FEUILLETON.
De verborgen vallei.
DERDE BLAD.
Vorsteiyk gedrag.
22e Jaargang AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" z»"r<"°28 j'""1924
(Nadruk verboden).
Wanneer in het algemeen bekende ver
haal Vader Jakob bij de beek worstelt met
den geheimzinnigen man, die hem de heup
ontwricht maar hem niet kan overwinnen,
zegt de man, dat Jakob zich in die worste
ling „vorstelijk" heeft „gedragen".
Toen ik dit verhaal herlas, bleef ik een
oogenblik over mijn Bijbel staren, wart
droefheid beving mij, omdat dit vorstelijk
gedrag in den strijd zulk een uitzondering
is, dat het buitengewone loftuiting verdient.
Is het zoo moeilijk, den strijd te voeren op
vorstelijke wijze? En is deze tekortkoming
aan ridderlijkheid zoo iets algemeen-mea-
schelijks, dat wij haar niet aan de „tijdsom
standigheden" mogen toeschrijven, maar
kunnen vinden evenzeer in het antieke, oos-
tersche herdersleven als in de moderne wes-
tersche maatschappij
Voor menigeen met mij zal het verhaal
van Jakob's worsteling tot de aangrijpend
ste gedeelten uit den Bijbel behooren. Juist
om dat vage, dat geheimzinnige van d'cn
„man", tegen wien hij om zijn leven moest
vechten. Was dat nevelachtig wezen een
mensch, was het een god, was het het leven,
was het het Jot? In elk geval, was het
Jakob's tegenstander, dien hij moest over
winnen of door wien hij moest ondergaan.
En daarmee belichaamt die „man" ons aller
geheimzinnigen, doodelijken tegenstander,
wiens greep geen van ons ooit ontkomt.
Of het ons tegenloopt in onze carrière; of
wij niet op kunnen tegen de duistere raad
selen, waarvoor het leven ons plaatst; of
we te vechten hebben tegen ingeboren scha
delijke neigingen; of ons het toeval dan
wel de fortuin in den weg staat, allen
voeren wij dien strijd tegen den onzicht-
baren tegenstander, dien wij niet op de
juiste plaats weten aan te grijpen, maar die
ons dwingt tot een worsteling op leven en
dood.
Is het bestaan ons niet vaak bijna te
zwaar Wij ploeteren om er boven op te
blijven, lichamelijk, geldelijk, maar ook
geestelijk. Armoede, verbijstering, levens
moeheid bedreigen ons iederen dag. Zoodra
onze aandacht verslapt en wij het opgeven,
daar ligt onze arbeid, ons beginsel, ons
geloof.
Worstelen moeten w.ij van de wieg tot het
graf tegen dien overmachtigen Onbekende,
die ons, als wij aemechtig bij de beek lig
gen, vermoeid van den te zwaren dag, in
het duister aangrijpt en ons tot tegenweer
dwingt. Worstelen moeten wij, en wij zijn
zoo zwak
Er is een spreekwoord, even leelijk als
waar. Wie niet sterk is, moet slim wezen.
Geen van allen zijn wij sterk, als wij staan
tegen de geheimzinnige levensmachten, het
ondoorgrondelijk lot, het onverklaarbare
toeval, de raadselachtige fortuin. Slimheid
is onze eenige toevlucht: Als slimme men
schen is het, dat wij worstelen 0111 ons be
staan.
O, wij zijn allen zoo slim! Wij redden er
ons uit; als alen kronkelen wij in de vuist
van den geweldigen Aanrander en waarlijk,
wij ontkomen hem. Telkens ontkomen wij
hem weer. Wij glippen tusschen de moei
lijkheden door; wij verzinnen listen; wij slij
pen ons vernuft; en wij spartelen weer vrij,
telkens wanneer het oogenblik van onzen
ondergang scheen gekomen. Zoo bereiken
wij aan het slot van het leven ons einddoel;
ons bestaan is geweest ais dat van den deel
nemer aan een behendiglw'dswedstrijd, wien
men allerlei beletsels en staketsels in den
weg heeft gelegd, die hij handig had te ont
wijken.
