aAMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" BINNENLAND. TWEEDE BLAD. Aan de Staatscourant van gisteravond ont- icenen wij nog do volgende Kon. Besluiten bevorderd bij 's Rijks Gebouwendienst tot bouwkundig hoofdambtenaar J. F. L. de Boer, thans bouwkundig ambtenaar Ie klasse te sGravenhage; tot bouwkundig ambtenaar Ie klasse E. de Vries, thans 2e klasse te 'sGra venhage; tot idem 2e klasse H. J. Bastmeijer en P. A. Merks, thans hulpopzichters resp. te Leiden en te Delft; bevorder dtot directeur van het Kon. Ned. Metereologisch Instituut, de adjunct-directeur te de Bilt Dr. G. van Dijk en benoemd tot ob servator te Vlissingen C. de Ruyter eervol ontslagen in verband met het eindi gen van het hem verleende verlof de referen daris bij het toezicht op de spoorwegen J. A. Lint. benoemd A. Bij het Wapen der Infanterie, le. met ingang van 16 Juni 1924, tot Lui tenant-Kolonel, de Majoor F. J. Bijvoet, Direc teur van de Normaal-Schietschool tot Luite nant-Kolonel. Commandant van het Iste Re giment, de Majoor W. F. H van Dijk, van het 12e Regiment tot Majoor, onderscheidenlijk bij het 6de, het 12de, het Iste en 2Tstc Regiment, de Kapiteins W. G. van Hoogen hu ij ze, A. de Bruijn, B. E. Stöver en R. B. van Wulfftcn Pnlthe, respec tievelijk van het Rgiment Grenadiers, van het Regiment Jagers, van den Gcneralen Staf toe gevoegd aan den Commandant der Stelling van den Helder en van het 19de Regiment tot Kapitein, de Eerste-Luitenonts, G. W. Schouten, en L. F. van den Benden, respectie velijk commandant van de lsfe Compagnie hospitaalsoldaten en Commandant van de Compagnie intendancetrocpéntot kapitein onderscheidenlijk bij het 12de, het 5de en het 17de Regiment, de Eerste-Luitenant K. R. Lankeman, A. M. M. van Baaien en H. A. A. Sitsen, respectievelijk van het 10de, het 13de en het 11de Regiment 2e. met ingang van 17 Juni 1924 tot Kapi tein bij den Staf van het Wapen, de Eerste Luitenant T. J. Recser en L. J. Moggenstorm, beiden van dien staf, onderscheidenlijk Adju dant van den Gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie cn van den Directeur van den Hoofdcursus en werkzaam bij den Cursus; tot Kapitein, onderscheidenlijk bij het 20ste, het 7de, het 7de cn het 15de Regiment, de Eerste-Luitenants J. G. J. von Loo J. E. Land, A. F. Borren en F. H. Tenhncff, respectievelijk van het wapen op nonactiviteit, van het wapen ep nonactivitcit, van het 7de Regiment gede tacheerd bij het korps PoHtietroepen cn van den staf van het wapen toegevoegd aan den commandant van de Vesting Holland. B. met ingang van 16 Juni 1924, bij het re- serve-prsoneel der landmacht, bij het Wapen der Infanterie, tot reserve-majoor, onderschei denlijk bij het 22ste, het 17de. het 3de cn het 20ste regiment, de Teserve-kapiteins L. T. Ph. J. La Foors, J. A. Mans, II. L. de Wijs cn J. Ch. Regenhardt, respectievelijk van het 22e, het 4e, het 15e en het 10c regiment; tot reserve-kapitein bij hun tegenwoordig korps de reserve-eerste-luitenonts J. W. M. Wint, van het I4e regiment; N. Feenstra, van het 9e regiment; J. J. Nuijten van het 14e regi ment; J. Verbeek van het Se regiment; D. IJsko, van het 5e regiment; U. Vwurman, van het 6e regiment; J. Roukemn van het 10e regiment; J. Lodder, van het 19c regiment; B. van der Sloot, van het 21ste regiment; J. P. A. Vermeu len, van het 7de regiment; L. A. G. Hakbijl, van het 8ste regiment; M. A. A. Steijns, van het 2e regiment; A. G. Everts, van de Schoolcom- pagnie van den Motordicnst; W. J. A. Ernst en G. H. Peyster, beiden van het 15c regiment; A. W. van Son, van het 7e regiment; M. F. P. Christen, van