AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
binnenland.
TWEEDE BLAD.
23e Jaargang
Ne. 4
Vrijdag 4 Juli 1924
DE TWEEDE KAMER EN DE OFFICIERS
OPLEIDING.
Een groot aantul leden heeft
bezwaar tcg-=n de concentratie
der Scholen voor Verlofsoffi-
cieren der inf. te Kampen.
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Ka-
"?iGr omtrent het wetsontwerp tot wijziging van
Hoofdstuk Oorlog der Staatsbegrootinjf voor
1924 ontlccnen wc
De late indiening.
Algemeen "is ernstig geklaagd over de late
indiening. Men kon niet inzien waarom de voor
gestelde regeling niet eerder aanhangig 'nad
kunnen zijn gemaakt. Naar de meening van
vele leden is het onmogelijk, in de weinige da
gen, welke nog vóór den aanvang van het zo-
merrecès resten, het onwerp een zoodanige rus
tige behandeling, zoowel schriftelijk als monde
ling te doen wedervaren, dat èn het militaire
belang èn het belong van 's Rijks schatkist
met die zorg worden beschouwd, welke zij ver
dienen en welke daaraan in hun samenhang
vooral in den tegenwoordigen tijd, behoort te
worden besteed. Ook is de zoo late indiening
van het ontwerp oorzaak, dat aan de leden der
Kamer de gelegenheid ontbreekt, zich voor het
geven van hun oordeel over dit zoo gewich
tige voorstel ter plaatse op de hoogte te stellen
van den toestand van gebouwen en oefenings
terreinen.
Verscheidene leden .zouden gaarne hebben
gezien, dat een plan als het onderhavige ware
aangeboden als onderdeel van de voorstellen tot
algeheele reorganisatie van het militaire onder
wijs, ryelke van de regeering zijn te wachten,
zoodat de opleiding van de verlofsofficieren had
kunnen worden beoordeeld in verband met den
geheelen nieuwen opzet, welken dc regeering
aon het genoemde onderwijs denkt te geven.
Verscheiden leden hebben bezwaar tegen de
richting, waarin de officiersopleiding thans
wordt geleid. H. i. is het niet juist de oplei
ding van verlofsofficieren de voornaamste
plaats te doen innemen en dun de aanstaande
beroepsofficieren diezelfde opleiding, zij het met
een aanvullingscursus, te doen volgen. De ver-
lofsofficieren behooren een overzicht van de
geheele stof te hébben,de beroepsofficieren moe
ten een opleiding hebben, waarbij op alle on-
derdeelen dieper wordt ingegaan. Dit zal bij
deze regeling nooit kunnen worden verkregen.
Gaarne zouden de hierbedoelde leden vernemen,
v/elke de bezwaren zijn naar het oordeel vort
den Minister aan dc tegenwoordige officiersop
leiding verbonden.
Vele andere leden deelen deze opvatting niet
en achten het genoemde stelsel zeer juist zoo
wel met het oog op het onderwijsbelang als uit
financieel oogpunt.
De strijd om Kampen.
Tegen de concentratie van de scholen voor de
verlof sof ficicren der infanterie te Kampen heeft
een groot aantal lden ernstig bezwaar.
In de eerste plaats zijn ze van oordcel, dat
deze gemeente geen oefeningsterreinen bezit,
voldoende aan dc eischch, welke daaraan moe
ten worden gesteld. In de stad zelf vindt men
een klein terrein, dat vour oefeningen op eenigs-
zins groote schaal niet geschikt is. De oefenin
gen zullen dus hoofdzakelijk moeten plaats heb
ben op de Wczeperheide. Dit terrein is geheel
kaal en vlak en heeft dus vrijwel alleen eenige
waarde voor nachtelijke oefeningen. Hebben
schietoefeningen to Oldebroek plaats, dan kan
een groot gedeelte van de Wezeperheide r.iel
gebruikt worden. Bovendien ligt dit terrein veel
te ver van de stad verwijderd. Moet de troep
daarheen morcheeren dan zaï hij bij aankomst
allicht te vermoeid zijn om met succes te oefe
nen. Vervoer per trein of tram is dus aange
wezen. Dit zal aanzienlijke kosten met zich
brengen en daarenboven groote moeilijkheden
veroorzaken.
In de tweede plaats achten deze leden ook de
gebouwen, welke te Kampen beschikbaar zijn,
voor het beoogde doel niet geschikt.
