de Limburgschc mijnen hebben te betalen, en
het feit, dot van de kolen uit de Limburgsche
mijnen door den Staat een recht van 25 cent
per ton wordt geheven, terwijl buitenlandschc
kolen vrij worden ingevoerd.
De vertegenwoordigers von den Ned. Mijn-
werkersbond brachten in herinnering, dat de
directies tot dusver steeds hebben geweigerd
inzage van de bedrijfsresultaten te geven. De
teruggang in de kolcnprijzcn kan h. i. op zich
zelve geen maatstaf zijn voor de noodzakelijk
heid der voorgestelde loonsverlaging. Het
hoofdbestuur van den Ned. Bond acht onder de
gegeven omstandigheden geen onnleiding oan-
wezig om de inkomsten der mijnwerkers te ver
minderen en hun arbeidsduur te verlengen. Het
acht de voorstellen der directies onaannemelijk
en dringt er op aan, in plaats daarvan de door
den Ned. Bond ingediende voorstellen te be
handelen.
Ook de Neutrale en de Prot. Christ. Bond
achten de voorstellen der directies niet aanne
melijk. Zij wezen inzonderheid op de stijging,
die den laatstcn tijd in de prijzen der levens
middelen valt waar te nemen.
De vertegenwoordigers von den Christ. Mijn-
werkersbond deelden eveneens mede, dat hun
hoofdbestuur de voorstellen, zooals do direc
ties die hadden ingediend, niet kan aanvaar
den. Zij zijn echter van meening, dat getracht
moet worden door onderhandeling tot over
eenstemming tc komen. Zij stelden voor,
allereerst de beide prinripieelc punten, nl. de
werktijdverlenging op Zaterdag en de afschaf-
fing van hot minimumloon der bovengronders,
te behandelen.
De directies qntwoorddon aan den Ned. Bond
dat diens voorstellen eerst aan de ordo komen
bij de olgemeene herziening der C. A. O. Ten
aanzien van de gevraagde inzage der bedrijfs
resultaten handhaafden zij hot vroeger inge
nomen standpunt. Zij begrijpen niet met welk
recht deze eisch aan de werkgevers in de mijn
industrie gesteld wordt, zoolang in geen en
kel ander bedrijf in Nederland bedrijfsuitkom-
sten aan de vakvereenigingen worden overge
legd Door de opbrengstcijfcrs te verstrekken
zijn zij reeds verder gegaan dan wat in alle
andere bedrijven geschiedt.
Bij de verdere besprekingen omtrent den ar
beidsduur en de bovengrondsche loonregeling
werd geen overeenstemming bereikt.
Besloten werd op 4 September a.s. opnieuw
bijeen te komen.
DE STAND DER LANDBOUWGEWASSEN
OP 22 -AUGUSTUS 1924.
Het hieronder volgende overzicht van den
stand der landbouwgewassen op 22 Aug. 1924
is, onder medewerking der Rijkslandbouwcon-
sulenten, samengesteld naar gegevens, verstrekt
door de correspondenten van de directie van
den landbouw en door het Kon. Nederlandsch
Meteorologisch Instituut.
Het weiland, dat op 21 Juli 1.1. gemiddeld
een stond had, welke door het cijfer 54.2
moest .worden aangeduid, heeft van den regen
veel voordeel getrokken, zoodot de stand thans
kan worden weergegeven door het cijfer 72.5
De polderbcmaling was, bij de groote hoeveel
heden neerslag, op vele plaatsen niet in staat
ul het water in korten tijd af te voeren, waar
door in lage gedeelten tijdelijk waterbezwaar
ontstond Bij eenigszins spoedige verandering
van het weer is daarvan echter nog niet veel
nadeel te duchten.
Minder gunstig is de wcersgesteld voor den
oogst van verschillende akkerbouwgewassen,
als tarwe, haver en erwten. De kwaliteit dezer
producten begint op verschillende plaatsen
reeds te lijden.
Rogge, zomergerst, wintergerst, korwij- en
koolzaad zijn geoogst en kwamen over het al
gemeen goed binnen. Waar reeds tot dorschen
werd overgegaan, worden met uilzondering
voor de rogge in Drenthe over het algemeen
hooge opbrengsten geconstateerd.
In de aardappelen treedt op vele plaatsen de
gewone aardappelziekte vrij sterk op; waar
geen bespuiting met Bordeausche pap heeft
plaats gehad, komen vrij veel zieke knollen
voor.
