aAMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD.
Aan de Staatscourant van gisteravond ont-
icenen wij nog do volgende Kon. Besluiten
bevorderd bij 's Rijks Gebouwendienst tot
bouwkundig hoofdambtenaar J. F. L. de Boer,
thans bouwkundig ambtenaar Ie klasse te
sGravenhage; tot bouwkundig ambtenaar Ie
klasse E. de Vries, thans 2e klasse te 'sGra
venhage; tot idem 2e klasse H. J. Bastmeijer
en P. A. Merks, thans hulpopzichters resp. te
Leiden en te Delft;
bevorder dtot directeur van het Kon. Ned.
Metereologisch Instituut, de adjunct-directeur
te de Bilt Dr. G. van Dijk en benoemd tot ob
servator te Vlissingen C. de Ruyter
eervol ontslagen in verband met het eindi
gen van het hem verleende verlof de referen
daris bij het toezicht op de spoorwegen J. A.
Lint.
benoemd
A. Bij het Wapen der Infanterie,
le. met ingang van 16 Juni 1924, tot Lui
tenant-Kolonel, de Majoor F. J. Bijvoet, Direc
teur van de Normaal-Schietschool tot Luite
nant-Kolonel. Commandant van het Iste Re
giment, de Majoor W. F. H van Dijk, van het
12e Regiment
tot Majoor, onderscheidenlijk bij het 6de, het
12de, het Iste en 2Tstc Regiment, de Kapiteins
W. G. van Hoogen hu ij ze, A. de Bruijn, B. E.
Stöver en R. B. van Wulfftcn Pnlthe, respec
tievelijk van het Rgiment Grenadiers, van het
Regiment Jagers, van den Gcneralen Staf toe
gevoegd aan den Commandant der Stelling van
den Helder en van het 19de Regiment
tot Kapitein, de Eerste-Luitenonts, G. W.
Schouten, en L. F. van den Benden, respectie
velijk commandant van de lsfe Compagnie
hospitaalsoldaten en Commandant van de
Compagnie intendancetrocpéntot kapitein
onderscheidenlijk bij het 12de, het 5de en het
17de Regiment, de Eerste-Luitenant K. R.
Lankeman, A. M. M. van Baaien en H. A. A.
Sitsen, respectievelijk van het 10de, het 13de
en het 11de Regiment
2e. met ingang van 17 Juni 1924 tot Kapi
tein bij den Staf van het Wapen, de Eerste
Luitenant T. J. Recser en L. J. Moggenstorm,
beiden van dien staf, onderscheidenlijk Adju
dant van den Gouverneur van de Koninklijke
Militaire Academie cn van den Directeur van
den Hoofdcursus en werkzaam bij den Cursus;
tot Kapitein, onderscheidenlijk bij het 20ste,
het 7de, het 7de cn het 15de Regiment, de
Eerste-Luitenants J. G. J. von Loo J. E. Land,
A. F. Borren en F. H. Tenhncff, respectievelijk
van het wapen op nonactiviteit, van het wapen
ep nonactivitcit, van het 7de Regiment gede
tacheerd bij het korps PoHtietroepen cn van
den staf van het wapen toegevoegd aan den
commandant van de Vesting Holland.
B. met ingang van 16 Juni 1924, bij het re-
serve-prsoneel der landmacht, bij het Wapen
der Infanterie, tot reserve-majoor, onderschei
denlijk bij het 22ste, het 17de. het 3de cn het
20ste regiment, de Teserve-kapiteins L. T. Ph.
J. La Foors, J. A. Mans, II. L. de Wijs cn J. Ch.
Regenhardt, respectievelijk van het 22e, het 4e,
het 15e en het 10c regiment;
tot reserve-kapitein bij hun tegenwoordig
korps de reserve-eerste-luitenonts J. W. M.
Wint, van het I4e regiment; N. Feenstra, van
het 9e regiment; J. J. Nuijten van het 14e regi
ment; J. Verbeek van het Se regiment; D. IJsko,
van het 5e regiment; U. Vwurman, van het 6e
regiment; J. Roukemn van het 10e regiment;
J. Lodder, van het 19c regiment; B. van der
Sloot, van het 21ste regiment; J. P. A. Vermeu
len, van het 7de regiment; L. A. G. Hakbijl, van
het 8ste regiment; M. A. A. Steijns, van het 2e
regiment; A. G. Everts, van de Schoolcom-
pagnie van den Motordicnst; W. J. A. Ernst en
G. H. Peyster, beiden van het 15c regiment;
A. W. van Son, van het 7e regiment; M. F. P.
Christen, van het 10e regiment; E. J. Kroes,
van het 13de regiment; H. Feenstra, van het 12e
regiment; J. J. H. M. Eijhbrecht, van het le
regiment; J. Kruis van het 7de regiment; W. A.
