Samenwerking met andere Bonden.
Het H. B. lid Berends v/yst er naar aanlei
ding van de voorstellen der afdeelingen op,
dat samenwerking is afgestuit op de tegen
stand in die Bonden en op de cisehen die men
daar stelde, als gevolg van de politieke bij
oogmerken die deze Bonden beheerschen.
Het vormen van een z.g. eenheidsfront te
same.i met burgerbonden is ook niet gewenscht
met het oog op den slappen geest in die
bonden en de bijzondere positie^die door de
onderofficieren wordt ingenomen.
DE ZAAK VAN DEN VERGETEN ZWERVER
VOOR DE UTRECHTSCHE RECHTBANK.
De Baarnschc zwcrvcrsgeschie-
denis voor dc Rechtbank.
Gistermiddag heelt de Utrechtsóhe Recht-
hank de vevl-besproken Baarnschc geschiede
nis behandeld, het treurige geval waarvan een
zwerver het slachtoffer werd. Men weet de
zaak natuurlijk nog in kleuren en geuren ccn
zwerver vroeg bij de Boarnsche politic om
nachtverblijf, dit werd hem verleend, de politie
dacht om den hcclen man niet meer en pas
veertien dagen later, toen men toevallig de cel
opensloot waarin men den stakkerd logies had
verschaft, vond men den zwerver dood, verhon
gerd, gestorven aan uitputting. Dit geval is in
sommige bladen opgevoerd tot een zaak van
de uiterste sensatiezelfs heeft men het be
leefd, dat van den politic-beambte die ten slot
te voor het gepleegde verzuim verantwoordelijk
moest worden gesteld, een portret verscheen in
een van de couranten 's mans beeltenis
mocht het publiek natuurlijk in geen geval
v/oiden onthouden! en het op sensatie be
luste publick aanschouwde de photo van den
man, die voor dit door hem zelf natuurlijk hoo-
gclijk betreurde verzuim nog eens extra moest
boeten door den volke te worden vertoond 11
Als men er knns toe had gezien, zou men wel
dolgraag óók nog een photo hebben afgedrukt
van het lijk van den zwerverdie kostelijke
gelegenheid heeft men zich voorbij moeten la
ten gaan en het publick heeft cr een zeer bij
zondere voldoening te minder door gehad 11
Vanmiddag heeft de Boarnsche politic-agont
die ten deze schuldig werd gesteld, doordat hij
verzuimde mcdedeeling te doen van het nacht
verblijf den zwerver verleend, terecht gestaan.
De tegen hem uitgebrachte dagvaarding was
als volgt gesteld
dat het aan zijn schuld te wijten is, dat
tusschen 26 Maart en 10 April 1024 te
Baarn zekere Pietcr Richter is overleden in
een der cellen van het lokaal, o.a. bestemd
voor nachtverblijvers aldaar, doordot be
klaagde, nadat de agent Van der Goot op
25 Maart Pictcr Richter op diens verzoek
in een der cellen van voornoemd lokaal
had ingesloten en ingevolge voorschrift
diens naam dienzelfden avond had inge
schreven in het daarvoor bestemde regis
ter voor nachtverblijvers, hoogst onvoor
zichtig en onnadenkend, terwijl hij, be
klaagde, in den nacht van 25 op 26 Maart
1924 als wachtcommandant dienst deed,
alvorens omstreeks 7 uur des voormiddags
van 26 Maart 1924 zijn nochtrapport op
te maken cn daarin o.a. te vermelden, dat
er geen nachtverblijvers noch arrestanten
waren, voornoemd register van nachtver
blijvers, waarvan het bestaan hem, be
klaagde, bekend was en hem eveneens be
kend was, dat het tot dc taak van den
wachtcommandant behoorde, voormeld re
gister na te zien en in te kijken, ook in
verband met het voorschrift voor den
wachtcommandant om te zorgen, dat per
sonen aan wie nachtverblijf wordt ver
strekt, tijdig worden ontslagen, niet inge
zien noch op andere wijze zich vergewist
heeft, dat er geen nachtverblijvers in een
der cellen voor het daarvoor bestemde lo
kaal aanwezig waren, ten gevolge van welk
een en onder i<y)mocmde Richter, die op
25 Maart 1924 was ingesloten, niet op
26 Maart 1924 door beklaagde is ontsla
gen en ruim 14 dagen in voormeld lokaal
opgesloten is gebleven en diensvolgens
door gebrek aan voedsel cn drank binnen
dien tijd is overleden.
