AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"*»..*,,i»»« Het Meisje van hiernaast. DERDE BLAD. Het Pacbtrraagstuk. FEUILLETON. 23e Jaargang No. 47 Hoeveel het pachtvraagstuk uit den aard der zaak slechts een deel van het volk de pachters en verpachters meer in 't bijzonder raakt, is toch ook het algemeen belang daarbij zoozeer betrokken, dat het alleszins gewenscht is, de openbare aan dacht op dit vraagstuk gevestigd te houden. Het onlangs verschenen rapport der Staats commissie voor het pachtvraagstuk, geeft daarvoor thans nog te meer aanleiding. Vooral dient de vraag onder de oogen te worden gezien, waarom \oor de regeling der pacht wettelijke voorziening noodig wordt geoordeeld en hier niet, zooals op menig ander gebied, de bepaling van den prijs en andere voorwaarden aan de vrije concurrentie, aan de werking van vraag en aanbod, kan worden overgelaten. Het ant woord op deze vraag moet in hoofdzaak gezocht worden in de omstandigheid, dat de grondeigendom een min of meer mono polistisch karakter draagt, wijl de grond slechts in beperkte mate aanwezig is. Hi.er- uit Valt af te leiden, dat het aanbod van te verpachten landerijen min of meer constant is. Was dit met de vraag naar deze lande- rijWr ook het geval, dan ware het wellicht mtgelijk hoewel 7Atlks geenszins als vaststaand is aan te nemen, daar de pachter maatschappelijk zwakkere altijd in on gunstiger conditie is geplaatst als de ver- pïchter zonder een ingrijpen van over heidswege een zoodanig evenwicht in de tplangen van pachter en verpachter le ver-1 ljrijgen, dat beide partijen bevredigd kon- fen zijn. De vraag naar pachtgronden is in I kerkelijkheid echter in ons land verre van constant en, wat in dezen vooral van be- la-Cg is, bovendien sterk toenemend. Onze, otk ten plattelande, snel aangroeiende be- vdking maakt, dat het aantal gegadigden bi landverhuringen dikwijls groot, men kan gtrust zeggen, te groot is- Een gevolg van deze toenemende vraag i? immers, dat men bij het aangaan van pachtvoorwaarden niet genoeg rekening neer houdt met de gebruikswaarde van het laogeboden land, maar, gedreven door de noodzakelijkheid om aan den kost te komen, 'likwijls veel te bezwarende voorwaarden recepteert. Hiertegenover zou kunnen worden opge merkt, dat het voor de gegadigden dan toch beter zou zijn, in een ander beroep of elders hun geluk te beproeven in plaats van zich bij voorbaat zulke zware lasten op te leggen. Men bedenke evenwel, dat het voor hen, die in het landbouwbedrijf zijn opge leid, uiterst moeilijk is op late ren leeftijd zich in een ander vak nog zoodanig te be kwamen, dat zij daarin een behoorlijk be staan kunnen vinden, terwijl de gelegenheid voor emigratie op zichzelf bovendien voor velen een bezwarende stap waartoe alleen in de uiterste noodzakelijkheid wordt overgegaan tegenwoordig zeer beperkt is. Waar aldus de werking van vraag en aan bod ten onzent verstoord is en geen waar borg meer biedt voor het verkrijgen van goede paohtvoorwaarden, mag een wette lijke regeling niet langer achterwege blij ven. En zulks volstrekt niet alleen in 't be lang van den pachter zelf, al lijdt hij uit den aard der zaak tengevolge van de ge schetste misstanden de grootste schade. De verpachter zal eveneens dp ns-deelige ge volgen ondervinden, waanneer hij zij-n lande rijen op voor den pachter te bezwarende voorwaarden verhuurt. D/ laatste zal min of meer worden gedreven tot het plegen van z.g. roofbouw en in/elk geval niet die zorg aan het gepachte bfsteden, welke voor een behoorlijke instandhouding noodig is. Ook op het loonpeö moeten dergelijke pachtvoorwaarden ongunstig werken. De pachter, dié op te zware lasten zit, zal na tuurlijk eer. sterke neiging hebben de loo- nen zooveel mogelijy te drukker.; de po siti-e van den landarbeider wordt dientenge volge nauw bij