23e J.,,»."9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" im
vierde BLAB.
BINNENLAND.
PERSOVERZICHT.
H^T MILITAIRE VRAAGSTUK.
Men wil een basis vinden breed
genoeg, om naast de drie groe
pen van rechts óók elementen
van links op te nemen.
De beide militaire begrootingen zijn afgehan
deld en aangenomen, aldus schrijft de Stan
daard.
Niet zonder den jaarlijkschcn strijd die er in
Nederland mee verbonden is. Kon de Morinc-
begrooting, na een kleine wijziging ondergaan
te hebben, nog de stemmen van den Vrijheids
bond verwerven. Oorlog moest het zonder deze
doen en zag de begrooting aangenomen met
alleen de rechtsche stemmen voor.
Het is een merkwaardig Nederlandsch ver
schijnsel, dat een onderwerp van Staatszorg ols
de defensie nationaal vraagstuk bij uitne
mendheid bijna steeds zich als een bij uit
stek politiek vraagstuk aftcekentdat de
rcchtsche groepen de landsverdediging naar be-
hooren verzorgen willen, terwijl de linksche
bijna geregeld tegenstanders der actucele voor
stellen zijn. Hoewol men toch geenszins zeg
gen kan, dat allen ter linkerzijde ongevoelig zijn
voor dc beteekenis van de nationale verdediging.
Zoodanigen zijn er daar wel.
Ze kwamen nog ann het wcoid in het
Voorloopig Verslag der Eerste Kamer om
trent de algemeene beschouwingen over de
Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1024.
Er waren toch leden dier Kamer, die meen
den dot onverwijld opgehouden moest wor
den met tc denken aan defensie en aanvaard
moest worden het denkbeeld, dat in geval
van oorlog ons land zou worden bezet.
Wie deze ontslcriters der poorten zijn, is
bij het mondeling debat in de Eerste Komer
voldoende gebleken, maar niet allen ter lin
kerzijde zijn zoo. De grondslag voor ons
huidig leger is gelegd door een liberaal
Ministerie. De Ministers Eland en Kool
zagen hun naam verbonden ann de eerste
militiewet uit den modernen tijd. Dat hunne
geestverwanten uit onzen tijd zóó ver van
hunne denkbeelden zouden afwijken, als
soms wel het geval schijnt, kan toch moei
lijk ols feit aanvaard.
Het moet o.i. dan ook mogelijk zijn voor
de defensie een basis tc vinden, die breed
genoeg is om, naast de drie groepen van
rechts, ook elementen van links' op te
nemen.
We voelen wel, dat het Tiict makkelijk zal
gean, maar het moet toch beproefd.
In het belang der landsverdediging zelf.
Immers een toestand als thans bestaat, biedt
nfet den minsten waarborg voor een blij
vende behartiging van hetgeen voor de
defensie noodig is.
Men dreaie zichzelf tooh' geen rad voor
de oogen. Onze tijd vordert op elk terrein
van den Staatsdienst versobering. Hoogst
onaangename maatregelen moeten getroffen
worden. Salarissen worden verlaagdop
het onderwijs wordt bezuinigd verschillen
de nuttige diensten worden ingekrompen.
Dat alles moet gebeuren. En al zijn nu de
middelen tot zelf-handhaving van den Staat
van nog hoogere orde gelijk brood om
in het leven te blijven van meer beteekenis
is dan onderwijs mcnschen blijven men-
schen 1 En afgevaardigden ter Statcn-
Generaal zijn ook maar gewone menschcn,
behept met menschelijke zwakheden, die
soms wonderwel gelijken op de zwakheden
hunner kiezers.
Het onvermijdelijke gevolg daarvan is dan
ook, dat de militaire uitgaven in de bezuini
gingen van dezen tijd deelen. Of het kan
of niet kon of de grens der militaire vei
ligheid wellicht overschreden wordt, of
daardoor ons zelfstandig volksbestaan ge
vaar looptdat alles wordt tot bijvraag.
Hoofdzaak is, dat geen enkele bezuiniging
doorvoerbaar is, indien de militaire uitgaven
niet meedoen.
