FEUILLETON. De verborgen vallei. DERDE BLAD. Vorsteiyk gedrag. 22e Jaargang AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" z»"r<"°28 j'""1924 (Nadruk verboden). Wanneer in het algemeen bekende ver haal Vader Jakob bij de beek worstelt met den geheimzinnigen man, die hem de heup ontwricht maar hem niet kan overwinnen, zegt de man, dat Jakob zich in die worste ling „vorstelijk" heeft „gedragen". Toen ik dit verhaal herlas, bleef ik een oogenblik over mijn Bijbel staren, wart droefheid beving mij, omdat dit vorstelijk gedrag in den strijd zulk een uitzondering is, dat het buitengewone loftuiting verdient. Is het zoo moeilijk, den strijd te voeren op vorstelijke wijze? En is deze tekortkoming aan ridderlijkheid zoo iets algemeen-mea- schelijks, dat wij haar niet aan de „tijdsom standigheden" mogen toeschrijven, maar kunnen vinden evenzeer in het antieke, oos- tersche herdersleven als in de moderne wes- tersche maatschappij Voor menigeen met mij zal het verhaal van Jakob's worsteling tot de aangrijpend ste gedeelten uit den Bijbel behooren. Juist om dat vage, dat geheimzinnige van d'cn „man", tegen wien hij om zijn leven moest vechten. Was dat nevelachtig wezen een mensch, was het een god, was het het leven, was het het Jot? In elk geval, was het Jakob's tegenstander, dien hij moest over winnen of door wien hij moest ondergaan. En daarmee belichaamt die „man" ons aller geheimzinnigen, doodelijken tegenstander, wiens greep geen van ons ooit ontkomt. Of het ons tegenloopt in onze carrière; of wij niet op kunnen tegen de duistere raad selen, waarvoor het leven ons plaatst; of we te vechten hebben tegen ingeboren scha delijke neigingen; of ons het toeval dan wel de fortuin in den weg staat, allen voeren wij dien strijd tegen den onzicht- baren tegenstander, dien wij niet op de juiste plaats weten aan te grijpen, maar die ons dwingt tot een worsteling op leven en dood. Is het bestaan ons niet vaak bijna te zwaar Wij ploeteren om er boven op te blijven, lichamelijk, geldelijk, maar ook geestelijk. Armoede, verbijstering, levens moeheid bedreigen ons iederen dag. Zoodra onze aandacht verslapt en wij het opgeven, daar ligt onze arbeid, ons beginsel, ons geloof. Worstelen moeten w.ij van de wieg tot het graf tegen dien overmachtigen Onbekende, die ons, als wij aemechtig bij de beek lig gen, vermoeid van den te zwaren dag, in het duister aangrijpt en ons tot tegenweer dwingt. Worstelen moeten wij, en wij zijn zoo zwak Er is een spreekwoord, even leelijk als waar. Wie niet sterk is, moet slim wezen. Geen van allen zijn wij sterk, als wij staan tegen de geheimzinnige levensmachten, het ondoorgrondelijk lot, het onverklaarbare toeval, de raadselachtige fortuin. Slimheid is onze eenige toevlucht: Als slimme men schen is het, dat wij worstelen 0111 ons be staan. O, wij zijn allen zoo slim! Wij redden er ons uit; als alen kronkelen wij in de vuist van den geweldigen Aanrander en waarlijk, wij ontkomen hem. Telkens ontkomen wij hem weer. Wij glippen tusschen de moei lijkheden door; wij verzinnen listen; wij slij pen ons vernuft; en wij spartelen weer vrij, telkens wanneer het oogenblik van onzen ondergang scheen gekomen. Zoo bereiken wij aan het slot van het leven ons einddoel; ons bestaan is geweest ais dat van den deel nemer aan een behendiglw'dswedstrijd, wien men allerlei beletsels en staketsels in den weg heeft gelegd, die hij handig had te ont wijken. Maar het is niet, wijl hij overwonnen heeft, dat Jakob door den geheimzinnigen man wordt geprezen. Had hij door