VooTts biedt Kampen onvoldoende gelegen
heid tot ontspanning. Dit heeft ten gevolge,
dat uitstapjes naar 'andere pjaatsen als b.v.
Zwolle .worden gemaakt, waarbij wel niet steeds
alles achterwege zal blijven, dot beter niet
gebeurt. De geschiedenis van den Hoofdcursus
heeft in dit opzicht vel geleerd. Daarbij komt
nog, dat Kampen zeer ongunstig gelegen is ten
opzichte van een goed deel van het land, zoo
dat het velen leerlingen onmogelijk zal zijn den
Zondag in den huisèlijken kring door te bren
gen.
Bovendien wijst men op den slechten gezond-
hcistoestand' in Kampen.
Ten slotte hebben deze leden bezwaren van
financieelen aard. Dat de concentratie van de
te Amersfoort en Breda gevestigde scholen te
Kampen bezuiniging zal brengen, kunnen zc
niet inzien. Zij hebben vernomen, dat 'de kos
ten van overbrenging ruim 38.000 zal bedra
gen terwijl de exploitatie der nieuwe school een
verhooging van uitgaven met ruim 123.000
per jaar zou vorderen. In elk géval ligt het
voor de hand, dat in Kampen verschillende uit-
gaven zullen moeten \s-orden gedaan, welke in
Amersfoort en Breda niet of althans in min
dere mate noodig zijn, wijl in die plaatsen gar
nizoenen liggen.
Als bezwaar tegen de concentratie in Kam
pen is nog aangevoerd, dat oefeningen in ver
band met cavalerie en artillerie aldaar niet kun
nen plaats hebben. Is dit op zichzelf reeds
een ernstig nadeel, daarbij komt nog de moge
lijkheid, dat dit gemis te eeniger tijd leidt tot
den wensch om ook deze wapens in Kampen
te doen vertegenwoordigen.
Verschenden leden meenen, dat da scholen
voor verlofsofficiercn beter in Breda kunnen
worden geconcentreerd. Ze herinneren er aan,
dat in een communiqué van 29 Nov. jl. over
deze concentratie in het bijzonder de aandacht
is gevestigd op de voordcelen van Breda als
plaats van vestiging van de geconcentreerde
scholen. Breda is in het bezit van zeer geschikte
oefenterreinen, terwijl ook de gebouwen, te Bre
de voor de hierbedoelde opleiding beschikbaar,
vel beter worden geacht dan die te Kampen,
Voorts is Breda voor zeer velen vee! gemak
kelijker te bereiken dan Kampen, terwijl er rui
me gelegenheid tot ontspanning kan worden ge
vonden.
Verscheiden andere leden zullen gaarne hun
stem aan het ontweip geven, mede wijl zij aan
Kampen verre de voorkeur gaven boven Breda.
Is het —zoo zeggen zij van algemeene be
kendheid, dat de gesteldheid van de terreinen
te Breda steeds slechter wordt, terwijl ze bo
vendien tengevolge van ontginning meer en
meer in uitgestrektheid afnemen, de te Kam
pen zoowel in de onmiddellijke nabijheid der
stad als op verderen afstand beschikbare terrei
nen met bijbehoorende schietbanen moeten alles
zins voldoende worden geacht. Dat vervoer von
den troep per tram of trein noodig is, heeft
dit voorde?!, dat de manschappen, en in dit
geval ook de leerlingen, frisch op het oefenings
terrein aankomen. Kosten zal dit voor het rijk
niet meebrengen. Immers de gemeente Kam
pen heeft aangeboden tweemaal 's weeks voor
het vervoer te zorgen.
Ook de gebouwen, welke in Kampen beschik
baar zijn, bieden olies wet noodig is en ge-
wenscht moet worden geacht.
Dat Kampen ongezond zou zijn. konden deze
leden niet toegeven. Het sterftecijfer in die ge
meente is gunstig' in vergelijking met dat van
andere gemeenten, als b.v Breda.
