De rubriek van Oom Karei. Wat hebben jullie nu een langen tijd gehad, om opstellen te bedenken! En werkelijk zijn er ook heel veel binnen gekomen. Maar toen het zoover was en alle opstellen in een groote en veloppe bij elkaar waren, kwam het moeilijke voor mij, ze allemaal doorlezen en dan het beste er uit nemen. Dat is eigenlijk het moei lijkste werk van de heele prijsvraag, jullie maakt een opstel, zooals het je in de gedach te valt, over het onderwerp, dat je het beste lijkt op dat oogenblik. Maar ik heb me in al jullie gevallen te plaatsen dat is wel heel leuk, zoo mee te leven met de fiets- en kampeertochten, maar om het beste er uit te kiezen valt meestal lang niet mee. Je hebt dan vaak: „dit is heel goed, maar dat andere ook cn wie moet dan de prijs hebben?" Wat dat betreft, was het met deze prijsvraag niet zoo moeilijk voor me, want al dadelijk las ik een opstel, dat zeker boven de anderen uit steekt, dus ik hoefde niet lang te bedenken: „wie moet ik nu toch van al die goeden den prijs geven?" Nee, ik heb dadelijk „Een Kamp- avontuur" het beste gevonden, het Is zoo ge woon, zoo natuurlijk beschreven, zooals onze vriend Doffer het allemaal zelf meegemaakt of gefantaseerd heeft. Maar ik denk wel. dat het allemaal echt beleefd is. Jullie zult het zelf lezen en ik hoop, dat jullie me gelijk geeft, als je het vergelijkt met enkele andere goede opstellen, die ik vol gende keeren nog eens plaatsen zal. 't Is zoo jammer voor de anderen, nu het'microscoop je langs hun neus gaat, terwijl ze toch ook zoo hun best gedaan hebben. Dat voel ik best, en daarom heb ik gedacht nog een paar troost prijzen te moeten geven voor de op-een-na besten inzender cn den daarop volgenden. Maar om die te vinden, is niet zoo gemak kelijk als het was met den eersten prijswin naar. Daarom moet ik de opstellen nog eens rustig doorlezen en aan anderen laten lezen en dan hooren jullie volgenden Zaterdag wie die twee gelukkigen zijn. 't Is dan net zoowat vóór de vacantie afgeloopen, dien tijd zal het wel kalmer zijn, als er verschillenden van jullie op reis zijn, we zullen de kinderrubriek dan toch nog wel vol krijgen, maar na de vacantie beginnen wc weer met frisschen moed en in dien tusschentijd zal ik weer eens een nieuwe prijsvraag bedenken. En hieronder volgt het bekroonde opstel. Wat zullen jullie het met een aandacht lezen en aldoor maar denken aan Doffer, die nu in 't vervolg altijd de spinnen en muggen, die hem op zyn kampeertochten in de tent hinderen onder het microscoopje kan bekijken. OPSTEL VAN DOFFER. Een Ivampavontuur. Eenzaam stond zy daar bij de rietplas, tus- schen de heuvels. Wie was die zij Het was een tent, een tafzijden tent. „De Zwerver" ge naamd. De vier eigenaars waren afwezig. Twee waren water halen op de naastbij gele gen boerderij. Eén was brood halen en de vier de was.zyn stroozak met gras wezen vullen. Daar was hij al. Hij wierp zijn stroozak in de tent naast de andere drie en begon met de toebereidselen voor de „ontbijttafel". Hij spreidde een servet op den grond uit en zette daar vier aluminium borden, een dito boter vlootje en vier bekers op. Dan haalde hij uit een trommel vier messen, een stuk kaas en twee flesschen melk. „Ziezoo", mompelde hij, „nu eerst de vlag eens hyschen en dan zullen Bob, Hans en Toon ook wel terug zijn" en de daad bij het woord voegende bevestigde hij een groen-wit-groene