slimheid overwonnen, hij zou geen uitzondering zijn geweest. Jakob wordt geridderd, omdat hij op ridderlijke wijze heeft gevochten. Het is de manier, waarop hij de overwinning be haalt, die zijn goddelijken tegenstander eer bied afdwingt: hij heeft zich vorstelijk ge dragen. Vorstelijk gedrag in den strijd. Dit is hetgeen in de wereld ontbreekt. Tekort aan vorstelijkheid maakt den levensstrijd van het menschdom tot een triest en zielig schouw spel. Strijd op zichzelf kan verheven zijn. Een worsteling kan een aanblik verschaf fen, indrukwekkender dan een onweer; schooner dan een zonsopgang. Het ridder- tornooi der middeleeuwen bootste in den vorm van een spel na, wat het leven in ernst behoorde te zijn: een vorstelijke strijd. Vorstelijk gedrag! Dit een enkele maal te aanschouwen, ontroert als een gods dienstoefening. Een nobel karakter zich te zien openbaren in de worsteling om het be staan; een eerlijk hart, een fier gemoed, een ridderlijke hand... Vorstelijkheid, soms in de gestalte van een eenvoudige ziel, die ons, in ander opzicht beter ontwikkelden, be schaamt. Vorstelijkheid, die van geen slink- ische streken wil weten; die liever eerlijk ver liest dan oneerlijk wint. Vorstelijkheid in den zwakke, die niet sterk is, maar toch niet slim wezen wil. Is er vorstelijkheid in onzen omgang, in onze levenshouding, in den stijl van onzen arbeid? Vorstelijk gedrag in onzen politic ken strijd; in ons verweer tegen benijders en mededingers; in ons verkeer met andersden kenden; in ons standpunt ten opzichte van de groote problemen omtrent leven en dood Misschien zullen w.ij allen onze moeilijk heden overwinnen, maar de ware overwin ning zal zijn, zoo men van ons ka ngetui- gen, dat wij ons vorstelijk hebben gedra gen, ook al is dan onze heup in de worste ling ontwricht. H. E. CANNEGIETER. Londensche Brieyen. (Van onzen Londcnschen Correspondent). DE BR1TSCHE RUKSTENTOONSTELUNGIV. Nadruk verboden. Pinksterbezoek. 4000 K.G. klok huizen. Wembley ontwake na den winterslaap. Canada en zijn Spoorwegen. Waar eens de braad pan stond. De tentoonstelling is des Zondags niet open. Met dezen maatregel berooft het tcntoonstel- lingsbcstuur zich van een groot bedrag aan inkomsten en het neemt meteen voor millioe- nen de gelegenheid weg er heen te gaan. In Londen olleen zijn er duizenden menschen, die alleen des Zondags tijd kunnen vinden voor een bezoek. De maatregel wordt dan ook in ruimen kring veroordeeld, temeer daar de ten toonstelling op den voet van thans bezoek ontvangend zeker tenslotte niet aan de ge schatte dertig millioen betalende bezoekers toe zal komen. Reeds beproeft men druk uit te oefenen op de autoriteiten om deze Zondag sluiting op te heffen voor zoover het de eigen lijke tentoonstelling betreft. In de hertie van het Park des Vermaoks kan men eventueel een schending von de Zondagsrust zien. Maar du tentoonstelling zelve is zoo instructief en geefk zooveel opvoeding van hooge orde, dot een be zoek er aan op Zondag niet geacht kon worden in strijd te zijn met de engste opvatting von do bctcekenis van den Sabbath. Pinkster-Maandag gaf gelegenheid op te merken hoeveel men schen den vrijen dag of een vrijen dag benut ten om naar Wembley te gaan. De tweede Pinksterdog is altijd een groote uitgaansdag in Britannic. Londen stroomt dan vol met men schen uit de provincies, die de bezienswaardig heden en de musea komen bekijken. Maar nu was Wembluy de magneet, waar honderddui zenden door werden aangetrokken. De kathe draal van St. Paul, de parlementsgebouwen, de tuinen