23ewo'sa"8 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag SO Aug. 1914 Het Meisje van hiernaast. VIERDE BLAD. BUITENLAND. FEUILLETON. Amsterdamsche Brieven. De gelukkige forensen. Het nieuwe ontwerp op de forensen-belasting zal werk aan den winkel gaan gevenI Gemeenten als Amsterdam en Utrecht en al wat „villa-dor pen" in zijn omgeving heeft, zullen het mer ken. Waarschijnlijk ook in hun gemeentelijke portemonnaie, negatief. Zal de maatregel doel treffen, dan kon het haast niet anders of de „forensale" gemeenten zullen minder binnen ha len uit deze rijke bron van inkomsten. Of iemand moest optimistisch genoeg zijn om te meenen, dot een „betere verdeeling van lusten" onder de forensen, subsidiair een toeneming van het aantal dezer gelukkigen, een compensatie zou kunnen geven van het verlies op wat de meeste forensen van tegenwoordig al zuchtend afstaan Hoeveel er aan Amsterdam jaarlijks wordt be taald,'kan ik in de verste verte niet zeggen, moor het moet geweldig veel zijn. Kom hier 's morgens tusschen acht en tien eens toevallig over het Damrak, en zie de stroomen van men- schen, die zich elk kwartier of tien minuten la ten uitspuiten door de treinen uit het Gooi en uit de duinstreek, 's winters even goed als 's zo mers. En dan de Hoorlemsche tram, 't Muider en het Weesperpoort-stationf En dan te den ken, dot al deze contribuabelen door den ge meentelijken fiscus van Amsterdam van twee derden van 'hun g e h e e 1 e inkomen te grazen worden genomen (en don in de „plaats hunner inwoning", om den officièelcn term to gebrui ken, eveneens voor twee derden). Zeker, het overgroote deel van de menschheid is niet rijk, en heeft niet veel anders dan zijn „hoofdbron" van inkomsten, dat wil zeggen de belooning voor het gewone dagelijksche gezwoeg; maar onder die duizenden, die ik bedoelde, zullen er toch ook heel wat zijn, die hetzij uit (bijl-be trekkingen in andere plaatsen, hetzij uit vermo gen, nog andere inkomsten don die van hun baantje hebben. Welnu, ook van deze bronnen dronk onze Amstcrdumsche schatkist tot nu toe het hare op, wettelijk-onverschil voor 't feit, dat Amsterdam en deze bronnen met elkander in geen enkel verband stonden. En desgelijks deden de andere „forensale" gemeenten. Maai het zal nu anders worden. Natuurlijk is er heel wat voor noodig ge weest, eer het zoover kwam. Maar voor dat ve le is gezorgd door allerlei hebzuchtige gemeen tebesturen, die de bekende en ook wel onbeken de malle streken uithaalden om maar aan geld te komen, als daar zijn het in de belasting aan slaan van treinconducteurs, die toch meer dan 90 dagen in de gemeente verblijf hielden enz. enz. enz., te veel om op te noemen. Over dergelijke dingen werden tenminste pu bliekelijk het meest geklaagd. Eigenlijk waren er nog veel grooter anomalieën. Hoeveel gefor tuneerde mcnschcn wonen er in de nabijheid van de groote steden, die er nu niet aan kunnen denken om een matig-gesalarieerde betrekking in zulk een stad aan te nomen de forensen belasting slokt don immers (bijna) evenveel of meer dan het salaris op! Zoo iets sprak tot nu toe vanzelf, en natuurlijk hield men er reke ning mede. Voortaan zal ieder forens, zullen althans de zoogenaamde bedrijfs- of werkforensen van wie nu sproke is, alléén aangeslagen worden naar wat zij in hun forensale gemeente verdienen. Dat wil zeggen: wanneer de betrokkch gemeente 't nuttig en wenschelijk acht forensenbelasting te heffen, want