23e J.,,»."9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" im vierde BLAB. BINNENLAND. PERSOVERZICHT. H^T MILITAIRE VRAAGSTUK. Men wil een basis vinden breed genoeg, om naast de drie groe pen van rechts óók elementen van links op te nemen. De beide militaire begrootingen zijn afgehan deld en aangenomen, aldus schrijft de Stan daard. Niet zonder den jaarlijkschcn strijd die er in Nederland mee verbonden is. Kon de Morinc- begrooting, na een kleine wijziging ondergaan te hebben, nog de stemmen van den Vrijheids bond verwerven. Oorlog moest het zonder deze doen en zag de begrooting aangenomen met alleen de rechtsche stemmen voor. Het is een merkwaardig Nederlandsch ver schijnsel, dat een onderwerp van Staatszorg ols de defensie nationaal vraagstuk bij uitne mendheid bijna steeds zich als een bij uit stek politiek vraagstuk aftcekentdat de rcchtsche groepen de landsverdediging naar be- hooren verzorgen willen, terwijl de linksche bijna geregeld tegenstanders der actucele voor stellen zijn. Hoewol men toch geenszins zeg gen kan, dat allen ter linkerzijde ongevoelig zijn voor dc beteekenis van de nationale verdediging. Zoodanigen zijn er daar wel. Ze kwamen nog ann het wcoid in het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer om trent de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1024. Er waren toch leden dier Kamer, die meen den dot onverwijld opgehouden moest wor den met tc denken aan defensie en aanvaard moest worden het denkbeeld, dat in geval van oorlog ons land zou worden bezet. Wie deze ontslcriters der poorten zijn, is bij het mondeling debat in de Eerste Komer voldoende gebleken, maar niet allen ter lin kerzijde zijn zoo. De grondslag voor ons huidig leger is gelegd door een liberaal Ministerie. De Ministers Eland en Kool zagen hun naam verbonden ann de eerste militiewet uit den modernen tijd. Dat hunne geestverwanten uit onzen tijd zóó ver van hunne denkbeelden zouden afwijken, als soms wel het geval schijnt, kan toch moei lijk ols feit aanvaard. Het moet o.i. dan ook mogelijk zijn voor de defensie een basis tc vinden, die breed genoeg is om, naast de drie groepen van rechts, ook elementen van links' op te nemen. We voelen wel, dat het Tiict makkelijk zal gean, maar het moet toch beproefd. In het belang der landsverdediging zelf. Immers een toestand als thans bestaat, biedt nfet den minsten waarborg voor een blij vende behartiging van hetgeen voor de defensie noodig is. Men dreaie zichzelf tooh' geen rad voor de oogen. Onze tijd vordert op elk terrein van den Staatsdienst versobering. Hoogst onaangename maatregelen moeten getroffen worden. Salarissen worden verlaagdop het onderwijs wordt bezuinigd verschillen de nuttige diensten worden ingekrompen. Dat alles moet gebeuren. En al zijn nu de middelen tot zelf-handhaving van den Staat van nog hoogere orde gelijk brood om in het leven te blijven van meer beteekenis is dan onderwijs mcnschen blijven men- schen 1 En afgevaardigden ter Statcn- Generaal zijn ook maar gewone menschcn, behept met menschelijke zwakheden, die soms wonderwel gelijken op de zwakheden hunner kiezers. Het onvermijdelijke gevolg daarvan is dan ook, dat de militaire uitgaven in de bezuini gingen van dezen tijd deelen. Of het kan of niet kon of de grens der militaire vei ligheid wellicht overschreden wordt, of daardoor ons zelfstandig volksbestaan ge vaar looptdat alles wordt tot bijvraag. Hoofdzaak is, dat geen enkele bezuiniging doorvoerbaar is, indien de militaire uitgaven niet meedoen. Nu is daar op zichzelf niets tegen. Integendeel, ook wij zijn van oordeel, dat ons budget op den duur alleen sluitend tc houden is, indien ook dc militaire uitgaven flink omlaag gaan. Maar hoe nu die twee te verzoenen? Hoe nu die uitgaven omlaag te brengen, flink omlaag te brengen en tegelijk de noodige weerkracht te behouden We verliezen daarbij niet uit het oog, dat minister Van Dijk op