AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Zaterdag 9 Aug. 19*4
DERDE BLAD.
FEUILLETON.
Zet 't yan je af!
In een onlangs in Engeland uitgekomen
en onder invloed van den oorlog geschreven
boek van Ijohn Hargrave komt de -hoofdper
soon, Harhottle, na verschrikkelijke verliezen
en namelooze ellende te hebben doorleefd,
als een gebroken man thuis, en gaat. nu hij
liet ook op zijn oude plek niet langer kan
vinden, steeds peinzend over de groote cata
strofe, de wereld doorzwerven. Hij komt bij
zijn gepeins tot een slotsom, die ook wij ons
stellig stuk voor stuk hebben aan te trek
ken.
Wanneer wij over oorlog en revolutie,
over malaise en werkloosheid en over alle
overige kwalen, die de maatschappij tot een
folterplaats maken, gaan spreken, plegen wij
de schuld op anderen tc werpen en vergeten,
dat wij voor ons persoonlijk aandeel mede
voor den gang der wereldgeschiedenis aan
sprakelijk zijn
Tot deze ontdekking komt ook Harhottle,
wanneer hij aangaande zichzelf het volgende
verklaart:
„Ik ben zegt hij. „of .was de gewone, ge
middelde huis of tuin-mensch, die het gewo
ne leventje geleid heeft. Ik deed wat andere
menschep deden, ik werkte, ik .speelde brid
ge, tennis, golg. De gewone routine. En 'I zijn
wij Gewone Mcnschcn, die de wereld dezen
of genen kant opdrijvenDuizenden, mil-'
lioenen hebben door den oorlog geleden als
ik. En. hebben zij hun problemen opgelost?
Hebben zij een uitweg gevonden'? Werken
zij om voor do toekomst een erger ramp te
verhoeden? Neen zij zijn in staat weer
precies als voorheen door te gaan. Zij schij
hen 't van zich af te hebben gezet."
„Zet t van je af!" Dit was do raad, dien
dominee .Tebb gaf. toen bij llarbottle na
diens thuiskomst kwam opzoeken, nadat de
ze zijn oudsten zoon had zien sneuvelen, zijn
rouw van zich had zien vervreemden en
zijn tweeden zoon na afschuwelijk lijden aan
zijn wonden had zien bezwijken, alles tenge
volge van den wereldoorlog. „Zet 'l yan je
af!"
En nu peinst llarbottle over dezen raad
van den dominee: „Natuurlijk", zegt hij „Dat
is t. Zij nemen allen don raad van dien Jebb
aan. Zet 't van je af niet piekeren. Zij
schijnen 't inderdaad op do een of andere
manier van zich te hebben afgezet. Jebb's
raad, Jebb's patentgenéèsmiddcl voor bedroef
de ouders, 't Is de raad van den Duivel zelf.
Het is een zonde tegen den vrede van de we
reld, tegen den ordelijken vooruitgang yan
do maatschappij. Ik ben mij ten minste van
die zonde bewust geworden. Dat. is iets. Ze
zullen mij een Idealist of een Ilervormings-
inaniac noemen... Maar ik kan niet anders.
Ik yvil probccren iets beters te vinden. Ik
zou liever gek worden, stapelgek, dan terug-
keeren tot do zwakke, laffe onverschillig
heid en luiheid van vroeger
Het is zulk een afschuwelijke narhtmerrie-
achjfcigc gedachte dat ons een nieuwe wereld
oorlog boven liet hoofd hangt, nog afgrijselij
ker dan die, welke wij nauwelijks zijn te bo
ven gekomen. Een oorlog, waai'bij niet alleen
de legers, maar ook de non-combattanten, de
gewone burgerij, wecrlooze ouden van dagen
vrouwen en kinderen door Uc stikgassen en
den straal des doods op wreede en geniepi
ge wijze zullen worden uitgeroeid. Deeds
rommelt het boven den Stillen Oceaan: reeds
grommen Japan en Amerika tegen elkander,
en deskundigen onder de politici, de diplo
maten 011 de militairen, gelijk ten onzent
nog onlangs generaal Snijders, spreken over
den komenden vSëreldoorlog als over een
vaststaande gebeurtenis.
