AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" binnenland. TWEEDE BLAD. 23e Jaargang Ne. 4 Vrijdag 4 Juli 1924 DE TWEEDE KAMER EN DE OFFICIERS OPLEIDING. Een groot aantul leden heeft bezwaar tcg-=n de concentratie der Scholen voor Verlofsoffi- cieren der inf. te Kampen. Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Ka- "?iGr omtrent het wetsontwerp tot wijziging van Hoofdstuk Oorlog der Staatsbegrootinjf voor 1924 ontlccnen wc De late indiening. Algemeen "is ernstig geklaagd over de late indiening. Men kon niet inzien waarom de voor gestelde regeling niet eerder aanhangig 'nad kunnen zijn gemaakt. Naar de meening van vele leden is het onmogelijk, in de weinige da gen, welke nog vóór den aanvang van het zo- merrecès resten, het onwerp een zoodanige rus tige behandeling, zoowel schriftelijk als monde ling te doen wedervaren, dat èn het militaire belang èn het belong van 's Rijks schatkist met die zorg worden beschouwd, welke zij ver dienen en welke daaraan in hun samenhang vooral in den tegenwoordigen tijd, behoort te worden besteed. Ook is de zoo late indiening van het ontwerp oorzaak, dat aan de leden der Kamer de gelegenheid ontbreekt, zich voor het geven van hun oordeel over dit zoo gewich tige voorstel ter plaatse op de hoogte te stellen van den toestand van gebouwen en oefenings terreinen. Verscheidene leden .zouden gaarne hebben gezien, dat een plan als het onderhavige ware aangeboden als onderdeel van de voorstellen tot algeheele reorganisatie van het militaire onder wijs, ryelke van de regeering zijn te wachten, zoodat de opleiding van de verlofsofficieren had kunnen worden beoordeeld in verband met den geheelen nieuwen opzet, welken dc regeering aon het genoemde onderwijs denkt te geven. Verscheiden leden hebben bezwaar tegen de richting, waarin de officiersopleiding thans wordt geleid. H. i. is het niet juist de oplei ding van verlofsofficieren de voornaamste plaats te doen innemen en dun de aanstaande beroepsofficieren diezelfde opleiding, zij het met een aanvullingscursus, te doen volgen. De ver- lofsofficieren behooren een overzicht van de geheele stof te hébben,de beroepsofficieren moe ten een opleiding hebben, waarbij op alle on- derdeelen dieper wordt ingegaan. Dit zal bij deze regeling nooit kunnen worden verkregen. Gaarne zouden de hierbedoelde leden vernemen, v/elke de bezwaren zijn naar het oordeel vort den Minister aan dc tegenwoordige officiersop leiding verbonden. Vele andere leden deelen deze opvatting niet en achten het genoemde stelsel zeer juist zoo wel met het oog op het onderwijsbelang als uit financieel oogpunt. De strijd om Kampen. Tegen de concentratie van de scholen voor de verlof sof ficicren der infanterie te Kampen heeft een groot aantal lden ernstig bezwaar. In de eerste plaats zijn ze van oordcel, dat deze gemeente geen oefeningsterreinen bezit, voldoende aan dc eischch, welke daaraan moe ten worden gesteld. In de stad zelf vindt men een klein terrein, dat vour oefeningen op eenigs- zins groote schaal niet geschikt is. De oefenin gen zullen dus hoofdzakelijk moeten plaats heb ben op de Wczeperheide. Dit terrein is geheel kaal en vlak en heeft dus vrijwel alleen eenige waarde voor nachtelijke oefeningen. Hebben schietoefeningen to Oldebroek plaats, dan kan een groot gedeelte van de Wezeperheide r.iel gebruikt worden. Bovendien ligt dit terrein veel te ver van de stad verwijderd. Moet de troep daarheen morcheeren dan zaï hij bij aankomst allicht te vermoeid zijn om met succes te oefe nen. Vervoer per trein of tram is dus aange wezen. Dit zal aanzienlijke kosten met zich brengen en daarenboven groote moeilijkheden