KINDERRUBRIEK De rubriek van Oom Karei. Laat ik jullie maar eerlijk bekennen, dat ik bang geweest ben, dat de opstellen-wedstrijd mislukken zou. Maar gelukkig, de vorige week zijn er heel wat opstellen bij gekomen, en bo vendien zijn er nog heel wat beloften, die nog niet vervuld zijn, en je weet: belofte maakt schuld. Stel nu niet te lang uit, 1 Juli moeten ze uiterlijk in mijn bezit zijn. De raadsels zijn over het algemeen deze week erg gemakkelijk gevonden, ik geloof dan ook n:et, dat ik ooit zooveel goede oplossingen heb gekregen. Alleen zijn er heel wat bij, die zich blijkbaar suf hebben gedacht over dat andere woord voor vogeltjes, zooals jullie ziet moest het „pietjes zijn, een van jullie heeft er zelfs snaters van gemaakt, wat nog zoo dom niet was. Ik denk dat jullie deze week met de raadsels weer wat meer moeite zult hebben; dat ze de vorige week zoo gemakkelijk waren is niet erg voor een keertje, juist deze keer waren er heel wat nieuwe neefjes en nichtjes bijgekohien, en het is vervelend als die zoo'n eersten keer door moeilijke raadsels worden afgeschrikt NIEUWE RAADSELS. I Kruisraadsel. X X - X X i XXXXXXXXX X X X X Op de eerste rij komt een klinker te staa-., Op de tweede een deel van den dag Op de derde een stad in Drente. Op de vierde kleine roofdieren. Op de vijfde het gevraagde woord, een werelddeel. Op de zesde voorwerpen, waar men mee knipt. Met de zevende rij stookt men de kachel. Op de achtste rij komt een boom Op de negende rij een klinker uit de acht ste rij. (Ingez. door Kikkertje.) II. Mijn geheel bestaat uit veertien letters en komt in de Kinderrubriek voor 6. 4, 7, 8 is een lichaamsdeel 10, 11, 9, 10, 14 is een vogel uit de rubriek van voor twee weken. Als men 5, 2, 12 warm maakt, wordt het vloeibaar. 13, 7, 6 is een meisjesnaam beginnend met de letter j. Een 3. 4, 8, 6 is een geldstuk. 1, 10, 12 is een kleedingstuk. (Ingez. door Blondje). III. Verborgen riviernamen. Berk, els en hazelaar dragen in 't voorjaar katjes. Harlingen ligt in Friesland. In de dorpen om Maastricht zijn veel huizen van leem. RAADSELS. Oplossing van vprigen keer. I. Lang, bang, tan?, gang. 11. Kinderrubriek met de woorden, beek, drie, brik, ruiker, knie, bruin lil. Tante Riek met t, kan, kanon, pietjes, paarden, Trien, bek en k. De prijs heeft gewonnen: Arie Stuurman, dus die venvacht ik Maandag even, om het boek te halen. Oplossing Extraraadsel van Blondje „Een paar klompjes" met de woorden, olm, laars, peen, jekker, peer. Spinnetje heeft het paar steenen klompjes ge wonnen. VRAAGSTUKKEN. Oplossingen van den vorigen keer: I. De echo. II. Ze loopen dan over den weg. III. Ze draagt een panama. KAATJE DE MORSEBEL. Kaatje was een morsebel Honderd maal zei moeder wel: „Kind hou toch je jurkje net „Mors niet zoo op je servet." Maar dat hielp geen ziertje Kaatje bleef een morsig diertje. Wat heeft moeder toen gedaan? Ze is naar het varkenshok gegaan Waaruit ze, toen het eetuur kwam Drie van hare bigjes nam Midden tusschen die gezeten Moest Kaatje nu aan tafel eten. Kaatje schaamde zich verbazend De andere kinderen lachten razend. Want die waren altijd net En op properheid gezet. (Ingez. door Pinksterbloem.) VOOR DE MEISJES. Receptenhoekje (redactrice Lekkerbelcje). I Sagomelk. 