Rijn- en Moezelwijnen pias WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn. DE ADELAAR. COSTUMES WHIP-CORD SCHILLETJE Dcod* tijdige inkoop thans goedkooper dan in Dustschiand. Vraagt prijscourant AMERSFOORT. iteciarne prijs f 45.- LaogestraaS 40 BEQROOTEmODE. AüflERSFOGRISCH J. GH00TEND0R8T UÏT DEN OMTREK. UTR. STRAAT 87 TELEFOON 145 AFD.' AtlTRrtentiB Bureau AruhGffisclie Poortwal 2a. Tel. 533 Plaatsing van advertenties in alle bladen zonder E3 prijsverhooging SSJ H I Likeur van bijzonder fijne II J A samenstelling p. fl. 3.4o L D. f fi S. H. MASSA I 2 2 9 LANGESTRAAT 32 Voorhanden 8-3EEi!£S^- DAfiflES- en KINDER SCHOENEN in alle pryzen en kwaliteit. IVisatwerSt en Reparatie spoedig TELEFOON Ho. 80 overwerkvergunningen ols met pepernoten strooit. De minister zal als de arbeidersbeul ge kenmerkt worden wanneer hij het tweeploegen- stelsel toelaat. De heer Dobbelman (r.-k.) bepleit een soepele handhaving van de 48-uren week. De heer B 1 o m j o u s (r.k.) bestrijdt de oeco- nomische bedrijfsorganisatie, die tot verarming voert en die het voorportaal der staatsexploitatie is. Hij wekt den minister op tot zorg voor werk gevers, die noodzakelijk zijn voor het welvaarts peil. Berichten. Aon de Staatscourant van gisteravond ontleenen wij nog de volgende Kon. besluiten benoemd tot commies bij het departement van justitie mr. J. R. M. van Angeren, thans adjunct-commies op verzoek eervol ontslagen J. M. Verweijen te Zwolle, bureel-ambtenaar van don rijkswa terstaat Iste klasse. Bij K. B. is met ingang van 1 Juli 1924 benoemdbij het wapen der artillerie tot majoor, zulks met tijdelijke afwijking van de bestaande organisatie, de kapitein J. IJ. Tinber gen van den staf van het wapen, werkzaam bij liet departement van oorlog tot kolonel-commandant van de Ille artillerie brigade, de luitenant-kolonel H. J. Doorman, commandant van het 4c regiment veld-artillerie; tot majoor, onderscheidenlijk bij het 7e en bij het 8e regiment veld-artillerie, de kapiteins H. A. F. G. van Ermel Schercr cn M. Ridder van Rappord, respectievelijk van den generalen staf, werkzaam bij de hoogcre krijgsschool en van het 2e regiment veld-artilelrie; benoemd tot kapitein bij het regiment kust- artillerie, de eerste-luitenant G. Fabius van het 5e regiment veld-artillerie is belast met het bevel over het 4e regiment veld-artillerie de majoor C. M. G. P. Couvée, \an het 7e regiment veld-artillerie; is met ingang von 1 Juli T924 aan Jhr. J. J. Boreel de Mauregnault eervol ontslag vei- Icend als commies bij het departement van oorlog onder gelijktijdige benoeming ols zooda nig bij het bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht; ns: le met ingang van T Augustus 1924 eer vol ontslag verleend aan Dr. H. J. van de Stadt als leeiaar aan den hoofdcursus 2e. met ingang van 1 September 1924 eer vol ontslag verleend aan de heeren P. M. de Wolff en L. Huizinga als leeraar en aan de heeren M. Pinkhof en mr. H. Westerman nis tijdelijk leeraor aan de cadettenschool, een cn ander wegens verandering in de inrichting van het dienstvak, waarbij de sub le en 2e genoem de personen werkzaam zijn en waardoor hunne werkzaamheden overbodig zijn geworden 3o. met ingang van 1 October 1924 eervol ont slag verleend aan den heer W. T. Clout als leeraar in de scheikunde aan de cadettenschool, onder gelijktijdige benoeming tot leeraar in do scheikunde an de toepassingen van de schei kunde op militair gebied aa nde koninklijke mi litaire academie, met verplichting om tijdelijk scheikunde lessen te geven aan den hoofdcur sus en den cursus bij het wapen der infanterie is met ingang van 7 Juni 1924 lo. een eervol ontslag verleend uit den