte hoen
ders voldoende onvatbaar blijven tegen kunst
matige en natuurlijke besmetting met diphtherie-
smetstof.
Om afdoende resultaat te bereiken is het
evenwel zaak voorbehoedend te enten, in de
allereerste plaats moet er een preventieve wer
king van verwacht worden. Derhalve liefst niet
wachten totdat de ziekte is uitgebroken, dan is
reeds een zeker percentage van de dieren be
smet, ol vertoonen ze nog dikwijls geen typische
verschijnselen en mag de enting niet meer
het resultaat verwacht worden, dat men er an
ders mede kan bereiken.
Wie dp ellende heeft medegemaakt von een
diphtherie en pokkenepidemie in een hoender
fokkerij en de gevolgen ervan, voornamelijk be
staande in verminderde, soms totaal opgehou
den eierproductie, zal ongetwijfeld met belang
stelling kennis nemen van het resultaat dat
door bovengenoemde wetenschappelijke onder
zoekers op dit gebied werd verkregen.
DE GRACHTEN TE LEEUWARDEN.
Dc A. N. W. B. weer op de bres.
We lezen in „De Kampioen", orgaan von den
A. N. W. B. Toeristenbond voor Nederland:
„Ons dagelijksch bestuur heeft met groot
leedwezen kennis genomen van het tot den
Raad der gemeente Leeuworden gericht verzoek,
om over to gaun tot demping van de voor
naamste grochten in de binnenstad.
Door deze demping zou de schoonheid en het
eigenaardige karakter van Leeuworden zoodanig
vernietigd worden, als zelden of nooit in eenige
Nederlandsche stad is geschied. Immers is de
mooie en schilderachtige reeks van grochten,
welke men thans gedempt zou willen zien, te
eenenmale ongeschikt, om doorvon een be
hoorlijke straat te maken.
De zeer uiteenloopende breedte tusschen de
huizenrijen, welke thans medewerkt tot het
schilderachtige effect, zou in een straat een
hoogst onregelmatigen en ongewenschten indruk
maken, terwijl het gelijkmaken van het thans
zeer verschillend niveau der bestrating niet al
leen geweldige kosten zou medebrengen, maar
bovendien een aanzienlijke ophooging voor het
meerendecl der huizen onvermijdelijk zou doen
zijn.
Dit laatste zou vooral voor do winkelhuizen
ccn onhoudbaren toestand scheppen, waarin al
leen door olgeheele verbouwing der botrokken
perceelen verbetering te brengen zou zijn.
Bovendien is op sommige punten, b.v. bij de
Kelders, het hoogteverschil tusschen den ooste-
lijken en den westelijken kont zoo aanzienlijk,
dat een behoorlijke oplossing zonder buiten
sporig hooge kosten niet mogelijk is te achten.
Hoewel in het tot den raad gerichte verzoek
niet wordt gesproken van dc Nieuwestad, zal
het geven van uitvoering non het dempings
plan onvermijdelijk tot gevolg hebben demping
ook van deze fraaie gracht, omdat deze anders
zou doodloopen cn dus vervuilen. Deze demping
zou niet alleen een zeer ernstige ontsiering ver
oorzaken, doch tevens wil me n een ccnigs-
zins behoorlijk wegprofiel hebben een zoo
danige ophooging von het middengedeelte nood
zakelijk maken, dnt dc fraaie oude Woog voor
een groot deel ingegraven zou moeten worden.
Op grond van deze overwegingen heeft het
dagelijksch bestuur zich per adres tot den Rand
der gemeente Leeuwarden gewend met het zeer
dringende verzoek, de verbetering van het ver
keer in geen geval te zonken in demping van dc
grachten der binnenstad."
DE STRANDING VAN DE AMSTERDAM.
De schorsing van drie officieren
gecischt.
Veertien dogen geleden deed do Rand voor
do Scheepvaart onderzoek nnor do st onding TC")
Oct. 1923 van de Amsterdam, der Kon. Ned.
Stoomboot Mij., op de Zuidkust van San Do
mingo. Aan boord waren 47 man equipage en
11 passagiers, het schip was geloden met ijzor
en cement cn onderweg van Antwecpen naar
Kingston. Het schip bleef tien dagen vastzitten
cn bekwam vrij ernstige schade.
Dc inspecteur voor de Scheepvaart heeft naar
aanleiding van deze stranding een aanklacht
ingediend tegen den gezagvoerder cn den der
den stuurman. Zij werden dtis gehoord „op
daad of nalatigheid". Bij dit onderzoek bleek,
dat de tweede stuurman geregeld te laat ofloste.