Dot de voorgestelde maatregel geen bezuini
ging tot gevolg zou hebben, weerspreken zij
met kracht. Behalve op hetgeen te dezer zake
in de Memorie van Toelichting is medegedeeld,
wijzen zij nog op het volgende
Het rijk hóeft met de gemeente Kampen een
contract, krachtens hetwelk de Hoofdcursus tot
T936 in die gemeente gevestigd zou moeten
blijven. Tot dat jaar is het Riik verplicht tot het
houden van huur en tot hel volledig onderhoud
van de gebouwen, welke bij den Hoofdcursus
in gebruik zijn geweest Het gemeentebestuur
van Kampen schijnt bereid te zijn dit contract
te annuleeren tegen betaling van een schade
vergoeding van 70.000. Voortgezet gebruik
van de hierbedoelde gebouwen zal den Staat
ontheffen van de verplichtingen tot betaling von
dit bedrag van 70.000. Alleen reeds hierin
zou voor het Rijk een allermjnst geringe bespa
ring zijn gelegen.
Ook het bezwaar, dat in Kampen geen sa
menwerking met andere wapens mogelijk zou
zijn, werd ongegrond geacht. In den tegen
woordigen lijd komt voor zoodanige samen
werking alleen de artillerie in aanmerking. En
oefeningen te zomen met de artillerie kunnen
juist voor hen, die te Kampen gelegerd zijn,
zeer goed worden gehouden op dc Wezeper en
Oldebroeksche heiden.
Verscheiden leden stellen, afgezien van de
vraag, of de geconcentreerde opleiding te Kam
pen of tc Breda gevestigd zou moeten worden,,
dc vraag, of de geheele concentratie wel noodig
is en of de bestaande toestond niet kon worden
gehandhaafd. De tot dusverre behaalde resul
taten pleiten hiervoor.
«t
Sommige leden betreuren zeer, dut in dit ont
werp de reorganisatie van de offciersopleiding
is vastgekoppeld aon de samenbrenging van de
bestaande scholen voer verlofsofficieren in
Kampen. Had toch de reorganisatie op zichzelf
hun volkomen instemming, tegen de vestiging
in Kampen hadden zij op de vermelde gronden
ernstig bezwaar
Verschillende leden vragen inlichtingen om
trent de kosten, aan de instelling van het ni.u-
we garnizoen te Kampven verbonden omtrent
de totale kosten van den voorgesteldon maat
regel enz. Nog werd gevraagd of hot vast
staat, dat 1 Oct. a.s. de gemeente Kampen al
haar beloften kan vervuld hebben.
Op hoeveel begroot dc regeering de bezuini
ging, welke haar regeling zal brengen Zal een
oefeningsdetachement van 200 man niet wat ie
weinig blijken in verband tot het betrekkelijk
groot aantal leerlingen
Sommige leden meenen, dat. Kampen van
moreel standpunt bezien wel eenig recht heeft
op de vestiging van de school voor verlofs
officieren der infanterie. Andere leden stellen
hier tegenover, dat niet hel belang ven een ge
meente, maar dat von d* opleiding, een alge
meen landsbelang en wel een landsbelang
van den eersten vang hier moet overwegen.
Sommige leden meenen, dat de regeering
met het uitlokken van concessies van gemeente
besturen, gelijk in dit geval kennelijk is ge
schied, op den verkeerden weg is en dat. als
men het noodig acht dc in Kampen beschikbare
gebouwen te gebruiken, dit zeer goed op an
dere wijze kan geschieden.
Inconsequent noemen ze het. dut, terwijl in
dertijd de Hoofdcursus naar Breda is overge
bracht omdat men vele bezwaren had tegen,
Kampen, deze bezwaren nu plotseling zijn ver
dwenen en Kampen hemelhoog wordt geprezen.
Eenige leden vestigden de aandacht op de
leegstaande nieuwe kazernes tc Blerik. Ook iq
Roermond en Tilburg staan nieuwe kazernes
leeg. Zou niet een van deze plaatsen in de
plaats van Kampen kunnen treden
Andere leden zouden dit niet juist achten en
meenen, dat dit niet kan in verband met de
ligging van de plaatsen-, die al tc ver van het
centrum van het land zijn verwijderd.
Vele leden betreuren het, dat het plan, dat
thans aan dc orde is, geheel is samengesteld
buiten medewerking van dc commandanten der
thans bestaande scholen, maar andere leden
meenen te weten, dat hun advies wel degelijk
is ingewonnen.
Gevraagd werd in dit veiband, of het juist
is, dat een zeer groot aantal bevoegde personen,
o.a. zoo goed als alle officieren van den genc-
alen staf, tegen dit voorstel ernstig bezwaar
hebben.