het 10e regiment; E. J. Kroes, van het 13de regiment; H. Feenstra, van het 12e regiment; J. J. H. M. Eijhbrecht, van het le regiment; J. Kruis van het 7de regiment; W. A. Groenendijk, van het 22c regiment; aan den reserve-officier van gezondheid der 2 de klasse C. H. Greup, van het personeel van den geneeskundigen dienst der Landmacht, op het daartoe door hem gedaan verzoek, een eer vol ontslag als zoodanig verleend uit den mili tairen dienst. NEDERLAND EN BELGIË. Dc Wester-Schclde. De correspondent te Brussel der N. R. Cr. meldt, dat de opnieuw betonde vaargeu' van Rilland thans ook weer, sedert Woensdag 11 dezer, opengesteld is voor de scheepvaart. I'wee en half uren voor en na het lage tij zal de gp- wone geul boven Bath, althans bij dag, voor de scheepvaart gesloten blijvende vaarii moet alsdan langs de geul van Rilland, waar de min ste diepte 4 M. 80 bedraagt, plaats hebben. Deze nieuwe regeling is getroffen in gemeen schappelijk overleg door de Belgische en Ne ler- londsche loodsdiensten, ten einde de verdere opruiming van het wrak der Sierra Grande, in het nauw van Bath, waar de diepte op 10 Meter moet worden gebracht, mogelijk te maken. De opperste ïaad voor het zeewezen, Lehoo- rend onder het depa lemcnt van zeewezen, heeft zich in zijn vergadering van Woensdag bezig gehouden met dc Scheldekwestic, onder voor zitterschap van Piérard, directeur-generaal van het zeewezen. Uit de gehouden discussies kan worden opgemaakt, dat de Antwerpsche handel rondweg vijandig staat tegenover de Instelling van de speciale Schelde-commissie. De opper ste raad van zijn kant meent, dat het mogelijk is alle diensten, die op de Schelde betrekking hebben, onder te brengen bij het departement van marine. Ook dc reeder voorzien «Mn een imperatief mandaat van de Antwerpsche koop lui cn reeders, heeft deze zienswijze verdedigd. Hij werd levendig ondersteund door het meeren- deel vqn de aanwezige leden. Ten slotte heeft de opperste raad de conclusies \an de speciale Schcldc-commissie verworpen. EEN HANDELSVERDRAG MET LITHAUEN. Op den vcct van wcderzijdsche mecstbegunsliging. Het ministerie van Buitenlandsche Zaken deelt mede, dot den TOen Juni jl. te Kowno een voor- Joopigc handelsovereenkomst is gesloten tus- schen dc Ncderlandsche en Lithauenschc regcc- ringen. Bedoelde overeenkomst, welke is vastgelegd bij wisseling van nota's tusschen den thans te Kowno vertoevenden Ncderlandschcn gezant te Kopenhagen cn den Lithauenschcn minister van Buitenlandsche Zaken, behelst een regeling der handelsbetrekkingen tusschen beide landen op den voet van wedcrzijdsche meestbegunstiging. 's RIJKS SCHATKIST. Dc Minister van Financiën maakt bekend a. dat op 10 Juni j.l. het saldo van 's Rijks schotkist bedroeg bij dc Ned. Bank 12.002,097.63 bij de betaalmeesters ƒ8.001,049,44; tezamen ƒ20.003,147,07; b. dat op dien datum uit 's Rijks kas een voorschot aan de Koloniën wos verstrekt ten bedrage van 119.560.163,66; c. dat op dien datum uit 's Rijks kas aan rekeninghouders van den postcheque- en giro dienst bij' voorschot was uitbetaald een bedrag van f 112.990.692,63 k? d. dat op uit. April jl. aan de gemeenten op voor hoor door de Rijksadministratie te heffen gemeentelijke inkomstenbelasting en opcenten op de Rijksinkomstenbclasting ingevolge dc ar tikelen 243h en 263 der Gemeentewet in to taal was voorgeschoten 77,776,164.57^ e. dat op dien datum in daggeldleening. tegen onderpand aan schatkistpapier, was uitgezet "een bedrag van 4.000.000 f dat op dien datum in omloop was oon schatkistbiljetten een bedrag van 105.413.000 (waarvan 37,056.000 