Betreffend© den stand der verschillende ge
wassen in do onderscheiden deelen des lands
kan het volgende worden medegedeeld
Tarwe is goed, behalve in Groningen en
Limburg, waar zij goed tot zeer goed, Noord-
Brabant, waar zij vrij goed tot goed, en Utrecht
en Noord-Holland, waar zij vrij goed is.
Rogge gaf een zeer goed tot goed gewas in
Groningen, Overijsel en de Drentsche veenko
loniën en was overigens goed, behalve in Zuid-
Holland, waar de stand vrij goed tot goed was.
Wintergerst gaf een zeer goeden tot goeden
oogst in Groningen, en een vrij goeden tot goe
den in Gelderland en Noord-Brabant; overal
elders was het gewas goed.
Zomergerst gaf in Groningen een zeer goe
den tot goeden, in Noord-Brabant een vrij goe
den en overal elders een goeden, oogst.
Haver is zeer goed in de veenkoloniën van
Groningen, Drente en Overijssel, zeer goed tot
goed in het overige deel van Groningen en
overal elders goed.
Boekweit is matig in Gelderland, Utrecht en
Limburg en vrij slecht in Noord-Brabant.
Kanariezaad is algemeen vrij goed.
Blauwmaanzaad is goed, behalve in Fries
land, waar de stand vrij goed is.
Karwij was zeer goed in Noord-Brabant, gaf
een goeden tot zeer goeden oogst in Gronin
gen en was overal elders goed.
Koolzaad gaf een goeden oogst, terwijl deze
in Groningen goed tot zeer goed was.
Mosterdzaad was in Groningen zeer goed tot
goed en in Friesland en Utrecht vrij goed.
Klaverzaad is overal vrij goed.
Vlas geeft een goeden tot zeer goeden oogst.
Tabak geeft een goed gewas in Gelderland
en een zeer goed in Utrecht.
Veldboonen staan zeer goed tot goed in
Limburg en Zeeland, vrij goed tot goed in
Utrecht, Noord-Holland en Noord-Brabant en
overal elders goed.
Erwten zijn zeer goed. tot goed in Friesland,
Zuid-Holland en Zeeland, vrij goed tot goed in
Utrecht en Noord-Holland en overal elders
goed.
Bruine boonen vertoonen algemeen een goe
den stand
Consumptie-aardappelen zijn zeer goed tot
goed in Friesland en Zuid-Holland en vrij goed
tot goed in Overijssel, Utrecht en Noord-Bra
bant; overal elders leveren zij over het alge
meen een goeden oogst.
Fabrieksaardappelen zijn goed in Groningen
en Drente, vrij goed tot goed in Overijssel en
vrij goed in Friesland.
Suikerbieten staan goed, plaatselijk goed tot
zeer goed.
Voederbieten vertoonen eveneens een goe
den stand.
Paardepeen staat goed.
Koolrapen vertoonen over het algemeen een
goeden tot zeer goeden stand.
Uien staan goed in Zeeland en Noord-Bra
bant en vrij goed in Noord-Holland en Zuid-
Holland.
Cichorei staat zeer goed tot goed.
Weiland vertoont algemeen een goeden tot
zeer goeden stand
Roode klaver (oude) staat over het algemeen
poed.
Resumé. De correspondenten geven
den stand op in cijfers, waarbij TOO uit
muntend, 90 zeer goed, 70 goed, 60 vrij goed,
50 matig, 40 vrij slecht, 30 slecht .en 10 mis
lukt.
Leidt men uit de voor de verschillende stre
ken opgegeven cijfers onder inachtneming der
beteelde oppervlakte, het cijfer af voor het ge-
heele land, dan verkrijgt men het volgende re
sultaat
van verdwijning waarneemt. De kleurige klee- ik eenvoudig de nuchtere waarheid wilde we-
ding, en vooral de heldere witheid van de mul- ten. En intelligent, schatte zij mijn beloften van
sen, maken nu den aanblik van dorpen en boer- discretie op de rechte waarde,
derijen zoo vroolijk, dat we ons daar een kleur- U belooft me, mij aan niemand te
loosheid niet goed kunnen voorstellen. zullen noemen of ook maar aanduiden?