het vraagstuk betrokken. Het is verder duidelijk, dat van de on gunstige positie, waarin zoowel de pachter als de landarbeider dooT ondeugdelijke pachtvoorwaarden worden gebracht, andere bevolkingsgroepen den terugslag moeten ondervinden, zoodat wel vast staat, dat ook het algemeen belang in hooge mate bij deze aangelegenheid is betrokken. Alleszins verklaarbaar is het derhalve, dat ook buiten de kringen der direct belang hebbenden belangstelling voor het vraag stuk is ontstaan en dat verschillende poli tieke partijen (de Vrijzinnig-Democratische Bond reeds in zijn in 1004 vastgestelde landbouwparagroaf) daaraan aandacht heb ben geschonken. Het gevolg van een en ander is geweest, dat in 1910 de bovenge noemde Staatscommissie is ingesteld met het doel te onderzoeken of een wettelijke regeling van de pachtovereenkomst wen- schelijk moet worden geacht. In geval deze vraag door haar in bevestigenden zin zou worden beantwoord, kreeg de commissie te vens tot opdracht, de noodige voorstellen daarvoor te onderwerpen, welke dan zouden bestaan in wijzigingen van den zevenden titel van het derde boek van het Burgerlijk Wetboek, waarin eenige algemeene regelen inzake de pacht worden aangetroffen. Bij de beoordeeling van de vraag, wat te dezer zake gedaan moet worden, dient na drukkelijk vooropgesteld, dat bij een pacht overeenkomst niet alleen het bepalen van den prijs van belang is: de voorwaarden, waaronder het gepachte aan den pachter in gebruik wordt gegeven, spelen eveneens een belangrijke rol. Het doel van een wette lijke voorziening moet verder zijn een zoo danige regeling van het pachtvraagstuk te verkrijgen, waarbij het algemeen belang het meest gebaat is. Dit brengt mede den pachter een positie te verschaffen, die hem een behoorlijk bestaan waarborgt en in staat stelt het gepachte op rationeele wijze te exploiteeren en in stand te houden en een redelijk loon aan zijne arbeiders uit te kee- ren. Uitgaande van dit standpunt, moeten de wettelijke voorschriften de mogelijkheid openen: dat de pachter een zoo volledig mogelijk gebruiksrecht over het gepachte verkrijgt; dat hij, wanneer de gebruikswaarde der gepachte gronden blijvend wordt verhoogd, voor door ham aangebrachte verbeteringen vergoeding van den verpachter knn erlan gen; dat hij, wanneer door buitengewone om standigheden de opbrengst van het bedrijf belangrijk lager is dan waarop bij het non- goan van de pacht redelijkerwijs Icon worden gerekend, aanspraak verkrijgt op verminde ring 'der pachtsom; dat hem een langdurig gebruik van den grond wordt verzekerd. Aan deze eisohen komen de voorstellen der Staatscommissie, die de haar gestelde vraag over de wenschelijhheid eener wette lijke regeling in bevestigenden zin heeft be antwoord, een heel eind tegemoet. Alleen ten opzichte van het laatstgenoemde punt, de continuatie van de pacht, geven zij geen bevrediging, terwijl ook wat betreft het tweede punt hare voorstellen positiever konden zijn. Een zeer belangrijk, maar tevens uiterst moeilijk te regelen punt vormt natuurlijk de vraag, of de pachtprijs naar wettelijk voor schrift zal worden vastgesteld. Dit zou dan moeten gebeuren, door aan daarvoor in 't leven te roepen organen commissies van deskundigen de bevoegdheid te geven dien prijs te bepalen in de gevallen, dat de partijen zelf niet tot overeenstemming kun nen komen. De Staatscommissie meent zoover niet te moeten gaan- Wel omvat haar voorstel ook dè instelling van z.g, pachtcommissies, maai deze zullen ten opzichte van de pacht voorwaarden alleen op verzoek van beide partijen dwingende voorschriften kunnen geven; overigens hebben zij te dien op zichte slechts adviseerende stem en bestaat hun werkkring in het geven van recht* spraak in pochtgeschrMen. Inderdaad is het de groote vraag, of thans de tijd reeds gekomen is, te komen