naar men gelezen zal hebben wordt de geheele heffing voor elke gemeente facul tatief. Gemeenten, die in hun geld zwemmen, zooals Utrecht bijv. ongetwijfeld doet, laat ik natuurlijk buiten beschouwing, maar dat Am sterdam van de vriendelijk aangeboden gelegen heid gebruik zol maken, zou ik wel denken. In elk geval zol het een heel gedoe worden, want elke gemeente moet don een verordening maken, waarin ze een tarief vaststelt, dat progessief mag zijn (enfin, daarin hebben we hier wel de noodige routine). Het tarief is weer aan de noo- digc voorschriften gebonden, bijv. dat het voor elk inkomen het in de gemeente verdiende in komen! hoogstens de helft mag bedragen van wat de gemeente over een zelfde bedrag van haar eigen dierbare ingezetenen heft, en zoo meer. Nog is daarmee het vernuft van den wetge ver niet ten einde. Alleen menschen met betrek kingen of met fabrieks- of kantoorzaken mogen op deze bescheiden wijze worden gevild: Foren- seerende winkeliers daarentegen worden naar hun omzet aangeslagen. En nu het de partement van Financiën toch eenmaal aan het ontwerpen was, heeft het zijn goede zorgen nog verder uitgestrekt, en meteen een eind ge maakt aan de malligheden, dat menschen worden aangeslagen, die heelemoal niet in de belasting behoorden te vallen. Ik schreef boven al over de treinconducteurs, maar de categorie is eigenlijk veel grooterZooals men gezien zal hebben, is het criterium, dat men z'n beroep of betrekking in een „vaste in richting" moet uitoefenen om forens te zijn. Er zijn nog meer van die nieuwe dammen tegen gemeentelijke willekeur opgeworpen, maar de hier genoemde zijn wel de voornaamste. m Plaatsen als Zeist en dergelijke .villa-gemecn- ten zullen van hun kant meer belang stellen in het tweede genus: de woo n-f o r e n s e n. Dit zijn de bevoorrrcchtcn, die buiten de plaats van hun inwoning gedurende meer dan 90 dagen per jaar ergens de „beschikking" hebben over een gemeubileerde woning, en die deswegen worden gestraft met een extra-aanslag over één derde ven hun (weer volle) inkomen in de plaats van hvir. buitenverblijfof dit laatste een bescheiden hokje of wel een pompeuze vil la is. Terecht wil men ook aan dezen onlogi- schen toestand een einde maken. Deze heffing heeft heelemaal het karakter van een vorterings- of een luxe-belasting, mag dus met het inko men in geen verbond staan. Omdat ze het tot dusver wel deed, hadden de meest gegoeden er ook het meeste belang bij om hun woning ongemeubilcerd te laten staan, of zich op andere legale wijze aan de belastingplicht te onttrek ken. De gemeentelijke verordeningen zullen nn de belasting mogen bosecren op de huurwaarde der (buiten verblijven, den duur van het verblijf, „of andere grondslagen"). Het komt dus eigen lijk neer op een doublure van de eveneens fa cultatieve belasting op logeergasten, die wij nog aan minister S. de Vries Czn. hebben te donken. Dat zal weer een gefabrick van verordeningen geven! Het beste zol zijn dat de Vcreeniging van Nederlandsche Gemeenten' er aan te pas komt en een mooi schemo-lje geeft. Want anders wordt het overal wot nieuws, en vervalt het cenige voordcel van den tcgenwoordigen toe stand, namelijk dat we wisten, waaroan we ons overal hadden te houden, om taillables et corvé-ables a merci te zijn. STAATSLOTERIJ. Benoeming van collecteurs en collcctriccs. Bij ministeriecle resolutie zijn benoemd tot collecteur of collectrice van de Staatsloterij