1 L. melk, 60 gr. suiker, 12 gr sago, 5 kruid nagelen, 10 c.M. pijpkaneel. Bereiding: Trek de melk met de kruiden ge durende een uur; maak ze daarna aan den kook, voeg de suiker toe en bind ze met sago. II. Spaansche saus. 15 gr. bloem, 25 gr. boter, L. bouillon of jus, 10 gr. uien. 1 theelepel soja. Bereiding: Fruit, bloem, boter en ui, voeg daarbij de jus of bouillon en soja; kook de saus roerende 10 minuten en giet ze door een zeef. VOOR DE OUDEREN. Wist je dat: Een gasvlam evenveel lucht gebruikt als 4 volwassenen? Een duif zonder tegenwind gemakkelijk 80 K.M. per uur kan afleggen? In Midden-Afrika rupsen voorkomen, die zij den nesten weven zoo groot als kokosnoten? In China zijdewormen per gewicht worden verkocht? Het eerste glas in het jaar 1226 werd ge maakt? Met het bloote oog 5000 sterren zichtbaar zijn? De eerste diamanten in Engelsch-Indië ge vonden zijn? Levertraan tweemaal zooveel voedingswaarde bevat als boter? Een walrus ongeveer 1500 pond vleesch. 1000 pond olie en 500 pond leer oplevert? (Ingez door Doffer.) CORRESPONDENTIE. Poesje. Je eerste brief kwam te laat, nu heb ik er dus twee tegelijk te beantwoorden en zet ik je daarom maar vooraan. Ik heb nu een heele voorraad van je, je eerste raadsel is mis schien wel geschikt voor de „vraagstukken", daar hoort het wel thuis, het tweede lijkt mij nogal lastig. Als ik je tegen kom, zal ik je direct uit je teekemng herkennen. Wat maak je een vorderingen met zwemmen, terwijl ik dit schrijf is het al weer heel wat warmer, nu zul je jc diploma dus wel gauw kunnen halen. Viel het nogal mee van die plank te springen. Zijn die wedstrijden al gauw, je.moet eens schrijven, of je een prijs gewonnen hebt. Je boodschap zal ik overbrengen Meizoentje. Lekkerbckje laat je vragen of je mee wilt helpen aan de Receptenboek en ze bedankt je „reuze". Dat mooie woord bestaat dus nog steeds, toen Oom Karei jong was (dat is helaas al lang geleden) noemden wij, (en vooral de meisjes) alles ook al „reuze "-fijn en „reuze"-leuk. Begonia. Welkom, nieuwe nicht, ik hoop dat je trouw mee zult doen. Jammer dat je het derde raadsel niet hebt gevonden, ik krijg zoo veel goede oplossingen, dat je, wil je kans op een prijs hebben, ze meestal wel allemaal goed moet hebben. Je raadsel hoort ook thuis onder de vraagstukken, ik zal ze eens plaatsen. Schrijf me maar eens wat over je leven, over de school of je vriendinnen, of wat je maar wilt. Zet in het vervolg op het couvert: „Aan Oom Karei", wil je. Gerard L. Jij bent ook al zoo'n zwemmer, wat hebben m'n neefjes en nichtjes wat afge- klaagd over het koude weer. maar nu is het ergste leed weer geleden Hoewel je hier in Holland nooit voorspellen kunt hoe lang het goed blijft. Daar heb ik met de kinderrubriek ook al onaangename ervaringen mee opgedaan, dan schrijf ik Woensdag's over het warme weer, en als de krant 's Zaterda'gs uitkomt loopt iedereen te rillen van de kou en sla ik een gek figuur. Ja, ik fiets in dezen tijd heel wat af, het is hier ook overal even mooi en die Umo-paden brengen je op plekjes, die vroeger met de fiets niet te bereiken waren. Dank voor je raadsel, het spreekwoord is in dezen vorm niet zoo bekend. Mignonette. Ik neem het je niets kwalijk hoor, als je eens overslaat, vooral als je zoo'n geldige reden hebt. Jammer dat je geen jongen bent, anders zou je mee kunnen doen aan den opstellenwedstrijd, je hebt zoo aardig van de fietstocht verteld. Was dat bij de Pyramidc waar je geweest bent? En ben je niet op de Pyramide zelf geweest, of regende het daar te hard voor? Vroeger mocht je er voor niets op, ik meen dat dat tegenwoordig veranderd is; je hebt er een schitterend uitzicht. Theo B. Natuurlijk