veroorzaken. In de tweede plaats achten deze leden ook de gebouwen, welke te Kampen beschikbaar zijn, voor het beoogde doel niet geschikt. VooTts biedt Kampen onvoldoende gelegen heid tot ontspanning. Dit heeft ten gevolge, dat uitstapjes naar 'andere pjaatsen als b.v. Zwolle .worden gemaakt, waarbij wel niet steeds alles achterwege zal blijven, dot beter niet gebeurt. De geschiedenis van den Hoofdcursus heeft in dit opzicht vel geleerd. Daarbij komt nog, dat Kampen zeer ongunstig gelegen is ten opzichte van een goed deel van het land, zoo dat het velen leerlingen onmogelijk zal zijn den Zondag in den huisèlijken kring door te bren gen. Bovendien wijst men op den slechten gezond- hcistoestand' in Kampen. Ten slotte hebben deze leden bezwaren van financieelen aard. Dat de concentratie van de te Amersfoort en Breda gevestigde scholen te Kampen bezuiniging zal brengen, kunnen zc niet inzien. Zij hebben vernomen, dat 'de kos ten van overbrenging ruim 38.000 zal bedra gen terwijl de exploitatie der nieuwe school een verhooging van uitgaven met ruim 123.000 per jaar zou vorderen. In elk géval ligt het voor de hand, dat in Kampen verschillende uit- gaven zullen moeten \s-orden gedaan, welke in Amersfoort en Breda niet of althans in min dere mate noodig zijn, wijl in die plaatsen gar nizoenen liggen. Als bezwaar tegen de concentratie in Kam pen is nog aangevoerd, dat oefeningen in ver band met cavalerie en artillerie aldaar niet kun nen plaats hebben. Is dit op zichzelf reeds een ernstig nadeel, daarbij komt nog de moge lijkheid, dat dit gemis te eeniger tijd leidt tot den wensch om ook deze wapens in Kampen te doen vertegenwoordigen. Verschenden leden meenen, dat da scholen voor verlofsofficiercn beter in Breda kunnen worden geconcentreerd. Ze herinneren er aan, dat in een communiqué van 29 Nov. jl. over deze concentratie in het bijzonder de aandacht is gevestigd op de voordcelen van Breda als plaats van vestiging van de geconcentreerde scholen. Breda is in het bezit van zeer geschikte oefenterreinen, terwijl ook de gebouwen, te Bre de voor de hierbedoelde opleiding beschikbaar, vel beter worden geacht dan die te Kampen, Voorts is Breda voor zeer velen vee! gemak kelijker te bereiken dan Kampen, terwijl er rui me gelegenheid tot ontspanning kan worden ge vonden. Verscheiden andere leden zullen gaarne hun stem aan het ontweip geven, mede wijl zij aan Kampen verre de voorkeur gaven boven Breda. Is het —zoo zeggen zij van algemeene be kendheid, dat de gesteldheid van de terreinen te Breda steeds slechter wordt, terwijl ze bo vendien tengevolge van ontginning meer en meer in uitgestrektheid afnemen, de te Kam pen zoowel in de onmiddellijke nabijheid der stad als op verderen afstand beschikbare terrei nen met bijbehoorende schietbanen moeten alles zins voldoende worden geacht. Dat vervoer von den troep per tram of trein noodig is, heeft dit voorde?!, dat de manschappen, en in dit geval ook de leerlingen, frisch op het oefenings terrein aankomen. Kosten zal dit voor het rijk niet meebrengen. Immers de gemeente Kam pen heeft aangeboden tweemaal 's weeks voor het vervoer te zorgen. Ook de gebouwen, welke in Kampen beschik baar zijn, bieden olies wet noodig is en ge- wenscht moet worden geacht. Dat Kampen ongezond zou zijn. konden deze leden niet toegeven. Het sterftecijfer in die ge meente is gunstig' in vergelijking met dat van andere gemeenten, als b.v Breda. Dot de voorgestelde maatregel geen bezuini ging tot gevolg zou hebben, weerspreken zij met kracht. Behalve op hetgeen te dezer zake in de Memorie van Toelichting is medegedeeld, wijzen zij nog op het volgende Het rijk