BEBOSSCHING VAN .WOESTE GEMEENTE
GRONDEN.
Minislerieele belangstelling.
Bezocht de Minister van Binnenlondsche Zu-
ken en Londbouw, Voorzitter van den Minis
terraad, onlangs verschillende gemeentelijke
bebosschingcn in Oostelijk Noord-Brabant, die
aldaar met renteloos voorschot van het Rijk en
technische hulp van het Staatsboschbedriif
worden ondernomen. Maandag j.K gaf de Mi
nisterpresident opnieuw blijk van zijne leven
dige interesse voor dezen in onderscheidene
opzichten voor ons land zoo belangrijken tak
van bodemcultuur.
Ditmaal waren het verschillende irt Noord-
Limburg gelegen gemeentelijke bebosschingcn,
n.l. die te Bergen Vfcnray, en Mook en de ont
ginning der aan de grens van Noord-Brubnnt
en Limburg gelegen gemeente Maashees, welke
zich in een bezoek van den premier mochten
verheugen. Jhr. Mr.Ruys de Beerenbcouck
werd daarbij begeleid door den te Nijmegen
gestotionneerden Houtvester bij het Staats-
boschbedrijfc, den heer Sprangers, terwijl ook
thans de burgemeesters der respectieve go-
meenten aan Z.Exc. hunne opwachting mank
ten, bij welke gelegenheid de Minister zich door
hen uitvoerig deed inlichten omtrent verschil
lende aangelegenheden, die bebosschingcn be
treffende.
PROV. STATEN VAN BRABANT.
College van Gedcp. Staten.
Tot lid van Gedep. Staten is gekozen, als
opvolger van den heer H. W. J. Mol, de heer
Frencken, tc Oosterhout (r.-k.)
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM EN
'S HERTOGENBOSCH.
Aanbevelingslijsten voor raods-
heeren.
Alphobetische aanbevelingslijst voor raads
heer in het gerechtshof te Amsterdam: Mrs. dr.
F. C. van Geer, B. M. de Vos cn J. Winrdo,
allfen rechter bij de rechtbank te Amsterdam;
idem voor raadsheer bij het gerechtshof te
's Hertogenbosch: Mrs. L. L Hcckering van
Loenen, C. van Nievelt en A. J. Vlicgenthart,
allen rechter resp. in de rechtbank tc 's Herto
genbosch, Tiel cn 's Hertogenbosch.
Met het lot viel.af mr. J. H. Bijbau, rechter
in de rechtbank te Roermond.
HET RECHT DER GEHUWDp VROUW.
Een belang voor de maatschappij
dat ieders begaofdheid tot ontwik
keling komt.
Mevrouw Wibaut schrijft in „Het Volk":
Mannen en ook vrouwen spreken op de meest
onverschillige manier over het ontslag bij hu
welijk van een werkende vrouw. Men is er zoo
aan gewoon dot betrekkingen, baantjes zijn, die
waargenomen worden om de verdienste. Dat
een betrekking een werk kan bcteekenen waarin
men zich uitleeft, waarin men z'n aanleg kan
ontplooien, cn dat dit vooinl bij het onderwijs,
zqo voak voorkomt, door denkt men niet aan.
Dit is een miskenning von het mooie werk dot
zooveel onderwijzeressen aan de volksschool
doen. En is het niet van het grootste belang
voor ons geluk dat ons werk in overeenstem
ming is met onzen aanleg Moor bovendien is
het een groot belong voor de maatschappij dot
zooveel mogelijk ieders begaafdheid tot ont
wikkeling komt. Ook iedere vrouw heeft een
persoonlijken aanleg maakt dc maatschappij
daar geen gebruik van, don verkwist zij eigen
krochten.
Welk een dwaasheid om te decreteeren „El
ke vrouw mag alleen huishoudelijk werk doen."
Hoe bekrompen om ulle vrouwen to dwingen het
zelfde werk te doen. t
Zeker, zoo is het altijd geweest, eeuw in,
eeuw uit. Maar is «lit ooit de wil der vrouw ge
weest Is de vrouw niet altijd de onderge
schikte geweest Waren er andere wegen voor
haar
Dc vrouwenarbeid, dig^hurde leermeester heeft
eerst dc vrouw moeten leéren wat zij kon. De
jonge vrouwen en meisjes weten niet meer
hoeveel zij er aan te donken hebben dat de
vrouw uit het huis is gegaun en het terrein van
den arbeid moest betreden.