het stuk der bezuiniging meer deed dan één zijner ambtgenooten. Zijn departement is het eenige waarbij het eindcijfer de indexcijfers in aanmerking genomen lager is dan dat van vóór den oorlog. De vraag is hier dan ook niet of er genoeg bezuinigd is, maar of er in het huidige stelsel reeds niet te veel bezuinigd is. Maar als er dan misschien reeds te veel be zuinigd is,' hoe zal het dan mogelijk zijn om nog meer te bezuinigen? zoo vraagt allicht een nuchter lezer. En hij heeft recht, die vraag te stellen. Ook moet ze beantwoord worden. Want twee dingen staan vast. De defensie moet gebracht worden buiten de sfeer der jaarlijksche beknibbeling en dit kai_ alleen door het eindcijfer flink om laag te brengen; en tevens moet worden gewaarborgd dat we een bruikbaar instru ment krijgen voor de handhaving onzer nationale zelfstandigheid. Zoowel het een als het ander. De klip, die we bij de oplossing van dit vraagstuk te vermijden hebben, is deze, dat we niet moeten willen streven naar 100 pCt zekerheid. Die is door menschen niet te geven. Het jagen ernaar is pure Don Quichotterie. Zelfs Duitschlond, met het best ingerichte leger ter wereld, had ten slotte die zekerheid niet. Een klein land, dat er nöai jagen zou, zou daardoor zelfs blijk geven, dot het niet geschikt was om op eigen bcener. te staan. Wat vóór alles noodig is? Een scherpe begrenzing var. hei doel; een nauwkeuri gs omschrijving van de taak die aan de weermacht moet worden opgedragen. Naar boven is die taak onbegrensd, kan dc weermacht nooit sterk genoeg zijn. dien kant moet men dan ook niet uitkij ken. Niet naar het maximum moet gevraagd, maar naar het minimum. En dat minimum in de doelstelling is wèl aan te geven. Als zelfstandige Staat levend en in ver keer staand met andere Staten, hebben we tot taak de plichten te vervullen die op ieder zelfstandig lid der groote volkeren- familie rusten. Wie dc rechten wil doen gelden, die aan die zelfstandgheid verbon den zijn, kan de plichten, die er uit voort vloeien, niet verwaorloozen. Zou hij dit wèl doen, dan ondergraaft 'hij zelf den rechtsgrond voor zijn zelfstandig bestaan. Dan roept hij de curatcele van anderen in. Dan wordt zulk een Staat zelfs een gevaar voor zijn omgeving; zijn werkloosheid wordt een zwakke stee in het Staten systeem, die de bron wordt van oorlogsge vaar. Het minimum dat van een zelfstandigen Staat gevorderd kan worden, is dan ook hiermee aangeduid, dot hij, ingeval van nood, zijn ncutroliteitsplichten zal kunnen nakomen, dat hij die daadwerkelijkheid zal kunnen handhaven. Dit bcteekent niet, dat hij in stoat moet zijn eiken vijond buiten de grenzen te kun nen houden, hoe sterk die ook moge zijn, maar het beteekent wel, dat hij niet met een schijnvei tooning kan volstaan. De macht die hij daarvoor kan aanwenden moet reëel zijn. Intusschcn is ook hiermee geenszins het laatste woord gezegd. Want die realiteit is niet voor elk land in eenzelfde cijfer uit tc drukken. Zij houdt verbond met de ligging van den Staat; met de bcvolkingsstcrkte ook. De zaak ligt voor Noorwegen anders don voor Nederland, en Ar gentinië kon men niet op één lijn stellen met Polen, noch ook Zwitserland met Denemarken. Voor ieder land is het aspect anders. Wat an deren doen, kon voor ons niet beslissend zijn. Wij hebben dc zaak te beoordeelen in verband met omstandigheden die ons roken of raken kunnen. TARIEF-TECHNIEK. De enumeroliemcthodcs. Het is begrijpelijk dat tol van bladen zich nog dagelijks bezighouden met het ontwerp- Tariefwijziging. In een beschouwing van de Tele graaf daarover lezen wij o. m.: De gebreken van de tegenwoordige tarief wet zijn bij een ieder in confesso. Sinds meer dan vijf en twintig jaren is er van alle zijden op een technische herziening aangedrongen, hoe eerder hoe liever. Handel en nijverheid hebben er het grootste belang bij, dat alle onzeker heden en aanleiding tot geschillen, die uit de