L. E. BOSCH ZOON 1 DRUKWERKEN VOOR HANDEL EN INDUSTRIE ELECTRISCHE DRUKKERIJ I.in'nrcns. waarvan de cene blauw licht Sec t en de andere rood. 3ij zorgvuldige keuze der kleuren kan men bereiken,"dat tiet mengsel op ons oog den indruk maakt van bijna volkomen wit. Nu staat achter het doek de blauwe lan taren links en de roode rechts. Als nu een figuur dicht achter het doek staat, werpen de twee lantarens twee ietwat verschoven schaduwen van de figuur op het doek. De linksche blauwe lantaren gectt een schaduw, die iels verder naar rechts uitloopt; de roode lantaren geeft een scha duw, die naar links meer uitloopt. Waar de figuur nu het licht van beide lantarens onderschept, is de schaduw zwart. Rechts langs het zwarte deel der schaduw echter is wél het blauwe licht van de linksche lan taren onderschept, doch niet het roode; die rand rechts langs de zwarte schaduw kleurt zich daardoor rood. En omgekeerd krijgt het schaduwbeeld links een blauwen rand.' Dat is geheel als ons op wit papier ge- teekende zwarte poppetje tnet de gekleurde randen. En het effect is dan ook geheel het zelfde. Kijkende door blauw glas voor lin keroog en rood glas voor rechter, zien wc het schaduwbeeld zweven niet óp, maar vóór het doek. En nu die ontzettende, schrikverwekken de bewegingen van de voorwerpen, recht door de ijle ruimte de zaal in? Daartoe behoeven de figuren achter het doek zich slechts juist omgekeerd van het doek te verwijderen. Zij naderen tot de Jwee lantarens. De schaduwbeelden worden grooter op het doek, maar tevens worden de gekleurde randen veel breeder. Met het grooter worden der beelden wordt dus te vens (door het breeder worden der gekleur de randen) het verschilzicht voor onze van gekleurde glazen voorziene oogen grooter. Die twee effecten het grooter worden der beelden zelf én het verschilzicht wer ken volkomen natuurlijk samen om ons den stereoscopischcn indruk te geven van voor werpen. die recht op ons toekomen. Terwijl zij in werkelijkheid, achter een scherm, zich van ons verwijderen! De iilusie is zóó volkomen, dat men, zelfs precies wetende hoe het alles in zijn werk gaat, aan de zinsbegoocheling niet kan ont komen. Alleen mcnschen met maar cén oog kunnen niet bevroeden, wat al de anderen hierbij zoo opwindt! Huishoudelijk kwartet, XXV. Dc technoloog liet mij onbehoorlijk lang wachten met zijn mededcelingen voor dit ju bileumnummer. Op mijn herhaalde aansporin gen antwoordde hij, dat het vacant ie was en dal zijn technisch denkcentrum was ontwricht door luieren en zwemmen. Toen ik hem echter niet met rust Iret deed hij mij korzelig een'vei- haal over dc diverse soorten glas, waarvan ik zal trachten een arlike! te maken. „Je denkt zeker dat glas een vaste stof is", zei hij smalend, „me,ar dat is niet zoo, het is een vaste vloeistof. Wanneer glas lang aan hit te is blootgesteld, zooals lomp<eglozcri en gas branders vormen zich kristalletjes van de vaste stof glas, die echter ondoorzichtig zijn. Zooals u bekend zal zijn wordt het glas in gesmolten toestand verwerkt. Wanneer het nu lang vloeiend wordt gehouden, vormen zich deze kristal]eijes ook, met het gevolg dat het glas onbruikbaar is. Het moet dus niet al te langzaam worden afgekoeld. Wordt het daar entegen te snel afgekoeld, dan vormen zich, doordat de buitenste laag eerder afkoelt dan de meer naar binnen gelegen lagen