AMERSFOORTSCH DAGBLAD, „de eemlander
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD.
23e Jaargang
No. 38
M Woensdag 13 Aug 1924
MEDEZEGGENSCHAP IX HET
BEDRIJFSLEVEN7.
Met rapport uit den Vrijz.
Dom. Bond.
De V r ij z. D e m. bevat het slot van het rap
port van de commissie, benoemd door het
hoofdbestuur van den Vrij'/innig-Democroti-
schen Bond over het vraagstuk van het Mede.
zeggenschap in het bedrijfsleven
Hieronder volgt het voornaamste eruit
Wanneer men de gegevens van het beknopt
historisch overzicht beziet in verband met de
algemeene beschouwingen, in de inleiding van
dit rapport opgenomen, dan is het, nnnr het
oordeel der commissie, niet moeilijk den weg,
die in dezen verder gevolgd moet worden, aan
te wjjzen. De collectieve samenwerking van
arbeiders en ondernemers moet verder U-orden
uitgebouwd. Zij dient, waar eenigszins mogelijk,
do taak over to nemen, die thans nog voor het
grootste deel door de overheid en hnar ambte
lijke organen moet worden verricht
Het begrip medezeggenschap dient voor alles
te worden opgevat in organischen zin. Al zou
de commissie niet willen beweren, dat van een
individueel medezeggenschap ook in de verste
toekomst nooit sproke zal kunnen zijn, zeker
is de tijd doorvoor thans nog bij lange na niet
rijp.
Moetcn nu ter bereiking von dit doel nieuwe
instellingen in den vorm van allerlei soort
„raden" in het leven worden geroepen Ook
deze vraag beantwoordt de commissie ontken
nend.
Het medezeggenschap moet worden verwe
zenlijkt door middel'van de bestaande organen;'
de vakvercenigingen der arbeiders en werkge
vers. Waar zij bestaan, is het in leven roepen
van een afzonderlijke organisatie oveibodig;
waar zij ontbreken, bestaat nog' zoo weinig
organisatorisch verband tusschen de individtt-
eele bedrijfsgenooten, dat van het in het leven
roepen van een of anderen raad geen heil is te
verwachten. Dat sluit natuurlijk niet uit. dal in
bedrijven, waar de wcnschelijkheid daarvan
wordt gevoeld, door de organisaties van werk
gevers on arbeiders gemeenschappelijke orga
nen in het leven worden geroepen, die op de
naleving van collectieve afspraken hebben toe
te zien of beslissingen over geschilpunten heb
ben te nemen. Het bezwaar tegen „kunstmatig"
van bovenaf in het leven geroepen organisaties
zal immers juist bij laatstgenoemde niet aan
wezig zijn.
Wat kan nu de overheid doen om deze ont
wikkeling te bevorderen Zij kan in de eerste
plaats belangrijke onderdeden van sociale wet
geving aan deze organisaties opdragen. De
eerste «stappen in deze richting zijn trouwens
reeds gezet. Een ruim uitzicht openen op dit
gebied in de laatste jaren aanbevolen denkbeel
den, die ook dc instemming van de regeering
hebben verworven, om de uitvoering van de
sociale verzekering zooveel mogelijk aan de
organisaties van werkgevers en werknemers
over te laten.
Het zwaartepunt von het medezeggenschap
van de arbeiders in de bedrijven, ligt naar het
oordeel der commissie voor hen in het mede-
beslissen over de arbeidsvoorwaarden, die op
hen van toepassing zijn cn over de loonen, die
zij zullen verdienen. Om deze te kunnen rege
len tot vederzijdsche tevredenheid, zal moeten
worden gestreefd naar collectieve arbeidsover
eenkomsten, nf te sluiten tusschen de organi
saties van bedrijfsgenooten (werkgevers en
werknemers), of bij ontstentenis van een orga
nisatie der werkgevers tusschen de werkgevers
individueel en de arbeidersorganisaties, welke
collectieve contracten o.m. bepalingen bevatten
inzake de rechten en verplichtingen der arbei
ders, inzake, den arbeidsduur bir gewonen ar
beid, bij arbeid op Zon- en feestdagen, arbeids-
on schafttijden, loonregeling (betaling van loon
bij verzuim, verlof, ziekte en bijzondere om
standigheden), opzeggingstermijn, ontslag, com
missie voor geschillen, enz. enz.