Nu is daar op zichzelf niets tegen.
Integendeel, ook wij zijn van oordeel, dat
ons budget op den duur alleen sluitend tc
houden is, indien ook dc militaire uitgaven
flink omlaag gaan.
Maar hoe nu die twee te verzoenen? Hoe
nu die uitgaven omlaag te brengen, flink
omlaag te brengen en tegelijk de noodige
weerkracht te behouden
We verliezen daarbij niet uit het oog, dat
minister Van Dijk op het stuk der bezuiniging
meer deed dan één zijner ambtgenooten. Zijn
departement is het eenige waarbij het eindcijfer
de indexcijfers in aanmerking genomen
lager is dan dat van vóór den oorlog.
De vraag is hier dan ook niet of er genoeg
bezuinigd is, maar of er in het huidige stelsel
reeds niet te veel bezuinigd is.
Maar als er dan misschien reeds te veel be
zuinigd is,' hoe zal het dan mogelijk zijn om
nog meer te bezuinigen? zoo vraagt allicht een
nuchter lezer.
En hij heeft recht, die vraag te stellen. Ook
moet ze beantwoord worden.
Want twee dingen staan vast.
De defensie moet gebracht worden buiten
de sfeer der jaarlijksche beknibbeling en
dit kai_ alleen door het eindcijfer flink om
laag te brengen; en tevens moet worden
gewaarborgd dat we een bruikbaar instru
ment krijgen voor de handhaving onzer
nationale zelfstandigheid. Zoowel het een
als het ander.
De klip, die we bij de oplossing van dit
vraagstuk te vermijden hebben, is deze, dat
we niet moeten willen streven naar 100
pCt zekerheid. Die is door menschen niet
te geven. Het jagen ernaar is pure Don
Quichotterie. Zelfs Duitschlond, met het
best ingerichte leger ter wereld, had ten
slotte die zekerheid niet. Een klein land,
dat er nöai jagen zou, zou daardoor zelfs
blijk geven, dot het niet geschikt was om
op eigen bcener. te staan.
Wat vóór alles noodig is? Een scherpe
begrenzing var. hei doel; een nauwkeuri
gs omschrijving van de taak die aan de
weermacht moet worden opgedragen.
Naar boven is die taak onbegrensd, kan
dc weermacht nooit sterk genoeg zijn.
dien kant moet men dan ook niet uitkij
ken.
Niet naar het maximum moet gevraagd,
maar naar het minimum.
En dat minimum in de doelstelling is
wèl aan te geven.
Als zelfstandige Staat levend en in ver
keer staand met andere Staten, hebben we
tot taak de plichten te vervullen die op
ieder zelfstandig lid der groote volkeren-
familie rusten. Wie dc rechten wil doen
gelden, die aan die zelfstandgheid verbon
den zijn, kan de plichten, die er uit voort
vloeien, niet verwaorloozen. Zou hij dit
wèl doen, dan ondergraaft 'hij zelf den
rechtsgrond voor zijn zelfstandig bestaan.
Dan roept hij de curatcele van anderen in.
Dan wordt zulk een Staat zelfs een gevaar
voor zijn omgeving; zijn werkloosheid
wordt een zwakke stee in het Staten
systeem, die de bron wordt van oorlogsge
vaar.
Het minimum dat van een zelfstandigen
Staat gevorderd kan worden, is dan ook
hiermee aangeduid, dot hij, ingeval van
nood, zijn ncutroliteitsplichten zal kunnen
nakomen, dat hij die daadwerkelijkheid zal
kunnen handhaven.
Dit bcteekent niet, dat hij in stoat moet
zijn eiken vijond buiten de grenzen te kun
nen houden, hoe sterk die ook moge zijn,
maar het beteekent wel, dat hij niet met
een schijnvei tooning kan volstaan. De
macht die hij daarvoor kan aanwenden
moet reëel zijn.
Intusschcn is ook hiermee geenszins het
laatste woord gezegd. Want die realiteit is niet
voor elk land in eenzelfde cijfer uit tc drukken.
