Het leisje van hiernaast.
„DE EEMLANDER"
BUITENLAND.
FEUILLETON.
23s Jaargang No. 3d
ABONNEMENTSPRIJS f"3 T,n?r ,v;or Ametv
EERSTE BLAD.
Scholen voor raeerbegaatden?
"PRÜIMING van klas- ftA b 7 a Kg'
wi UAivn sieka en moderne muziek w M
8 CENT PER NUMMER. Alle nummers van 75
en 1.30 voor 25 cent. Gebonden albums 45 cent
Pianohandel L. KLEIN Utrechtscliestr. 44
DAMES-MOOE-HAGAZIIN ..L'HIRONOELLE
16 18 LANGESTRAAT
KPÏT7PÏW Gabardine- Loden Oilsilk
BLULLlll Waterproof- en Gemerce-
riseerd Katoen.
DU1TSCHLAND.
ioort f 2 10, idem lianco
per post 1 3.—, per week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.175, afzonderlijke nummers
C.05.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DIRECTEUR-UITGEVER; J. VALKHOFF. ARNHEMSCBHUER^U0:RTWAL 2 A.
POSTREKENING N*. 47CTT,. TEL. INT. 513.
Woensdag 13 Augustus 1924
PR11S DER ADVERTENTIÊN met inbegrip van een
bewijsnummer, elke regel meer Ö.25, dienstaanbie
dingen en Licldadiglieids-adve.tcntrên voor de helft
der prijs. Voor handel cn bedrijf bestaan zeer
voordcclige bepalingen voor het adverlcercn. Ecne
circulaire, bevattende de vooi waarden, wordt op
aanvraag toegezonden-
Het artikel van den heer P. Keete, dat in
het 8 Aug-, nummer van het Amersfoortsch
Dagblad voorkwam over afzonderlijke scho
len voor meer begaafden, is bij nadere be
schouwing één doorloopende aanklacht te
gen ons klassikaal onderwijsstelsel waartegen
in den laatsten tijd zoo talrijke personen te
velde trekken. Als w e ruwweg onze 1: inde-
ren in drie groepen verdeelen, de norma
len, de beneden-normalen en de boven
normalen, dan biedt onze school eigenlijk
alleen plaats voor de eerste groep, want de
schrijver juicht het oprichten van scholen
voor achterlijke kinderen toe en spreekt
over een school voor meer-begaafden, al
pleit hij daar dan ook niet voor. Daar komt
nog bij, dat er bij de groep, die ik voor 't
gemak beneden-normalen genoemd heb,
talrijken zijn, die niet tot de achterlijken ge
rekend kunnen worden terwijl er bij de nor
malen ook nog weer talrijke variaties zijn,
welbeschouwd natuurlijk evenveel als ei
individuen zijn. De beneden-normalen, die
niet achterlijk zijn, behoeven niet alleen een
tekort te vertoonen aan intellectueele aan
leg, maar er is in zeer vele gevallen kwestie
van nerveuz storingen, of een hinderlijke
karakteraanleg. Eigehlijk zou men alleen het
„zoete, vlijtige schoolkind met middelma
tige verstandelijke aanleg" normaal kunnen
noemen' in d*e zin van ons klassesysteem.
En wordt dit aantal eigenlijk niet eerder
geringer dan grooter door de meer en meer
uitgesprokea individualistische tendenz, die
het kenmerk is van onzen tijd en welke dat
in de toekomst nog veel meer zal zijn Het
zal 'hoe langer hoe moeilijker zijn een be
paalde „norm" aan te leggen voor men-
sohelijke wezens, gezien het feit, dat in do
mensch zelfbewustz-ijn is geopenbaard,
waardoor de mensch meer en meer met een
eigen karakter, met eigen mogelijkheden
die om ontwikkeling vragen, ter wereld
komt. Hoe langer hoe minder zal het klas
sikale stelsel, dat in onzen tijd eigenlijk zijn
volmaaktheid bereikt heelt, blijken te vol
doen, juist omdat het te eenzijdig is en te
nivelleerend werkt. Het gaat aan het zelfde
euvel mank als onze geheele tijdhet is
intellectualistisch en weinig meer. Het blijkt
alweer voor de zooveelsïe maal uit het ar
tikel van den heer Keete. Er wordt eigen
lijk alleen maar gelet op de intellectueel
begaafde, de intellectueel minderwaardige
of zachter gezegd beneden-normale, op de
intellectueel meer begaafde. Maar de
mensch is toch geen agglomeraat van intel-
lecls-éénheden, hij is toch meer dan dat.