Al de ontwikkeling, al de vrijheid waarvan
zij nu genieten, hebben zij daaraan tc danken.
Maar zij zijn er nog niet. Zij moeten gewoar-
schuwd zijn 1
Telkens weer, wij zien het nu, moeten de
verworven rechten en vrijheden opnieuw wor
den verdedigd.
Niemand heeft het recht de vrouw werk te
ontnemen, dat zij goed doet en graag doet, om-
dot zij. trouwt. Hoe zij haar huishouden inricht,
moet een volwassen vrouw zelf weten. Wellicht
zullen ook voor het huishouden nog hervor
mingen ingevoerd worden, die vele bezwaren
wegnemen. Gemeenschapsleven zal in de toe
komst het gezinsleven wellicht veel meer be in
vloeden. Maar allereerst zal de vrouw het hoo-
ge geestelijk goed willen vasthouden, het recht
om te beschikken, vrij te beschikken over haar
persoonlijkheid. Geen burgemeester zal hoor
mogen dwingen tot afhankelijkheid en onderge
schiktheid, wanneer zij zelfstandig wil zijn ook
in 't huwelijk.
Als wij deze maatschappij willen omvormen
tot een socialistische gemeenschap, hebben wij
zelfbewuste, vrijdenkende menschcn nocdig.
Vrij de man, vrij de vrouw. Beiden gebonden
door zedelijke banden, beiden werkende voor de
opvoeding van het kind, beiden staande in de
maatschappij als werkkracht, ieder naar eigen
aanleg'.
Zoo wil het ons ideaal:
HET INTERN. STEDEN BOUW CONGRES.
Hedenmorgen in Amsterdam
eur.gcvGngen.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Hedenmorgen werd in de aula der Universi
teit het Internotionaul Stcdéhouwcongres ge
opend.
Dc minister van Binnenlondsche Zaken Jhr.
Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck hield bij de
opening een begroetingsrede.
Welkomstwoord van den
Minister.
Met groot genoegen hc-b ik de uitnoodiging
ontvangen, dit belangrijk congres te openen,
dat wij danken uon het initiatief van het Inter
nationaal- Verbond voor de tuinsteden en voor
de inrichting der steden.
Aan dit initiatief breng ik de hulde, welke
het ongetwijfeld verdient. Maar na deze hulde
veroorloof ik mij in herinnering te brengen, dat
het te danken is aan het Nederlandsch Insti
tuut, dut wij hier bijeen zijn in de eerste zitting
van deze internationale bijeenkomst.
Ik ben er zeker van, dat niet alleen de ver
schillend onderwerpen, welke het program vtn
het congres ons aanbiedt, maar ook de beraad
slagingen, welke op deze onderwerpen zullen
betrekking hebben, van overwegend belang zijn
voor Nederland. Dc uitwisseling van inzichten
en meeningen, welke in de volgende zittingen
zal plaats hebben, moet een gunstigen invloew
hebben op de onvolmaaktheden van onze eigen
organisatie.
Daar het program zeer uitgebreid is, zal heel
wat arbeid noodig zijn om de beraadslagingen
binnen den aangegeven tijd te beëindigen. Van
daar dat de opening zelf van dit congres niet
te veel tijd mag eisohen.
IJames en heeren, met het grootste genoegen
heet ik U welkom op deze bijeenkomst. Ik hoop,
dames en heeren, buitenlanders, dat, wanneer
gij Nederland zult verloten, gij ccn gunstigen
indruk van Uw verblijf alhier, zult medenemen.
Bovendien wil ik den wensch uitspreken, dat
Uw arbeid van het grootste nut zal zijn voor
de geheele wereld, voor Nederland cn voor het
sympothicke Verbond, waaraan wij dit congres
donken*.
Ik verklaar het congres geopend.
Na deze luid toegejuichte rede sprak de heer
Howard ccn woord von dank tot den Minister;
dit dankwoord strekte hij tevens uit tot dc ver
tegenwoordigers der regeeringen van Polen,
Duitschland, Nederland, Australië, Luxemburg,
Denemarken, Japan, Griekenland, Spanje, Egyp
te, Ierland en Tsjecho-Slowokije.