vervallende op of na 1 April 1927) en aan schatkistpromesscn een bedrag van 219,810,000, (terwijl rechtstreeks bij de Ncderlandsche bunk geen schatkistpapier was geplaatst) aan zilverbons van 2,50 cn 1 een bedrag van ƒ30,043,800,50, (met inbegrip van de bedragen, welke daar van bij de betaalmeesters in kas waren) g. dat blijkens opgave van den postchèquc- en girodienst het bij 's Rijks schatkist rentege- vend belegde deel van het tegoed van den dienst bedroeg 106,558,196,53^. AANVULLING ALGEMEENE WET EN GEDISTILLEERDACCIJNS. Ter beteugeling ven dc fraude met gedistilleerd. Ingediend is een wetsontwerp, houdende aan vulling van de algemeene wet betreffende de heffing van de invoerrechten en accijnzen en de wettelijke bepalingen betreffende den gedistil- leerdaccijns. In dit ontwerp 'zijn krachtige maatregelen neergelegd ter beteugeling van de fraude met gedistilleerd. Tot dusver konden grensbewoners aan smok kelaars de gelegenheid geven hun lading op een boerenerf of in een tuin neer te leggen, totdat dezen de kans schoon zien die verder te ver voeren. Thans is een bepaling voorgesteld, welke op bet onvrij terrein nan die straffeloosheid een eind zal maken. Voorts is een strafverschcrping facultatief ge laten, doch het is gewenscht den rechter ge legenheid tc geven in ernstige gevallen gevan genisstraf op te leggen. Verder zal een nieuw artikel voorzien in de leetnte, dat in .het open veld of op den weg het neerleggen van goederen niet strofba«sr is. Een nieuw artikel heeft ten doel, den opslag van gedistilleerd in een pand, op een al dan niet besloten erf of op een ander besloten ter rein, daar waar deze thans volgens dc gedisti!- leerdwet nog ongehinderd kan geschieden, aan de verplichting tot dekking te onderwerpen. Voorts is het noodzakelijk, dc mogelijkheid te openen om het vervoermiddel, waarmee de smokkelwaar vervoerd wordt, verbeurd tc ver klaren. VERHOOGING VAN DEN ACCIJNS OP TABAK. De verhooging gereduceerd tot 15 pet. voor sigaren cn 25 pet. voor sigaretten. In zijn memorie van toelichting op het wets ontwerp tct verhooging van den accijns op ta bak zegt de minister van financiën, da^ hij op aandrang van verschillende bij de tabaksindus trie en bij den handel in tabaksfabrikaten be trokken groepen is teruggekomen op zijn oor spronkelijke voornemen, een verhooging voor tc stellen tot 20 pet. voor sigaren en gekorven tabak en tol 40 pet. vc-or sigaretten. Tot op zekere hoogte kon hij de vrees deelcn, dat dc productie door deze verhoogingen zou terug gaan en in*verband daarmede heeft hij zich beperkt tot heffingspercentagc, waarvan eencr- rijds een niet onbelangrijke verhooging van op brengst mag worden verwacht cn anderzijds de industrie ervan geen of althans s'echts geringe nadcclcn zal ondervinden. Een mogcijkhcid, die niet geheel is uitgesloten, is dat de verhocging van den sigarettenaccijns het gebruik van siga retten cenifiszins zal doen afnemen. Hiertegen zou cchteT kunnren opwegen verruiming van de vraag naar sigaren en waar in de sigarenindus- tric in tegenstelling met de sigorettenfabricaqe alles docr handenarbeid geschiedt, zou door door uitbreiding van werkgelegenheid* in het leven -worden geroepen. Voorgesteld wordt thorts een verhooging tot 15 pet. van den kleinhandelsprijs behalve van dien van sigaretten, waarvan de accijns 25 pet. zal bedragen. De minister verwacht daarvan een hoogere opbrengst van 9 millioen. Bedoelde opbrengst blijft ongeveer 6 millioen beneden het bedrog, dot de minister zich oorspronkelijk voorgesteld he-i uit den verhoogden tabaksaccijns te kun nen verkrijgen. In verbond