Het zal voor een vruchtbaar overleg over de
afsluiting van dergelijke contracten van het
grootste belang zijn, en het is van de madebe
slissingsmacht over de arbeidsvoorwaarden de
onafwijsbare consrquentie, dit aan de vertegen
woordigers der arbeiders inzicht wordt gegeven
in den gang van zaken van het bcdrijl. Tegen
woordig komt het herhaaldelijk voor, dat het
afsluiten van een collectief contract afstuit op
de omstandigheid, dat de ondernemers mede-
deelen, dat dq van arbeiderszijde gestelde voor
waarden dc draagkracht van het bedrijf le
boven gaan. Dc moeilijkheid, waarop men dan
telkens weei stuit, is, dat van de arbeiders ver
langd wordt, dat zij zich bij deze rhededeeling
zonder meer zullen neerleggen. Deze moeilijk-
beid is te ontgaan, wanneer aan de vertrou
wensmannen der arbeiders gegevens worden
verschaft om den toestand en de vooruitzichten
van het bedrijf te beoordeelen.
Ook hier kan de wet niet rechtstreeks dwin
gend optreden. De overheid kun echter een
ontwikkeling der arbeidsverhoudingen in dezen
zin bevorderen, door haar bemiddeling te ver-
leenen in arbeidsgeschillen. De arbeidsge-
schillenwet verschaft haar dtiartoe de noodigc
middelen. De toepassing van die wet zal er in
sterke mate toe moeten bijdragen, dat de op
vatting, dat de bcoordeeling van hetgeen het
bedrijf kan dragen, niet alleen de zaak des
werkgevers is, gemeen goed worde.
Het zal natuurlijk van het grootste belang
zijn, dat alle in een bepaald bedrijf werkzame
ondernemers en arbeiders een gemeenschappe
lijke regeling der arbeidsvoorwaarden treffen.
Dat zal zooveel mogelijk vrijwillig dienen te
geschieden, maar dit sluit niet uit, dat indien
de totstandkoming eener algemeen e regeling
dieigt of te stuiten op het verzet eener minder
heid, de mogelijkheid moet worden geopend,
het door de meerderheid gesloten conti act ook
voor de minderheid bindend te verklaren. De
commissie gaat dus op dit punt mede met het
door een groote meerderheid van den Hoogen
Raad aanbevolen denkbeeld der bindendverkla
ring van de collectieve arbeidsovereenkomsten,
ook voor degenen, die de overeenkomst niet ge
sloten hebben.
Daaraan moet worden toegevoegd, dit een
dergelijke regeling niet zal kunnen worden ge
troffen zonder daarin de noodigc voorzieningen
ter voorkoming van misbruiken op te nemen.
Zij zal in de eerste plaats alleen betrekking
mogen hebben op de bepalingen betreffende
d- arbeidsvoorwaarden. Met name zal zij
zich vooralsnog niet tot bepulingcn betreffende
do prijzenpolitiek mogen uitstrekken. Voorts
zullen algemeene voorschriften moeten worden
gegeven omtrent dc vereischte meerderheid d r
vrijwillig toegetredenen. wil bindcndvcrklnring
voor de minderheid toelaatbaar zijn.
Dit alles vordert echter, dot er een boven de
direct belanghebbenden staand orgaan zij, dat
over de bindendverklaring beslist. Hoewel dc
commissie van oordeel is, dat de regecring in
de gelegenheid moet zijn hier desgewenscht
liet laatste woord tc spreken, meent zij niet,
dat bet noodzakelijk is, aan haar in eerste in
stantie een onderzoek naar do mogelijkheid cn
wénschelijkhcid der bindendverklaring op te
dragen. Immers het streven moet er op gericht
zijn het bedrijfsleven zelf zooveel mogelijk zijn
eigen zaken te doen regelen. De politieke over
heid grijpe slechts in, wanneer dat in het al
gemeen belang noodzakelijk is. Het aangewe
zen instituut om over de bindendvevklaring in
de eerste plaats te oordeelen, is de Hooge Rnad
van Arbeid. Draagt men aan dezen Raad de be
slissing op, behoudens het recht der Kroon om
die beslissing wegens strijd met dc wet of met
het algemeen belang te vernietigen, dan is
ecnerzijds aan het bedrijfsleven het recht ge
geven om eigen zaken zelf te regelen, ander
zijds tegen het gevaar, dot groepsbelangen zou
den worden bevoordeeld ten koste van het al
gemeen belang voldoende gewaakt
Om dit doel te kunnen bereiken, zal de Hoo
ge Raad van Arbeid moeten worden erkend ols
een lichaam met verordenende bevoegdheid als
bedoeld in art. 194 der Grondwet. De Raad zal
dan tevens kunnen worden betrokken in de uit
voering van de arbeidswetgeving.