Men weet, dat van justitiewege de sectic op
het lijk van den omgekomen zwerver werd op
gedragen aan de Utrechtsche hoogleerarcn de
Josselin de Jong en Baart de la Failledeze
kwamen in het door hen aan de justitie uitge
brachte rapport tot deze conclusies
Ie. Dat er aan het lijk van P. Richter geen
enkele ziekelijke afwijking gevonden is, welke
een natuurlijken dood van dezen zou kunnen
verklaren
2e. dat de ecnige verschijnselen, welke aan
het lijk van dezen man zeer in het oog vallen,
zijn het geringd vetgehalte van het onder-
huidsch weefsel en van inwendige deelen, de
geringe omvang en het geringe gewichte van
dc spijsverteringsorganen, van de milt en van
de leve?, terwijl ook het gewicht van het hart.
en de longen heneden het gemiddelde is
3e. dat van een gewelddadigcn dood geen
tceken gevonden is. De kleine, oppervlakkige
huidwonden non den neus, de linkerpols en de
ontvellingen aan den rechter onderarm komen
daarvoor niet in aanmerking;
4e. dat, in aanmerking genomen dc feiten, lc.
dat P. Richter van den avond van 25 Maart
1924 tot het oogenblik, waarop hij 10 April
1924 dood werd gevonden, hoegenaamd geen
drank tot zich heeft kunnen nemen en hoog
stens het weinige brood, dot hij 25 Maart bij
zich had, heeft kunnen nuttigen, 2e. dat bij de
schouwing geen bepaalde oorzaak van den
dood gevonden is, is P Richter met een aan
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gestor
ven aan uitputting door volkomen gemis aan
drank en spijs.
Voor de behandeling dezer zaak bestond
enorme belangstellinghoewel pas te 2 uur
met die behandeling werd aangevangen, had
den de menschcn al om 9 uur voor den ingang
der publieke tribune aan de Hofpoort gestaan.
Tal van condidaten voor de openbare tribune
moeste» dan ook worden afgewezende tri
bune was in een ommezien zóó volgestroomd,
dat cr werkelijk geen sterveling meer kon wor
den geborgen. Op de gereserveerde tribune
woonden een aantal studenten der juridische fa
culteit de terechtzitting bij in gezelschop van
professor mr Simons, hoogleeraar bij die fa
culteit. De rechtbankzitting werd gepresideerd
door Jhr. mr de Marces van Swinderen, rech
ter*; waren mrs. Havelaar cn Fecnstrahet
O.M werd waargenomen door mr. Steenberghe.
Ais verdediger trad op mr. Schretlen, advocaat
te Utrecht.
Beklaagde 49 raar, agent van politie der le
klasse in dienst der gemeente Baarn, verscheen
in burgerklceding voor de rechtbank.
De president nam hem, na dc voorlezing van
verschillende rapporten, een verhoor af.
Verhoor van den beklaagde.
Beklaagde was commandant na den nacht
waarin de 2iverver werd ingesloten. Het was
zijn instructie de insluiting van gevangenen of
nachtverblijvers te vermelden op het rapport,
volgende op den bewusten nacht. De namen
dier ingeslotcnen nemen de wachtcommandan
ten dan over van het nochtregistcr. Nu heeft
beklaagde verzuimd dat nochtrcgister in te
zien, toen hij zijn dagrapport samenstelde had
hij dat nochtrcgister wel ingezien, dan zou hij
gezien hebben dat cr oen zwerver was inge
sloten. Gebruik op het Baarnschc politiebureau
was voorts, dat de agent die iemand insloot dit
óók nog vermeldde op een lei, wat geschiedde
bij wijze van contrölc. In dien nacht was er
echter niets op die lei geschreven. Gewoonte
was verder óók, dat men elkander ook nog
eens mondeling dc ingcslotenen overgaf, óók
al weer bij wijze van controle, doch ook deze
mondelinge overgave heeft bij dien zwerver
niet plaats gehad. Bekloogde gaf toe, dot noch
de lei noch de mondelinge overgave stonden
voorgeschreven bij instructie, dat waren slechts
gewoonten, meer niet Wèl was instructie, dat
men de samenstelling van het rapport begon,
na van het nochtregistcr te hebben kennis ge
nomen Als er iemand des nachts werd ingeslo
ten of 's avonds laat, werd er altoos licht ont
stoken, want ter plaats van do cel was het
donker. Dot ontsteken van licht beschouwde
beklaagde als voorschrift, want ols er eenmaal
licht brandde, kon men zien dat er iemand in
gesloten zat. Bepaalde instructie aangaande dit
ontsteken van licht bestond er echter niet. Wan
neer er geen licht brandde in het celgvbouw,
cn wanneer aan beklaagde geen ingeslotcnen
werden overgegeven (mondeling) dan keek be
klaagde nooit het nachtregister in.