Zij houdt verbond met de ligging van den Staat;
met de bcvolkingsstcrkte ook. De zaak ligt voor
Noorwegen anders don voor Nederland, en Ar
gentinië kon men niet op één lijn stellen met
Polen, noch ook Zwitserland met Denemarken.
Voor ieder land is het aspect anders. Wat an
deren doen, kon voor ons niet beslissend zijn.
Wij hebben dc zaak te beoordeelen in verband
met omstandigheden die ons roken of raken
kunnen.
TARIEF-TECHNIEK.
De enumeroliemcthodcs.
Het is begrijpelijk dat tol van bladen zich
nog dagelijks bezighouden met het ontwerp-
Tariefwijziging. In een beschouwing van de Tele
graaf daarover lezen wij o. m.:
De gebreken van de tegenwoordige tarief wet
zijn bij een ieder in confesso. Sinds meer dan
vijf en twintig jaren is er van alle zijden op
een technische herziening aangedrongen, hoe
eerder hoe liever. Handel en nijverheid hebben
er het grootste belang bij, dat alle onzeker
heden en aanleiding tot geschillen, die uit de
gebrekkige techniek van het geldende tarief
voortkomen, worden opgeruimd.
Wie zich daartoe zet, kan twee wegen
inslaan. Hij kan, met behoud van het stel-
.sel van de oude wet, trachten door parti-
ccle wijzigingen willekeurigheden cn onze
kerheden weg te nemen. Zoo deed Pierson.
Hij kan ook meenen, dat dc fouten aan het
geldend stelsel inhaerent zijn, en dus tot
het ontwerpen van een principieel ander
stelsel overgaan. Daaraan werd door Harte
en Kolkman en in nog sterker mate door
het nieuwe ontwerp de voorkeur gegeven.
De laatste weg is er een, die zeer vele
zwarigheden met zich brengt. Immers kon
hij, die zich tevreden stelt met partieele
wijzigingen, volstaan met de opsporing,
analyse en wegneming van bestaande fou
ten. Wie een nieuw stelsel wil aanvaarden,
moet tevens rekening houden met cven-
tueele nieuwe bronnen van geschillen, die
daarin verscholen kunnen 'zijn. Slechts ols
men kan bewijzen, dot deze niet bestaan of
vermeden zijn en men bovendien aantoont,
dat dc verkregen verbeteringen met behoud
van het oude stelsel onmogelijk warep, is
men verantwoord een dergelijk nieuw stel
sel in de proclijk te brengen, met alle aan
vankelijke inconvenienten die daaraan voor
toepassing cn belanghebbenden verbonden
zijn.
Het wil ons voorkomen, dat met dit alles
niet voldoende rekening is gehouden door
de samenstellers van het nu aangeboden
ontwerp.
Naast de zeker gelukkige, maar slechts
in schijn principieele en ingrijpende wijzi
ging ,die bovendien evengoed met behoud
van het bestaande stelsel tot stand kon
worden gebracht, waardoor da zeer zeld
zame gevallen van belasting met 8 ver
vallen en het tarief uniform wordt, mee
nen toch de ontwerpers in hun ontwerp
het stelsel van de algemeene formule te
moeten en te hebben vervangen door een
stelsel van enumeratie. In de bestaande
tariefwet worden in het algemeen de arti
kelen groepsgewijze belast (b.v. aardewerk,
houtwerk, enz.), terwijl dan van iedere
groep cenige artikelen met name worden
genoemd en nrt. 2 der wet bepaalt, dat an
dere dan .de genoemde artikelen slechts dan
zullen worden belast, wonneer zij naar hun
aard of bestemming onder één der wel ge
noemde goederensoorten kunnen worden
gerangschikt. Het spreekt vanzelf, dat zich
bij de assimilatie van niet met name ge
noemde artikelen onder de wel genoemde
zeer veel geschillen zullen voordoen, vooral
ook door de onbeholpen wijze waarop ver
schillende groepen van goederen zijn ge
vormd, omschreven cn gerangschikt.