Dc commissie heeft gemeend ook de positie
van het overheidspersoneel in haar beschou
wingen te moeten betrekken. Zij sluit zich op
dit punt non bij de denkbeelden van dr. ir. J
van Hettingo Tromp, die wenscht, dnt de
rechtspositie en de arbeidsvoorwaarden van dit
personeel worden geregeld door oen commissie
waarin vertegenwoordigers van het personeel
en van de overheid zitting hebben. Intusschcn
wenscht de commissie er daarbij ter voorko
ming van misverstand nadrukkelijk op te wij
zen, dat zij hiermede geenszins op hot oog heeft
een regeling, krachtens welke aan de overheid
bepalingen zouden kunnen worden oDgedron-
gen, die deze niet wenscht. Dit is echter van
het stelsel ion Hetlinga Tromp geenszins de
bedoeling noch het gevolg. Wanneer het stem
recht in de commissie zoo wordt geregeld, dat
de vertegenwoordigers van het overheidsperso-
nel tezamen één cn de overheid harerzijds één
stem uitbrengen, dan wordt nimmer een ho-
sluit genomen, dot niet de volledige instem
ming der overhcM geeft. Kan in de commissie
geen meerderheid worden verkregen, dnn be
slist de overheid zelfstandig Deze regeling heeff
het voordeel, dnt zii kon leiden tot werkelijk
overleg. Zij is verre te verkiezen boven de be
staande regeling voor het rijkspersoneel, waar
bij dg regeeringsvertegenwoordigers hun eigen
gevoelen en niet dat van de regeering weerge
ven, zoodat het zelfs voorkwam, dnt de com
missie met algemeene stemmen een beslui* -\^m
waarmede de regecring zich in het geheel niet
kon vereenipen. Aanvaardt nicn het juiste be
ginsel, dut de vertegenwoordiger der oveibe'id
het georganiseerd overleg de meaning van
zijn lastgeefster weergeeft, dan wordt ook de
onbevredigende indruk vermeden, die nu te
recht of ten onrechte wordt gewekt wanneer de
regecring een door de centrale commi-s'.o met
groote meerderheid uitgebracht advies naast
rh neerlegt.
Hoewel dc opdracht der commissie werd be
perkt tot een onderzoek van het vraagstuk von
het medezeggenschap mankt zij aan het slot
van haar rapport eenige opmerkingen over de
met het medezeggenschap samenhangende
vraagstukken van winstdeeling cn deelhebber
schap. Deze middelen worden reeds in zoovele
gevallen toegepast, dat de mogelijkheid ervan
niet meer behoeft te worden aangetoond.
De meerderheid der commissie beveelt de
toepassing vnn een stelsel van winstdeeling ten
zeerste aan. Tusschen den zeer bescheiden vorm
an winstdeeling, welke nnnr het oordeel van
verscheidene leden der commissie is gelegen in
stukloon, en den meest volmaakten orm
dien van productie-coöperatie, liggen tal van
mogelijkheden om den ai beidei deel ver
schaffen in de bereikte resultaten en die ge
schikt zijn de belangenstrijd nader tot oplos
sing te brengen. De me?rderheid der commissie
heeft echter van de practische verwezenlijking
van een stelsel van deelhebberschap niet zoo
groote verwachtingen, dat zij daarin de op'os-
sing van het vraagstuk van het medezeggen
schap zou willen zoeken. In dc eerste plaats,
omdat op het bezit van aandeelen in de on
derneming, Waarin hij werkzaam is, door den
arbeider nog te weinig prijs wordt gesteld. In
de tweede plaats, omdat 'menig arbeider ols
aandeelhouder tot de algemeene vergadering
toegelaten, met teleurstelling tol da ontdekking
zal komen, hoe gering de macht van een aan
deelhouder is. Vandaar dat de meerderheid der
commissie heel wat grootere beteekenis toe
kent tihn het medezeggenschap der arbeiders,
welke verkregen wordt door de medewerking van
hun leidei s aan de vaststelling van de alge
meene arbeidsvoorwaarden in het bedrijf en wat
daarmede samenhangt cn aun de uitvoering von
de sociale wetgeving door de belanghebbenden,
dan aan het deelhebberschap van iederen ar
beider individueel in de onderneming, waarin
hij werkzaam is.