mili tairen dienst aan den reserve-kapitein P. Vol- bcda, van het 15e regiment infanterie 2o. benoemd bij het reserve-personeel der landmacht, bij hot wapen der infanterie, bij hot 15e regiment» tot reserve-kapitein de eervol ontslagen reserve kapitein Volbedu, voornoemd; is met ingang van 17 Juni 1924 benoemd bij het wapen der koninklijke morchoussec bij de 2e divisie van dat wapen lot kapitein, de eer ste-luitenant II. W. B. Croisot van Uchelcn van de 2e divisie van dat wapen is tc rekenen van 1 Juni 1924, op zijne aan vrage, een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan den reservc-luitcnant-kolo- nel J. N. J. R. Lanzing, van het 12e regiment infanterie, ter zake van meer dan vijf jaren dienst voor een reserve-hoofdofficier, die reeds in het genot is van militair pensioen is benoemd bij het reserve-personeel der landmacht, bij het wapen der infanterie, tot reserve-kolonel de gepensionneerde luitenant kolonel F. C. K Hanlebos, aan wien sedert de titulaire rang van kolonel werd toegekend A. een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend lo. op hun aanvrage, onderscheidenlijk met ingang van 1 Juli 1924, 51 Juni 1924, I Juli 1924, 25 Juni 1924 en 4 Augustus 1924 aan den kapitein-adjudant W. M. Beijerinck van het regiment vesting-artillerie, aan den kapitein jhr O. G BJoys van Treslong, van het 8ste regiment veld-artillerie, aan den ritmeester L. Roelfsema van het Tstc regiment huzaren, aan den kapitein G. J. Vis van het wapen der infan terie, werkzaam bij de Normaal Schietschool cn aan den eerste luitenant J. Knel van het wa pen der cavalcriv, instructeur bij dc rijschool, allen met de verplichting om ter beschikking te blijven 2o. met ingang van 1 Juli 1924 aan den eer ste-luitenant op non-activiteit R. van Luttcr- veld, van het wapen der cavalerie, ter zake van ongeschiktheid voor de waarneming van den militairen dienst uit hoofde van lichaamsge breken B. is benoemd bij het reserve-personeel der landmacht 1. bij het wapen der artillerie met ingang van 1 Juli 1924 tot reserve-majoor bij het regiment vesting-artillerie de kapitein W. M. Beijerinck, voornoemd; met ingang van 30 Juni 1924, tot reserve- kapitein hij het 8e regiment veld-artillerie, dc kapitein jhr. Bloys van Treslong, voornoemd; 2o bij het Wapen der Cavalerie met ingang van 1 Juli 1924 tot reserve-ritmeester bij het 1ste regiement huzaren de ritmeester Roelfsema voornoemd; 3o. bij het wapen der Infanterie met ingang van 23 Juni 1924 tot rweserve-kopitein bij het lie regiment de kapitein Vis, voornoemd; 4o. bij het wapen der Cavalerie met ingang van 4 Augustus 1924 tot reserve-eerste-luite- nant bij het 1ste regiment huzaren dc eerste- luitenant Knel voornoemd. bij K. B. is met ingang van T5 September 1924 aan P. van der Sluis op zijn verzoek op grond van zijn leeftijd eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van burgcronderwijzer bij de Instruc tie-Batterij; is benoemd bij het reserve-personeel dei land macht, bij het personeel van den geneeskundi gen dienst tot reserve-officier van gezondheid der 2e klasse dc heer G. de Reus, arts; zijn benoemd bij het personeel ven den ge neeskundigen dienst der landmacht tot officier van gezondheid der 2e klasse de studenten in de geneeskunde (artsen) N. J. Teijer en H. J. P. ten Cate. NEDERLAND EN BELGIË. Dc Wesler-Scheldc. Dc correspondent tc Brussel der N. R. Ct. meldt Uit nieuwe peilingen, in de vaargeul bij Bath gedaan, blijkt, dat trots aldaar uitgevoerde baggerwerken de toestand niet veel is verbe terd. Anders is het gesteld met het vaarwater van Rilland en de vaargeul bij Valkenissc In deze laatste zijn thans nagenoeg alle drempels, welk'e