driekantvlag, waarop de naam van de tent geborduurd was, aan den bamboe vlaggestok,* die vóór de tent stond. Daar klonk een fluitsignaal. Dadelijk greep Tom want zoo heette de- jongen naar zijn fluit en liet drie kort op elkander volgende stoaten hooren. „Het is Toon" mompelde hij, „ik hoor het aan zijn fluiten. Hij is gauw terug. Als hij nu maar flink wat brood heeft meege nomen, want we hebb niets meer. Daar heb je hem al." „Hallo" klonk Toons stem, „heb je de boel al klaar gezet? Zeg ik heb versche krentenbollen." „Fijn," zei Tom, „hoeveel heb je meegenomen?" „Twaalf krentenbroodjes en één witbrood." „Waarom heb -je, geen tarwebrood mee genomen?" vroeg Tom. „Och," zei Toon, „het scheelt maar een paar cent en witbrood is veel lekkerder." „Ja, maar we moeten zuinig zijn." „Dan moeten we ook geen krentenbrood jes koopen." „Dat is voor een keer zoo erg niet, maar als we dat altijd doen, dan zouden we gauw weer naar huis toe moéten." „Niks geen zin nog," zei Toon, „maar waar zijn Hans en Bob." v „Water halen." „We hebben water genoeg," zei Toon, op de rietpias wyzende. „Ja," zei Ton, „maar niet om te drinken en borden te wasaChen." „Dat is waar. Wat gaan we vandaag doen?" „Eerst gaan we zwemmen natuurlijk," zei Tom. „Weet ik dat? Ik heb wel zin in wan..." „Hallo, Hallo" klonk het. Daar kwamen nog twee jongens aan, Ieder met twee water zakken." „Waar komen jullie vandaan?" rrdfeg Tom. „En dan?" „Van de boerderij natuurlijk!" „Wat hebben jullie daar geuaan?" „Water gehaald." „Wees nu niet zoo vervelend en zeg uit wat jullie gedaan hebben." „Tut tut, wees maar stil," zei Hans, ter wijl hij de waterzakken leeggoot in pannen. „We hebben van den boer permissie gekre gen om appels en peren uit den boomgaard te halen zooveel als wc willen en we. hoeven het niet eerst te vragen, maar kunnen zoo over het hek klimmen. 'Nu zijn we maar vast wat gaan plukken. Zie maar," zei hij, op een van de waterzakken van Bob wijzende, die vol met appels en peren was. „Fijn zeg," zeiden Tom en Toon. „Een leuke man die boer Jansen." „Jongens laten we even zwemmen voor we gaan eten," zei Teen. „Dat kunnen we toch wel na het eten doen?" opperde Ilans. „Veel te verkeerd voor je bodJie," zei Tom. „Neen hoor, we gaan nu' In een wip waren de klecren uit en spartel- den allen in het frissche water van de rietpias. Toen ze een kwartiertje gezwommen hadden riep Bob: „Nu jongens ik schei er uit, ik heb honger als een paard, dat in acht dagen geen eten heeft gehad." Een oogenblik later .waren de jongens om de „tafel" geschaard en smulden ze -\an de krentenbollen en broodjes met kaas. Toen ieder genoeg had en de boel weer opgeruimd was, werd er beraadslaagd wat ze dezen dag ^ou den doen. „Ik stel voor dat van ochtend ieder gaat doen, wat hy wil, dan gaan we straks den omtrek wat verkennen, want erg ver zijn we nog niet geweest," zei Hans. „Goed" zei Bob, „dan ga ik lezen." „Ik ook zei Tom." „Dan zullen wy het ook maar .gaan cjoen hè Toon?" zei Hans. „Mij best" sprak Jan. Zoo lagen ze een poos vóór de tent, toen op eens een hagelbui van dennenappels op de jon gens neerdaalde. „Holla wat is dat?" „Au, Au m'n neus, m'n knie. Au au!" Zulke uitroepen weerklon ken. Tom riep uit: „Jongens dat zijn natuurlijk de dorpsjongens weer, die ons altijd lastig vallen. Kom jongens we zullen zè eens weg jagen." Ze stormden tegen de heuvels op. Tom had wel gelijk gehad, maar wat