van Kew en de Notional Gallery hadden tesnam nog geen vijftigste deel van de bezoe kers van* Wembley. Een schatting stelde het aantal menschen, dat op den tweuden Pinkster dag over de ruime gronden en door de uitge strekte gebouwen der tentoonstelling kuierde op niet minder don 350.000. In den ochtend bracht ik er een paar uur door. En zoo vroeg op den dag reeds kon men haast over de hoof den der menschen loopen. Alleen wie zich met aanwending van een goede dosis lichaams kracht in het gedrang wilde wagen kon er in slagen een blik te werpen op de juweelen van Ceylon, op de werkzaamheid van kleedjeswe vers in de ommuurde stad, in de ofdeeling van do Goudkust, «p het houtsnijwerk der Moori's of op de inzendingen van natuurlijke historie in het paviljoen van Nieuw Zeeland, op het zilver, het amberen knutselwerk, de gesneden ivoortjes en het heerlijke lakwerk in Burma, op de werkende modellen van goud- en tinmijnen of op de robbcnvellen van Newfoundland. Maar het was een vermoeiende en ondankbare taak, welke moeilijker werd, naarmate de drommen dichter warden. Ik ben toen naar de pers-club gevlucht en heb daar van de veranda af de steeds dichter wordende massa's zien voort- schuifelen. De veranda verschafte een schoon gezicht op Canada en Australië en op het meer, waar „the boats of Empire" tot zinkens toe geladen, door elcctrischc energie voortgedre ven, passagiers vervoerden langs dc kusten van het Rijk, onder aardig gewelfde betonnen bruggen door. En ook dobberden aan het eene eind van het meer kinderen Tond in een ondic- pen speelvijver, in kleine notendopvormige bootjes, welke zij zelf voort konden stuwen door middel van schepraderen, welke van bin nen uit niet de hand in beweging worden ge bracht. Zoowel voor de „rijksbootcn" als voor de notendoppen stonden aan de boorden van het meer queues van tweehonderd en meer me ter leng. En dat was niet alle queu binnen mijn gezichtskring. De menigte wos zoo overstel pend dat de restaurants welke tesaam 25000 menschen tegelijk van voedsel kunnen voor zien, opgediend door 7000 vrouwelijke en man nelijke kellners, bij lange na niet toereikend waren. Tegen één uur was het enorme terrein als bedekt met lange, kronkelende slierten menschen, die wachtten met die orde en dat geduld van een Engelsche menigte op het oogenblik in een naaste toekomst waarop een tafeltje vrij zou komen en het „flauwe ge voel" van long en vaak doelloos slenteren met „a roll and butter, steak and kidney pie, Welsh rarebit, boiled beef and dumpling" I) of con van die andere Engelsche gerechten op de vlucht kon worden gejaagd. Maar niet alle ma gen konden geduld oefenen. En velen hadden het schitterend idee de restaurants aan hun lot over te loten en den inwendigen mensch te gaan versterken bij de kolossale vruchtenuit stallingen in het gebouw von Australië, Cana da of Zuid-Afrika. En zoo kon het gebeuren, dat de hongerige menigte op den tweeden Pinksterdag het grootste deel van de „fruits of Empire"2) opkocht en dat men den anderen ochtend kon vaststellen, dat alleen Australië 20.000 K.G. appels hod verkocht en dot de mannen, die het gebouw van Australië en om geving schoon houden 4000 K.G. klokhui zen hadden opgeraapt. Ik was wat sceptisch over die 4000 K.G. klokhuizen, maor men heeft inderdaad de klokhuizen gewogen, ten einde dc pers aan een suggestief getal te hel pen. Jammer dnt men de opgegeten klokhuizen ook niet heeft kunnen wegen I Dc voedsclvoor- ziener van Wembley 'iet den onderen dag we ten, dat hij 400.000 koppen thee had ver kocht, waarvoor