gebrekkige techniek van het geldende tarief voortkomen, worden opgeruimd. Wie zich daartoe zet, kan twee wegen inslaan. Hij kan, met behoud van het stel- .sel van de oude wet, trachten door parti- ccle wijzigingen willekeurigheden cn onze kerheden weg te nemen. Zoo deed Pierson. Hij kan ook meenen, dat dc fouten aan het geldend stelsel inhaerent zijn, en dus tot het ontwerpen van een principieel ander stelsel overgaan. Daaraan werd door Harte en Kolkman en in nog sterker mate door het nieuwe ontwerp de voorkeur gegeven. De laatste weg is er een, die zeer vele zwarigheden met zich brengt. Immers kon hij, die zich tevreden stelt met partieele wijzigingen, volstaan met de opsporing, analyse en wegneming van bestaande fou ten. Wie een nieuw stelsel wil aanvaarden, moet tevens rekening houden met cven- tueele nieuwe bronnen van geschillen, die daarin verscholen kunnen 'zijn. Slechts ols men kan bewijzen, dot deze niet bestaan of vermeden zijn en men bovendien aantoont, dat dc verkregen verbeteringen met behoud van het oude stelsel onmogelijk warep, is men verantwoord een dergelijk nieuw stel sel in de proclijk te brengen, met alle aan vankelijke inconvenienten die daaraan voor toepassing cn belanghebbenden verbonden zijn. Het wil ons voorkomen, dat met dit alles niet voldoende rekening is gehouden door de samenstellers van het nu aangeboden ontwerp. Naast de zeker gelukkige, maar slechts in schijn principieele en ingrijpende wijzi ging ,die bovendien evengoed met behoud van het bestaande stelsel tot stand kon worden gebracht, waardoor da zeer zeld zame gevallen van belasting met 8 ver vallen en het tarief uniform wordt, mee nen toch de ontwerpers in hun ontwerp het stelsel van de algemeene formule te moeten en te hebben vervangen door een stelsel van enumeratie. In de bestaande tariefwet worden in het algemeen de arti kelen groepsgewijze belast (b.v. aardewerk, houtwerk, enz.), terwijl dan van iedere groep cenige artikelen met name worden genoemd en nrt. 2 der wet bepaalt, dat an dere dan .de genoemde artikelen slechts dan zullen worden belast, wonneer zij naar hun aard of bestemming onder één der wel ge noemde goederensoorten kunnen worden gerangschikt. Het spreekt vanzelf, dat zich bij de assimilatie van niet met name ge noemde artikelen onder de wel genoemde zeer veel geschillen zullen voordoen, vooral ook door de onbeholpen wijze waarop ver schillende groepen van goederen zijn ge vormd, omschreven cn gerangschikt. „Om aan evengenoemd bezwaar te ont komen bestaat slechts één middel, namelijk met die techniek te breken, en zooals thans in het ontwerp is geschied, de artikelen, welke voor een invoerrecht in aanmerking komen, met name in het tarief tc noemen", zoo heet het in de Memorie van Toelich ting. Maar dat de ontwerpers ook maar eenige aandacht hebben besteed aan de ge varen, die aan de door hen gevolgde op sommingsmethode zijn verbonden, blijkt nergens in dit gebrekkige cn onsamenhan gende document. Toch zijn die gevaren er in overvloed en was het voor de samenstellers heel gemakkelijk ge weest ze te ontdekken. Een critische beschou wing van hun eigen geestesproduct was daar voor voldoende. Vooreerst is een volledige opsomming van alle artikelen, die op het oogenblik van het tot stand komen eener tariefwet bestaan cn ingevoerd kunnen worden, vol gens de samenstellers zelf, waar dat In hun kraam te pas kwam, een cindcloo- z e reeks genoemd, te eencnmale onmoge lijk. Ook dc commissie, die, zoonis reeds eerder werd opgemerkt, ccn schier onge looflijke virtuositeit in het verzamelen van allerlei goederennamen aan den dag log de, cn allerlei dingen waarvan een normaal mensch nooit hoorde als skootamota's, zooldoornaoimachincs, zakunsters en Offen- bachcr hoedversicring cnumcrecrde, heeft wel andere, zelfs minder onmogelijke ïaken vergeten, die dus in een consequent cnu- meroticstelsel niet belast zouden zijn. Maar gesteld