De rubriek van Oom Karei. Wat hebben we lang pleizier van de opstel lenprijsvraag! Want nu konden jullie weer met spanning uitzien naar de kinderrubriek, wie nu de troostprijzen had gewonnen. Het was voor mij lastig, maar ik heb de opstellen ook door anderen laten lezen en toen kwamen we tot de conclusie, dat de drie volgende een prijs verdienden, n.l. Piet Baars, Jan Reinders en Arie Schuurman. Jullie moet niet denken, dat de eerste van het rijtje het beste opstel had, ik heb de namen volgens het alphabet gezet, dus eerst de B., dan de R. en het laatst de S., de opstellen zijn alle drie even goed en daarom geef ik ook voor elk een boek. Ik vond het eerlijk van sommige inzenders, die schreven: „Ja, het opstel van Doffer is wel veel beter dan het mijne". Dus die gaven mij gelijk en v/aren niet ontevreden, dat ik den hoofdprijs aan hem gegeven had. AI doende leert men, en als We na de vacan- tie weer eens een opstellenprijsvraag hebben, denk ik, dat ik dan allemaal zulke inzendingen als van Doffer krijg. Dan is er allicht veel gebeurd, zoo'n vacan- tie beleef je zooveel, en je hoeft er heelemaal niet voor buiten dc stad te gaan. De anderen, die thuis blijven, zullen toch wel eens fiets- of wandeltochten maken, en daar is ook altijd veel van te vertellen, dat heb ik dezen keer al ge merkt. fk heb jullie geloof ik, nog heelemaal niet een prettige vacantie toegewenscht. Dat doe ik dan nu en ik wensch van harte, dat jullie die maand mooi weer hebt, daar verlang ik zelf ook zoo naar. En mijn laatste wensch is „Ver geet, als het eenigszins mogelijk is, Oom Karei en zijn rubriek niet heelemaal!" Hier volgt een van de drie opstellen, volgen de keeren de andere twee. OPSTEL VAN ARIE STUURMAN. Eenigen tijd geleden het was omstreeks Pinksteren had ik met mijn vriendje in Am sterdam afgesproken, dat we hem weer eens zonden komen bezoeken. We hadden vroeger als kleine buren in een Zuid-Hollandsch stadje veel pret met elkaar ge had en, om de vriendschap vooral te onder houden, komen we elk jaar een paar keer elkaar nog eens opzoeken. Natuurlijk hadden wc ons weer veel van dien dag voorgesteld en waren vol verlangen naar dien afgesproken dag. Toen het dan eindelijk zoo ver was, werd de reistasch gepakt en ging het op Amsterdam aan. Eerst een mooi reisje met den trein en eindelijk zag ik aan de vele hooge huizen en groote schepen, dat we het doel van onze reis begonnen te naderen. Wat een groot station! Vijf perrons, zooals we er te Amersfoort nog maar twee hebben! En wat een menschen, men kon er haast niet doorkomen! Mijn vriendje stond natuurlijk aan den uitgang en, nadat we elkaar eens recht hartelijk hadden verwelkomd, ging het op' huis af. Eerst met de cententram het station half om gereden en toen met de stoompont over het IJ. Wat een water en wat een schepen! Mijn vriendje, die ai eenigen tijd in Amsterdam woont en daar zoowat alles al weet, vertelde mij van alles en nog wat, natuurlijk ook van zijn guite streken op school en op straat. Ook verklapte hij, dat we den volgenden dag naar Artis zou den gaan, maar hij mocht het eigenlijk niet zeggen. Ik had wel eens wat van Artis gehoord, maar cr nog nooit wat van gezien. Thuis gekomen werd vastgesteld, hoe we ons in Amsterdam zouden gaan amuseeren en zon der te laten merken, dat ik het eigenlijk al lang wist, werd onder een luid „hoera" vernomen, dat ook Artis een beurt zou krijgen. We droom den cr 's nachts van. 