mag je ook wel iets zelf bedenken, ik laat jc daar graag vrij in. Maar je zult toch wel iets kunnen vertellen van school, of iets wat thuis gebeurde; je hebt het mis, als je denkt, dat alleen groote gebeurte nissen daar geschikt voor zijn, die beleven de meestcn niet. Denk je er om, vóór 1 Juli in te zenden. Uit je leuke teekening achterop merk ik wel dat je veel fantasie hebt, wil je dus een sprookje bedenken, ga dan je gang maar; het is een mooi huisje, die paddestoel, wat heeft die dame, ap pelbollen? Of zie ik dat verkeerd. De Driehoek. Je bent maar een boffert, dat je daar zoo heerlijk buiten woont, vooral in dezen tijü kan ik er naar verlangen. Dat is wat anders, als zoo'n stoffige groote stad. Dank voor al je inzendingen, ik kan er wel wat van gebruiken, dat gedichtje is van Speenhoff. De plaatjes zijn keurig, je kleurt zeker graag, ik zal daar ook nog eens een wedstrijd van maken. Daisy. Die fietstocht ken ik heel goed, jammer dat jullie zulk slecht weer hebt getrof fen. Je zult wel moe zijn geweest, na afloop, het is een heele trap. Er schijnen heel wat van mijn nichtjes mee geweest te zijn. Frits R. Het moet pietjes zijn, er zijn er nicer, die het niet hebben kunnen vinden. Vang je wel eens wat in de Korte Gracht, ik zal er eens naar je uit kijken. Je raadsel kan ik niet direct plaatsen, ik heb nog voorraad, je moet maar even geduld hebben. Gymnast. Ja, je opstel kwam nu in mijn bezit, er komen er nu al wat meer. Jij bent ook al over de „pietjes" gestruikeld, dat was het andere woord voor vogeltjes. Troost je maar, je bent de eenige niet en ik heb jullie maar mee laten loten, de uitkomst was toch goed. Sprinkhaan. Ik ben blij dat je weer mee doet. als je er tijd voor hebt, hoop ik geregeld van je te hooren. Je raadsels waren goed, in een kruisraadsel moet voor elk kruisje een letter ko men, die dan samen het gevraagde woord vor men, zet de oplossing maar eens in het kruis van de vorige week, dan zul je wel zien hoe het uitkomt. K r u 11 e b o 1. Je raadsels komen bij den voor raad, ik heb er nu weer flink wat. Je zult ze over ccnigen tijd wel geplaatst zien. Annie v. d. W. Nu begrijp ik pas, waarom je dat vroeg, van het melk drinken, Tante Riek verwent jullie maar. De raadsels werden over het algemeen gemakkelijk gevonden, ik geloof niet, dat ik ooit zooveel oplossingen heb gekre gen. Ik vind het prettig om te hooren, dat je moeder de rubriek ook gezellig vindt, jullie werkt ook allemaal zoo flink mee. Er zijn er heel wat bij, die me al van het begin af trouw gebleven zijn, en telkens komen er nog weer met nieuwe ideeën. Ja, dat naampje is veel aardiger voor Groot vader, lief van hem om je brief weg te bren gen, je bent altijd prachtig op tijd, daar heb ik bij anderen nog wel eens over te klagen. L u c i e v. B Dus je laat me niet meer in den steek, mooi zoo. Wat een mooi viooltje, je hebt het keurig gedroogd; heerlijk ruiken die anjers, hè, maar die kun je niet zoo goed drogen, denk ik. Ben je blij, dat Moeder weer beter is, ik weet nog wel, hoe naar het over huis is, als je moe-^ der ziek is, gelukkig dat het maar kort duurde. Spinnetje. Jij hebt de klompjes, van Blondje gewonnen, beh je blij. Je komt ze Maandag wel even op het Bureau van de krant halen, hè. Als je de hei over bent, sla je tegenover dat café links af naar de Treek, dan ga je eerst rechtuit, en als de weg zich naar links buigt, blijf ie rechtuit gaan, een smal paadje door de hei op. Dan loop je