„Om aan evengenoemd bezwaar te ont
komen bestaat slechts één middel, namelijk
met die techniek te breken, en zooals thans
in het ontwerp is geschied, de artikelen,
welke voor een invoerrecht in aanmerking
komen, met name in het tarief tc noemen",
zoo heet het in de Memorie van Toelich
ting. Maar dat de ontwerpers ook maar
eenige aandacht hebben besteed aan de ge
varen, die aan de door hen gevolgde op
sommingsmethode zijn verbonden, blijkt
nergens in dit gebrekkige cn onsamenhan
gende document.
Toch zijn die gevaren er in overvloed en was
het voor de samenstellers heel gemakkelijk ge
weest ze te ontdekken. Een critische beschou
wing van hun eigen geestesproduct was daar
voor voldoende.
Vooreerst is een volledige opsomming
van alle artikelen, die op het oogenblik
van het tot stand komen eener tariefwet
bestaan cn ingevoerd kunnen worden, vol
gens de samenstellers zelf, waar dat In
hun kraam te pas kwam, een cindcloo-
z e reeks genoemd, te eencnmale onmoge
lijk. Ook dc commissie, die, zoonis reeds
eerder werd opgemerkt, ccn schier onge
looflijke virtuositeit in het verzamelen van
allerlei goederennamen aan den dag log
de, cn allerlei dingen waarvan een normaal
mensch nooit hoorde als skootamota's,
zooldoornaoimachincs, zakunsters en Offen-
bachcr hoedversicring cnumcrecrde, heeft
wel andere, zelfs minder onmogelijke ïaken
vergeten, die dus in een consequent cnu-
meroticstelsel niet belast zouden zijn.
Maar gesteld zelfs, dat op dit oogenblik
de samengestelde lijst volledig was, dan zou
zij dat toch over eenige weken niet meer
zijn, want schier dagelijks worden tegen
woordig nieuwe artikelen uitgevonden en
gefabriceerd. Wot men nu ook van dc oude
wet moge zeggen, het kan niet ontkcncT
worden, dat het haar groote en grootste
verdienste was, dat zij soepel genoeg bleek
om in hnor toepassing in een tijd van zoo
groote cn snelle industrieelc ontwikkeling
ols waarvoor zij gold, bij de nieuwe om
standigheden te worden aangepast. Blijft
daarentegen die ontwikkeling voortgaan, dan
is een tariefwet samengesteld volgens dc
enumcrötic-meihode niet over 00 of 70.
maar binnen vijf jaren tot volslagen on
bruikbaarheid toe verouderd, waar alle
nieuwe producten in dat systeem onbelast
kunnen binnenkomen.
Hoewel daarvan niets met zooveel woorden
vermeld wordt, hebben dc somcnstcllers van
het ontwerp met een cn onder althans ecnigs-
zins rekening gehouden. Wellicht ondanks zich
zelf. Er is ten minste in hun tarief vrijwel geen
post waarin men niet na een lange opsomming
van alle mogelijke en onmogelijke goederen
vindt toegevoegd ,.cn andere dergelijke arti
kelen." Moor wat blijft er dan over van een
enumcretiestelscl De moeilijkheden van assi
milatie worden hier zelfs in verscherpten-vorm
weer binnengevoerd, terwijl- de rigiditeit der
enumeratie, de oorzaak voor snelle veroude
ring, vrijwel onverzwakt blijft bestaan. Door
deze concessies naar het oude stelsel ontstaat
een .mengvorm, die bchepf is met alle gebreken
van de geldende wet en van de enumeratie
beide.
DE OPBRENGST DER RIJKS
MIDDELEN.
Eenige opmerkingen naar
aanleiding van de opbrengst
over dc maand Juni.
De Nieuwe Rott. Courant bespreekt dc op
brengst der Rijksmiddelen over Juni.