's Morgens om negen uur togen we op pad, voorzien van alle moge lijke lekkernijen voor apen en kakatoe's, waar van mijn vriendje al verteld had. Wat een belangstelling was er; honderden menschen verdrongen zich voor den ingang! Eén voor een gingen we binnen door een kruis bek, dat, al draaiende, slechts écn persoon tege lijk binnen liet. Het was prachtig weer en alles izag er met recht zoo vriendelijk en heerlijk uit, dat het al een waar genot v/as, onder die heerlijke bloei ende boomen en struiken te wandelen, en te genieten van de heerlijkste geuren van rozen en allerlei andere bloemen. Toch moet ik eerlijk bekennen, dat we daar minder aandacht aan schonken en ons van 't begin af aan meer bepaalden tot de verschil lende diersoorten, welke daar van heel dichtbij te zien waren. Allereerst trok onze aandacht „het schip der woestijn" met zijn bultigen rug. Wat eigenlijk een lcelijk dier, maar toch wel nuttig en sterk. Daarna verschillende soorten lama's, of beter gezegd, buitenlandsche geiten van heel groot soort, verder een massa vreemde vogels met allerlei prachtige kleuren, te veel om op te noe men of te onthouden. Wat een lawaai hier, allerlei stemmen klon ken dooreen, op sommige plaatsen kon men el kaar niet verstaan van het gezang, geschreeuw, gekras enz. Ik geloof, dat er geen land op de wereld be staat, of er waren hier vogels van verzameld. Wat een werk, om voor die vogels allemaal te zorgen en passend voedsel te vinden-! De meesten lustten van onze versnaperingen niet veel en lieten het maar heel onverschillig liggen. Maar wat was dat voor een gejoel onder de kinderen? O. dat waren de apen, die zooveel pret veroorzaakten. Daar ook wij op af, en ik geloof dat we daar wel het langst bij hebben stilgestaan. Hier kon den we onze tasschen wel leeg krijgen. Wat kunnen die --g jes toch mooie kunstjes vertoo- nen en wat grappige diertjes zijn dat toch! De pootjes zijn net menschenhandcn en hoe langer je naar de diertjes kijkt, hoe meer ze in hun handelingen bewijzen, echt schrander te zijn. Maar we moesten er naar onzen zin nog veel te vlug weer weg, omdat we anders onmogelijk alles konden zien. Dus ging het verder langs de ijs'oeeren, olifanten," rendieren, struisvogels, kangoeroe's, giraffen, antilopen, slangen, bee- ren, tijgers, leeuwen, zebra's! het plantenhuis, het museum van visschcn en andere water dieren, insecten, opgemaakte vlinders, en ik weet niet meer wat al, werkelijk te veel om op te noemen; en telkens was het maar weer wat anders. Toen begrepen we pas, dat we eigenlijk ook te lang bij de apen haddtn stilgestaan, want, zonder dat we het wisten, was het al écn uur geworden en moesten we hoog noodig weer naar huis. Mijn vriendje en ik hadden er wel niet veel zin in, maar de tijd liet niet toe er langer te blijven en dus moest de uitgang weer worden opgezocht. Dat ging langs een rij pa pegaaien, vastgebonden aan ijzeren standaards, en het was, of die ons allen „goeden dag" toe- wenschten, als wisten ze, dat we weer gingen vertrekken. Hier bleven onze laatste versnape ringen en platzak en zelf verlangden we ook naar eenige verfrissching verlieten we het amusante Artis om ons eerst eens heerlijk tegoed te gaan doen aan een lekker glas limonade. Toen ging het met de tram huiswaarts door allerlei mooie stralen. Eerst nu begreep ik, dat Amsterdam zoo groot was en dat mijn vriendje gelijk had, als hij spotte met ons Amersfoort, dat hij een negerij dorst te noemen, al was het dan,zooals hij daaraan toevoegde, cr een met een prachtige omgeving. Door en door vermoeid kwamen we om ruim half drie thuis en na eerst eens flink gegeten en wat gerust te hebben, was het tijdstip al weer genaderd, dat er over terugkeer naar Amers foort