maar door en kom je al gauw aan het meertje. Het is er schitterend mooi, maar ik krijg er altijd een heel eenzaam en verlaten gevoel J o p i e Slim. Ja, je bent een van de trouwe klanten, het doet me genoegen, dat ik in je dage- lijkschc gewoonten ben opgenomen. Denk je vooral aan het opstel, ik wil er erg graag een van je hebben en er is nu niet zooveel tijd meer. Je zusje is welkom, ze zal wel mijn jongste raadselnichtje zijn. Dat je vader zoo'n kijk op die klavertjes heeft, daar had ik nog nooit va i gehoord. Alaar zeg, je hebt zeker vergeten ze in te sluiten, want ik heb ze niet in je brief kunnen vinden. Vlindertje Natuurlijk mag je mee doen, hoe meer hoe liever. Wat heb jij een aardige broer, om voor je te schrijven. Ga je dit jaar naar school, dan krijg ik al gauw een zelf ge schreven briefje van jc Je moet niet ziek worden, ben je al weer op geknapt, met mooi weer is het in bed niets pret tig. Hadt je erge koorts. Jan R. Jij hebt maar pleizicr gehad in de vacantie, dank voor je opstel J o 2. Nu waren je raadsels goed, je hebt mee mogen loten, maar je was niet zoo gelukkig een prijs te winnen Jc moet den moed er maar in Jioudeh, trouwens je hebt in het begin al eens gewonnen, is 't niet? Ook al naar de Pyramide geweest, jullie lijkt daar allemaal wel heen te tiekken Geen wonder dat je moe was. jc moet ncgal eens de hoogte op trappen. Vraagteeken. Als je door du repetities heen bent, hoop ik weer meer van je te hooren. Ik reken er op, dat je met den opstellenwedstrijd mee doet, het is een aardige 'wedstrijd, al moet jullie er wat meer voor werken. Een onderwerp is toch wel te vinden Postzegels heb ik nog niet veel. Frits v a n S. Ga je geregeld meedoen, Frits? Ik heb heel wat nieuwe neven en nichten deze weck. De raadsels waren alle drie goed, ik hoop dat je nog eens een prijs zult winnen. Schrijf me maar eens wat uitvoeriger, jc Oom stelt overal belang in. Zwartkop. Kroeskop is er nu ook, nu ben je niet meer zoo alleen, ik ben benieuwd of er nog een kaalkop bij komt, of is dat tvet mooi genoeg. Jammer dat ik de brief niet Treeg, nu die al klaar was. Zeker mag je daar een opstel over maken, doe het maar gauw. Ton Neve u. Wat een verjaardagen bij el kaar, niet te veel gesnoept, hoop ik. Anders kun je met hc-t mooie weer in je bed gaan liggen. Dat huiswerk is maar een leelijke concurrent voor mij, jullie schijnt het voor de groote vacan tie allemaal nog druk te hebben op school. Doffer En toch zijn jullie neven, want ten eerste heb je allebei een Oom Karei en ten twee de behoor jc allebei tot de duivenfamilie. Ik heb het dus niet zoo mis gehad. Ook van jou krijg ik dus nog een opstel, denk je er om het tijdig in te zenden. En de „Wist je dat 's" wil ik ook graag van je hebben. A r n o I d v. D. Waarom zitjen jullie bij elkaar, is er een onderwijzer ziek? dat zal nu een volle klas zijn. Wees maar blijf t!«t 'jij niet in het beekje bent gevallen, die jongen zal wel ver kouden zijn geworden, niet? Die schoolreisjes zijn maar prettig voor jullie, heb je geen regen gehad? Windheksje. Naverteld door HERMANNA. Tc Zal jullie vandaag eens wat van Wind- heksje vertellen. Jullie kent haar natuurlijk alle maal I Heeft ze je niet dikwijls fijn geholpen bij t oplaten van vliegers Maar ook wel eens erg geploegd door je pet of hoed weg te pakken en voort te blozen, zoodot je ze niet meer kon terugkrijgen f O, en nog veel meer ondeugende dingen heeft Windheksje gednan, daarom heet ze ook