met andere voorzie ningen op belastinggebied die in vergevorder- den staat von voorbereiding zijn, heeft de minis ter, gemetnd, daarom voorloopig te kunnen be rusten. Algeheele vrijstelling van navordering op voorraden zou in hooge mote ongelijke concur rentievoorwaarden scheppen tusschen winkeliers In het stelsel van den minister is het den winke lier vergund gedurende 3 muonden na het in werking treden van de wet tabaksfabrikaten te verkoopen zonder dat hij den verhoogden ac cijns zal hebben tc betalen. No verloop von 3 maanden zal hij een voorraadaangifte hebben in te leveren en van de voorhanden zijnde artike len den verhoogden accijns schuldig worden. De minister komt voorts nog- op het bande rol lesy stee m cn zegt, dat er naar zijn overtui; gin£ moeilijk een ander systeem te bedenken is, dot, zonder tot onbillijkheden aanleiding te £*- ven, de schotkist een bate verzekert als thans wordt verkregen. Het is den minister niet ontgaan, dat het aan beveling zou kunnen verdienen de vigecrcnde wet in enkele opzichten tc wijzigen, in dien zin. dat strengere bepolingcn worden gemaakt met betrekking tot het verkeer met ruwe tabak. In- tusschcn is hij van oordeel, dat bedoelde stren gere maatregelen, die voor een deel ook zonder wetswijziging wel kunnen woeden toegepast, zoo lang mogelijk achterwege bchooren te blijven. Voor het overige heeft hij zich bepaald tot het opnemen van bepalingen die verband houden met de voorgestelde verhooging. DE TABAKSBELASTING. Actie van den A. T. A. B. Het bestuur van de A. T. A. B. (Anti-Tn- baksaccijns-Bond) heeft tot eenige voornon- staande personen in dc tnbnkswereld de volgen de vragen gericht I. Zal, naar uw oordeel tn inzicht, een an dere wijze von" belastingheffing, dan de nu vi gecrcnde op tnboksartikclcn, voor onze natio nale taboksmorkt nadeelig zijn II. Acht u, met name be'asting van hel ruwe product ongewenscht omdut doordoor onze transitohandel in het artikel zal worden ge schaad en wellicht geheel verdwijnen III. Zal, bij de tegenwoordige ingewikkelde verhouding op internationaal, financieel gcr bicdr inderdaad de Hollandsche markt niet om allerlei redenen bevoordeeld blijven, ongeacht een belasting aan de bron, d.w.z. bij den invoer uit tie Koloniën IV. Kunnen naar uw inzicht, bovendien wet telijke voorzorgen een maohtsverplootsing niet beletten en zou onze Indische Tabakscultuur mede, zij het indirect, worden beschermd V. Vreest u eveneens groote nadeden voor de nationale tnbaksmarkt, indien onze sigaren- industrie door de fiscale heffing verder wordt gedemoraliseerd VI. Wegen, naar uw oordeel, de weinige millioencn belasting, ui{ den accijns, tegen een vernietiging onzer nationale industrie opeen vernietiging, die, naar veler gezaghebbend oor deel, voor de d$ur staat VII. Mogen wij uw oordeel en advies publi- cceren BAKKERSNACHTARBE1D. De Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid, voorzitter van den Hoogen Rand van Ar beid, heeft bij beschikking van 5 Juni 1924. gelet op art. 5 van het K. B. van 4 October 1919, voor de Nederlandsche Vereeniging van Werkgevers in het Bakkersbedrijf benoemd tot leden van den Hoogen Rand van Arbeid (Com missie III) de hecren H. R. Hetzcl, voorzitter, cn W. J van der Meer, secretaris dier vereeni ging, in het bijiondcr voor de behandeling van het voorontwerp von wet tot wijziging van de bepalingen van de Arbeidswet betreffende de broodbakkcrijen. Een werkgeversadres ean den Hoogen Raad van Arbeid. De Ned. Vereeniging van Werkgevers in het Bakkersbedrijf heeft een adres aan den Hoogen Rand van Arbeid gezonden, waaraan het