spanningen, die bij dc minsfe evenwichtsverstoring het ma teriaal doen springen. U zult dit dikwijls heb ben opgemerkt bij goedkoop glaswerk dat niet bestond was tegen heet alwaschwatcr. Betere soorten zijn gelijkmatiger afgekoeld en vertoo- nen dus deze aanaangename eigenschap niet. Men heelt van deze spanningen wel gebruik gemaakt en door een bijzondere samenstelling van het glas en een bijzondere wijze van afkoe len ze zoo groot gemaakt, dat het z.g. onbreek bare glas ontstond. „Ha", zult u zeggen „on breekbaar glas, dat is iels voor mij." Maar dit glas hc\?lt nooit opgang gemaakt, omdat bij het minste of geringste krasje, dot aan dc oppervlakte werd gemaakt met een scherp steentje of iets dergelijks het glas in splinters viel. Dit heelt men bij i\ormaal glas niet te duchten. Wat don laatsten tijd wel opgang en bijzonder goed moet voldoen is het vuurvaste glas, h'et zoogenaamde „Pyrcx". Hiervan wor den in alle mogelijke modellen dekschaaltjes enz. gemaakt, die zonder bezwaar in een hee- ten oven kunnen worden geplaatst. Het onderscheid tusschcn gewoon venster glas en spiegelglas is het volgende gewoon glas wordt in den regel geblazen, terwijl spie gelglas wordt gegoten, gewalst en daarna ge slepen. U kunt dus constateeren of het spie gelglas, dat u hebt besteld werkelijk spiegel glas is, doordat het nooit die vervormingen te zien geelt, die men bij gewoon vensterglas al tijd aantreft. Daar de technoloog hiermee was uitgepraat over glas, verzocht ik hem nog an dere sensntioneele mcdedeelingen te doen en hij wierp zich op het onderwerp „azijn". Er \vo:dt den laatsten tijd veel gvpraat ovei wijnazijn, maar in vele gevallen waarin men een flesch „wijnazijn" Heeft gekocht, is dit een ander product, eenvoudig omdat wijnazijn voor een behoorlijken -pi ijs bijna niet te koop is. In enkele gevallen is het product bierazijn, maar ook veel houtazijn wordt op de markt gebracht, een overigens hcelemaal niet minder waardig product, maar dat het aroma van den wijnazijn een eenenmale mist. In elk geval is alle nzijnessence, zuivere houtazijn. De gele kleur die hieraan soms wordt gegeven, om den kooper in den waan te brengen, dat hij wijn azijn krijgt is afkomstig van oen kleurmiddel. Deze sterke azijn is een uitstekend oplos middel voor vele stoffen, zoodat men haar dik wijls met succes kan toepossen voor het ver wijderen van vlekken. Daar in enkele gevallen gevaar voor aantasten van dezen vezel bestaat, doet men goed na te spoelen met water. In ieder geval doet men, wanneer men de essence voor dit doel gebruikt, natuurlijk goed met kleurloozc te nemen. Ik raad een ieder aan, in overdreven ijver geen z.g. „ijsazijn", dat is ongeveer \00% azijn, bij den drogist te gaan halen, aangezien de gebruiker vrijwel raker is de huid van zijn vingers te vcrnieulen. VALL Het muisje. door ELISE WESSEL1NK-RUTGERS. Zij was altijd een bedeesd, klein meisje ge weest zij ging zoo stilletjes en rustigjes haar gang, zij maakte zoo weinig drukte bij alles, wat zij deed, dat zij door haar broertjes en zusjes „het muisjes" word genoemd. Plagend beweerden zij, dat zij even schu' was als dit schuwe diertje en bij de nadering van vreemden met een vaartje verdween, even als een muis in haar holletje. Hel klonk haar ongewoon in de ooren als iemand haar „Agnps" noemde, zooals zij toch werkelijk gedoopt was de nnnm „Muis" was