AMERSFOORTSCH DAGBLAD, „de eemlander BINNENLAND. TWEEDE BLAD. 23e Jaargang No. 38 M Woensdag 13 Aug 1924 MEDEZEGGENSCHAP IX HET BEDRIJFSLEVEN7. Met rapport uit den Vrijz. Dom. Bond. De V r ij z. D e m. bevat het slot van het rap port van de commissie, benoemd door het hoofdbestuur van den Vrij'/innig-Democroti- schen Bond over het vraagstuk van het Mede. zeggenschap in het bedrijfsleven Hieronder volgt het voornaamste eruit Wanneer men de gegevens van het beknopt historisch overzicht beziet in verband met de algemeene beschouwingen, in de inleiding van dit rapport opgenomen, dan is het, nnnr het oordeel der commissie, niet moeilijk den weg, die in dezen verder gevolgd moet worden, aan te wjjzen. De collectieve samenwerking van arbeiders en ondernemers moet verder U-orden uitgebouwd. Zij dient, waar eenigszins mogelijk, do taak over to nemen, die thans nog voor het grootste deel door de overheid en hnar ambte lijke organen moet worden verricht Het begrip medezeggenschap dient voor alles te worden opgevat in organischen zin. Al zou de commissie niet willen beweren, dat van een individueel medezeggenschap ook in de verste toekomst nooit sproke zal kunnen zijn, zeker is de tijd doorvoor thans nog bij lange na niet rijp. Moetcn nu ter bereiking von dit doel nieuwe instellingen in den vorm van allerlei soort „raden" in het leven worden geroepen Ook deze vraag beantwoordt de commissie ontken nend. Het medezeggenschap moet worden verwe zenlijkt door middel'van de bestaande organen;' de vakvercenigingen der arbeiders en werkge vers. Waar zij bestaan, is het in leven roepen van een afzonderlijke organisatie oveibodig; waar zij ontbreken, bestaat nog' zoo weinig organisatorisch verband tusschen de individtt- eele bedrijfsgenooten, dat van het in het leven roepen van een of anderen raad geen heil is te verwachten. Dat sluit natuurlijk niet uit. dal in bedrijven, waar de wcnschelijkheid daarvan wordt gevoeld, door de organisaties van werk gevers on arbeiders gemeenschappelijke orga nen in het leven worden geroepen, die op de naleving van collectieve afspraken hebben toe te zien of beslissingen over geschilpunten heb ben te nemen. Het bezwaar tegen „kunstmatig" van bovenaf in het leven geroepen organisaties zal immers juist bij laatstgenoemde niet aan wezig zijn. Wat kan nu de overheid doen om deze ont wikkeling te bevorderen Zij kan in de eerste plaats belangrijke onderdeden van sociale wet geving aan deze organisaties opdragen. De eerste «stappen in deze richting zijn trouwens reeds gezet. Een ruim uitzicht openen op dit gebied in de laatste jaren aanbevolen denkbeel den, die ook dc instemming van de regeering hebben verworven, om de uitvoering van de sociale verzekering zooveel mogelijk aan de organisaties van werkgevers en werknemers over te laten. Het zwaartepunt von het medezeggenschap van de arbeiders in de bedrijven, ligt naar het oordeel der commissie voor hen in het mede- beslissen over de arbeidsvoorwaarden, die op hen van toepassing zijn cn over de loonen, die zij zullen verdienen. Om deze te kunnen rege len tot vederzijdsche tevredenheid, zal moeten worden gestreefd naar collectieve arbeidsover eenkomsten, nf te sluiten tusschen de organi saties van bedrijfsgenooten (werkgevers en werknemers), of bij ontstentenis van een orga nisatie der werkgevers tusschen de werkgevers individueel en de arbeidersorganisaties, welke collectieve contracten o.m. bepalingen bevatten inzake de rechten en verplichtingen der arbei ders, inzake, den arbeidsduur bir gewonen ar beid, bij arbeid op Zon- en feestdagen, arbeids- on schafttijden, loonregeling (betaling