De commissie bestond uit de heeren A. C.
Josephux Jilta, voorzitter, E. Bredewout, J.
Dekker, M. C M. de Groot, C. Pelt J Jzn Hugo
von Poelgeest.
WIJZIGINGEN IN
DE PENSIOENWET
Een uitgesteld pensioen.
De regecring heelt, naar c)e Tel. verneemt,
de volgende wijzigingen in d« Pensioenwet
voor de landmacht voorgesteld en aan de com
missie voor Georganiseerd Overleg om advies
gezonden
Artikel J. De wachtgelders zullen niet meer
vallen onder de bepalingen c)er Pensioenwet
voor dadelijk ingaand pensioen.
Artikel 2. Voor pensionneering wegens
lichaamsgebreken ontstaan buiten den dienst
wordt een diensttijd van ten minste 10 jaar vcr-
cischt (deze termijn is thans op 5 jaar gesteld).
Het dadelijk ingaand wachtgeld-pensioen ver
valt.
Er wordt ingevoerd ccn uitgesteld pensioer»
voor hen die wegens overcompleet geraken 'in
bij entslag uit den dienst niet op verzoek bij
oen diensttijd van 25 jnnr. Het pensioen gaat
dan eerst in bij het bereiken van den 60-jarigen
leeftijd.
Hierbij zijn de volgende overgangsbepalingen
vastgesteld
De tijd op wachtgeld doorgebracht vóór 1
Januari 1930, telt als diensttijd voor hen, die
vóór 1 Januari 1925 zijn ontslagen. Een vóór 1
Januari 1925 op wachtgeld gesteld militair
wordt geacht ontslagen te ziin met het eindigen
van den wachtgeldtcrroijn, doch uiterlijk I Jnn.
1920.
Hierdoor krijgen deze wachtgelders recht op
uitgesteld 'pensioen, terwijl aan hen, die dan
een werkelijken diensttijd kunnen doen gc'dcn
van ten minste 15 jaar van of het eindigen van
den wachtgeldtcrmijn tot het tijdstip waarop
hun het uitgesteld pensioen wordt toegekend
(60-jarigen leeftijd), een onderstond wordt toe
gekend, tc regelen bij Kon besluit
Hieronder vallen zij die in 1925 en 192*1 op
wachtgeld zijn gesteld en minstens 9 dienst
jaren kunnen doen gelden op 1 Jan. 1925.
Zij die onderstand genieten moeien bijdragen
voor het weduwen- en weezenpensioen.
Pensioen, ingevolge art. 2 punt 5 der Pen
sioenwet wordt eerst verleend na minstens 20
dienstjaren (was na 15 jaren), met verplichten
dienst bij de reserve tot het 55ste jaar (was tot
het 50e jaar).
Artikel 3. Recht op clidelijk ingaand pen
sioen wegens langdurigen dienst wordt verkre
gen op 50-jarigen leeft-d bij ongeschiktheid cn
op 55-jarigen leeftijd bij geschiktheid voor den
dienst (wns thans 50 jaar).
Artikel 4. Bij het ontstaan van gebreken,
welke op pensioenstelling mogelijk zouden ma
ken, moet geneeskundige of lichte heelkundige
ibehandeling (redelijk gesproken niet gevaar
lijke operatie), worden toegelaten, wanneer die
gebreken verholpen kunnen worden.
Recht op uitgesteld pensioen vervalt bij zoo
danig gedrag, dat dit ontslag uit den octieven
dienst ten gevolge zou hebben gehad.
■Artikel 5, 6, 7, 8. Tijdelijk pensioen vervalt
(zij ciic dit op 1 Januari 1925 genieten, zullen
dit echter behouden).
Artikel 10. Wachtgcldtijd van een in actie-
ven dienst herplaatst militair, die na I Januari
1925 op wachtgeld wordt gesteld, telt wel als
diensttijd.
Arlikel Tl De diensttijd voor pensioen telt
van het 18de levensjaar af (thans 16de levens
jaar). Voor hen, die voor 1 Januari 1925 in
mil. dienst zijn, blijft de diensttijd tellen van
het 16de junr af).