te Amsterdam mevr. G. M. J. Boots, weduwe van G. J. de Jongh, thans collectrice te Goeste Delft mevr. A. C. Kcmpff, thans collectrice te Utrecht; te Goes mevr. J C. van Eisbergen, wed. van H. M. van Nulpen te 's Gravenhage; te Gorinchem mevr. J. M. C. Hirsel von Ker sten, wed. van A. H. Wefers Bettink te Sap- pemcerte 's Gravenhage mej. E. Conneel, thans collectrice te Rotterdam; te Leeuwarden mej. J. A. M. König te 's Gravenhagete Mid delburg A. J. van Bcntem te Nieuwer-Amstel te Rotterdam J. Oldenhuis Tonckcns, thans col lectrice te Vlaardingen mevr. J. C. Wolburgt Smidt, geboren Brocx te 's Gravenhage mej. M. L. S. T. Westmaas te 's Gravenhage en H. F. Hessing, thans collecteur te Delftte Utrecht mej. G. dc Vries, thans collectrice te Gorin chem mevr. A. J. L. T. Koster, wed. viin W. H. Jarometti, thans collectrice te Middelburg, en mevr. J. P. H. Langenbergh, wed. van N. C. Colijn, thans collectrice te Leeuwarden te Haarlem mevr. H. M. D. R. baronesse Mulert, wed. van J. E. Simon, thans collectrice te Rot terdam. EXPORT NAAR FRANKRIJK. Een aantal wenken voor Ne derlandsche fabrikanten. Ter voorkoming van moeilijkheden, die door Nederlandsche fabrikanten bij den invoer van Kunne producten in Frankrijk zouden kunnen worden ondervonden, wordt het navolgende onder de aandacht gebracht van personen en instellingen, die zich bezighouden met of be langstelling hebben voor den export van Ne derland naar Frankrijk. Voor de aangifte van de in te voeren artike len bij de douane is allereerst noodig dot de importeur zeker is van het nummer van het tarief, waaronder zijn product door de Fran- sche douane gerangschikt wordt. In geval van twijfel hetgeen als gevolg van de buiten gewone gecompliceerdheid van het Fronsche tarief von invoerrechten dikwijls voorkomt wende men zich tot de Nederlandsche Kamer van Koophandel te Parijs, die zoo noodig of- doende inlichtingen inwint. Het is doorbij bij na altijd noodzakelijk een monster van het fabrikaat over te leggen. In ieder geval is noodig een uitvoerige beschrijving, met opga ve van de grondstoffen waaruit het is samen geteld. Dikwijls is, waar het artikelen als werktuigen, meubelen en dergelijke betreft, overlegging van een teelcening of fotografie gewenscht Met uitzondering van de artikelen waarvan hieronder een opsomming gegeven wordt moet elk Nederlnndsch product dnt in Frank rijk wordt ingevoerd, wil het bij den invoer profiteeren van het minimum-tarief der Fron sche douane dat op Nederlandsche goederen toepasselijk is, vergezeld gaan van een certi ficaat van oorsprong en van een gelegaliseer de factuur. Deze documenten, die altijd geëischt wor den, zijn echter geen bewijsstukken waardoor de Fransche douane-administratie zich gebon den acht. Meent zij aanleiding te hebben ann de herkomst van het product te twijfelen, dan betwist zij die, hetgeen een zoogonoamdo „expertise légale" ten gevolge heeft. Betwist de Fransche douane de juistheid der aangifte, en komt het doordoor tot een exper tise, dan wordt zoowel door de douane als door den importeur een deskundige benoemd, gekozen uit een lijst van personen, door het Ministerie von Hondel opgemookt. Aanbeveling verdient de verzending der goederen op te dragen aan een expediteur, dia een cautie gesteld heeft bij de douane. Voorts zij er op gewezen dat fabrikanten in Bougies, Bulbcs, Zinc, Abots d'animaux, Bes- tiaux. Beur re frais ou salé. Biscuit de mer, Cé- réales