KINDERRUBRIEK
De rubriek van Oom Karei.
Jullie gaat natuurlijk Tweede Pinksterdag als
echte dauwtrappers al heel vroeg op en dan
naar buiten.
Dat is zoo'n oud gebruik, dat de menschen op
dien dag en op Hemelvaartsdag vroeg er op
uittrekken.
Ik geloof, dat iedereen denkt: „Nu ga ik eens
vroeg er uit, anders is het zoo druk op den weg
en nu kunnen we in de vroegte tenminste rustig
van de mooie natuur genieten. Ze zijn dan
hoogst verbaasd, dat ze, als ze op weg gaan,
zooveel menschen ontmoeten, die ook zoo
meenden als zij en al heel vroeg op de fiets
gesprongen waren. En dan rijden ze naar bui
ten, den Utrechtschen Weg op, die dan al lijkt
op een Langestraat op Zaterdagavond maar
nu zijn het allemaal auto's en fietsen die elkaar
voorbij vliegen en zoo'n stof opwerpen, dat je
met angst er aan denkt, wat er van de heerlijke
gezonde lucht overblijft.
Maar ik weet toch ook wel verschillende
tochtjes hier dichtbij, waar het niet zoo vol .zal
zijn. Een er van zal ik jullie eens wijzen ik
maakte het laatst weer eens het trof me
weer als zoo'n echt stukje Holland. De meeste
Amersfoorters gaan, als ze fietsen, altijd den
Berg op, naar Zeist of zoo, maar ze vergeten
dan, dat Amersfoort nog zoo heel veel andere
mooie kanten heeft.
Je gaat eerst naar Baarn, dan zie je tenminste
eerst nog wat van de drukte, voor je in de stilte
komt, Waar je Maandag dan misschien alleen
maar een enkel neefje of nichtje zult ontmoe
ten, dat op aanraden van Oom Karei het tochtje
maakt. Maar overigens zal het er heel rustig
zijn, want dat wil ik wel vertellen, de weg is
heel hobbelig, maar je hebt toch zoo'n dag
voor je en, het is betrekkelijk maar een kleine
tocht, dus dan loop je maar telkens als je al te
veel door elkaar schudt.
In Baarn ga je rechts af en neem je den weg
raar de Eembrug, je vindt hem direct. Over een
kronkelweg bereik je die brug, je geeft je een
goed zetje, want de brug ligt in 't midden hoog
en o wee, als je de hoogte niet haalt en van
de fiets tuimelt, ik denk, dat je dan in 't ge
zicht van het Baarnsche zwembad, dat je rechts
ziet liggen, een kosteloos bad in de Eem zul:
nemen.
Je bent nu over de brug en ziet dan een weg
wijzer. Je neemt de weg rechts af naar den
Ham en dit verdere stuk is zoo typisch Hol-
landsch, een smal weggetje, kronkelend langs
de Eemdijk eerst, en verder door de weilanden
en rondom de velden, geel van boterbloemen,
met roode plekken koekoeksbloemen, ik vond
het werkelijk prachtig met dat heel groote stuk
lucht er boven, jullie zult het ook mooi vinden,
hoop ik.
Wat een bloemen je er a! niet vindt?; die ik
daarnet al noemde, gele lisschen, waterviolier in
de sloot, heele stukken roode klaver en wat al
niet meer.
Je plukt natuurlijk een echte boerenbouquet
voor thuis, 200 een, waar je alle bloemen, bont
door elkaar, ip vindt, en die nu eenmaal alleen
in een oüde melkkan of iets dergelijks past.
Als j'e de bloemen plukt, wordt je af en toe
opgeschrikt door een vogel, die tusschen, de
hooge zuring en de boterbloemen vlak voor je
voeten Opvliegt, 't Zijn meest leeuwerikken, je
hoort ze ook telkens om je heen en af en toe
klimt er een recht naar boven de lucht iri je
kunt hem volgen op het gezang af tot hij
opeens pal naar beneden in de wei terug valt.
En kievitten zie je, die het kuifje kaarsrecht
op hun kop hebben staan en parmantig rond
wandelen.