heksje. In een groot Engelsch boek met mooie platen heb ik jaren geleden een heeleboel over Wind heksje gelezen en dat ga ik nu voor de kinde ren van onze kindercourant navertellen. Luistert dus maar Windheksje woonde ergens ver weg op de heuvels van het heideland en was een echte on deugd. Ze hield er van de wolken voor zich uit te drijven als een kudde schapen, maar veel en veel sneller gingen ze, dan schapen ooit in hun leven geloopen hebben. Moeder Maan zei, dot ze er duizelig van werd, maar wat gaf Windheksje dóurom Soms kwam zij naar beneden op de aarde om de heideplantjes te plagen, maar die hielden zich stevig vast met hun worteltjes en lachten Windheksje uit Zij kon zelfs de zich kronkelende wegen niet met rust laten en blies er groote stofwolken overheen, zoodat de wegen nauwelijks zelf kon den zien, waar zij heen moesten. De paarden keerden haar den rug toe, zoo gauw zij haar hoorden aankomen en 't vee wilde ook niets van haar weten. Toen haar 't kattekwaad uithalen eindelijk be gon te vervelen, was er dus niemand voor een aanspraakje te vinden en voelde zij zich erg eenzaam, 't Gaf niets, of ze al probeerde zich te verbeteren en zóó zachtjes over 't heideland te blazen, dat er zelfs geen bij door uit haar koers werd gebracht, of 's avonds stille liedjes te zingen tusschen de takken van de berkeboo- men. Iedereen dacht er toch al dien tijd wan trouwend over, wat zij morgen al weer voor on deugende dingen zou uitvoeren. Op 't laatst werd zij zóó driftig en ongeduldig, dat zij 't heide land haastig verliet en op een dorpje neerstieek, dat tusschen de heuvels verscholen lag. Wind heksje rammelde er aan deuren en vensters, blies in de schoorsteenen, in de kamers, kor tom, gedroeg 2ich weer als een ondeugend heksje. Toen ging zij naar Baas Goedmans boomgaard om uit te rusten, maarschud de eerst rog zijn halven oppeloogst van de boo- men. „Doe een goede daad, „voor dat 't is te Iaat, „dan voel je je niet eenzaam meer „Tc verklaar 't je op mijn woord van eer „zet j' oogen maar goed open „'t geluk is niet door drift te koopen 1" „Hoor", zei Windheksje en keek door de tak ken naar den zanger van dit versje een man netje met een gieter, die haast grooter was don hijzelf. Er was niets moois non hem tc zien, bc- holre een regenboogsjerp, die zijn uiterlijk iets vroolijks gaf. Hij lachte en schudde zijn vuist tegen haar „Windheksje, ik heb een appeltje met je to schillen! Vei leden week blies je mijn regen wolken weg, juist toen het 's nachts zou gaan regenen P „Ja," riep Windheksje uit, „dat was een grap I De boeren keken dien avond allemaal naar de lucht en zeiden „Daar komt ccn bui I" En o, wat bromden ze, toen ik daarop de wolken weg blies I" En bij deze herinnering moest ze hard op lachen. „Ja, ja", hernam Regenman, „je bent een stoute, kleine heks. Pas maar op, jo zult er nog eens voor gestraft worden. Werkelijk, al jc on deugende streken zijn Koning Naturus ter oore gekomen en nu zal hij jc misschien wel in de gevangenis stoppen. Ju, pas maar op I" O, wat werd Windheksje toen driftig I Zij schudde de appelboomen zóó heftig, dot er geen enkele appel aan bleef, deed de vensters van Baas Goedmans huis rinkelen en wierp de dek- kleeden, die over de hooibergen logen, hoog in de lucht. Zij blies ccn troep wilde ganzen mij len ver uit hun koers en gooide den weerhaan van den kerktoren naar beneden, Toen ging ze in duizelingwekkende voort terug nonr 't hei deland en ging door op een