hij 2000'K.G. thecblaren had moeten loten trekken. Het blijvc bij deze korte kenschetsing ian de Pinkstrrdruktc. Het karakter van deze gigonte „show" en haar beteekenis voor het publiek in Londen en ommelanden verschijnt ons meer en meer als in hooge mate belangwekkend en ze genrijk. Er is geen twijfel aan, deze stichting daar noordwestelijk van du groote, zwarte metropolis is een nobele tractatie vóór de menschheid. Ze is van alles, lustoord en speel terrein, universiteit en school, kijkspel en pa norama. Ze verschaft het genoegen van schoo- ne bloemperken (er is een rijkdom van tulpen in de tuinen welke alleen rond Haarlem zijn weergu kan vinden), frissche gazons, blij wa ter. De blik wordt er ruim, het gemoed ont vankelijk voor dc glorie van dc voortbrengings kracht van de aarde en haar menschen. Lon den zelf heeft door onder zijn rook een ge neesmiddel gekregen voor zijn overspannen menschen, voor de werking van zijn drukken de monotonie. Men begint reeds den tijd te vreezen dot de stad zonder haar tentoonstel ling zal zijn en het is dan ook geen wonder dat er stemmen opgaan om ze, wanneer ze in October zal moeten sluiten, een winterslaap te laten ingaan, waaruit zo in do Lente van het volgend jaar weer zol kunnen ontwaken. Indien men dot zou kunnen doen, zou de vreugde bij velen groot zijn, grooter misschien dan om het plan van een Amerikaan, die er hord over denkt het Park des Vermaoks op te koopen met het doel het blijvend te bestemmen voor een pleizieroord voor dc Londenaars, zooals b.v. Coney Island, bij New Yoik een perma nente kermis is voor de New Yorkers. In de meeste gevallen is een Vcrmakelijkheidspork een groote concurrent van de tentoonstelling, waar het bij behoort. Maar hier te Wembley ziet men het verschijnsel, dnt de tentoonstelling zelve de grootste attractie is voor het publiek. Het kan worden toegeschreven aan de vermin derde frivoliteit van de massa, maar ook aan de inrichting van deze „show" zelve, die zoo levendig is mut al haar werkende modellen en fabricage van brood cn „pickles", chocola en beschuit, wol, katoen, zijde cn kunt en wot niet al, op grootcn voet. Maar het wordt tijd, dat wij onze vluchtige rcize long's de verschillende deelen van The Empire hervatten. Wij zouden immers overzee gaanDoor over het meur staat het blanke huis, dat dc schatten van Canada bevat. Het is het rijkste gebouw von de overzcesche sectie, nog een ietsje rijker dan Australië, wonr wij misschien heden ook nog een kijkje kunnen nemen. Men noemt den stijl van het paviljoen van Canada neo-Grieksch. Aon de twee vleu gels wordt het bvgrensd door kleine, monumen tale paviljoens in dcnzclfdcn stijl. Dot zijn do twee aparte gebouwen van dc twee groote Ca- nudeesche spoorwegmaatschappijen. En er zit symboliek in deze bouworde. Het zijn de spoor wegen, welke de grandeur cn du heerlijkheid von dit gezegende land voor u onthullen. Wan neer gij in Quebec zoudt aankomen, in het Oosten, zou de spoorweg u binnenleiden in de wonderen von dat groote gebied. En wanneer gij in Halifax of Vancouver zoudt aankomen, zou daar ook de spoorweg zijn om u fc ver voeren door de Rocky Mountains naar dc prni- rieën, langs watervallen cn nauwe rotsen cn door dc onmetelijke graanvelden en de even onmetelijke bosschen van dit Canada. En hier zijn dan dc spoorwegen in het Oosten cn het Westen van het gebied vertegenwoordigd door twee fraaie paviljoens non den Oostelijkcn cn Westelijken kont van Canada's paviljoen. De lijnen van die spoorwegmaatschappijen zijn als de aderen van