hóeft met de gemeente Kampen een contract, krachtens hetwelk de Hoofdcursus tot T936 in die gemeente gevestigd zou moeten blijven. Tot dat jaar is het Riik verplicht tot het houden van huur en tot hel volledig onderhoud van de gebouwen, welke bij den Hoofdcursus in gebruik zijn geweest Het gemeentebestuur van Kampen schijnt bereid te zijn dit contract te annuleeren tegen betaling van een schade vergoeding van 70.000. Voortgezet gebruik van de hierbedoelde gebouwen zal den Staat ontheffen van de verplichtingen tot betaling von dit bedrag van 70.000. Alleen reeds hierin zou voor het Rijk een allermjnst geringe bespa ring zijn gelegen. Ook het bezwaar, dat in Kampen geen sa menwerking met andere wapens mogelijk zou zijn, werd ongegrond geacht. In den tegen woordigen lijd komt voor zoodanige samen werking alleen de artillerie in aanmerking. En oefeningen te zomen met de artillerie kunnen juist voor hen, die te Kampen gelegerd zijn, zeer goed worden gehouden op dc Wezeper en Oldebroeksche heiden. Verscheiden leden stellen, afgezien van de vraag, of de geconcentreerde opleiding te Kam pen of tc Breda gevestigd zou moeten worden,, dc vraag, of de geheele concentratie wel noodig is en of de bestaande toestond niet kon worden gehandhaafd. De tot dusverre behaalde resul taten pleiten hiervoor. «t Sommige leden betreuren zeer, dut in dit ont werp de reorganisatie van de offciersopleiding is vastgekoppeld aon de samenbrenging van de bestaande scholen voer verlofsofficieren in Kampen. Had toch de reorganisatie op zichzelf hun volkomen instemming, tegen de vestiging in Kampen hadden zij op de vermelde gronden ernstig bezwaar Verschillende leden vragen inlichtingen om trent de kosten, aan de instelling van het ni.u- we garnizoen te Kampven verbonden omtrent de totale kosten van den voorgesteldon maat regel enz. Nog werd gevraagd of hot vast staat, dat 1 Oct. a.s. de gemeente Kampen al haar beloften kan vervuld hebben. Op hoeveel begroot dc regeering de bezuini ging, welke haar regeling zal brengen Zal een oefeningsdetachement van 200 man niet wat ie weinig blijken in verband tot het betrekkelijk groot aantal leerlingen Sommige leden meenen, dat. Kampen van moreel standpunt bezien wel eenig recht heeft op de vestiging van de school voor verlofs officieren der infanterie. Andere leden stellen hier tegenover, dat niet hel belang ven een ge meente, maar dat von d* opleiding, een alge meen landsbelang en wel een landsbelang van den eersten vang hier moet overwegen. Sommige leden meenen, dat de regeering met het uitlokken van concessies van gemeente besturen, gelijk in dit geval kennelijk is ge schied, op den verkeerden weg is en dat. als men het noodig acht dc in Kampen beschikbare gebouwen te gebruiken, dit zeer goed op an dere wijze kan geschieden. Inconsequent noemen ze het. dut, terwijl in dertijd de Hoofdcursus naar Breda is overge bracht omdat men vele bezwaren had tegen, Kampen, deze bezwaren nu plotseling zijn ver dwenen en Kampen hemelhoog wordt geprezen. Eenige leden vestigden de aandacht op de leegstaande nieuwe kazernes tc Blerik. Ook iq Roermond en Tilburg staan nieuwe kazernes leeg. Zou niet een van deze plaatsen in de plaats van Kampen kunnen treden Andere leden zouden dit niet juist achten en meenen, dat dit niet kan in verband met de ligging van de plaatsen-, die al tc ver van het centrum van het land zijn verwijderd. Vele leden betreuren het, dat het plan, dat thans aan dc orde is, geheel is samengesteld buiten medewerking van dc commandanten der thans bestaande scholen, maar andere leden meenen te weten, dat hun advies wel degelijk is ingewonnen. Gevraagd werd in