heuvel zitten uit rusten. Dot zij, na alles wat ze gcdnnn had, ta melijk buiten odem was, kun je begrijpen. De zon stoorde hoor verwijtend uan, toen zjj den volgenden morgen opkwam. Zij wt6 ver ontwaardigd, over al 't onheil, dot Windheksje weer had aangericht. Weldra zou dit onstuimige juffertje evenwel ondervinden, dat 't niets gof, of ze al probeerde den toorn van koning Nutu- rus te ontloopcn. Voordot 't roode schijnsel van den dageraad plaats had gemaakt voor 't gouden zonlicht stond hij reeds vóór haar en schudde zijn zware, puntige speer tegen haar. „Op je knieën, meisje," riep hij uit cn Wind heksje kroop in elkaar cn beefde over al hoor leden. Haar drift was nu weg. „Luister I Mijn dochter Fleuretto heeft hoor hart gezet op een reismantel van distelpluisjes. Ik beveel je deze teerc stof noor mijn poleis te blozen, opdat de naaivrouwen haar zullen kun nen gebruiken voor den mantel. Maar pos op, wees niet ruw f Er mag geen enkel pluisje ge knakt of op één of andere manier beschadigd zijn." En de Koning zette 't ondereind van zijn zware speer met een horde bons neer, om te toonen, dot hij gehoorzaamd wenschte te worden. De mcnschen cn dieren, die in 't heideland woonden, hadden het dien dng zwoor te ver antwoorden, want de wind draaide wel twintig maol en de paarden konden zich telkens haast niet gauw genoeg omkeeren om hun rug in de juiste richting te krijgen. Maar Windheksje wist, dat hoe zij ook tegenspartelde, er toch geen ontkomen voor haar aan zou wezen. Niemand durfde koning No. turus ooit ongehoorzaam te zijn. Den volgenden dag ging zij dus aan het werk. Zachtjes zweefde zij naar een groep purperen distcis cn vroeg om wat pluisjes. Eerst wilden zij stekelig zijn cn haar verzoek weigeren, moor Windheksje kon wel lief zijn, als zij 't wilde, cn zoo wist zij de distels te overreden, 's Avonds kon zij..reeds een groote wojjc pluisjes vóót;. zich uit blazen naar het poleis en Pleurette en haar hofdames grepen cr vroolijk naar. 't Is nooit verstandig toe te geven aan jo hu meur, noch om altijd anderen tc plagen cn te hinderen. Wel is het de zekerste manier om een hoop vijanden te krijgen. Op zekeren dag, toen Windheksje haar taak bijno vervuld had, was ze erg teleurgesteld, dat er geen enkel distelpluisje meer te vinden was op de plaats, waar zooveel distcis groeiden. ,,'t Spijt ons," zeiden de distels, „maar je weet zeker nog wel, hoe ruw jc verleden jaar die aardige, kleine goudvinkjes hebt weggebla zen Nu, hun koning zond gisteren een menigte noar ons toe met 't bevel allo"" pluisjes weg te holen Zij hebben zich goed vun hun opdracht gekweten, zooals je ziet." Windheksje was erg in haar schelp gekropen; gouw vloog ze noor een ander distelveld. He laas, zij kwam tot de ontdekking, dat zij hier allen afgemaaid waren cn nu was Baas Goed man druk bezig ze op een grooten hoop te ver branden. Windheksje kon 't niet loten hem zijn pet van 't hoofd te slaan, toen zij verder vloog. Naar 't noorden, naar 't zuiden, 't oosten en 't westen ging zij, maai toen de avond viel, had zij nog geen enkel distelpluisje kunnen vinden. Doar hadden haar vijanden wel voor gezorgd. Windheksje was ehg terneergeslagen, toen zij audiëntie bij de Prinses aanvroeg. „O, laat Windheksje direct binnenkomen", hoorde zij Fleuretto zeggen „Ik ben juist be zig mijn mantel te passen hij is bijno of." Fleurette zag er allcroardigst uit in hoor nieu wen mantel, want de teere kleur paste goed bij boor gouden hoor