vol gende ontleend is De herziening der Arbeidswet 1919 heeft niet aan de verwachtingen beantwoord noch bij het groot- en middenbedrijf, noch bij het kleinbedrijf, nóch bij de arbeiders, nóch bij dc consumenten. Als belangrijkste nieuw element is toen in de wet opgenomen het verbod om vcrsch en opgewarmd brood te vervoeren voor negen uur des morgens en te verkoopen en af te leveren voor tien uur des voormiddags. Gevolg van dit in den land'O toen algemeen geldend wordend verkoopverbod is geweest, dat het broodverbruik nog meer is terug- geioopen, omdat het publiek ©p den tijd, dot het zulks wenscht n.l. bij het ontbijt geen verech brood kan bekomen. Was in het groot- en middenbedrijf in meerdere gevallen het de biet reeds met ongeveer vijf en twintig procent achteruitgegaan, thans blijkt een achteruit gang vrijwel over do geheelc linh? van ten minste dertig procent Het grootbedrijf is ni"t in staat geweest het Verloren debiet terug tc winnen, niettegenstaande tonnen gouds zijn uit gegeven voor uitbreiding der fabrieken, het bij plaatsen van ovens, machinerieën, enz. In het algemeen kan gezegd «worden, dot de ovcnca- paciteit is verdubbeld, terwijl het debiet slechts zeventig procent bedraagt. Met ongeveer 200 cvencnpaciteit wordt op dit oogenblik gebakken 70 van het vroeger geproduceerde brood Derhalve een enorme kepitaolverspiiling. In het groot- en middenbedrijf beginnen de arbeiders des morgens vijf uur met hun werk. Waar voor twaalf uur des middags in verre weg tie overgroote meerderheid der bakkerijen het brood gebakken en bezorgd moet zijn, kun nen de bakkersgezellen slechts gedurende vijf uren intensief ean de broodberciding arbeiden. Slechts 2/5 gedeelte van den wettelijk toe- trestanen arbeidstijd wordt derhalve per arbei der voor de broodbereiding gebruikt. Dit is tegen het belang der arbeidersklasse, omdat daardoor een streven is ontstaan om zooveel mogelijk arbeiders in gedeeltelijken dienst te nemen. Wel is waar wordt door de arbeiders organisaties en o i. terecht getracht dit euvel te bestrijden, doch waar dit jaar alleen voor de gemeenten Rotterdam en 's-Groven- hage met de organisaties overeenstemming is verkregen over eene collectieve arbeidsover eenkomst, zal dit kwaad steeds voortwoekeren. De twintig procent losse arbeiders, in dc col lectieve arbeidsovereenkomst toegelaten, zal weldra uitdijen wellicht tot veertig a vijftig procent. Wordt deze voorspelling bewaarheid en deskundigen zien het zóó en niet anders, dan zal slechts ongeveer de helft der bakkerij- arbeiders een vol weekloon verdienen. De andere helft voorzoover dezen arbeid kun nen bekomen geniet dan iets meer dan een half weekloon, waardoor zij op ondersteuning uit werkloozcnkassen, enz. zullen zijn aange wezen. Doch ook reeds nu ten gevolge van het geringe en steeds dalende broodgebruik neemt de werkloosheid onder de bakkerij arbeiders hond over hand toe. De distributiekosten van het brood zijn exor bitant hoog tegenover vroeger. Thans wordt door een veel grooter aantal broodbezorgers in totaal slechts ongeveer 70 van de vroegere hoeveelheid brood bezorgd. De kwaliteit van het brood is beduidend min der dan voorheen. Doordat eerst om vijf uur des morgens door de ploeg met den arbeid mag worden begonnen, moet in ren korte spanne tijds van vijf uren van 5 tot 10 uur na genoeg dc geheeld broodproductic worden ge reedgemaakt. Tijd om dc deegen behoorlijk te laten rijzen, bestaat niet. De verdere afwerking van het brood laat zeer veel te wcnschcn over. Het publiek moet zich derhalve tevreden stel len met een minderwaardig product en zulks