Maar het is niet, wijl hij overwonnen
heeft, dat Jakob door den geheimzinnigen
man wordt geprezen. Had hij door slimheid
overwonnen, hij zou geen uitzondering zijn
geweest. Jakob wordt geridderd, omdat hij
op ridderlijke wijze heeft gevochten. Het is
de manier, waarop hij de overwinning be
haalt, die zijn goddelijken tegenstander eer
bied afdwingt: hij heeft zich vorstelijk ge
dragen.
Vorstelijk gedrag in den strijd. Dit is
hetgeen in de wereld ontbreekt. Tekort aan
vorstelijkheid maakt den levensstrijd van het
menschdom tot een triest en zielig schouw
spel. Strijd op zichzelf kan verheven zijn.
Een worsteling kan een aanblik verschaf
fen, indrukwekkender dan een onweer;
schooner dan een zonsopgang. Het ridder-
tornooi der middeleeuwen bootste in den
vorm van een spel na, wat het leven in
ernst behoorde te zijn: een vorstelijke
strijd.
Vorstelijk gedrag! Dit een enkele maal
te aanschouwen, ontroert als een gods
dienstoefening. Een nobel karakter zich te
zien openbaren in de worsteling om het be
staan; een eerlijk hart, een fier gemoed, een
ridderlijke hand... Vorstelijkheid, soms in de
gestalte van een eenvoudige ziel, die ons, in
ander opzicht beter ontwikkelden, be
schaamt. Vorstelijkheid, die van geen slink-
ische streken wil weten; die liever eerlijk ver
liest dan oneerlijk wint. Vorstelijkheid in
den zwakke, die niet sterk is, maar toch niet
slim wezen wil.
Is er vorstelijkheid in onzen omgang, in
onze levenshouding, in den stijl van onzen
arbeid? Vorstelijk gedrag in onzen politic
ken strijd; in ons verweer tegen benijders en
mededingers; in ons verkeer met andersden
kenden; in ons standpunt ten opzichte van
de groote problemen omtrent leven en
dood
Misschien zullen w.ij allen onze moeilijk
heden overwinnen, maar de ware overwin
ning zal zijn, zoo men van ons ka ngetui-
gen, dat wij ons vorstelijk hebben gedra
gen, ook al is dan onze heup in de worste
ling ontwricht.
H. E. CANNEGIETER.
Londensche Brieyen.
(Van onzen Londcnschen Correspondent).
DE BR1TSCHE RUKSTENTOONSTELUNGIV.
Nadruk verboden.
Pinksterbezoek. 4000 K.G. klok
huizen. Wembley ontwake na den
winterslaap. Canada en zijn
Spoorwegen. Waar eens de braad
pan stond.
De tentoonstelling is des Zondags niet open.
Met dezen maatregel berooft het tcntoonstel-
lingsbcstuur zich van een groot bedrag aan
inkomsten en het neemt meteen voor millioe-
nen de gelegenheid weg er heen te gaan. In
Londen olleen zijn er duizenden menschen, die
alleen des Zondags tijd kunnen vinden voor
een bezoek. De maatregel wordt dan ook in
ruimen kring veroordeeld, temeer daar de ten
toonstelling op den voet van thans bezoek
ontvangend zeker tenslotte niet aan de ge
schatte dertig millioen betalende bezoekers toe
zal komen. Reeds beproeft men druk uit te
oefenen op de autoriteiten om deze Zondag
sluiting op te heffen voor zoover het de eigen
lijke tentoonstelling betreft. In de hertie van
het Park des Vermaoks kan men eventueel een
schending von de Zondagsrust zien. Maar du
tentoonstelling zelve is zoo instructief en geefk
zooveel opvoeding van hooge orde, dot een be
zoek er aan op Zondag niet geacht kon worden in
strijd te zijn met de engste opvatting von do
bctcekenis van den Sabbath. Pinkster-Maandag
gaf gelegenheid op te merken hoeveel men
schen den vrijen dag of een vrijen dag benut
ten om naar Wembley te gaan. De tweede
Pinksterdog is altijd een groote uitgaansdag in
Britannic. Londen stroomt dan vol met men
schen uit de provincies, die de bezienswaardig
heden en de musea komen bekijken. Maar nu
was Wembluy de magneet, waar honderddui
zenden door werden aangetrokken. De kathe
draal van St. Paul, de parlementsgebouwen, de