van loon bij verzuim, verlof, ziekte en bijzondere om standigheden), opzeggingstermijn, ontslag, com missie voor geschillen, enz. enz. Het zal voor een vruchtbaar overleg over de afsluiting van dergelijke contracten van het grootste belang zijn, en het is van de madebe slissingsmacht over de arbeidsvoorwaarden de onafwijsbare consrquentie, dit aan de vertegen woordigers der arbeiders inzicht wordt gegeven in den gang van zaken van het bcdrijl. Tegen woordig komt het herhaaldelijk voor, dat het afsluiten van een collectief contract afstuit op de omstandigheid, dat de ondernemers mede- deelen, dat dq van arbeiderszijde gestelde voor waarden dc draagkracht van het bedrijf le boven gaan. Dc moeilijkheid, waarop men dan telkens weei stuit, is, dat van de arbeiders ver langd wordt, dat zij zich bij deze rhededeeling zonder meer zullen neerleggen. Deze moeilijk- beid is te ontgaan, wanneer aan de vertrou wensmannen der arbeiders gegevens worden verschaft om den toestand en de vooruitzichten van het bedrijf te beoordeelen. Ook hier kan de wet niet rechtstreeks dwin gend optreden. De overheid kun echter een ontwikkeling der arbeidsverhoudingen in dezen zin bevorderen, door haar bemiddeling te ver- leenen in arbeidsgeschillen. De arbeidsge- schillenwet verschaft haar dtiartoe de noodigc middelen. De toepassing van die wet zal er in sterke mate toe moeten bijdragen, dat de op vatting, dat de bcoordeeling van hetgeen het bedrijf kan dragen, niet alleen de zaak des werkgevers is, gemeen goed worde. Het zal natuurlijk van het grootste belang zijn, dat alle in een bepaald bedrijf werkzame ondernemers en arbeiders een gemeenschappe lijke regeling der arbeidsvoorwaarden treffen. Dat zal zooveel mogelijk vrijwillig dienen te geschieden, maar dit sluit niet uit, dat indien de totstandkoming eener algemeen e regeling dieigt of te stuiten op het verzet eener minder heid, de mogelijkheid moet worden geopend, het door de meerderheid gesloten conti act ook voor de minderheid bindend te verklaren. De commissie gaat dus op dit punt mede met het door een groote meerderheid van den Hoogen Raad aanbevolen denkbeeld der bindendverkla ring van de collectieve arbeidsovereenkomsten, ook voor degenen, die de overeenkomst niet ge sloten hebben. Daaraan moet worden toegevoegd, dit een dergelijke regeling niet zal kunnen worden ge troffen zonder daarin de noodigc voorzieningen ter voorkoming van misbruiken op te nemen. Zij zal in de eerste plaats alleen betrekking mogen hebben op de bepalingen betreffende d- arbeidsvoorwaarden. Met name zal zij zich vooralsnog niet tot bepulingcn betreffende do prijzenpolitiek mogen uitstrekken. Voorts zullen algemeene voorschriften moeten worden gegeven omtrent dc vereischte meerderheid d r vrijwillig toegetredenen. wil bindcndvcrklnring voor de minderheid toelaatbaar zijn. Dit alles vordert echter, dot er een boven de direct belanghebbenden staand orgaan zij, dat over de bindendverklaring beslist. Hoewel dc commissie van oordeel is, dat de regecring in de gelegenheid moet zijn hier desgewenscht liet laatste woord tc spreken, meent zij niet, dat bet noodzakelijk is, aan haar in eerste in stantie een onderzoek naar do mogelijkheid cn wénschelijkhcid der bindendverklaring op te dragen. Immers het streven moet er op gericht zijn het bedrijfsleven zelf zooveel mogelijk zijn eigen zaken te doen regelen. De politieke over heid grijpe slechts in, wanneer dat in het al gemeen belang noodzakelijk is. Het aangewe zen instituut om over de bindendvevklaring in de eerste plaats te oordeelen, is de Hooge Rnad van Arbeid. Draagt men aan dezen Raad de be