De president„Het is toch vreemd dat U al-
.Téén afging op een licht, of op een lei, cn op
ccn mondelinge boodschap, maar niet op het
voorschrift Uwer instructie, dat bepaaldelijk
decreteerde dat U inzage had tc nemen van
het nachtiegister".
Bekloogde „Wij beschouwden het branden
van licht en de boodschap op de lei en de mon
delinge overdracht zooveel' als een voor
schrift".
Verhoor der deskundigen.
Professor Baart dc Ia Faille lichtte als des
kundige zijn geneeskundig sectic-rapport toe.
De in het lijk van Richter aangetroffen maag
was opvallend klein j de maag toonde in uiter
lijk veel overeenkomst met een dikke darm,
grootcr was dc maag althans niet. Voedsel,
resten werden in de maog niet gevonden, wel
nog eenig vocht. Dat vocht was niet aan te
merken als eenig overschot van drinkwater
het was vermoedelijk eenig mongslijn, dat wel
eens méér bij overledenen in de maag wordt
aangetroffen, slijm dat zich na den dood vormt
als gevolg van z.g. doorzweeting van dc maag.
Als conclusie was bij de sectie vast te stellen
uitputting van het lichaam als doodsoorzaak.
Vet was haast nergens meer in het lijk te vin
den de buik was in ongekende mote inge
vallen, de darmen v/aren weggezakt, lever en
m'ltzéér in omvang verkleind. Ook die ver
schijnselen wezen op uitputting. Naar schatting
was de zwerver ongeveer 3, 4 a 5 April over
leden, dus 8 dagen vóór men in het Bnornsch#
politiebureau het lijk vond. Men mag aanne
men, dat de zwerver door de ondergane uit
putting al spoedig niet meer de kracht heeft
gehad om in zijn cel in het politiebureau alarm
te maken deze uitputting werkt snel v«-t—n-
mend op iemand's energie, ook op iemands in
tellect. Wanneer precies die vcrlomming in
treedt, is onmogelijk te zeggen dot kan afhan
kelijk zijn van allerlei omstandigheden.
De verdediger „Zijn de hersens ook micros
copisch onderzocht?"
Deskundige „Neen, daar bestonden geen re
denen toe".
Verdediger: „Is er ook een bloeduitstorting
geconstateerd in de hersenen
Deskundige„Neon. Alleen is er op een en
kele plants, wat vocht gevonden, maar dat was
.verklaarbaar, doordat het lijk in de cel in het
politiebureau vooT-over heeft gelegen. In die
houding is het voch: in het hoofd voor-over
gezakt cn verzameld od een plaats waar men
het bij sectie van het lijk gewoonlijk niet aan
treft. Bij een lijk dot als gewoonlijk op den rug
heeft gelegen na den dood, vindt rr.en een
vocht-verzomeling in den regel aan de achter-
zijd-e van het hoofd, maar bij dezen zwerver
vond men dat vocht aan de vóór-zijde van het
hoofd. Verband tusschen dit vocht en het in
treden van énergie-verslapping is niet vast te
stellen.
Professor dc Josselin de Jong legde nagenoeg
dezelfde verklaringen af. Na vecloop van een
dag of 5 na de insluiting heeft de zwerver niet
meer de macht gehad zich kenbaar te maken
in de cel.
Verschillende getuigen gehoord.
Getuige Terpstra, agent van politie, was to
Baarn de politiebeambte die in de cel van het
politiebureau het lijk van den zwerver vond.
Getuige wist niet van wien dat lijk was, maar
bij andere agenten was deze zwerver wel be
kend. En zij herkenden het lijk dan ook. Deze
getuige deelde mede dot hij bij insluiting van
gevangenen niet altijd gebruik maakte van de
lei: vast gebruik was echter wel dat men el
kander de ingeslotencn mondeling overgaf,
bij wisseling van dienst. Volgens instructie
moest de insluiting worden genoteerd in het re
gister de lei cn de mondelinge overdracht wa
ren geen instructie-voorschrift. De een ge
bruikte de lei w c 1, een ander n i et. Monv de
mondelinge overgave geschiedde altoos. Er be
stond onder het Baarnschc politic-personeel een
goede, vriendschappelijke verhoudingop een
desbetreffende vraag van den president deelde
getuige mede. dat er hoegeaomd geen wrijving
bestond tusschen de verschillende politie-be-
ambten, zoodat er den ook geen enkele reden be
stond om niet tegen elkander te spreken. Deze
vraag in verbsnd met de omstandigheid dat de.
insluiting van den zwerver niet mondeling is
overgegeven. Ook deze getuige verklaarde dat
nóch het gebruik ven de lei nóch de mondelinge
overdracht bepalingen der instructie waren.