Hierna bracht spreker hulde aon de nage
dachtenis van de Nedcrlnndsche urchitecten Dc
Basel, De Klerk en Weissmon, die zulk een
groot practisch aandeel hadden genomen in het
werk der internationale federatie. Vervolgens
weidde hij uit over de bcteekenis von den wo
ningbouw in Nederland.
De heer F. M. Wibaut, wethouder von Am
sterdam, zeide bij het opnemen van het voor
zitterschap voor dc twee zittingen van vandaag,
deze tank wel op zich tc willen nemen, nu ac
behondeling van de hoogst belangrijke, maar
moeilijke aangelegenheid in een reeks pree-
adviezen uitnemend was voorbereid.
Over de bcteekenis van het congres merkte
spreker op, dat de tijd voorbij is, dat in de
eerste ploots aan Londen on New-York wordt
gedacht, als men het over gewestelijke uitbrei
dingsplannen heeft.
Ook in Nederland verkrijgen enkele onzer
steden een zoo grootcn omvang cn worden de
vraagstukken van opeenhooping der bevolking
binnen hare grenzen zoo groo.t, dat men zich
rekenschap heeft te geven van de vraag, of ook
hier niet dc weg von gewestelijke plannen rpoct
worden ingeslagen. Indien wij tot gewestelijke
uitbreidingsplannen moeten komen vloeit daar
uit voort de noodzakelijkheid van wettelijke re
geling, hoewel voor Amsterdam ook zonder
deze wettelijke regeling de vraag rijst, of toch
niet reeds het beginsel van het gewestelijk uit
breidingsplan moet worden aanvaard.
Spreker achtte het dan ook een gelukkige
omstandigheid, dat dit congres, waar het pro
bleem van gewestelijke uitbreidingsplannen in
vollen omvang ter sprake komt, in Amsterdam
wordt gehouden.
Na deze openingsplechtigheid kwamen de
proe-ndviczon aan de orde.
Dc moderne stad.
Vier pruc-udviezen werden in de ochtend
zitting behandeld. Een van Ir. M. J. Granpé
Molière, onder-voorzitter van den Stedebouw
kundigen Raad tc Rotterdam over „Dc moderne
stod", in het kort hierop neerkomend. De stad
is de zetel van cultuur; in de moderno stad
voert het bedrijf heerschappij; dc moderne stad
is de ontkenning van het stadsbegrip; zij is het
brandpunt van ongebondenheid en von tucht.
Von modernen stedebouw kan geen sproke zijn,
stedebouw op ccönomischen grond is ondenk
baar; stedebouw is een werk van orde.
Thans goot het modernisme ten einde; hot
heeft zich overleefd; de sajnenhang is onder
mijnd, de wereld is uitgeput; hot modernisme
houdt geen beloften in. Met het ondergaan von
het modernisme herkrijgt het idealisme haar
plaats. De stedebouw gaat zich ontplooien;
aanvankelijk zal deze zich voornamelijk bezig
houden met den stads-omtrek, *met de hereeni-
ging van stad en land, van cultuur en natuur;
dc stedebouw zal natuur in de stad brengen en
het terugvloeien near het land in banen von
orde leiden. De stedebouw zet zich schijnbaar
aan ccn onafzienboren arbeid, maar inderdaad
2ol het niet meer dun ordening zijn van dat
gene waartoe de cultuur is gerijpt.
De noodzakelijkheid van een
gewestelijk plan.
Het tweede prnc-advics was van Dr. Raymond
Unv/in, hoofdarchitect voor de Volkshuisvesting
aan het ministerie van Gezondheid, Hamp-
stead, Londen over: „De noodzakelijkheid van
een gewestelijk plan".
Dc prac-adviseur constateert een overbelas
ting van de verkeersmiddelen welke nog steeds
toeneemt en hij ziet teekenen die op een drei
gende ineenstorting wijzen. Het gewestelijk plan
moet ons helpen om de opeenhoping* tegen te
gaan om orde en regelmaat daarvoor in de
plaats te stellen. De uitbreiding der steden
door den bouw op goed geluk moet worden
vervangen door cene uitbreiding volgens een
weloverwogen plan cn in den vorm van ge
meenschappen welke in zich zelf afgesloten
eenheden vormen, door voor-steden, satelliet
steden cn tuin-steden.