tot een wettelijke bepaling van den pacht prijs en in elk geval kan wel worden aan genomen, dat daarvoor op dit oogenblik peen meerderheid in de Staten-Generaal zou zijn te verkrijgen. Het zal daarom aanbeveling verdienen thans te streven naar hetgeen bereikbaar lijkt, t.w. den pachter recht te geven op vergoeding van door hem aangebrachte ver beteringen, hem recht op schadeloosstelling toe te kennen in geval de opbrengst van het gepachte door buitengewone omstan digheden belangrijk beneden de normale blijft en hem zooveel mogelijk een lang durig en volledig verbruiksreoht te ver zekeren. Van overwegende beteekenis bij de rege ling van het pachtvraagstuk blijft de in stelling van z.g. pachtcommissies. Zonder aan een deskundig en onpartijdig orgaan in pachtaangelegenheden ruime wettelijke be voegdheden te geven is een goede regeling zelfs niet denkbaar. Het kan immers moei lijk uitblijven, dat bij de uitvoering van wettelijke voorsohriften pachter en verpach ter dikwijls van gevoelen verschillen en dan kan slechts de uitspraak van onpartijdige personen, die zoo moeten worden gekozen dat zij ook door hun persoonlijkheid het noodige gezag weten uit te oefenen, een bevredigende oplossing geven. Een geluk kig verschijnsel is het in dit verband, dat versohillende landbouw organ isat i es reeds tot de instelling van deze pachtcommissies zijn overgegaan: in Friesland werken zc reeds eenige jaTen en ook in Zeeland en Utrecht wrorden ze aangetroffen. Zij werken daar dus zonder wettelijke bevoegdheden, maar oefenen niettemin al zou men het aantal gevallen, waarin ze geraadpleegd worden, grooter wenschen toch reeds een gunstigen invloed. De taak van den wetgever moet thans j zijn, dit in het vrije maatschappelijke leven opgekomen instituut verder uit te bouwen en van wettelijke macht te voorzien. Dat de voorstellen der Staatscommissie daartoe «ij het wellicht in te geringe mate mede strekken, wettigt zeker de hoop, dat zulks inderdaad binnen niet te langen tijd zal geschieden. Het pachtvraagstuk zal dan een heel eind dichter bij een goede oplossing zijn ge bracht. Parijftchs Brieven. CCCIX. Dc stichting van New-York. Jesse de Forest. Geschiedenis en legende. Madame Récamier ct ses Amis, door Edouord Hcrriot. Les Maitres de la Plume. Goede en goedkoopc lectuur. Parijs, II Augustus 1924. „New-7ork werd in 1613 door de Hollanders gesticht en Nieuw-Amsterdam gedoopt". Dat kan ieder die het maar wil in het eerste het beste schoolboekje lezen. Er zal ook wel geen Nederlander zijn die dat niet als een historische paal boven water beschouwt. Toch moeten in den laatstcn lijd sommigen dezer in hun geloof aan de onfeilbaarheid dier overlevering wel eenigzins non het wankelen zijn gebracht door do pogingen onzer Belgische vrienden die stich ting toe le schrijven aan hunne calvinistische voorvaderen, de Hogenooten die zich in dc XVe c%uw in het Walenland gevestigd hadden Welke historische waarde aan deze bewering moet worden toegeschreven zelfs of zij zoo'n waarde heeft staat niet aan mij te beoordcc- len Het doet trouwens weinig ter zake, wnre hel nl'.een reeds omdat dikwijls de geschied schrijvers het op vele punten van nog heel w it meer belang volmaakt oneens zijn. En nu wordt onverwacht een nieuw historisch licht ontsto llen, dot beide stellingen gevaar doet loopen als cniuist te worden beschouwd, want daar komt de heer Pnsqunl, senator van het Noorder de- pa* tement in Frankrijk, zonder voorafgaande waarschuwing ons vertellen dot noch dc Hol landers noch de Walen het bij het rechte eind hadden en de eer van de stichting van New- York voor een zijner vroegere landgenooten op- cischcn. Volgens dezen nieuwen geschiedschrij ver over dit aantrekkelijke onderwerp aan trekkelijk om dc speculatieve fantasie die der gelijke vraagstukken op raadseltjes doet