het wonderbaarlijke land, waar door zijn levensbloed naar allo deelen stroomt. De buffels en de rendieren op de hoeken dier gebouwen, enorme gevaarten in roomkleurig pleister, roepen voor uw verbeelding dc lokole kleur op. En binnenin doorkruisen miniatuur- treinen du minioluur-proirieën cn miniatuur- bergen. Schepen varen er in de haven van Huli- fax. En al die panorama's doen duidelijk zien, dot Canada een van de grootste „graanschu ren" der wereld is. De graansilo's stoon cr aan dc kusten en ook in dc eenzaamheid der voor een groot deel nog zoo ongerepte gronden in het midden van het land, langs de spoorlijnen, waarover du treinen loopen met wagens bcr- stcns-vol koren. Het hoofdgebouw bevat een complete ver zameling van alles wat het land non nijverheid en landbouw heeft aan te bieden. Landbouw is er hoofdbedrijfmaar de oningewijde en wij zijn bijna allemaal oningewijden staat ver steld van de schotten von fabrieksproductie, welke er zijn te zien. Niets schijnt in Europa te worden gemaakt dat in Conadn niet even goed of beter wordt gemankt. En om maar een voor beeld te noemen, de meubels waren mij een openbaring cn waren veel eleganter en fijner en schooner dan dc meubels, welke men in de meubelwinkel-stroot van Londen, Tottcnhnm Court Road, kan zien. Een znal in dit prnc'ntige gebouw hoeft onn nlle wnnden panorama's. En z'3 zijn zoo voortreffelijk gemaakt cn zoo sug gestief voor de sfeer vnrr bet larjd, dat men den prairiewind soms om zich heen schijnt te voe len of dnt men den geur der vruchtengaarden meent op te snuiven. Het koren stoot er in schoven, in rijen van een dagmnrsch. En de „mop" van het gebouw is de Prins van Wales naast zijn paardlevendig geschulpt in boter. Wot was Australië een goede hondurd jaar geleden Door blanken onbetreden gebied, waar het kannibalisme levendig tierde. De eer ste zendelingen en dc eerste pioniers verloren cr het loven in omvangrijke kookpotten of braadpannen van zeer wilde mannen. Een deel van du pioniers kon voet bij stuk houden cn bouwde zich hutten in het oerwoud, verdedigde zich met buksen tegen den inboorling, die den blankhuid niet in zijn hut in het woud, wel aan zijn persoonlijk spit wilde zien. Maar de pionier ging er kappen en opruimen en zooien en fok ken, tegen do bedreiging der kannibalen in. Het is nog maar een goede honderd jaar gele den. Nu graast het Merinos-schoop er in groote kudden en de wol levert de grondstof voor onze jassen en broeken cn kousen. Waar eens de lugubere kookpot van den wilde stond vindt ge nu rijke graan- of katoenvelden. De afstammelingen van den man, die zich een eeuw geleden met zijn buks tegen de cornivo- rische eetdriften van den inboorling verdedig de en zijn hut bouwde in het oerwoud, die af stommelingen hebben thans een Blank paleis neergezet op Wembley, waarin zij de thuisblij vers tooncn wat met voortvarendheid en durf kan worden gewrocht, cn hoe krachtig het jon ge Australië bijdraagt aan dc productie van (Je wereld. Over dat cn meer een volgende maal. Londen, 10 Juni. 1) Broodje met boter, pastei van rund- vleesch en nieren, geroosterd brood met ge smolten kaas, gekookt ossenvlcesch met een bolletje deeg. 2) Hier letterlijk dc vruchten van het Rijk. Brieven uit Rotterdam. Dc prijsvraag voor ccn nioawo hrug. Hot zookon noar ©on tljdolijko voorziening. Uit don Raad. Eon boscbnldiging van don burgemeester. Eindelijk is het programma gepubliceerd voor de internationale prijsvraag betroffen- de dc vernieuwing van dc Koninginncbrup, waarmee dus de eerste stap is gezet