diepten van 8 meter bij laag tij van el kander scheidden, verdwenen op sommige plaatsen bedraagt de diepte zelfs iets meer dan 8 meter. Verwacht wordt, dut, dank zij de aan het werk zijnde baggermachines en de wis seling van ebbe en vloed, binnenkort in deze Vaargeul over een breedte van 250 meter de diepte overal 8 meter en meer zal bedragen en over een breedte van 500 meter 7 meter bij hag water, zoodot de Belgcnlend van de Red Ster Line don ook weer ongehinderd door de geul zul kunnen voren. AUDIËNTIES. De gewone audiëntie van den minister ven Financiën zal op Maandag 30 Juni a.s niet plaats hebben. OVERDRACHT BEVOEGDHEDEN. Bij K. B. is het volgende bepaald Aan de hoofden der ministerieele departe menten wordt, tenzij de Wet anders bepaalt en onder voorbehoud, dat dc noodige gelden op de begrootingen van uitgaven beschikbaar zijn, de bevoegdheid verleend tot toekenning van subsidiën, bijdragen, toelagen, vergoedin gen, schadeloosstellingen en gratificatiën. Dit besluit wordt, geacht in werking te zijn getreden op 16 Febr. j.l. 1 (,,St.-Ct."> MINISTER COLIJN OVER DEN FINAN CIEEL EN TOESTAND. Per radio. Vrijdagavond zal Minister Colijn vooi den zen der van de Hilversumsche scintoestelenfabriek een radio-rede houden over den linancieelcn toestand van Nederland en de toekomkst. Om 9 uur vangt de rede aen. Mr. W. K. F. P. GRAAF VAN B/LANDT. Mr. W. K. r. P. graaf van Bylondt, oud-voor zitter der Tweede Kamer, te Zeist, is ernstig" ongesteld. De dokter acht den toestond niet zonder gevaar wegens den vergevorderden leef tijd van den putiênt, die 83 jaar is. DE NIEUWE TARIEFWET. De Nijverheid-enquête. Het hoofdbestuur der Ned. Maatschappij voor Nijverheid en Handel heeft aan de departemen ten verzocht reeds vóór 15 Juli een oordeel in te zenden over de ontwerjj-Tariefwet. De minister van financiën heeft n.l. het hoofd bestuur verzocht hem vóór I Augustus op- en aanmerkingen, over dat voorstel mede te doe len, zoodot het kort dag is, zóó kort, dat het departementsbestuur op zijn beurt de leden heeft verzocht vóór 10 Juli hunne eventueels kritiek schriftelijk bij den secretaris in te dienen. AMERIKAANSCHE OORLOGSSCHEPEN. Te Rotterdam. Omtrent de a s. komst naar Nederland van de Amerikoansche slagschepen „Wyoming" en „Arkansas" vernemen wij dat deze schepen on der bevel zullen staan van den vicc-ndmiraul Mc. Cully. Het juiste getal der opvarenden is, dat zich op ieder der beide schepen bevinden 425 adel borsten, 800 man bemanning en ongeveer 50 officieren; zoodat dus medekomemn 850 adel borsten, 1600 man bemanning en ongeveer 100 officieren. De schepen zullen den 19en Juli te Rotterdam aankomen en aldaar verblijven tot 25 Juli. BEZOEK VAN ZWEEDSCHE OPLEIDINGSSCHEPEN. Aan Nieuwedjep. Van 4 tot 9 Juli zullen de Zweedsche oplei dingsschepen Majaden cn Jarramas, onder be vel van korvctkopitein graaf Wochtmeister, Willemsoord bezoeken. De bemanning van beide schepen tezamen bestaat uit 8 officieren, 14 onderofficieren, 30 kojporaals cn 188 scheepsjongens. DE LOONSVERLAGING BIJ DE SPOORWEGEN. Hel proces tegen de directie. Men seint ons uit Amsterdam Voor het kan tongerecht heeft hedenmiddag prof. mr. Molster schriftelijk von repliek gediend in hut proces dat door een leerling-muchinist bij dc Ned. Spoorwegen is begonnen tegen de directie in zake de 10 loonsverlaging, die 1 Jan. 1924 is ingegaan. In zijn repliek beroept mr. Molster zich op art. 185 van het algemeen dienstreglement, dat 24 December 1923 werd ingevoerd, cn wettigt een aftrek van 10 van alle loonen bij de Ned. Spoorwegen in afwachting van een nieuwe loon regeling. De rechtsgeldigheid van dit artikel achtte mr. Molster bewezen