moest worden gedacht. Werkelijk voldaan werden de koffers weer gepakt en als altijd, bracht mijn vriendje ons weer naar den trein. Ons afscheid was kort, maar dankbaar voor het vele, dat we weer met elkaar hadden mogen genieten, en, toen de trein zich in beweging stel de, was een hartelijk „tot weerziens" en lang durig wuiven met de zakdoek door het portier raampje het besluit van dit werkelijk prettige Amsterdamsche tochtje. Een volgenden keer hopen we het Stadion of het Museum eens te gaan bekijken en, als we dan nog een kinder rubriek hebben, hoop ik ook daarvan één en ander te kunnen mededeelen. Om nu te eindigen met de aanbeveling aan de vele neefjes cn nichtjes, om als ze er nog nooit geweest zijn, toch vooral ook Artis eens met et/i bezoek te vereeren. EEN M-UfZENFAMILÏE. Een Vaartje en een Moertje, Een zusje en een broertje. Dat is familie Muis. Ze leiden met hun viertjes Een leven van pleiziertjes ln 't schuurtje, dat buurtje Gebouwd heeft achter 't huis. Het zoontje, 'n vroolijk Fransje, Maakt er zoo graag een dansje Met zusje, poot aan poot: Ze walsen menig toertje Tesaam op 't leemen vloertje. En Paatje en Maatje Die lachen zich half dood. Is eindelijk het stoeien De kleinen gaan vermoeieir Dan wacht hun nieuwe pret. Ze trekken aan hun baartje En schuiven op hun staartje Wat nader, daar Vader Zich aan 't vertellen zet, Begint de maag te jeuken, Dan gaan ze naar de keuken, Daar zijn ze echt op dreef, Als zij hun buikjes vullen, En o zoo heerlijk smullen! Als vonden ze het zonde. Dat er iets overbleef. Te midden der vermaken Komt soms de kat genaken, Belust op lekk're buit. Dan stuiven ze weer henen. En zijn opeens verdwenen, En sliepen en jriepen Ons poesje nog wat uit. TANTE RIEK. VOOR DE MEISJES. Receptenhoek. (Redactrice Lekkerbckjc). Polenta: 1 L. melk of water, 250 gr. boelc- weite- of maïsmeel, 200 gr. gedroogde pruimen. Bereiding: Kook de melk of 't water; roer er de n i e t-aangemengde meelsoort door heen, laat dc massa nog een half uur koken en voeg dc afzonderJijk-gaargekookte pruimen toe. Beschuitjes met room. (Ingez. door Blondje). y2 L". room oi melk met stukje boter, 2 eie ren, -suiker naar smaak. Bereiding: Verwarm de room of melk met b.v. 1 eetlepel suiker. Klop 2 eierdooiers met 2 theelepels suiker en roer ze door de even verwarmde melk of room. Maak 2 theelepels maizena aan en roer dil op het vuur dooreen; even later doorkoken en gestadig roeren. Neem het pannetje af en roer, tot het wat be koeld is. Schep het op de beschuitjes. Klop het wit der eieren stijf met een snippertje zout cn beleg cr dc room mee. (Men kan er 12 tot .14 kleine beschuitjes mee beleggen). RAADSELS. Oplossing van vorigen keer: I. Wie tusschenbeidc iets ondervindt, leert bovenmate. II. Begonia met B, pen, oogen, genie, eik en a. III. Kruisraad^el met uit, rad, sla, cs, krul. Komt 'Martha Bierman als prijsv/uister Maan dag het boek halen? Dat is nog eens geluk hebben, een nieuwe nicht, die al dadelijk'een prijs wint. Nieuwe raadsels. 1. Ik ben een stad iri Zuid-Holland met een bekende kerk, slaat men -mij den kop af, dan ben ik een visch. (Ingez. door Arnold v. D.) II. Mijn geheel bestaat uit drie woorden, 24 letters en is een raacl voor zakenmenschen. Een 19, 1, 11, 6, 20, 21, 5 is het voornaamste van elke fabriek; men doet cf alle zaken af. 2, 10, 3) 4, 24, 15, S, 9 is een'plaats in Over- jjsel. 22, 13, 14. 12, 7, 18 is meestal wit en krijgt men gevouwen in papiertjes in een apotheek. 