In Juni heeft dc schatkist uit haar gewone
bronnen van inkomsten 34.5 millioen ontvan
gen, tegen bijna 40 millioen in Mei j.l cn
35.7 millioen verleden jan). ,Met verschil te
genover Mei is inderdaad zeer grootook in
dc twee voorafgaande jaren derd zich echter
dit verschijnsel voor. Dit keer is de oorzaok
er van in nog sterkere mate dan verleden jaar
te zoeken in de zooveel kleinere ontvangsten
uit de inkomstenbelasting, die nu 7}< millioen
opbracht, tegen de verrassend hooge bate van
ƒ12.8 millioen in Mei j.l. Het nadcelige ver
schil tegenover Juni 1923, ten beloope van
1,165,000, baart weinig verwondering meer
na de gestadige daling, die dc schatkist-ont
vangsten nu al zooveel maanden achtereen (se
dert Februari 1923) in vergelijking met "het
jaar tevoren te zien geven De grootste ver
schillen vindt men ook nu weer bij de inkom
stenbelasting cn bij den jcneveraccijns; in het
eerste geval bedroeg dc doling 797,000, in
het tweede ƒ716.000.
Een aanwijzing voor het nog %teeds
voortduren van de oeconomische depres
sie vindt men ook in de vredere daling
van dc-n waarborg, ten beloope van
25,000, waardoor de opbrengst van dit
in de tijden van schijnwelvaart zoo ruim
vloeiende middel nu tot onder de 53.000
is geslonken, een bedrag, dat lager is don
sedert 1917 is voorgekomen, niettegen
staande sindsdien dc beffing verdubbeld is.
In April j.l. werd nog 86,000, in No
vember j.l. ongeveer 101,000 ontvangen,
wat trouwens, dc bovenbedoelde verdubbe
ling in aanrherking genomen, tegenover dc
ontvangsten van enkele jaren geleden,
welke zich om ongeveer dezelfde bedragen
bewogen, toch als zeer teleurstellende re
sultaten beteckcnden.
Behalve deze en andere verminderingen,
die niet tot bijzondere opmerkingen aan
leiding geven, waren er echter in Juni ook
nog enkele stijgingen te boeken. De voor
naamste ervan vindt men echter bij de wis
selvallige successierechten cn wel tot een
bedrag van bijna 4 ton, wat niet verhin
dert, dat dit middel in de eerste zes maan
den toch nog 3J« ton beneden de op
brengst van verleden jaar is gebleven. Ver
der leverde het personeel in Juni 354 ton
meer op en sedert het begin des jaors 7 Y\
ton meer. Dan zijn nog te noemen ver
meerderingen van 93,000 bij de registra
tierechten, 82,000 bij den wijnaccijns,
die nog altijd min of meer den invloed van
valutakoopjes schijnt te ondervinden, von
129,000. bij de tabaksbelasting en ein
delijk van f 162,600 bij den bieraccijns, die
met een totaal van 660,000 welhaast het
dubbele gaf van een maand geleden cn
nu allengs den invloed blijkt te weerspie
gelen van dc in Mei ingevoerde verhoo-
8,nf>«
In het eerste halfjaar zijn dc ontvangsten
uit de gewone bronnen der schatkist nu
reeds f O-A millioen bij die van verleden
jaar ten achter geraakt, nadat er toen een
achterstond van ruim W, millioen tegen
over het jaar tevoren viel te boeken. De
oorsprong van het wel zeer aanzienlijke
nadcelige verschil is in hoofdzaak te zoe
ken bij de inkomstenbelasting, die thans
voor de verschillende dienstjaren slech's
55.9 millioen opleverde, tegen ruim f 63
millioen in het eerste semester van 1923,
mitsdien een nsdeelig verschil var\ ruim
7.T millioen. Verder wes er don, schoon
alecKts ten deels wegens de reeds bo\en
aangegeven oorzaak men denke aan het
extraatje van do Koninklijke Petroleum Mij.
in Februari 1923 een doling van 3k*
miliiocn bij de dividend- en tantiëmebelas-
ting, terwijl dc suikcroccijns 2:1 millioen
en dc jeneveraccijns 1.9 millioen bij ver
loden jaar ten ^.hter bleven cn de ge
slachtaccijns, b:) het toenemend gebruik
van buitenlandsch vleesch (waarvoor geen
accijns, wel invoerrecht verschuldigd is),
565,000, dc tabaksbelasting 452,000
minder opbrachten.