Artikel 14. Pensioengrondslag is de genoten
jaarwedde of soldij, vermeerderd met verstrek
kingen in nature, die het karakter van bezol-
diging hebben, over het laatste jour werkelijken
dienst.
Vrije geneeskundige behandeling en toelagen
komen bij dc vaststelling-van den pensioen
grondslag niet meer in aanmerking.
Tewerkstelling bij een onder departement van
alg. bestuur brengt geen wijziging in den pen
sioengrondslag.
Pensioengrondslag na verlaging in rang, bij
pensionneering binnen een jaar na degradatie,
wordt verkregen, door herleiding der na de
verlaging genoten inkomsten over één jaar (is
thans de bezoldiging genoten op den dag voor
he* ontslag),
Als pensioengrondslag voor hen die uitge
steld pensioen krijgen (dus ook voor de wacht
gelders) zal gelden, de bezoldiging die zij het
laatste jaar zouden hebben genoten, als zij in
hun rang waren blijven dienen (is thans naar
actieven dienst doorgebracht), (deze wijziging
geldt van 1 Januari 1920 af).
Artikel 15. Een gep. herplaatst militair krijgt
bij her-persionneering als pensioengrondslag
de bezoldiging over het laatste jaar genoten
'Artikel 15a. De pensioenpremie wordt gehe
ven van den pensioengrondslog op 1 Januari
van het jaar. (Deze bepaling geldt van 1 Ja
nuari 1923 of).
•Artikel 16. Het pensioen bedraagt voor eik-
jaar dienst \z,\ van den pensioengrondslag
(is thans 2
Het minimum pensioen voor geheel invali
den wordt gebracht van 50 op 15
Artikel 17. Bij invaliditeit wordt alleen dienst
tijd pensioen toegekend bij minstens 10 dienst
jaren (thans na minstens 5 jaren).
'Artikel 18. Pensioen wordt ook verhoogd
(met 10 bij ernstige verminking niet direct
ontstaan in en door den dienst. (Nieuw).
Artikel 19. Ook wordt eenzelfde verhooging
verleend bij erge verminking (Nieuw).
Artikel 23a Gelijktijdig genot van p?ns'oen
en wachtgeld is uitgesloten.
Artikel 23b. Bij het aanvaarden van een ovcr-
heicVsbetrckking worden de pensioenen vermin
derd, als pensioen en salaris meer bedragen
dan het laatstelijk in militairen dienst genoten
inkomen, ol het inkomen, dat hij zou hebben
genoten als hij in actieven dienst was geble
ven. Deze bepaling geldt voor do pensioenen,
verleend ingevolge artikel 2 punt I (langduri
gen dienst), punt 3 (ongeschiktheid voor de;i
militairen dienst cn buiten invloed van den
dienst) en punt 4 (in verband met den leeftijd
met meer ten vol'e geschikt zijn voor den mi
litairen dienst) en uitgesteld pensioen.
Van hen, die gepensionneeré werden wegens
lichaamsgebreken, ontstaan in en door den
dienst, zol de hfervoren bedoelde vermindering
de heltt bedragen van hetgeen meer worde ge
noten. dan in militairen dienst.
De korting op pensioen, verleend ingevolge
art. 2 punt 5 der wet, blijft van kracht. De
bepaling, dot door deze. vermindering pensioen
en inkomsten gezamenlijk niet mogen dalen
beneden den grondslag die voor de vaststel
ling van het pensioen goldt, vervalt.
Deze korting geldt Voor «ue betrekkingen,
dse bezo'digd worden uit publieke kassen; dus
ook die, waaraan geen pensioen is verbonden.
De controle op de inkomsten zal bij konink
lijk besluit worden geregeld. .1
Cii vertraging van de toekenning van pen
sioen buiten schuld van belanghebbenden, kan
voorschot worden verleend
Herkeuring, iraugcv- Tig.! d or b..■lar.gheb
benden, zullen 5 bedragen; hooger beroep
bij de Kroon 5; hóoger beroep bij den Centr
Raad van Beiocp J 10, tenzij ccn bewijs van
onvermogen wordt overgelegd. Worden de be
zwaren gegrond bevonden, dnn volgt restitutie.
Dc pensioenen werden in driemeandeiijksch©
termijnen voldaan.