en rose gelaatskleur. Maor Windheksje kon haar oogen niet afhouden van de kale plek, die nog niet van 't zachte distel- dons was voorzien. „Uwe Hoogheid, ikik kan er niet meer van krijgen", stamelde zij. De Prinses keek ontevreden cn werd zelfs drif tig. Nu vond Windheksje driftig zijn niet meer grappig. „Je moet dodelijk nog wat gaan holen", zei ze bits„ik kon toch niet op reis gaan in een mantel, die niet of is V „O, foei, neen," riepen alle hofdames en ke ken Windheksje afkeurend aan. Ze hadden me nige berisping aan haar te donken gehad, als zij er door haar toedoen slordig cn verwaaid uitzagen en hadden 't dus niets op haar begre pen. „Je moet nog wot zien te krijgen, al zou je er voor naar 't eind van de wereld moeten reizen", riep de Prinses stampvoetend uit en meteen keerde zo hoor den rug toe. „Vertrek oogenblikkelijk." 't Arme heksje sloop verdrietig weg. Zij liet 't hoofd hangen en was zóó terneergeslagen, dat zij niet eens driftig kon worden. Ze had alle plekjes al afgezocht en wist niet meer, woor zij er nog moeite voor zou kunnen doen. Daar kwam Regenman op een drafje aan om Fleurette's tuin te begieten. De Prinses was heel precies en hield veel van haar bloemen, dit wist hij. Daar hij een goedhartig mannetje was, bleef hij staan, nu hij Windheksje zoo verdrietig zag, om te vragen wat er aan scheelde. „Zoo, zoo", zei hij, toen hij alles gehoord had en schudde 't hoofd „Je beni en lastig kame raadje voor ons allen geweest, dat is waar. Maar zou je nu kunnen beloven goed op te passen, totdat alle bloesems in 't volgende jaar tot vruchten zijn geworden V' m „O jo f O ja I" riep Windheksje uit. *En wil jc beloven mijn regenwolken mot rust te laten „O jo „En 't herfstooft niet of te schudden „O jo, ja I" „Nu, van den winter kun jc dan weer eens een partijtje vechten met Storm-Koning dot mag", zei Regenmon lachende. „Kom eens wat dich terbij." Hij zette zijn gieter neer en ging cr op zitten. Windheksje kwam vink bij hem staanzij hield haar hoofd nog wat gebogen. „rk heb 't long als een geheim bcwoard, Wind heksje, want ik was bang, dat je 't zou beder ven, maar ik geloof nu hcusch, dot jo een be lofte kunt houden." „Ja zeker, dot kan ik en dat wil ik", beaam de Windheksje cn ze bedacht bij zichzelf, hoo de Koning haar wel zou straffen, nis de mantel van zijn dochter door hoar schuld niet af kwam. „Goed. Vlieg zes uren noor 't westen, don kom je bij een denncnboschjcvlieg dan weer zes uren, dan kom je bij een beukenbosch vlieg dan nog eens zes uren vorder, in dezelfde richting, dan kom jo bij 't mooiste dorpje, dut er bestaat Er zijn molsche, frisch groene weiden cn vijvers, woor mooie, witte zwanen in zwemmen en tui nen vol bloemen cn een groot veld vol purpe ren distcis. .Windheksje was al weg. „Wat een haastig gebakerd persoontje", mom pelde Regenmon en nom zijn gieter weer op om den tuin vnn Prinses Fleuretto te gaan begieten. Windheksje vloog eerst met ccn erg onstui mige vaart, maar toen herinnerde zij zich, dot zij bednord oan moest doen om 't lievclings- dorpje vnn Regenmon geen schade te berokke nen cn hield zich dus wot in. Hij had haar nauwkeurige inlichtingen gegeven, dat was ze ker. Alles kwam precies uit zooals hij gezegd had cn zonder moeite bereikte ze 't distelveld, waar ze een menigte pluisjes kon verzamelen. Fleuretto was één en al beminnelijkheid, toen zij 't ontbrekende dons voor haar reismantel kreeg. Opgelucht begaf Windheksje zich dus nu op weg om