Heeft hij geen lichaam en een ziel met haar
talrijke zedelijk en aesthetisch naast verstan
delijke mogelijkheden en is hij geen G^est,
om de oude in de el in g van de Christen-apos
tel Paulus te nemen Te weinig wordt in
onze scholen met haar verstard klassikaal
systeem de aandacht gevestigd op het feit,
dat onze lagere scholen in de eerste plaats
meer de nadruk moesten leggen op de ont
wikkeling van het lichaam en de aanpas
sing van het kind aan de omgeving.
Het leerplan van de Pallas-Athene-school
zegt het als volgt:
„Bij de opvoeding gaat het om het schep
pen van een omgeving en een sfeer, waarin
het kind in staat woidt gesteld zijn eigen
schappen te ontwikkelen. Deze eigenschap
pen zijn van drieërlei aardlichamelijke,
z e d eli jk-a e s th e t is c h e v erst a n d e H jk e.
Voor het kind van 6 tot 12 jaar valt de
nadruk op de lichamelijke ontwikkeling en
in verband daarmede worden de gevoelens
en het verstand gewekt en ontplooid. Het
kind in deze periode tr3cht met alle onder
zijn bereik staande middelen meester te
worden van zijn lichaam door dit op allerlei
wijzen te oefenen. De gelegenheid daartoe
moet dus in ruime mate worden geboden.
Daarom wordt de kern van het onderwijs
de zelfwerkzaamheid en wel een zoodanige,
dat alle zintuigen plus de spieren gelegen
heid krijgen zich te uiten.
Tegelijk daarmede is een ander punt van
het grootste belang, n.l. ditdat 'het kind,
dat de lagere school 'bezoekt, zich moet
en ook niet anders wil inleven in zijn om
geving, waarvan bij het ouder worden de
grenzen voortdurend worden verzet. Daar
voor is noodig, dat de leerling er voortdu
rend daadwerkelijk mee in aanraking
wordt gebracht, dat hij voortdurend staat te
genover taken met deze omgeving in ver
band.
In contact met de voorwerpen wordt hem
geleerd juiste waarneming het vastknoopen
van andere waarnemingen aan de gedane
(associatie) en het verwerken ervan door ei
mondeling of schriftelijk zijn gedachten
over uit te drukken.
De beide principes van de school in wer
king zijn duszelfwerkzaamheid en kennis
opname, innig met elkaar verbonden m.a.w.
het kind moet zelf doen, zelf onderzoeken,
zelf associeeren en combineeren.
Om arbeid, in velerlei vorm, die in de
eerste plaats de belangstelling van het kind
heeft, concentreert zich dus het onderwijs
en ook dc op\oeding. Dit laatste beteekent:
gelegenheden verschaffen, waarbij het kind
al zijn eigenschappen kan ontplooien, niet
alleen va-n het lichaam, maar ook van hef
gevoel en het verstand, waarbij het karakter
gevormd wordt. Men moet het kind goede
gewoonten bijbrengen aangaande oefening
en behandeling van zijn lichaam en de be-
heersohing daarvan. Het moet zich leeren
schikken naar anderen en met hen leeren
samenwerken. Het moet zich leeren beheer-
schen. Het moet gehoorzaamheid aonkwee-
ken in het volbrengen van een zich zelf
of door meerderen opgelegde taak. Het
moet leeren, dat het volbrengen van vrij wil
ligen dienst aan de gemeenschap een twee
de natuur wordt. Daarmede gaat gepaard
vooikomendheid, beleefdheid, in 't kort alles
wat op de karaktervorming betrekking heeft.
Het gaat dus niet om theorie, maar om ont
wikkeling van de persoonlijkheid in het
doen.