Een genormaliseerde opzet voor deze kan
niet bestaan, maar wel kunnen vaste beginse
len worden gevolgd. Wij moeten ons reken
schap geven van deze nieuwe omstandigheden
waardoor wij onze pogingen kunnen opgeven
om de overbelasting te verminderen door onze
gebouwen hooger op te trekken en door steeds
nieuwe verkeersmiddelen aan te le'ggen, welke
steeds grootcr massa's kunnen vervoeren. Dit
leidt er immers alleen toe dat de opeenhoping
gedurende korten tijd dragelijker kan worden
gemaakt maar tast den wortel van'het kwaad
niet aan. Wij hebben onze aandacht te wijden
aan een betere groepeering van menschen en
bedrijfinrichtingen, waartoe het gewestelijk
plan ons dc mogelijkheid opent en tot welker
verwezenlijking de wetenschap ons de middelen
ter beschikking stelt.
•Jc
De satelliet-stad in hei gewes
telijk plan.
Het derde prae-advies dat behandeld wordt
was van den Directeur-penningmeester van
Wel wijn Garden City den heer C. B. Purdon
over „De satelliet-stad in het gewestelijk plan".
Aan zijn beschouwing ontleenen wij:
De satelliet-stad als thuinstad aangelegd
vormt dc eenige mogelijkheid naast den voort-
durenden aanwas der groote steden, zooals die
tot nu toe plaats heeft. Deze heeft eenerzijds
geleid tot de moeilijkheden ten aanzien van
verkeer, volkshuisvesting en ontplooing der in
dustrie waaraan alle groote steden over de ge
heele wereld lijden en anderzijds tot de on
mogelijkheid om de stad een rol te doen spelen
als cultuurfactor. Dc satellietstad is een stap
in dc richting van decentralisatie der groote
stad welke decentralisatie in de laatste jaren
is ingetreden. Een satellietstad moet in zich
zelf zoo volledig mogelijk in haar samenstel
ling zijn, maar het hangt geheel van de plaats
van vestiging cn van plaatselijke omstandig
heden af hoever daarin kan worden gegaan. Een
satellietstad moet steeds worden beschouwd
als een onderdeel van een groep steden in
welke groep een hoogo trop vnn sociale samen
werking mogelijk moet zijn.
Do vestiging van satellietsteden groote
schaal vereischt de instelling van een centraal
lichaam, hetwelk beschikt over bevoegdhoden
vun linoncieclen aard eenerzijds om de uitvoe
ring van plannen te bevorderen anderzijds om
toezicht tc houden. Men mag do vestiging van
een tuinstad beschouwen als ccn gezonde fi-
nancieele onderneming wonneer zij zaakkundig
wordt ter hond genomen.
Het voorstel om een tuinstad in de omgeving
van Amsterdum tc vestigen wordt vermeld en
toegejuicht.
V
Dc mogelijkheid van gcwcstelijko
plannen in Nederland.
Hét laatste prac-odvics voor dc ochtendzitting
was von Ir. P. Bakker Schut, Directeur van den
Dienst der Stadsontwikkeling^ en Volkshuisves
ting te 's-Gravcnhugc over „Do mogelijkheid
van gewestelijke plannen in Nederland".
Hier volgt ccn overzicht van de belangwek
kende beschouwing
Nederland met ruim 7 milliocn inwoners is
een van de dichtst bevolkte londcn van Europa.
De bevolking neemt thans jaarlijks met onge
veer 100.000 inwoners toe. Een belangrijk doel
der bevolking is gehuisvest in de ongeveer 40
steden (waarvan 4 met meer dan 100.000 in
woners). Vele steden vooral in het Westen van
het land zijn op geringen afstand van elkaar ge
legen. De uitbreiding von steden houdt direct
verband met die van de andere, in de nabijheid
gelegene. Gewestelijke uitbreidingsplannen zijn
daardoor juist in dit kind onmisbaar. Hot wegen
net verkeert in vele opzichten in achterlijken
toestond en cischt dringend verbetering. De in
tercommunale trumwegen beginnen zich eerst
in de laatste jaren meer te ontwikkelen. Het
nutomobiclverkeer is voor zeer belangrijke uit
breiding vatbaar. Verbetering van het ver
keer zal het ontstaan van nieuwe vestingen in
do hond werken en den afstand tusschcn be
staande steden cn dorpen practisch verkleinen.