Er verdwijnt hier langzaam iets moois. En Op mijn woord van eer, mademoiselle
er is heel weinig tegen te doen, omdat de j Welnu don, ziehier. Het is dc waarheid,
harde praktijk van het dagelijksche leven zich dot het bestaan vnn een vrouw niet altijd zoo
niet met aesthetische overwegingen bezig j gemakkelijk is als het wel lijkt. Er zijn van dio
houdt, 't Is jammer. Moor daarom niet onver
klaarbaar.
tarwe
70
rogge
73.2
wintergerst
73.8
zomergerst
75.2
boekweit
43.1
haver
72.1
paardenboonen
70
erwten
71.4
bruine boonen
70.4
vlas
76.4
kanariezaad
96.9
koolzaad
75
blauwmaanzaad
66
karwij
79.4
mosterdzaad
79.5
consumptie-aardoppclen
69.5
fobrieksaardappelen
69.9
Suikerbieten
71.9
voederbieten
71.4
uien
65.2
cichorei
67.3
roode klaver
69.1
weiland
72.5
INTERNATIONALE HANDEL
EN JAARBEURZEN.
N. o. v. dc Keulsche Jaarbeurs.
Men schrijft ons
Hoewel het instituut vnn Jaarmarkten reeds
zeer oud is en ook wij in ons land reeds zeer
j lang deze markten kennen, hebben zij
dezen tijd aangeduid met den naam van Jaar-
i beurzen gedurende de laatste jaren een
'groote ontwikkeling doorgemaakt. Een jaar
markt, zooals deze in oegere eeuwen bestond,
is natuurlijk niet te vergelijken met de tegen
woordige Jaarbeurs, doch de grondgedachte,
het beginsel er van is toch ongeveer hetzelfde.
Jaarmarkten werden vroeger gehouden met het
doel koopers uit alle oorden van het land in de
gelegenheid te stellen op bepaalde plaatsen en
gezette tijden hun inkoopen te doen. De tegen
woordige Jaarbeurzen zijn moderner ingericht
en terwijl vroeger de waren zelf verkocht
werden worden thans slechts monsters ge
toond, waarop zoo mogelijk orders verkregen
worden.
Is dus in de eerste plaats een Jaarbeurs van
groot belang voor den producent en groothan
delaar, aan den anderen kant biedt een Jaar
beurs groote voordeelcn voor den kooper. Im
mers hij vindt op een Jaarbeurs alle concur-
reerende firma's naast, doch tegelijkertijd tegen
over elkaar. De kooper kan op een Jaarbeurs
het boste kiezen wat de markt biedt en tegenwen."
oogenblikken in het leven, dat ge uzelf af
vraagt: Wat moet ik beginnen? Wat kon ik
net beste beginnen?... Ik ben begonnen alg
danseuse in een music-hall. Maar mijn hart is
niet sterk en dat werk vermoeide mij. Eens
nu net een jaar geleden kwam ik hier
langs het huis. Ik begon te denken aan japon
nen. Een elegante japon, vous savez quelle
chose e'est pour une femme! En zoo, door een
'—TTn QSS0C'at'e von gedachten, zog ik mezelf manne-
Ten slotte zij opgemerkt, dat een gemiddelde
oogst kan worden aangeduid door 't cijfer 67.
HET VERDWIJNEN VAN DE ZOEUWSCHE
KLEEDERDRACHTEN.
Een te betreuren maar niet geheel
onverklaarboor feit.
Men schrijft uit Zeeland aan de N. R. Ct.:
Wanneer Donderdags in den zomer de toe
risten von de Belgische badplaatsen Belgen,
Engelschèn en Franschen bij honderden cn
honderden door Middelburg's straten trekken,
j don kon men vaak merken, dat ze de stad be
schouwen als een openlucht-museum met
bevolking, speciaal te hunner voldoening ge-
costumeerd. Het kost hun moeite te gelooven,
dot het niet een soort maskerade is, en dat die
boeren en boerinnen zoo iets ongewoons dage
lijks dragen. Alleen wanneer die vreemdelingen
de moeite nemen van een rondrit over Walche
ren, of een bezoek brengen uan 'Zuid-Beveland,
en daar don op de boerderijen en in de dorpen
de menschen aan hun dagelijksche bezigheden
zien in hun „nationaal" kostuum, zooals dot
heet, begrijpen ze de zaak beter. Maar dan
kost het hun weer moeite als waar aan te ne-
men(, dat langzaam aan, maar in den laatsten
tijd in versterkte mate, dat kostuum verdwijnt.
Het zijn niet alleen de vreemdelingen, die
dat betreuren. De Zeeuwen zelf doen het ook.