Een nadeelig verschil van 374,000 is cr
bij de dividend- cn tantièmcbclnsting, die in
de diic voorafgaande maanden niet onbevredi
gende baten had opgeleverd, maar nu toch
weer in sterke mate den invloed vcTtoont van
de schrale bedrijfsuitkomstcn, welke er in het
zakenleven ten vorigen jarc zijn verkregen. Dat
het ook nu op handelsgebied nog alles behalve
rooskleurig is, moge blijken uit dc opbrengst
der invoerrechten, die, ondanks de verhooging,
die er onlangs voor de rechten op thee plaats
vond, in Juni 189,000 bij verledenjaar ter.
achter zijn gebleven, schoon toen dc stagnatie,
uit de Roerbezetting voortvloeiende, nog altijd
als een belangrijke factor voor.de destijds reeds
sterk verlaagde opbrengsten uit dit middel werd
aangemerkt. Tegelijkertijd valt echter te wijzen
op cenigcn vooruitgang 37,000) bij do
loodsgelden, die nochtans oanmerkelijk minder
opbrachten dan in de drie voorafgaande maan
den, terwijl het statistickrecht 16,000 meer
afwierp, maar niettemin lager in opbrengst was
dan sedert Juli 1923 is voorgekomen. Verder
was er bij de zegelrechten een doling van
106,700 (co. 7 A pet), hoewel er bij de beurs-
bclasting, wegens iets grooterc levendigheid in
den effectenhandel, een kleine stijging viel waar
te nemen. Bij de nog steeds aanhoudende giro-
stagnatie is de op lang peil blijvende zegelbe-
lasling wel een opmerkelijk verschijnsel.
HET FASCISME.
De gewcldsgodachto is met het
fascisme samen gowcvcn.
Mr. Dr. A. A. van Rliijn behandelt in (le
Nederlander het fascisme, waaraan sommi
gen „wel zoo'n beetje" willen meedoen. Wie
het met „een beetje" fascisme wil probee-
ren, geeft volgens hem een hoogst ge\aarlijk
advies.
Dit blijkt wel wanneer men nader
kennis neemt \an datgene, wat het
fascisme cn zijn stichter Mussolini
beoogen. Het is niet moeilijk om daar
over het noodige materiaal to vinden.
Behalve onze Nederlandschc couran
ten brengen ook buitenlandschc tijd
schriften keer op keer artikelen over
den gang van zaken in Italic. Dc lite
ratuur is overstelpend groot Het vo
rige jaar bracht bijna iedere maand
een nieuw boek over het fascisme. Do
redevoeringen van Mussolini b.v. zijn
verzameld cn ~ia rlo Engelschc taal
uitgegeven, waardoor men zich van
zijn staatsbeschouwing een zeer goed
denkbeeld kan vormen.
Wie alles wat fiij over Mussolini cn
het fascisme leest, rustig op zich laat
inwerken, ontkomt niet aan de ge
dachte, dat geweldspolitiek hier op
den voorgrond staat.
ICvenals in Rusland is ook de hui
dige politiek van Italië die van de dic
tatuur. Lenin cn Mussolini willen hei
den een dictatoriale maatschappij. Bij
alle overeenkomsten is er op andere
punten evenwel weer diepgaand ver
schil. Het is thans niet dc plaats om
hierop uitvoerig in tc gaan, rnaar op
enkele zeer naar voren springende ge
schillen mag toch wel even worden
gewezen. En dan zien wij dat in Mos
kou heerscht dc dictatuur van het
proletariaat cn wel ten behoeve
van dat proletariaat. In Bomc daaren
tegen is niet het proletariaat de haas,
maar één man, die als dc vijand van
het proletariaat wordt beschouwd.
In Moskou wordt met alle. ten dien
ste staande middelen naar de uitroei
ing der religie gestreefd; de Grieksch-
Katholiekc kerk staat evenals andere
kerken aan de gruwelijkste vervolgin
gen bloot. In Bomc evenwel tracht
Mussolini door een utilistische poli
tiek zich den steun van het Vaticaan
te verzekeren.