en grains," Chutuignes et leurs farines, Chevaux pour la boucherie. Conserves de poissons. Conserves de viande, Farines loctées, Fromoges, Fruits de table, frois, secs ou tapés, Graisses végétnles olimentnires, Gruaux, Huilc fixe pure d'olive, Huile de foic dc morue, Huite de poisson, Jambons cuits, Lait non conccntré, Lnit concentre, sucré ou non, Légumcs frois, salés, confits, conserves ou desséchés. Mar rons, Miel, Moules et outres coquillages pleins, Oeufs dc volnille. Pain, Putes d'Italie, Pois sons frais ou conservés, Pommes de terre. Pro duits de pêche, Riz, Saindoux, Sel marin, de saline ou gemme, Semoules en gruau, Semou- les cn pótc, Viandes frniches et abots, Vian- des solées, Vins ordinoïres, Voloilles vivantes ou mortes. Nederland zorgvuldig hebben toe te zien, dat niet verpakkingsmateriaal wordt gebruikt het welk te voren, voor verzending van grond stoffen uit andere landen naar Nederland heeft dienst gedaan of dot in het buitenland vervaardigd is, terwijl aanbevolen wordt geen handelsmerken of benamingen te bezigen, die oorspronkelijk in Duits,chlond waién geregis treerd, ook al zijn dip, namen of merken, regel matig eigendom gtftfbrqcn van den Nederlond- •schcn fabrikant. In verband met een en ander wordt opge merkt, dat voormelde Kamer van Koophandel te Parijs uit haar Bestuur een Commissie voor de douane-aongelcgcnheden heeft gevormd, bestaande uit personen, die uit den aard van hun bedrijf geacht kunnen worden van alle bijzonderheden der Fransche douane-wetge ving op de hoogte te zijn en daardoor nuttige wenken zullen kunnen geven. De Bureau* der Nederlandsche Kamer van Koophandel te Parijs zijn gevestigd Rue Jou- ber 39 (Tel. Louvre 0410). Lijst van artikelen waarvoor geen certi ficaat van oorsprong noodig is. NEDERLAND EN TSJECHO SLOWAKIJE. Een r.k. NcderJandscli-Tsjccho- Slowokisch comité. Naar de R. K. Werkgever meldt, is opge richt een R. K. Nederlandsch-Tsjcchoslowa- kijsch Comité, dat zich ton doel stelt, weder- zijdsche betrekkingen aan te kweeken en in stand te houden tusschen de georganiseerde Roomsch-Katholieken in Nederland en Tsjccho- Slowokije. Het comité zal trachten dit doel te bereiken door hef publiceeren van mededeelingen om trent werkwijze en vorderingen der roomsch- katholieke organisaties in Nederland en in Tsje- cho-Slowakije, vervolgens door do roomsch- katholieke organisaties in beide landen met elkaar in contact te brengen cn voorts door jongelui, die in een bepaald vak hun opleiding hebben genoten, gelegenheid te verschaffen, door nadere kennis omtrent him vak op te doen en zich op de hoogte te stellen von het intel- lectueele, sociale en economische leven in dut land. Het comité is gevestigd te 's-Grovcnhogc cn besloot uit de heeren dr. L. Deckers, lid van de Tweede Kamer, voorzitter; rector J. B. W. M. Möller, Henri Hermans, lid van de Tweede Kamer, dr. L. G. Kortcnhorst, mr. J. A. G. M. van HcUen'berg Huber, dr. J. M Kucero te Prong en C. A. Lcijcn, secretaris. Den Haag. DE HEER BRAAT IN DER SOMMERFRISCHE. En in vacantiestemming Uit de Varia in de Vrijheid Dc heer Braat heeft een artikel geschreven in zijn lijforgaon De Plattelander. De redactie plaatst het als ingezonden stuk cn daar staat uitdrukkelijk boven (wat niet iederen dag een partijleider in diens partij orgaan overkomt)„Buiten verantwoordelijk heid der Redactie". Méér dan dat: dc redactie voegt als onderschrift aan het proza des hee ren Braat