Aan wie de schuld, als straks de vlam
men van den wereldbrand opnieuw uitbre
ken en feller oplaaien dan ooit tevoren? De
geheime diplomatic", zegt de een. „Het in ili-
tairisme verklaart een ander. „De groot-in
dustrie en de wereldhandel,"' leeraart een
derde. Maar wat zouden al deze inderdaad
zeer sterke machten vermogen, zoo zij bij
hun plannen niet steeds weer konden rekc-
nen op dien betrouwbaren factor: de groote
ïnassa, die zich laat paaien met den raad:
„Zet '1 van je af!"
llarbottle hoof! gelijk: zij zijn de ware
schuldigen. Al die duizenden en m.iïiioeiicn
menschcn, die het gewone loven van vóór
den oorlog weer hebben hervat, alsof cr
niets was gebeurd en niets meer tc gebeuren
stond. Al die duizenden en miilioencn men
schcn, die hun werk weer hebben opgeno
men, of, zoo zij in hun voormalig werk zijn
belemmerd, nieuwen arbeid hebben gezocht,
en nu kost verdienen en zich verstrooien;
die werken en spelen, eten en slapen, en,
wanneer angstwekkende toekomstvisioenen
dreigend zich aankondigen, trachten, het
yan zich af te zetten.
Harhottle heeft, gelijk: ,,'t Zijn wij, gewo
ne menschcn, die de wereld dezen of genen
kant opdrijven.
Maar wij, als wc dit toegeven, stellen ons
geweten gerust met tc zeggen: „Zeker, t zijn
de gewone monschen, maar de, gewone men
schcn in Engeland, in Frankrijk, in .lapnn,
in Amerika. Wat trekt de wereldgeschiede
nis zicli aan van hetgeen wij. gewone men
schcn in Nederland, doen of niet doen?"
Vergeten*vvij niet: zoo spreekt de gewone.
Engelschman ook. en de gewone Japanner
of Amerikaan. Fn dat is juist het noodlot
der wereld.
Zoodra wij, stuk voor stuk en ieder voor
zich, beginnen met. onszelf, en. ons ontwor
stelend aan de „zet 'f van je af'-houding,
niet llarbottle besluiten', liever alles te doen,
dan in onze roekeloozc gemakzucht te vol
harden. zal de wereldvrede verzekerd zijn en
de maatschappij eens en voorgoed gezond.
II G. CAWEGIETF.lt.
Pariische Brieven.
CXC.Mll
Parijs, 2S Ju la J 021
Het einde der VIIIc Olympiade.
Dc leering die er uit te trekken is.
Olympische en nationale eer.
Badplaatsen: Deanvillc en L'Isle-
Adam. Strandleven aan de Oise.
Badcostume.s. Een mooie
landstreek. Ile-dc-France.
Nu de Mile Olympiade tot dc geschiede
nis behoort, gaan do Olympianen met spoed
de* terugreis naar huis ondernemen. Er blijft
hier aan vreemdelingen niet veel anders over
dan de gewone zomergasten flic karavaans
gewijs in Parijs komen, hier karavaansge
wijs do stedelijke merkwaardigheden, de
voornaamste musea -en de nabijgelegen om
streken bezoeken en dan op de zelfde yvijzc
verdwijnen om door andere karavanen tc
worden vervangen.
Het moet gezegd dat het 01 ytypisch pu
blick onder die vreemdelingen zich ook nog
al aan dergelijk karavanisme te goed deed,
maar dan in den versnelden pas, om bijtijds
voor liet Olympisch vertoon gereed te zijn.
Deze. liefhebbers maakten dus alleen 's mor
gens dc straten met hunne autocars en de
iiiufeea met hunne collectieve 'overhaasting
onveilig. Zij hebben stedelijk toerisme en
sportpassic zoo goed en zoo kwaad mogelijk
in ctenwicht weten tc houden ten einde toe,
dat was tot dc slot plechtigheid die gisteren
in het Stadion te Colombcs voor een erg ma
ger maar toch uitgelezen publick heeft plaats
gehader werd tegelijk op zooveel ande-
re punten in en buiten Parijs en in zoo ver
scheiden vormen aan sport gedaan, dat er
voor de officicelc ceremonie weinig kon
overschieten.