schrokken ze toen ze daar ongeveer een dozijn jongens za gen die, toen ons viertal boven de top van de heuvel kwam, hen begroette met een regen van dennenappels, die daar veel lagen. „Gauw de tent in" schreeuwde Bob, „daar kunnen ze ons niet raken." De jongens volgden dien raad op, liepen vlug naar -de tent, gingen cr in en sloten den ingang af. De jongens wachtten. Daar hoorden ze een takje kraken. Toon keek door een kiertje van den ingang en zag-hoe een van de dorpsjongens met een mes gewa pend voorzichtig naar de tent liep met de be doeling deze stuk te snijden. „Dat zal ik hem afleeren" zei Toon en kroop aan den anderen kant onder het tentzeil door en naderde voor zichtig den ander van achteren. Juist, toen deze de hand ophief om de tent eén snede toe te brengen, gaf Toon hem zulk een oorvijg, dat dc jongen op den grond viel. Snel wierp Toon zich boven op hem en hield hem de hand voor den mond om hem het schreeuwen te be letten en droeg hem met behulp van Hans de tent binnen. De jongen echter wist zijn mond vry te krijgen cn schreeuwde: „Help help, moord moord! Nu kwamen de anderen hem te hulp en werd het een formcele vechtpartij. De jongens waren sterk cn gespierd en veel vlugger dan de dorpsjongens, maar deze wa ren in de meerderheid. Onze vier zouden dan oolc zeker hetonderspit gedolven hebben als niet opeens hondengeblaf geklonken had en 'brommend een groote hond verscheen die dc dorpsjongens knauwen uitdeelde. Enkele jon gens sloegen al op de vlucht, maar toen ook nog boer Jansen op het tooneel verscheen, ge wapend met een dikken knuppel, sloegen allen op den vlucht en Tom, Toon, Hans en Bob juichten: „Hoera, daar gaan ze." „Het is ge lukkig dat ik net eens naar jullie kwam kij ken, anders hadden jullie klop gbkregen," zei de boer. „Zonder uw en Bcllo's hulp zeker," zei Toon. „Maar we waren net bezig. De boer lachte. De jongens knapten zich wat op en maakten een praatje met den boer. Zoo werd het ongeveer half twaalf, toen Jfom uit riep: „kom jongens we gaan etenkooken." „Eet u mee?" vroeg Bob aan den boer. „Neen", zei de boer, „ik ga naar huis, tot ziens hoor." „Goeden middag en bedankt voor uw hulp," riepen de jongens. De boer riep zijn hond en vertrok. EEN SPELLETJE VOOR GROOT EN KLEIN. We zitten allen rond om dc tafel. Midden op tafel liggen theelepeltjes met de schepjes naar elkaar toe. Nu moet er steeds één lepeltje minder zijn dan dat er menschen meedoen. Al de handen moeten onder tafel zijn. Nu begint een uit de kring een kort vérhaal tje te vertellen, waai" het woordje soep steeds in voorkomt (b.v. „we waren allen bij Tante geweest en hadden heerlijk gegeten. Eerst kregen we soep, enz.") Wordt dat woordje soep uitgesproken, dan moeten we heel gauw een lepeltje wegnemen. Degene, die niet vlug ge noeg is en dus geen lepeltje krygt, moet een pand geven. Dan begint het weer van voren af aan. Het is een leuk spelletje, probeer het maar eens. Maar denk er aan, dat de handen niet eerder boven tafel mogen komen voor het woordje soep uitgesproken is. TANTE RIEK. VOOR DE MEISJES. RECEPTEN HOEKJE. (Redactrice Lekkerhckje.) Vanille Saus. Vz L. melk, 60 gr. suiker, 20 gr. maizena, stokje vanille, 1 eierdooier. Bereiding: Kook de melk met de suiker en de vanille, voeg de dun aangemengde maizena toe: laat de saus al roerende 5 minuten koken en bind ze met de eierdooier. Deensche rijst. 