dit veiband, of het juist is, dat een zeer groot aantal bevoegde personen, o.a. zoo goed als alle officieren van den genc- alen staf, tegen dit voorstel ernstig bezwaar hebben. BEBOSSCHING VAN .WOESTE GEMEENTE GRONDEN. Minislerieele belangstelling. Bezocht de Minister van Binnenlondsche Zu- ken en Londbouw, Voorzitter van den Minis terraad, onlangs verschillende gemeentelijke bebosschingcn in Oostelijk Noord-Brabant, die aldaar met renteloos voorschot van het Rijk en technische hulp van het Staatsboschbedriif worden ondernomen. Maandag j.K gaf de Mi nisterpresident opnieuw blijk van zijne leven dige interesse voor dezen in onderscheidene opzichten voor ons land zoo belangrijken tak van bodemcultuur. Ditmaal waren het verschillende irt Noord- Limburg gelegen gemeentelijke bebosschingcn, n.l. die te Bergen Vfcnray, en Mook en de ont ginning der aan de grens van Noord-Brubnnt en Limburg gelegen gemeente Maashees, welke zich in een bezoek van den premier mochten verheugen. Jhr. Mr.Ruys de Beerenbcouck werd daarbij begeleid door den te Nijmegen gestotionneerden Houtvester bij het Staats- boschbedrijfc, den heer Sprangers, terwijl ook thans de burgemeesters der respectieve go- meenten aan Z.Exc. hunne opwachting mank ten, bij welke gelegenheid de Minister zich door hen uitvoerig deed inlichten omtrent verschil lende aangelegenheden, die bebosschingcn be treffende. PROV. STATEN VAN BRABANT. College van Gedcp. Staten. Tot lid van Gedep. Staten is gekozen, als opvolger van den heer H. W. J. Mol, de heer Frencken, tc Oosterhout (r.-k.) GERECHTSHOF TE AMSTERDAM EN 'S HERTOGENBOSCH. Aanbevelingslijsten voor raods- heeren. Alphobetische aanbevelingslijst voor raads heer in het gerechtshof te Amsterdam: Mrs. dr. F. C. van Geer, B. M. de Vos cn J. Winrdo, allfen rechter bij de rechtbank te Amsterdam; idem voor raadsheer bij het gerechtshof te 's Hertogenbosch: Mrs. L. L Hcckering van Loenen, C. van Nievelt en A. J. Vlicgenthart, allen rechter resp. in de rechtbank tc 's Herto genbosch, Tiel cn 's Hertogenbosch. Met het lot viel.af mr. J. H. Bijbau, rechter in de rechtbank te Roermond. HET RECHT DER GEHUWDp VROUW. Een belang voor de maatschappij dat ieders begaofdheid tot ontwik keling komt. Mevrouw Wibaut schrijft in „Het Volk": Mannen en ook vrouwen spreken op de meest onverschillige manier over het ontslag bij hu welijk van een werkende vrouw. Men is er zoo aan gewoon dot betrekkingen, baantjes zijn, die waargenomen worden om de verdienste. Dat een betrekking een werk kan bcteekenen waarin men zich uitleeft, waarin men z'n aanleg kan ontplooien, cn dat dit vooinl bij het onderwijs, zqo voak voorkomt, door denkt men niet aan. Dit is een miskenning von het mooie werk dot zooveel onderwijzeressen aan de volksschool doen. En is het niet van het grootste belang voor ons geluk dat ons werk in overeenstem ming is met onzen aanleg Moor bovendien is het een groot belong voor de maatschappij dot zooveel mogelijk ieders begaafdheid tot ont wikkeling komt. Ook iedere vrouw heeft een persoonlijken aanleg maakt dc maatschappij daar geen gebruik van, don verkwist zij eigen krochten. Welk een dwaasheid om te decreteeren „El ke vrouw mag alleen huishoudelijk werk doen." Hoe bekrompen om ulle vrouwen to dwingen het zelfde werk te doen. t Zeker, zoo is het altijd geweest, eeuw in, eeuw uit. Maar is «lit ooit de wil der vrouw ge weest Is de vrouw niet altijd de onderge schikte geweest Waren er andere wegen voor haar Dc vrouwenarbeid, dig^hurde leermeester heeft eerst dc vrouw moeten leéren wat zij kon. De jonge vrouwen en meisjes weten niet meer hoeveel zij er aan te donken hebben dat de vrouw