Voorschrift was ook dat ingeslotcnen «noesten
gefouilleerd worden bij nachtverblijvers wer
den alleen de zakken gecontroleerd, want van
nachtverblijvers was een gestrenge fouilleering
niet zoo noodzakelijk als van andere nrrestair-
ten, die ingesloten werden voor strafbare feiten.
Getuige Boelcns eveneens agónt bii do Baarn
schc politie werd eveneens ondervraagd naar
de verhoudingen in het politiccorps. Volgens
dezen getiuge was die verhouding goedalleen
tusschen dc oudere agenten bestond wel eenige
wrijving cn sprak men wel eens niet overdadig
veel. Notities op een lei waren geen voor
schrift wel is er jaren geleden eens een der
gelijk voorschrift geweest voor het politiebu
reautje bij het Baarnsche station, mhar voor
het gewone politiebureau in het dom bestond
er geen voorschrift voor lei-notities. Van oude
re collega's heeft getuige indertijd gehoord dat
het regel was op dc lei aanteckeningen te ma
ken aangaande ingeslotcnen; fouilleering was
bepaald voorschrift voor ingcslotenen; een
waorschuwing aan den concierge van het poli
tiebureau dat er ingeslotcnen waren geschiedde
alleen dan, wanneer er voor de ingeslotencn
brood noodig was. Maar in dit geval was er
geen brood voor den zwerver noodig en dus
kreeg de concierge ook geen afzonderlijke bood
schap.
Getuige v. d. Goot, eveneens politie-beomb-
tc. heeft den zwerver in dc cel ingesloten ols
nachtverblijven De man meldde zich 's middags
om 554 uur aan voor nachtverblijf bij dezen
getuige: daar was toen óók nog een andere
Baarnsche politieagent bij. Gewoonlijk weid pes
's avonds om 10 uur «n het politiebureau nacht
verblijf verleend, maar omdat deze zwerver
door en door nat was van den regen, werd de
man reeds tegen half 6 als nochtverblijver op
genomen. Getuige schreef den zwerver in op
het daarvoor bestemde nachtregister op het po
litiebureau. Getuige heeft geen aanteekening
op de lei gedaan; dat deed hij nooit als h ij
iemand insloot, omdat hel ook geen instructie-
voorschrift was. Of getuigé deze insluiting
mondeling heeft overgedrageii, heeft hij zich
niet meer kunnen herinneren, toen op 10 April
het lijk van den zwerver gevonden werd. Het
kan zijn, dat hij die overgave wèl heeft ge
daan mondeling, het kan óók wezen dat hij
dit ni e t heeft gedaan. Getuige weet dat niet
meer. De verhouding tusschen het politieper
soneel onderling was over het algemeen goed;
de verhouding tusschen dezen getuige en be
klaagde zelfs héél goed. Vóór dat de zwerver
werd ingesloten is hem gevraagd, of hij ook nog
eten wilde hebben; hij heeft daarop geantwoord
dat hij geen behoefte had, hij had bovendien
ook nog brood bij zich. Wel heeft hij vóór zijn
insluiting nog gedronken. De zwerver is opper
vlakkig gefouilleerd; hem is gevraagd of hij
ook scherpe voorwerpen bij zich had of vuur.
waarop de zwerver ontkennend antwoordde. Een
beursje en een tabaksdoos werden neergelegd
op een bonk in bet arrestontenverblijf. Anders
had de zwerver niet bij zich. Het was een. stille,
kinderlijke man; hij maakte den indruk van een
ietwat suffen persoon. Bij geluidsproevcn is ge
bleken, dot geroep van uit dc cel duidelijk
hoorbaai moest zijn in dc omgeving; daaruit
heeft men afgeleid, dot de zwerver ook niet om
zijn bevrijding heeft geschreeuwd, want dot
moest gehoord zijn. Er is bij dc insluiting van
den zwerver geen licht in het celgebouw ont
stoken. want het was te 5 uur dien middag van
de insluiting nog voldoende daglicht. Kunst
licht was niet noodig op dat moment. Getuige
heeft nog nooit zóó vroeg op den dag een nacht
verblijven ingesloten.