100 gr. rijst, 1 L. melk, 100 gr. bitterkoekjes, 1 ci, 15 gr. boter, 50 gr. suiker. Bereiding: kook dc rijst in de melk, voeg daarna 't ei, de boter en de suiker toe en plaats deze massa laag om laag met bitter koekjes in een vuurvasten schotel. Griesmeelschoteltje. (Ingez. door Daisy). lVz L. melk, 120 gr. griesmeel, 2 eieren, 120 gram suiker, een half stokje vanille of een halve citroenschil. Bereid griesmeelpap, doch vermeng ze met dc helft van de suiker. Roer de eierdooiers glad in een vuurvast schoteltje met de andere helft van de suiker, voeg er, flink roerende, de heete griesmeelpap by, waaruit de vanille- of citroen schil verwijderd is. Klop het. eiwit stijf en roer er dit zoo luchtig mogelijk door. Maak den rand schoon en laat het schoteltje in een matig warmen oven rijzen en bruin worden. Dien het, zocdra het uit den oven komt, op. I Men kan oolc een laag bitterkoekjes in het schoteltje leggen. RAADSELS. Oplossing van vorigen keer. I. „Voor de meisjes" met de woorden: os, vos', reis, mes cn de letters j en e. II. Inktkoker met I, Ans, beker, portret, October, akker, zee en r. III. Gouda. Van de vele goede oplossers(sters) heeft Blondje de prys gewonnen, dus komt die even het boek halen NIEUWE RAADSELS. I. Lees dit eens: vindt loert beido wio beido ïots mal o (Ingez. door Doffer). II. Kruisraadsel: X - X X X X X X X X X X X •X Op de eerste ry een medeklinker Met de tweede rij kan men schryven. Met de derde rij kan men zien. Op de vierde ry het gevraagde woord, dc schuilnaam van een nieuwe nicht in de rubriek, ook een plant. Vervangt men alle letters door een plant van deze naam, dan krygt men een mooi perkje, dat te zien is Joh. v. Oldenbar- nevcldlaan S. Op de vijfde rij een wapen van het leger. Op de zesde rij een boom. Op de zevende rij een klinker. (Ingez. door Spanrups). III. Mijn geheel bestaat uit twaalf letters en komt in de rubriek voor. 3, 4 is een groente, die niet lekker ruikt. G, 7, 9 vindt men aan een wagen. 10, 12, 8 is een frissche groente 11, 5 is een boom. 1, 6, 3, 12 komt bij het schaven van hout. (Ingez. door Henk en Klasien). VRAAGSTUKKEN. Oplossing van vorigen keer. I. Amsterdam begint met een A en Eindigt begint met een E. II. Een schoen. III. Die hem vangt. IV. Paneel. NIEUWE VRAAGSTUKKEN. I. Dertig kinderen moeten 35 pond peeren, 9 pond aalbessen en 75 appelen opeten. Wat krijgt ieder? (Ingez. door Poesje). II. Tien gasten krygen tien eieren. Ieder moet cén ei hebben en toch moet er één in de schaal blijven. H?e kan dat? (Ingez. door Kropper). III. Welk oog mist dc mcnsch graag? (Ingez. door Begonia). VOOR DE OUDEREN. Wist je dat: Haringen niet in een aquarium kunnen leven 9 De huid van een groote walvisch 60 c.M. dik is? Er op Sumatra een spin voorkomt met poo- ten van 35 c.M. lengte Kolen eerst in 1625 als brandstof werden gebruikt? Een paard per jaar negen maal zyn eigen gewicht aan hooi opeet? Een machine bij koud weer meer kolen ge bruikt dan bij warm weer? De Mississipi jaarlijks -100.000.000 ton vaste stoffen ih zee voert? Men gemiddeld 12000 woorden per dag spreekt (Ingez. door Doffer). De nieuwste brandalarmschel in werking komt door rook? •Het eerste veiligheidsscheermes in 1875 werd uitgevonden? Aluminium voorwerpen niet met sodawater gewasschen mogen worden? (Ingez. door Postduif). PROEVEN EN KUNSTJES. Kunstje: Ik wed, zei Jan tot een zyner mak kers, dat jc jc jas niet alleen kunt uittrekken. „Nu