Groenendijk, van het 22c regiment;
aan den reserve-officier van gezondheid der
2 de klasse C. H. Greup, van het personeel van
den geneeskundigen dienst der Landmacht, op
het daartoe door hem gedaan verzoek, een eer
vol ontslag als zoodanig verleend uit den mili
tairen dienst.
NEDERLAND EN BELGIË.
Dc Wester-Schclde.
De correspondent te Brussel der N. R. Cr.
meldt, dat de opnieuw betonde vaargeu' van
Rilland thans ook weer, sedert Woensdag 11
dezer, opengesteld is voor de scheepvaart. I'wee
en half uren voor en na het lage tij zal de gp-
wone geul boven Bath, althans bij dag, voor de
scheepvaart gesloten blijvende vaarii moet
alsdan langs de geul van Rilland, waar de min
ste diepte 4 M. 80 bedraagt, plaats hebben.
Deze nieuwe regeling is getroffen in gemeen
schappelijk overleg door de Belgische en Ne ler-
londsche loodsdiensten, ten einde de verdere
opruiming van het wrak der Sierra Grande, in
het nauw van Bath, waar de diepte op 10 Meter
moet worden gebracht, mogelijk te maken.
De opperste ïaad voor het zeewezen, Lehoo-
rend onder het depa lemcnt van zeewezen, heeft
zich in zijn vergadering van Woensdag bezig
gehouden met dc Scheldekwestic, onder voor
zitterschap van Piérard, directeur-generaal van
het zeewezen. Uit de gehouden discussies kan
worden opgemaakt, dat de Antwerpsche handel
rondweg vijandig staat tegenover de Instelling
van de speciale Schelde-commissie. De opper
ste raad van zijn kant meent, dat het mogelijk
is alle diensten, die op de Schelde betrekking
hebben, onder te brengen bij het departement
van marine. Ook dc reeder voorzien «Mn een
imperatief mandaat van de Antwerpsche koop
lui cn reeders, heeft deze zienswijze verdedigd.
Hij werd levendig ondersteund door het meeren-
deel vqn de aanwezige leden. Ten slotte heeft
de opperste raad de conclusies \an de speciale
Schcldc-commissie verworpen.
EEN HANDELSVERDRAG MET LITHAUEN.
Op den vcct van wcderzijdsche
mecstbegunsliging.
Het ministerie van Buitenlandsche Zaken deelt
mede, dot den TOen Juni jl. te Kowno een voor-
Joopigc handelsovereenkomst is gesloten tus-
schen dc Ncderlandsche en Lithauenschc regcc-
ringen.
Bedoelde overeenkomst, welke is vastgelegd
bij wisseling van nota's tusschen den thans te
Kowno vertoevenden Ncderlandschcn gezant te
Kopenhagen cn den Lithauenschcn minister van
Buitenlandsche Zaken, behelst een regeling der
handelsbetrekkingen tusschen beide landen op
den voet van wedcrzijdsche meestbegunstiging.
's RIJKS SCHATKIST.
Dc Minister van Financiën maakt bekend
a. dat op 10 Juni j.l. het saldo van 's Rijks
schotkist bedroeg
bij dc Ned. Bank 12.002,097.63
bij de betaalmeesters ƒ8.001,049,44;
tezamen ƒ20.003,147,07;
b. dat op dien datum uit 's Rijks kas een
voorschot aan de Koloniën wos verstrekt ten
bedrage van 119.560.163,66;
c. dat op dien datum uit 's Rijks kas aan
rekeninghouders van den postcheque- en giro
dienst bij' voorschot was uitbetaald een bedrag
van f 112.990.692,63 k?