Verdediger„Is er later op den avond geen
licht ontstoken?"
Getuige „Neen. Daa: heb ik niet meer aan
gedocht. Als er eenmaal een nochtverblijver is
ingesloten, die slopen wil, draait men het licht
in normale gevallen weer uit".
Verdediger „Is er later op don avond bij dc
/diens-tverwisseling nog ove: deze insluiting ge
sproken
Getuige „Dat weet1 ik me niet meer te her
inneren".
Getuige du Cellice Muller is inspecteur van
politie te Baarn. Er bestond een instructie-ver
plichting, ingcslotenen te notco/en in het daar
voor bestemde register. De lei werd beschouwd
als een officieus middel voor contro'e voor de
agenten onderlingde mondelinge overdracht
van ingeslotcnen is eveneens een instelling van
de agenten onderling. Geen die twee middelen
is evenwel voorschrift van instructie. Bij nieuwe
indiensttredingen werd het personeel er op at
tent gemaakt, dnt men voor hef samenstc^en
vsn het rapport het nachtregister had te raad
plegen. In het bewuste ropport dot op deze
zaak betrekking had en dat getuige des anderen
daags op het bureau werd ter hand gesteld
door den wachtcommandant, stonc, gewoon ge
noteerd geen ingeslotcnen. Getuige wist dus
niet beter, of er waren dien nacht geen arres
tanten of nachtverblijvers geweest op het bu
reau Datzelfde rapport is doorgezonden naar
den burgemeester. De geluidsproevcn heeft
tuige óók meegemaaktwanneer e: met
schoen tegen de deur werd geklopt, kon men
dat duidelijk hooren. zelfs neg op cenigen af
stond van de cel. Voor nachtverblijvers b'eef
de-s nachts gewoonlijk geen licht branden, wèl
in de cellen van andere arrestanten. Van cellen
die niet gebruik waren, werd de deur ge
woonlijk gesloten gehouden, opening- dier cel
len had alléén pleats, als dc cellen werden ge
lucht. Op desbetreffende vragen antwoordde
getuige nog dat cr geen controle werd ge
houden op het ontslaan van nachtverblijvers.
Rechter Havelaar: „Er was don toch wel
een zéér slappe controle in uw bureau"
Getuige deelde verder mee. dat dc be
klaagde een accuraat beambte was, van nauw
gezette plichtsbetrachting. J/C
Dc verdediger: „Oefende de inspecteur
wel eens controle op de rapporten, of contróle
op de overdracht van den dienst?"
Getuige: „Voor controle op de nachtrap
porten bestond geen reden, controle op de
diensten werd niet dikwijls geoefend."
Verdediger: „Bestond er dan wel een
instructie voor den inspecteur?"
Getuige: „Neen".
Verdediger: „Deed de inspecteur wel
eens nachtdienst?"
Getuige: „Zelden".
Verdediger: „En controle op het ont
slaan van nachtverblijvers was er óók al niet?"
Getuige: „Neen."
Verdediger: „Werd de verwarming in
de cellen wel eens gecontroleerd?"
Getuige: rJk heb wel eens een enkele
maal de temperatuur in de cellen opgenomen."
De volgende getuige is een hoofdagent der
Baarnsche politie, die den dog na de insluiting
van den zwerver dienst deed. Deze getuige heeft
dien dag nog navraag gedaan naar dc juistheid
van den naam van den zwerver ter Burgerlijken
Stand. Toen cr niets bizonders bekend bleek
van dien naam, heeft getuige er niet verder meer
aan gedacht. Toevallig heeft deze getuige dien
dag ook het rapport niet ingezien, doordat hij
later op het bureau kwam dan de inspecteur.
Hr.d hij het rapport wèl gezien en daarop ge
noteerd gevonden„geen ingeslotencn". dan
zou hem dat onmiddellijk als een onjuiste ver
melding zijn opgevallen Wat de onderlinge
verhouding tusschen de agenten aangaat, die
verhouding was wel goed. al kon getuige niet
ontkennen, dat cr agenten waren in het corps,
die ternauwernood met elkander spraken, al
thans niet meer dan noodig was. Getuige heeft
geleefd in de veronderstelling, dat de zwerver
alweer lang het politiebureau had verlaten den
volgenden morgen. Vroeger, toen het oude
bureau nog bestond, gaven de agenten elkander
briefjes waarop insluitingen stonden genoteerd;
toen het nieuwe bureau werd in gebruik geno
men, is als een soort controle-middel door dc
agenten ingevoerd dc hier reeds meermalen be
sproken lei.