uit het huis is gegaun en het terrein van den arbeid moest betreden. Al de ontwikkeling, al de vrijheid waarvan zij nu genieten, hebben zij daaraan tc danken. Maar zij zijn er nog niet. Zij moeten gewoar- schuwd zijn 1 Telkens weer, wij zien het nu, moeten de verworven rechten en vrijheden opnieuw wor den verdedigd. Niemand heeft het recht de vrouw werk te ontnemen, dat zij goed doet en graag doet, om- dot zij. trouwt. Hoe zij haar huishouden inricht, moet een volwassen vrouw zelf weten. Wellicht zullen ook voor het huishouden nog hervor mingen ingevoerd worden, die vele bezwaren wegnemen. Gemeenschapsleven zal in de toe komst het gezinsleven wellicht veel meer be in vloeden. Maar allereerst zal de vrouw het hoo- ge geestelijk goed willen vasthouden, het recht om te beschikken, vrij te beschikken over haar persoonlijkheid. Geen burgemeester zal hoor mogen dwingen tot afhankelijkheid en onderge schiktheid, wanneer zij zelfstandig wil zijn ook in 't huwelijk. Als wij deze maatschappij willen omvormen tot een socialistische gemeenschap, hebben wij zelfbewuste, vrijdenkende menschcn nocdig. Vrij de man, vrij de vrouw. Beiden gebonden door zedelijke banden, beiden werkende voor de opvoeding van het kind, beiden staande in de maatschappij als werkkracht, ieder naar eigen aanleg'. Zoo wil het ons ideaal: HET INTERN. STEDEN BOUW CONGRES. Hedenmorgen in Amsterdam eur.gcvGngen. Men meldt ons uit Amsterdam: Hedenmorgen werd in de aula der Universi teit het Internotionaul Stcdéhouwcongres ge opend. Dc minister van Binnenlondsche Zaken Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck hield bij de opening een begroetingsrede. Welkomstwoord van den Minister. Met groot genoegen hc-b ik de uitnoodiging ontvangen, dit belangrijk congres te openen, dat wij danken uon het initiatief van het Inter nationaal- Verbond voor de tuinsteden en voor de inrichting der steden. Aan dit initiatief breng ik de hulde, welke het ongetwijfeld verdient. Maar na deze hulde veroorloof ik mij in herinnering te brengen, dat het te danken is aan het Nederlandsch Insti tuut, dut wij hier bijeen zijn in de eerste zitting van deze internationale bijeenkomst. Ik ben er zeker van, dat niet alleen de ver schillend onderwerpen, welke het program vtn het congres ons aanbiedt, maar ook de beraad slagingen, welke op deze onderwerpen zullen betrekking hebben, van overwegend belang zijn voor Nederland. Dc uitwisseling van inzichten en meeningen, welke in de volgende zittingen zal plaats hebben, moet een gunstigen invloew hebben op de onvolmaaktheden van onze eigen organisatie. Daar het program zeer uitgebreid is, zal heel wat arbeid noodig zijn om de beraadslagingen binnen den aangegeven tijd te beëindigen. Van daar dat de opening zelf van dit congres niet te veel tijd mag eisohen. IJames en heeren, met het grootste genoegen heet ik U welkom op deze bijeenkomst. Ik hoop, dames en heeren, buitenlanders, dat, wanneer gij Nederland zult verloten, gij ccn gunstigen indruk van Uw verblijf alhier, zult medenemen. Bovendien wil ik den wensch uitspreken, dat Uw arbeid van het grootste nut zal zijn voor de geheele wereld, voor Nederland cn voor het sympothicke Verbond, waaraan wij dit congres donken*. Ik verklaar het congres geopend. Na deze luid toegejuichte rede sprak de heer Howard ccn woord von dank tot den Minister; dit dankwoord strekte hij tevens uit tot dc ver tegenwoordigers der regeeringen van Polen, Duitschland, Nederland, Australië, Luxemburg, Denemarken, Japan, Griekenland, Spanje, Egyp te, Ierland en Tsjecho-Slowokije. Hierna bracht spreker hulde aon de nage dachtenis van de Nedcrlnndsche urchitecten Dc