door artt. 7, 11 cn 150 van het algemeen dienstreglement. De raadsman van cischer zal dupliceeren 20 Juli a.s DE STEENKOLENHANDELSVEREENIGÏNG EN DE ARBEIDSDAG. Staking in zicht. Men meldt uit Rotterdam De Centrale Bond van Transportarbeiders deelt in een uitvoerig persbericht mede, dat de Stecnkolenhandelsvereeniging (S.H.V.) zich ge reed maakt voor haar arbeiders een 10-urigen arbeidsdag in le voeren. De directie schijnt niet van plan cenige be spreking met de arbeiders of dc organisaties te houden, wat cp overrompeling wijst. Aller lei maatregelen, die duiden op het huisvesten van werkwilligen, zijn reeds getroffen en naar verluidt zal de directie half Juli bout portant haar plannen tot wijziging der nrbcidsvooi waai den doorvoeren. De directie zal, om hoor doel te bereiken, de arbeiders, di? niet gewillig bukken willen, ont slaan en vervangen door plattelanders. Pogingen om ten plattelande te werken, zon reeds in vollen gang. Het persbericht merkt voorts op, dut de S. H. V. bezig is omtrent de waag 8>$ of 10 uur per dag een algerneenen strijd in dc Rottcr- damsche en Amsterclamsche havens te ontkete nen, die, moet hij gevoerd worden, wat grim migheid en duur betreft, dc hardnekkigste sta king van 1920 zeker in de schaduw zal stgllen. EEN BANKKWESTIE. De rechtbank te Den Haag heeft uitspraak gedaan in de procedure tusschen Slavenburg Co.'s Bank ais eischende partij en Scheurleer Zoonen's Bank als gedaagde. Zooals bekend, had Slavenburg een vordering van 410,000 ingesteld tegen Scheurleer, op grond, dat deze laatste aan zekeren v. G. een cheque zou hebben afgegeven om bij Slavenhuig te innen, terwijl Scheurleer wist, dat de door v. B. bij Scheurleer in onderpand gegeven cognossementen valsch waren. De rechtbank verklaurde Slavenburg tot een beding van 50,000, dut op 4 December aan van G. ter hand was gesteld, niet ontvankelijk en overwoog ten aanzien van het overige deel van de vordering, dat, wanneer de gestelde feiten, zooals de eischende partij heeft aange boden te bewijzen, juist zijn, deze inderdaad op leveren een door Scheurleer gepleegde onrecht matige daad. De rechtbank legde eischer daarom een ge- tuigenbewijs op, wolk verhoor zal gehouden worden cp Maandag 29 September tgn over staan van mr. Rueb. Voorts werd partij Scheurleer niet-ontvanke- lijk verklaard in haar recondeutioneele vorde ring tot betaling van rente ad 6 pet. geduren de 90 dagen over een bedrag yan 320,000, welke vordering was gegrond op het feit, dot de eischende partij de cheque eerst op 5 Maart heeft doen protesteeren. DE INBRAAK IN HET AGENTSCHAP DER NEDERLANDSCHE BANK TE KAMPEN. De beklaagden vrijgesproken. De beklaagden B. H. W., 38 jaar, G. P., 28 jaar, zich noemende Max Meyer, beiden wonen de te Amsterdam en H. B., lompenkoopman te Kampen, verdacht van inbraak, diefstal en he ling van 75.000, welke uit de brandkast van hc-t cgcntschup der Ncdcrlnndsche Bank te Kam pen zijn gestolen in den nacht von 25 op 26 November 1923, zijn heden wegens gebrek aan bewijs door de rechtbank te Zwolle vrijgespro ken. De cischen waren tegen ieder 5 jaar gevan- gcnisstiaf. DE HELINGSZAAK TE AMSTERDAM. Nog meer arrestaties. In verband met de helingszaak van veevoe- ;r, behoorende aan de fabriek van Bertels, te Amsterdam, waarover wij reeds bijzonderhe den mededeelden, zijn naar de Tel. meldt door de rechercheurs van'het bureau Muider- poort nog vier boeren in Anpa Poulowna gear resteerd, hetgeen het totaal aantal verdochten op 16 brengt. Nog ecnige aanhoudingen wor den verwacht. De aangehoudenen worden voorgeleid doch niet allen in preventieve hechtenis gehouden. De laatste vier, die gepakt werden, hadden eerst het