16, 17, 23 loopt 's zomers in de wei. (Ingez. door Tonia H.) UI. Verborgen dieren- of bloemennamen: Jan gaf Piet een dikke stok. Mijn broer is matroos. De tuinman gaf mij een paar dahlia's. Gaesterland is een deel van Friesland. Tante Mie riep mij. Ik zag dadelijk, dat die jas mij niet toebe hoorde. De koetsier zat op den bok. Jan harkte de paden cp. Vergeet mij niet, zei Jan, die zag, dat Klaas een handvol kersen kreeg. (Ingez. door Driehoek). Vraagstukken. Oplossing van vorigen keer: I. Buikpijn. II. Een van de gasten nam het ei met de schaal. III. Eksteroog. Nieuwe Vraagstukken: I. Welke kaars brandt langer, een korte of een lange? II. Wat is fijner dan het oog van de fijnste naald? (Ingez. door Waterlelie). III. Twee vaders cn twee zoons gingen samen op jacht. Ieder van hen schoot een haas, stopte dien in zijn v.citasch en bracht hem thuis ook. Toch hadden ze samen maar drie hazen toen ze thuis kwamen. Hoe zit dat? (Ingez*. door Kropper). e Snaaksche gezegden. Alle wegen leiden naar Rome, zei Kees, en hij rolde van het dak af. Het is voor een verandering, zei de boer en hij at aardappels met de hooivork. De beste bode is de man zelf, zeide de keizer, en hij trok alleen naar den oorlog. Alle goede dingen komen langzaam, zei de bakker, en hij liet het brood aanbranden. (Ingez. door Driehoek). „S n e 1" (dat beteekent, dat het iets is, dat zoo vlug gaat, dat er dc gekste dingen uit komen). Bijvoorbeeld, een jongen liep zoo vlug de trap op, dat hij weer beneden was, voor hij boven was geweest. Of, een meisje deed zoo vlug een boodschap, dat ze weer terug was, voor ze er geweest was. Een Mijnheer at zoo vlug zijn boterham op, dat hij ze al op had voor hij beginnen moesj. Iemand zat op een slee, dicht bij een berg, maar dc slee had zoo een vaart, dat toen hij bij den berg kwam hij hem heelemaal onderste boven reed. (Ingez. door Theo B.) Het is vetpot, zei dc jongen en hij kreeg de helft van de helft van een half ei. Haastige spoed is zelden goed, zei luilak en hij deed de reis op een schildpad. (Ingez. door Kropper). Voor de ouderen. Wist je dat? Een gewone piano ongeveer 1 K.M. snaar- draad bevat? Menschen van gekleurd ras nooit blauwe oogen hebben? Het bloed met een snellj^d v,an 11 K. M. per uur door het hart gaat? Het gebulder van een waterval wordt ver oorzaakt door het barsten van millioenen lucht bellen? De Londensche schooljongens gezonder zijn dan de schoolmeisjes? Men schrijft dat toe aan meer beweging in dc opc-n lucht. Dc beroemde Chineesche. muur 2000 K. M. lang is? Dc Poolsche rejDubliek reeds 150 postzegel- soorten heeft uitgegeven? Proeven cn Kunstjes. Een aardige en belangwekkende proefneming is die, waardoo'r het groeien van een eike boompje, van het begin af, kan worden waar genomen. Snijd een cirkelvormig stuk karton, dat boven op een hyacintenglas past, zoodat men het er boven op kan leggen en liet dan de lucht af sluit. Boör een gat in het middelpunt van het karton en haal er een sterken draad doorheen, aan het eene eind waarvan je een stukje hout hebt vastgemaakt, dat, dwars over het karton gelegd, belet, dat men den draad door kan. halen. Maak aan het andere eind van den draad een eikel vast cn hang, nadat je het glas half met water hebt gevuld, den eikel óp korten afstand van den bodem. Het glas moet in een warme kamer blijven staan. In een paar dagen zal de waterdamp, die zich in het glas ver zameld heeft, als een druppel aan den eikel hangen. Spoedig zal de eikel- barsten en de wor tel zal uitschieten en in het water doordringen; nog een paar dagen en aan den anderen kant zal een stammetje uitschieten en, naar boven groeiend, zal het tegen het karton gaan druk ken, waarin men