gelij ken is het een zoon van het lieve stadjo Avcsnes-sur-Helpe, genaamd Jesse de Forest, die dc stichter was van de hcdendnagsche toe gangspoort der Vcrocnigde Staten voor de emi granten uit de Oude Wereld. Zoools de heer Posqunl dit historische feit in het Petit Jou r- n a 1 van den vorigen Zondag verhaalt, gelijkt het veel op een sprookje, waarin het met vclo historische feiten van vroegere jaren overeen komt „Er was eens Genoemde Jesse de Forest was de zoon van een rijken lokenfabrikant te Avcsnes, die dit stadje in 1598 verliet om zich te Sedan te ves tigen, waar hij overleed. Bij den dood van zijn vader deed Jessé zijne zaken aan kant en ver trok naar Leiden, om daar met zijn broeder een lakenververij op te richten, die spoedig een bloeiende zaak werd. Reeds veel. vroeger had hij zich aangetrokken gevoeld door het avon tuurlijke pion naar Amerika uit te wijken om daar fortuin te zoeken. Toen hij tc Leiden mei zijn ververij rijk was geworden, achtte hij het oogenblik gekomen zijn jeugddroom op grooten voet uit tc voeren. Hij keerde dus in 1621 nnar Avesnes terug, wierf daar landbouwers cn werklieden in allerlei andere vakken aan cn kocht de noodige werktuigen cn vee, waarmco hij, na zijn expeditie zorgvuldig tc hebben voor bereid, zich te Antwerpen inscheepte. In do lente van 1623 komt hij met zijn vaartuig to Manhottan-eiland aan, sticht (jaar een kolonio en vormt zoo de eerste kern vtm dc tegenwoor dige milliocnen-bevolking van New-York. Jesse dc Forest stierf in 1626 ten gevolgo van moeraskoortsen, vervolgt de heer Pasqunl, maar zijne zonen zetten zijn werk voort. Zij doopten met den naam van „Ncuf Avesnes" de plaats waar hunne landelijke woningen zich verhieven, die Hollanders, toen deze er talrijker waren geworden, op hun beurt „Nieuw-Amster- dam" noemden cn waaraan dc. Engelschen, na dat zij in 1674 zich van het land hadden mees ter gemaakt, den naam van „New-York" go- vcn." Volgens dit verhaal zou dus de eerste naam van New-York niet Nieuw-Amsterdam zijn, waarmee hij aan den historischen paal boven wat er uit onze prille jaren een gevocligen, misschien wel doodelijken slag toebrengt. Der gelijke illusic-bcroovingcn komen meer voor in de wereldgeschiedenis zooals zij aan do jeugd wordt verhaald cn nu denk ik onwil lekeurig aan den slug van Waterloo. Ik heb eens een historicus hooren zeggen, dat, om dc werkelijkheid juist te verhalen cn tc verklaren wat vermoedelijk de bedoeling cn dc taak der historici is men er niet to ver van af, noch tc dicht bij moet zijn. Hij zeide er niet bij, maar het mag toch wel nis on geveer zeker worden aangenomen, dat het juiste milieu zóó mocielijk is vost te stellen, dat de meeste geschiedverhalen gemakkelijk gc- schiedenisjes worden, wat mag pleiten voor do rehubilitolie van legenden, sprookjes en fabe len. Nadat in de ontikiteit zeven steden in Griekenland elkaar de eer betwist hadden de geboorteplaats van Homerus te zijn geweest, mogen nu wel drie landen elkaar de eer be twisten (nis 't een eer is), dat de stichter van New-York het levenslicht binnen hunne gren zen heeft aanschouwd. Springen wij nu over naar de allernieuwste geschiedenis, dan zouden wij, volgens veler zeggen, niet precies weten hoe dc oorlog is ontstaan, onder welke omstandigheden hij is vcrloopen cn waarom hij is geëindigd Nog dezer dagen las ik (waar doet er niet toe) de stelling dat eerst over een halve eeuw de geschiedenis van het tijdvak 19131923 met juistheid zal kunnen geschreven worden. Het is echter meer don waarschijnlijk dat ook dan nog niet het juiste milieu zal bereikt zijn, waarop ons de werkelijkheid als een mooi le vend geheel voorkomt. Hiertoe is 'n grootcre ofstand noodig; bovendien is zoo iets niet het v. erk van den historicus alleen, de denker en de letterkunstenaar moeten er aan meewerken, En wanneer