Maar het mooiste zijn de kemphanen met hun
dames, ik zag ze van vlak bij en ik heb er
minstens een uur naar zitten kijken, zoo mooie,
sierlijke vogels zijn het, met hun lange spitse
snavel en hooge pooten, de heeren met een boa
om de hals, die ze met een zwier dragen, waar
menige echte dame jaloers op kan zijn. De
dames kemphanen zijn maar heel eenvoudig in
*t bruin, heel slank, terwijl de heeren, vooral
als ze hun boa uitschudden en met den kop
voorover komen aanstormen, dik en opgeblazen,
zijn. Maar als ze rustig zitten zijn het ook mooie
slanke vogels. Ik zag juist een troepje heeren
bij elkaar, de een bruin, de ander grijs, eigen
lijk geen een precies hetzelfde, 't Was net een
sociëteit op de hoek van een weiland. Ze zaten
zeker een beetje met elkaar te praten, sommigen
deden een dutje en af en toe keek er eens een
om een hoekje naar den overkant van de sloot,
waar zoo'n rare snuiter zat met een fiets naast
zich en een groote bouquet bloemen. Maar ze
bleven maar stil op hun plaatsje in hun sociëteit.
Ik geloof, dat vogels al gauw merken, of je
ze kwaad wilt doen of niet. Wat dat betreft, zie
ik altijd veel vogels en van dichtbij obk.
Maar nu ga je langzamerhand verder, ^Idoor
maar het kronkelwcggetje. Je ziet steeds' de O.
L. Vr. toren voor je en je denkt, dat die al heel
dicht bij is, maar telkens maakt de weg weer
een draai en zie je, dat de kronkels leelijk be
driegen. Let onderweg nog eens op het mooie
witte kerkje achter de Coelhorst, even voor den
Ham. Daarna kom je op den bekenden weg naar
Amersfoort en kom je even voor de stad nog
langs heelemaal gele weiden van boterbloemen.
Je hebt dan een tochtje gemaakt, dat werke
lijk mooi is, misschien heb je nog een tijdje in
de 2011 gelegen en is moeder trotsch op haar
door den zon verbrande zoon of dochter en de
bloemen, die je meebracht zullen je nog eenige
dager, aan het tochtje naar de leeuweVikken, de
kievitten en de kemphanen doen terug denken.
Ik hoop heel wat opstellen te krijgen van
fietstochten, enz., allemaal voor de prijsvraag.
Ik heb al gedacht, dat het termijn van inzenden
wat kort genomen is, daarom zal ik zóó doen:
Vóór 1 Juli krijg ik van jullie allemaal een op
stel en dan komt 5 Juli in de rubriek te staan,
wie het microscoopje gewonnen heeft. Nu kan
toch zeker niemand meer met de klacht aan
komen, dat hij zoo weinig tijd had!
Bellen blazen.
We zaten samen laatst eens thuis
En hadden weinig pret
We dachten, was de dag maar om,
Dan gingen wij naar bed.
Doch vader kwam en zei: hallo!
„Vraag moeder om wat sop
Hier heb je elk een lange pijp
Blaas nu maar bellen op",
Daar gingen zij als luchtballons
Zoo prachtig mooi omhoog
We keken, wie het grootste was
En welk het verste vloog.
Ze waren mooi: rood, groen en blauw
Met ons portret er in.
Wc wilden nu niet graag naar bed,
Want ieder had zijn zin.
Mijn jongste broer had wat een schik
Hij ving ze met zijn pet.
En als hij één te pakken had
Dan gierde hij van pret.
Hoort jongens, knikkeren doe ik graag,
Van tollen houd ik 't meest.
Maar als ik bellen blazen mag
Dan is 't voor mij een feest 1
TANTE RIEK.
VOOR DE MEISJES.
Receptenhoekje. (Redactrice Lekkerbekje).
Karnemelkpudding: V/2 ons lichtbruine sui
ker met een citroenschil en het sap van 3 uit
geperste citroenen laten smelten.