De Rcgcering in Moskou zoekt in
ternationale aansluiting door dc ver
broedering van het proletariaat over
dc gchcclc wereld. De huidige regec-
ring in Rome daarentegen voert een
op dc spits gedreven nationalistische
politiek, welke de grootheid van Italië
desnoods door de macht der wapenen
wil veroveren.
De gcweldsgedachte is met het fascisme
samen geweven, zoo vervolgt dc schrijver.
Aan do levensbeschouwing van Mussolini
ligt geen ethische gedachte ten grondslag.
De fascisten bekommeren zich niet om ze
delijke levensbeginselen van waaruit de.
maatschappij moet worden opgebouwd. Zij
zijn alleen mannen van dc daad. Een typee
rend staaltje daarvan vindt men in de me-
dcdcelingen, welke over den redactiestaf van
de „Popola d'Ifalia, het lijfblad van Musso
lini, worden gedaan.
Zonder te willen beweren dat het
bezit van boeken een noodzakelijkheid
is voor het verspreiden van geestelijk
bezit, mag men toch aannemen, dat
iedere figuur, welke zich een levens
beschouwing wil veroveren, kennis
neemt van hetgeen anderen vóór hem,
over de vraagstukken van staat en
recht hebben gedacht. Niet alzoo de
redactie van Mussolini's courant. Als
kenmerkende medcdeeling wordt ver
teld dat geen van hen cr een biblio
theek op na houdt. En Domcnico Rus-
so vertelt in zijn „Mussolini et le fas
cisme", dat de redacteurskamer van
Mussolini zelf meer had van het ver
blijf van ccn rooverhoofdman, dan
van dat van ccn journalist Aan den
wand hing een vaandel met een dolk,
cn ccn doodskop, cn op dc tafel cn dc
stoelen lagen tusschen de manusrr.p-
ton revolvers, messen en kogels. Een
dergelijke medcdeeling geeft een toe
kening van dc mentaliteit, welke het
fascisme wekt.
Trouwens, het is bekend, dat Mus
solini zeer sterk is aangegrepen door
het bekende bock van George Sorel,
Réflcxiops sur la violence, waarvan
in 1921 tc Tarijs ccn vijfde druk is
verschenen. Mussolini, die oorspron
kelijk socialist was, stelde réeds in
dien tijd Sorel boven Marx. Sorel is
dc groote propagandist van het syndi
calisme. Hij verdedigt, met verwer
ping der democratische staatsinstol-
iingen, don gcwclddadïgcn opstand
van het proletariaat tegen de „heer-
schcnde klasse". Nu is het merkwaar
dige dat Mussolini van Sorel heeft
overgenomen dc verheerlijking van do
macht, maar dan van de macht van
den allcenhecrschcr en niet
die van het proletariaat.
Het orgaan van Mussolini, de „Rn-
polo d'Italia" schreef vlok voor tie
verkiezingen: „Het is waar, het fas
cisme heeft zich met geweld meester
gemankt van de rcgecring cn zal haai
slechts aan ccn ander met geweld
overlaten." Ziehier de samenvatting
der machtspolitiek, welke niet do min
ste rekening houdt met de zedelijke
grondslagen, waarop staat en maat
schappij moeten rusten.
Ken partij, welke van dergelijke op
vattingen uitgaat, moet zich niet ver
wonderen, wanneer do aanhangers de
practischo consequentio trekken van
do beginselen, welke hun zijn voorge
houden. Vandaar dan ook dat dc fas
eisten vakvoreenigingsgebouwen ver
woestten, dagbladdrukkcrijcn onbruik
baar maakten, hoogléerarcn mishan-
helden, wanneer het er om ging den
tegenstander onschadelijk te maken.
Bij de laatste verkiezingen in 1923 is
het op soortgelijke wijze toe gegaan.
De intimidatie was van dien aard, dat
indn zich nog verwonderen moot, dat
op de nict-faseistischc lijsten nog zoo
veel stemmen werden uitgebracht.