toe, dot daarover geen discussie wordt toegestaan, aangezien het artikel in een vacantiestemming is geschreven. Welnu, velen onrcr lezers zullen thans ook in vacantiestemming verkeeren. Loot hen dus mec-profitecrcn. De schaar er dus in I Eerst over zijn heldendaden „De gcitenfokkcrij subsidiceren en dc S D. A. P. afrossen omdat zij vooral niet tegen deze menschen te veld mogen trekken, was mijn grootste succes, en voor mij tevens een genoe gen". Don over dc schadeloosstelling van de Ka merleden „Wel wiilen wij de wet helpen verondcron, dat bijv. de vergoeding op 2500 a 3000 gebracht wordt, dot wil ik stemmen, doch dc een dit, de onder dat De SD.A P.'crs en de communisten niets terug geven, dot schept ongeregeldheden, dnt moest niet mogge, of kunnen". Vervolgens zingt de heer Braat zijn vreugde uit „Ik bfin in vacantiestemming, ik heb nog eën paar losse centen over van dc gekke ver hooging, ik krijg elk maand verse h, en ik behoef niets te doen, niets, ik ben vrij toch ben ik van plan veel te doen, doch niets aan politiek, niets, totaal niets". Geen wonder, dat de stemming goed is „Mensch cn dier is verlucht en verfrischt, dus ben ik vrolijk en gezond". Kortom, dc leider gevoelt zich in conditie „Geen hoofd- of maagpijn, jicht of rheuma- tiek; 't pootje ken ik niet en mijn kiezen heb ik loten vullen opdat ik mij goed van mijn taak als pensiongast zou kunnen kwijten" Het buitenland moet de clandizie van den heer en mevrouw Braat missen. Hoor maar „Niet het buitenland, dat wij, mijn vrouw en ik, alreeds zoo menigmaal bekeken hebben, doch het binnenlnnd, zal mij hoop ik, herber gen, en zol mijn centen in dezv ons toelachen de vocantiedagen opstrijken". Er is in dc partij des heeren Brant een on aangename oppositie tegen den leider, maar de opposanten worden als volgt in den hoek ge duwd „Marktgeschreeuw deert mij momenteel niet. Dc blijf toch in stemming, gezond en frisch go ik dc vncantie tegemoet, dc stoot zorgt voor geld, cn alle politiek laat mij tot half Sept. koud". Tot zoover de heer Braut, hoofd van den Plattelandersbond en het is niet te ontken nen lid van dc Tweede Kamer der Staten- Gcneroal. In zijn ware gedaante L E. BOUTELJE. f Bekend Isr. uitgever. Op 65-jarigen leeftijd, is tv Amsterdam overleden, de heer I, E. Boutelje, lid van de Uitgeversfirma Van Crefcld en Co., cn mede uitgever van het „Centraal Blad voor Israë lieten in Nederland". De overledene was, naar dc Tel. meldt, bekend om zijn groote biblio grafische kennis, waardoor het hem mocht gelukken, een groote cn zeer interessante bi bliotheek te verzamelen. Vele letterkundige producten, waarbij ook gedichten in de He- breeuwsche en Nederlandsche tooi, zagen van zijn hand het licht. Als godsdienst-onderwij zer is hij jarenlang verbonden geweest o«n de Isrnëlietischc Godsdienstscholen te Amsterdam. VRIJE JEUGDVORMING. Een overzicht van den stand op 1 Januari. De Centrale Jeugdraad heeft met machti ging van den Minister van Onderwijs, Kunsten cn Wetenschappen een overzicht gepubliceerd van den stand der vrije jcugdvorming op 1 Januari 1924. Dit overzicht sluit zich ean bij dc publica ties in 1918 en 1919 van dc Staatscommissie tot onderzoek nuur de ontwikkeling der jeug dige personen, doch is tevens een zelfstandig geheel. Het geeft een beeld von den arbeid van Roomsch-Katholieke, Protestantsch-Chris- telijke, soc.