tuinen van Kew en de Notional Gallery hadden
tesnam nog geen vijftigste deel van de bezoe
kers van* Wembley. Een schatting stelde het
aantal menschen, dat op den tweuden Pinkster
dag over de ruime gronden en door de uitge
strekte gebouwen der tentoonstelling kuierde
op niet minder don 350.000. In den ochtend
bracht ik er een paar uur door. En zoo vroeg
op den dag reeds kon men haast over de hoof
den der menschen loopen. Alleen wie zich met
aanwending van een goede dosis lichaams
kracht in het gedrang wilde wagen kon er in
slagen een blik te werpen op de juweelen van
Ceylon, op de werkzaamheid van kleedjeswe
vers in de ommuurde stad, in de ofdeeling van
do Goudkust, «p het houtsnijwerk der Moori's
of op de inzendingen van natuurlijke historie
in het paviljoen van Nieuw Zeeland, op het
zilver, het amberen knutselwerk, de gesneden
ivoortjes en het heerlijke lakwerk in Burma, op
de werkende modellen van goud- en tinmijnen
of op de robbcnvellen van Newfoundland. Maar
het was een vermoeiende en ondankbare taak,
welke moeilijker werd, naarmate de drommen
dichter warden. Ik ben toen naar de pers-club
gevlucht en heb daar van de veranda af de
steeds dichter wordende massa's zien voort-
schuifelen. De veranda verschafte een schoon
gezicht op Canada en Australië en op het meer,
waar „the boats of Empire" tot zinkens toe
geladen, door elcctrischc energie voortgedre
ven, passagiers vervoerden langs dc kusten
van het Rijk, onder aardig gewelfde betonnen
bruggen door. En ook dobberden aan het eene
eind van het meer kinderen Tond in een ondic-
pen speelvijver, in kleine notendopvormige
bootjes, welke zij zelf voort konden stuwen
door middel van schepraderen, welke van bin
nen uit niet de hand in beweging worden ge
bracht. Zoowel voor de „rijksbootcn" als voor
de notendoppen stonden aan de boorden van
het meer queues van tweehonderd en meer me
ter leng. En dat was niet alle queu binnen mijn
gezichtskring. De menigte wos zoo overstel
pend dat de restaurants welke tesaam 25000
menschen tegelijk van voedsel kunnen voor
zien, opgediend door 7000 vrouwelijke en man
nelijke kellners, bij lange na niet toereikend
waren. Tegen één uur was het enorme terrein
als bedekt met lange, kronkelende slierten
menschen, die wachtten met die orde en
dat geduld van een Engelsche menigte op
het oogenblik in een naaste toekomst waarop
een tafeltje vrij zou komen en het „flauwe ge
voel" van long en vaak doelloos slenteren met
„a roll and butter, steak and kidney pie, Welsh
rarebit, boiled beef and dumpling" I) of con
van die andere Engelsche gerechten op de
vlucht kon worden gejaagd. Maar niet alle ma
gen konden geduld oefenen. En velen hadden
het schitterend idee de restaurants aan hun
lot over te loten en den inwendigen mensch te
gaan versterken bij de kolossale vruchtenuit
stallingen in het gebouw von Australië, Cana
da of Zuid-Afrika. En zoo kon het gebeuren,
dat de hongerige menigte op den tweeden
Pinksterdag het grootste deel van de „fruits
of Empire"2) opkocht en dat men den anderen
ochtend kon vaststellen, dat alleen Australië
20.000 K.G. appels hod verkocht en dot de
mannen, die het gebouw van Australië en om
geving schoon houden 4000 K.G. klokhui
zen hadden opgeraapt. Ik was wat sceptisch
over die 4000 K.G. klokhuizen, maor men
heeft inderdaad de klokhuizen gewogen, ten
einde dc pers aan een suggestief getal te hel
pen. Jammer dnt men de opgegeten klokhuizen
ook niet heeft kunnen wegen I Dc voedsclvoor-
ziener van Wembley 'iet den onderen dag we
ten, dat hij 400.000 koppen thee had ver
kocht, waarvoor hij 2000'K.G. thecblaren had
moeten loten trekken.