Een boerin in Walchersch of Zuid-Beve-
landsch kostuum, hoog op do beenen door
de langee rokken en het korte lijf, met iets
statigs in het optreden door de mooie muts,
verandert in een onbeduidende burgerjuffrouw,
wanneer ze „op z'n burgers" gekleed gaat. Een
boer met zijn leuk hoedje, zijn merkwaardigen
broek met zilveren broekstukken en zijn typisch
jasje, wordt een slungel, als hij zich in een
confectiepuk steekt met een nietszeggende kled
derpet op. Maar probeer niet om een boer of
een boerin, die zoo'n plan om van „op z'n bur
gers" te gaan in hun hoofd hebben, tot andere
gedachten te brengen. Uw aesthetische argu
menten zullen geen indruk op hen maken. Ze
denken alleen aan hun eigen practische bezwa
ren.
Een boevenpak is voor den droger zelf wann
en ongemakkelijk stijf. Als boerenjongen
in militairen dienst is geweest, n daar wat meer
losheid van beweging heeft opgedaan, dan is
het boerenpak hem onwennig geworden en is er
heel weinig noodig om hem te laten beginnen
met een confectiepak voor den Zondag, wat
meestal ook het begin is van een verandering
voorgoed.
En de meisjes dan?
Die blijven over liet olgemeen meer trouw
aan het costuum, d. w. i. op bijna alle dorpen
van Walcheren; in de meeste, maar long niet
alle dorpen van Zuid-Beveland, rondom Axèl,
en in het landje van Cadzand. De Schouwen-
sche muts, de Tholensche muts cn de Noord-
Bevelandsche muts is uitzondering geworden,
en de Hulsterdracht is meest „kistetuug", en
wordt tiit die kisten slechts voor de aardig
heid, dus werkelijk bij wijze van maskerade, te
voorschijn gehaald. Maar ook op Zuid-Beve
land (speciaul in het Oostelijk deel) en op
Walcheren ziet men telkens veranderingen.
Natuurlijk het eerst bij meisjes, die in de
stad gaan dienen. Er zit daar een psycholo
gische factor achter, n.l. het gevoel, niet als
een „boerin" te worden beschouwd. Er werken
echter ook weer practische factoren toe mee.
Die bloote armen en lage halsuitsnijding zijn
koud in den winter, en het nauwsluitende jak is
benauwd in den zomer. En de muts is lastig
bij het fietsenl Niet zoozeer die van de Wal-
cherschen. Die sluit goed aan, en sedert de
guttapercha kapjes of huifjes zijn uitgevonden,
die daar bij regen op worden gezet op de wijze
van de ouderwetsche strooien „hondekotjes", is
zoo'n Walchersch kostuum zelf een heel ge
schikt fietspak.
Voeg daarbij het feit dot de hecle boeren
bevolking van Zeeland véél meer reist dan
vroeger en het op den duur vervelend vindt
overal te worden aangegaapt, dan hebt ge
eenige der redenen, waarom het Zceuwsch
kostuum langzaam verdwijnt.
Ik zal het niet erger voorstellen dan het is,
want nóg is het Zeeuwsche kostuum in z'n
vele variaties een overheerschenden factor op
Walcheren, in een grpot deel van Zuid-Beve
land, in Axel en in Cadzand. Maar het gaat je
toch aan het hart, wanneer je die symptomen
quin. Ik ging naar binnen. Men keek mij eens
goed aan. En ik werd aangenomen. In het be
gin kon ik niet loopen. Wil men mannequin zijn
dan moet men weten te loopen. Ik leerde het
echter ol gouw, want er is hier een zeer goede
„cabine"; ik bedoel, dat mijn kameraden, die
langer in het vak waren, mij goede raadgevin
gen gaven.... Nu heb ik den loop te pakken
gracieus zonder excentriek te zijn en ik
houd hem zelfs op straat, want als je dat
rhythme eenmaal in je beenen hebt, dan kan jo
je niet meer ervan losmaken... Ik houd van
mijn vak, al is het soms ook erg vermoeiend
Er zijn hier 350 modellen, dot is 30 h 35 per
mannequin. Als je de collectie te vertoonen
hebt, een keer 's ochtends en oen keer 's mid
dags, dan maakt dat 70 japonnen aan- en uit-'
trekken. Dat valt niet mee. En nu spreek ik
nog niet eens van de krabben, die men oploopt
van spelden of agrafes.... Dc kan niet mijn le
ven long mannequin blijven; ik hoop op eer»
fatsoenlijke manier te eindigen. Hoe? Ahl Celo
dépendra do ma chance. Het liefst zou ik trou-
de laagste prijzen, welke te bedingen zijn.