buiten dc schuld van patroons en arbeiders, doch enkel door gebrek aan tijd. Resumerrervdc zijn dc gevolgen van dc afschaffing van den nachtarbeid Vermindering van het broodverbruik Meerdere werkloosheid onder dc arbeiders Verhooging der productie- en distributie- kosten Vermindering van tie kwaliteit van het brood; Verbooging der broodprijzen. Hieruit volgt, dat met de wijzigingen, door de Regeering voorgesteld, niet kan worden ingestemd. Waar fncto het gevolg vnn de voorgestelde wijzigingen zal zijn volledige invoering van den nachtarbeid binnen een of twee jaar, zij in overweging gegeven daartoe dan maar da delijk over te gnan, doch zoodanig, dat ook met de belongen der arbeiders rekening wordt gehouden. VERRUIMING GEMEENTELIJK BELASTING GEBIED. Een statistiek. Door het Centraal Bureau voor dc Statistiek is een statistiek betreffende dit onderwerp be werkt, waarin voor elke gemeente de opbrengst van alle afzonderlijke belastingen is medege deeld over dc jaTcn 1920 en 1921. Hadden de gemeenten over het eerste jaar de bevoegdheid opcenten tc heffen op de grondbelasting cn op de dividend- en tantième-belasting, alsmede be lasting op het inkomen (hoofdelijke oms'ag), op honden, een bouwbelosting en hc^ vergun ningsrecht, van 1921 af is dc mogelijkheid opengesteld bovendien opcenten te doen hef fen op de Rijksinkomsten- cn vermogensbelas ting, terwijl als nieuwe belastingen zijn inge steld een bouwterreinbelasting, een assurantie- be'osting, een logeergastenbelasting, een be lasting op openbare aankondigingen en een zakelijke bedi ijfsbelasting. Over 1920 leverden de belastingen voor a'.lc gemeenten te zamen ruim 270 millioen gulden op (in 1912 nog slechts ruim 45 millioen gul den), ot-er 1921 brachten de reeds bestaande belastingen in totaal bijno 260 miljoen gulden op (cl. i. ruim 32 millioen meer dan over 1920). terwijl de nieuwe belastingen in totaal ruim 10 mi'Iioen gulden opbrachten. Hierbij zij op gemerkt, dat over 1921 door geen enkelo ge meente van de bevoegdheid gebruik werd ge maakt tot het heffen van een bouwterrein-, een assurantie, of een logeergastenbclasting. RIJWIEL BELASTING. De wijze van betaling. Nu de aanneming door de beide Kamers der Stoten-Gcncraai van het wetsontwerp op de rij- wielbelnsting verzekerd schijnt, hebben de hee- ren P. en J. Carrière, directeuren cener Rijwiel- verzekeringsmaatschappij te 's-Gravenhogc, zich tot den minister van Waterstaat gewend. Adrcsronfen zijn ven oordeel, dat de voldoe ning der verschuldigde belasting-penningen doo. middel von de bekende plaatjes; niet enkel op postkantoren moet plaats vinden, gelijk in dc bedoeling van Z. Ex. den minister von Finonciün schijnt tc liggen. De hecren Carrièrc wijzen daarom in hun adres aan tien minister op de uitbreiding van de teak dei postkantoren. Zij vreezen, dn^ de nieuw voorgenomen maatregel tic belasting betalers, aanstonds in de kantoren, vooral in die van groote steden, wederom in de file zal moeten doen plaats nemen. Acressanten vragen nu den minister van Wa terstaat om bij zijnen ambtgenoot van Finan cien bezwaar te maken tegen den verkoop in postkantoren. Inmiddels heeft de directie der 's-Cravfcnhoogsche Rijwiel verzekerings-maot- schoppij zich tot den minister van Financiën ge wend mei ten adres, de betaling der belasting op rijwielen te doen plaats hebben vin de Bank bedrijven, gelijk de betaling van a'lerlci andere belasting veelvuldig kan plaats vinden. HET VEER MOERDIJK—WILLEMSDORP. De uitbreiding der zomerdienst regeling. Op de vragen ven den heer Bract betref fende uitbreiding van dzn dienst van het veer