Het blijvc bij deze korte kenschetsing ian de
Pinkstrrdruktc. Het karakter van deze gigonte
„show" en haar beteekenis voor het publiek in
Londen en ommelanden verschijnt ons meer en
meer als in hooge mate belangwekkend en ze
genrijk. Er is geen twijfel aan, deze stichting
daar noordwestelijk van du groote, zwarte
metropolis is een nobele tractatie vóór de
menschheid. Ze is van alles, lustoord en speel
terrein, universiteit en school, kijkspel en pa
norama. Ze verschaft het genoegen van schoo-
ne bloemperken (er is een rijkdom van tulpen
in de tuinen welke alleen rond Haarlem zijn
weergu kan vinden), frissche gazons, blij wa
ter. De blik wordt er ruim, het gemoed ont
vankelijk voor dc glorie van dc voortbrengings
kracht van de aarde en haar menschen. Lon
den zelf heeft door onder zijn rook een ge
neesmiddel gekregen voor zijn overspannen
menschen, voor de werking van zijn drukken
de monotonie. Men begint reeds den tijd te
vreezen dot de stad zonder haar tentoonstel
ling zal zijn en het is dan ook geen wonder
dat er stemmen opgaan om ze, wanneer ze in
October zal moeten sluiten, een winterslaap te
laten ingaan, waaruit zo in do Lente van het
volgend jaar weer zol kunnen ontwaken. Indien
men dot zou kunnen doen, zou de vreugde bij
velen groot zijn, grooter misschien dan om
het plan van een Amerikaan, die er hord over
denkt het Park des Vermaoks op te koopen
met het doel het blijvend te bestemmen voor
een pleizieroord voor dc Londenaars, zooals
b.v. Coney Island, bij New Yoik een perma
nente kermis is voor de New Yorkers. In de
meeste gevallen is een Vcrmakelijkheidspork
een groote concurrent van de tentoonstelling,
waar het bij behoort. Maar hier te Wembley
ziet men het verschijnsel, dnt de tentoonstelling
zelve de grootste attractie is voor het publiek.
Het kan worden toegeschreven aan de vermin
derde frivoliteit van de massa, maar ook aan
de inrichting van deze „show" zelve, die zoo
levendig is mut al haar werkende modellen en
fabricage van brood cn „pickles", chocola en
beschuit, wol, katoen, zijde cn kunt en wot niet
al, op grootcn voet.
Maar het wordt tijd, dat wij onze vluchtige
rcize long's de verschillende deelen van The
Empire hervatten. Wij zouden immers overzee
gaanDoor over het meur staat het blanke
huis, dat dc schatten van Canada bevat. Het is
het rijkste gebouw von de overzcesche sectie,
nog een ietsje rijker dan Australië, wonr wij
misschien heden ook nog een kijkje kunnen
nemen. Men noemt den stijl van het paviljoen
van Canada neo-Grieksch. Aon de twee vleu
gels wordt het bvgrensd door kleine, monumen
tale paviljoens in dcnzclfdcn stijl. Dot zijn do
twee aparte gebouwen van dc twee groote Ca-
nudeesche spoorwegmaatschappijen. En er zit
symboliek in deze bouworde. Het zijn de spoor
wegen, welke de grandeur cn du heerlijkheid
von dit gezegende land voor u onthullen. Wan
neer gij in Quebec zoudt aankomen, in het
Oosten, zou de spoorweg u binnenleiden in de
wonderen von dat groote gebied. En wanneer
gij in Halifax of Vancouver zoudt aankomen,
zou daar ook de spoorweg zijn om u fc ver
voeren door de Rocky Mountains naar dc prni-
rieën, langs watervallen cn nauwe rotsen cn
door dc onmetelijke graanvelden en de even
onmetelijke bosschen van dit Canada. En hier
zijn dan dc spoorwegen in het Oosten cn het
Westen van het gebied vertegenwoordigd door
twee fraaie paviljoens non den Oostelijkcn cn
Westelijken kont van Canada's paviljoen. De
lijnen van die spoorwegmaatschappijen zijn als
de aderen van het wonderbaarlijke land, waar
door zijn levensbloed naar allo deelen stroomt.