zelfs, dat op dit oogenblik de samengestelde lijst volledig was, dan zou zij dat toch over eenige weken niet meer zijn, want schier dagelijks worden tegen woordig nieuwe artikelen uitgevonden en gefabriceerd. Wot men nu ook van dc oude wet moge zeggen, het kan niet ontkcncT worden, dat het haar groote en grootste verdienste was, dat zij soepel genoeg bleek om in hnor toepassing in een tijd van zoo groote cn snelle industrieelc ontwikkeling ols waarvoor zij gold, bij de nieuwe om standigheden te worden aangepast. Blijft daarentegen die ontwikkeling voortgaan, dan is een tariefwet samengesteld volgens dc enumcrötic-meihode niet over 00 of 70. maar binnen vijf jaren tot volslagen on bruikbaarheid toe verouderd, waar alle nieuwe producten in dat systeem onbelast kunnen binnenkomen. Hoewel daarvan niets met zooveel woorden vermeld wordt, hebben dc somcnstcllers van het ontwerp met een cn onder althans ecnigs- zins rekening gehouden. Wellicht ondanks zich zelf. Er is ten minste in hun tarief vrijwel geen post waarin men niet na een lange opsomming van alle mogelijke en onmogelijke goederen vindt toegevoegd ,.cn andere dergelijke arti kelen." Moor wat blijft er dan over van een enumcretiestelscl De moeilijkheden van assi milatie worden hier zelfs in verscherpten-vorm weer binnengevoerd, terwijl- de rigiditeit der enumeratie, de oorzaak voor snelle veroude ring, vrijwel onverzwakt blijft bestaan. Door deze concessies naar het oude stelsel ontstaat een .mengvorm, die bchepf is met alle gebreken van de geldende wet en van de enumeratie beide. DE OPBRENGST DER RIJKS MIDDELEN. Eenige opmerkingen naar aanleiding van de opbrengst over dc maand Juni. De Nieuwe Rott. Courant bespreekt dc op brengst der Rijksmiddelen over Juni. In Juni heeft dc schatkist uit haar gewone bronnen van inkomsten 34.5 millioen ontvan gen, tegen bijna 40 millioen in Mei j.l cn 35.7 millioen verleden jan). ,Met verschil te genover Mei is inderdaad zeer grootook in dc twee voorafgaande jaren derd zich echter dit verschijnsel voor. Dit keer is de oorzaok er van in nog sterkere mate dan verleden jaar te zoeken in de zooveel kleinere ontvangsten uit de inkomstenbelasting, die nu 7}< millioen opbracht, tegen de verrassend hooge bate van ƒ12.8 millioen in Mei j.l. Het nadcelige ver schil tegenover Juni 1923, ten beloope van 1,165,000, baart weinig verwondering meer na de gestadige daling, die dc schatkist-ont vangsten nu al zooveel maanden achtereen (se dert Februari 1923) in vergelijking met "het jaar tevoren te zien geven De grootste ver schillen vindt men ook nu weer bij de inkom stenbelasting cn bij den jcneveraccijns; in het eerste geval bedroeg dc doling 797,000, in het tweede ƒ716.000. Een aanwijzing voor het nog %teeds voortduren van de oeconomische depres sie vindt men ook in de vredere daling van dc-n waarborg, ten beloope van 25,000, waardoor de opbrengst van dit in de tijden van schijnwelvaart zoo ruim vloeiende middel nu tot onder de 53.000 is geslonken, een bedrag, dat lager is don sedert 1917 is voorgekomen, niettegen staande sindsdien dc beffing verdubbeld is. In April j.l. werd nog 86,000, in No vember j.l. ongeveer 101,000 ontvangen, wat trouwens, dc bovenbedoelde verdubbe ling in aanrherking genomen, tegenover dc ontvangsten van enkele jaren geleden, welke zich om ongeveer dezelfde bedragen bewogen, toch als zeer teleurstellende re sultaten beteckcnden. Behalve deze en andere verminderingen, die niet tot bijzondere opmerkingen aan leiding geven, waren er echter in Juni ook nog enkele stijgingen te boeken. De voor naamste ervan vindt men echter bij de wis selvallige successierechten cn wel tot een bedrag van bijna 4 ton, wat niet verhin dert, dat dit middel in de eerste zes maan den toch nog 3J« ton beneden de op brengst van verleden jaar is gebleven. Ver der leverde het personeel in Juni 354 ton meer op en sedert het begin des jaors 7 Y\ ton