voor '.ie verbetering van dc oeververbinding. Lang is erop gewacht. Heel vlug gaat het langs dezen weg niet. Immers dc inzendingen zullen worden-be schouwd als voorloopige ontwerpen, welke als grondslag moeten dienen voor een defi nitief ontwerp. Nadrukkelijk behoudt de ge meente zich volledige vrijheid voor ten aan zien van de samenstelling van het dofini- tic\e plan cn de uitvoering daarvan. Men zul dus een ontwerp kunnen bekronen, en liet combinecren met een andere inzending. Bepaald is, dat de beste oplossing wordt be kroond mot f 10.000 maar dat daarnaast ont werpen, die naar het oordeel van de jury op grond van hun belang voor een defini tief ontwerp daarvoor in aanmerking komen, kunnen worden aangekocht voor f 1000.— Gemeentewerken speelt bij dezen brugge- bouw dos ccn tamelijk passieve rol. Zij ont werpt niet; zij vraagt een idee. Zij kiest niet; daarvoor zorgt de jury; en ten slotte voert zij ook niet uit. Dit moet voor den directeur cn zijn staf een bitter ding zijn. Heeft Rot terdam geen knappe ingenieurs die, als zij van dit onderwerp specialo studio hadden mogen maken, mot een ontwerp voor den dag hadden kunnen komen? Niemand is beter dan zij bekend met plaatselijke toestanden, met plaatselijke behoeften. Voor hen moet het min of meer pijnlijk zijn, dat dc ge meente. wanneer zij werkelijk eens iet? groots te doen heeft, de hulp van buiten in roept. Zij, die bun krachten aan deze prijsvraag willen beproeven, hebben ongeveer ccn half jaar tot 15 December den tijd, dan zal de jury haar werk beginnen, dat 15 April ge reed moet zijn. We zullen dus ongeveer een jaar verder zijn voor men in Rotterdam weet welk plan cr is voor dc vernieuwing von de brug. Ondertusschen probeert nien een middel te vindeh om aan het steeds drukker wordend verkeer althans cènigèrmatê tegemoet te ko men. F,enigen tijd geleden hadden wc hier een „levée en masse" voor dc verbetering van de oeververbinding, cn het gevolg danr- \an is geweest dat men proeven heeft ge nomen met pontonveren. Daarvoor gebruikte men twee zandbakken van dc gemeente waarover een houten raam was gelegd; bij ccn pontonveer zou dit een plankier wor den, dat aan tien tot twaalfauto's plaats bieden kon. Het logge gevaarte werd ge trokken door oen sleepbootje. Dc proef lukte goed, in even tien minuten was bet veer van den oenen naar den an deren kant getrokken. Maar deze proef neming bcteckcnde op zichzelf niets. Zoo'rt log gevaarte, dat gesleept wordt cn zelf niet stuurbaar is moet, vooral bij stormachtig weer, gevaar opleveren voor zichzelf en voor de scheepvaart; dc hakken liggen dwars op den stroom, zoodat cr maar weinig deining behoeft te zijn om het platte, logge vaartuig in heftige beweging te brengen, wat buiten gewoon ovaarlijk is voor het rollend mate rieel waarvan dc banden maar even het plankier raken en dat spoedig neiging tot omslaan zal vertoonen. Buitendien zou het pontonveer alléén dienst kunnen doen voor het traject* Wil lemsplein—Wilhelminnkade. cn dus alleen voor het verkeer van den ITaag naar Dordt iets bctcckcncn. Voor het groote stadsver keer, dat zijn weg neemt door de Bosestrnat naar het centrum heeft het geen nut, en Volharding moet bij al ons streven voorzit ten wie iets ten halve doet, doet niets. Tolstoi. door HULBERT FOOTNER .VOOR NEDERLAND BEWERKT, - DOOR L'. ALETRINO - 58 „Nou nou stamelde Jim, niet wetend wat te zeggen om haar te kalmeeren. „Ik deed het voor jou I" Een zwakke kreet van machtelooze woede ontsnapte haar. „Hoe kunt u mij. zoo te schan de maken I" mompelde zij. „Te