De buffels en de rendieren op de hoeken dier
gebouwen, enorme gevaarten in roomkleurig
pleister, roepen voor uw verbeelding dc lokole
kleur op. En binnenin doorkruisen miniatuur-
treinen du minioluur-proirieën cn miniatuur-
bergen. Schepen varen er in de haven van Huli-
fax. En al die panorama's doen duidelijk zien,
dot Canada een van de grootste „graanschu
ren" der wereld is. De graansilo's stoon cr aan
dc kusten en ook in dc eenzaamheid der voor
een groot deel nog zoo ongerepte gronden in
het midden van het land, langs de spoorlijnen,
waarover du treinen loopen met wagens bcr-
stcns-vol koren.
Het hoofdgebouw bevat een complete ver
zameling van alles wat het land non nijverheid
en landbouw heeft aan te bieden. Landbouw is
er hoofdbedrijfmaar de oningewijde en wij
zijn bijna allemaal oningewijden staat ver
steld van de schotten von fabrieksproductie,
welke er zijn te zien. Niets schijnt in Europa te
worden gemaakt dat in Conadn niet even goed
of beter wordt gemankt. En om maar een voor
beeld te noemen, de meubels waren mij een
openbaring cn waren veel eleganter en fijner en
schooner dan dc meubels, welke men in de
meubelwinkel-stroot van Londen, Tottcnhnm
Court Road, kan zien. Een znal in dit prnc'ntige
gebouw hoeft onn nlle wnnden panorama's. En
z'3 zijn zoo voortreffelijk gemaakt cn zoo sug
gestief voor de sfeer vnrr bet larjd, dat men den
prairiewind soms om zich heen schijnt te voe
len of dnt men den geur der vruchtengaarden
meent op te snuiven. Het koren stoot er in
schoven, in rijen van een dagmnrsch. En de
„mop" van het gebouw is de Prins van Wales
naast zijn paardlevendig geschulpt in
boter.
Wot was Australië een goede hondurd jaar
geleden Door blanken onbetreden gebied,
waar het kannibalisme levendig tierde. De eer
ste zendelingen en dc eerste pioniers verloren
cr het loven in omvangrijke kookpotten of
braadpannen van zeer wilde mannen. Een deel
van du pioniers kon voet bij stuk houden cn
bouwde zich hutten in het oerwoud, verdedigde
zich met buksen tegen den inboorling, die den
blankhuid niet in zijn hut in het woud, wel aan
zijn persoonlijk spit wilde zien. Maar de pionier
ging er kappen en opruimen en zooien en fok
ken, tegen do bedreiging der kannibalen in.
Het is nog maar een goede honderd jaar gele
den. Nu graast het Merinos-schoop er in groote
kudden en de wol levert de grondstof voor
onze jassen en broeken cn kousen. Waar eens
de lugubere kookpot van den wilde stond
vindt ge nu rijke graan- of katoenvelden. De
afstammelingen van den man, die zich een
eeuw geleden met zijn buks tegen de cornivo-
rische eetdriften van den inboorling verdedig
de en zijn hut bouwde in het oerwoud, die af
stommelingen hebben thans een Blank paleis
neergezet op Wembley, waarin zij de thuisblij
vers tooncn wat met voortvarendheid en durf
kan worden gewrocht, cn hoe krachtig het jon
ge Australië bijdraagt aan dc productie van (Je
wereld.
Over dat cn meer een volgende maal.
Londen, 10 Juni.
1) Broodje met boter, pastei van rund-
vleesch en nieren, geroosterd brood met ge
smolten kaas, gekookt ossenvlcesch met een
bolletje deeg.
2) Hier letterlijk dc vruchten van het Rijk.
Brieven uit Rotterdam.
Dc prijsvraag voor ccn nioawo
hrug. Hot zookon noar ©on
tljdolijko voorziening. Uit don
Raad. Eon boscbnldiging van
don burgemeester.
Eindelijk is het programma gepubliceerd
voor de internationale prijsvraag betroffen-
de dc vernieuwing van dc Koninginncbrup,
waarmee dus de eerste stap is gezet voor '.ie
verbetering van dc oeververbinding. Lang is
erop gewacht.
Heel vlug gaat het langs dezen weg niet.