haar gewoner cn ver trouwder. En toch was zij heel vroolijk van aard I Haar grijze oogen tintelden met een glans van opge wektheid en haar zacht lachje deed heel dik wijls haar klein, witte tandjes te voorschijn ko men zij was alleen maar heel rustigjes en zacht, nimmer luidruchtig of zich op den voor grond stellendeen bedeesd, klein muisje Zij had van haar kinderjaren niet anders dan goede, lieve herinneringen, onder moeders zor gen wist zij zich, onbewust, zoo veilig en wél- bewaard, vader nam haar dikwijls op zijn knie, speelde met haar en vertroetelde haar zij wist nu wel, dat zij nooit rijk geweest waren, maar toch kwam het haar voor, alsof zij in heel haar kinderlevcntje geen enkelen onvervuld gebleven wensch hed gekend. Toen zij twaalf jaar was, stierf haar vader en langzamerhand drong het tot haar door, dat moeder, hoewel zij nooit klaagde, heel zuinig moest zijn cn haar kinderen niet meer zoo ge makkelijk alls geven kon als vroeger. Lief en tevreden van aard, schikte zij zich daarin cn voorkwam met haar zocht, overre dend stemmetje meermalen gemopper van de jongens, dat moeder verdriet gedaan zou heb ben zij hielp in de huishouding zooveel zij kon cn deed op school haar best; zij werd groo ter en wijzer, maar bleef in haar maniertjes het stille, bescheiden muisje van voorheen. Sedert ocht maanden was zij nu reeds in be trekking op een kantoor, waar zij de haar op- gedingen plichtjes nauwgezet vervulde. Het was geen groot kantoor en zij was daar blij om; het scheen haar toe, dat zij nooit ge wend geraakt zou zijn aan veel drukte om haar heen, alsof zij zich temidden van een groot per soneel gevoeld zou hebben als een verlegen kind; zij koesterde een geheime bewondering voor meisjes, die overal op 'haar gemak sche nen te zijn, die met iedereen vrijmoedig praten en lachen. Zij was bijzonder ingenomen met haar betrek king, geheel alleen mankte zij het kantoorperso neel uit van den heer Hamstra cn zijn zoon, die tezamen zaken dreven en dikwijls één van beiden op reis gingen. Heel spoedig was zij op vertrouwelijke^ voet geraakt met- haar chefs, die beiden vriendelijk en welwillend voor haar waren cn hoewel er dagen verliepen, zonder dat zij andere woor den met haar wisselden, dan die betrekking had den op haar werk, heerschte er in het kleine, keurig ingerichte kantoor een stemming van ge moedelijkheid, waarin zij zich thuis voelde. Zij werkte op een schrijfmachine de haar ge dicteerde, in verkort schrift opgenomen brieven uit en stelde ze in den vereischten vorm zij hield onder leiding van haar jongsten chef de boeken bij en vervulde overigens met ijver alle opdrachtjes, haar gegeven. Als er weinig te doen was, wat een enkele maal gebeurde, maakte mijnheer Hormon, zoo als zij hem in onderscheiding van zijn vader noemde, een praatje met haar en ook vergun de mijnheer Hamstra haar dan wel eens, een uurtje vroeger naar huis te gaan. Neen, zij had geen reden, om zich te bekla gen over haar dienstbaarheid; zij was héél dankbaar, dat zij, zooals haar moeder zeide, het zoo bijzonder goed getroffen had. Op een warmen middag kwam zij, in oen luchtige blouse op een donkeicn rok, een een voudig stroohocdje op het blonde haar, na het koffiedrinken, waarvoor zij een uur vrij kreeg, terug op het kantooi. „Dag mijnheer groette zij. Er volgde geen antwoord, zoodat zij meende, dat mijnher