veevoeder ergens verstopt, zcodnt de rechercheurs niets vonden. Toen zij verno men, dat andore boeren, die aangehouden wa ven, op vrije voeten waren gesteld, haalden zij dc zakken weer terug, en even daarna deed de recherche opnieuw huiszoeking. Uit deze handelwijze der verdachten blijkt avcI, dat zij wisten, dat het veevoeder door misdrijf verkregen was. School- en Kerknieuws. NED. HERV. KERK. Nederlands oudste dienstdoende predikant. A.s. Dinsdag hoopt Dr. J. Helder, Nederland's oudste dienstdoende predikant, zijn zestigjarig ambtsjubileum te vieren. De 85-jarige grijsaard werd in 1862 enndi- daat in Drenthe cn aanvaardde 1 Juli 1864 het predikambt te Heilouw, om in 1868 naar Wy- nuldum te vertrekken. Sinds 1885 dient Dr. Helder met 2 jaar onderbreking (1905—1907) zijn tegenwoordige gemeente, waar zijn zeld zame gedenkdag niet onopgemerkt zal voorbij gaan Provinciale Sfalen. Verbetering von de afwatering der Gclclcrsdic Vallei. Gedeputeerden richten aan de Staten dei provincie een zeer uitvoerig schrijven, waaraan wij het volgende ontleenen: Het indertijd met onze Ambtgenooten in Gelderland te dezer zake gepleegd overleg leidde toï overeenstemming omtrent verschil lende, bereids in onze voordracht van 1919 vermelde punten, waarvan het voornaamste ol- ri::s luidde: Met terzijdestelling van het plan tot stichting van eene bemaling von de boven den Slaper dijk gelegen landen uitslaande op den Rijn, is met bekwamen spoed uitvoering te geven aan het plan tot stichting van een gemaal met afsluiting van de Eern door middel van cene schutsluis nabij Ecmbruggc en verbetering van rie wnterlossir.g tuschen de Roode Haan en Amersfoort. De uitvoering zal (behoudens nader overleg wat de hoofdlijnen betreft tusschen de Hoofd ingenieurs van den Provincialen Waterstaat van Gelderland en Uitrecht) geschieden door en voorloopig voor rekening van de provincie Utrecht, Llwe vergadering vereenigde zich in begin sel met deze plannen cn verleende ons het voor do uitvoering benoodigde credict lot een maxi mum van 1,500,000, mits door de Staten van Gelderland een besluit werd genomen von ecne in de voordracht aangegeven strekking (o.a. tot waterschapsvorming en garantietelling). Dit geschiedde bij besluit van 18 December 1919, zoodat onze beide colleges zich tot den minister van waterstaat hebben gewend, die zich vervolgens in beginsel bereid verklaarde, de toekenning van een rijkssubsidie van 45 in de stichtingskostcn der werken tot afsluiling en bemaling van de Hem tc bevorderen, on der voorwaarde, dat door de provinciën en door de rechtstreeks belanghebbenden in de verdere stichtingskostcn en ook in de exploita tie- en onderhoudskosten zou worden voorzien. Aangaande da wijze, waarop de stichiings- kosten van de noodige werken zouden worden gedragen, werd overeenstemming bereikt in dier voege, dat uwe vergadering cn de Staten van Gelderland zich hebben vereenigd met eene vcrdeeling van de r.a aftrek der Rijksbijdrage overblijvende 55 dier kósten in dezen zin. dat 42li tusschen de prov. Utrecht en Gelder land zoude worden verdeeld in verhouding tot de hoeveelheid water, welke door de landen, on derscheidenlijk in Utrecht en in Gelderland ge legen, bij Amersfoort op de Eem wordt geloosd en dc overige 121': voor zoover zij niet door uwe vergadering ten loste van de onmiddellijke belanghebbende gronden worden gebrecht, door deze provincie zouden worden gedragen. De kosten van onderhoud en exploitatie der werken zouden voor het geheel ten laste komen van de waterschappen, welke over het belang hebbende gebied bestaan of zooveel noodig zul- 1 len worden opgericht. I Overeengekomen was de voorgenomen wer ken