Ons baseerend op het voorafgaande ligt
het dus vcor de hand, dat het verrichten
van allerlei vormen van arbeid de spil is
an het gemeenschapsleven der leerlingen.
Deze arbeid kan individueel zijn, maar kan
ook door groepen verricht worden. Maar
deze groepen behoeven geen doorloopend
verband te houden. Met de verlegging der
aandacht kan een wijziging der groepeering
gepaard gaan."
'Hier is gestreefd naar harmonie, naar
grondbeginselen, hier gaat het inderdaad
om de „maatschappelijke en Christelijke
deugden", waarvan de wet wel spreekt, maar
waarvan de tenuitvoerleggers de uitvoering
niet eischen. Het was de lQe eeuw dan ook
vrijwel onverschillig, wat er van de opvoe
ding terecht kwam, als maar voldaan werd
aan bepaalde, geheel van te voren vastge
stelde eischen van kennis. Ik zeg hier na
drukkelijk kennis en niet verstan
de 1 ij k e ontwikkeling, omdat deze
laatste door de veel te groote kennrsopn-a-
me over de geheele linie, vanaf de lagere
sohool tot en met de universiteit, volkomen
in het gedrang kwam. Br is geen tijd voor de
leeriing orn zelf te zoeken, te snuffelen en te
vinden. Dat kost allemaal veel tijd en die is
VOOR REGENKLEEDINO
naar HET adres te Amersfoort
BESLIST WATERDICHT
er niet, want het leerplan moet afgewerkt
worden. Dan maar behandelen, voordoen en
laten leeren, leeren, leeren. Dat hebben
niet alleen de ouders begrepen, die hun
kinderen voortdurend opgescheept za
gen met bergen geheugen-werk naast
het meer dan problematisch-nuttige
sommen maken, maar ook talrijke
onderwijsgevenden. Deze laatsten hebben
echter niet tegen de stroom kunnen op
roeien, daar zij er niet in geslaagd zijn
de massasirggestie van „kennis en macht",
te breken. Het zal ook nog lang duren vóór
deze suggestie gebroken is, want hoe staan
de meeste ouders nog tegenover dit vraag
stuk Vragen zij in de eerste plaats wat
zal mijn kind voor een mensch worden
of vragen zij: wat zal mijn kind straks w e-
ten en naar welke inrichting van onder
wijs zal ik het dan stwen Hulde aan die
ouders welke helderziend genoeg zijn om
het geluk van hun kind niet op le offeren
aan de ongemotiveerde drang naar veel fei
tenkennis. Wanneer de malle eerzucht van
veel te willen weten, zander meer, bij nog
meerderen zal geweken zijn, vervalt het pro
bleem ven de school voor verstandelijk"
meer 'begaafden, die heel dikwijls, wat hun
gemoed betreft, om jvu maar een term
te gebruiken, waarvan ieder, ondanks zijn
vaagheid, dc inhoud wel begrijptmin
der begaafd, ja zelfs wel achterlijk zijn. Het
gaat cr dan niet meet om, degenen, die
veel kunnen verteren in de kortste tijd de
grootste hoeveelheid kennis bij te brengen,
maar het gaat er om hun verstand te oefe
nen hen beter werk in plaats van meer
werk te laten verrichten, hun gelegenheid
te geven dieper op de dingen in te gaan.
De 'heer Keete zegt het zoo uitmuntend
„Er is zooveel verschil tussohen schoolsche
knapheid, gecontroleerd! door allerlei exa
mens, en wezenlijke knapheid: combinatie
vermogen, vernuft, scherpzinnigheid, gevat
heid, initiatief, doorzicht." Juist, daar gaat
het oni. Maar deze eigenschappen kunnen
aleen en ook alléén ontwikkeld worden door
de leerlingen voortdurend zélf te laterv
doen, zélf te laten zoeken, door 'hen werken
en studeerei\ te leeren, eerst met die
zaken waar zij de grootste belangstelling
voor hebben, later voor andere waarvan zij
inzien, dat ze voor diepere en verdere stu
die noodig zijn. En hiermee is de klassikale
werkwijze veroordeeld, voor goed veroor
deeld.* Want daar kleefde nog een ander
gebrek aan. Ze bevorderde maar in zeer ge
ringe mate de karakter-ontwikkeling. En nu
moet men niet in de eerste plaats de schuld'
geven aan de onderwijsgevenden, onder wie
zoo talrijke uitnemende mannen en vrouwen
werken, met liefde voor hun laak en het
kind. De schuld Ligt aan de werkwijze, die
hun hinderde het kind zijn gang te laten
gaan, 'behalve dat het hun verhinderde ge
heel zich zeH te zijn. Het karaktr vormt zich
in het doen', in samenwerking erv omgang,
in het werkelijke leven. In deze gemeen
schap ontstaan van zelf verschillende groe
pen, vereen igingen Ier beoefening van
sport, spel, tooneel, muziek, zang. en dans.