Regenmon te bedanken. Maar zij kon hem niet vinden. De booze Reus Dor heid had hem gevangen en in zijn eigen gieter gestopt. Bijna wos Windheksje nu weer driftig gewor den, moor gelukkig bedacht zij zich bijtijds, dot de vriendelijke, kleine Regenman wel eens on der de puinhoopen verpletterd zou kunnen wor den, als zij het kasteel van Reus Dorheid omver blies. Zij vloog dus rustig weg naar het heide veld. „O, danr komt zij weer aan," mompelde Ieder een. Maar zij sloeg er geen acht op cn vloog hooger en hoogcr, terwijl zij 't volgende liedje zong „Kleine schapenwolkjes, „donzig, vlokkig, zacht „wil jc hulp mij geven, „nu ik cr op wacht „zendt mij vlug jo broeders, „onweerswolken zwaar „wolken, zwart en donker, „helpt mij al te gaar." Do kleine, donzige, vlokkige schapenwolkjes waren even vriendelijk cn hulpvaardig, als hun meester en deden dadelijk wat zij vroeg, zoodat 't niet lang duurde, of ccn menigte dicht-op- een-gepokte, zwarte Volken rolde voor Wind heksje neer. En toen begon het te regenen, te regenen, neen maar do straten geleken we! rivieren, die nog steeds meer aanzwollen en tot stroomen werden, ruischcnde stroomen, die Regenmans vrijheid opeischtcn. In groote hoost 't was op 't nippertje, an ders zouden zij hem verzwolgen hebben pooide Reus Dorheid Regenmon cn zijn gieter de deur uit cn deed die toen gauw weer dicht. „Kom, mijn ferm, breof Windheksje," riep Regenman uit, toen zij de regendroppels van zich afschudden, „kom, loten we in de zon gaan zitten om droog to worden." Want op dit oogenblik trokken de wolken weg en scheen da zon weer uit ol haar macht „Flink zoo, Windheksje," riep Koning Natu rus lachende uit, „dat heb jo knap gedaan f" En de Prinses, dio hoor prachtigen reismantel al aan hod zij ging logeeren bij de moeder van haar toekomstigen Prins glimlachte haar vriendelijk toe en fluisterde„Jc moet op mijn bruiloft komen dansen, Windheksje, want je danst zoo keurig I" Maar Windheksje en Regenmon gingen hond non hond naar 't heideland en daoi bouwden ze 't oordigste plaggenhutje, dat je je moar kunt voorstellen, Regenmon noemt haar nu altijd zijn lief doch tertje en dan lacht Windheksje en zegt„Va dertje Regenman is 't beste vadertje, dot cr be staat en het verrichten van een goede dood i9 't beste geneesmiddel tegen een eenzaam, ver laten, gevoel" 't geen een kwaal is, waaraan driftkopjes dikwijls lijden. Dit is nu wat ik in dat groote boek over Wind heksje heb gelezen. Denkt cr maor eens aon, den eersten keer den besten, dot het blaast en suist in den schoorsteen, de romen rinkinke- len en de takken van de boomen zwiepen. Rc- genman is don gewoonlijk ook niet meer veraf met zijn grooten gieter, want dio twee zijn nog altijd de beste mootjes I 1 MOPPENHOEKJE. Slagvaardig. Een mijnheer reed in een auto over"één'smal- len weg en moest stoppen voor een oude vrouw met een ezelwagen, die enkele verloren turven opraapte. „Ouwe wijven cn ezels vind je altijd op den weg", nijdigde hij. „Toch wel beleefd van uwes, om uwes zeiven het laatst te noemen", zei vriendelijk de oude vrouw. (Ingez. door Pinksterbloem.) In een café zaten veel mcnschen, o.a. een heer en een boer. De heer at visch. Hij bestelde een glas wijn en zei: „Visch moet zwemmen." Dat vond de boer zoo leuk en toen bestelde hij een glas bier. Maar hij at juist varkens- vleesch. Toen zei hij tegen den kellner: „Varken moet drinken!" (Ingez. door Poesje.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 7