En dit kou nagenoeg gelden als een ver
kleind spiegelbeeld van de gcheelc Olympia
de, die in menig opzicht een teleurstelling is
geweest, in de eerste plaats doordat het groo
te publiek cr veel minder belangstelling voor
aan den dag heeft gelegd dan te voren ver
wacht was, en in de tweede plaats doordat
do hoop van vele ondernemers voor liet
mccrendeel speculanten in eet- cn drinkwa
ren, in gemeubelde kamers, in auto-berging
cn dergelijke die zich overal om het sta
dion gevestigd hadden, in den'donkeren
ronk van verlies is opgegaan. Men had aan
dit stadion zulke groote afmetingen gegeven
da* liet slechts hoogst zelden ten halve of
meer gevuld was.
Dat deze Olympische Spelen iets hebben
bijgedragen tot verbooging van de een of an
dere nationale eer of roem, is een kwestie,
van smaak die heel verschillend beoordeeld!
wordt. Men zou kunnen betwijfelen dat kam
pioenen die zich in één sport special i see ren
en zoo meestal ongeschikt worden voor iets
anders zelfs voor andere „sporten" nis
voorheelden ter navolging mogen gesteld
worden om dc physicko waarde coner natie
te vermeerderen. Aan een onweerstaanbaron
bokser, wielrijder, worstelaar of welken spe
cialist van die soort ook de glorie van dc een
of andere „nationale vlag" te hooreh verbin
den, doet niij onwillekeurig aim Siki denken
enlachen. Toch lag cr in de Olympische
Spelen deze goede les, dal het voor de
menschheid nuttig is veel meer aan matige,
methodische lichaamsoefeningen dus aan
sport, in het algemeen - te doen dan zij
blijkbaar tot nog toe doet.
Orn nog een andere reden dan om het eind
der Mie Olympiade is nu hot rijk hier aan
do meergenoemde karavaan-vreemdelingen.
De Pa rij zén aars, of ten minste een aanzien
lijk aantal hunner, zijn naar buiten, naar de
badrfh.
Al voor liet zoo laai is dat de gelukkigen
der narde zich van hunne mondaine plichten
kunnen, losmaken, trekt hun hart naar dc
kust van het Kanaal of van den Oceaan: cn
voor hocvclen dér gelukkigsteh lokken dan
niet de zusterplaatsjes Trouvillc en Deanvil
lc als het beloofde land. Vooral doet het dit
laatste, dc jongere zuster op den linker oever
aan dc monding van het Tottqiies-riviertje,
tegenover de oudere op den rechteroever, om
dat Deauville de badplaats der rijkste men
schcn is cn daar tc zijn geweest een aureool
van aristocratische onderscheiding verleent.
Men vindt er immers dc super-elegance van
den nationalen en den internationalen bcau-
mondc; men vindt er ook het „roomschuim"
der Nou ven ux Eicltcs die van elegance ge
noeg hebben aangeleerd om bij dc. anderen
niet te voel af te steken; inen vindt cr bo
vendien allerlei „personaliteiten" uit dc we
reld der kunst, der letteren, dor pers en van
die onbestemde soort waaruit dc gedistin
geerde avonturiers voortkomen. Al die men
schcn baden;, de dames ook. Verwonder u
niet dat ik hierop nadruk leg, want de tijd
ligt nog zoo ver niet achter- ons dat tal van
baadsters met geen ander doel een badcos-
tunni droegen, dan om op het strand te wan
delen.
Met die dwaasheid die op sommige uren
aan het strandleven toch wel een eigenaar
dige bekoorlijkheid verleende is het nu
uit. Iïet water trekt allen aan. Dit geldt zoo
wel voor het zeewater, naar mij verzekerd
yverd door hen die te Deauville waren, als
voor het rivierwater, naai- ik dit zelf waar
nam. Want om tc baden, behoeven yvij niet
111 diie uren vliegensvlug' per train bleu
naar do-monding der Toy pies tc sporen; wij
kunnen volstaan met crii „boemel" die ons
in minder dan één uur overbrengt naar L'Is-
leAdam, waar yvij 111 de Oise een voortref
felijk en zoet surrogaat voor het zeebad vin
den.