MoerdijkWillemsdcrp gedurende de zomer maanden, heeft de heer Vnn Swaay, minister vnn Waterstaat, het volgende geantwoord Vermits den ondergeteekende eenige uit breiding vnn de zomerdienstregcling van het Moerdijkscho veer wenschelijk voorkwam, werd reeds bij beschikking van 14 Mei 1924 bepaald, dot, bij wijze van proef, gedurende de maanden Juli en Augustus do dienst met een uur zai worden verlengd, in dier voege, dat oJsdan de laatste booten van Moerdijk om 10 uur n.m. en van Wiilemsdorp om half 11 uur namiddag zul len afvaren. Ondergeteekende meent den uitslag dezer proef te moeten afwachten, alvorens verdere maatregelen te treffen. DE WETTELIJKE BESCHERMING VAN HET DIPLOMA ZIEKENVERPLEGING Een ongeoorloofd insigne Door mejuffrouw Groeneweg zijn aan den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid de volgende vragen gesteld 1. Is het den minister bekend, dat leden van de te Amsterdam gevestigde „Onderlinge Ver eeniging van Kraamvrouwenverpleegstcrs" hoe wel niet in he* bezit zijnde van een diploma A of B, genoemd in het tweede lid van artikel I van de wet van den 2tien Mei 1921, tot wet telijke bescherming van het diploma van zieken verpleging, een insigne dragen met het op schrift „Bond van Kraamvrouwenverplceg- sters" 2. Acht de minister dit niet ongeoorloofd met het oog op het bepaalde m het eerste lid van artikel 1 van genoemde wet ONDERSCHEIDINGEN VOOR DE AMST. POLITIE. Aan den hoofdcommissaris van politie te Am sterdam, den heer A. J. Marcusse, is verleend het officierskruis in de orde van het Roode Kruis van Oostenrijk, met de oorlogsdecoratie; den administrateur der politie, den hoer H. H. Klijnvcld, werd het ecretecken der 2e klasse in dezelfde orde verleend, evenals aan den hoofd inspecteur der centrale recherche, den heer K. H. Broekhoff. MIJ. TOT NUT VAN 'T ALGEMEEN. Dc Arnhcmsehe vergadering. (Vervolg.) No zijn met applaus begroete openingsrede heette de voorzitter ter vergadering welkom den heer H. P. J. Bloemers, oud-secretaris der Maatschappij cn richtte daarna een woord van gchikwensch tot den afgevaardigde van het departement Nieuwcnhoom, dot juist Jaar bestoot. De heer H. Kraai (Winschoten) vroeg den voorzitter een nadere uiteenzetting van het standpunt der moatschoppij inzake de Onder wijswet. De Voorzitter wees er op. dat h°t k°"" stuur stout in de voorste rijen van hen, die de gewetenseischcn, welke ten grondslag liggen aan tie pacificatie, eerbiedigen. Moor het tvil ook op dit gebied strijden voor do vrijheid von het geweten, een der beste en heerlijkste dingen aan ons volksloven eigen. Het is plicht om een beroep te doen op hen, die het algemeen belang stellen boven particuliere of geschillen in klei nen kring. De maatschappij wil niet tornen aan wat onder leiding van dr. Bos is tot stond ge bracht, mnnr er dient voor gewaakt dot ieder maar een greep uit de schatkist kan doen om welke redenen dan ook, opdnt de nu ingedien de wet ook werkelijk bezuinigingswet worde. Nn vaststelling van het jaarverslag hield de heer L. C. T. Bigot zijn inleiding over het jong ste ropport der Maatschappij tot Nuj von 't Algemeen inzake hoor schoolpolitiek, welke an leiding gaf tot hef stellen von vragen door ve'e afgevaardigden. Dc vragen tot den inleider gericht betroffen vooreerst de peoctijk vnn hut Daltononderwijs. Voorts werd opgemerkt, dot het gedeeltelijk „doltonisccrcn" wellicht bezwaren heeft, omdat dan als het ware een dubbel klassikaal onderwijs zal ontstoan. Dooc het dep. Vloordingen werd als bezwaard tegen de Doltonmethodc aangevoerd, do aard van ons volk en het feit dot school en