Basel, De Klerk en Weissmon, die zulk een groot practisch aandeel hadden genomen in het werk der internationale federatie. Vervolgens weidde hij uit over de bcteekenis von den wo ningbouw in Nederland. De heer F. M. Wibaut, wethouder von Am sterdam, zeide bij het opnemen van het voor zitterschap voor dc twee zittingen van vandaag, deze tank wel op zich tc willen nemen, nu ac behondeling van de hoogst belangrijke, maar moeilijke aangelegenheid in een reeks pree- adviezen uitnemend was voorbereid. Over de bcteekenis van het congres merkte spreker op, dat de tijd voorbij is, dat in de eerste ploots aan Londen on New-York wordt gedacht, als men het over gewestelijke uitbrei dingsplannen heeft. Ook in Nederland verkrijgen enkele onzer steden een zoo grootcn omvang cn worden de vraagstukken van opeenhooping der bevolking binnen hare grenzen zoo groo.t, dat men zich rekenschap heeft te geven van de vraag, of ook hier niet dc weg von gewestelijke plannen rpoct worden ingeslagen. Indien wij tot gewestelijke uitbreidingsplannen moeten komen vloeit daar uit voort de noodzakelijkheid van wettelijke re geling, hoewel voor Amsterdam ook zonder deze wettelijke regeling de vraag rijst, of toch niet reeds het beginsel van het gewestelijk uit breidingsplan moet worden aanvaard. Spreker achtte het dan ook een gelukkige omstandigheid, dat dit congres, waar het pro bleem van gewestelijke uitbreidingsplannen in vollen omvang ter sprake komt, in Amsterdam wordt gehouden. Na deze openingsplechtigheid kwamen de proe-ndviczon aan de orde. Dc moderne stad. Vier pruc-udviezen werden in de ochtend zitting behandeld. Een van Ir. M. J. Granpé Molière, onder-voorzitter van den Stedebouw kundigen Raad tc Rotterdam over „Dc moderne stod", in het kort hierop neerkomend. De stad is de zetel van cultuur; in de moderno stad voert het bedrijf heerschappij; dc moderne stad is de ontkenning van het stadsbegrip; zij is het brandpunt van ongebondenheid en von tucht. Von modernen stedebouw kan geen sproke zijn, stedebouw op ccönomischen grond is ondenk baar; stedebouw is een werk van orde. Thans goot het modernisme ten einde; hot heeft zich overleefd; de sajnenhang is onder mijnd, de wereld is uitgeput; hot modernisme houdt geen beloften in. Met het ondergaan von het modernisme herkrijgt het idealisme haar plaats. De stedebouw gaat zich ontplooien; aanvankelijk zal deze zich voornamelijk bezig houden met den stads-omtrek, *met de hereeni- ging van stad en land, van cultuur en natuur; dc stedebouw zal natuur in de stad brengen en het terugvloeien near het land in banen von orde leiden. De stedebouw zet zich schijnbaar aan ccn onafzienboren arbeid, maar inderdaad 2ol het niet meer dun ordening zijn van dat gene waartoe de cultuur is gerijpt. De noodzakelijkheid van een gewestelijk plan. Het tweede prnc-advics was van Dr. Raymond Unv/in, hoofdarchitect voor de Volkshuisvesting aan het ministerie van Gezondheid, Hamp- stead, Londen over: „De noodzakelijkheid van een gewestelijk plan". Dc prac-adviseur constateert een overbelas ting van de verkeersmiddelen welke nog steeds toeneemt en hij ziet teekenen die op een drei gende ineenstorting wijzen. Het gewestelijk plan moet ons helpen om de opeenhoping* tegen te gaan om orde en regelmaat daarvoor in de plaats te stellen. De uitbreiding der steden door den bouw op goed geluk moet worden vervangen door cene uitbreiding volgens een weloverwogen plan cn in den vorm van ge meenschappen welke in zich zelf afgesloten eenheden vormen, door voor-steden, satelliet steden cn tuin-steden. Een genormaliseerde opzet voor deze kan niet bestaan, maar wel kunnen vaste beginse len