10 gr. witte en 5 gr. roode gelatine in een
weinig kokend water oplossen en er bij voegen.
Vervolgens, wanneer men dc massa van het
vuur genomen heeft, roert men er L. karne
melk door. Daarna laat men dé massa, 11a het
citroenschilletje verwijderd te hebben, in koud
water afkoelen, waarna men, als de massa stijf
begint te worden, deze in een inet water omge
spoelde puddingvorm overdoet.
NIEUWE RAADSELS.
scheid
is
doen.
I Zeggen
Maak hier een spreekwoord van.
(Ingez. door Aapje).
II. Kruisraadsel.
X
I X
X
X X X X X X X
X
X
X
Op de eerste rij komt een letter, die in het
woord Karei voorkomt.
In de tweede rij bewaart men suiker.
De derde rij maakt veel lawaai.
De vierde rij is het gevraagde woord en
maakt ook veel lawaai.
De vijfde rij is een wapel.
De zesde rij hoort in een familie thuis.
De zevende rij is een medeklinker uit de
zesde rij.
(Ingez. door Driehoek.)
III. Mijn geheel bestaat uit vijftien letters en
komt in de rubriek voor.
1, 2, 3, is een jongensnaam.
9, 14, 1, 5, is ook een jongensnaam.
7. 11, 15, 4 is een vrucht.
6. 8. 11, 6, 13. is een plaats bij Amersfoort.
10 en* 12 komen in het woord Kinderrubriek
voor.
(In^ez. door J. H. KI.)
OPLOSSING VAN VORIGEN KEER.
I, ljsel.
II. Aardappel niet a, aar, aarde, tandpijn,
Zutphen, Alpen, den en 1.
Hl. Amersfoortsch Dagblad met dc woorden:
Ham, schaal. Eist, dof, boor, raam, geld.
Deze keer heeft Kroppcr de prijs gewonnen,
dus die komt maar even het boek halen.
VRAAGSTUKKEN.
I. Zes mannen speelden den hcelen avond met j
elkaar, en toen-ze ophielden, had ieder gewon-
nen. Hoe kon dat?
II. Als er vijf kaarsen branden en men blaast
er twee van uit, hoeveel kaarsen blijven er dan I
over?
(Ingez. door Driehoek.) I
III. Kun je van negentien lucifers elf maken? j
IV. Wat moet men tegen de Amersfoortsche
kei zeggen:
Amersfoorter kei of Amersfoortsche kei?
(Ingez. door Spanrups.)
V. Hoe komt het, dat het twee dagen achter
een niet kan regenen?
(Ingez. door Postduif.)
OPLOSSING VAN VORIGEN KEER.
I. De boom was 52 M. hoog. In 1 dag en 1
nacht steeg ze 8 4 of 4 M. In 11 dagen dus
11 X 4 of 44 M.
Den twaalfden nacht steeg ze nog 8 M., zoo
dat de boom 44 -f 8 52 M. hoog was.
II. Slechts vier: elke kat lag op haar eigen
staart en bij elke kat waren immers drie katten.
III. De slak, want ze draagt haar eigen huis.
IV. D. A. T.
VOOR DE OUDEREN.
Wist je dat?
Als er regen komt, spinnen Sran webben af
breken?
Stotteraars het meest van hun kwaal hebben
tc lijden bij volle maan?
De aarde draait met een snelheid van
30.000 M. per seconde?
Ooud niet kan roesten?
Katten de gevaarlijkste overbrengers van
bacillen zijn?
Als je leest, je voornamelijk naar de bovenste
deelen van de letters kijkt?
De kat oorspronkelijk uit Egypte komt, waar
ze nu echter zeldzaam is?
Z. H. de Paus gemiddeld 22000 brieven per
dag ontvarftjt?
(Ingez. door Doffer.)
PROEVEN EN KUNSTJES.
Je neemt een drinkglas en vult dat geheel
met water. Je neemt nu een stukje papier en
legt dat over het glas. maar zöo dat het papier
goed op de randen sluit. Nu leg je je hand
op het papiertje en keer het glas onderste boven
en houdt het vast. Je haalt nu je hand onder
het papiertje weg en het papiertje zal aan het
glas blijven zitten en het water zal er niet
uitloopen. Dit komt, omdat de lucht tegen het
papier drukt en zoodoende kan het papier niet
weer al zit er ook water in het glas.