meer. Dan zijn nog te noemen ver meerderingen van 93,000 bij de registra tierechten, 82,000 bij den wijnaccijns, die nog altijd min of meer den invloed van valutakoopjes schijnt te ondervinden, von 129,000. bij de tabaksbelasting en ein delijk van f 162,600 bij den bieraccijns, die met een totaal van 660,000 welhaast het dubbele gaf van een maand geleden cn nu allengs den invloed blijkt te weerspie gelen van dc in Mei ingevoerde verhoo- 8,nf>« In het eerste halfjaar zijn dc ontvangsten uit de gewone bronnen der schatkist nu reeds f O-A millioen bij die van verleden jaar ten achter geraakt, nadat er toen een achterstond van ruim W, millioen tegen over het jaar tevoren viel te boeken. De oorsprong van het wel zeer aanzienlijke nadcelige verschil is in hoofdzaak te zoe ken bij de inkomstenbelasting, die thans voor de verschillende dienstjaren slech's 55.9 millioen opleverde, tegen ruim f 63 millioen in het eerste semester van 1923, mitsdien een nsdeelig verschil var\ ruim 7.T millioen. Verder wes er don, schoon alecKts ten deels wegens de reeds bo\en aangegeven oorzaak men denke aan het extraatje van do Koninklijke Petroleum Mij. in Februari 1923 een doling van 3k* miliiocn bij de dividend- en tantiëmebelas- ting, terwijl dc suikcroccijns 2:1 millioen en dc jeneveraccijns 1.9 millioen bij ver loden jaar ten ^.hter bleven cn de ge slachtaccijns, b:) het toenemend gebruik van buitenlandsch vleesch (waarvoor geen accijns, wel invoerrecht verschuldigd is), 565,000, dc tabaksbelasting 452,000 minder opbrachten. Een nadeelig verschil van 374,000 is cr bij de dividend- cn tantièmcbclnsting, die in de diic voorafgaande maanden niet onbevredi gende baten had opgeleverd, maar nu toch weer in sterke mate den invloed vcTtoont van de schrale bedrijfsuitkomstcn, welke er in het zakenleven ten vorigen jarc zijn verkregen. Dat het ook nu op handelsgebied nog alles behalve rooskleurig is, moge blijken uit dc opbrengst der invoerrechten, die, ondanks de verhooging, die er onlangs voor de rechten op thee plaats vond, in Juni 189,000 bij verledenjaar ter. achter zijn gebleven, schoon toen dc stagnatie, uit de Roerbezetting voortvloeiende, nog altijd als een belangrijke factor voor.de destijds reeds sterk verlaagde opbrengsten uit dit middel werd aangemerkt. Tegelijkertijd valt echter te wijzen op cenigcn vooruitgang 37,000) bij do loodsgelden, die nochtans oanmerkelijk minder opbrachten dan in de drie voorafgaande maan den, terwijl het statistickrecht 16,000 meer afwierp, maar niettemin lager in opbrengst was dan sedert Juli 1923 is voorgekomen. Verder was er bij de zegelrechten een doling van 106,700 (co. 7 A pet), hoewel er bij de beurs- bclasting, wegens iets grooterc levendigheid in den effectenhandel, een kleine stijging viel waar te nemen. Bij de nog steeds aanhoudende giro- stagnatie is de op lang peil blijvende zegelbe- lasling wel een opmerkelijk verschijnsel. HET FASCISME. De gewcldsgodachto is met het fascisme samen gowcvcn. Mr. Dr. A. A. van Rliijn behandelt in (le Nederlander het fascisme, waaraan sommi gen „wel zoo'n beetje" willen meedoen. Wie het met „een beetje" fascisme wil probee- ren, geeft volgens hem een hoogst ge\aarlijk advies. Dit blijkt wel wanneer men nader kennis neemt \an datgene, wat het fascisme cn zijn stichter Mussolini beoogen. Het is niet moeilijk om daar over het noodige materiaal to vinden. Behalve onze Nederlandschc couran ten brengen ook buitenlandschc tijd schriften keer op keer artikelen over den gang van zaken in Italic. Dc lite ratuur is overstelpend groot Het vo rige jaar bracht bijna iedere maand een nieuw boek over het fascisme. Do redevoeringen van Mussolini b.v. zijn verzameld cn ~ia rlo Engelschc taal uitgegeven, waardoor men zich van zijn staatsbeschouwing een zeer goed denkbeeld kan vormen. Wie alles wat fiij over Mussolini cn het fascisme leest, rustig op zich laat inwerken, ontkomt niet aan de