Ook behooren dc jongelieden weder verant
woordelijk gesteld te woiden voor de goede
gang van zaken in de gemeenschepzij
moeten dus "in de vorm van zelfgekozen be
stuurslichamen deel hebben aan het bestuur
der school. Zoo wordt het verantwoordelijk
heidsgevoel opgewekt en in de omgang met
anderen, wier rechten voortdurend geëer
biedigd moeten worden, wordt z e I f t u c h t
aangekweekt. In het gemeenschapsleven, in
gedeelde arbeid, gedeelde vreugde, gedeel
de ontroering, komen de leerlingen tot het
begrip broedersohap (eenheidsbesef) in de
diepste zin des woerds."
„Alles goed en wel," zeggen nu velen,
„maar voer dat nu maar eens eventjes uit.
Mooi genoeg in principe, maar in de prak
tijk? Neen, hoor, dnn houd ik me nog maar
aan ons tegenwoordig systeem, daar weet
je tenminste w at je er aan hebt."
Toch is de weg gewezen-, ze ligt ook in
alle redelijkheid voor de hand, zelfs zonder
dat er sprake behoeft te zijn van 'benadee
ling der kinderen in de zin waarin men
thans de schoolsche ontwikkeling opvat. In
tegendeel zal er winst blijken in de groo
ter degelijkheid van begrijpen en dus van
vasthouden, in de meerdere interesse, in de
groolere zelfstandigheid, enz. Maar dnn
moet het recept luidengeef het kind en
de leider de vrijheid, al zal die nooit abso
luut zijn. Het vertrouwen in de diepere men-
scheliikheid van opvoeden en opvoedeling
bcvT.den, in de veelzijdige natuur van het
kind- en zijn drang naar zelf kennen en zelf
kunnen. Geef het onder liefdevolle leiding
d'e gelegenheid zich zelf en zijn kameraden
te ontwikkelen. In den beginne zullen er
veel moeilijkheden te ovenvinnen zijn, za!
de taak zwaar blijken, de resultaten mis
schien andere dan men verwachtte, maar de
toestand is thans zóó, dat er moet veran
derd worden. Talrijken voelen, dat we op
een dood punt zijn gekomen en dat we
staan aan dc vooravond van een omwente
ling op schoolgebied. Het buitenland gaat
voor. Maar ook in ons eigen land zijn spo
ren waar te nemende Montessorischolen
in Amsterdam, Haarlem, den Haag, Utrecht,
Bussum, de door de Ma-alij. tot Nut v. h.
Alg. ingezette actie tot invoering van het
'Daltonsysteem hier in Amersfoort de Pal-
las Athene beweging. Het is een verheu
gend verschijnsel, dit nieuwe streven, dat
•het mogelijk is gebleken een school t©
stichten <lie berust op de nieuwe inzichten.