nog mooier, zegt' deze, „zou ik m'n jas niet alleen kunnen uittrekken? Dat zal ik je dadelijk eens laten zien," en hij trekt zyn jas uit. Maar, zoodra hy begint, trekt Jan ook dadelyk zijn jas uit. „Zie je wel," zegt Jan, „nu heb je imers je jas niet alleen uitgetrok ken, ik heb 't ook gedaan!" (Ingez. door Kropper). Froef: Aan een dun stuk touw van onge veer 2 Meter lengte bind je in 't midden een vork vast. Nu neem je de uiteinden en houd die tegen je ooren. Je schommelt nu de vork heen en weer, zoodat die tegen een hard voor werp aanstoot, b.v. de poot van een stoel of tafel. Jc zult nu een geluid hooren als het lui den van klokken. Het is heel mooi, doe het maar eens. (Ingez. door Doffer). CORRESPONDENTIE. Piet B. Je brief kwam te laat, daarom zal ik je nu het eerst antwoorden. Wat vervelend, dat je ziek bent, heb je het niet nog eens ge had, ik herinner me zoo iets. Met dc vacantie moet het maar weer heelemaal in orde zijn. Als die Johnny zoo'n fantasie heeft, moet je hem vragen, of hy niet eens wat instuurt, zulke menschen moet ik hebben. En de raad sels wel oplossen maar nooit inzenden, dat vind ik toch heelemaal niet leuk. Volgende keer hoor je van de opstellen, er zyn nog enkele goeden en daar hoor jij ook by, dat wil ik al wel verklappen. Waterlelie. Ja, de rubriek gaat wel door, 't zal in dien tijd stil zijn in de stad, als zooveel neefjes en nichtjes weggaan. Een vriendelijke dame geeft je goede raad, hoe je slakken uit de tuin kunt krygen.* Ze schryft: Daar is gauw af te komen. Eenige schoteltjes met bier tusschende planten doen wonderen. Ze moeten zoo geplaatst zijn, dat hun randje met den grond gelijk is. In één nacht vingen wij in eQen begoniaperk meer dan dertig slak ken. Probeer het maar gauw, dan blijft je tuintje gelukkig gered. Pauwstaart. Ik weet je naam niet meer, i die staat niet op den brief, daarom zet ik deze l maar, want je hebt het over Pauwstaarten. Mooi zyn ze, hè, ze kunnen zoo leuk loopen pronken. Ik heb de Andriesstraat gezien, 't is erg opgeknapt, als de Langestraat ook zoo wordt, mogen we tevreden zyn. Zouden ze geen stoomwals hebben, 't verwonderde my ook al. Ton Ncveu, Ik heb ze al druk bezig ge zien met bosch^esscn plukken, in dc bosschen tegenover het Opvoedingsgesticht. Sommigen hadden heele bussen cn jampotten vol. 11c kreeg cr opeens zin aan, maar ik had geen geduld, ze een voor een op te gaan zoeken, 't Is anders vroeg dit jaar, niet? Gerard L. Hoe weet jc dal, dat je me nooit ziet? Ik ben er toch heusch, maar ik heb het niet op m'n rug staan, dat ik het ben. Je fietst geloof ik, heel wat af. 't Is ook zoo fyn, je schiet zoo'n eind meteen op en je ziet toch alles even goed. Ben je daar al eens ge weest, langs de Eem, waar ik laatst eens van vertelde. Het postpapier is nieuw, hé, ten minste het hoofd is veranderd, dit is veel een voudiger en toch duidelijk. Perzik. Dat zal een leuk gezicht zyn, zoo'n kermis brengt altyd zooveel nieuws. Je treft het, zoo dicht by, ik denk, dat je wel menig oliebolletje zult halen, niet? Ik ga vast ook eens kyken, ik heb er nog niets van ge zien, vroeger was ik er altyd al gauw by, dan genoot je van allés tc zien opbouwen, dc draai molen enz. Is die er nu weer by Je vader is zeker gelukkig geweest. Waren de wagentjes nog op het terrein, zooals vorigen keer. Je was nu misschien wel vanzelf ge gaan, met den wind mee. Als je aan my