nu deze drie personen in één zijn vereenigd kunt gij u een schoonerc drie-een heid voorstellen dan krijgt men een com pleet beeld tc zien. Zulk ccn compleet beeld van een lang afge sloten tijdperk leverde ol jaren gel©*}*11 000 toen nog jong schrijver op, op wicn in <ïe laatste weken dc oogen van geheel de wereld geves tigd zijn, oindat hij vooraan stnnt onder hen die te Londen bezig zijn de geschiedenis van dezen tijd te „maken", met het doel den vrede onder de volken te bevestigen. Frankrijks he- dcndaagsche ministcr-piesident Edouord Hcrriot blijkt niet nllccn een groot staatsman te zijn, nadat wij hem vroeger als een onovertroffen administrateur kenden, hij is ook een der knapste geschiedvorschcrs en schrijvers, be roemd in de letteren van zijn land door zijn mooie boek Madame Récamier et ses Amis, dot vele jaren geleden verscheen cn al long uitver kocht is. Van dit boek verschijnt nu een nieu we uitgave bij Payot. Ziedoor oen geschiedkundig werk dat ge tuigt van de groote kennis en den fijnen smaak des schrijvers en don ook onmiddellijk bij zijn verschijning in de letterkundige wereld voor een meesterwerk werd verklaard. Het geeft een even aantrekkelijk ols nauwkeurig beeld van het lange veelbewogen tijdperk van af de Frunsche revolutie tot de tweede repu bliek von 1848 het omvat dus het Directoire, het eerste Keizerrijk, de twee restauratie-pe riodes der Bourbons met de regeering van ko ning Lodcwijk Philips. Alles wat in die halve eeuw tot dc maatschappelijke, politieke en in tellectueel© élite gerekend kon worden, wordt door den schrijver gegroepeerd om de mooie, gevierde Juliette Rccnmier, „aduléc plus que ne le fut aucune beauté dc l'histolrc, rein© in- contcstée de l'élégoncc pendant toute sa vie et la plus aimnblc des femmes dc tous les temps". De heer Herriot brengt den lezer in kennis met de beroemdste personen uit dat lange tijdperk, van wie ik alleen noem i Mme dc Stoel, Benjamin Constant, Chateaubriand, Ampère, Barontc, Sointc-Beuve, Prins August van Pruisen, Eugène de Bcauharnais, Mossé- na, d© twee neven Adricn en Mothicu dc Mont morency Op verrassend pittoreske wijze doet hij nl die vrienden van Madame Réca mier voor ons leven tot één groot bezield beeld, waaruit wij niet alleen het Frankrijk- van een eeuw geleden leeren kennen, maar dat ook dc cosmopolitischc wereld van Duitschland, Engeland cn Italië in de Fran- schc hoofdstad voor ons doet schitteren, met dc schoone, geestige, onberispelijke vrouw van den invloedrijken Parijschcn bankier Jac ques Récamier tot middenpunt. Nu ik non den eersten burger van Frankrijk na den president der republiek de cei heb gebracht die hem als schrijver toekomt, wil ik even nog iets zeggen over andere boe ken die in herzelfdc geval verkecrcn als dot van den heer Hcrriot. Sedert dc prijs van n je uwe romans in het algemeen minstens het dubbele is van hetgeen hij vóór den oorlog was, stellen enkele urtg©vers speciale recksqp soom van vroeger reeds verschenen, uitver kochte werken van bekende schrijvers, tegen veel lagere prijzen. Een dezer „collections" wordt sedert kort uitgegeven door dc Librairie Buudinière onder den verzameltitel „Les Maitres de la Plume", waarin iedere veertien dogen een dee! verschijnt. De eerste deelen dezer nieuwe reeks bestaan uit La Paille dans l'Acier van Marcel Prévost, de l'Acodémic Fran^aise, door den schrijver zelf ols zijn beste werk beschouwd Dialogues dc Bêtes von Colette, een bock welks groot succes geen nadere toelichting behoeft, en Ellen et Jcnn van Gustavc Riou, welks eerste uitgave nn den oorlog veel wnardcoring heeft ondervon den. Dc volgende aangekondigde romans in dere reeks zijn Morie-Louisc von Henry Bor deaux, Rat-dc-Cave, Combrioleur van Mnuric-e Dekobro, L'Meurc scxöcllc von Mme Rachilde. Het lofwaardige doel van deze collectie is een keur van goede oudere en moderne romanlec tuur binnen het bereik van bescheiden beurzen te brengen, waarom de prijs op fr. 2.50 is ge steld. Tegelijk met deze collectie geeft de Librairic Baudinièrc een half-maundelijksch tijdschrift uit, dnt dcnzelfdcn naam, „Les Maitres dc la Plume", draagt en waaraan o.a. medpv/erkenMarcel Boulenger, Paul Brulef, Robert Dieudonné, Georges Lccomte, Camilla Mnuclnir, Gaston Riou, Rosny oinc, And.