Dit aardige, kokette stadje van zeer ouden
oorsprong, waar tal'van Parijzénaars hun
zomersche vjtla's hebben, is in den oorlogs
tijd een miniatuur badplaats geworden ten
gevolge yan dc onmogelijkheid naar dc ka-
naalkust tc gaan. Do Oise is er breed, het ri
vierbed loopt over een lang sfuk oever ge
leidelijk hellend naar het midden ervan en
de stroom is cr gelijkmatig langzaam, ten
gevolge dier breedte. Van deze gunstige om
standigheden heeft het ondernemende ge
meentebestuur gebruik gemaakt voor den
aanleg cn de verpachting van eon complect
had-etablissement in het klein, dat al ccni-
gc je ren lang een vogue heeft, waaraan
vroeger nooit iemand had durven denken. De
bewoners en dc zomergasten van het stadje
en de omgeving maken er een dngclijksch
gébruik van, en des Zondags krioelt het er
van IJn rij zonaars.
Een namiddag van de vorige week zag ik
hóe aardig het leven daar toegaat, niet te
druk en toch opgewekt, net als op een echt
zeestrand, waarvoor de ruimte is, aan de
ecne zijde begrensd door een lange rij bad-
tentjbs. aan de andere door een groot pavil
joen, dat wel „Casino" heet. maar geen speel
bank heeft, en een ruim terras vol tafeltjes
en stoelen, waarachter weer de net onder
houden tennisveldjes gelegen zijn. Het bad
levenoch, dat kunt gij u wel voorstellen,
ilenk ik, dat is overal hetzelfde zoowat, moer
of minder grootsch, meer of minder weelde
rig. Wat mij er trof, was dat de elegante
baadsters dit jaar hier even goed als ie De
auville. te Dinard. .te Sables d'Olonne, te
Arcachon, te Biarritz tc water gaan in
hadeostumes die er uitzien als werkelijke ju-
ponnen, op maat gemaakt, versierd met
plooien, volants, ceintures en dcrgolijkcn,
geheel geïnspireerd door de eenvoudig sier
lijke lijnen der hedendaagschc mode. En dat
staat inderdaad alleraardigst en... jong. Die
grneicusc hadeostumes zijn voldoende licht
en ruim dat dc draagsters ervan een echt.
net bad kunnen nemen, waarom zij immers
te water gaan. Ook kreeg ik er eenige zeer
mooie badmantels tc zien, naar do mode van
dezen zomer. Het waren sierlijke gekleurde
peignoirs die veel meer op s o r t i es d e b a 1
geleken dan op de. vuilgele, grot wollige
zoutzakken die wij vroeger aan dc zeekust
zagen dragen. Die zacht-blauwc of licl-roodc
mantels met opgedrukte bloemen versierd,
maken een mooi effect tusschcn de beschei
den beweging der lichte toiletjes langs dat
aardige strandje... meer zeg ik er niet van,
want ik yvil niet voor mode-chroniqueur aan
gezien worden, yvat nóch mijn laak is, noch
tot mijn competentie behoort. Toch mag ik
er dit nog van zeggen, dat ITsl-cAdam al
leen reeds om zijn badleven in miniatuur een
bezoek ven hier uit zeker waard is. Daarbij
ligt het in een streek die tot het mooiste in
de omgeving van Parijs gerekend kan wor
den. De Oise stroomt er kronkelend langs de
vruchtbare akkers yan Ile-de-T'ranee, waar
de bodem altijd meer of min golvend is en dc
horizont,'soms heel dichtbij, wordt afgeslo
ten door prachtige wouden die, elkaar op
volgend, van het Zuitiön tof het Noorden, van
dat van Fontainebleau tot dat van Chant.il-
I v, Parijs van verre voor meer dan een hal
ven cirkel omringen. Daar. bij l isle -Adam,
draagt het woud don naam van dat stadje;
meer naar Parijs toe ligt het yvoud van Mont
morency. De weg van hier erheen, zoowel dc
spoorlijn als de straatweg, loopt, langs cn
o|ii die beide wouden en biedt een groote
verscheidenheid van uitzichten, die het ka
rakter van llc-de-France doen kennen.
DOVEN.
Brieven uit Rotterdam.
Hel bezoek len Stadhui/c.
Alcoholvrije dranken.
Mobilisa)iehefjtcjiking cn
vredcswcck.
Kermisoverblijfsels.