dan een gat moet maken, om het vrijen doortocht te geven. Spoedig, na ver loop van eenige weken, zal je moeite beloond worden door het bezit van een krachtig klein eikenboompje, verscheidene centimeters hoog. (Ingez. door Doffer). CORRESPONDENTIE. Driehoek. Dat was weer een heelc be zending, ik heb er al wat van gebruikt, zooals jc ziet. Kom je de Pleinesduif even halen, cr was nog een liefhebber voor, maar jij was dc eerste, die er om vroeg. Ik zal eens zien, wan neer \Ve die kleurwedstrijd zullen houden, 't is misschien leuker, na de vacantie, als ze weer allemaal mee kunnen doen. Kropper. Ben je er al weer eens naar toe geweest? Ik ben benieuwd, óf je het vindt. Toe vallig, dat er juist iets over in de kranten stond, na dat ongeluk. Zooals je ziet, had een ander enkele van de zelfde gezegden ingestuurd. Halen jullie ze uit een boek? Hoe kom je er aan? Martha B. Dat bemoedigt al direct zoo, hè? Ik denk, dat de anderen wel jaloersch zullen zijn, maar ieder krijgt wel een beurt. Jij wordt nu een vaste medewerkster zeker na je eerste succes? S n ij b o.o n en K t u i d j c r o e r m e n i e t. Dit is een betere naam dan die vreemde, wc zijn toch ook ïn Nederland. Kijk je eens even bij het Ruilhandelhoekje? Volgend keer komt jullie raadsel aan de beurt, 't is weer eens wat anders als altijd die kruis en letterraadsels. Heiligboontje. Ik had jou al eerst als prijswinster, maar opeens zag ik dat je in raad sel II „kanon" in plaats van „genie" had. Jam mer, maar nu volgenden keer heb je ze alle maal goed, hè? Je bent er nu zoo dicht bij ge weest. Dat eerste wat je gespeeld hebt, is heel mooi, dat ken ik wel: speelde je uit 't hoofd of van het blad? Ik denk wel het laatste, zoo'n eer sten keer voor een groot publick is toch al niet gemakkelijk. Het nichtje v/as zoo blij met den raad van je moeder, zeg je het'haar even? Appelbol. Dat belooft prachtig te worden, het tochtje over den Rijn naar Westerbouwing en dan in de hoogte dc Duno, dat luiis ligt zoo mooi. Je zult het allemaal zelf zien en cr van genieten, ik verlang er naar, je verhalen te krijgen. Zwartkop. Dat is zeker niet erg handig van je. Je kunt toch nog best schrijven, had je daar geen last mee? Zoo moeten er meer duiven komen, zul je ge dacht hebben, zoo heb je gauw een duiventil vol. Gebeurt dat wel eens meer, dat ze naar een anderen baas verhuizen? Je moest ze dan eigenlijk allemaal een ringetje met je naam er op aan den poot binden, dan kunnen ze terug bezorgd worden. Ton Neven. Wanneer is het nu eindelijk eens afgcloopen niet de repetities? Ik herinner me nog uit mijn schooltijd, hoe het je op 't laatst begon te vervelen. Maar je geniet daarna ook dubbel van de vacantie. Volgenden keer plaats ik je mop, ik vond hem werkelijk heel goed. Ze zijn niet altijd even aardig, maar dat kan ook niet. Spinnetje. Kom Maandag maar even, als ik tijd gehad heb liggen er dan wat voor je klaar niet veel, maar toch een paar. Je hebt zoo lang moeten wachten, hè? Arnold v. D. Moet je het nu nog eens over doen, of is het zoo ook wel voor voldoende gerekend? Hoe gaat dat eigenlijk, krijg je dan een oud pak van de zweminrichting ter leen of moet je daar zelf maar voor zorgen? 