d. dat op uit. April jl. aan de gemeenten op
voor hoor door de Rijksadministratie te heffen
gemeentelijke inkomstenbelasting en opcenten
op de Rijksinkomstenbclasting ingevolge dc ar
tikelen 243h en 263 der Gemeentewet in to
taal was voorgeschoten 77,776,164.57^
e. dat op dien datum in daggeldleening. tegen
onderpand aan schatkistpapier, was uitgezet "een
bedrag van 4.000.000
f dat op dien datum in omloop was oon
schatkistbiljetten een bedrag van 105.413.000
(waarvan 37,056.000 vervallende op of na
1 April 1927) en aan schatkistpromesscn een
bedrag van 219,810,000,
(terwijl rechtstreeks bij de Ncderlandsche
bunk geen schatkistpapier was geplaatst)
aan zilverbons van 2,50 cn 1 een bedrag
van ƒ30,043,800,50,
(met inbegrip van de bedragen, welke daar
van bij de betaalmeesters in kas waren)
g. dat blijkens opgave van den postchèquc-
en girodienst het bij 's Rijks schatkist rentege-
vend belegde deel van het tegoed van den
dienst bedroeg 106,558,196,53^.
AANVULLING ALGEMEENE WET EN
GEDISTILLEERDACCIJNS.
Ter beteugeling ven dc fraude
met gedistilleerd.
Ingediend is een wetsontwerp, houdende aan
vulling van de algemeene wet betreffende de
heffing van de invoerrechten en accijnzen en de
wettelijke bepalingen betreffende den gedistil-
leerdaccijns.
In dit ontwerp 'zijn krachtige maatregelen
neergelegd ter beteugeling van de fraude met
gedistilleerd.
Tot dusver konden grensbewoners aan smok
kelaars de gelegenheid geven hun lading op een
boerenerf of in een tuin neer te leggen, totdat
dezen de kans schoon zien die verder te ver
voeren.
Thans is een bepaling voorgesteld, welke op
bet onvrij terrein nan die straffeloosheid een
eind zal maken.
Voorts is een strafverschcrping facultatief ge
laten, doch het is gewenscht den rechter ge
legenheid tc geven in ernstige gevallen gevan
genisstraf op te leggen.
Verder zal een nieuw artikel voorzien in de
leetnte, dat in .het open veld of op den weg
het neerleggen van goederen niet strofba«sr is.
Een nieuw artikel heeft ten doel, den opslag
van gedistilleerd in een pand, op een al dan
niet besloten erf of op een ander besloten ter
rein, daar waar deze thans volgens dc gedisti!-
leerdwet nog ongehinderd kan geschieden, aan
de verplichting tot dekking te onderwerpen.
Voorts is het noodzakelijk, dc mogelijkheid
te openen om het vervoermiddel, waarmee de
smokkelwaar vervoerd wordt, verbeurd tc ver
klaren.
VERHOOGING VAN DEN ACCIJNS OP
TABAK.
De verhooging gereduceerd tot
15 pet. voor sigaren cn 25 pet.
voor sigaretten.
In zijn memorie van toelichting op het wets
ontwerp tct verhooging van den accijns op ta
bak zegt de minister van financiën, da^ hij op
aandrang van verschillende bij de tabaksindus
trie en bij den handel in tabaksfabrikaten be
trokken groepen is teruggekomen op zijn oor
spronkelijke voornemen, een verhooging voor tc
stellen tot 20 pet. voor sigaren en gekorven
tabak en tol 40 pet. vc-or sigaretten. Tot op
zekere hoogte kon hij de vrees deelcn, dat dc
productie door deze verhoogingen zou terug
gaan en in*verband daarmede heeft hij zich
beperkt tot heffingspercentagc, waarvan eencr-
rijds een niet onbelangrijke verhooging van op
brengst mag worden verwacht cn anderzijds de
industrie ervan geen of althans s'echts geringe
nadcclcn zal ondervinden. Een mogcijkhcid, die
niet geheel is uitgesloten, is dat de verhocging
van den sigarettenaccijns het gebruik van siga
retten cenifiszins zal doen afnemen. Hiertegen
zou cchteT kunnren opwegen verruiming van de
vraag naar sigaren en waar in de sigarenindus-
tric in tegenstelling met de sigorettenfabricaqe
alles docr handenarbeid geschiedt, zou door
door uitbreiding van werkgelegenheid* in het
leven -worden geroepen.
Voorgesteld wordt thorts een verhooging tot
15 pet. van den kleinhandelsprijs behalve van
dien van sigaretten, waarvan de accijns 25 pet.
zal bedragen.