Hoe grooter een Jaarbeurs is, des te grooter
zijn de voordeelen. Dit is de oorzaak, dat na
genoeg alle Jaarbeurzen internationaal zijn.
De internationale Jaarbeurs te Keulen, die
van 14 tot 19 September o.s< aldaar gehouden
wordt, is een voorbeeld van moderne organi
satie. De vijf groote uit beton en steen opge
trokken tentoonstellingshallen hebben een op
pervlakte van 32,281 M5., en bieden koopers
cn verkoopers een uitstekende gelegenheid op
rustige wijze zaken te doen. Daarnaast zijn er
dertien Gnrtenhallc, die nog een oppervlakte
hebben van 13,323 M3., zoodat de totale Jaar
beursruimte te Keulen 45,604 M2. bedraagt.
De Jaarbeursterreincn te Keulen zijn bijzon
der gunstig gelegenaan belangrijke spoor-
wegknooppunten, de stations-Keulen en Keulen-
Deutz en direct aan den Rijn. Uit Nederland b.v.
I kunnen de goederen geheel per schip direct
I naar de Messeterreinen gebracht worden. Voor
j goederen, die per trein arrivccrcn, is over de
terreinen een spoorweg aangelegd.
Van groot belang is ook, dat Keulen als han
delsstad het centrum vormt van het belang
rijkste industriegebied van Europa het Roer
gebied, van het Westfaalschg industriegebied
en van het Rirnlandsche landbouwgebied.
Daarenboven vormt Keulen thans de verbin
ding tusschen het bezette en onbezette gebied
van Duitschland.
Bij een bezbek tfnn de Messe zal men alleen
reeds door de gehecle organisatie kunnen waar
nemen wat de Duitsche industrie en de Duit-
sche handel, zelfs in deze tijden van druk, kun
nen presteeren. De concurrentie van buiten-
landsche firma's, die eveneens op deze Jaar
beurs kunnen exposeeren, is een aanmoediging
voor alle deelnemers om aan de Jaarbeurs het
beste te geven wat er te geven valt.
Het is een feit, dot in sommige branches niet
altijd groote zaken worden gedaan, althans di
rect niet. Doch het is in de practijk gebleken,
dat firma's die hun producten eenmaal ter Jaar
beurs hebben gebracht, steeds terugkeeren, ook
ol zijn de directe resultaten niet schitterend.
Zij weten cn hebben ondervonden, dat op een
Jaarbeurs aangeknoopte relaties later tot zaken
zullen leiden.
Voor de koopers geldt hetzelfde. Al slagen
zij er niet in te koopen, omdat hun de markt
op het ©ogenblik niet gunstig lijkt, het feit, dat
zij kennis hebben kunnen nemen van al het
nieuwe, dat op de markt gébracht wordt, van
den prijsstandaard op de internationale markt,
beteekent voldoende om hen tot vaste bezoe
kers van de jaarbeurzen te maken.
De internationale Jaarbeurzen hebben in on
ze economische samenleving een vaste plaats
veroverd en haar ontwikkeling beteekent de ont
wikkeling van den internationalen handel.
En als men niet trouwen wfl?
En bien, oui.... Als mijn ouders mij moch
ten ontvallen, zou hetgeen ik verdien niet vol
doende zi^n om van te leven....
Na Maggy kwam Gina ean de beurt. Gina i>
enkele weken geleden.... gehuwd.
Wist uw verloofde....?
Ja, hij wist het natuurlijk. Maar hij is
intelligent en hij begreep, dat men mannequin
kan zijn en toch een fatsoenlijk meisje. Trou
wens, om zekerder van zijn zaak te zijn, stelde
hij zich aan mij voor niet als een flirt maar als
kameraad. De gedachte was ver van mij, dat-
En toen heb ik mij aan hem getoond zooals ik
ben. Hij is met me getrouwd....
Gaat u nu een femme d'intérieur worden?
Met heel veel pleizier. Trouwens, ik zou
hier niet langer kunnen blijven dan nog enkele
weken...
En de jonge vrouw, die zich Gina noemde,
vouwde haar handen te zamen met een instinct
matig en charmant gebaar en kreeg een kleur.