Voor een rolioneele ontwikkeling ccnér streek
zal daarom juist in de naaste toekomst ccn ge
westelijk uitbreidingsplan van groote waarde
zijn.
Voor een viertal groote gebieden is een gc-
westelijk uitbreidingspjnn urgent nl.
u. Amsterdam met omgeving, inclusief
Haarlem e.a. het Noordzcekanaal met omgeving,
de Zaanstreek cn het Gooi.
b. Het westelijk gedeelte van do prov. Zuid-
Holland van Leiden tot Dordrecht, in welk ge
bied de beide groote steden Rotterdam en Den
Haag zijn gelegen.
c. Hot gedeelte der prov. Utrecht waarin de
steden Utrecht, cn Amersfoort en de villadorpen
Zeist, de Bilt, cn Buarn gelegen zijn.
d. het zich met groote snelheid ontwikkelen
de zuidelijk gedeelte van de prov. Limburg, ze
tel vnn een jonge doch bloeiende mijn-industrie.
Behalve deze met name genoemde streken
zijn er nog andere, woor een gewestelijk plan
in studie behoort te worden genomen.
Een gewestelijk uitbreidingsplan dient do vol
gende elementen te bevatten.
1. een volledig beeld van de toekomstige
ontwikkeling der verkeersmiddelen (spoorwe
gen, tramwegen, kanalen, vliegvelden).
2. een rationeele verdeeling van de in do
toekomst voor bebouwing bestemde terreinen
in verband mef grondsoort, hoogteligging,
vr-rkcorslmiddelen en natuurschoon
3. dc reserveering van groene zone's van
bebouwing vrij te houden, rondom de bestaan-
do en toekomstige omvangrijko bebouwings-
ccntro.
4. gewestelijke doorvoering van het begrip
van „Zoning".
Het voqr de totstandkoming en doorvoering
von het gewestelijk uitbreidingspion te schep
pen nieuw publiekrechtelijk lichaam zal veel
al het aangewezene zijn om tevens op zich
tc nemen de zorg voor dc exploitatie dei in
tercommunale verkeersmiddelen, 'de voorzie
ning met water, gas en electriciteit en de ver
zorging van andere behoeften der bevo'king
voor zcover die beter of goedkoopcr door het
gewest dan door een ofzonderlijko gemeente
knq geschieden.
De gcdachtenwissciing.
De beraadslaging werden geopend door Sir
Theodore Chambers, voorzitter van de Tuin-
rtad Welwyn (Engeland), die op de mielijkhe-
den wees, welke grootcr zijn bij de verbete
ring van oude steden dan bij den aanleg van
nieuwe sted'on of stadsgedeelten.
Bij den aanleg van nieuwe steden heeft men
vrijheid bij de uitwerking der plannen.
Dan was spr. van oordcel, dat bij nfeuwen
uitleg of aanleg de toenemende waardever
meerdering von den bodem de belooning zal
vormen voor do uitgaven in den aanvang ge
daan.
Ir. A. Keppler, directeur van den Woning-
dienst te Amsterdam, juicht het toe, dot de
problemen van de stedebouw en. tuinstodaanleg
op dit congres te zamen worden bchandoitL
De beide vraagstukken behooren tof een be
weging.
De heer Ir. Plate uit Rotterdam merkte op,
dat het vraugstuk der satilliet-stedcn een van
de voornaamste problemen is van den moder
nen stedenbouw, waarop de volle aandacht
moet woraen gevestigd
De heer Pierre (Kopenhagen) wees op een
paar belangrijke hoofdpunten, welke bij den
bouw van satelliet-steden in acht genomen
moeten worden en wel aan den oenen kant een
goede verkeersverbinding tusschcn de moeder
stad en de voorsteden en aan den anderen kant
ccn zekere isoleering.
Daarna tred de pauze in.
DE HOLLANDSCHE BLOEMBOLLENHANDEL
IN 1923.
Voor ruim J 26 milliocn uitgevoerd.
In het jaarverslag 1923 van de Kamer van
Koophandel in het district Rijnland, wordt om
trent den bloembollerthondel in het district me
degedeeld, dat deze reeds vroegtijdig geken
merkt word ^oor levendigen hendel, berustende
op het ijlt, det de orders uit Amerika aanlei
ding gaven tot vroegtijdig dekken. De prijzen