De minister verwacht daarvan een hoogere
opbrengst van 9 millioen. Bedoelde opbrengst
blijft ongeveer 6 millioen beneden het bedrog,
dot de minister zich oorspronkelijk voorgesteld
he-i uit den verhoogden tabaksaccijns te kun
nen verkrijgen. In verbond met andere voorzie
ningen op belastinggebied die in vergevorder-
den staat von voorbereiding zijn, heeft de minis
ter, gemetnd, daarom voorloopig te kunnen be
rusten.
Algeheele vrijstelling van navordering op
voorraden zou in hooge mote ongelijke concur
rentievoorwaarden scheppen tusschen winkeliers
In het stelsel van den minister is het den winke
lier vergund gedurende 3 muonden na het in
werking treden van de wet tabaksfabrikaten te
verkoopen zonder dat hij den verhoogden ac
cijns zal hebben tc betalen. No verloop von 3
maanden zal hij een voorraadaangifte hebben in
te leveren en van de voorhanden zijnde artike
len den verhoogden accijns schuldig worden.
De minister komt voorts nog- op het bande
rol lesy stee m cn zegt, dat er naar zijn overtui;
gin£ moeilijk een ander systeem te bedenken is,
dot, zonder tot onbillijkheden aanleiding te £*-
ven, de schotkist een bate verzekert als thans
wordt verkregen.
Het is den minister niet ontgaan, dat het aan
beveling zou kunnen verdienen de vigecrcnde
wet in enkele opzichten tc wijzigen, in dien zin.
dat strengere bepolingcn worden gemaakt met
betrekking tot het verkeer met ruwe tabak. In-
tusschcn is hij van oordeel, dat bedoelde stren
gere maatregelen, die voor een deel ook zonder
wetswijziging wel kunnen woeden toegepast, zoo
lang mogelijk achterwege bchooren te blijven.
Voor het overige heeft hij zich bepaald tot het
opnemen van bepalingen die verband houden
met de voorgestelde verhooging.
DE TABAKSBELASTING.
Actie van den A. T. A. B.
Het bestuur van de A. T. A. B. (Anti-Tn-
baksaccijns-Bond) heeft tot eenige voornon-
staande personen in dc tnbnkswereld de volgen
de vragen gericht
I. Zal, naar uw oordeel tn inzicht, een an
dere wijze von" belastingheffing, dan de nu vi
gecrcnde op tnboksartikclcn, voor onze natio
nale taboksmorkt nadeelig zijn
II. Acht u, met name be'asting van hel ruwe
product ongewenscht omdut doordoor onze
transitohandel in het artikel zal worden ge
schaad en wellicht geheel verdwijnen
III. Zal, bij de tegenwoordige ingewikkelde
verhouding op internationaal, financieel gcr
bicdr inderdaad de Hollandsche markt niet om
allerlei redenen bevoordeeld blijven, ongeacht
een belasting aan de bron, d.w.z. bij den invoer
uit tie Koloniën
IV. Kunnen naar uw inzicht, bovendien wet
telijke voorzorgen een maohtsverplootsing niet
beletten en zou onze Indische Tabakscultuur
mede, zij het indirect, worden beschermd
V. Vreest u eveneens groote nadeden voor
de nationale tnbaksmarkt, indien onze sigaren-
industrie door de fiscale heffing verder wordt
gedemoraliseerd
VI. Wegen, naar uw oordeel, de weinige
millioencn belasting, ui{ den accijns, tegen een
vernietiging onzer nationale industrie opeen
vernietiging, die, naar veler gezaghebbend oor
deel, voor de d$ur staat
VII. Mogen wij uw oordeel en advies publi-
cceren
BAKKERSNACHTARBE1D.
De Minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid, voorzitter van den Hoogen Rand van Ar
beid, heeft bij beschikking van 5 Juni 1924.
gelet op art. 5 van het K. B. van 4 October
1919, voor de Nederlandsche Vereeniging van
Werkgevers in het Bakkersbedrijf benoemd tot
leden van den Hoogen Rand van Arbeid (Com
missie III) de hecren H. R. Hetzcl, voorzitter,
cn W. J van der Meer, secretaris dier vereeni
ging, in het bijiondcr voor de behandeling van
het voorontwerp von wet tot wijziging van de
bepalingen van de Arbeidswet betreffende de
broodbakkcrijen.
Een werkgeversadres ean den
Hoogen Raad van Arbeid.