-democratischc, Joodschc cn neu trale jeugdverecnigingen, alsmede van wat door Rijk cn gemeente ter bevordering der vrije jcugdvorming wordt gedaan. Alles over eenkomstig de laatste gegevens, welke aan den Centralen Jeugdraad zijn verstrekt. UIT HET MIJNBEDRIJF. Geen overeenstemming in de con tract-commissie. Donderdag vergaderde dc Contract-commissie voor het mijnbedrijf. Dc directies deelden mede, dut ingevolge het indertijd van de zijde der vakvereenigingen ge daan verzoek de belastingen voortaan in maan-» delijksche termijnen op de looncn zullen wor den ingehouden, te beginnen met den eersten loondag in November a.s. Een schrijven von de Federatie von Arbei ders werkzaam in de Mijnindustrie, inhoudende voorstellen tot herziening von de arbeidsvoor waarden, werd voor kennisgeving aangenomen. Naar aanleiding von een verzoek van den Prot. Chr. Mijnwerkersbond, op katholieke feestdagen, waarop het mijnbedrijf stilstaat, de noodzakelijk te verrichten werkzaamheden bij voorkeur aon niet-kntholieke arbeiders op te dragen, deelden de directies mede dat met dit verzoek rekening zol worden gehouden, voor zoover dit met de eischen von het bedrijf is overeen te brengen. Ten aanzien vun do looncn cn den arbeids duur, welke met ingang van 1 Oct. zullen gel den, werd van de zijde der werkgevers een toe lichting verstrekt op hun schriftelijk ingedien de voorstellen, die behelzen lo. verlenging van den Zaterdagschen 6 uren morgen- cn namiddagdienst voor dc onder- grondsche werklieden tot 8 uur 2o. verlaging von dc gemiddelde looncn der ondergrondsche arbeiders met 10 zoodat het gemiddelde houwersloon wordt 5.85; 3o. vervanging van het minimumloon der bovengrondsche arbeiders door een gemiddeld loon 4o. verlaging van dc loonen der bovengrond sche arbeiders, waarvun de gemiddelde uurloo- voor de drie vokgrocpcn resp. zullen bedragen 55, 50 en 44 cent, benevens een overeenkom stige verlaging van de loonen der jeugdige ar beiders. De directies deelden mede dot deze verande ringen noodig zijn geworden door do sterke daling der kolenprijzeri! De opbrengst per ton steenkolen bedroeg voor de gezamenlijke Lim- burgsche mijnen (met uitzondering van dc Do- mnniolc mijn, die in verbond met hoor con- troctueele verhouding tot den Staat in bijzon dere omstandigheden verkeert cn daarom bui ten beschouwing gelaten is) over 1923 19.11, over het le halfjaar 1924 f 15.96 en over Juli 1924 13.97. Dit beteckent een doling, sedert het vorig jam ruim 26 In deze omstandigheden is het onmogelijk do bestaande looncn, welke tenminste 30 tot 50 hooger zijn dan die van het concurreercndo buitenland, te blijven bctolcn. Met betrekking tot den verkorten Zaterdag schen dienst wezen do directies erop dat dezo de productiekosten met 4 h 5 verhoogt en dus ccn uonmcrkelijken voorsprong geeft aan de buitenlondscho concurrenten, die deze ver korten dienst niet kennen. Wanneer het voor stel der directies wordt aangenomen, ligt het in do bedoeling den nachtdienst op Znterdog zoo gering mogelijk te bezetten. Ten aanzien von de loonregeling der boven grondsche arbeiders werd opgemerkt, dat het bestaande individueele minimumloon niet vol doende ruimte laat om bij de loonsbopaling met persoonlijke bekwoomheid rekening te hou den. Ten slotte wezen de directies op tweo facto ren, welke de concurrentie met het buitenland zeer bezwaren, nl. do hoogc spoorvrachten. die Naar het Engelsch van RUB7 M. AyRES door W. J. A. ROLDANUS JR. 30 „Be heb u nooit gehaat," antwoordde ik boos. „U overdrijft