-; Lichtenberger, wat als een voldoende aanbeve ling mag gelden DOYEN. Naot het Engj/isch von RUB7 M. AYRES door W. J; A. ROLDANUS JR. Had zij gez<£'d, dat zij hem altijd iiefhcbbcn zou Had zij/beloofd, dat zij hem nooit zou vergeten Nobit duurde zoo heel long Don kwam gauw daarop binnen, hij floot kunstmatig r/ooli.jk, wat mij volstrekt niet onU ging. „Ik ben gisteren nanr Lampson geweest.' zeide hij vévlegcn, terwijl hij op zijn oude schooljone/nsachtige manier zijn hoofd om do deur stok/„En ik heb hem een testament la ten mak' „Zoo,"/zeide ik. „Ik h/o alles aan Joy vermaakt, behalve behalve een paar duizend, die oic ik hoop, dat u /al aannemen, sir". Hij hield even op cn voegd/ er don aan toe: „Voor het geval mo iets c/erkomt, natuurlijk zal je niets overkomen. Je zu't gezond 4l terugkomen, als God het wil maar ik daiu je in ieder geval hartelijk, jongen ton gaf een zucht van verlichting en kwam in ae kamer. LO, ik ben zeker van plan gezond en wel te- rig te komen, wanneer ik er de kans toe krijg, heb geen lust het hoekje om tc gaan nu ik imand heb om voor terug te komen." Hij stok ■jen sigaret aan en rookte een paar minuien fcwijgéncL „Het is toch eigenlijk precies een spiookjc de kennismaking met Joy en daarna al dot geld enz enz." „En het zal eindigen zooals ccn sprookje eindig!,zeide ik opgewekt, „Met bruiloftsklok- uen cn een lekkere oudcrwetSchc taart met sui ker erop." Don keek een anderen kont uit. „Ik hoop hel," zeide hij korlaf en weer kreeg ik het vreemde gevoel, oat hij toch iets voor mij achterhield, dat hij zoo graag zou willen J dat ik wist. i „Vrij gaan morgen nog \oor het luatst eens plezier maken in Londen," zeide hij dan. „Zon dag blijven we thuis cn pok ik alles in. cn Maandag o ja, sir, wilt u mij naar het sta- ti-n brengen J-y staat er op mee tc gaan, of schoon ik het liever niet heb." „Het zal veel beter zijn, als zij het niet doet," stemde ik dadelijk toe. Ik voelde er niets voor, bij een afscheid aanwezig te'zijn. „Het dient nergens voor haar te kwellen met een scene aan Waterloo-station of ergens anders." „Dot zeg ik ook al, maar zij staat erop. ïk wou, dat ze me naar Frankrijk lieten vliegen. Eerst zou het gebeurd zijn... Enfin, we zullen nog wel zien. Slaap lekker, sir Nog steeds fluitend liep hij met twee treden tegelijk de trap op cn ik hoorde hoe hij do deur van zijn slaapkamer dichtsloeg. Ik keek nog eens in den tuin vooi ik ging sluitener brandde nog licht in het huis van dc Lamberts, maar alles was volkomen stil. „En zal je me altijd liefhebben altijd Be loof me, dat je me nooit vergeten zult be loof het me!' De woorden, <üe ik afgeluisterd had, lieten me niet los. Wat had zij geantwoord, vroeg ik mij af. En had zij het beloofd Den Zaterdag bracht ik door in gezelschap von Rags. Hij kwam vlak na hot ontbijt, pre cies alsof hem gezegd was, dut zijn „viouv." den heclcn dag uit zou gaan. Toen zij cn Don het tuinpad afliepen, keek hij zc met een soort onverschillige belangstelling na dun kwam hij naar mij toe cn ging met zijn neus cp mijn voeten liggen. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik veel van den hond begon te houden hij was in ieder geval gezelschap cn teen ik 's middags een wandeling ging maken, deed ik dat werkelijk om hem wat beweging te geven. Alsof het ongeluk het zoo wilde, kwamen v/e halverwege de straat Mrs. Kenyon tegen. Zooals gewoonlijk ging zij natuurlijk weer haar neus in een andermans zaken steken, maar toen zij mij zog, "bleef zij staan cn wachtte tot ik hoor ingehaald had. „Ik heb met zooveel belangstelling het nieuws gehooid," begon zij. „Ik heb uw neef altijd zoo bewonderd, Mr. Buchanan." „Pordon zeide ik. „Ik zeide, dat ik uw neef altijd zoo bewon derd heb," herhaald zij. „En nu hij en dat char mante meisje geëngageerd zijn „Donald is mijn neef niet," viel ik haar in de rede. „Wat zegt u Zij deed alsof zij verbaasd was, ofschoon ik er zeker van ben, dat zij al tijd geweten heeft, dat Donald en ik in het geheel geen familie zijn. Maar ik dacht er niet over haar verdere explicaties te geven cn ik wilde weer verder loopen, toen zij opnieuw be- £on „Hoe toevallig dat hij Rosebelle op die ma nier heeft leeren kennen. Ik heb er natuurlijk alles van gehoord heusch erg toevalligHij heeft het u toch zeker wel érteld „Ik heb iets vajr pen auto-botsing gehoord," antwoordde ik De vrouw irriteerde mij ver schrikkelijk cn ik lmd absoluut geen lust ver der met huüi te proten.* „U hebt mijn nicht, geloof ik, nooit ontmoet, Mr. Buchanan," ging zij vastberaden voort. „Ik heb hnnr dikwijls le logeeren gehad, maar u hebt haar, geloof ik, nooit ontmoet." „Dat weet ik wel zeker," antwoordde ik. Ik was nooit in het huis van. de vrouw geweest en ook niet van plan er ooit heen te gaan. „Donderda komt zij weer vóór een paar dogen," kletste zij verder. „Als u cn Mr. Carey eens thee willen komen drinken." „Donold goot Maandag naar Frankrijk," zeide ik. „U zult ons in die omstandigheden wel wil len cxcusccrcn ïk weet niet or zij zich zoo verdrietig voerde als zij eruit zog, en het kon me niet schelen ook ik was maar al te blij, dat ik van hodr af was. Natuurlijk had zij haar eigen icdenen om plotseling zoo vriendschappelijk te doen. Ik vertelde Don niets van het gesprek. Welk belang kon hij er trouwens in stellen, dat Miss Rosabelle Girling Dondcidag bij haar tante kwam logècren Rags cn ik deden onze wandeling zonder verder gestoord te worden, maar toen wc thuis kwamen, stond Castle met een rood en ver stoord gezicht aan de dein- te wachten en zeide op fluisterenden toon tegen me, dat Mr. Augustus Lambert in den salon op mij zat te wachten. Ik had den kerel niet gesproken na dien eer sten nacht, toen hij een flesch whisky van me leende, en ik had na wat er op den avond na het dinertje van den ouden Jardine gebeurd was, heclemnal geen lust de kennismaking te hernieuwen. Ik had nooit iets goeds van hem gehoord en, het stuitte me togen de borst, dat ik hem in mijn eigen huis moest ontvangen. Manr er viel niets non tc veranderen en ik ging, onmiddellijk door R*gS gevolgd, naar den salon. Mr. Augustus Lambert stond met zijn rug near den haard alles belangstellend op lc ne men, precies alsof hij alles wal er in dc ka mer was taxeerde. Het was ccn groote, donke re man met een echte „boeventronie". Hij kwnm met ccn overdreven„Zoo, mijn waard: heer I" en een uitgestoken, hand, die ik graag genegeerd zou hebben, naar mij toe. „Goeden middag," zeide ik stijf. „Wilt u niet ge an zitten „Ik bewonderde juist uw kamer uw heel charmante kamer," zeide hij, alsof wij oude vrienden waren. „Dat porcelein op den schoor steenmantel moet veel, beslist veel waarde hebben." „Ik weet van de waarde niets af." Het was duidelijk, dat hij niet gekomen was om met me te praten over oud porcelein, en ik wachtte nieuwsgierig op zijn volgende op merking, die zich niet long wachten liet. „Ik was al lang van plan geweest u eens op te zoeken," ging hij ecnigszins oratorisch voort. „Mijn dochtertje de kleine Joy heeft mij verteld hoe goed, hoe meer dan goed u cn Donald voor haar geweest zijn cn het is niet meer dan natuurlijk, dat ik u daarvoor wil komen bedanken. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 9