De verdediger: „Maar al lang geleden,
ook nog onder Óen ouden toestond, bestond die
lei toch al."
Getuige weet dat niet. Wel weet hij dat
de eene agent de lei wèl gebruikte, een andere
agent weer niet.
Verdediger: „Werd ei' wel eens wat ge
controleerd, bijvoorbeeld verlichting en verwar
ming van de nachtverblijven, het ontslag van
de nachtverblijvers e. d.?
Getuige: „Dat was het speciale werk van
den commandant."
Verdediger: „Waartoe werd de lei aan
geschaft?"
G c t u i g e „Ter vervanging van de stukjes
papier die vroeger wel gebruikt werden, doch
wel eens zoek raakten tusschen de kranten op
het bureau. Een lei raakte niet zoek."
Thans ving aan het verhoor van de getuigen
a décharge.
Een politiebeambte van Baarn verklaarde na
drukkelijk dat hij voor zich het nachtregister
nóóit gebruikte. Voor het personeel beston
den algemeen als contróle de lei en de monde
linge overdracht. De lei lag altoos voor de hond,
het register moest men opdiepen uit een kost,
waar het gezocht moest worden tusschen andere
registers. En zoo werd door de meeste agenten
het nachtregister niet ingezien, als cr niets
op de lei stond en geen mondelinge overdracht
had plaats gehad bij de dienstver wisseling Al
leen in gevallen van twijfel word het nachtregis
ter geroadoleegd. Ook was voor het personeel
een controlemiddel of er licht brandde in het
celgeboirw; bij geen licht beschouwde men
geen ingeslotcnen aanwezig. Beklaagde staat
bij al zijn collega's hoog aangeschreven als een
politicman van onverdachte eerlijkheid cn van
buitengewone plichtsbetrachting. Dit doelde ge
tuide mede ten antwoord op eén door den ver
dediger gestelde vraag. Het was dezen getuige
gedurende zirn politic-loopbaan nog nooit over
komen dat een zwerver brood weigerde als hij
werd ihgesloten.
Een andere politie-beambte kwam verklaren,
dat hij het nachtregister wel eens invulde den
volgenden dag. Men ging aldoor af op de lei.
Men moest wel aanteekening houden in het
nachtregister maar er was niet voorgeschreven
wanneer die aanteekening behoorde te ge
schieden. Als er bij overdracht van den dienst
niets op de lei stond of geenenkele monde
linge mededeeling werd gedaan, don keek nie
mand het nachtregister in.
President: „Maar waartoe diende dat
nachtregister dan? Men keek het óf niet in, óf
teekende er in aar. wanneer men dat eens goed
vond. Don is mij de beteekenis van dot nacht
register toch niet r.cel duidelijk."
Een gewoon politieagent van Baarn, eveneens
getuige u décharge, heeft het nooit meegemaakt
dat een zwerver die nachtverblijf kreeg, brood
weigerde. Het nachtregister werd vaak pas een
dag na de insluiting ingevuld; die invulling had
don ook betrekking op de door den ingeslotene
gebruikte dekens, die allen genummerd waren.
•Als getuige zelf wachtcommandant was, trok hij
zijn kennis nooit uit het nachtregister; als bron
vOor zijn kennis beschouwde hij alleen dc lei of
de mondelinge overdracht van ingeslotcnen. Als
er geen aanieekening stond op de lei cn
er werd geen mondelinge overgave gedaan
van ingeslotencn, don keek deze getuige het
nachtregister nooit in. Dat register kwam eigen
lijk pas in functie als er wat stond op de lei,
of er eenige mondelinge overgave had ploats
gehad. Ook bij dezer, getuige stond beklaagde
zeer gunstig bekend a's politieman.
Een gepensionneerd agent van politie der
gemeente Baarn, verklaarde alléén te hebben
gewerkt met een lei en mei een mondelinge
ovérdiaolit; om het nachtregister bekommerde
hij zich nooit, in al de 28 jaren dat hij bij
de Boarnsche politie diende. Een voorschrift om
het nachtregister steeds wèl te raadplegen heeft
volgens dazen getuige nimmer bestaan, het is
hem ten minste geheel onbekend geweest. Be
klaagde stond als politieabeambtc hoog aange
schreven.