slissing op, behoudens het recht der Kroon om die beslissing wegens strijd met dc wet of met het algemeen belang te vernietigen, dan is ecnerzijds aan het bedrijfsleven het recht ge geven om eigen zaken zelf te regelen, ander zijds tegen het gevaar, dot groepsbelangen zou den worden bevoordeeld ten koste van het al gemeen belang voldoende gewaakt Om dit doel te kunnen bereiken, zal de Hoo ge Raad van Arbeid moeten worden erkend ols een lichaam met verordenende bevoegdheid als bedoeld in art. 194 der Grondwet. De Raad zal dan tevens kunnen worden betrokken in de uit voering van de arbeidswetgeving. Dc commissie heeft gemeend ook de positie van het overheidspersoneel in haar beschou wingen te moeten betrekken. Zij sluit zich op dit punt non bij de denkbeelden van dr. ir. J van Hettingo Tromp, die wenscht, dnt de rechtspositie en de arbeidsvoorwaarden van dit personeel worden geregeld door oen commissie waarin vertegenwoordigers van het personeel en van de overheid zitting hebben. Intusschcn wenscht de commissie er daarbij ter voorko ming van misverstand nadrukkelijk op te wij zen, dat zij hiermede geenszins op hot oog heeft een regeling, krachtens welke aan de overheid bepalingen zouden kunnen worden oDgedron- gen, die deze niet wenscht. Dit is echter van het stelsel ion Hetlinga Tromp geenszins de bedoeling noch het gevolg. Wanneer het stem recht in de commissie zoo wordt geregeld, dat de vertegenwoordigers van het overheidsperso- nel tezamen één cn de overheid harerzijds één stem uitbrengen, dan wordt nimmer een ho- sluit genomen, dot niet de volledige instem ming der overhcM geeft. Kan in de commissie geen meerderheid worden verkregen, dnn be slist de overheid zelfstandig Deze regeling heeff het voordeel, dnt zii kon leiden tot werkelijk overleg. Zij is verre te verkiezen boven de be staande regeling voor het rijkspersoneel, waar bij dg regeeringsvertegenwoordigers hun eigen gevoelen en niet dat van de regeering weerge ven, zoodat het zelfs voorkwam, dnt de com missie met algemeene stemmen een beslui* -\^m waarmede de regecring zich in het geheel niet kon vereenipen. Aanvaardt nicn het juiste be ginsel, dut de vertegenwoordiger der oveibe'id het georganiseerd overleg de meaning van zijn lastgeefster weergeeft, dan wordt ook de onbevredigende indruk vermeden, die nu te recht of ten onrechte wordt gewekt wanneer de regecring een door de centrale commi-s'.o met groote meerderheid uitgebracht advies naast rh neerlegt. Hoewel dc opdracht der commissie werd be perkt tot een onderzoek van het vraagstuk von het medezeggenschap mankt zij aan het slot van haar rapport eenige opmerkingen over de met het medezeggenschap samenhangende vraagstukken van winstdeeling cn deelhebber schap. Deze middelen worden reeds in zoovele gevallen toegepast, dat de mogelijkheid ervan niet meer behoeft te worden aangetoond. De meerderheid der commissie beveelt de toepassing vnn een stelsel van winstdeeling ten zeerste aan. Tusschen den zeer bescheiden vorm an winstdeeling, welke nnnr het oordeel van verscheidene leden der commissie is gelegen in stukloon, en den meest volmaakten orm dien van productie-coöperatie, liggen tal van mogelijkheden om den ai beidei deel ver schaffen in de bereikte resultaten en die ge schikt zijn de belangenstrijd nader tot oplos sing te brengen. De me?rderheid der commissie heeft echter van de practische verwezenlijking van een stelsel van deelhebberschap niet zoo groote verwachtingen, dat zij daarin de op'os- sing van het vraagstuk van het medezeggen schap zou willen zoeken. In dc eerste plaats, omdat op het bezit van aandeelen in de on