Immers dc inzendingen zullen worden-be
schouwd als voorloopige ontwerpen, welke
als grondslag moeten dienen voor een defi
nitief ontwerp. Nadrukkelijk behoudt de ge
meente zich volledige vrijheid voor ten aan
zien van de samenstelling van het dofini-
tic\e plan cn de uitvoering daarvan. Men
zul dus een ontwerp kunnen bekronen, en
liet combinecren met een andere inzending.
Bepaald is, dat de beste oplossing wordt be
kroond mot f 10.000 maar dat daarnaast ont
werpen, die naar het oordeel van de jury
op grond van hun belang voor een defini
tief ontwerp daarvoor in aanmerking komen,
kunnen worden aangekocht voor f 1000.—
Gemeentewerken speelt bij dezen brugge-
bouw dos ccn tamelijk passieve rol. Zij ont
werpt niet; zij vraagt een idee. Zij kiest niet;
daarvoor zorgt de jury; en ten slotte voert
zij ook niet uit. Dit moet voor den directeur
cn zijn staf een bitter ding zijn. Heeft Rot
terdam geen knappe ingenieurs die, als zij
van dit onderwerp specialo studio hadden
mogen maken, mot een ontwerp voor den dag
hadden kunnen komen? Niemand is beter
dan zij bekend met plaatselijke toestanden,
met plaatselijke behoeften. Voor hen moet
het min of meer pijnlijk zijn, dat dc ge
meente. wanneer zij werkelijk eens iet?
groots te doen heeft, de hulp van buiten in
roept.
Zij, die bun krachten aan deze prijsvraag
willen beproeven, hebben ongeveer ccn half
jaar tot 15 December den tijd, dan zal
de jury haar werk beginnen, dat 15 April ge
reed moet zijn. We zullen dus ongeveer een
jaar verder zijn voor men in Rotterdam weet
welk plan cr is voor dc vernieuwing von de
brug.
Ondertusschen probeert nien een middel te
vindeh om aan het steeds drukker wordend
verkeer althans cènigèrmatê tegemoet te ko
men. F,enigen tijd geleden hadden wc hier
een „levée en masse" voor dc verbetering
van de oeververbinding, cn het gevolg danr-
\an is geweest dat men proeven heeft ge
nomen met pontonveren. Daarvoor gebruikte
men twee zandbakken van dc gemeente
waarover een houten raam was gelegd; bij
ccn pontonveer zou dit een plankier wor
den, dat aan tien tot twaalfauto's plaats
bieden kon. Het logge gevaarte werd ge
trokken door oen sleepbootje.
Dc proef lukte goed, in even tien minuten
was bet veer van den oenen naar den an
deren kant getrokken. Maar deze proef
neming bcteckcnde op zichzelf niets. Zoo'rt
log gevaarte, dat gesleept wordt cn zelf niet
stuurbaar is moet, vooral bij stormachtig
weer, gevaar opleveren voor zichzelf en voor
de scheepvaart; dc hakken liggen dwars op
den stroom, zoodat cr maar weinig deining
behoeft te zijn om het platte, logge vaartuig
in heftige beweging te brengen, wat buiten
gewoon ovaarlijk is voor het rollend mate
rieel waarvan dc banden maar even het
plankier raken en dat spoedig neiging tot
omslaan zal vertoonen.
Buitendien zou het pontonveer alléén
dienst kunnen doen voor het traject* Wil
lemsplein—Wilhelminnkade. cn dus alleen
voor het verkeer van den ITaag naar Dordt
iets bctcckcncn. Voor het groote stadsver
keer, dat zijn weg neemt door de Bosestrnat
naar het centrum heeft het geen nut, en
Volharding moet bij al ons streven voorzit
ten wie iets ten halve doet, doet niets.
Tolstoi.
door HULBERT FOOTNER
.VOOR NEDERLAND BEWERKT,
- DOOR L'. ALETRINO -
58
„Nou nou stamelde Jim, niet wetend wat
te zeggen om haar te kalmeeren. „Ik deed het
voor jou I"
Een zwakke kreet van machtelooze woede
ontsnapte haar. „Hoe kunt u mij. zoo te schan
de maken I" mompelde zij.
„Te schande maken herhaalde dc arme Jim.