ge dachte, dat geweldspolitiek hier op den voorgrond staat. ICvenals in Rusland is ook de hui dige politiek van Italië die van de dic tatuur. Lenin cn Mussolini willen hei den een dictatoriale maatschappij. Bij alle overeenkomsten is er op andere punten evenwel weer diepgaand ver schil. Het is thans niet dc plaats om hierop uitvoerig in tc gaan, rnaar op enkele zeer naar voren springende ge schillen mag toch wel even worden gewezen. En dan zien wij dat in Mos kou heerscht dc dictatuur van het proletariaat cn wel ten behoeve van dat proletariaat. In Bomc daaren tegen is niet het proletariaat de haas, maar één man, die als dc vijand van het proletariaat wordt beschouwd. In Moskou wordt met alle. ten dien ste staande middelen naar de uitroei ing der religie gestreefd; de Grieksch- Katholiekc kerk staat evenals andere kerken aan de gruwelijkste vervolgin gen bloot. In Bomc evenwel tracht Mussolini door een utilistische poli tiek zich den steun van het Vaticaan te verzekeren. De Rcgcering in Moskou zoekt in ternationale aansluiting door dc ver broedering van het proletariaat over dc gchcclc wereld. De huidige regec- ring in Rome daarentegen voert een op dc spits gedreven nationalistische politiek, welke de grootheid van Italië desnoods door de macht der wapenen wil veroveren. De gcweldsgedachte is met het fascisme samen geweven, zoo vervolgt dc schrijver. Aan do levensbeschouwing van Mussolini ligt geen ethische gedachte ten grondslag. De fascisten bekommeren zich niet om ze delijke levensbeginselen van waaruit de. maatschappij moet worden opgebouwd. Zij zijn alleen mannen van dc daad. Een typee rend staaltje daarvan vindt men in de me- dcdcelingen, welke over den redactiestaf van de „Popola d'Ifalia, het lijfblad van Musso lini, worden gedaan. Zonder te willen beweren dat het bezit van boeken een noodzakelijkheid is voor het verspreiden van geestelijk bezit, mag men toch aannemen, dat iedere figuur, welke zich een levens beschouwing wil veroveren, kennis neemt van hetgeen anderen vóór hem, over de vraagstukken van staat en recht hebben gedacht. Niet alzoo de redactie van Mussolini's courant. Als kenmerkende medcdeeling wordt ver teld dat geen van hen cr een biblio theek op na houdt. En Domcnico Rus- so vertelt in zijn „Mussolini et le fas cisme", dat de redacteurskamer van Mussolini zelf meer had van het ver blijf van ccn rooverhoofdman, dan van dat van ccn journalist Aan den wand hing een vaandel met een dolk, cn ccn doodskop, cn op dc tafel cn dc stoelen lagen tusschen de manusrr.p- ton revolvers, messen en kogels. Een dergelijke medcdeeling geeft een toe kening van dc mentaliteit, welke het fascisme wekt. Trouwens, het is bekend, dat Mus solini zeer sterk is aangegrepen door het bekende bock van George Sorel, Réflcxiops sur la violence, waarvan in 1921 tc Tarijs ccn vijfde druk is verschenen. Mussolini, die oorspron kelijk socialist was, stelde réeds in dien tijd Sorel boven Marx. Sorel is dc groote propagandist van het syndi calisme. Hij verdedigt, met verwer ping der democratische staatsinstol- iingen, don gcwclddadïgcn opstand van het proletariaat tegen de „heer- schcnde klasse". Nu is het merkwaar dige dat Mussolini van Sorel heeft overgenomen dc verheerlijking van do macht, maar dan van de macht van den allcenhecrschcr en niet die van het proletariaat. Het orgaan van Mussolini, de „Rn- polo d'Italia" schreef vlok voor tie verkiezingen: „Het is waar, het fas cisme heeft zich met geweld meester gemankt van de rcgecring cn zal haai slechts aan ccn ander met geweld overlaten." Ziehier de samenvatting der machtspolitiek, welke niet do min ste rekening houdt met de zedelijke grondslagen, waarop staat en maat schappij moeten rusten. Ken partij, welke van dergelijke op vattingen uitgaat, moet zich niet ver wonderen, wanneer do aanhangers de practischo consequentio trekken van do beginselen, welke hun zijn voorge houden. Vandaar