derneming, Waarin hij werkzaam is, door den arbeider nog te weinig prijs wordt gesteld. In de tweede plaats, omdat 'menig arbeider ols aandeelhouder tot de algemeene vergadering toegelaten, met teleurstelling tol da ontdekking zal komen, hoe gering de macht van een aan deelhouder is. Vandaar dat de meerderheid der commissie heel wat grootere beteekenis toe kent tihn het medezeggenschap der arbeiders, welke verkregen wordt door de medewerking van hun leidei s aan de vaststelling van de alge meene arbeidsvoorwaarden in het bedrijf en wat daarmede samenhangt cn aun de uitvoering von de sociale wetgeving door de belanghebbenden, dan aan het deelhebberschap van iederen ar beider individueel in de onderneming, waarin hij werkzaam is. De commissie bestond uit de heeren A. C. Josephux Jilta, voorzitter, E. Bredewout, J. Dekker, M. C M. de Groot, C. Pelt J Jzn Hugo von Poelgeest. WIJZIGINGEN IN DE PENSIOENWET Een uitgesteld pensioen. De regecring heelt, naar c)e Tel. verneemt, de volgende wijzigingen in d« Pensioenwet voor de landmacht voorgesteld en aan de com missie voor Georganiseerd Overleg om advies gezonden Artikel J. De wachtgelders zullen niet meer vallen onder de bepalingen c)er Pensioenwet voor dadelijk ingaand pensioen. Artikel 2. Voor pensionneering wegens lichaamsgebreken ontstaan buiten den dienst wordt een diensttijd van ten minste 10 jaar vcr- cischt (deze termijn is thans op 5 jaar gesteld). Het dadelijk ingaand wachtgeld-pensioen ver valt. Er wordt ingevoerd ccn uitgesteld pensioer» voor hen die wegens overcompleet geraken 'in bij entslag uit den dienst niet op verzoek bij oen diensttijd van 25 jnnr. Het pensioen gaat dan eerst in bij het bereiken van den 60-jarigen leeftijd. Hierbij zijn de volgende overgangsbepalingen vastgesteld De tijd op wachtgeld doorgebracht vóór 1 Januari 1930, telt als diensttijd voor hen, die vóór 1 Januari 1925 zijn ontslagen. Een vóór 1 Januari 1925 op wachtgeld gesteld militair wordt geacht ontslagen te ziin met het eindigen van den wachtgeldtcrroijn, doch uiterlijk I Jnn. 1920. Hierdoor krijgen deze wachtgelders recht op uitgesteld 'pensioen, terwijl aan hen, die dan een werkelijken diensttijd kunnen doen gc'dcn van ten minste 15 jaar van of het eindigen van den wachtgeldtcrmijn tot het tijdstip waarop hun het uitgesteld pensioen wordt toegekend (60-jarigen leeftijd), een onderstond wordt toe gekend, tc regelen bij Kon besluit Hieronder vallen zij die in 1925 en 192*1 op wachtgeld zijn gesteld en minstens 9 dienst jaren kunnen doen gelden op 1 Jan. 1925. Zij die onderstand genieten moeien bijdragen voor het weduwen- en weezenpensioen. Pensioen, ingevolge art. 2 punt 5 der Pen sioenwet wordt eerst verleend na minstens 20 dienstjaren (was na 15 jaren), met verplichten dienst bij de reserve tot het 55ste jaar (was tot het 50e jaar). Artikel 3. Recht op clidelijk ingaand pen sioen wegens langdurigen dienst wordt verkre gen op 50-jarigen leeft-d bij ongeschiktheid cn op 55-jarigen leeftijd bij geschiktheid voor den dienst (wns thans 50 jaar). Artikel 4. Bij het ontstaan van gebreken, welke op pensioenstelling mogelijk zouden ma ken, moet geneeskundige of lichte heelkundige ibehandeling (redelijk gesproken niet gevaar lijke operatie), worden toegelaten, wanneer die gebreken verholpen kunnen worden. Recht op uitgesteld pensioen vervalt bij zoo danig gedrag, dat dit ontslag uit den octieven dienst ten gevolge zou hebben gehad. ■Artikel 5, 6, 7, 8. Tijdelijk pensioen vervalt (zij ciic dit op 1 Januari 1925 genieten, zullen dit echter behouden). Artikel 10. Wachtgcldtijd van een in actie- ven dienst herplaatst