De Ned. Vereeniging van Werkgevers in het
Bakkersbedrijf heeft een adres aan den Hoogen
Rand van Arbeid gezonden, waaraan het vol
gende ontleend is
De herziening der Arbeidswet 1919 heeft
niet aan de verwachtingen beantwoord noch
bij het groot- en middenbedrijf, noch bij het
kleinbedrijf, nóch bij de arbeiders, nóch bij dc
consumenten.
Als belangrijkste nieuw element is toen in
de wet opgenomen het verbod om vcrsch en
opgewarmd brood te vervoeren voor negen
uur des morgens en te verkoopen en af te
leveren voor tien uur des voormiddags.
Gevolg van dit in den land'O toen algemeen
geldend wordend verkoopverbod is geweest,
dat het broodverbruik nog meer is terug-
geioopen, omdat het publiek ©p den tijd, dot
het zulks wenscht n.l. bij het ontbijt geen
verech brood kan bekomen. Was in het groot-
en middenbedrijf in meerdere gevallen het de
biet reeds met ongeveer vijf en twintig procent
achteruitgegaan, thans blijkt een achteruit
gang vrijwel over do geheelc linh? van ten
minste dertig procent Het grootbedrijf is ni"t
in staat geweest het Verloren debiet terug tc
winnen, niettegenstaande tonnen gouds zijn uit
gegeven voor uitbreiding der fabrieken, het bij
plaatsen van ovens, machinerieën, enz. In het
algemeen kan gezegd «worden, dot de ovcnca-
paciteit is verdubbeld, terwijl het debiet slechts
zeventig procent bedraagt. Met ongeveer
200 cvencnpaciteit wordt op dit oogenblik
gebakken 70 van het vroeger geproduceerde
brood
Derhalve een enorme kepitaolverspiiling.
In het groot- en middenbedrijf beginnen de
arbeiders des morgens vijf uur met hun werk.
Waar voor twaalf uur des middags in verre
weg tie overgroote meerderheid der bakkerijen
het brood gebakken en bezorgd moet zijn, kun
nen de bakkersgezellen slechts gedurende vijf
uren intensief ean de broodberciding arbeiden.
Slechts 2/5 gedeelte van den wettelijk toe-
trestanen arbeidstijd wordt derhalve per arbei
der voor de broodbereiding gebruikt. Dit is
tegen het belang der arbeidersklasse, omdat
daardoor een streven is ontstaan om zooveel
mogelijk arbeiders in gedeeltelijken dienst te
nemen. Wel is waar wordt door de arbeiders
organisaties en o i. terecht getracht dit
euvel te bestrijden, doch waar dit jaar alleen
voor de gemeenten Rotterdam en 's-Groven-
hage met de organisaties overeenstemming is
verkregen over eene collectieve arbeidsover
eenkomst, zal dit kwaad steeds voortwoekeren.
De twintig procent losse arbeiders, in dc col
lectieve arbeidsovereenkomst toegelaten, zal
weldra uitdijen wellicht tot veertig a vijftig
procent.
Wordt deze voorspelling bewaarheid en
deskundigen zien het zóó en niet anders,
dan zal slechts ongeveer de helft der bakkerij-
arbeiders een vol weekloon verdienen. De
andere helft voorzoover dezen arbeid kun
nen bekomen geniet dan iets meer dan een
half weekloon, waardoor zij op ondersteuning
uit werkloozcnkassen, enz. zullen zijn aange
wezen.
Doch ook reeds nu ten gevolge van het
geringe en steeds dalende broodgebruik
neemt de werkloosheid onder de bakkerij
arbeiders hond over hand toe.
De distributiekosten van het brood zijn exor
bitant hoog tegenover vroeger. Thans wordt
door een veel grooter aantal broodbezorgers in
totaal slechts ongeveer 70 van de vroegere
hoeveelheid brood bezorgd.
De kwaliteit van het brood is beduidend min
der dan voorheen. Doordat eerst om vijf uur
des morgens door de ploeg met den arbeid mag
worden begonnen, moet in ren korte spanne
tijds van vijf uren van 5 tot 10 uur na
genoeg dc geheeld broodproductic worden ge
reedgemaakt. Tijd om dc deegen behoorlijk te
laten rijzen, bestaat niet. De verdere afwerking
van het brood laat zeer veel te wcnschcn over.