Zoo komt het. dat ik aan mijn Engelsche
vriendinnen heb kunnen vertellen, dat het niet
altijd lichtzinnige, voor de samenleving ver
loren schepseltjes zijn, de mannequins.
UIT DE SIGAREN1NDUSTRIE.
Fabriek stopgezet.
Naar gemeld wordt, is de sigarenfabriek van
gebrs. Majoor te Beverwijk, die reeds sinds
eenigen tijd op halve kracht werkte, gesloten:
DE BEROOVING IN HET STERREBOSCH
TE SCHIEDAM.
De auctor intellectualis.
Verleden week stond voor de Rotterdamsche
rechtbank een timmerman terer1 Recidivist en
gedetineerd, wegens medeplichf eid aan de
berooving van een Icontoorlooccr in het Sterre-
fcosrh te Schiedam. Bit die gelegenheid werd de
kanloorlooper, die te fiets zat, door een auto
aangereden en toen hij viel, beroofd van zijn
portefeuille met bankpapier door den beroo-
ver, die in de auto zat. Dc beklaagde timmer
man zou nu nnn den chauffeur hebber» mede
gedeeld, det de banklooper or» weg was ge
gaan en veel geld hij zich hod.
De rechtbank deed rnsteren uitspraak en ver
oordeelde bekl. tot vijf iaor gevangenisstraf.
De eisch" was geweest zeven jaar gevangenis
straf.
DIACONALE CONFERENTIE.
Tc I.untcren gehouden.
Dinsdag is te Lunteren de diaconale conferen
tie der Ned. Herv. kerk aangevangen, onder
at zc van zich zelf vertellen, voorzitterschap van den heer G. J. A. Ruys,
DE MANNEQUINS.
Wanneer wij over onzen „zedeloozen tijd"
proten (en dat doen we nogal eensl), hebben
we het in de eerste plaats over de „zedelooze
vrouweklceding" en dan komen we tot de con
clusie, zegt het V a d. dat de mannequin
tot de meest zedelooze schepselen van onzen
zedeloozen tijd behoort. Catherine de Bressuire
is eens een paar mannequins gaan interviewen
en vertelt daarvan in de Indische Post:
„Plotseling bracht een der Engelschen de
gedachte onder woorden, welke ook bij mij en
I waarschijnlijk bij vele andere bezoeksters al
zoo vaak gerezen was:
j Ces femmes m'intriguent. Ze zijn mooi
I en gracieus. Maar wat zit er in haar ziel? En
in de eerste plaats hébben zij een ziel? Zijn
er menschen, die het met zekerheid weten te
zeggen? Let eens op ze. Zij gaan langs ons
heen met vagen blik en een gezichtje zonder
eenige uitdrukking. Alleen het lichaam wil iets
uitdrukken: de harmonische schoonheid van
het toilet dat het draagtHier, in deze om
geving worden zij opgevoed in weelde en ele
gantie. Kunnen zij er buiten, wanneer de deur
zich achter haar gesloten heeft? Men zegt dat
zij dit beroep kiezen om.... hoe zal ik het
noemen?... de relaties?
Ik antwoordde:
Ik ga ean den directeur verlof vragen,
een half uurtje te praten met de mannequins.
...Twee dagen later, 's middags om halfdrie.
commissie voor kerkelijke armenzorg." Maar
hier heerscht een heel andere geest dan in het
Kerkelijk Reglement. Er is licht aanleiding tot
botsing tusschen kerkbesturen en Prov. Dia-
con. raden. De besturen kunnen in hun vrijheid
belemmerd worden.
De commissie en de synode hadden bezwaar
tegen de synode. Toch heeft de commissie
voorgesteld deze nieuwe organisatie aan te
nemen, „maar niet met geestdrift", aldus van
Nes. Alleen bij prof. Brouwer en Eilerts de
Haan was geestdrift voor het reglement te con-
stateeren. Een nieuwe tijd brengt nieuwe
eischen met zich meeOok was men in de
synode bang voor bcvoegdheidsvermindering
van haar lichaam. Zou het particulier initiatief
ook niet geknakt worden Volgens ds. Van
Paassen zijn de door dc synode aangebrachte
wijzigingen geen verbeteringen. Vier belang
rijke dingen zijn verkregen:
lo. De Diaconieën kunnen samen-werken
voor verschillende doeleinden, uitzien boven
eigen belangen. Voor de gehecle kerk.