altijd; ik heb u nooit gehaat." „Hebt u dat niet Zij wierp uitdagend baar hoofd in haar nek. „Laten wc dan zeggen, dat u nooit van mij gehouden hebt. Of is dnt soms ook niet waar I" Wat wilde zij mij toch laten zeggen Ik ant woordde, dat het dwaas was steeds weer die oude koeien uit de sloot te halen Waarom kon zij niet edelmoedig zijn en de manier, waarop onze kennismaking begonnen was, ver geten „Ik heb een fout gemaakt, dat beken ik," zeide ik kalmer. „Maar ik ben tenminste eerlijk geweest en heb gezegd wat ik meende." „Dan wou ik, dat u nu ook eerlijk was," barstte zij hartstochtelijk los. „Ik wou, dat u nu ook zeide, wat u meende. Waarom kimt u dat niet? U ben een man. U kunt zeggen wat u verkiest Waar dient het voor dat iedereen ellendig is, omdat omdat „Omdat wat vroeg ik heesch. Ik had een gevoel, alsof iets mij bij mijn keel greep en probeerde den adem uit mijn lichaam te knijpen; ik had een gevoel, alsof al het bloed in mijn aderen zich ergens in mijn hartstreek concentreerde en alsof alles in de wereld don ker en zwart geworden was, behalve dc schoon heid van het gezicht van dit meisje, dat in de toenemende donkerte uitkwam als een witte bloem. „Omdat u zoo koppig, zoo vervloekt koppig bent," zeide zij half lachend. „En omdat u zoo'n lieve, lieve, edele man bont, te edel om te zeg gen wat ik iederen keer, dat u mij aankijkt, in uw oogen lezen kan." Dc laatste woorden wer den gefluisterd. „Joy Ik herkende nauwlijks mijn eigen stem. Een ademlooze stilte volgde, waarin ik worstelde om mij te weerhouden naar haar toe te gaan. Dan zog ik de opwinding van haar oogen langzaam overgaan in een soort wanhoop en zij lachte haar ouden uitdagenden lach. „Nou, ik geloof, dat het me nu toch gelukt is," zeide zij overmoedig. „Nu zult u wel nooit meer tegen me willen spreken." Zij haalde haar schouders op. „Nou, wie geeft er wat om me vroeg zij brutaal. Zij keerde zich oin oni te gaan. Zij liep lang zaam het pad af, zóó langzaam, dat ik haar wel twintigmaal had kunnen inhalen vóór zij bij het hek was; maar ik verroêrde mij niet en zij liep door. „Maar u hebt toch nooit van mij gehouden, is het wel De woorden schenen nog te hangen in de stilte, alsof zij wachtten op het antwoord, dat ik niet had kunnen geven. Nooit van haar gehoudenNeen, dat was maar al te waar; en dan drong plotseling met een verblindende helderheid de waarheid tot mij door. Ik had getracht hoar le haten, en het eenige wat mij in al dien tijd gelukt was, was hua; lief te hebben tot in het diepst van mijn ziel. HOOFDSTUK XIV. „Mr. David", riep Castle uit. „Mr. David, de mist komt op cn het is geen weer voor u om buiten te blijven." Ik keerde me om cn ging terug naar de stu deerkamer. De gordijnen waren hoog opgetrok ken en er was een vreemd, opaalkleurig soort licht in het verriek en buiten in den tuin klonk de wind in de boomen als een zachte zucht. Ik ging naar het raam en bleef een tijd lang naar buiten staon kijken. Ik hud een gevoel alsof ik zwaar mishandeld was en de eerste verdooving na den slog week en de pijn voelbaarder maakte. Ik was bijna' veertig en zij hoe oud De heele zaak wn« monsterachtig, absurd» aangenomen zelfs, c: we geen rekening be hoefden te houden met Don. Bovendien, hoo was het mogelijk, dat zij mij werkelijk liefheb ben kon Een man, die zijn eerste jeugd voor bij was een man, van wien het Leger zelfs niets weten wilde. Zij was een flirt. Dc herinnerde me zelf er