Het publiek moet zich derhalve tevreden stel
len met een minderwaardig product en zulks
buiten dc schuld van patroons en arbeiders,
doch enkel door gebrek aan tijd.
Resumerrervdc zijn dc gevolgen van dc
afschaffing van den nachtarbeid
Vermindering van het broodverbruik
Meerdere werkloosheid onder dc arbeiders
Verhooging der productie- en distributie-
kosten
Vermindering van tie kwaliteit van het brood;
Verbooging der broodprijzen.
Hieruit volgt, dat met de wijzigingen, door
de Regeering voorgesteld, niet kan worden
ingestemd.
Waar fncto het gevolg vnn de voorgestelde
wijzigingen zal zijn volledige invoering van
den nachtarbeid binnen een of twee jaar, zij
in overweging gegeven daartoe dan maar da
delijk over te gnan, doch zoodanig, dat ook
met de belongen der arbeiders rekening wordt
gehouden.
VERRUIMING GEMEENTELIJK BELASTING
GEBIED.
Een statistiek.
Door het Centraal Bureau voor dc Statistiek
is een statistiek betreffende dit onderwerp be
werkt, waarin voor elke gemeente de opbrengst
van alle afzonderlijke belastingen is medege
deeld over dc jaTcn 1920 en 1921. Hadden de
gemeenten over het eerste jaar de bevoegdheid
opcenten tc heffen op de grondbelasting cn op
de dividend- en tantième-belasting, alsmede be
lasting op het inkomen (hoofdelijke oms'ag),
op honden, een bouwbelosting en hc^ vergun
ningsrecht, van 1921 af is dc mogelijkheid
opengesteld bovendien opcenten te doen hef
fen op de Rijksinkomsten- cn vermogensbelas
ting, terwijl als nieuwe belastingen zijn inge
steld een bouwterreinbelasting, een assurantie-
be'osting, een logeergastenbelasting, een be
lasting op openbare aankondigingen en een
zakelijke bedi ijfsbelasting.
Over 1920 leverden de belastingen voor a'.lc
gemeenten te zamen ruim 270 millioen gulden
op (in 1912 nog slechts ruim 45 millioen gul
den), ot-er 1921 brachten de reeds bestaande
belastingen in totaal bijno 260 miljoen gulden
op (cl. i. ruim 32 millioen meer dan over 1920).
terwijl de nieuwe belastingen in totaal ruim
10 mi'Iioen gulden opbrachten. Hierbij zij op
gemerkt, dat over 1921 door geen enkelo ge
meente van de bevoegdheid gebruik werd ge
maakt tot het heffen van een bouwterrein-, een
assurantie, of een logeergastenbclasting.
RIJWIEL BELASTING.
De wijze van betaling.
Nu de aanneming door de beide Kamers der
Stoten-Gcncraai van het wetsontwerp op de rij-
wielbelnsting verzekerd schijnt, hebben de hee-
ren P. en J. Carrière, directeuren cener Rijwiel-
verzekeringsmaatschappij te 's-Gravenhogc,
zich tot den minister van Waterstaat gewend.
Adrcsronfen zijn ven oordeel, dat de voldoe
ning der verschuldigde belasting-penningen doo.
middel von de bekende plaatjes; niet enkel op
postkantoren moet plaats vinden, gelijk in dc
bedoeling van Z. Ex. den minister von Finonciün
schijnt tc liggen.
De hecren Carrièrc wijzen daarom in hun
adres aan tien minister op de uitbreiding van
de teak dei postkantoren. Zij vreezen, dn^ de
nieuw voorgenomen maatregel tic belasting
betalers, aanstonds in de kantoren, vooral in
die van groote steden, wederom in de file zal
moeten doen plaats nemen.
Acressanten vragen nu den minister van Wa
terstaat om bij zijnen ambtgenoot van Finan
cien bezwaar te maken tegen den verkoop in
postkantoren. Inmiddels heeft de directie der
's-Cravfcnhoogsche Rijwiel verzekerings-maot-
schoppij zich tot den minister van Financiën ge
wend mei ten adres, de betaling der belasting
op rijwielen te doen plaats hebben vin de Bank
bedrijven, gelijk de betaling van a'lerlci andere
belasting veelvuldig kan plaats vinden.
HET VEER MOERDIJK—WILLEMSDORP.
De uitbreiding der zomerdienst
regeling.