2o. Regelingen kunnen nu ontworpen wor
den alleen met de frischheid van den diaken,
niet belemmerd door het conservatisme van de
predik;-nten, dat zoo dikwijls voorkomt.
3o. In meer gemeenten bijzondere kerkera
den.
4o. Diakenen in het kiescollege, q.q. dia
ken. Er moet meer op diak en-ga ven gelet wor
den dan op belijdenis enz.
Door de synodale wijzigingen is er meer kans
op aanneming door de Prov. K. B.
Bij de discussie blijkt de heer Kuipers (Ber-
gen-op-Zoom) zeer dankbaar voor het verkre-
gene van de Synode, maar niet voldaan. De
heer Rodenburg (Haarlem) betreurt de beper
kende bepalingen van de Synode.
De heer Snoeck Henkemans heeft 30 jaar ge
leden de oplossing in tegenovergestelde rich
ting gezocht. Diakenen moeten nauwer samen
werken met predikanten en ouderlingen. Ar
moede raakt bijna altijd het leven van de zon
de. Dus van geestelijke cn materieele zijde
wordt samenwerking geëischt. Deze voorstel
len zijn niet in het voordeel van de kerk. Er1
moet komen: een consequent doorvoeren van
het parochiale stelsel.
De heer v. Lier (Zalt-Bommed) voelt de por
tee van wat de hoer Snoeck Henkemans g<N
zegd heeft, maar voelt de scherpe tegenstel
ling niet. En zullen er, waar een 100 diaconieën
niet «angcsloten zijn, niet gToote moeilijkheden
rijzen
De heer Achterberg (Utrecht) betreurt den
partijstrijd bij benoemingen van diakenen en
vindt het geestelijke contact in de wijkvergade
ringen zoek.
Dr. Meyering (Leiden) acht den gang van
oplossing niet de gewenschte. Niet splitsing tus
schen kerk en diaconie. Geen partijstrijd. Zal
een Raad van Advies iets anders dan verbitte
ring wekken
Ds v. Paassen beantwoordt nu de spreken».
Had men bezwaren van de predikanten en
ouderlingen verwacht De noodlottige partij
strijd wil het reglement onderscheppen. Spre
ker is voor eerlijken partijstrijd, maar een goed
diaken moet goan vóór een goed partijman.
Verwarring zal er misschien komen. „Daar
moeten we doorheen."
Tweede dag.
Woensdag behandelde ds. J. L u u r i n g,
van Hazerswoude, het onderwerp„De kos
ten van de geneeskundige armenzorg, inzon
derheid ten plattelande". Aan de behandeling
van de practische moeilijkheden, aldus ds.
Luuring, ga de principieele opmerking vooraf,
dat de diaconie, als middelen en de offer
vaardigheid der gemeente het toelaten, geen
enkel terrein onbetreden behoeft te laten. Ook
de geneeskundige armverzorging schakele zij
niet uit, als dat in haar vermogen is. Even
wel behoort de geneeskundige armverzorging
tot de eerste dingen, die de diaconie aan de
burgerlijke armverzorging overlate, als de mid
delen ontoereikend zijn en weduwen en weezen'
er schade door lijden. Of de diaconie ertoe in
staat is, beslist zij zelf. Zij is in dezen abso
luut autonoom. Waar het karakter der burger
lijke armverzorging aanvullend is, daar spreke
de diaconie zelf uit, hoe ver ze kan gaan. De
rest verblijft dan aon de burgerlijke instelling.
Uit een kleine enquête is gebleken, wat trou
wens uit de praktijk niet onbekend was, dat
te dezen opzichte velerlei misstanden voor
komen. Vooral ten plattelande, en in het
bijzonder daar, waar geen burgerlijke arm
verzorging is. Als b.v. burgemeesters wenschen
te beoordeelen, of een diaconie financieel bij
machte is, is dit ontoelaatbaar, en wanneer
voor geneeskundige armenzorg nooit gemeen
tegelden worden beschikbaar gesteld, is dit
niet overeenkomstig de Armenwet.
Voor de hand ligt hier een beroep volgens de
Armenwet, art. 32 (mede met verwijzing
naar art. 29). Art. 32 spreekt van „uitsluiting
van ondersteuning op gronden, niet overeen
komende met de beginselen van de birrger-
1 lijke armverzorging" en art. 29 zegt, dat „on
dersteuning wordt versterkt in zoodanigen
vorm en zoodanige mate, als met het oog op
de behoef en en de persoonlijke eigenschap
pen in verband met de omstandigheden van
den arme het meest gewcnscht is."