schryft, moet je maar eens even niet aan repe tities denken, 't Is nu gelukkig gauw allemaal geleden, en wat heb jc dan niet een heerlyk lange vacantie. Muisje. Duifje zou je ook graag op de les hebben en vooral, als je zoo krom loopt, zou het heel goed zyn. Jc hebt jp goed gehouden, geen strafwerk den laatsten tyd, dat is zeker met 't oog op het rapport. Met dat spreken schiet je toch ook niets op, dat is eigenlijk zoo kinderachtig. Prachtig, als je me in Juli cn Augustus blyft helpen, ik zal van die enkelen de steun noodig hebben. Bill, 't Zou ook al tc gemakkclyk zyn, als je broer maafr altijd schreef. Hy had er zéker genoeg van? Trouwens, je kunt het zelf best, 't is een duidelijke letter, ik krijg er soms, waar ik pijn van in de oogen lcrijg, maar met jou heb ik daar heelemaal geen last Van. Spinnetje. Heb nog een wéék geduld, ik heb. er al wat en die zal ik nog even uitzoeken, cr waren nog meer liefhebbers voor en 't zijn er maar weinig. Ik hoop, dat je dc plaatjes hrijgt, voor 't gemak heb ik maar gezet, dat ze ze aan mij kunnen opgeven. Heb je oolc al boschbessen gegeten? Je zit daar in een heer lijk land, luilekkerland, waar je de bessen maar voor 't grijpen hebt. Doffer. Wat help jij mee, 't wordt lang zamerhand een rubriek vol inzendingen van jou! En ik vind 't zoo leuk, dat jc 't zoo vol houdt, dus je hebt er zeker zelf pleizier in. Je opstel was verreweg het beste, ik hoop, dat je •pleizier van het microscoopje zult hebben, kom ja het Maandag even halen.' Jc kunt er meteen in de vacantie van profiteeren, allemaal bees- j ten, meeldraden enz. bekijken of een klein j vliegje in een druppel, je zult versteld staan van al het moois,, dat jc te zien krygt. Annie v. d. W. Prachtig kom je aan, wat zal je nog ontzettend dik worden, dan moet je allemaal nieuwe kleercn hebben. Tante Riek heeft het zooveel over je, ik geloof, dat jy een lievclingsniehtje van haar bent. Dc inktlap is zoo gemakkelijk, ik gebruik hem telkens. Dus je krygt nu misschien een hecleboel vischjes, 't was dus erg oppassen, om de anderen cr van af te houden. Vervelend, als ze het weer opeten. Je hebt nu zeker al heel wat briefjes in het doosje. Zoo doen veel van de anderen ook, sommigen bewaren zelfs het heele blad, maar dat zal dan op 't laatst wel een heele stapel worden. Jc kunt dan nog beter je eigen briefje telkens uitknippen. Leuk, zulke lange brieven ik altijd van je krijg en je hebt zoo veel vtc vertellen. Paddestoel. Geef je even de oplossing van het nieuwe raadsel, dan plaats ik het den volgenden keer, ik ben niet erg sterk in raad sels oplossen en trouwens heb ik er ook niet veel tijd voor, dus is 't beter als jij ze maar even zelf opgeeft. Dit zyn aardige raadsels met die verschil lende lettergrepen. Henk en Klasien. Ik kon die eerste naam niet goed lezen en wat beteekent die? Hoor ik dat volgenden keer eens, dan zal ik jullie daarna bij de schuilnaam noemen. Uit die andere naam maak ik op, dat een van jullie erg lastig is. Is dat ook zoo? Ik vind het veel leuker, als je een schuilnaam hebt. Wat een verschillende soorten zijn er al, hè, 't lijkt mo heusch lastig, er weer een nieuwe te verzin nen. Sportman." Nou, ik denk, dat ik in de vacantie juist minder brieven zal krijgen, dat viel me de Paaschvacantie zoo op. Maar we krygen de rubriek toch wel vol, ik hoop ten minste het beste. De mop zal ik volgende week plaatsen, ik heb