schande maken herhaalde dc arme Jim. „Maar als je toch iets wilt hebben, moet je cr toch voor vechten „Ik wil hem niet hebbenriep zij. „Laat hem weggaan I Hoe eerder hij gaat, hoe liever 't mij is 1 Verstaat u mijik haat hem I Ik wil hem nooit meer zien, zoolang ik leef Dat was dien dag de derde maal dat Ralph verloochend werd. Hij was maar een mensch, hij voelde zich in zijn eigenliefde gekwetst. „Wat manke.ert jullie allemaal riep hij uit. „Ik ben geen mooiprater of een gemeen sujet! Waarom moet iets mij verweten worden, waar niemand schuld aan heeft V' „Kom mee naar huiszei Kitty gebiedend tot haar vader. .Tina volgde haar als een geslagen hond. „De hemel mag weten wat ze nu weer uil," bromde hij. Ralph ging weer aan zijn werk met ccn koortsachtigen ijver de pijn in zijn schouder telde hij nauwelijks. Het beste was maar niet verder te denken aan den toestand was toch niets te verhelpen. Hij moest alleen zoo gauw mogelijk zien weg te komen. Hij boorde gaten in de uiteinden der vier balken, en in twee zware kruishouten toen sloeg hij het geheel met ste vige houten pinnen in elkaar. Toon hij einde lijk klaar was, was de middag reeds grooten- deels verstreken. Hij duwde zijn vlot de rivier in legde het vast, cn nam den avegaar en de bijl mee terug naar de werkplaats. Jim Sholto, die daar bezig was met het schoonmaken der ovens, wendde hem, toen hij binnentrad, een onvriendelijk, norsch gelaat toe. „Kon ik wat levensmiddelen, een geweer cn een deken van je koopen vroeg Ralph kortaf. „Het ligt al klaar voor je in de keuken," klonk het barsche antwoord. „Ik zal nog geen hond van honger laten omkomen, als ik er wat aan doen kan." Ralph ging niet op de laatste opmerking in. De twee mannen gingen naar de keuken. Wat hij noodig had, lag daar op talelgeweer, gor del inet ammunitie, een stel dekens en een pak met levensmiddelen. Kitty was nergens te zien. „Betaal maar, wat je wilt," zeide Jim onver schillig. „Het is vijftig dollar waard," zeide Ralph, terwijl hij het geld neertelde. „Hier is nog iets van je," zeide Jim hem met een verachtelijk lachje den hanger overrei kend. Zonder iets te zeggen, stak Ralph hem in den zak. Met de weinig omvongrijke uitrusting on der den arm, verliet hij zonder afscheid het blokhuis. Alles was nu klaar voor zijn vertrek, en toen hij het pad, dat noar de rivier leidde betrad, ademde hij vrijer. Hij betreurde hetgeen was voorgevallen, maar nu hij er niets aan veran deren kon, was het hem een opluchting, het blokhuis achter zich te kunnen laten. Daar, stroomafwaarts, lag Nohnya's lond. Halverwege dc kampplaats bleef hij plotse ling staan van schrik. In de verte hoorde hij mannenstemmen. Hij meende de stemmen te herkennen. Hij hoorde hen weer, nu naderbij. Geen twijfel bestond er meer. Het ergste wat hem overkomen kon, was geschied. Hij over legde, wat hem te doen stond. Vóór hem was de weg afgesneden zij hadden zich reeds in het bezit gesteld van het vlot, dat hij met zooveel moeite had gebouwd. Achter hem stond de vertoornde, booze vader. Hij was ver loren. Tenvijl Ralph nog besluiteloos stond, verscheen op het pad vóór hem, Joe Mixer, die, toen hij hem gewaar werd, een luid geschreeuw aanhief. Ralph wierp de deken cn het pak levensmid delen weg, slingerde het geweer en den ammu- nitiegordel oni den schouder, en rende het woud in. Joe Mixer riep den anderen het groo te nieuws toe, cn snelde hem achterna. Dc an dere drie baanden zich, zoo snel zij konden, een weg door het struikgewas. De stilte van hét woud werd plotseling verscheurd