Daar een beroep op deze artikelen echter niet
altijd hetzelfde gunstige resultaat heeft (het
schijnt, dat de adviezen, die vanwege de Gede
puteerde Staten worden verstrekt, in diverse
provinciën nogal verschillen), meent spr., dat
bij herhaling deze weg moet worden bewandeld
en het resultaat gepubliceerd, ten einde, juist
in de speciale gevallen, die hier zich voor doen,
sen over: „De voorstellen der Synodale dia- hulp te verkrijgen voor de belangen van be-
conale commissie." hoeftigen, die nu door onvermogen der diaco-
De commissie 1923 heeft onderzoek gedaan nie en onwil van burgerlijke instellingen niet
zelden worden verwaarloosd.
van Utrecht.
Des avonds sprak ds. F. M. Muller van
Kerkdriel over de „Geestelijke en zede
lijke zijde van het diaconale werk".
„De mensch zal bij brood alleen niet leven."
Maar toch ook bij brood. Wat heeft Jezus
over de broodvraag ons te zeggen? Hij kwam
om ziel en lichaam zalig tc maken. Naar zijn
voorbeeld heeft de kerk zich te richten. Hoe
heeft dan de kerk t. o. v. den arme te staan
Wij hebben een taak van God ontvangen om
den arme te helpen. De taak der kerk is be
ginselen te prediken barmhartigheid cn ge
rechtigheid. 't Is geen quaestie van aalmoezen!
We moeten dienen. Dienen den arme, als onze
broeder. En dat moet niet opgevat worden
als goede werken I
Op den tweeden dog sprak ds. Van Paas-
naar dc kerk-armenzorg. De commissie 1924
heeft voorstellen gedaon, in haar oogen rijp
voor behandeling. Want: de diaconieën zijn niet
wat ze zijn moeten. Men treedt te veel tegen
en naast haar op. De officieel© kerkelijke ver
gaderingen bevorderen het diaconale werk niet
De commissie nu wil de diaconie niet losmaken
van de kerk. Binnen het bestuursraam van de
kerk een diaconale organisatie. Diaconale ra
den, Provinciale raden en een algemeene raad.
Des middags werd behondeid „de diaconie
en de pers", over welk onderwerp de heer v. <L
Kamp uit Amsterdam sprak. Spr. bedoelt met
dit opschrift speciaal de plaatselijke kerkelijke
pers, predikbeurteribladen dus.
De diakenen moeten in zulke bladen een
grootere ruimte krijgen voor allerlei mededee-
lingen dan zij tot nu toe hebben gehad. Ook
op deze wijze moet barmhartigheid der men
schen worden bijgebracht. Ook hier mogen de
ormen geen achteraf plaatsjes hebben. De ge
meente zelf moet de uitgave van het blad ter
hand nemen.
Hun taak zal zijn: het geheele terrein van do
terwijl er nog niemand in óe salons was, heb kerkelijke armenzorg te overzien,
ik de mannequins geïnterviewd. j Ned Herv. Kerk mis, een centrum voot
De eerste die binnenkwam was Maggy. Zij barmhartigheid en liefdadigheid. Dit zou de
's achttien jaar, een rijzig, mooi zwartharig Algemeene Raad kunnen wezen. De regeling
j meisje met violette oogen en kort-gekmpte. van <je hosten memoreert referent. Enkele ar-
geonduleerde lokken. De eerste vijf minuten tjkelen, waardoor b.v. samenwerking met ver- uit Den Haag, met het onderwerp: Diaconie
vertrouwde zij het zaakje niet best. Schuw eenigingen als Zonnegloren, Vrcdeheim, moge- en werkloosheid. De diaconie moet ten opzichte
keek zij het kleine kamertje rond; blijkbaar lijk gemaakt wordt, zijn zeer toe te juichen. In der werkloosheid in beginsel dezelfde houding
I zocht zij er iets echter. Doch mijn kalme uit- de synode is rapport uitgebracht door Tam- i aannemen als tegenover hen, die door andere
J eenzetting stelde haar gerust. Zij begreep, dat j mens. Hij begon met hulde te brengen aan de oorzaken hulp noodig hebben. Maar nu is de
Des avonds trad op de heer A. Folmer