Een andere getuige a décharge, eveneens
agent van politie te Baarn, deelde mede, dat hij
ambtelijk eens een uitbrander heeft gehad om
dat hij een ingeslotene niet mondeling had over
gegeven. Getuige had dien ingeslotene wèl ge
schreven in het nachtregister en óók vermeld
op dc lei, hij had oiléén verzuimd de monde
linge overdracht. En daarvoor kreeg hij toen
een standje. Het nachtregister bestond voor
dezen getuige dan ook niet als bron voor eenige
kennis, waarde had het voor getuige dan ook
niet. Beklaagde staat in heel Baarn bekend ols
een uitnemend politiebeambte.
Getirige n décharge Westendorp, politieagent
te Boem. (deze getuige blijkt zéér'doof te zijn),
verklaarde nooit het nachtregister te raad
plegen; gebruikt werd a'lecn de lei of de mon
delinge overgave. Getuige heeft zelfs geruimen
tijd niet geweten, dat cr een nachtregister was.
'Alleen als men later nog eens wild? weten wie
er nachtverblijf had genoten ten poiitiebureeie,
dan werd het pachtregister opgeslagen Men
gebruikte het dus min of mee: als statistiek of
als bewaarmiddel voor gegevens.
Rechter Havelaar: „Allerzonderlingst. De
eene agent verklaart hier, dnt hij het register
wèl invulde en met do lei niets te maken had
een andere ogont komt weer zeggen dat hij
het register nooit invulde en alleen rekening
hield met de lei en met een mondelinge over
dracht." 9
Het requisitoir.
De officier van justitie, mr. Steenberghe,
releveerde het enorme geschrijf dat drzc zaak
heeft verwekt. De zaak is te beperken tot deze
twee vragenlo. Is de zwerver inderdaad ge
storven aan uitputting? 2o. Is hier sproke ge
weest van grove schuld, grove nalatigheid? Het
antwoord op de eerste vraag zal de rechtbank
geen bizonderc moeite geven; wat dc tweede
vraag betrefthet bestaan van het nachtregis
ter sluit in zich de verplichting om dat nacht
register ook te raadplegen bij het samenstellen
van het rapport. Verschillende getuigen h
charge hebben dan ook verklaard, dat zij dit
nachtregister wel degelijk raadpleegden. Den
wachtcommandanten was opgedragen dit nacht
register te raadplegen. Er is hier dus ongetwij
feld sprake van grove schuld. Het speet spreljer
dot bij dit geval deze beklaagde is betrokken
geweest, want ols politiebeambte genoot hij een
bizonder goede reputatie. Inmiddels zijn er ook
vele verzachtende omstandigheden voor be
klaagde aan te voeren; waren die verzachten
de omstandigheden cr niet, dan zou de offi
cier een véél hoogere straf hebben gcciscnt.
Een voorwaardelijke veroordceling kan spieker
niet geven, gezien don noodlottigen afloop de
zer geschiedenis; in verband met een cn ander
vroeg spreker bcklaagde's veroordceling tot één
maand hechtenis.
Pleidooi.
Mr. Schretlen ving zijn pleidooi aan met
er op te wijzen, dot bij het bekend worden ven
dit betreurenswaardige geval aller oog zich ge
richt heeft op het hoogste politiegezag. En dat
gezag heeft zich weer beroepen op onderge
schikten. Maar wat is hier nu zoo opvallend?
Dit: dat er in de gemeente Baarn voor de
politie niet bestaat een voldoende ambts
instructie, gelijk de Gemeentewet dat voor
schrijft. De instructie die men. in Baarn
'kent, is vele jaren oud en bevat allerlei
onbeduidende voorschriften. Even onbeduidend
is het dienstreglement voor het politiepersoneel,
een reglement waarin de voorwaarden voor een
behoorlijke contróle ook al weer ontbraken.
Deze toestand maakt voor de rechtbank een
beoordeeling van deze zaak hoogst moeilijk.