Het vraagstuk van de meer- of minder be
gaafden i-s daar opgelost in dc zin van indi-
vidueele ontwikkeling, gepaard aan gToep-
werkzaamheden en klassikale lessen. Het
'beste waf op het gebied van opvoeding cn
onderwijs gevonden is, wordt da-ar aange
wend, zoodat ieder oneindig meer tot zijn
recht ken komen dan op een gewone school
met een klassikaal leer^ysteem mogelijk is-
De intellectueel meer begaafden kunnen
hun verstandeijke aanleg verdiepen door
-meer individueel werk en door het verlce-
ncn van hulp aan de minder begaafden,
die daar gaarne gebruik van maken. Onge
twijfeld is dit een der beste wijzen van ver-
stonds- en karaktervorming. De neerhalende
wedijver naar mooiere cijfers, naar meer
derheid in kennis, wordt vernteden. Er
wordt rustiger gewerkt in een prettiger sfeer
dan over 't geheel een gewone klas kan ge
ven, al erken ik gaarne dat cr talrijke on
derwijzers en onderwijzeressen zijn, die de
kunst van „sfeer wekken" uitstekend ver
staan. Maar hier komt ze op een meer na
tuurlijke wijze tot stand. liet spreekt van
zelf, dat er nog kolommen toe te voegen
zouden zijn aan dit artikel. Maar daar kan
het Amersfoortsch Dagblad niet haar ruimte
voor beschikbaar stellen. Het artikel van
den heer Keete was echter een welkome
gelegenheid om heel beknopt en onvolledig
bovenstaande inzichten nog eens naar vo
ren te brengen hetgeen hij mij hopelijk niet
euvel zal duiden. Het betrof hier geen kri
tiek, alleen een vervolg, of liever een aan
vulling
J. N. BOLT.
'H VOLKENBOND. S
DE GRENSGESCHILLEN TUSSCHEN -
ECUADOR EN PERU.
G e n c v c, 1 3 A u g. (B. 1 A-) Ecuocbr heeft
van den secretaris-generaal van den Volken
bond ter registrcering doen toekomen een op
21 Juni tusschen Ecuador cn Peru gctcekcnd
protocol aangaande grensgeschillen, die reeds
sedert meer dan een eeuw tusschen bcido lan
den hangende zijn. Ecuador, dot voor het eerst
aan den Volkenbond een document tor regis
tratie inzond, deed daarbij uitkomen, dat het
dit deed overeenkomstig het puct, hoewel het
nog geen lid van den Volkenbond is.
DC ONDERHANDELINGEN MET DE MICUM.
Een weck opgeschort.
Gisteren zouden tc Dusscldorp dc onderhan
delingen tusschen dc Micum cn de commissie
van zes uit dc Rocrindustric over de verlenging
van de overeenkomsten met dc Micum begin
nen. Met het oog op dc besprekingen in Lon
den is het begin van deze onderhandelingen
echter een weck uitgesteld.
HEI TRANSP0RI ARBEIDERSCONGRES TE
HAMBURG.
Hamburg, 12 A u g. (W. B.) In de ver
gadering van het trnnsportnrbeiderscongrcs is
dc Franschc ofgcvaardigde Leguin in opdracht
van. zijn londgenooten nogmaals teruggekomen
op dc reeds aangenomen motie over de algc-
mecncn wcrelótoestnnd, waarbij hij verkloorde,
dat dc Franschc afvaardiging zich haar interna
tionale solidariteit voor den werkenden stand wel
bewust is, dcch dot de motie het gevaar met
zich brengt van een verstoring van de een
dracht in de vakbeweging, aangezien zij in
strijd is met de houding van dc vakbeweging
in Frankrijk en tegen één haier besluiten in-
druischt. Williams (Engeland), dc voorzitter,
keerde zich scherp tegen de Franschc bewerin
gen cn betoogde, dat dc motie met overgTootc
meerderheid is aangenomen. Het is niet de
schuld van het congres, dat de Frnnschcn zich
van stemming onthouden hebben. Voor zoover
de Engelsche afvaardiging betreft, deze be
schouwt de motie als volkomen ernstig. Voor
het overige is <le zaak door het aannemen van
Naar het Engelsch van RUB7 M. A7RES
door
W. J. A ROLDANUS JR
24
Waarom had zij gewild, dat ik medeging De
eenige r^den, dio ik bedenken kon, was, dat
zij boos was op D011; nou, ongetwijfeld zouden
zij elkaar weer lang voor zij bij ons hek waren,
gekust en verzoend hebben.
Ik volgde den ouden Jardine in het huis.
De oude man was erg opgetogen over hel
avondje; hij zeide, dat het een groot succes ge
weest was; ja, zelfs had hij de onbeschaamdheid
te beweren, dat hij het stuk mooi gevonden had
hoewel hij had geslapen als een roos.