Men ging zelfs zoover, dat het Vati
caan een scherp protest moest doen
hooren tot do regeering wegens de ge
welddadige behandeling door do fas
cisten van priesters en R.-K. leeken,
in de districten waar de rcgecrings
lijst geen voldoende aantal stemmen
kreeg.
Natuurlijk zqu hot onbillijk zijn te bewe
ren, dat het Mussolini zelf is, welke actief
in al deze daden dc hand heeft gehad. Maar
aan de verantwoordelijkheid kan Mussolini
zich zeker niet onttrekken, waar het gebeur
de ongetwijfeld een rcchtstroeksch gevolg is
van het levensbeginsel, dat hij het volk heeft
ingedragen.
Wie wind zaait, zal stoort -oogsten.
De regeerder, die als Mussolini verklaart,
dat het volk moet worden geregeerd met
ccn gepantserden vuist, moet aanvaarden,
dat door zijn volgelingen ook volgens die
vuistpolitick wordt gehandeld.
BEZWAREN TEGEN DE TARIEFWET.
Van dc zijde der uitgevers.
De Nederlandschc Uitgeversbond gevestigd
te Amsterdam heeft inzake de Tariefwet een
odres aan dc regeering gezonden waarin o.m.
gezegd wordt
dut zij hebben kennis genomen van hot
den II Juni 1924 aan' de Tweede Komer
der Staten-Gcneiaal ter overweging aange
boden Ontwerp von Wet tot vaststelling van
•ene nieuwe Tariefwet
dnt zij met groote instemming uil de Me
morie van toelichting hebben vernomen,
dat het in de bedoeling ligt ook thans do
vrijstellingen voor boeken, drukwerken,
prenten, platen, land- cn zeekaarten te be
stendigen, zij het dan, dat in epooldc ge
vallen deze algemeene vrijstelling ecnigcr-
mote wordt beperkt
dot zij het niet gelukkig achten, dot be
drukte boekomslagen van de vrijstelling
worden uitgezonderd technische redenen
toch kunnen het noodzakelijk maken deze in
het buitenland te doen vervaardigen cn
op de kleurboeken, welke als cene gewilde
soort prentenboeken van veel beteekenis
zijn voor de ontwikkeling von dc jeugd, in
verband met het nonkweoken van goeden
smaak
dat zij echter bovenal wcnschcn op te ko
men tegen dc verhooging van den nlge-
meencn hcffingsvoet voor papier v a. s. van
5 op 8 percent
dat cene bescherming zij het cene niet-
rechtstreeksche in de volstrekt overbodig
mag heetcn, daar behoudens geringe uit
zondering de popierfabrieken hier te londc
niet het voor uitgevers benoodigd papier
leveren, dot dit voor het overgroote deel uit
het buitenlond wordt ontvangen
dat do verhooging heffingsvoet zwaar
gaat drukken op de kosten van vervaardi
ging van het boek, dat onder de algemeen
heerschende slapte op zeer bijzondere wijze
reeds te lijden heeft, terwijl doordoor niet
aan het algemeen verlangen naar goed-
koopc boeken zal kunnen worden voldaan
dat vooral bij groote oplagen wij den
ken hier in de eerste plaats oon boeken
voor schoolgebruik en uitgaven voor volks
ontwikkeling, welke tegen logen prijs moe
ten in den handel gebracht worden deze
verhoogde heffing een ongunstigen invloed
op den verkoopprijs en dus op den verkoop
van dergelijke uitgaven zal hebben
dat, in het algemeen, uls .gevolg van de
voorgestelde verhoogde heffing de versprei
ding van het boek in de verschillende krin
gen der samenleving eene ernstige belem
mering zal worden in den weg gelegd
Redenen waarom ondergeteekenden in
overweging geven voor papier v. a. s. de
voorgestelde heffing van 8 van de waar
de geheel te doen vervallen of althans te
bepalen op 5 zooals deze tot heden
wordt toegepast, zij het don met de beper
kingen, zooals deze in de Toelichting en in
het Tarief worden omschreven.