's Morgens is 'Eet, denk ik, nog wel frisschcr, 't eerste sopje. Tonia H. Je ziet, ik heb wat geplaatst, nu volgenden keer vertel je zeker weer eens wat en stuur je niet alleen de raadsels in? Waterlelie. Ik heb ze maar bij de vraag stukken gezet, als raadsel vind ik ze wel wat moeilijk. De Pleinesduif was al weggegeven, maar nu krijg je toch een paar van de gevraag de nummers. Kom je dan even op het bureau van het Dagblad, Achter Arnhemsche Poorlwal no. 2a? Jammer van het vischje, had je niet genoeg eten gegeven? Ze eten alleen brood, is 'l niet? Ja, dat is een goed idee, dat jullie een vol genden keer ook meedoet met dc opstellen prijsvraag, jullie kunt het toch immers even goed. Wat zal ik dan wat te lezen krijgen! Blondje. In de vacantie blijf jij recepten insturen? Ik reken vast op jc, hoor! 't Ziet er zoo smakelijk uit, ik wou dat ik het zelf kon maken. Die ponnybaan is erg aardig, dat vond ik wel het leukste, wat er is. rt is geen ouder- wetsche kermis, er zijn maar zoo weinig groote tenten. Maar 't is toch wel een leuke bedrijvig heid. Wat is cr van jou op die tentoonstelling? Ik ben benieuwd naar je rapport, je laat het me toch vast zien! - Duifje. Jammer ja, maar jc hebt toch een goeden verjaardag gehad, merk' ik wel. Heb je zulke drukke bezigheden? Anders schrijf je al tijd zulke lange epistels. Knap, dat je het ,nog uit jc hoofd wist, alleen stonden nu de sleutel woorden er niet bij en daar konden juist dc fouten in zijn. Bill. Je had ook het kanon in raadsel II. Houd maar goeden moed, de aanhouder wint, is 't niet zoo? Ik zal een schietgebedje voor je doen, wal zal je blij zijn, als jc verhoogd wordt. Je laat het ine maar gauw hooren. J o p i e SI. Ik had net beslist en toen kwam je brief. Dus je hebt goed gezien. Ik merk wel, hoe je genoten hebt. Vind je het dan geen pret tig werk, om alles weer eens opnieuw te be leven? Maar dat je cr veel werk aan gehad hebt, geloof ik best. IV zal eens zoeken naar het kruisraadsel, ik kan me op 't oogenblik wer kelijk niet herinneren, welke het was. Als je het boek al hebt, kom je het dan even ruilen? A. P. Jij, die zoo goed weet, dat cr een be goniaperkje is in dc Joh. v. Oldenbarneveldlaan, laat eens wat meer van jc hooren, ik weet warempel niet, of jc een nieuwe nicht of neef bent. Postduif. Het spijt me, dat ik je moet te leurstellen, maar achteraf zul je me moeten toe geven, dat het vers, hoe leuk het ook is, niet geschikt is voor een Kinderrubriek. Daar moet ik ook wat opletten. Heb je het ergens gehoord of gelezen? Waar gaan jullie kampeeren? Den volgenden keer krijg ik dus drie opstellen over kamp- avonturen. Mooi zoo! Doffer. Leuk, dat je cr blij mee was. De andere duiven vinden het fijn, dat ze er van mee kunnen genieten. Op zoo'n kampeertocht is het wel te gebruiken en 't «is makkelijk mee te ne men. Dat was een aardige inzending voor proeven en kunstjes, ik denk, dat nu \yel veel het zullen doen. Annie. Dat hindert immers niet, dat je blijft zitten, als je maar weer gauw heelemaal beter wordt! Later als je groot beril, weet jc zelf niet eens meer of je zes of zeven jaar over de school gedaan hebt. Een paar van de plaatjes kan ik je geven, 't was anders een heele ver deeling, maar ik geloof, dat ik jullie nu allemaal tevreden gesteld heb. Tante Riek verwent je maar. Ze zal ook een gemakkelijk handwerkje in de krant zetten, 't Is alleen jammer, dat er nooit reekeningen bij kunnen. Fijn, dat je eens af en toe op moogt, wat zal je genieten! J o Z. Dat was zeker een grappig gezicht. Vesta heelemaal onder het cendenkroos. Een hond redt zich altijd gauw, zwemmen kunnen ze vanzelf. Ik kan me begrijpen, dat de kersen lekker waren, aten jullie óm de laatste? Ik heb nog een paar plaatjes voor je, fk zal ze Maandag klaar leggen. Het schijnt wel, dat ze tegenwoordig niets anders meer verzamelen als Pleinesplaatjes, er is zooveel vraag naar. Kerstmannetje. Jij kijkt ook wel even in het Ruilhandelhoekje? Vond je zusje het