„Het doet je goed om nu en dan eens naar
de stad te gaan, Buchanan," zeide hij, terwijl
hij do whisky inschonk. „Mijn Jieve vrouw was
dol op comedie buitengewoon dol. Was zij
vanavond ^riaar bij ons geweest. Maar daar zul
len we het nou maar liever niet over hebben. De
weield is toch al vol droefheid I"
Ik bleef misschien een half uur bij hem cn
wandelde dan langzaam naar huis. Er brandde
zoowel in mijn huis als in dat naast
mij neg licht, en ik zocht juist naar mijn
huissleutel/ toen de deur door Don zelf geopend
werd. Dat verwonderde mij zeer, want ik dacht
zeker, dat hij in het huis ernaast ziin zou; cn ik
was nog meer vèirast toen ik zijn bleek gezicht
zng, nadat hij mij in mijn studeerkamer ge
volgd was. Nog voor ik tijd had hem iets te
vragen, barstte hij uit
„2,ij heeft me den bons gegeven, sir en dat
allemaal om dien vervloekten avond. Zij wiide
van geen uitleggingen of excuses hooien zij
zeide, dat het heel duidelijk was, dat ik me voor
liaur schaamde en dat zij niets meer van me we
ten wilde, niets meer
Er klonk aandoening in zijn slem cn hij streelc
wanhopig met zijn vingers door zijn haar.
Hij liep de kamer door en kwam dan weer
tci ug.
„U zult het natuurlijk heel prettig vinden,"
zeide hij uitdogend-
Vond ik het prettig? Op mijn woord, ik wist
het nauwelijks; alles kwam zoo vreeselijk on
verwacht. Ik had zelfs niet aan de mogelijkheid
dat zoo iets zou kunnen gebeuren, gedacht, en
Don ging voort.
„Wat kon ik er aan doen Het was mijn
schuld niet, dal die stommeling von een Selby
met dien onzin begon. Ik heb hem in geen we
ken gesproken; hoe had ik hem kunnen vertel
len, dat ik geëngageerd was En vóór ik een
wooid kon zeggen nam de oude Jardine me meo
en dat is alles!" Hij koek mij smeekend
aan. „Je kon met een vrouw niet redeneeren,"
ging hij voort op den toon van iemand, die er
alles van weet. „Als ze eenmaal ©en idee in
haar hoofd hebben, kun je het cr met geen la
ding dynamiet uit krijgen. Natuurlijk schaamde
ik me volstrekt niet voor haar. Dat weet u even
goed als ik. Het is een bedonderde boel. Maar
zij is zoo duivels trotsch en gevoelig.
„Zij meent het zoo niet," kon ik er eindelijk
tusschen krijgen. „Morgenochtend is alles weer
in orde."
Hij lachte ongelukkig.
„Denkt u Het ziet er anders niet erg naar
uit," en hij wierp den ring met parelen op
de tafel. „Zij zei, dat het haar speet, dot zij dien
ooit van rne had aangenomen. En locn verloor
ik mijn geduld cn zei, dat het me speet, dat ik
haar hem ooit gegeven had."
„Jullie hebt natuurlijk allebei een boel ge
zegd, waar je niets van meende," zcidc ik om
te trachten hem te kalmeeren. „Maar dat komt
morgenochtend allemaal weer terecht, maak je
daar maar geen zorg over."
„Ik kan niet inzien, dot ik er iets aan doen
kon, u wel?" vroeg hij opgewonden. „II hebt ge
zien hoe het gebeurd is wat heb ik kunnen
deen om het tegen tc houden Selby praat zijn
mond altijd voorbij hij is een stomme ezel."
Ik keek hem eens aan.
„En is dat nou alles, waar Miss Lambert zoo
boos om is
Don keerde zich om en kreeg een kleur; hij
haalde zijn schouders op.
„O, zij was natuurlijk ook woest, omdat ik
Miss Gilling ben gaen aanspreken. Zij zeide,
dat het een geringschatting van haar was. Zij
heeft me afgesnauwd vanaf dat we uit het res
taurant waren, cn dat kon ik niet verdragen.