haar binnenkomen en haar groeten niet gehoord had. ,,Dng mijnheerl" herhaalde zij bedeesd. Een onverstaanbaar gemcmpel was het ant- wooid. Bevreemd ever het uitblijven van zijn gewo nen, vriendeliiken groei, keek zij schuw op naar de klok. Noen, zij was niet te laat, dat was haar trou wens nog nooit overkomenhaastig hing zij haar hoed weg, zette zich neer cn begon haar werk. Mijnheer Herman verscheen dien middag niet op liet kantoor cn mijnheer Hamstin volhardde in zijn norsch zwijgen, zoodat zij, gevoelig als zij was, iets als spanning in de atmosfeer meen de te bemerken. Zij kon er geen naam aan ge ven cn trachtte zich in te praten, dat haar ver beelding haar parten speelde er was immers niets gebeurd, waarover mijnheer ontevreden kon zijn En toch voelde zij iets vijandigs om zich heen, dat haar zenuwachtig maakte en hoor aandacht afleidde. „Wat is er, kind vroeg haar bij haar thuis komst haar moeder, die elke uitdrukking van het jonge gezichtje kende. „Niets, Moe Hoezoo „Je kijkt verdrietig." „Er is toch niets gebeurd, Moe „Heb je lost van de warmte?" „Nee, dat óók niet De moeder vroeg niet vei der, maar na het eten, toen zij met haar beidjes de jongens waven uitgegaan en de zusjes speelden buiten, op het kleine balkonnetje theedronken, begon Muis aarzelend „Mijnheer Homstra was zoo onvriendelijk te gen mij l" „Zoo?" „Hij groette mij niet eens en anders is luj juist zoo aardig en beleefd Ik moest hem van middag tweemaal goedendagzeggen, vóór hij iets bromde, dat een antwoord verbeelden kon. En den gehcelen verderen middag spiak hij geen enkel woord". „Hadt je iets verkeerd gedaon?" „Neen Moe, heusch njet! En als hij eens wat aan te merken heeft, zegt hij het altijd dade lijk en op een vriendelijken toon f Neen, er was geen i eden voor zijn stugdoen „Je bent misschien wel wat overgevoelig, kindf Het is immers best mogelijk, dat hij iets onaan genaams ondervonden heeft en daardoor on wil lekeurig stiller en stugger was dan gewoonlijk. Dnt is menschelijk en daaraan maakt iedereen zich wel eens schuldig „Ik zal er dan maar niet meer aan denken!" „Deed mijnheer Herman ook onvriendelijk?" „Die was er niet". „Is hij op reis?" „Ik weet het niet!" „Neen je haakwerk kind!" leidde de ijverig breiende moeder haar dochter af. „Ik zie je niet graug £00 lang leegzitten!" Het meisje wipte op, om haar werk te krijgen en begon met de puntige haakpen het witte ga ren tot een kantje inéén te knutselen. „Juffrouw", sprak de heer Hamstra zijn vol genden morgen het kantoor, woar zij reeds be zig was, binnentredend, „ik moet u eens even spi eken I" Zij stond op, verschrikt door zijn ernstigen toon. Hij keek haar niet aan, terwijl hij vervolgde: „Het spijt mij, u te moeten zeggen, dat tiathij aarzelde even en sprak toen vlug als iemand, ie zich verlicht zal gevoelen, als hij een onaangename opdracht zal hebben vervuld, „dat ik uw diensten niet langer noodig heb. Ik verzoek u, naar een andere betrekking te willen uitzien!" Het Muisje srtond een oogenblik versuft, als kon zij den zin van zijn woorden niet dadelijk vatten met trillende stem vroeg zij eindelijk „Bent u ontevreden over mij, mijnheel?" „Neen, neen", weerde hij haastig' af. „Integen deel, maar er zijn redenenenfin, u begrijpt wel, dat u niet op stel cn sprong- behoeft te ver trekken, maar ik zou gaarne zien, dot u met den eersten Septemberdat is nog volle zes we ken enfin,ziet u maar eens!" Het meisje boog het hoofd. „Goed mijnheer", fluisterde zij en ging zitten. 