De opmerkzame lezer, die wel weet dat
er tussclien dc regels soms dingen slaan die
men liever niet voor de vuist weg lanceert,
heeft uit de vergelijking, welke in den
vorigen brief gemaakt werd tiisschen dc
officieren en dc cadetten van dc Aincrikaan-
sclie oorlogsbodems ten opzichte van hen
die op het avondfeest ten stadhuizc onze
marine representeerden, wel begrepen dat
het dien avond niet comnie i! fan t is toege
gaan. Buitendien waren er onder de Hol-
landschc genoodigden menschcn, die men in
liet gezelschap dat daar gemeenlijk samen
komt nooit ontmoet. Het gevolg, of liever
een gevolg daafvan is geweest, dat bij liet
feest, dat aan boord van de Rotterdam van
de H. A. L. gegeven werd, een aantal be
kende Rottcrdamsche families werd gemist,
en men daarentegen vele dames uit andere
kringen kon opmerken. Wat natuurlijk niet
wegnam dat de avond vlot verliep.
in verband met dc ontvangst len Stad-
luii/e werd ook in den vorigen brief dc mo
gelijkheid verondersteld, dat vandaag of
morgen in den Raad zou worden uitgespro
ken. dat ten deze bezuiniging moet worden
betracht. De heer Ter Laan. die den laat-
sten tijd teveel werk voor zijn rekening heeft
genomen en thans een gedwongen vacantic
geniet, deed omtrent deze receptie enkele
vragen- hoe groot de kosten waren; of die
avond niet in een braspartij is ontaard; of
cr geen vrouwen waren, die cr niet be
hoorden; of voortaan het aantal iiitnoodi-
gingen niet kan worden beperkt en of men
niet volstaan kan met aan de buffetten al
coholvrije dranken te schenken.
Het antwoord zal waarschijnlijk weinig
positief zijn; dc heer Ter Laan zal dit ook
vermoedelijk niet verlangen; de belangrijk
heid van deze kwestie is, dat zij op liet tapijt
wordt gebracht, cn of het antwoord van
dien aard zal blijken dat men aan verschil
lende zijde in den Raad meent dc gelegen
heid te moeten benutten om cr het zijne over
tc zeggen. Voor den burgemeester vooral
lijkt het een netelige geschiedenis die, wan
neer zij niet met veel tact wordt aangevat,
hem opnieuw ecu bittere ervaring kan bren
gen.
Ook in dit opzicht lieefl het bezoek van
de Amerikanen aan ons Stadhuis dus een
gevolg. Voor t overige mag worden gecon
stateerd, dat de Rotterdammers bij duizen
den van hun belangstelling hebben doen
bLijken door een kijkje te nemen op de
„Wyoming" cn de ..Arkansas", cn dat de
Amerikanen hier wel populair waren. Het
was een heele ontspanning in dezen aan ge
beurtenissen armen tijd.
Nu dc slagschepen weg zijn Rebben we
weer iels anders; Donderdag herdenking
van de mobilisatie, met 's morgens een om
megang van de mariniers door de stad, des
middags klokgelui en muziek, 's avonds
bazuingeschal v. d. grooten toren dit is
'n traditie, hoewel niemand beneden iets
van dc bazuinen hoort met een wijdings-
stonde in dc groolc kerk cn een wijdings
samenkomst in dc Doelen.
Voorts wacht ons dc vredcsweck van 3
10 Augustus, zooals bij U, waarschijnlijk;
er is, intusschen, een merkwaardige samen
hang in deze mobilisatieherdenking en de
vrcdesactie. Immers liet meest frappante
van dc mobilisatie was voor ons, Hollan
ders. wel de plotselinge uitlaaiing van de
haatgedachtc, welke in dc verschillende vol
ken ten opzichte van elkander nog altijd
bleek te leven, en dc nietigheid, daartegen
over, van tic vredcsidec. Wij mogen dan wel
vrij voor de versterking van deze schoonc
idee ijveren, zooals men van hier uit altijd
getracht heeft haar algemeen tc maken, men
zal daarbij nochtans hebben te bedenken dat
de haatgedachtc er is, sterker dan misschien
ooit tc voren, en dat inen zich van de inter
nationale verbroedering althans voor de
naaste toekomst geen al tc groote voorstel
ling maken moet. Wie in Duitschland eens
heeft geluisterd en in Frankrijk rnndgeke-.
ken, die kan niet anders dan zeer gereser
veerd zijn (cn opzichte van verwachtingen,
welke men in Nederland koestert.