worden gevolgd. Wij moeten ons reken schap geven van deze nieuwe omstandigheden waardoor wij onze pogingen kunnen opgeven om de overbelasting te verminderen door onze gebouwen hooger op te trekken en door steeds nieuwe verkeersmiddelen aan te le'ggen, welke steeds grootcr massa's kunnen vervoeren. Dit leidt er immers alleen toe dat de opeenhoping gedurende korten tijd dragelijker kan worden gemaakt maar tast den wortel van'het kwaad niet aan. Wij hebben onze aandacht te wijden aan een betere groepeering van menschen en bedrijfinrichtingen, waartoe het gewestelijk plan ons dc mogelijkheid opent en tot welker verwezenlijking de wetenschap ons de middelen ter beschikking stelt. •Jc De satelliet-stad in hei gewes telijk plan. Het derde prae-advies dat behandeld wordt was van den Directeur-penningmeester van Wel wijn Garden City den heer C. B. Purdon over „De satelliet-stad in het gewestelijk plan". Aan zijn beschouwing ontleenen wij: De satelliet-stad als thuinstad aangelegd vormt dc eenige mogelijkheid naast den voort- durenden aanwas der groote steden, zooals die tot nu toe plaats heeft. Deze heeft eenerzijds geleid tot de moeilijkheden ten aanzien van verkeer, volkshuisvesting en ontplooing der in dustrie waaraan alle groote steden over de ge heele wereld lijden en anderzijds tot de on mogelijkheid om de stad een rol te doen spelen als cultuurfactor. Dc satellietstad is een stap in dc richting van decentralisatie der groote stad welke decentralisatie in de laatste jaren is ingetreden. Een satellietstad moet in zich zelf zoo volledig mogelijk in haar samenstel ling zijn, maar het hangt geheel van de plaats van vestiging cn van plaatselijke omstandig heden af hoever daarin kan worden gegaan. Een satellietstad moet steeds worden beschouwd als een onderdeel van een groep steden in welke groep een hoogo trop vnn sociale samen werking mogelijk moet zijn. Do vestiging van satellietsteden groote schaal vereischt de instelling van een centraal lichaam, hetwelk beschikt over bevoegdhoden vun linoncieclen aard eenerzijds om de uitvoe ring van plannen te bevorderen anderzijds om toezicht tc houden. Men mag do vestiging van een tuinstad beschouwen als ccn gezonde fi- nancieele onderneming wonneer zij zaakkundig wordt ter hond genomen. Het voorstel om een tuinstad in de omgeving van Amsterdum tc vestigen wordt vermeld en toegejuicht. V Dc mogelijkheid van gcwcstelijko plannen in Nederland. Hét laatste prac-odvics voor dc ochtendzitting was von Ir. P. Bakker Schut, Directeur van den Dienst der Stadsontwikkeling^ en Volkshuisves ting te 's-Gravcnhugc over „Do mogelijkheid van gewestelijke plannen in Nederland". Hier volgt ccn overzicht van de belangwek kende beschouwing Nederland met ruim 7 milliocn inwoners is een van de dichtst bevolkte londcn van Europa. De bevolking neemt thans jaarlijks met onge veer 100.000 inwoners toe. Een belangrijk doel der bevolking is gehuisvest in de ongeveer 40 steden (waarvan 4 met meer dan 100.000 in woners). Vele steden vooral in het Westen van het land zijn op geringen afstand van elkaar ge legen. De uitbreiding von steden houdt direct verband met die van de andere, in de nabijheid gelegene. Gewestelijke uitbreidingsplannen zijn daardoor juist in dit kind onmisbaar. Hot wegen net verkeert in vele opzichten in achterlijken toestond en cischt dringend verbetering. De in tercommunale trumwegen beginnen zich eerst in de laatste jaren meer te ontwikkelen. Het nutomobiclverkeer is voor zeer belangrijke uit breiding vatbaar. Verbetering van het ver keer zal het ontstaan van nieuwe vestingen in do hond werken en den afstand tusschcn be staande steden cn