(Ingez. door Dof ter.)
CORRESPONDENTIE.
Waterlelie. Daarom heb je zeker die
naam ook gekozen? Je moet dat tochtje eens
maken, daar vind je een bloem, ook die
leuke pluimpjes „Wollegras". Moet je ze maar
eens nateekenen. Hoe heet die plant? Ik kan het
niet uit je beschrijving opmaken. Wat een feest
zal het geweest zijn, ging het met dat versje?
Zwartkop. Het wordt eerst in zink ge
graveerd en dan afgedrukt, net zooals een ets
eerst gegraveerd wordt en een houtsnede, zoo
als het woord zegt in hout gesneden. Je kunt
het zelf eens probeeren, iets in hout snijden, er
dan drukinkt op en het op een stuk papier af
drukken, het zal dan a'et mooi zijn, maar je
ziet dan de bedoeling.
Je hebt een mooi cadeau gekregen, dat mes?
Jullie bent zeker de beste vrienden!
K r 0 p p e r. Jammer, dat je tot Dinsdag moet
wachten, £eluk er mee, hoor. Je kunt nu naar
't bosch gaan met een boek. Ik krijg langza
merhand een heele duiventil, 't is wel leuk om
eens te veranderen, ik houd van variatie.
Arnold v. D. Je hebt ook meegeloot, de
woorden zullen wel goed geweest zijn. Dat was
een bof, dat jullie er een half uurtje tusschen
uit konden, 't Zou niet zoo goed zijn afgeloo-
pen, als er een ruit was ingegaan. Wat doen
jullie met zingen, schreeuw Je dan maar zoo
wat mee?
Ton Neven. Je hebt het zeker bewaard
voor Pinksteren? Hoe lang duurt de vacantie;
't is maar gelukkig, dat het nog niet dé groote
vacantie is, anders zouden jullie maar aldoor
vrij hebben, 't is pas Paaschvacantie geweest.
Heb je in die groote autobus gezeten?
J 0 Z. Je maakt toch ook een opstel? Ik reken
er vast op, dat «alle jongens meedoen. Dc goede
inzendingen plaats ik allemaal. Kun je niet iets
verzinnen over Vesta? Je hebt nu een heelen tijd
om te bedenken.
Bill, 's Zomers ga ik er ook meestal met de
fiets op uit, je bent zoo gauw een eind weg en
vooral als je een zonnig stuk hebt, dat haast
niet te loopen is, ben je er een, twee, drie met
de fiets over. Waar ga je al 7.00 naar toe?
D i k k i e. Dank je wel, ik hoop dat het me
geluk brengt, ik zal het in een boek bewaren.
Dat is me nog nooit gebeurd, dat ik er een
vond. Ik hoop, dat je nu eens gauw zult winnen
na den tegenvaller van vorigen keer.
J. R. Zoo gaat het oin de beurt, ik zal je nu
in alle geval niet vergeten. Zoo'n fout in de
raadsels komt gelukkig niet vaak meer voor,
zoo'n enkelen keer is wel tc vergeven. Ik zal dit
opstelin alle geval bewaren, komt er dan een
ander, dan des te beter. Dat zal een mooie
tocht worden, vijf dagen lang.
Perzik. Ik hoorde het van haar. Had ze er
eerst gteen zin aan? Ze herinnert zich die versjes
nog uit haar jeugd, zoo kan er wel eens een bij
moeten. Maar ze zijn toch erg aardig. Wanneer
ga je den sprong wagen?
V r a a g t e e k c 11. Ik had werkelijk geen
moppen meer, maar nu is er weer voorraad,
't Zou ook jammer zijn als die hoek verdween.
Er komt ook zooveel, we hebben niet voör alles
den tijd, zullen er veel denken.
A a p j e. Ja, dat is vreemd, zoo om de andere
keer. Ik denk. dat het aapje te ongeduldig is.