Maar buitendien wij herdenken behalve de
mobilisatie ook onze kermis, dc beruchte
Rottcrdamsche kermis, die nu al jaren tot
liet verleden behoort. Wat cr nog van over
bleef, de pofferfjes- en wafelkramen, die
vindt mer. thans op onze pleinen, cn tc oor-
deelcn naar het feit, dat ze elk jaar trouw
terugkccren, kan men gelooven, dat ze goe
de zaken inaken. Want het behoort ook tot
de Rottcrdamsche gewoonten, dat men in
écn van deze vele kramen een bezoek af
steekt: heclc families trekken cr liccn, en
zetten zich om dc primitieve tafels op
schragen. 111 een knusse boxe, om zich aan
dc zoele lekkernij tegoed te doen. Vroeger,
in de dolle kermisdagen misbruikten de
jongelieden de lampcglazen in die kramen
Muziek-kronieK.
HET MUZIEKLEVEN IN NEDERLAND
SiND? 1880.
Een van de meest opvallende kwaliteiten van
dit voortreffelijk werkje is de omzichtigheid
cn de objectiviteit, waarmede de heer Dresden
schrijft -over het muziekleven van onzen tijd.
Die omzichtigheid ligt nu wel eenigszins
voor dc hand. vooral in ons kleine muziek
gebied, waar de talenten elkaar toch al weinig
ruimte vermogen te gunnen, doch het is nier
altijd gemakkelijk voort tc schrijden cn om
zich heen fa zien in deze welig tierende na
tionale vegetatie zonder een enkel gewas tc
beschadigen. Wie noemt zich al niet compo
nist en wie waakt ai niet met Argus-oogen
over het kleine plantje, dat hij in de Ncder-
iandsche muziekgaarde in het leven tracht te
houden. De meeste voortbrengselen zijn geen
papiermark waard (wat zouden wij hier in
Holland ook met cenige duizenden meestcrwe:-
ken moeten beginnen doch worden door de
eigenaars, die dikwerf beter koopman dan
kunstenaar blijken kunstmatig „op prijs' ge
houden en herhaaldelijk in den muzikalen
smaak naar voren geschoven Opmerkelijk is
het, dat de querulanten meestal in de achterste
geledeien staan. Doch zooals gezegd, de heer
Dresden is omzichtig en stelt zijn conclusies
niet dan na ampele overwegingen en met zui
ver oordeel.
Wie nu mocht denken, dat de heer Dresden
door deze omzichtigheid geleid, met instem
ming van de kunstbtoeders en met gesloten
oog en een lofzang op -de hedendaagsche Ne-
derlandsche componisten heelt geïntoneerd en
aldus, gebruikmakend van zijn ajitoriteiJs) het
publiek tracht aan te toonen, welk een grootsch
bezit het in zijn musici heeft, vergist zich.
Sem Dresdenhet muziekleven in Ne
derland sinds 7880. Elsevier's Algemee-ne Bi
bliotheek.
2) Men weet dat Sem Dresden onlangs be
noemd is tot Directeur yan het Conservatorium
te Amsterdam.
Ook dit bock is een teeken, dat door velen
weersproken zal worden, al zou het alleen
maar zijn om den schrijver het recht te ont
zeggen over zijn tijd- en soortgenooten met
een dergelijke scherpzinnigheid te oordeelcn.
Inmiddels is deze beoordeeling in de meeste
gevallen mild en laat zij ruimte voor opvat
tingen van anderen. Men dient evenwel goed
te beseffen, dat de w aarde-bepaling van talen
ten zich slechts moet beperken lot hetgeen
deze tot stand hebben gebracht en
niet tot hetgeen zij beloven.
Het „veelbelovend talent" is een onuitstaan
bare verschijning in onze kunstwereld, waar
mee al te veel rekening wordt gehouden, voor
al als het niet uit den band springt en de mid
delmatigheden van hen, die zijn leidslieden wa
ren, getrouwelijk repeteert.