militair, die na I Januari 1925 op wachtgeld wordt gesteld, telt wel als diensttijd. Arlikel Tl De diensttijd voor pensioen telt van het 18de levensjaar af (thans 16de levens jaar). Voor hen, die voor 1 Januari 1925 in mil. dienst zijn, blijft de diensttijd tellen van het 16de junr af). Artikel 14. Pensioengrondslag is de genoten jaarwedde of soldij, vermeerderd met verstrek kingen in nature, die het karakter van bezol- diging hebben, over het laatste jour werkelijken dienst. Vrije geneeskundige behandeling en toelagen komen bij dc vaststelling-van den pensioen grondslag niet meer in aanmerking. Tewerkstelling bij een onder departement van alg. bestuur brengt geen wijziging in den pen sioengrondslag. Pensioengrondslag na verlaging in rang, bij pensionneering binnen een jaar na degradatie, wordt verkregen, door herleiding der na de verlaging genoten inkomsten over één jaar (is thans de bezoldiging genoten op den dag voor he* ontslag), Als pensioengrondslag voor hen die uitge steld pensioen krijgen (dus ook voor de wacht gelders) zal gelden, de bezoldiging die zij het laatste jaar zouden hebben genoten, als zij in hun rang waren blijven dienen (is thans naar actieven dienst doorgebracht), (deze wijziging geldt van 1 Januari 1920 af). Artikel 15. Een gep. herplaatst militair krijgt bij her-persionneering als pensioengrondslag de bezoldiging over het laatste jaar genoten 'Artikel 15a. De pensioenpremie wordt gehe ven van den pensioengrondslog op 1 Januari van het jaar. (Deze bepaling geldt van 1 Ja nuari 1923 of). •Artikel 16. Het pensioen bedraagt voor eik- jaar dienst \z,\ van den pensioengrondslag (is thans 2 Het minimum pensioen voor geheel invali den wordt gebracht van 50 op 15 Artikel 17. Bij invaliditeit wordt alleen dienst tijd pensioen toegekend bij minstens 10 dienst jaren (thans na minstens 5 jaren). 'Artikel 18. Pensioen wordt ook verhoogd (met 10 bij ernstige verminking niet direct ontstaan in en door den dienst. (Nieuw). Artikel 19. Ook wordt eenzelfde verhooging verleend bij erge verminking (Nieuw). Artikel 23a Gelijktijdig genot van p?ns'oen en wachtgeld is uitgesloten. Artikel 23b. Bij het aanvaarden van een ovcr- heicVsbetrckking worden de pensioenen vermin derd, als pensioen en salaris meer bedragen dan het laatstelijk in militairen dienst genoten inkomen, ol het inkomen, dat hij zou hebben genoten als hij in actieven dienst was geble ven. Deze bepaling geldt voor do pensioenen, verleend ingevolge artikel 2 punt I (langduri gen dienst), punt 3 (ongeschiktheid voor de;i militairen dienst cn buiten invloed van den dienst) en punt 4 (in verband met den leeftijd met meer ten vol'e geschikt zijn voor den mi litairen dienst) en uitgesteld pensioen. Van hen, die gepensionneeré werden wegens lichaamsgebreken, ontstaan in en door den dienst, zol de hfervoren bedoelde vermindering de heltt bedragen van hetgeen meer worde ge noten. dan in militairen dienst. De korting op pensioen, verleend ingevolge art. 2 punt 5 der wet, blijft van kracht. De bepaling, dot door deze. vermindering pensioen en inkomsten gezamenlijk niet mogen dalen beneden den grondslag die voor de vaststel ling van het pensioen goldt, vervalt. Deze korting geldt Voor «ue betrekkingen, dse bezo'digd worden uit publieke kassen; dus ook die, waaraan geen pensioen is verbonden. De controle op de inkomsten zal bij konink lijk besluit worden geregeld. .1 Cii vertraging van de toekenning van pen sioen buiten schuld van belanghebbenden, kan voorschot worden verleend Herkeuring, iraugcv- Tig.! d or b..