met bekwamen spoed uit te voeren. Dit besluit vloeido o.a. voort ui». overwegin gen van oeconomischen aard Met ingang van I April 1920 werden asn den dienst van den Provincialen Waterstaat in dl. Gewest ecnige ambtenoren toegevoegd, die uit sluitend tot taak hadden, onder leiding von den hoofd-ingenieur de plannen, aangegeven in het in 1919 uitgebracht gemeenschappelijk ambtsbericht van dc hoofd-ingenieurs der bei de provinciën, nader uit te werken. De salarissen dezer ambtenaren zouden ten laste komen ven de bouwrekening der Gclriar- sche Vallei Bezworen van Geldcrsche zijde. Met de werkzaamheden werd aanstonds be gonnen, zoodat het zich in het begin van 1922 liet aanzien, dat met de aanbesteding van de sluis en van het gemaal in de eerst® maanden van dat jaar een aonvang gemaakt zou kunnen worden. Deze verwachting werd niet bewaar heid, doordat Gedeputeerde Staten van Gelder land ons bij brief van 8 Februari 1922 bericht ten huiverig te zijn, onverwijld tot uitvoering dor plannen over te gaan. In de eerste plaats meenden zij, dat het voor behoud van den Minister bij deze toezegging, de toekenning van een rijkssubsidie to bevers deren, om in verband met den toestond van 's lands financiën den eersten termijn van be doeld subsidie eerst op de begrooting voor 1923 of nog later aan te vragen, tot voorzich tigheid maande cn er tevens los drong rpkening te houden met d? kans, dat deze toezegging niet of voorloopig niet door het verleencn van een Rijkssubsidie zou worden gevolgd. Het behoeft geen betoog, dot wij ons wel eenigszins verwonderden over dit standpunt van onze ambtgenooten, niet omdat het verkrijgen van het rijkssubsidie voor ons reeds zoo onom- slooielijk vaststond, moor omdat die bedenkin gen ons eerst toen werden medegedeeld Hoewel wij dc mogelijkheid, dat het Rijks subsidie achterwege zou blijven, zeer gering achtten, als nadrukkelijk werd vastgelegd, dat de weiken werden ondernomen op grond van do ministerieele toezegging, spreekt het wel vanzelf, dat wij niet konden ingaan op het voor stel, om dit risico alleen door de provinci» Utrecht te doen dragen, al ware het slechts om deze reden, dot er voor de provincie Utrecht geen enkele aanleiding bestond een grooler risico op zich te nemen don de pro-, vincie Gelderland. Al betreurden wij de vertraging, die uit bo vengenoemde zienswijze van onze ambtgenoo ten noodwendig moest voortvloeien, toch heb ben wij gemeend na een vergeefsche poging om Gedeputeerde Staten von Gelderland van hun standpunt af te brengen, ons bij hun besluit te moeten neerleggen. In de Staatsbogrooting voor 1923 werd in- tusschen de eerste termijn van het Rijkssubsi die uitgetrokken, zoodut dit bezwaar van Gel derland thans is opgeheven. De tweede bedenking, die Gedeputeerde Sta ten van Gelderland bij hun evenbcdoeld schrij ven te berde brachten, bestond hierin, dot on ze ambtgenooten er de voorkeur aan gaven, met de belanghebbende waterschappen, voor zoover die reeds bestaan of eerlang zullen moe ten worden opgericht, tot overeenstemming ta zijn gekomen omtrent de betaling der aan d® exploitatie van liet gemaal en de verbetering cn het onderhoud der hoofdwaterleidingcn ver» bonden lasten, alvorens met de stichting van net gemaal cn met de beekverbetering aan t« vangen. Bij ons college bestonden tegen eene zooda nige gedragslijn ernstige bezwaren. Wij hebben ons steeds op het standpunt ge steld, dat een groot werk ols het onderhavige, waarbij zeer veel uitecnloopende belangen zijn gemoeid, niet tot stund kan worden gebracht, indien vooraf over al deze belangen met de betrokkenen zelf tot in alle onderdeelen wordt onderhandeld. Onze ambtgenooten handhaafden