„Maar als je toch iets wilt hebben, moet je
cr toch voor vechten
„Ik wil hem niet hebbenriep zij. „Laat
hem weggaan I Hoe eerder hij gaat, hoe liever
't mij is 1 Verstaat u mijik haat hem I Ik wil
hem nooit meer zien, zoolang ik leef
Dat was dien dag de derde maal dat Ralph
verloochend werd. Hij was maar een mensch,
hij voelde zich in zijn eigenliefde gekwetst.
„Wat manke.ert jullie allemaal riep hij uit.
„Ik ben geen mooiprater of een gemeen sujet!
Waarom moet iets mij verweten worden, waar
niemand schuld aan heeft V'
„Kom mee naar huiszei Kitty gebiedend
tot haar vader.
.Tina volgde haar als een geslagen hond. „De
hemel mag weten wat ze nu weer uil," bromde
hij.
Ralph ging weer aan zijn werk met ccn
koortsachtigen ijver de pijn in zijn schouder
telde hij nauwelijks. Het beste was maar niet
verder te denken aan den toestand was toch
niets te verhelpen. Hij moest alleen zoo gauw
mogelijk zien weg te komen. Hij boorde gaten
in de uiteinden der vier balken, en in twee zware
kruishouten toen sloeg hij het geheel met ste
vige houten pinnen in elkaar. Toon hij einde
lijk klaar was, was de middag reeds grooten-
deels verstreken. Hij duwde zijn vlot de rivier
in legde het vast, cn nam den avegaar en de
bijl mee terug naar de werkplaats.
Jim Sholto, die daar bezig was met het
schoonmaken der ovens, wendde hem, toen hij
binnentrad, een onvriendelijk, norsch gelaat toe.
„Kon ik wat levensmiddelen, een geweer cn
een deken van je koopen vroeg Ralph kortaf.
„Het ligt al klaar voor je in de keuken,"
klonk het barsche antwoord. „Ik zal nog geen
hond van honger laten omkomen, als ik er wat
aan doen kan."
Ralph ging niet op de laatste opmerking in.
De twee mannen gingen naar de keuken. Wat
hij noodig had, lag daar op talelgeweer, gor
del inet ammunitie, een stel dekens en een pak
met levensmiddelen. Kitty was nergens te zien.
„Betaal maar, wat je wilt," zeide Jim onver
schillig.
„Het is vijftig dollar waard," zeide Ralph,
terwijl hij het geld neertelde.
„Hier is nog iets van je," zeide Jim hem
met een verachtelijk lachje den hanger overrei
kend.
Zonder iets te zeggen, stak Ralph hem in den
zak. Met de weinig omvongrijke uitrusting on
der den arm, verliet hij zonder afscheid het
blokhuis.
Alles was nu klaar voor zijn vertrek, en toen
hij het pad, dat noar de rivier leidde betrad,
ademde hij vrijer. Hij betreurde hetgeen was
voorgevallen, maar nu hij er niets aan veran
deren kon, was het hem een opluchting, het
blokhuis achter zich te kunnen laten. Daar,
stroomafwaarts, lag Nohnya's lond.
Halverwege dc kampplaats bleef hij plotse
ling staan van schrik. In de verte hoorde hij
mannenstemmen. Hij meende de stemmen te
herkennen. Hij hoorde hen weer, nu naderbij.
Geen twijfel bestond er meer. Het ergste wat
hem overkomen kon, was geschied. Hij over
legde, wat hem te doen stond. Vóór hem was
de weg afgesneden zij hadden zich reeds in
het bezit gesteld van het vlot, dat hij met
zooveel moeite had gebouwd. Achter hem
stond de vertoornde, booze vader. Hij was ver
loren. Tenvijl Ralph nog besluiteloos stond,
verscheen op het pad vóór hem, Joe Mixer, die,
toen hij hem gewaar werd, een luid geschreeuw
aanhief.
Ralph wierp de deken cn het pak levensmid
delen weg, slingerde het geweer en den ammu-
nitiegordel oni den schouder, en rende het
woud in. Joe Mixer riep den anderen het groo
te nieuws toe, cn snelde hem achterna. Dc an
dere drie baanden zich, zoo snel zij konden, een
weg door het struikgewas. De stilte van hét woud
werd plotseling verscheurd door geschreeuw cn
gekraak van takken in alle richtingen.