hem al in 3e enveloppe voor den volgenden Zaterdag gedaan, dan vergeet ik hem in alle geval niet. Voetbal. Dat was maar een heel kort briefje, maar in alle geval was er weer een raadsel bij, waar ik wel voor bedank. Begonia. Voor de nieuwe raadsels is er altijd een prijs met soms een extraprijs, voor de vraagstukken niet. Dat is alleen maar de eer, als je een goede oplossing hebt, dat kun je eiken volgenden keer nakijken. Die raadsels, die jy opgeeft, vind ik meer geschikt als vraagstukken, want zulke raadsels vinden de anderen veel te moeilijk, je moet er maar zoo toevallig opkomen, als je de oplos sing ziet, denk je: „was het zoo eenvoudig?" Ilc heb er al een gebruikt, zooals je ziet. Duifje. Jammer, niet dc prijs, maar wel de hartelijke gelukwenschen van Oom Karei. En Tante Riek zal zich daar wel bij aanslui ten, als ze van je verjaardag hoort, denk ik. Muisje vindt hetzelf noodig, dat ze op de Gym. gaat, want ze loopt zoo krom. Dus je moet haar zien over te halen. Ik heb alvast een mop geplaatst, als het zoo op school ging, zou het mooi zijn, aparte klasse voor lange-, aparte voor korte- en zeker aparte voer dikke kinde ren? Theo. B. Het opstel is zoo heel kort, jammer, als je er misschien wat meer moeite voor ge daan had. Maar als je je niet lekker voelt,%eb je nergens*z:n aan, dat weet ik ook wel. Nora. Gelukkig dat je het er goed afge bracht hebt, zoo'n eerste keer lijkt xne lang niet prettig. Maar vader was zeker een groote steun. Toen je de belooning kreeg, was jc zeker bly, dat het zoo goed gegaan was. Wat heb je gespeeld, dat heb ik nog niet van jc gehoord. Ik heb er ook wel verstand van. Zeg, wil je je moeder bedanken voor het briefje, dat ze insloot? J o Z. Heb je niet tc veel gegeten? Heerlyk lykt me dat, mocht je ze zelf van de boomen halen of waren zc al geplukt Jc opstel heb ik gekregen, 't komt bij de groote collectie, mis schien plaats ik het nog eens, in alle geval heb ik nu heel wat stukken voor de rubriek gekre gen. J o p i e Slim en Kroeskop. Ilc zet jul lie maar by elkaar, want ik heb jullie niets anders tc schrijven dan dat ik dc opstellen ge kregen heb. Volgende weck hooren jullie de uitslag wie een troostprijs gewonnen heeft. Vraagteeken. .Aan jc schrift zou ik jo zelfs al herkend hebben, maar 't werd me nu nog gemakkelijker gemaakt. Zit nu maar niet te piekeren, laten we maar het beste hopen, je moet altyd maar optimist zijn. Hoor ik het gauw, hoe het afgeloopen is, ik ben erg be nieuwd. T o n i a H. Waar ga jc naar toe, raak \k je dan voor lang kwijt? De raadsels moeten Dinsdagavond binnen zyn; 's Woensdagsmor gens maak ik altijd de kinderrubriek in orde. Ik zal 'je raadsel een volgende keer plaatsen. Jc hebt het zeker eens in dc krant gelezen? 't Is een pakkende advertentie. F r i t s R. 't Is daar een heel gezonde streek, ik ken het er zoo goed, dus je moet er me vast veel van vertellen. Het pavilloen op den berg in dc* bosschen zie jc altyd al van verre, dat ligt er zoo mooi. Maar je iult wel volop genieten van de dennenlucht en dan kom je gezond en wel weer terug, hè? Tot dan dus weer. Appelbol. Dat is een prettig werk, vlie geren. Laat je wel eens telegrammen langs het touw opklimmen naar boven, een klein briefje met een gaatje er in, waar het touw door gaat? Dat deden we vroeger altijd, maar ik denk, dat dat nu ook nog wel bekend is. Leuk, zoo'n schoolreisje. Waar ben je nu naar