Op de vragen ven den heer Bract betref
fende uitbreiding van dzn dienst van het veer
MoerdijkWillemsdcrp gedurende de zomer
maanden, heeft de heer Vnn Swaay, minister
vnn Waterstaat, het volgende geantwoord
Vermits den ondergeteekende eenige uit
breiding vnn de zomerdienstregcling van het
Moerdijkscho veer wenschelijk voorkwam, werd
reeds bij beschikking van 14 Mei 1924 bepaald,
dot, bij wijze van proef, gedurende de maanden
Juli en Augustus do dienst met een uur zai
worden verlengd, in dier voege, dat oJsdan de
laatste booten van Moerdijk om 10 uur n.m. en
van Wiilemsdorp om half 11 uur namiddag zul
len afvaren.
Ondergeteekende meent den uitslag dezer
proef te moeten afwachten, alvorens verdere
maatregelen te treffen.
DE WETTELIJKE BESCHERMING VAN HET
DIPLOMA ZIEKENVERPLEGING
Een ongeoorloofd insigne
Door mejuffrouw Groeneweg zijn aan den
minister van Arbeid, Handel en Nijverheid de
volgende vragen gesteld
1. Is het den minister bekend, dat leden van
de te Amsterdam gevestigde „Onderlinge Ver
eeniging van Kraamvrouwenverpleegstcrs" hoe
wel niet in he* bezit zijnde van een diploma A
of B, genoemd in het tweede lid van artikel I
van de wet van den 2tien Mei 1921, tot wet
telijke bescherming van het diploma van zieken
verpleging, een insigne dragen met het op
schrift „Bond van Kraamvrouwenverplceg-
sters"
2. Acht de minister dit niet ongeoorloofd
met het oog op het bepaalde m het eerste lid
van artikel 1 van genoemde wet
ONDERSCHEIDINGEN VOOR DE AMST.
POLITIE.
Aan den hoofdcommissaris van politie te Am
sterdam, den heer A. J. Marcusse, is verleend
het officierskruis in de orde van het Roode
Kruis van Oostenrijk, met de oorlogsdecoratie;
den administrateur der politie, den hoer H. H.
Klijnvcld, werd het ecretecken der 2e klasse in
dezelfde orde verleend, evenals aan den hoofd
inspecteur der centrale recherche, den heer K.
H. Broekhoff.
MIJ. TOT NUT VAN 'T ALGEMEEN.
Dc Arnhcmsehe vergadering.
(Vervolg.)
No zijn met applaus begroete openingsrede
heette de voorzitter ter vergadering welkom den
heer H. P. J. Bloemers, oud-secretaris der
Maatschappij cn richtte daarna een woord van
gchikwensch tot den afgevaardigde van het
departement Nieuwcnhoom, dot juist Jaar
bestoot.
De heer H. Kraai (Winschoten) vroeg den
voorzitter een nadere uiteenzetting van het
standpunt der moatschoppij inzake de Onder
wijswet.
De Voorzitter wees er op. dat h°t k°""
stuur stout in de voorste rijen van hen, die de
gewetenseischcn, welke ten grondslag liggen
aan tie pacificatie, eerbiedigen. Moor het tvil
ook op dit gebied strijden voor do vrijheid von
het geweten, een der beste en heerlijkste dingen
aan ons volksloven eigen. Het is plicht om een
beroep te doen op hen, die het algemeen belang
stellen boven particuliere of geschillen in klei
nen kring. De maatschappij wil niet tornen aan
wat onder leiding van dr. Bos is tot stond ge
bracht, mnnr er dient voor gewaakt dot ieder
maar een greep uit de schatkist kan doen om
welke redenen dan ook, opdnt de nu ingedien
de wet ook werkelijk bezuinigingswet worde.
Nn vaststelling van het jaarverslag hield de
heer L. C. T. Bigot zijn inleiding over het jong
ste ropport der Maatschappij tot Nuj von 't
Algemeen inzake hoor schoolpolitiek, welke an
leiding gaf tot hef stellen von vragen door ve'e
afgevaardigden.
Dc vragen tot den inleider gericht betroffen
vooreerst de peoctijk vnn hut Daltononderwijs.
Voorts werd opgemerkt, dot het gedeeltelijk
„doltonisccrcn" wellicht bezwaren heeft, omdat
dan als het ware een dubbel klassikaal onderwijs
zal ontstoan.