Miss Gtirling was veel aardiger."
„Dat schijnt wel," merkte ik droogjes op.
„ITet is allemaal onzin. Er stak absoluut geen
kwaad in. Ik ben alleen naar haar arm gaan
vragen."
„Dat heeft dan nog al lang geduurd," zeide
fx.
„Ik wist niet, dat u voor Joy partij trok,"
zeide hij gegriefd.
„Ik trek voor nieittand partij," zeide ik vlug.
„Maar toeschouwers zien het meest en je
zult moeten erkennen, dat je je niet fatsoenlijk
gedragen hebt."
Don nam een boék op, keek erin en gooide
het dan weer neer.
„Ze heeft me aardig op stang gejaard," zeide
hij jongensachtig. „En ik heb het haar eens
flink gezegd, maar wat kan mij het ook
schelen, ik ga naar bed."
Hij nam den ongeluksring met parelen op.
„Goeden nacht," zeide hij brommig.
Ik luisterde terwijl hij de trap opliep. Hij liep
zwaar en het verwonderde me hcelemaal niet,
dat hij met een horden slag de deur van zijn
slaapkamer dicht smeet.
Ik di aaide het licht uit, sloot de deur cn ging
naar mijn eigen kamer.
Het was over eencn, maar toen ik uit mijn
raam keek, zdg ik, dat er in het huis naast mo
nog licht brandde.
Het was een treurige avond, vond ik. De ar
me oude Jardine zou ons niet gauw bereid vin
den het experiment te herhalen.
Het was een warme nacht, te worm voor mij
om le slapen tenminste, zoodat ik in plaats van
naar bed te gaan, de ramen open zette, de gor
dijnen neerliet en ging zitten lezen.
Gewoonlijk is onze straat heel rustig en kalm.
waardoor het me nog meer dan anders het ge
val zou zijn, opviel, dat ik nu en dan een vrij
luide m&nnestem en ook van een 'uw hoorde,
die huilde was zij het
'Ik legde mijn boek neer en luisieidu muur
alles was nu weer rustig, dan echter hoorde ik
de vrouwenstem weer angstig en verschrikt
„O, vader, doe me toch geen pijn!"
Ik zat hoe! stil cn in gespannen aandacht le
luisteren; dan juist toen ik begon te denken
dat ik het me wel verbeeld zou hebben klonk
een gesmoorden gil door den nacht een gil
van pijn was het gevolgd door het onmis
kenbaar geluid van een vrouw, die snikt.
Ik wierp het boek neer, deed het licht uit,
ging naar het raam en trok het gordijn wat op.
Naast ons brandde nog licht cn nu kon ik dat
snikken duidelijk hooren en ook dc afgebroken
woorden, gesproken door een stem, die ik ken
de en herkende.
fJA jij bruut, jij bruutHoe durf je, hoe durf
je
Het was Joy.
HOOFDSTUK IX.
Don had verscheidene malen over zijn aan
staande schoonvader gesproken als over een
ploert cn een ouden schelm, maar dat hij ook
een bruut was, had ik nooit gedacht; mijn
eerste opwelling was dan ook naar beneden le
gaan en tusschen beide tc komen.
Ik stond op het portaal cn had het electrische
licht opgedraaid, voor het tot irujn bewustzijn
doordiong, dat mijn tusschcnkomst waarschijn
lijk niet welkom zou zijn; het meisje had geen
sympathie voor me en zij was erg trotsch.
Maar het was onmogelijk niets te doen, dus
ging ik naar Don's kamer cn riep hem een
Inng gerekt gesnurk was het eenige antwoord,
dat ik kreeg; blijkbaar was hij niet al te erg
van streek door het verbreken van zijn engage
ment, cn ik voelde me eenigszins boos, toen ik
naar zijn bed ging cn hem bij zijn schouders
pakte.
Hij lag op zijn rug met zijn armen gekruist
onder zijn hoofd, en hoewel ik hem door el
kaar schudde en verscheidene molen bij zijn
naam riep, was het zonder eenig effect cn ten
slotte gaf ik het op.
(Wordt vorvolgd.)