echter het eenmaal door hen ingenomen standpunt. Zij bicven aandringen op een spoedig gereedko men van cene gedetailleerde ranvng der exploi tatiekosten van de werken aan de Eem en van de kosten von verruiming cn verbetering tier beken, aangezien zij deze cijfers noodig acht ten voor dc onderhandelingen met de belang hebbende waterschappen. Deze berekeningen werden hun toegezonden in hot eind van 1922 en het begin van 1923; zij gaven echter uan onze ambtgenooten tot nu toe geen aanleiding ons nadere mededelin gen ie doen. intusschen was bij de behandeling in de Tweede Kamer tegen bovcngemelden begroo- tingspost door enkele leden bezwaar gemaakt wegens de huns inziens te hooge kosten, die tengevolge der uit te voeren werken dooi de belanghebbenden zouden moeten worden ge dragen. Bovendien was naar hunne meening de Eembemaling overbodig in verband met de Zuiderzeewerken. Deze leden wenschten den post teruggenomen te zien, zoolang geen overeenstemming met de belanghebbenden was bereikt. Naar aanleiding van deze bezwaren en van die, ingebracht vun de zijde der Exonereerendr landen, deed de Minister tijdens de discussie de toezegging, met dc belanghebbenden overleg le plegen. Dit overleg heeft op last van den Minister plaats gehad door de Hoofdingcnieurs-Diiecteur van den Rijkswaterstaat in de Directiën Zuid- Holland en Utrecht en Gelderland en Overijssel. In overeenstemming met de adviezen, op grond van dit overleg door de beide Hoofdingenieurs- Directeur uitgebracht, die zich met de provin ciale plannen verecnigden, handhaafde de Mi nister het betreffende Rijkssubsidie, doch deelde daarbij mede, dat geen bedrogen van dit subsi die zouden worden uitgekeerd, zoolang niet met de belanghebbenden zoodanige overeenstem ming is vei kregen, dat behalve de bijdragen der provinciën ook die van de overige belangheb benden verzekerd zijn. Ook in de Vergadering der Staten van Gel derland heeft, mede in verband met ingekomen bezwaarschriften, het ai of niet plegen van over leg met belanghebbenden een punt van bespre king uitgemaakt. Na ampele beraadslaging besloten de Staten i van Gelderland aan hun in 1921 genomen be sluit geen verdere uitvoering te geven, alvorens de belanghebbenden nader door Gedeputeerde Staten waren gehoord. De Staten van Gelderland bleken dus geen ge noegen te willen nemen met het toen reeds door den Minister van Waterstaat bevolen nader on derzoek en overleg. Zij hebben toch daarnaast nog aan hunne Gedeputeerden het hooren der belanghebbenden opgedragen. Een onjuiste werkwijze. Zoowel van de zijde van Gelderland als van we ge den Minister wordt ons College eene werk wijze aanbevolen, welke ons niet de juiste voor komt. Nadere onderhandelingen met onzo Ambtgenooten deden ons zien, dat deze zich vooistellen het 1e plegen overleg aldus te doen pluais hebben, dat de ontwcrp-Statenbesluiten tot het oprichten en reglementeeren van dc noodige nieuwe waterschappen en tot het wijzi gen van de bestaande waterschapsreglementen ter visie van belanghebbenden worden gelegd, waarbij deze dan in de gelegenheid zijn, hunne bezwaren daartegen b<j de Staten in te brengen. Het gevolg hiervan is, dot ten opzichte van de Utrechtsche belanghebbenden niet anders ge handeld kan worden, don in Gelderland zal ge beuren. Intusschen staat het bij ons vast, dat indien bovenomschreven gedragslijn gevolgd wordt, en dus met den aanvang der werkzaamheden wordt gewacht, totdat de noodige waterschapsrcgle- mentcn zijn tot stund gebracht of gewijzigd, ge- ruimen tijd zal verloopen, vóórdat de eigenlijke uitvoering der werken ter hand kon worden ge nomen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 2