Dooc het dep. Vloordingen werd als
bezwaard tegen de Doltonmethodc aangevoerd,
do aard van ons volk en het feit dot school en
onderwijswereld te veel buiten het dogelijksch
leven staan.
Mr. Von Hinloopen Lobberton
(Haarlem) had met genoegen dc mcdedecling
vernomen, dat er naar de meaning van den
Minister voer tic Dnltonmethode plaats is in
onze ondcrwijswctgcving. Spr. vraagt of een
practisch plan gereed ligt tot invoering van dv
methode.
Door tien heer Knot tne rus (Utrecht)
werd opgemerkt dnt de beginselen van het Dal
ton-systeem zelcrr sympathiek rijn. Zij berusten
op zelfwerkzaamheid, op welk terrein niet doo-
Dalton alleen wordt gewerkt. Spr. meent dv
het noodig is dnt het Nut zich niet bepnnlt tot
een bepaalde richting, doch ook andere syste
men moet bcstudeeren. Nagegaan dient te wor
den of een voor Nederland geschikt systeem is
samen te stellen uit hetgeen men om zich heen
in proctijk ziet gebracht. Spr. wijst er op dat in
Juli te Berlijn een cursus kan worden bijge
woond, waar verschillende ondcrwijs-systemen
oan de orde zullen zijn.
In zijn antwoord wees de heer Bigot er o.n.
op dat, zoools in Engeland is gebleken, begon
nen kan worden met het daltonisecren von cón
klasse.
Art. 25 sub 5 von de lager onderwijswet
maakt mogelijk dat de voorschriften voor
leerplan, rooster enz. buiten werking worden
gesteld voor bepaalde scholen. D«t dan ook
voor de Doltonscholen moeten geschieden. Een
bepaald practisch plan voor de invoering d©r
methode is nog niet gereed. Spr. deed voorts in
antwoord aan een der nfgevaardigden die be
twijfelde of er bij de Daltoivmethodo voldoende
gelegenheid zou zijn vcor repetities, uitkomen
dat het systeem daarvoor alle ruimte laat. Wat
dp opmerking van den heer Knottnerus
(Utrecht) aangaat, zcide spr. dat tie commissie
niet alles omver behoefde te halen, waar bepaal
de ideeën bij haar vaststonden. Uit het begrip
cenheidsschool ontwikkelde zioh de noodzake
lijkheid von losser klnsseverbond en men moest
daordooT terecht komen bij de Doltonschool.
Vervolgens was aan de orde een voorstel van
het Depnrtement-B erger om op de begroo
ting 1924/25 een bedrog van 1000 uit te trek
ken voor lichamelijke ontwikkeling.
Hef hoofdbestuur adviseerde om «in verbond
met den toestond der financiën het voorstel niet
ann te nomen.
Het voorstel werd daarop z. h. s. verworpen.
De begrooting werd vastgesteld in ontvangst
cn uitgaaf op een bedrag van 66.151.92.
In zijn sliritingswoord bracht de voorzitter
huldp non moj. E. C. Knappert en aan tien heer
J. H. H. Piccnrdt, die als leden van het hoofd
bestuur aftraden.
DE MOEILIJKHEDEN VAN „HET
WITTE KRUIS."
Een verklaring tier directie.
Naar aanleiding van de loopendc geruchten
en berichten in dc dagbladen deelt de directie
yen „Het Witte Kruis" het volgene mode
Toen het tegen hoor uitgesproken vonnis
wegens overtreding der Loterij wet op 28 Mei
j.l. van kracht geworden was, kwam het haar
noodzukclijk voor, zich aan dc opvatting van de
rechterlijke macht te onderwerpen.
De directie besloot, hel tegenwoordige bedrijf
stop tc zetten om zoo spoedig mogelijk over te
gaan tot een wettig en dus geoorloofd
stelsel, waarbij met houders van. nog nic-t uit
gelei» 5de klasse coupons ren alleszins' billijke
regeling zou worden getroffen.
Reeds spoedig bleek, dat, vooral van de zijde
der Amsterdamsche hoofdagenten, hier
tegen bezwaar werd gemaakt, waarop de direc
tie op haar besluit terugkwam, ten einde de loo-
pende loterij eerst gewoon of te wikkelen, het
geen aan alle hoofdagenten in Nederland werd
bekend gemaakt.
Toen nu echter een weck later de directeur
van het bijkantoor te Amsterdam om 40,000
(liever; 60,000) kasaanvulling vroeg, hoewel