aan, dat het niet de eerste maal was, dat zij getracht had mij te verleiden iets te zeggen of te doen, waarvan ik geweten had, dot ik er later spijt over zou hebben. Zoo redeneerde ik, terwijl ik doar bij het vaam in de duisternis stond te staren. En toch wist ik .al dien tijd diep in mijn hart, dat het niet waar was. Een edel, lief, lief man Zoo had zij mij genoemd. Het was alsof ik haar stem met den zachten, streelenden klank nog in de stilte hoorde. Krankzinnigheid, de heele boel. Volkomen krankzinnigheidEn in mijn hort rees onbewust een doffe woede tegen haar op. Wat kon ik doen? Het was onmogelijk het gebeurde te negeeren maar wat was er ge beurd Niets zeker, waaroan je een tastbare houvast hadt, en toch iets, een onbepaald iets, dat het voor mij onmogelijk maakte haar weer op den ouden, half-vriendschoppelijken, half- ontagonistischen voet te ontmoeten. Er klonk een stap in de gang. „Mr. David, bent u daar, sir V vroeg Castle bij dc deur. „Ja". Zij kwam in de komer en ik kon voelen hoe haar oogen door de duisternis nour mij stoor den. „Miss Joy loopt in den tuin hiernaast maar aon één stuk door te huilen, zeide zij. „Het eene ongeluk volgt voor haar ook op het andere eerst Mr. Don weg en nu dat arme diertje over reden Ik antwoordde niet, met den besten wil had ik geen woord over mijn lippen kunnen bren gen. „Het is toch al moeilijk genoeg al die onge lukken te drogen, als je hartelijke vrienden hebt", ging Costle voort. „Moor als je alleen bent, zooals dat arme schaap Ik dwong mij tot spreken. „Het is beter haar aan haar zeil over te lo ten. Hoe kunnen wij er ons mee bemoeien Ik kon Castle's zwijgende verbazing voelen voor zij zeide „O, heel goed, sir I" Dan slofte zij weg. Ik stak het licht aan en sloot de ramen ik geloof, dat ik een ziekelijke vrees had voor den nachthet was alsof hij gevuld werd door het ongetrooste snikken van een meisje 's Ochtends was er een brief van Don; wan neer ik zeg een brief, don bedoel ik daarmede een r?gel of zes, opgesloten in een enveloppe, o' oon hij die makkelijk op een briefkaart hud kunnen krijgen Hij was „erg in zijn nopjes" schreef hij; alles was primo prima en hij hoopte, dat hot bij ons ook zoo zou zijn. Hij deed de gTOeten voor Castle cn vroeg mij haar te vragen niet de cokes te vergeten, die zij beloofd had hem te zullen sturen. Ik las dit alles bij het ontbijt, dat ik niet aan raakte ik had vreeselijke hoofdpijn, zeker om dat ik 's nachts geen oog dicht gedaan had, en wist niet wat ik het best doen kon Ik geloof, dot ik de idiote hoop gekoesterd had, dot met den ochtendzonneschijn de vage emoties verdwijnen zouden cn ik zien zou, dat zij niets anders geweest waren dan een droom, maar zij schenen pijnlijker en meer wreed-wer- keliik dan ooit. „Mr. Don laat je groeten en vraagt of je do cokes niet zult vergeten," zeide ik tegen Costle, die op dat oogenblik in dc komer kwam. Zij glimlachte gevleid. „Alsof ik dut zou veagetèn," antwoordde zij. „Ik hob maonden lang krenten gespaard om ze in de cakes te doen, wonneer hij weg was." „Tos moor op, dot j« niet in de bak komt vooi hamsteren," zeide ik lusteloos. Ik stond op en ging no ar het room; overal was heldere zonneschijn, ook daar, wnor ik mij den vorigen ovohd met olie krachten had moe ten bedwingen om niet te antwoorden op de smeekbede, die ik in Joy Lambert's oogen ge lezen hod. (Wordt vervolgdj

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 13