dan ook dat dc fas eisten vakvoreenigingsgebouwen ver woestten, dagbladdrukkcrijcn onbruik baar maakten, hoogléerarcn mishan- helden, wanneer het er om ging den tegenstander onschadelijk te maken. Bij de laatste verkiezingen in 1923 is het op soortgelijke wijze toe gegaan. De intimidatie was van dien aard, dat indn zich nog verwonderen moot, dat op de nict-faseistischc lijsten nog zoo veel stemmen werden uitgebracht. Men ging zelfs zoover, dat het Vati caan een scherp protest moest doen hooren tot do regeering wegens de ge welddadige behandeling door do fas cisten van priesters en R.-K. leeken, in de districten waar de rcgecrings lijst geen voldoende aantal stemmen kreeg. Natuurlijk zqu hot onbillijk zijn te bewe ren, dat het Mussolini zelf is, welke actief in al deze daden dc hand heeft gehad. Maar aan de verantwoordelijkheid kan Mussolini zich zeker niet onttrekken, waar het gebeur de ongetwijfeld een rcchtstroeksch gevolg is van het levensbeginsel, dat hij het volk heeft ingedragen. Wie wind zaait, zal stoort -oogsten. De regeerder, die als Mussolini verklaart, dat het volk moet worden geregeerd met ccn gepantserden vuist, moet aanvaarden, dat door zijn volgelingen ook volgens die vuistpolitick wordt gehandeld. BEZWAREN TEGEN DE TARIEFWET. Van dc zijde der uitgevers. De Nederlandschc Uitgeversbond gevestigd te Amsterdam heeft inzake de Tariefwet een odres aan dc regeering gezonden waarin o.m. gezegd wordt dut zij hebben kennis genomen van hot den II Juni 1924 aan' de Tweede Komer der Staten-Gcneiaal ter overweging aange boden Ontwerp von Wet tot vaststelling van •ene nieuwe Tariefwet dnt zij met groote instemming uil de Me morie van toelichting hebben vernomen, dat het in de bedoeling ligt ook thans do vrijstellingen voor boeken, drukwerken, prenten, platen, land- cn zeekaarten te be stendigen, zij het dan, dat in epooldc ge vallen deze algemeene vrijstelling ecnigcr- mote wordt beperkt dot zij het niet gelukkig achten, dot be drukte boekomslagen van de vrijstelling worden uitgezonderd technische redenen toch kunnen het noodzakelijk maken deze in het buitenland te doen vervaardigen cn op de kleurboeken, welke als cene gewilde soort prentenboeken van veel beteekenis zijn voor de ontwikkeling von dc jeugd, in verband met het nonkweoken van goeden smaak dat zij echter bovenal wcnschcn op te ko men tegen dc verhooging van den nlge- meencn hcffingsvoet voor papier v a. s. van 5 op 8 percent dat cene bescherming zij het cene niet- rechtstreeksche in de volstrekt overbodig mag heetcn, daar behoudens geringe uit zondering de popierfabrieken hier te londc niet het voor uitgevers benoodigd papier leveren, dot dit voor het overgroote deel uit het buitenlond wordt ontvangen dat do verhooging heffingsvoet zwaar gaat drukken op de kosten van vervaardi ging van het boek, dat onder de algemeen heerschende slapte op zeer bijzondere wijze reeds te lijden heeft, terwijl doordoor niet aan het algemeen verlangen naar goed- koopc boeken zal kunnen worden voldaan dat vooral bij groote oplagen wij den ken hier in de eerste plaats oon boeken voor schoolgebruik en uitgaven voor volks ontwikkeling, welke tegen logen prijs moe ten in den handel gebracht worden deze verhoogde heffing een ongunstigen invloed op den verkoopprijs en dus op den verkoop van dergelijke uitgaven zal hebben dat, in het algemeen, uls .gevolg van de voorgestelde verhoogde heffing de versprei ding van het boek in de verschillende krin gen der samenleving eene ernstige belem mering zal worden in den weg gelegd Redenen waarom ondergeteekenden in overweging geven voor papier v. a. s. de voorgestelde heffing van 8 van de waar de geheel te doen vervallen of althans te bepalen op 5 zooals deze tot heden wordt toegepast, zij het don met de beper kingen, zooals deze in de Toelichting en in het Tarief worden omschreven.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 11