Maar 't moet altijd een genoegen blijven. Wat
een prachteekeniug, ik kon'ze nu wel heel dui
delijk herkennen.
Sportman. Was je niö erg geschrokken?
't Is anders weer gauw opgeknapt. Voor zoo'n*
Sportman een heel ding, nlS'zIjn handen gebon
den zijn. Hoe kwam je eigenlijk zoo terecht?
Bert Kr. Je hebt het toch goed, daarom heb
ik je ook iv.ee laten loteij. Vond jc het zoo
lastig?
Poesje. Ze vonden bet erg zoet, jc maakt
er toch maJr niet-wat van? Zelf kan ik het
moeilijk probeeren. Ik heb nog niet van anderen
gekregen. Ik zou, zooals liet kan, maar in 't
water springen, dan heb je meteen je diploma.
Zwem jc nu nog eiken dag?
A n n i c v. d. \V. Er is een briefje voor je van
Tante Riek, ik heb haar jou brief laten lezen.
Wat een prachtige olifant, met O. I. inkt getee-
kend? 't Is een echt silhouet.
Zoo'n aquarium geeft heel wat te kijken, ook
de kevers kunnen zooveel te zien geven. En de
kokerjuffers, heb je die er in met die lange
kokertjes van" takjes of heel kleine slakke-
huisjes, prachtig opgebouwd?
Paddestoel. Dit hoort toch bij de prijs
vraag, is het niet? Ik heb het er tenminste bij
gelegd. Deze keer was het al een heel vreemde
vertegenwoordiger v. d. paddestoelen, maar je
hebt er rare soorten bij. Of was hij van boven
genomen?
Spanrups. 't Is- altijd gemakkelijk, dat je
je papier maar aan een kant beschrijft, dan hoef
ik niet eerst alles over te schrijven, maar kan,
wat ik noodig heb, uitknippen. Je hebt altijd een
heele inzending, ik ben er je dankbaar voor.
Frits R. 't Heeft niet zoo mogen zijn, maar
daarom niet minder hartelijk gelukgewenscht.
Maar als je later eens een prijs wint, moet je dat
nog maar als een verjaarscadeau beschouwen.
Ik hoop dat het eens gauw is.
Kroeskop. Ik vind het veef leuker, een
schuilnaam. Je moogt het zelf weten, kort of
lang, als het maar goed is. 't Is een leuk micros
coopje, met een paar glaasjes, waar al iets op
zit, een spinnepootje enz. en een paar, om din
gen, die je zelf wilt zien, in te doen, ook een
voor een druppel, dus 't is heel gemakkelijk. Doe
maar flink je best, 't ?al voor mij nog een moei
lijke keus worden. Je zult van den zomer smul
len uit je tuintje.
Harmonika. Prachtig, dat de oude be
kenden toch altijd weer terugkomen. Ik heb je,
geloof ik, vergeten te feliciteeren, dus nu dan
nog maar. Vindt je die pen niet gemakkelijk?
't Was nog wel wat dik, maar dat went wel.
Gymnast. Ben je beter in gymnastiek? Je
moet eens naar de oplossing der vraagstukken
kijken. Jc moet er maar opkomen, hè? Ik had
het vast niet gevonden, dat wil ik wel vertel
len. Dus van jou krijg ik ook vast een opstel!
Heiligboontje. Ik kon het raadsel zoo
gauw niet weervinden in het enorme pak, dat
ik heb. Ik zal nog eens goed zoeken. Stel je
voor, als ze allemaal boos werden, telkens als ze
geen prijs hadden, 't Zou een gezellige familie
voor me worden. Wat een keurig postpapier
en met zoo'n leuk envelopje, echt voor zoo'n
klein dametje.
Blondje. Ik hoorde het al, leuk, hoor, dat
je nu ook meedoet, de andere twee zijn zulke
goede klanten van me. Nel konden ze ook wel
zoo noemen, die heb ik wel eens gezien. Vind
je het niet jammer, dat Lucie nu zoo veel ver
der wegwoont, toch nog op dezelfde school?