niet leuk meer of had ze er opeens genoeg van. Ik heb wel niet te klagen over het aantal inzen- ders(sters), maar vind het toch jammer, als ik van de oudjes kwijt raak. Maar jij bent geluk kig toch een plaatsvervanger. Jan R. Nee, 't was niet om te ruilen, Je moogt deze wel hebben, ik verzamel ze niet. Dus jij gaai ook naar Arnhem, fijn, dat boot tochtje, als liet dan een mooie dag is. Ben je al wel eens in A. geweest? Jij bent de eenige, die over de fout schrijft, ik ontdekte het pas te laat en dacht, dat mis schien niemand liet zou merken, maar toch een. M'n compliment, 't bewijst, dat je oplet, bij wat jc leest. Poesje. Wel gefeliciteerd met dit voorloo- pig succes; als de krant komt, hebben jullie zeker den uitslag al en begint de vacantie. Veel pleizier op reis. Jc gaat zeker in de vacantie moed verzamelen om te springen, niet? Ik had nog een recept, zoo houden we die rubriek ook nog gevuld. Waarom mag het raadsel niet bij de vraag stukken? Ik durf het niet bij de raadsels te zet ten, dan klagen ze weer, dat het veel te moei lijk is. Voetbal. Jc ziet, dat het niet bij de eerste vier behoorde, ik hoop toch, dat 't jc niet ont moedigt en je volgenden keer weer meedoet: ik denk na de vacantie een prijsvraag te hou den voor opstellen van allemaal, jongens cn meisjes, want dc laatsten waren jaloersch. Je raadsel komt volgende week, het zit al in de enveloppe ervoor. Gerard L. Kom jij ook even wat postzegels halen, jij stond met Spinnetje bovenaan op dc lijst. Henk U. Zie hierboven. Twee Muizenmoedertjcs door C. H. Zoo, Mietje Spits, hoe gaat hot jc Wat zit je druk te breien I Tc Zei juist vanmorgen tot mijn man Tc Zag Mietje in geen tijen I Ja, Piepsjc Vaal, je hebt gelijk, fJc weet'k mook graag een piantj» Maar altijd is er writ te doen Een vlek, ccn scheur, een gaatje. 't Is nu te koud, maar wordt het zacht, Dan zeg ik Ijpve kind'ren, Je moogt op blootc voctjós gaan Dat zal je heusch niet hind'ren. i— Och Mietje, 't is zelfs heel gezond, Te gaan op blooto voetjes, De kinders tripp'len eens zoo vlug En zetten blije snoetjes. Ik brei ook sokken voor mijn man, Grijs kan geen kou verdragen En moet toch daag'lijks cr op uit Door wind cn regenvlagen. Maar 'k hoorde laatst, 't is wcrklijk waar, 't Wordt mode in Muizcnlandje Te dragen enkel een hansop, r— Die dicht gaat met een bandje. Ja, 'k hoorde zelfs, dot Kees cn Dick, De menschcnkind'ren, weet je, Jaloersch op onze mode zijn En waarlijk geen klein beetje I —t Ruilliandelhoekje. Er is zooveel vraag voor de Pleinesplaatjes, dat ik het wat móet verdeelen. Driehoek krijgt de Pleinesduif. Henk cn Klasien een paar plaatjes, die ik nog er bij kreeg. Verder kunnen plaatjes komen halen: Water lelie, Jan Ritsma, Kerstmannetje cn Jo Zoethout. Jammer, dat ik maar zoo weinig liadL 't Is nu weinig, maar uit een goed hart. - Aloppenhoekje. Een roycJe Oom. Neef: Oom, ik droomde, dat u me een rijks daalder gaf. Oom: Nu, je mag hen^ houden, hoor." (Ingez. door Doffer.) Grappig antwoord (echt gebeurd). De heele familie was aan den disch gezeten, toen Moeder tegen Stientje zei, dat ze haar beentjes op den rand van haar bordje moest leggen. En toen vroeg Stientje: Met m'n schoentjes aan, Moe? (Ingez. door Sportsman). Kareltjc: Mammie, wasch toch niet icderen dag m'n hals. Hij is toch al zoo dun. Een goede uitvlucht. Een boer vindt in één van zijn appefboomen een landlooper zitten. „Wat doe je daar in dien boom?" „Neem me niet kwalijk, mijnheer, maar ik ben uit een vliegmachine gevallen". .(Ingez. door Poesje).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 7