Ralph drukte zijn ellebogen tegen de zijden,
en ïende voort in oostelijke richting, voorne
mens om langs een omweg naar de rivier terug
te keeren, wanneer hij erin geslaagd was, den
afstand tusschen zichzelf en zijn vervolgers een
weinig te vergrootcn. Dit was het eenige wat
hij doen kon liet hij hen ver achter zich, dan
zouden zij met zijn vlot wegvaren, en een an
der kon hij niet bouwen, waar hij geen bijl of
zong beznt. Toon hij don ook niets meer achter
zich hoorde, maakte Ralph een scherpe bocht
naar links. Hij kwam op den rievieroevcr uit,
bijna op hetzelfde punt, waar hij eerder Noh
nya's sporen had gevonden. Hij doolde af noar
het strand, toen plotseling de dreigende ge
stalte van Philippe Boisvcrt van achter een
groot rotsblok voor hem opdook. Voor hij nog
zijn erm kon opheffen, had re halfbloed hem
reeds vast. Ralph worstelde wonhopig, maar
was niet in staat, zich los te wringen. Onder
tusschen schreeuwde Philippe luid om zijn reis-
genooten. Joc Mixer kwam den oever ofsnel-
len, en viel Ralph in den rug aan. Crusoe Camp
bell en Stack verschenen ook weldra, cn zoo
was elk verzet voor Ralph volkomen nutteloos.
„Bindt z'n handen vast beval Joe.
De lange veters uit de mocassins van der.
halfbloed bewezen hierbij goede diensten. Ralph
werd naar de kampplaats terug gevoerd, half
gesleurd en half gedragen. Telkens wanneer hij
struikelde, sloeg Joe hem met de vuist in het
gelaat. Gevoelens van grootmoedigheid jegens
een vijand die zich niet verweren kan, waren
Joe ten eenenmale vreemd. Crusoë Cumpbell
had een woest plezier, en Stack grinnikte onwel
luidend. Ralph klemde de tanden opeen cn
zweeg.
Jim Sholto's aandacht was getrokken door
het ongewone leven hij liep naar buiten in de
richting van de rivier, cn kwam juist tegelijk
met de anderen bij de kampplaats aan. Toen
hij Ralph zag, glimlachte hij in wreede voldoe
ning. Ralph werd met den rug tegen een boom
gezeteen stevig touw werd hem om de borst
geslagen, cn achter den stam terdege vastge
knoopt.
Ondertusschen haastte Joe Mixer zich, Jim
met uitgestoken hand tegemoet te treden. „Je
kent me nog wel," riep hij, „Mixer van Gis-
borne. Deze drie hecrcn zijn goede vrienden van
me. Te oordeelen naar je houding heb jij ook
nl ondervonden wat soort heerschap dit is."
Jim toonde zich in 't minst niet verblijd met
Joe's overdreven hartelijke begroeting, maar
zijn wrok jegens Ralph was sterker. „Dc heb niet
veel goeds von hem gemerkt," antwoorddo hij
onvriendelijk.
„Dnn moet je hooren, wat hij ons geleverd
heeft," zeide Joe. ,,'s Nachts is hij, toen wij al
len sliepen, ons kamp binnengedrongen, om
onze boot los te maken, en die te laten af
drijven. Als het aan hem gelegen had, waren
we van honger omgekomen f"
Ralph verwaardigde zich niet, ccn woord te
gen deze schoomtelooze aantijging in het mid
den te brengen.
„Wonr is dat gebeurd vroeg Jiin.
„Dertig mijl boven de groote vertakking."
„Don hebben jullie lang werk gel<aa, om hier
heen te komen."
„We hodden eerst nog wat te doen, een eind
de Stanley op," verklaarde Joe.
Ralph smaakte althans dc voldoening te hoo
ren, dat hij hun een tien dr.gen werk had be
zorgd.
„Hoe is hij hier gekomen vroeg Joe.
„Ziek en uitgeput," antwoordde Jim bitter.
„Hij vertelde, dat hij zijn boot in de Stanley -
watervalien was kwijt geraakt."
„Als dat zoo is. was het Gods straffende
hand," besloot Joe met eerbiedige vrooqaheid.
Ralph glimlachte flauwtjes.
(Weidt vervolgd,;