■lar.gheb benden, zullen 5 bedragen; hooger beroep bij de Kroon 5; hóoger beroep bij den Centr Raad van Beiocp J 10, tenzij ccn bewijs van onvermogen wordt overgelegd. Worden de be zwaren gegrond bevonden, dnn volgt restitutie. Dc pensioenen werden in driemeandeiijksch© termijnen voldaan. Een pepensiónneerde ingevolge nrt. 2 punt 5 de; wet, kun in pensioen worden geschorst, indien hij zijn verplichtingen nis reservist, niet nakomt (te beoordeelen door den minister vnn Oorlog). Bij schorsing van vijf achtereenvolgende ja ren vervalt het pensioen. Deze wijzigingen zullen 1 Januari 1925 in werking treden. MAATREGELEN TEGEN WERKSCHUWHEID Een debat in tien I.eidschen Raad. In dc vergodcring van den gcmoentcroad von Leiden stelde het soc.-dcm. lid Van Stralen aan het college van B. cn W. cenigc vragen, naar naar aanleiding van het feit, dnt het Burg. Arm bestuur werklieden hod geprest werk aan te ne men tegen een loon verre beneden het normale, op straffe dat anders hun ondersteuning zou worden ingehouden. Hij vroeg B. cn W. of ook zij in zoodanige p:c*ssic niet zagen een loondrukking, wot een schromelijk gevolg moet hebben voor het wel- stnndspcil. De wethouder, voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur, de heer Sanders, aio niet wilde gc- ncraliseeren, doch elk geval op zichzelf v.enschtc tc beschouwen, nam in dc bedoelde gévallen de maatregelen van hot Burg. Armbe stuur volkomen in bescherming. Hij achtte pres sie niet alleen gcooiloofd, maar ift vele geval len ook noodig. om werkschuwheid tegen te gaan. Spreker wilde niet iemand geregeld niet /13 per weck ondersteunen als hij 14 per week kon verdienen, ook al verdiende hij voor den toestand vnn werkloosheid méér. Zulk een handelwijze zou de werkschuwheid bevorderen en de gemeentefinoncjcn zwaar treffen. Dc intcrpcllant was het daarmede niet eens en diende in dit verband een motie van afkeu ring in, die echter eerst in de volgende raads zitting zal worden behandeld GEMENTERAAD VAN ARNHEM. Een geldlccning van 2 milliocn. De Arnhemsche gemeenteraad hield gister middag ccn korte vergadering ter behandeling vnn het voorstel van B. cn W. tot het aangaan van een 6 geldlccning ad 2.500.000 ter voorziening in dc uitgaven voor arbeiderswo ningbouw. Naar aanleiding van de vragen van den heer Van de Sand (R.-K.) waarom dit voor stel zoo plotseling aan de orde komt en of B. cn W. de verzekering kunnen geven dat het verlies voor de gemeente bij het sluiten vun deze leening niet belangrijk zal Lijn, antwoord de de wethouder vnn financiën de heer IJ s- selmuidcn (R.-K.) dat het voorstel thans aan de orde wordt gesteld in verband met do omstandigheid, dnt in dc beleggingswaarden een hausse is ingetreden en een vraag naar obligation is ontstaan. Het standpunt van B. en W. bij deze leening is, dat de woningbouw verenigingen precies hetzelfde bedrag zullen betalen nis de gemeente. Het Rijk goal nu voor hypotheken voor arbeiderswoningbouw ook een aflossing van 2 toepassen evenals de gemeente Arnhem die bij de vaststelling van d:t percentage heel wat strijd heeft moeten voeren tegen de opvattingen van het Rijk. Het voorstel van B. cn W. werd daarop z. h s aangenomen, HET ONDERHOUD VAN DEN DIEMERDIJK Amsterdam bespaart jaarlijks 40 mille. j Sedert 1697 is bij de gemeente Amsterdam in onderhoud een gedeelte van den Diemerdijk (een zeewotcrkeei enden dijk). In verband met den stormvloed, die 1916 gehecrscht heeft, meenden Gedeputeerde Sta ten van Noord-Holland oan Amsterdam be vel te moeten geven den Diemerdijk te ver- hoogen tot een hoogte als door dit college werd aangegeven Het gemeentebestuur meende evenwel zich tegen dit bevel te moeten verzetten, lo. omdat naar het oordeel