toe geweest? Poesje. Je bent me een heldin, hoor. Ik wed, dat je het best kunt, laat je desnoods even een zetje geven door een ander. In welke straat ga ie logeeren? Ik zie je daar misschien wel eens. Nu je dit leest, zijn de repetities dus af geloopen. Met succes? Wat zal ik jc missen in de vacantie, je andere schuilnaam is zoo'n vaste hulp, hè? Daisy. Lekkerbekje zal me in de vacantie wel niet kunnen blijven helpen, dus hoop ik, dat jij cn andere meisjes ine dan wat zenden. Je mag dc recepten ook eerst klaar maken ei; ze mij clan laten keuren, nee hoor, dat is maar een grapje, ik zou m'n maag bederven, ben ik bang. Blondje, Dat is nog eens boffen hè? Nu je het zoo druk hebt, Zou ik het nog maar even laten liggen tot dc vacantie, dan kan jc er echt van genieten. Krygen jullie ook rapporten? Dan moet je me dat eens overschrijven. Arnold v. D. Je ha<l wel heelemaal onder de verf kunnen zitten, dan was je niet zoo gauw weer schoon geweest. Dus jc zult het diploma wel gauw krijgen, ga je eiken mor gen? Een van dc volgende keefen plaats ik jo raadsel vast, gemakkelijk is het anders niet en je vraagt zelf zoo om gemakkelijke raad sels I Kropper. dpeens hebben we nu 'weer proeven en kunstjes, dus ïeelemaal verdwijnen doen de oude hoeken toch niet. Het Hanenwa- ter is daar toch wel heel dicht bij, ik denk, dat je meer links moest houden, toen je dat fietspad naar de Treek inging, 't ligt tenminste jn het stuk tusschen dat fietspad by het hotel cn de eerste grintweg rechts van de Doode V/eg, als je van den kant van Oud-Leusden komt. Lucie. Die gele viool vind ik toch zoo prachtig, dat moest ik nog eens even zeggen. Theo B. Leuk, dat je zoo tevreden bent met het boek. Je brief is laat gekomen, dat zul je ook merken, omdat je heelemaal onder aan staat. Maar daarom heb ik je inzending tot volgenden keer bewaard, 't Is leuk bedacht, weer wat heel anders, 't Zijn me anders heele geschiedenissen, hè? Die mijnheer in 't bad is zeker de clown van het circus? DIERENHOEKJE. Is er nooit eens een jong poesje of zoo, dat een nieuwen baas zoekt. Het Dierenhoekje blijft zoo leeg, vind ik. RUILHANDELHOEKJE. Oom Karei heeft Pleinesplaatjes van album I, de Pleines Duif, en de No's. 1, 2, 8, 10, 14, 15 (3 keer), 18 (2 keer), 29, 53, 57, 100. Zijn er'liefhebbers voor? Wie heeft voor Spinnetje de volgende Ver- kade's plaatjes, van Friesland Nos. 39, 40, 49, 50, 51, 100, 101 cn 102. Zc woont Utrechtscheweg 325. 't Is nogal ver weg, dus misschien is het gemakkelijker het aan mij op te geven, dan zorg ik er wel verder voor. MOPPENHOEKJE. „Iloor een-s buurvrouw, het verwondert me, dat jou Kees een klas verhoogd is en myn jon gen is blijven zitten. De meester zei, dat ze even dom waren." „Ja, weet je, vrouw Jansen, ik geloof ook wel, dat ze evenveel weten, maar Kees z'n bea- nen zijn zoo lang geworden, dat hij niet meer in de bank kan zitten. Daarom wordt hij naar de volgende klas met de groote banken ge plaatst. (Ingez. door Duifje). Dc schoonc natuur. Reiziger: „De echo heeft heel wat anders nageroepen dan wat ik geroepen heb." „Gids: „Roept u dan nog eens duidelijk. De jongen zal 't yerkeerd verstaan hebben." Marietje (vermanend): „Als Frits naar jou spuwt, spuw jij toch niet terug?" Wira: „Denk je, dat ik zoo dom ben, als ik een lekker zuurtje in m'n mond heb?" (Ingez. door Poesje)".

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 7