1 wee verraderlijke tranen rolden over haar wan gen en drupten neer op hoor handjes, die zich met gewoontegebaar uitgestrekt hadden naar het toetsenbord. „U kunt op e enheel good getuigschrift re kenen!" gonsde de diepe stem van den hoer Hamstra haar nog toe. „U hebt volle vrijheid, om naar mij te verwijzen voor alle gewenschte inlichtingen." Zij antwoordde niet, uit vrees, dat haar stom haar smartelijke ontroering zou verraden, zij hield zich, alsof zij geheel door haar werk in be slag genomen werd. Nu wist zij, dat zij het zich den vorigen dag niet verbeeld had, dat er iets vijandigs in de lucht zweefde, nu begreep zij, dat het heden aan gekondigde vonnis den vorigen dag reeds geveld was geweest. Wat zou moeder schrikken en bedroefd zijn En waarom, waarom dan toch Zij pijnigde haar hersens, om een oplossing te vinden, mcar tevergeefs; zij hoopte, dat mijnheer Herman spoedig komen zou zij, want hém zou zij wel durven ondervragen zij kon zich niet voorstellen, dat hij haar uitleg weigeren zou of ook maar eenig-szins een houding van hoogheid aannemen. Met een vluchtig bolsje bedacht zij, hoe aardig en vertrouwelijk hij met haar had omgegaan, vooral in den laatsten tijd I Daarom zou nu ook een einde komen Waarom kwam hij niet, om haar te verlossen uit die pijnlijke onzekerheid? Tegen twaalf uur vroeg de heer Hamstra „Kunt u blijven, juffrouw?" „Ja, ipijnheer!" antwoordde zij bereidwillig. „Ik moet noozakelijk weg en mijn zoon is voor een paar dagen uit de stad. De loopjongen knn wel even uw twaalf uurtje halen!" „Goed mijnheer!" Dit aws reeds meermalen gebeurd maar het was haar dien dag voor het eerst héél onaange naam, omdat zij daardoor zooveel langer wach ten moest, cér zij haar hart bij haar moeder kon uitstorten en bij haar troost en bemoediging vin den. Lusteloos bracht zij den langen middag door; het hinderde haar onuitsprekelijk, dat mijnheer Herman eveneens ernstige grieven tegen haar scheen te hebben; nog nooit was hij een paar dagen op reis gegaan, zonder haar van te voren daaromtrent in te lichten en op de hem eigen vriendelijke wijze afscheid van haar te nemen. Met een zucht van verlichting maakte zij zich eindelijk gereed, om naav huis te gaan. Onderweg bedacht zij, hoe zij het slechte nieuws het beste aan haar moeder zou kunnen mededeelen; het viel haar niet gemakkelijk, om moeder, die al zooveel leed en zorg had door gemaakt, met het bericht van haar ontslag te te verschrikken. Gelukkig had zij tijd, oni een nieuwe betrek king te zoeken, maar waar zou zij die vinden? De arme, bedeesde Muis sidderde bij de ge dachte, dat zij weer aan nieuwe gezichten, nieu we stemmen, nieuwe omgeving', nieuw werk zou wennen. •Zij nam zich voor, dapper te zijn cn daar over tenminste niet te klagen tegen moedor. Haar verbazing was grenzeloos, toen zij, thuis komende en met aarzelende schreden dc huis kamer binnentredend, haar chef zag zitten tegen over haar moeder, wier oogen schitterden van heldere tranen. Onbeweeglijk bleef zij staan, van de een naar den ander kijkend. „Kom eens hier, kind!" sprak haar moeder zacht. „Weet u al. „Ja," viel de heer Hamstra in. „Je moeder weel het ai en zij weel zelfs nog meer dan jij!" De vertrouwelijkheid van zijn toon trof