dorpen practisch verkleinen. Voor een rolioneele ontwikkeling ccnér streek zal daarom juist in de naaste toekomst ccn ge westelijk uitbreidingsplan van groote waarde zijn. Voor een viertal groote gebieden is een gc- westelijk uitbreidingspjnn urgent nl. u. Amsterdam met omgeving, inclusief Haarlem e.a. het Noordzcekanaal met omgeving, de Zaanstreek cn het Gooi. b. Het westelijk gedeelte van do prov. Zuid- Holland van Leiden tot Dordrecht, in welk ge bied de beide groote steden Rotterdam en Den Haag zijn gelegen. c. Hot gedeelte der prov. Utrecht waarin de steden Utrecht, cn Amersfoort en de villadorpen Zeist, de Bilt, cn Buarn gelegen zijn. d. het zich met groote snelheid ontwikkelen de zuidelijk gedeelte van de prov. Limburg, ze tel vnn een jonge doch bloeiende mijn-industrie. Behalve deze met name genoemde streken zijn er nog andere, woor een gewestelijk plan in studie behoort te worden genomen. Een gewestelijk uitbreidingsplan dient do vol gende elementen te bevatten. 1. een volledig beeld van de toekomstige ontwikkeling der verkeersmiddelen (spoorwe gen, tramwegen, kanalen, vliegvelden). 2. een rationeele verdeeling van de in do toekomst voor bebouwing bestemde terreinen in verband mef grondsoort, hoogteligging, vr-rkcorslmiddelen en natuurschoon 3. dc reserveering van groene zone's van bebouwing vrij te houden, rondom de bestaan- do en toekomstige omvangrijko bebouwings- ccntro. 4. gewestelijke doorvoering van het begrip van „Zoning". Het voqr de totstandkoming en doorvoering von het gewestelijk uitbreidingspion te schep pen nieuw publiekrechtelijk lichaam zal veel al het aangewezene zijn om tevens op zich tc nemen de zorg voor dc exploitatie dei in tercommunale verkeersmiddelen, 'de voorzie ning met water, gas en electriciteit en de ver zorging van andere behoeften der bevo'king voor zcover die beter of goedkoopcr door het gewest dan door een ofzonderlijko gemeente knq geschieden. De gcdachtenwissciing. De beraadslaging werden geopend door Sir Theodore Chambers, voorzitter van de Tuin- rtad Welwyn (Engeland), die op de mielijkhe- den wees, welke grootcr zijn bij de verbete ring van oude steden dan bij den aanleg van nieuwe sted'on of stadsgedeelten. Bij den aanleg van nieuwe steden heeft men vrijheid bij de uitwerking der plannen. Dan was spr. van oordcel, dat bij nfeuwen uitleg of aanleg de toenemende waardever meerdering von den bodem de belooning zal vormen voor do uitgaven in den aanvang ge daan. Ir. A. Keppler, directeur van den Woning- dienst te Amsterdam, juicht het toe, dot de problemen van de stedebouw en. tuinstodaanleg op dit congres te zamen worden bchandoitL De beide vraagstukken behooren tof een be weging. De heer Ir. Plate uit Rotterdam merkte op, dat het vraugstuk der satilliet-stedcn een van de voornaamste problemen is van den moder nen stedenbouw, waarop de volle aandacht moet woraen gevestigd De heer Pierre (Kopenhagen) wees op een paar belangrijke hoofdpunten, welke bij den bouw van satelliet-steden in acht genomen moeten worden en wel aan den oenen kant een goede verkeersverbinding tusschcn de moeder stad en de voorsteden en aan den anderen kant ccn zekere isoleering. Daarna tred de pauze in. DE HOLLANDSCHE BLOEMBOLLENHANDEL IN 1923. Voor ruim J 26 milliocn uitgevoerd. In het jaarverslag 1923 van de Kamer van Koophandel in het district Rijnland, wordt om trent den bloembollerthondel in het district me degedeeld, dat deze reeds vroegtijdig geken merkt word ^oor levendigen hendel, berustende op het ijlt, det de orders uit Amerika aanlei ding gaven tot vroegtijdig dekken. De prijzen

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5