Een pepensiónneerde ingevolge nrt. 2 punt
5 de; wet, kun in pensioen worden geschorst,
indien hij zijn verplichtingen nis reservist, niet
nakomt (te beoordeelen door den minister vnn
Oorlog).
Bij schorsing van vijf achtereenvolgende ja
ren vervalt het pensioen.
Deze wijzigingen zullen 1 Januari 1925 in
werking treden.
MAATREGELEN TEGEN
WERKSCHUWHEID
Een debat in tien I.eidschen Raad.
In dc vergodcring van den gcmoentcroad von
Leiden stelde het soc.-dcm. lid Van Stralen aan
het college van B. cn W. cenigc vragen, naar
naar aanleiding van het feit, dnt het Burg. Arm
bestuur werklieden hod geprest werk aan te ne
men tegen een loon verre beneden het normale,
op straffe dat anders hun ondersteuning zou
worden ingehouden.
Hij vroeg B. cn W. of ook zij in zoodanige
p:c*ssic niet zagen een loondrukking, wot een
schromelijk gevolg moet hebben voor het wel-
stnndspcil.
De wethouder, voorzitter van het Burgerlijk
Armbestuur, de heer Sanders, aio niet wilde gc-
ncraliseeren, doch elk geval op zichzelf
v.enschtc tc beschouwen, nam in dc bedoelde
gévallen de maatregelen van hot Burg. Armbe
stuur volkomen in bescherming. Hij achtte pres
sie niet alleen gcooiloofd, maar ift vele geval
len ook noodig. om werkschuwheid tegen te
gaan. Spreker wilde niet iemand geregeld niet
/13 per weck ondersteunen als hij 14 per
week kon verdienen, ook al verdiende hij voor
den toestand vnn werkloosheid méér. Zulk een
handelwijze zou de werkschuwheid bevorderen
en de gemeentefinoncjcn zwaar treffen.
Dc intcrpcllant was het daarmede niet eens
en diende in dit verband een motie van afkeu
ring in, die echter eerst in de volgende raads
zitting zal worden behandeld
GEMENTERAAD VAN ARNHEM.
Een geldlccning van 2 milliocn.
De Arnhemsche gemeenteraad hield gister
middag ccn korte vergadering ter behandeling
vnn het voorstel van B. cn W. tot het aangaan
van een 6 geldlccning ad 2.500.000 ter
voorziening in dc uitgaven voor arbeiderswo
ningbouw.
Naar aanleiding van de vragen van den heer
Van de Sand (R.-K.) waarom dit voor
stel zoo plotseling aan de orde komt en of B.
cn W. de verzekering kunnen geven dat het
verlies voor de gemeente bij het sluiten vun
deze leening niet belangrijk zal Lijn, antwoord
de de wethouder vnn financiën de heer IJ s-
selmuidcn (R.-K.) dat het voorstel thans
aan de orde wordt gesteld in verband met do
omstandigheid, dnt in dc beleggingswaarden
een hausse is ingetreden en een vraag naar
obligation is ontstaan. Het standpunt van B.
en W. bij deze leening is, dat de woningbouw
verenigingen precies hetzelfde bedrag zullen
betalen nis de gemeente. Het Rijk goal nu
voor hypotheken voor arbeiderswoningbouw ook
een aflossing van 2 toepassen evenals de
gemeente Arnhem die bij de vaststelling van
d:t percentage heel wat strijd heeft moeten
voeren tegen de opvattingen van het Rijk.
Het voorstel van B. cn W. werd daarop z. h
s aangenomen,
HET ONDERHOUD VAN DEN DIEMERDIJK
Amsterdam bespaart jaarlijks
40 mille.
j Sedert 1697 is bij de gemeente Amsterdam
in onderhoud een gedeelte van den Diemerdijk
(een zeewotcrkeei enden dijk).
In verband met den stormvloed, die 1916
gehecrscht heeft, meenden Gedeputeerde Sta
ten van Noord-Holland oan Amsterdam be
vel te moeten geven den Diemerdijk te ver-
hoogen tot een hoogte als door dit college
werd aangegeven
Het gemeentebestuur meende evenwel zich
tegen dit bevel te moeten verzetten, lo. omdat
naar het oordeel van de deskundigen verhoo
ging niet bepoald noodig was, maar in do
voornuumste plaats omdat naar de mecning
van het gemeentebestuur het bevel ten on
rechte nan Amsterdam wss gegeven, daar Am
sterdam niet 't beheer over den dijk heeft,
doch slechts onderhoudsplichtig is.