Dresden's bock is dus omzichtig cn objec
tief. Want wie in het Voorwoord van een werk
de volgende puntig-toegespitste zinsnede van
Busken Huet wenscht te onderschrijven cn
hierdoor blijk geeft zijn onderzoekingen nauw
keurig en zonder aanzien des persoons tc ver
lichten, heeft zijn grondslagen voor dezen niet
ongcvaarlijken arb'è/d in den drassigen Hol-
landschen bodem goed gelegd. De woorden
vun Busken Huet, gericht tot het letterkundig
en kunstlievend Nederland, zijn in een tijd,
waarin men in kunstzaken vele chauvinistische
injecties wenscht toe te passen, uitnemend
geschikt om een gepast evenwicht tusschcn
enthousiaste vereering en koel objectivisme te
bewaren. „Gij zijt", zegt Busken Huet, „met
uw verlof, le allen tijde de risee en de dupe
van Europa geweestcn alleen het isolement,
waartoe gij vervallen zijt. is oorzaak, dat het
menschdom, hetwelk thans van die dingen
geen kennis neemt cn dan ook waarlijk zijn
vrijen lijd nuttiger besteden kan. niet nog
dagelijks schatert van lachen om ai die boe
ken en bladen, waarin ge u zeiven honig om
den mond smeert, uwe mediokriteiten tot den
rang van genieën verheft, en uwe voors*aderen
groot noemt in de hoop, dat uwe kinderen niet
bemerken, hoe klein gij zijt."
Waarlijk, een uitnemend beginsel voor den
auteur, die zich tot taak heeft gesteld een Ne-
derlandsc'n cultuurtijdperk te beschrijven en de
geestelijke waarden daarvan nauwkeurig te
bepaien f
De heer Dresden heeft de stof verdeeld in
vijf groepen, le weten
I. Componecren cn componisten.
II. Daniël de Lange, Alphons Diepenbrock,
Bernhard Zweers, Johan Wagenaar.
III. Tijdgenooten.
IV. Latere geslachten (tot 1890).
V. De Modernen, (na 1891).
Aan het slot treft men ten volledige lijst der
werken van Diepenbrock, Zweërs cn Wagenaar
aan, benevens een namenregister.
I. In "élk dezer hoofdstukken zijn voortreffe
lijke pagina's, al_ kan menj in détails een ande
re mcening zijn ttfégedaafTdan de schrijver
voorstaat. Diesden stelt ;n het eerste hoofd
stuk dc vraag: „Is Nederland muzikaal Heeft
rtelodie, samenklank,
t het behoefte nan
scheppen?" En
olgendc
het gevoel voor rhytme,
timbre, voor bouw Hce
muziek Kan het muzïel
hij beantwoordt deze vrmg met de
psvcho-anaiylische overwegingen:
„Onze aard is niet uit
tischzelfs bezitten wij
schaamte het kost ons
zeer zeker tegenover vre
Wij zijn wel heel verschil
den bijvoorbeeld, voor w
uiting van het sentiment
itndig, niet -pnthe-
en zekere valschc
ftoeite ons te uiten,
mden (het publiek
nd van de Spanjaar-
de dans, de directe
oor het lichaam zelf,
gewoon, alledaagsch is. I5e vrouw, die, bij het
oorbijtrekken van een jkstoet, zich vast
klampte aan de baar, en Iijkzang intoneerde
en een dans voor den afj?storvcne gaf te aan
schouwen, voor een „grtote menigte mon
schen, zou bij ons als wijs worden weg ge
voeld. Wij zijn als d>
tiek en verbergen onze
dan ze uit te spreken. I bben wij, boven de
zorg voor het dagelijkse
gelenigd moeten worder
houden, en waaraan on:
pen is Is onze geest, ,e
wolkt, en scheppen wij
ziertjes, flauwe gra
stootjes of straatschendrijen
ngelschcn, phleg me
edachten veel liever
andere nooden du
om pns in stand te
zieleleven onderwor-
na!s de luchten be
leen behagen in plci-
">en, burgermansop-
kere vormelijkheid,
een zeker overleg, die
leven te pas komen,
spontaan te zijn. Wij
en er is moeite voor no iig om een besluit te
k nemen, en voor iets, wa
Een
loomheid (bezitten wij)
ns in het practische
aar ons weerhouden
n eerder voorzichtig,
het -zij, warm tc wor
den. Onze belangstelling voor alles wat gaat
buiten de utiliteit, de struggle forlifc, stuot op
een matige temperatuur, die niet gemakkelijk
is op tc voeren. Optimisme, doortastendheid
en zelfvertrouwen zijn niet onze sterkste eigen
schappen, dus ook niet de echte, innerlijke
groote blijdschap, die „alleen hierop kan
steunen".
Dresden komt tot de conclusie, dat de mu
ziek voor de Hollanders niet is „een levens-
factor tils water en lucht. Men kan cr zonder".