Mignonette. Ga je uit, dat je dan niet
aan dc rubriek kunt meedoen? Zoo'n vrijen dag.
daar profiteer je, geloof ik, wel goed van. Ga
je dan naar Birkhoven, is dat. het bosch? Ik
heb zeker een heel groote familie, ik heb nu
tenminste weer een heele stapel brieven voor
me. Jk zal Tante Riek je groeten overbrengen.
Ze leest ook af en toe de briefjes wel eens.
Doffer. Jij zorgt nu wel, dat er af en toe
eens wat inkomt, ik reken dan wat op je. maar
je houdt me niet voor den mal en schrijft er on
mogelijke dingen in. Van die haring vertrouw
de ik al vast niet erg. Waar heb je het uit?
't Is leuk weer eens wat anders er bij, zoo
vind ik de vraagstukken ook altijd een aardige
hoek en 't blijkt wel, hoe die in den smaak valt.
Duifje. Noemen jullie elkaar ook bij de
schuilnamen, je schreef „Muis", dat klonk me
7.00 vreemd. Ik vond het boekje ook zoo keu
rig gemaakt, jij nent een kenn>*-in 't vak, du*
ben ik benieuwd jou oordeel ook te hooren. Heb
je nog veel pleizier van het mandje?
Dat is een mooie tocht, heb je al die trappen
geteld? Welke uitkijktoren bedoel je, die op den
hoek van de Daam Fockemalaan? Jammer, dat
je riet mee mag doen met de prijsvraag. Maar
misschien stuur je toch wel eens een beschrij
ving van een van je tochten.
Al u i s j e. Ik kan wel merken, dat jullie samen
de tocht gemaakt hebt, 't was zeker fijn. Die
mijnheer op school is geloof ik, heel verstan
dig, dat jullie niet meer naast elkaar moogt
zitten. Jullie maakten het nu zeker tc bont.
Ik hoorde van dc bioscoop, 't was zeker een
mooie film, veel visschcn gezien? Als je met
Daisy meegekomen was, had je mij toch nier
gezien, dan had ik misschien om een hoekje ge
keken, maar onzichtbaar voor jullie.
Appelbol, 't Was mij te koud, 't Is ook
direct wel te merken, zooveel minder zwem
mers er dan opeens zijn. Maar we hebben nog
een heeren zomer voor ons.
Loes. Dat is zeker leuk. zoo met de heele
klas, dat moesten ze eigenlijk op alle scholen
doen. .Misschien kom ik wel eens kijken, ik zal
dan eens letten op het zwart met blauw en
blauw met wit. Is zoo'n muts niet warm op je
hoofd? Dat hebben wij toch maar heel wat ge
makkelijker.
Vier maar prettig feest, feliciteer je hem maar
van mij, al ken ik hem niet?
J 0 p i e Slim. Houd je maar aan dat woord,
dat vind ik precies zoo. Ik kan er immers ook
niets aan doen? Je bent handig met dc vraag
stukken. 't Zijn meer van die raadseltje,s maar
M is leuk,, om ze uit te visschen.
Je zult wel in D. genoten hebben; dat is ccn
pracht idee voor een opstel, doe maar goed je
best, je hebt er nu veel tijd voor, 't is wel iets,
wat dc anderen belang zal stellen., Jc brieven
vervelen me heelemaal niet, ik vind het juist
leuk, zulke lange epistels te krijgen.
Lucie. Na de Pinksterdagen hoor ik zeker
weer eens wat meer van je? Wat is het terrein
van de ijsbaan nu veranderd, hè, nu cr al die
boterbloemen bloeien. Toen ik er laatst langs
kwam, dacht ik aan die droom, toen ik er jullie
voor 't eerst ontving in het eerste nummer van
de Kinderrubriek.
Spinnetje. Je woont daar dan ook heer
lijk. Dus je weet wel, wie Doffer is. Ik zal
heusch mijn best doen, maar ik moet nu een
maal eerlijk blijven. Weet jij er iets op. Ze wil
len allemaal graag een boek hebben, 'om dat
mee naar buiten te nemen en het daar tc lezen.