Het gemeentebestuur was van oordeel, dat
hei bevel moet zijn gegeven non dv beheer
ders van het waterschap, in elk geval dnt Am-
sto-dam buiten deze kwestie stond
t Spreekt van zelf dat het gemeentebestuur,
vooral daar h°t hier betrof een zaak waarmee
40.000 per jaar gemoeid was, zich niet bij 'l
bevel neerlegde en in rechten den commissa
ris der Koninjgin, die in deze ols uitvoerder van
d? Waterstaatswetgeving optrad, aansprak.
In dit geschil heeft de Arrondissement
Rechtbank tc Amsterdam onlongs vonnis ge
wezen en naar de bladen vernemen Amsterdam
in t gelijk gesteld; zoodnt onze stad g'espanrd
is geworden voor een uitgaaf van niet minder
don 40 mille 1 Dezer dagen is liet vonnis in
kracht van gewijsde gegaan.
GENEESKUNDIGE KEURING VAN
CHAUFFEURS.
Een adres der Ncd. Mij.
der Geneeskunst.
bev.
Het hoofdbestuur der Nederlandsche Maat
schappij tot bevordering der geneeskunst heeft
een adres gezonden eon den minister von wa
terstoet in verband inet het bepaald? bij art.
17 van de gewijzigde motor- cn lijwie!wet,
waarbij een verklaring geèischi wordt, afgege
ven door een hier te lande tot de uitoefening
der geneeskunde bevoegd persoon en waarbij
de minister of de commissaris bevoegd is de
verstrekking van een rijbewijs bovendien afhan
kelijk te stellen van de overlegging van een
verklaring van één of meer door hem nan te
wijzen geneeskundigen.
Het hoofdbestuur acht het or.gewensc dat
g:*C3gen zal worticn gör.orr.r-r. met e:-n huis-
doktersattcst of de verklaring von ccn genees
kundige. (Hierop is bij gelegenheid von de al
gemeene vergadering der Maatschappij te
's-Grnvenhnge bizonder den nodruk gelegd, o.a.
door dr. Tjcenk Willink uit Zeist, die dezo zaak
aan de orde stolch cn dc volkomen instem
ming der vergadering had).
Het hoofdbestuur deelt ten slotte den minis
ter mede, dut de Maatschappij een commissie
heeft benoemd om rapport uit te brengen over
geneeskundige keuring cn psychotechnisch on
derzoek van chauffeurs en dnt zij voornemens
is ''en minister te gclcgcncrtijd in kennis te
stellen met het te verwachten rapport van deze
commissie. In deze commissie hebben zitting
de heeren dr. H. J. F. NV. Brugman, directeur
der Bosstichting te Groningen, prof. F. Roels
te Utrecht, dr. J. G. Schnitzlcr te Arnhem, dr.
G. von Way en burg te Amsterdam, prof. S. D.
Wiersmu te Groningen cn dr. P. Th. van Wulff-
ten Pal the te Soesterberg.
NEn BOSCHBOUWVEREENIGrNG.
Wetenschappelijke cursussen
op bcschbouwgcbicd.
Het bestuur der Ned. Boschbouwverceniging
heeft een wetcnschappelijken cursus op bosch-
houwkundig gebied georganiseerd, welke 24,
25 en 26 Sept. te Wogeningcn zal worden
gehouden.
Do hooglecrarcn dr. Aberson, dr. Söhnger
en Man alsmede de directeur van het Rijks-
boschbouwproefstation, de heer Hossel ink
zullen lezingen houden.
MAATSCH. V. WELDADIGHEID.
Een legaat.
Door wijlen den heer M. C. Boogaard, 7
Maan 1924 te 's-Gmvonhngc overleden, is aan
de Maatschappij van Weldadigheid te Frede-
riksoord gelegateerd een som groot 5000.
vrij van successierecht doch onder den last
van vruchtgebruik.
SNEEUWBAL ZAKEN.
Hoe het systeem in elkaar zit.
Verschillende lezers zoo lezen wij in het
Hbld. vragen cn zenden ons inlichtingen
over ,,Sneeuwbal"-nffaires, zooals cr thans
weer een in de bladen met den gcbruikclijken
ophef wordt aangekondigd.