Het vicieuze is in deze geschiedenis gebleken
te zijn het stelsel, het stelsel dat absoluut on
voldoende is gebleken, een stelsel zonder eeni
ge contróle, zelfs geen controle op in- en uit
sluiting van arrestanten. In Baarn blijkt zelfs
geen instructie te bestaan voor den inspecteur
van politic; persoonlijk toezicht heeft daar
nooit bestaan, dc inspecteur deed zelden of nooit
nachtdienst, is ons heden gebleken. Van dat
foutieve stelsel moet nu deze beklaagde het
slachtoffer worden; maar niet dezc_ beklaagde
is de schuldige, maar schuldig zijn zij, die dit
stelsd hebben ontworpen en er daarna de dra
gers van zijn geweest. Deze zwerver is niet
gefouilleerd; gebleken is ook niet dat beklaagde
inderdaad brood bij zich had, wel droeg hij een
pakje bij zich, maar of daar brood in heeft
gezeten, weet niemand. Pleiter wees op de groo-
te nalatigheid van den politie-agent die den
zwerver heeft ingesloten. Die beambte heeft
niet gefouilleerd, de insluiting niet op de lei
gezet, geen mondelinge overgave gedaan en
zich verder ook niet meer over den man be
kommerd. De hoofdagent heeft niet gecontro
leerd, de inspecteur heeft niets gecontroleerd,
alles het gevolg van onvoldoende instructies
en onvoldoende reglementen. Er werd in Baarn
zoowaï niets gecontroleerd. Deze beklaagde is
dus allerminst de a 11 n-schuldige. Hoog
stens zou hier kunnen zijn 'ten loste gelegd
„mcdc-schuldigheid". Maar daar is in de deg-,
voarding niets van te vinden; in de tenlaste
legging wordt slechts gesproken van het alléén
schuldig-zijn. Maar dat zal de officier van jus
titie hier nooit kunnen 'bewijzen en dat heeft
hij dan ook niet bewezen. Zoekende naar iemand
die van deze geschiedenis de schuld zou kunnen
dragen, heeft men, bij dezen stond van de
Baarnsche politiezaken teneinde raad, zich ge
worpen op het nachtregister en uitgeroepen
Fr was een nachtregister en als dat nachtregis
ter nu maar geraadpleegd was, dan zou er nie
mendal gobeurd zijn. Maar voor geen enk.el
agent was dot nachtregister inderdaad een bron
van kennis. Dat hebben tol van agenten hier he
den verzekerd. Him bron van kennis was alléén
de lei en de mondelinge overgave. Zelfs met
de grootste accuratesse en de stiptstc plichts
betrachting moest deze beklaagde wel het
slachtoffer worden van de zaak. Maar dan is
pleiter toch zeer benieuwd, hoe men hier be-
kloagdes grove nalatigheid zal willen con-
strueeren. Alle omstandigheden werkten er toe
mede om beklaagde onwrikbaar te doen geloo-
ven, dat er v/crkelijk geen nachtverblijvers
waren in dien bewusten nacht einde Maart. En
er is in Baarn geen enkel dienstvoorschrift bij
de politie, dat bedaagde verplichtte van het
nachtregister kennis te nemen. De officier van
justitie heeft ook niet het causaal verband kun
nen aantoonen tusschen het overlijden van den
zwerver cn diens opsluiting gedurende veer
tien dagen; ook dat element voor beklaagdes
schuld is dus niet aanwezig. Beklaagde heeft
óók niet gehad de voorzienbaarheid van het in
getreden gevolg. Ook dat element onmisbaar
voor aansprakelijkheid ontbreekt dus. Toen be
klaagde zijn rapport opmaakte, kon hij, gezien
de gegevens, onmogelijk de gevolgen voorzien
van het niet raadplegen van het nachtregister.
En waar er niet is aangetoond voorzienbaar
heid van het in te treden gevolg, is beklaagde
ook niet aansprakelijk te stellen voor dot ge
volg. Beklaagdes «schuld is dus niet bewezen.
Deze man heeft i 18 jaar dienst gedaan als
politiemon en uitnemend dienst gedaan. Hij
staat voor die dienstvervulling hoog aange
schreven.
Pleiter concludeerde tot vrijspraak.
De rechtbank zal TO Juni uitspraak doen.
Leus den. Alhier heeft de 6I-jarige land
bouwer F. V. zich door ophanging van het le
ven beroofd. De ongelukkige leed aan gods
dienstwaanzin en laat een vrouw met eenige
kinderen achter.
Telefonisoh Weerbericht.
Naar waarneming in den morgen van heden.
Hoogste stand 769,1 te Neufahnvosser.
Laagste stand757.9 te Stensele.
Verwachting tot den avor.d van 29 Mei
Zwakke tot matige, O. tot N.-O. wind, hel
der tot half bewolkt, waarschijnlijk nog droog
weer, warm.
Amersf. Zwemschool.
De temperatuur van het water was heden
morgen 7 uur 65 graden Fahrenheit.
W i e 1 r ij d e r s.
Fietslantaarn aansteken 9 uur 33 min-