onderwijswereld te veel buiten het dogelijksch leven staan. Mr. Von Hinloopen Lobberton (Haarlem) had met genoegen dc mcdedecling vernomen, dat er naar de meaning van den Minister voer tic Dnltonmethode plaats is in onze ondcrwijswctgcving. Spr. vraagt of een practisch plan gereed ligt tot invoering van dv methode. Door tien heer Knot tne rus (Utrecht) werd opgemerkt dnt de beginselen van het Dal ton-systeem zelcrr sympathiek rijn. Zij berusten op zelfwerkzaamheid, op welk terrein niet doo- Dalton alleen wordt gewerkt. Spr. meent dv het noodig is dnt het Nut zich niet bepnnlt tot een bepaalde richting, doch ook andere syste men moet bcstudeeren. Nagegaan dient te wor den of een voor Nederland geschikt systeem is samen te stellen uit hetgeen men om zich heen in proctijk ziet gebracht. Spr. wijst er op dat in Juli te Berlijn een cursus kan worden bijge woond, waar verschillende ondcrwijs-systemen oan de orde zullen zijn. In zijn antwoord wees de heer Bigot er o.n. op dat, zoools in Engeland is gebleken, begon nen kan worden met het daltonisecren von cón klasse. Art. 25 sub 5 von de lager onderwijswet maakt mogelijk dat de voorschriften voor leerplan, rooster enz. buiten werking worden gesteld voor bepaalde scholen. D«t dan ook voor de Doltonscholen moeten geschieden. Een bepaald practisch plan voor de invoering d©r methode is nog niet gereed. Spr. deed voorts in antwoord aan een der nfgevaardigden die be twijfelde of er bij de Daltoivmethodo voldoende gelegenheid zou zijn vcor repetities, uitkomen dat het systeem daarvoor alle ruimte laat. Wat dp opmerking van den heer Knottnerus (Utrecht) aangaat, zcide spr. dat tie commissie niet alles omver behoefde te halen, waar bepaal de ideeën bij haar vaststonden. Uit het begrip cenheidsschool ontwikkelde zioh de noodzake lijkheid von losser klnsseverbond en men moest daordooT terecht komen bij de Doltonschool. Vervolgens was aan de orde een voorstel van het Depnrtement-B erger om op de begroo ting 1924/25 een bedrog van 1000 uit te trek ken voor lichamelijke ontwikkeling. Hef hoofdbestuur adviseerde om «in verbond met den toestond der financiën het voorstel niet ann te nomen. Het voorstel werd daarop z. h. s. verworpen. De begrooting werd vastgesteld in ontvangst cn uitgaaf op een bedrag van 66.151.92. In zijn sliritingswoord bracht de voorzitter huldp non moj. E. C. Knappert en aan tien heer J. H. H. Piccnrdt, die als leden van het hoofd bestuur aftraden. DE MOEILIJKHEDEN VAN „HET WITTE KRUIS." Een verklaring tier directie. Naar aanleiding van de loopendc geruchten en berichten in dc dagbladen deelt de directie yen „Het Witte Kruis" het volgene mode Toen het tegen hoor uitgesproken vonnis wegens overtreding der Loterij wet op 28 Mei j.l. van kracht geworden was, kwam het haar noodzukclijk voor, zich aan dc opvatting van de rechterlijke macht te onderwerpen. De directie besloot, hel tegenwoordige bedrijf stop tc zetten om zoo spoedig mogelijk over te gaan tot een wettig en dus geoorloofd stelsel, waarbij met houders van. nog nic-t uit gelei» 5de klasse coupons ren alleszins' billijke regeling zou worden getroffen. Reeds spoedig bleek, dat, vooral van de zijde der Amsterdamsche hoofdagenten, hier tegen bezwaar werd gemaakt, waarop de direc tie op haar besluit terugkwam, ten einde de loo- pende loterij eerst gewoon of te wikkelen, het geen aan alle hoofdagenten in Nederland werd bekend gemaakt. Toen nu echter een weck later de directeur van het bijkantoor te Amsterdam om 40,000 (liever; 60,000) kasaanvulling vroeg, hoewel

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5