van de deskundigen verhoo ging niet bepoald noodig was, maar in do voornuumste plaats omdat naar de mecning van het gemeentebestuur het bevel ten on rechte nan Amsterdam wss gegeven, daar Am sterdam niet 't beheer over den dijk heeft, doch slechts onderhoudsplichtig is. Het gemeentebestuur was van oordeel, dat hei bevel moet zijn gegeven non dv beheer ders van het waterschap, in elk geval dnt Am- sto-dam buiten deze kwestie stond t Spreekt van zelf dat het gemeentebestuur, vooral daar h°t hier betrof een zaak waarmee 40.000 per jaar gemoeid was, zich niet bij 'l bevel neerlegde en in rechten den commissa ris der Koninjgin, die in deze ols uitvoerder van d? Waterstaatswetgeving optrad, aansprak. In dit geschil heeft de Arrondissement Rechtbank tc Amsterdam onlongs vonnis ge wezen en naar de bladen vernemen Amsterdam in t gelijk gesteld; zoodnt onze stad g'espanrd is geworden voor een uitgaaf van niet minder don 40 mille 1 Dezer dagen is liet vonnis in kracht van gewijsde gegaan. GENEESKUNDIGE KEURING VAN CHAUFFEURS. Een adres der Ncd. Mij. der Geneeskunst. bev. Het hoofdbestuur der Nederlandsche Maat schappij tot bevordering der geneeskunst heeft een adres gezonden eon den minister von wa terstoet in verband inet het bepaald? bij art. 17 van de gewijzigde motor- cn lijwie!wet, waarbij een verklaring geèischi wordt, afgege ven door een hier te lande tot de uitoefening der geneeskunde bevoegd persoon en waarbij de minister of de commissaris bevoegd is de verstrekking van een rijbewijs bovendien afhan kelijk te stellen van de overlegging van een verklaring van één of meer door hem nan te wijzen geneeskundigen. Het hoofdbestuur acht het or.gewensc dat g:*C3gen zal worticn gör.orr.r-r. met e:-n huis- doktersattcst of de verklaring von ccn genees kundige. (Hierop is bij gelegenheid von de al gemeene vergadering der Maatschappij te 's-Grnvenhnge bizonder den nodruk gelegd, o.a. door dr. Tjcenk Willink uit Zeist, die dezo zaak aan de orde stolch cn dc volkomen instem ming der vergadering had). Het hoofdbestuur deelt ten slotte den minis ter mede, dut de Maatschappij een commissie heeft benoemd om rapport uit te brengen over geneeskundige keuring cn psychotechnisch on derzoek van chauffeurs en dnt zij voornemens is ''en minister te gclcgcncrtijd in kennis te stellen met het te verwachten rapport van deze commissie. In deze commissie hebben zitting de heeren dr. H. J. F. NV. Brugman, directeur der Bosstichting te Groningen, prof. F. Roels te Utrecht, dr. J. G. Schnitzlcr te Arnhem, dr. G. von Way en burg te Amsterdam, prof. S. D. Wiersmu te Groningen cn dr. P. Th. van Wulff- ten Pal the te Soesterberg. NEn BOSCHBOUWVEREENIGrNG. Wetenschappelijke cursussen op bcschbouwgcbicd. Het bestuur der Ned. Boschbouwverceniging heeft een wetcnschappelijken cursus op bosch- houwkundig gebied georganiseerd, welke 24, 25 en 26 Sept. te Wogeningcn zal worden gehouden. Do hooglecrarcn dr. Aberson, dr. Söhnger en Man alsmede de directeur van het Rijks- boschbouwproefstation, de heer Hossel ink zullen lezingen houden. MAATSCH. V. WELDADIGHEID. Een legaat. Door wijlen den heer M. C. Boogaard, 7 Maan 1924 te 's-Gmvonhngc overleden, is aan de Maatschappij van Weldadigheid te Frede- riksoord gelegateerd een som groot 5000. vrij van successierecht doch onder den last van vruchtgebruik. SNEEUWBAL ZAKEN. Hoe het systeem in elkaar zit. Verschillende lezers zoo lezen wij in het Hbld. vragen cn zenden ons inlichtingen over ,,Sneeuwbal"-nffaires, zooals cr thans weer een in de bladen met den gcbruikclijken ophef wordt aangekondigd. Daar zulke kansspelen in ons volksleven nog