Daar zulke kansspelen in ons volksleven nog
al de aandacht trekken, is het stellig in het al
gemeen belang wenschelijk eens de werkwijze
uit tc leggen, die in het buitenland reeds vrij
bekend is.
Wij behandelen hier niet de vraag of een of
andere sneeuwbalaffaire eerlijk geadministreerd
wordt, alleen maar de algemeene vraag, welke
kans men heeft op prijzen, zooals die in het
uitzicht gesteld worden, als die administratie
behoorlijk functionncort.
Het idee, dat in het algemeen aan zulke
sneeuwbal-affaires ten grondslag ligt, Iaat zich
het best door enkele voorbeelden toelichten.
Een horlogefabrikant belooft een gouden hor
loge von 100 waarde aan iedereen die hem
25 zepdt, vergezeld van de handtcckcningcn
van 10 personen die ook ieder 25 zenden cn
beloven, ieder wederom tien nieuwe personen
te vinden, die 25 zenden cn beloven, enz. enz.
Men krijgt dan als de horlogefabrikont
zijn belofte nakomt wel het horloge, zoo
lang men maar een kring van tien mcnschen
kan vinden, die dc 25 storten en dio ieder
weer een nieuwe ring van tien dergelijke mcn
schen hopen tc vinden.
Het is duidelijk dot dit voor den fabrikant
een goede zoak kon zijn als die tweede ring
bij elkaar is heeft hij 110 X 25 binnen cn geeft
als belooning elf horloges ieder von 100. Hij
heeft steeds geld in honden. Maar slechts een
klein gedeelte dergenen die hem 25 zonden
krijgt hun horloge, want na een bepaalde tijd
i lukt het niemand meer om tien mcdcmenschcn
I tot het zelfde te bewegen.
In ieder ander gevol krijgt men niet direct
de prijs als de volgende ring gesloten is. Men
moet h.v. een vijftal ringen om zich heen heb
ben. Eenvoudshalve geven wij hiervan het vol
gende voorbeeld van een sneeuwbalsysteem ge
baseerd op kaar ten verkoop
Het eerst worden verkocht één witte kaart,
daarna worden 4 groene kaarten uitgegeven,
van datzelfde nummer. Verder 16 blauwe, 64
roodc, 256 grijze, 1024 gele enz. telkens
vier maal meer kaarten. Wanneer nu van een
nummer al deze kaarten zijn verkocht, dus to
taal 1365 kaarten, dan-krijgt de houder van
de witte kaart een uitkcering.
Zijn er later ook nog 4096 witte kaarten
serie II verkocht, don krijgt dc houder van de
groene kaart serie I van dit numemr ook die
uitkeering.
Zoo gaat het door. Maar als cr in het bcgjn
150 witte kaarten worden geplaatst, moeten
over 't algemeen 150 zulke stellen als boven
bedoeld aan den man gebracht worden. Bui
ten den ring der koopers van ccn bepaalde
kaarfkleur moet telkens weer ccn nieuwen ring
van koopers, viermaal zoo groot gevonden
worden. Dit loopt ten slotte natuurlijk spaak.
Want de volgende getallen zeggen dat duide
lijk genoeg
le (binnenste ring 150 witte kaarten
2e 600 groene
3e 2400 blauwe
4e 9600 roodc
5e 58400 grijze
6e 153600 gele
7e 614400 witte lie Serie
8e 2557600 groene lie Serie
9e 9830400 blauwe lie Serie
Het is nu maar de vraag wanneer de koop
lust ophoudt een soort speculatie of de
liefhebberij zoo groot zal zijn dat dc 7e of 8e
ring h.v. r.og te vormen is. Iedereen, die cr aan
mee doet, behoort dit speculatieve element te
kennen; kan het kennen; het ligt zoo voor do
hand, dat zij, die mede-speculeeren en geen
prijs krijgen, later niet daarom behoeven te
klagen, dat zij bedrogen zijn.
Stel dat de grens bij ring 8 ligt, dus dot van
de groene kaarten der He serie nog 2.457.600
geplaatst worden, don krijgen de 2400 hou
ders van de blauwe kaarten der Iste serie nog
ieder hun uitkcering. Die van de overige se
riën, dus meer dan 3 millioen kaarten, krijgen
dit niet.
Worden er minder knarten geplaatst, dus
b.v. alleen maar die lot cn mst ring 6
(153.000 kaarten) dan krijgen alleen dc witte