Ook op den bewusten nacht is dit gebewd. Bo
vendien verklaarde dc derde stuurman, dnt dc
tweede no het overnemen von de wocht in dc
koartenkamer op een sofa is gaan ritten, in
plaats van op dc brug tc gaan staan.
De Rood besloot toen ook den tweeden stuur»
man „op daad of nalatigheid" tc hooren.
Dezo verzocht de zitting to schorsen, ten einde
een (rechtskundig adviseur te kunnen raadple
gen. De Rood willigde dit verzoek in cn giste
ren is de zaak voortgezet.
De kapitein zcidc, dot hij heel voek bij het
overgeven von dc wocht aanwezig is geweest
en dat van te loot komen door den tweeden
stuurman don nooit sproke was.
De tweede stuurman bleef bij zijn verkla
ringen. Hij is tien minuten over twaalf op do
brug gekomen en toen nog even naar de koar
tenkamer gegaan oin naar de kaarten te kijken.
Een oogenblik later hoorde hij branding in de
nabijheid. Beido stuurlieden gingen toen noor
buiten. Even later, 12.20'liep het schip vost.
De derde stuurman herhaalde zijn verklarin
gen, dot dc tweede sleeds tc Inot kwnm aflos
sen, soms wel een uur of drie kwartier. De
tweede stuurman is cp de sofa gaan ritten, in
plaats van naar de brug tc gaan, tot de stran
ding plaats vond.
Do stuurmansleerling, die bij het ongeval op
de brug was, verklaarde, dot hij om twaalf uur
op d'e brug kwam. De derde stuurman wos toen
in de knnrtenkomer. Om over twaalf is get.
naar dc hut van den tweeden stuurman gegaan
om hem te porren. Die was toen evenwel reeds
op. Do derde stuurman bevond zich in de knnr
tenkomer toen dc leerling hem dnt meldde. Hij
bevestigde dot de tweede stuurman altijd te
laat ofloste. Dikwijls kwoin hij een holf uur,
een enkele maal drie kwarietr tc loot. Hij werd
dan om het kwartier gepord.
De inspecteur voor de Scheepvaart meiktc
op, dot de do.de stuurman de brug niet had mo
gen verloten voordat de wocht was overgegeven.
Ook dc tweede stuurman was tekort gescho
ten. Het prestige van de stuurlieden gaat ver
loren als de stuurlui steeds te loot komen. Ook
na de stranding v/as de tweede stuurman to laat
gekomen.
Bij behoorlijke controle zou een en onder niet
mogelijk geweest zijn en als alles gedaan was
wat gedaan had moeten worden hod de stron-
dirg niet plaats behoeven te vinden.
De fout 'igt bij den gezagvoerder, er is een
zorgelooze navigatie gevoerd. Het was e«n wan
ordelijke boel.
Hij eischte schorsing zoowel van de kapitein
als van den tweeden cn den derden stuurman.
DE VERDWIJNING VAN DEN NACHT
WAKER TE GOOR.
Geen nieuw licht.
Het onderzoek te Goor omtrent schuld of
medeplichtigheid van den te Amsterdam aan
gehouden timmerman aan de verdwijning van
den nachtwaker te Weddehoen, heeft niets op
geleverd. (Stand.)
KORTE BERICHTEN.
Bliksem ingeslagen.
In den ofgeloopcn nacht is tijdens het he
vige onweder de bliksum ingeslagen in den
schuur von den heer P. J. te 't Zand' (N. H.)
Het gebouw, alsmede een aantal daarin opge
slagen landbouwwerktuigen en ook eenige kip
pen, wc/den een prooi der vlammen.
Gestichtsbrand.
Tegen het einde van den avond werd gisteren
brand ontdekt in een der werkplaatsen van het
Geneeskundig Geslicht Reinier van Arkel te 's-
Hertogenbosch. Men waarschuwde onmiddellijk
de ve.-pleegcen, die ten getale von ongeveer
40 in de slaapzaal boven de werkplaatsen ter
ruste logen en die dan ook in een minimum
van tijd naar een onder deel van het gebouw
werden overgebracht. Met behulp van eigen
bluschmaterinal, tastte men, daarbij geholpen
door de spuit der politie, het vuur aan en
s'oagd© er na cenigen tijd in de vlammen mees
ter te worden. De vuurhaard bevond zich in do
mattenvlechterij en het daar aanwezig© hout
en borstelwerk werd een p.ooi der vlammen. Do
oorzaak is vermoedelijk kortsluiting jn de elcc-
trische leiding.