al de aandacht trekken, is het stellig in het al gemeen belang wenschelijk eens de werkwijze uit tc leggen, die in het buitenland reeds vrij bekend is. Wij behandelen hier niet de vraag of een of andere sneeuwbalaffaire eerlijk geadministreerd wordt, alleen maar de algemeene vraag, welke kans men heeft op prijzen, zooals die in het uitzicht gesteld worden, als die administratie behoorlijk functionncort. Het idee, dat in het algemeen aan zulke sneeuwbal-affaires ten grondslag ligt, Iaat zich het best door enkele voorbeelden toelichten. Een horlogefabrikant belooft een gouden hor loge von 100 waarde aan iedereen die hem 25 zepdt, vergezeld van de handtcckcningcn van 10 personen die ook ieder 25 zenden cn beloven, ieder wederom tien nieuwe personen te vinden, die 25 zenden cn beloven, enz. enz. Men krijgt dan als de horlogefabrikont zijn belofte nakomt wel het horloge, zoo lang men maar een kring van tien mcnschen kan vinden, die dc 25 storten en dio ieder weer een nieuwe ring van tien dergelijke mcn schen hopen tc vinden. Het is duidelijk dot dit voor den fabrikant een goede zoak kon zijn als die tweede ring bij elkaar is heeft hij 110 X 25 binnen cn geeft als belooning elf horloges ieder von 100. Hij heeft steeds geld in honden. Maar slechts een klein gedeelte dergenen die hem 25 zonden krijgt hun horloge, want na een bepaalde tijd i lukt het niemand meer om tien mcdcmenschcn I tot het zelfde te bewegen. In ieder ander gevol krijgt men niet direct de prijs als de volgende ring gesloten is. Men moet h.v. een vijftal ringen om zich heen heb ben. Eenvoudshalve geven wij hiervan het vol gende voorbeeld van een sneeuwbalsysteem ge baseerd op kaar ten verkoop Het eerst worden verkocht één witte kaart, daarna worden 4 groene kaarten uitgegeven, van datzelfde nummer. Verder 16 blauwe, 64 roodc, 256 grijze, 1024 gele enz. telkens vier maal meer kaarten. Wanneer nu van een nummer al deze kaarten zijn verkocht, dus to taal 1365 kaarten, dan-krijgt de houder van de witte kaart een uitkcering. Zijn er later ook nog 4096 witte kaarten serie II verkocht, don krijgt dc houder van de groene kaart serie I van dit numemr ook die uitkeering. Zoo gaat het door. Maar als cr in het bcgjn 150 witte kaarten worden geplaatst, moeten over 't algemeen 150 zulke stellen als boven bedoeld aan den man gebracht worden. Bui ten den ring der koopers van ccn bepaalde kaarfkleur moet telkens weer ccn nieuwen ring van koopers, viermaal zoo groot gevonden worden. Dit loopt ten slotte natuurlijk spaak. Want de volgende getallen zeggen dat duide lijk genoeg le (binnenste ring 150 witte kaarten 2e 600 groene 3e 2400 blauwe 4e 9600 roodc 5e 58400 grijze 6e 153600 gele 7e 614400 witte lie Serie 8e 2557600 groene lie Serie 9e 9830400 blauwe lie Serie Het is nu maar de vraag wanneer de koop lust ophoudt een soort speculatie of de liefhebberij zoo groot zal zijn dat dc 7e of 8e ring h.v. r.og te vormen is. Iedereen, die cr aan mee doet, behoort dit speculatieve element te kennen; kan het kennen; het ligt zoo voor do hand, dat zij, die mede-speculeeren en geen prijs krijgen, later niet daarom behoeven te klagen, dat zij bedrogen zijn. Stel dat de grens bij ring 8 ligt, dus dot van de groene kaarten der He serie nog 2.457.600 geplaatst worden, don krijgen de 2400 hou ders van de blauwe kaarten der Iste serie nog ieder hun uitkcering. Die van de overige se riën, dus meer dan 3 millioen kaarten, krijgen dit niet. Worden er minder knarten geplaatst, dus b.v. alleen maar die lot cn mst ring 6 (153.000 kaarten) dan krijgen alleen dc witte

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5