haar zoo vreemd, dat zij zich oen oogenblik afvroeg, of zij waakte of droomde; moeder nnm haar hand en streelde die zacht. „Weet u al, dat ik ontslagen ben, Moe?' vroeg zij eindelijk, terwijl haar zacht stemmetje zenuwachtig trilde. „Ja, Muis, dat weet ik!" „Hoe noemt u haar daar?" informeerde de heer Hnrmstra glimlachend. „Dat malle naampje ontsnapte mij. Zoo heb- bij de broers haar gedoopt, omdat „Een heel goede naam voor haar. Zij is inder daad, een lief, kicin, zocht muisje, heel vcriegen en schuw malwaar?" Het meisje bloosde en keek opnieuw haar moeder aan met een blik die om uitleg scheen te vragen. „Mijnheer Hamstra is mij komen vertellen", begon haar moeder, „dat hij genoodzaakt was, of eigenlijk, „meende te zijn", je te ontslaan, omdat „Omdat?" „En ik ben geëindigd, kindlief", vervolgde haar chef, „met aan je moeder je hand te vra gen voor mijn zoon Herman, tenminste als je genoeg van hem kunt houden, omNu, nu, bedaard blijven!" Het Muisje was op haar knieën gegleden en verborg haar blozend gezichtje in moeders schoot; de moeder streelde zacht het blonde kopje en vroeg: „Is het waar, kind, is het werkelijk waar? Hou je van hem?" „Ja, o ja!" Als in een droom hoorde het meisje den hoer Hamstra zeggen: „Ik moet je een bekentenis doen en je om vergeving vragen. Ik was boos op Herman, heel boos, toen hij mij zei, dnt hij van je hpudt en dat hij je tot zijn vrouw wilde maken. Zie je, ik hnd zoo bij mijzelf uitgemaakt, dat hij een rijk huwelijk moest doen, ik had zelfs al een meisje voor hem op het oog. En daar ver raste hij mij opeens met zijn liefde voor een meisje, dat.... niet bepaald rijk is! Overigens had ik niets op zijn keuze non te merken, want ook ik hou van je, lief kind, en ik weet, dat je een goed, zacht vrouwtje voor hem zult zijn. Maar ik wilde haid zijn en nog harder schij nen don ik was, bovendien, omdat ik nu een maal besloten had Ik stuurde hem weg, op reis. En jou mocht hij niet terugzien. Dan zou hij je wel leeren vergeten, redeneerde ik. Maar o, wat had ik een spijt, toen ik je arm, lief, ver slagen gezichtje zag! Vergeef het mij, kind! Mijn betere natuur overwon heel gauw, dat moet ik tot mijn eigen eer zeggenl Wel zijn moeder bracht mij ook niets ten huwelijk mee don haar lieftalligheid en zachtheid en wij zijn heel, heel gelukkig samen geweest! Je moe der hoeft haar toestemming gegeven. Als je dus meent, genoeg van mijn jongen te houden, om hem gelukkig te maken, welbegin dan maar niet mij een kus te geven! Hij moet dan maar eod inden, dat ik er eerder een krijg dan hij!" De zachte oogen van het Muisje glansden van geluk; zij sloeg haar armen om den hals van haar gevreesden chef en kuste hem schuchter. Boekbespreking. Rusland. Indrukken uit het Rus land van heden, door A. Kirkeby. (Amsterdam S. L. van Looy.) Vertaling door A. Sternheim. De Deensche journalist Kirkeby is een tijd lang in Rusland geweest en heeft zijn ervarin gen van die reis te boek gesteld in het hier aangekondigd geschrift. In dc menig\ uldig* literatuur, die in den laatsten tijd over Rus land verschenen is, neemt dit boekje een eigenaardige plaats in. Dc schrijver is niet communist, maar hij is een even welwillend als kritisch beoordeelaars van hetgeen het Bolsje wistische systeem in Rusland heeft tot stond gebracht. Daardoor neemt zijn geschrift een middenplaats in tusschen de