„Maar voor een componist", gaat de schrij
ver verder, „bestaan niet dezelfde verhoudin
gen. Dc wereld der klanken is voor h9m de
eenig bestaande wat anderen ontspanning
geeft, is voor hem het leven zelf. Het „genot"
van muziek tc hooren is bij hem ondenkbaar,
want het hooren is hem meer don genot, meer
dan een vluchtig momenthet is zijn onont
beerlijk voedsel".
Na een zeer belangwekkende beschouwing
over het componeeren, het ordenen van gelijk
soortige en ongelijksoortige muzikale elemen
ten, poneert Dresden de stelling, dat Neder
land na 1880 een muzikalen bloei tegemoet is
gegaan
„Zou de achteruitgang in de muzikale pro
ductie van Nedeiland, de stilstond kunnen wij
gerust zeggen, in de eeuwen sinds Sweelinck
en de oude volksliederen, daarin zijn tc zoeken,
dat wij onze psyche hebben verwaarloosd, ver
loochend en te veel rondom hebben gekeken,
of is het „toeval" ik bedoel, waren er geen
klank-gevoeligen en machthebbers over toon
en geluid in ons midden Waarschijnlijk heb
ben beide oorzaken samengewerkt. Als wij in
verband met de boven aangehaalde stelling
mogen aannemen dat muzikale productiviteit
niet uit de lucht kan komen vallen en de psy
che van een volk zich slechts no eeuwen kan
wijzigen, dan moeten wij gelooven Jat de tijd
tusschen Sweelinck en thans (dc jaren na '80,
waarover in de volgende hoofdstukken wordt
geschreven) een leege plek is geweest, die
door welke oorzaken ook, onvruchtbaar is ge
bleven. Zeker is het dal de herleving der
muzikale compositie in Nederland samenhangt
met hel feit, dat mon zich eigen urnzikaa! ver
leden ging herinneren, cn probeerde eigen .psy
che in tonen uit te drukken",
Er zijn dus leekencn, welke den hernieuwden
opbloei der muzikale compositie hebben ge
profeteerd en het boek van Dresden vat de re
sultaten waartoe deze herleving thans reeds
heeft geleid in hel kort samen. Dat deze re
naissance het publiek er ook toe zal brengen
meerdere belangstelling voor de muziek en de
componisten over te hebben, ook hierin is de
toekomst hoopvoller.
Voorolsnog heeft Dresden gelijk, .wanneer hij
zegt
„In het algrsmecn echter, enkele groote cen
tra niet meegerekend, bestaat in de hoofden
der fatsoenlijke burgers de mecning dnt een
toonkunstenaar er is, om genot van welken
aard het ook zij, te verschaffen, en dal men
hem kan missen, non zijn lot overlaten, al*
men aan dat genot geen behoefte meer heeft",
en men zou mogen afleiden uit deze verschijn
selen, vervolgt hij verder „dat men voldoende
heeft aon zich zelf, zijn genoegens, pleiziertjes,
het voetballeder en de ducaten".
Uit deze citaten merkc men op, hoe Dresden
één zijner doelwitten, om ook leeken voor zijn
onderzoekingen te intoresseeren zeker niet
voorbij heeft geschoten.
Zijn betoogtrant is r. elder en geestrijk met
vermijding van technische ternicn uit het mu-
ziek-argot, zoodat het niet buitengesloten is,
dat door dit boek in ruimer kring de belan^
stelling voor de muzikale stroomingen run on
zen tijd gevoed wordt. Het is wel merkwaardig,
dat pas in het juar 7924 een studie kon ver
schijnen, welke de zuzikale cultuurbeweging
vanaf 1880 bespreekt. Deze is uitgegroeid tot
een stukje muziekgeschiedenis van dezen tijd,
zonder zwaarwichtigheden en zonder breedspra
kige u&hnlingen. De meening welke in het alge
meen heerscht, o!s zou de muziek door een be-
jiaald gemis aan eigen levensdrift noodzakelijk
moeten mediteeren over verloren schoonheden
(de renaissance-rcuzieken der 77e eeuw hebben
*eer sterk deze karaktereigenschap), is men,
na de gebeurtenissen van de laatste vijl tig jaar
in de muziek, niet meer zoo sterk toegedoan.
De muzikale beweging van 1880 nu mediteert
niet over 2aken, welke geweest zijn, maar vat
in zich samen de aspiraties en de uitingen van
een langzaam ontwakende geestkracht, die te
ang reeds geknot en besnoeid werd door den