Ik wou, dat ik er voorNallemaal een had, maai
dan was het dc volgende keer weer precies het
zelfde.
Tón ia II. Ja, stuur j'e eens wat in cn dan
schrijf je ook meteen eens wat, hè?
Hen en Klasien. Vinden jullie het niet
jammer, om dat mooie papier voor mij te ge
bruiken. Ik zal jullie namen nu niet zoo gauw
vergeten, denk ik. Dus weer een die me een
opstel toezegt, bravo!
Voetbal. Volgende keer zal ik weer eens
een raadsel van je plaatsen, ze rijn juist goed.
niet te moeilijk en niet te gemakkelijk, ik moet
daar 11a alle klachten, wel wat op Ietten.
Postduif. Dat tweede had ik al van een
ander, maar het eerste zal ik plaatsen. Jij past
ook weer in de duiventil, ik heb nu al heel wat
beesten. Heb je zelf postduiven? Schrijf me eens
wat over je zelf. ik ken je, geloof ik, nog niet.
Mi ekc de Tippelaarster. Ik begin nu
bang te worden, je kwijt te raken; na de Pink
steren krijg ik zeker weer eens een verslag van
je wandeltochten?
R. H. Ik plaats het niet, hoor, daar word ik
vet! te veel in opgekamd.
dutten, komen de kinderen en don roepen ze
„Oehoe I" We schrikken wekker en denken in
't eerste oogenblik, dot een andere uil ons roept
en dadelijk antwoorden we„Oehoe t"
Don hebbqp die jongens de grootste pret.
Ze blijven aan het roepen en om hun plezier
tc doen, geven we of en toe antwoord.
Weet je, wat ze ook wel doen
Ze krabbelen aan 't ijzeren hek. Dan dervKcn
wij, dot er een muis of con rot in do buurt is,
cn don steken wo onzo oorpluimpjo® op.
„Kijk I" roepen de jongens, „hij zet lijn ooren
rechtop P
Don is biet ónze beurt om to lochen, want
ooren hebben we natuurlijk niet. „Oehoe I
Oehoe P roepen we weer en do oppassers zeg
gen tegen elkaar: „Er is zeker veel visite op
Uilenburg."
Eén keer hebben we hier een echte, levend©
rat gehad't was in den zomerfk geloof op
den 'vierendertigsten Juli, maar dat weet ik niet
zeker.
Do kinderen gooien wel eens stukjes brood of
pinda's tij ons naar binnen, maar die laten we
liggendaar houden we niet van. Midden in don
nacht, dus toen wij klaar wakker weren, kwam
or ccn groote rot op of.
We hoorden hem over 't pod aankomen.
„Een rot", zei mijn vrouw.
„Stil P fluisterde ik. „'t Kan ook wel e©..
ontsnapt eekhorentje zijn, of een konijntje, of
een marmotje."
„Alsof je die niet zou lusten P zei ze.
„Ssssst
Daar kwam hij aan, hoor I Vlak bij ons hek
ging hij op de achterpooten zitten. Hij rook
zeker het brood. Wip! Daar glipte hij tus
schen do spijlen door en hij pakte een korstje,
moor.... wij pakten hèm
Wat hebben we gesmuld 1
De stukjes paardenvlcesch, die de oppasser
ons brengt, zijn ook niet tc versmaden, maai
levCnde waar is toch moor olies I 1—
Een eindje van ons af woont de z.g. melk
witte oehoe. Hij komt uit Afrika. Die is lichter
van kleur don wij. Hij heeft op zijn voorterrein
ccn echten welput; precies, zooals je die in
Brabant ziet. Op den rond staat ©cn ijzeren
stang met een katrol, maordoor zit geen touw
in cn dat is niet noodig ook, .wont do put is
droog.
Onze blonde nicht is wat grootsch op haar
welput, als is cr geen water in
„Zoo'n put zonder water zie jo bij ons in
Afrika wel meer", zegt ze.