eenzijdigheden ven links cn van rechts, die er over Rusland worden verkondigd. Het boek is verder ge schreven met veel temperament en bevat vele literair uitnemende en boeiende momenten. Wij kunnen niet zeggen, dat het dieper ge drongen is in de ontzaglijk moeilijke oecono- rnische en staatkundige quoesties die zich in Rusland voordoen. Het is populair gebleven, maar populair in den besten zin des wootds. De Sage van den vliegenden Hol lander door Dr. G. Kalff jr., met platen en vignetten, door Oswald Wenckebach (Zutphen W. J. Thieme). Een buitengewoon belangwekkende studie is verschenen over het bekende motief van den vliegenden Hollander. De bekwame schrijver Dt. G. Kalff Jr. heeft met veet wetenschappe- lijken zin dit motief folkloristisch en literair- historisch onderzocht, en heeft een document van beteekenis toegevoegd aan onze helaas nog schaarsche vergelijkende literatuurweten schap. Het boek is bizonder fraai verlucht. Ook voor leeken een te begeeren bezit. De Vonk door Arch, de Vijzelaar. Amsterdam, P. N. van Kampen en Zoon. Een vlotgeschreven boek in dagboek- en briefvorm, waarin zoo schijnbaar luchtigjes weg alle mogelijke moeilijkheden van het vrou wenleven, van liefde en huwelijk worden be handeld. Frissche verschijning tusschen de menigte zoo juist uitgekomen boeken. Herdrukken en vervolgen. Van de zoo belangrijke beschouwingen van Dr. H. M. R. Leopold, getiteld „Uit de Leer school der spade", verscheen een tweede deel. Dit werk is voor de studie der antieke cultuur van het grootste belang. Het is met weten- schappelijken zin geschreven, maar draagt te gelijkertijd een zoo populair karakter, dat het voor leeken gemakkelijk te begrijpen is. Wij komen wellicht op het geheele werk nog uit voeriger terug .(Uitgave von W. J. Thieme en Co. te Zutphen). In de „populaire editie" van Em. Querido te Amsterdam verscheen een herdruk van Herman Heyermans' „Diamantstad". Deze herdruk is voor beoefenaars der literatuur buitengewoon belangwekkend omdat er een anti-kritiek van Heyermans in is opgenomen op de bekende kri tiek welke L. van Deyssel eenmaal over dit boek schreef. Kinderen Noord-Hollands door H. J. Heijner, Ned. Herv. Predikant te Landsmeer. (W. ten Hove, uitge^ ver, Amsterdam). Dit boek heeft terecht opgang gemaakt. Het is een van die zeldzame geschriften, waarin het leven niet „verkunst" is, maar in zijn bloedwar me werkelijkheid tot ons komt. Na den dood van Haspels een verheugende verschijning in onze literatuur. Sneeuwkoningin door Mevrouw Marie Silk. (G. J. Slothouwer, Amersfoort). Een eenvoudig geschreven verhaal, zonder veel literaire pretentie, te rangschikken onder hetgeen men vroegerliteratuur voor dames noemde. Toch wel een zekere verademing ge vende tusschen vele excessen van dezen tijd. Overzicht van de weersge steldheid. Sinds Zaterdag heeft zich hooge drukking ontwikkeld over de omgeving van Denemarken cn in Duitschlandeen ondiepe depressie breidde zich over Frankrijk uit, een diepere verschijnt bij IJsland. De temperatuur is in Noorwegen gedaald, elders bijna overal gestegen en in Noord-Scan- dinavië ver boven normaal. Scilly had T3, Lerwick TO m.M. regen. OUDE GRACHT 176, UTRECHT TELEF. 3242 VOOR UITNOODIGING TOT BEZOEK VAN EEN ONZER TECHNISCHE VERTEGENWOORDIGERS HOUDEN WIJ ONS GAARNE AANBEVOLEN

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 6