door geschreeuw cn gekraak van takken in alle richtingen. Ralph drukte zijn ellebogen tegen de zijden, en ïende voort in oostelijke richting, voorne mens om langs een omweg naar de rivier terug te keeren, wanneer hij erin geslaagd was, den afstand tusschen zichzelf en zijn vervolgers een weinig te vergrootcn. Dit was het eenige wat hij doen kon liet hij hen ver achter zich, dan zouden zij met zijn vlot wegvaren, en een an der kon hij niet bouwen, waar hij geen bijl of zong beznt. Toon hij don ook niets meer achter zich hoorde, maakte Ralph een scherpe bocht naar links. Hij kwam op den rievieroevcr uit, bijna op hetzelfde punt, waar hij eerder Noh nya's sporen had gevonden. Hij doolde af noar het strand, toen plotseling de dreigende ge stalte van Philippe Boisvcrt van achter een groot rotsblok voor hem opdook. Voor hij nog zijn erm kon opheffen, had re halfbloed hem reeds vast. Ralph worstelde wonhopig, maar was niet in staat, zich los te wringen. Onder tusschen schreeuwde Philippe luid om zijn reis- genooten. Joc Mixer kwam den oever ofsnel- len, en viel Ralph in den rug aan. Crusoe Camp bell en Stack verschenen ook weldra, cn zoo was elk verzet voor Ralph volkomen nutteloos. „Bindt z'n handen vast beval Joe. De lange veters uit de mocassins van der. halfbloed bewezen hierbij goede diensten. Ralph werd naar de kampplaats terug gevoerd, half gesleurd en half gedragen. Telkens wanneer hij struikelde, sloeg Joe hem met de vuist in het gelaat. Gevoelens van grootmoedigheid jegens een vijand die zich niet verweren kan, waren Joe ten eenenmale vreemd. Crusoë Cumpbell had een woest plezier, en Stack grinnikte onwel luidend. Ralph klemde de tanden opeen cn zweeg. Jim Sholto's aandacht was getrokken door het ongewone leven hij liep naar buiten in de richting van de rivier, cn kwam juist tegelijk met de anderen bij de kampplaats aan. Toen hij Ralph zag, glimlachte hij in wreede voldoe ning. Ralph werd met den rug tegen een boom gezeteen stevig touw werd hem om de borst geslagen, cn achter den stam terdege vastge knoopt. Ondertusschen haastte Joe Mixer zich, Jim met uitgestoken hand tegemoet te treden. „Je kent me nog wel," riep hij, „Mixer van Gis- borne. Deze drie hecrcn zijn goede vrienden van me. Te oordeelen naar je houding heb jij ook nl ondervonden wat soort heerschap dit is." Jim toonde zich in 't minst niet verblijd met Joe's overdreven hartelijke begroeting, maar zijn wrok jegens Ralph was sterker. „Dc heb niet veel goeds von hem gemerkt," antwoorddo hij onvriendelijk. „Dnn moet je hooren, wat hij ons geleverd heeft," zeide Joe. ,,'s Nachts is hij, toen wij al len sliepen, ons kamp binnengedrongen, om onze boot los te maken, en die te laten af drijven. Als het aan hem gelegen had, waren we van honger omgekomen f" Ralph verwaardigde zich niet, ccn woord te gen deze schoomtelooze aantijging in het mid den te brengen. „Wonr is dat gebeurd vroeg Jiin. „Dertig mijl boven de groote vertakking." „Don hebben jullie lang werk gel<aa, om hier heen te komen." „We hodden eerst nog wat te doen, een eind de Stanley op," verklaarde Joe. Ralph smaakte althans dc voldoening te hoo ren, dat hij hun een tien dr.gen werk had be zorgd. „Hoe is hij hier gekomen vroeg Joe. „Ziek en uitgeput," antwoordde Jim bitter. „Hij vertelde, dat hij zijn boot in de Stanley - watervalien was kwijt geraakt." „Als dat zoo is. was het Gods straffende hand," besloot Joe met eerbiedige vrooqaheid. Ralph glimlachte flauwtjes. (Weidt vervolgd,;

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 9