't Is mogelijk. Ik ben in haor land niet ba*
kond. Maar bij ons, in de buurt van Overveen
wear wij vandaan komen— bevatten de dui
nen water genoeg, .om allo Amsterdammers te
laten drinken.
In de ondcre afdcelingen van ons uilenhuis
zijn ook nog vclduilen, steenuilen, briluilen en
zelfs ook Maleische uilen.
De velduilcn en de steenuiltjes schreeuwen
's avonds „Wicuw I wieuwwieuw P maar als
j ze dan ons zware „Oehoe P hooren, houden
ze gauw stil. Ze weten wel, dot wij de groot
ste uilen zijn van heel Uilenburg.
Een jongen zou niet graag togen zicK hooren
zeggen: „Jo bent ccn-groote uil P maar wij
wel.
OehoeI oehoe! oehoeI
De Oehoe in Artis.
'fyj.
door G. J. VISSCHER.
De woningnood is groot geweest in Amster
dam. De mcnscher wisten zich niet meer te
bergen. Na den oorlog zijn er heel veel huizen
bij gebouwd, om al die menschen aan een
woning te helpen.
Gelukkig heeft men ook aan ons, uilon, ge
dacht. Wij woonden hier in Artis in nauwe
kameitjes, soms wel drie,ja, ik mag Wel
„hokken" zeggenboven elkaar.
Maar op 8 Maart 1921 word de eerste steen
gelegd voor een prachtige woning, die den
naam gekregen heeft van Nicuw-Uilcnburg.
Die moet je zien I
't Is een hooge dikke muur, van groote oude
stoenen* Precies een ruïne I En daarop zijn wij
juist zoo gesteld I Zo is gchoel begroeid.
Er loopt oon echte gracht achter langs, waar
in zwanen zwemmen. Daar mogen wij niet in
komen, maar dat is niet erg, want zwemmen
kunnen we tóch niet.
„'t I3 precies de 'ruïne van Bredeiode", zei
loatst een jongetje, toen hij onze nieuwe wo
ning zag.
Aan den voorkant van onze ruïne is oen flinke
ruimte, in een stuk of vijf vakkon verdeeld. Een
daarvan is voor mijn vrouw en mij.
Er staat een knotwilg in. En er is een broede
steenen trap. 0p den grond bevindt zich een
waterbassin I Mochten we het buiten te zonnig
vinden, dan kunnen wo door een deur, die al
tijd open staat, gaan schuilen in onze binnen
kamer, die in den dikken muur is aangebracht
Maar wc zitten meestal buiten, bovenop de stee
nen trap. Overdag zijn we slaperig; daarvoor
zijn we ook uilen. Als v<g zoo half ritten te
MOPPENHOEKJE.
„Weet jc welk dier zich het innigst aan den
mensch hecht?"
„Een bijtende bulldog!"
Op school.
Dc leeraar legde uit, dat de walvisch zoo'n
nuttig dier is. Omdat letterlijk alles ervan ook
nuttig gebruikt kan worden.
Hij had verteld Van de knoopen, die er ge
maakt worden uit de beenderen van den wal
visch, van het leer, dat men uit zijn huid maakt,
cn de olie, die er uit het vleesch geperst
wordt, enz.
Kleine Pief had echter niet opgelet, en de
leeraar zou hein nu eens op den proef stellen.
„En zeg jij nu eens Piet!" viel hij plotseling
uit: „Wat doen we met het vleesch van den
walvisch?' 1
„Vleesch? stotterde Piet: - eten!"—4
„Zoo...," zei dc leeraar met een streng
gezicht: „dat dacht ik wel! En wat wordt er
met de beenderen gedaan?"
„Die die leggen we n^st.oijsJiort!^
zei Piet.
rIets van WImpfe.
Gisteren zei moeder tegen hem: "TTWimpTtr?
daar waren vanmorgen twee appels hier op de
plank in de provisiekast, cn nu is er maar- één.
Weet jij daar wat van."
„O ma!' 'zei Wimpie. ,,'t was zoo doriker in
de kast..dat ik;die cene niet gezien heb!" r,-
jüufiez. door ft) '1