WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAK Zn. DE ADELAAR" SCHILLETJE Langesiraat 40 Tel. 224 RECLAME AANBIEDING fïEUKLOOZE MANCHESTER HEEREN SPORTCOSTUfVlES met o? zonder Rijbroek naar verkiezing f 29.50 Gewas 1920 Raymond Macau F 1.—- F. 40.-- Gewas 1920 St. Emilion. F 1.40 F 56.— 59 UTR. STRAAT 17 Gemtlgd 1878 TELEFOON 145 BIJZONDER AANBEVOLEN Per flesch: Per Anker w Likeur van bijzonder fijne T A samenstelling E 1 p. f!. t 3.4o ii 1L 2 A 1 S. H MASSA 2 G tot opzichter der verlichting, eerste-gezag voerder aan boord van 's Rijks lichtschip Schouwenbank, de opzichter der verlichting, tweede-gezagvoerder aan boord van 's Rijks lichtschip Noord-Hinder J. v. d. Steen. AUDIËNTIES. De gewone audiëntie van den Minister van Financiën zal op Maandag den 8 September aanstaande niet plaats hebben. DE HEROPENING VAN DEN POST- CHÉQUE- EN GIRODIENST. Op 1 October a.s. De Postcheque- en Girodienst zal 1 October a.s. heropend worden, zooals men weet, voor- loopig met de nummers van 1 tot 10.000. In een circulaire aan de directeuren van de Postkantoren wordt gezegd rrIn verband met de overdracht van de werk zaamheden van de commissie voor de uitbeta ling van gelden op postrekeningen uun den postcheque- en girodienst wordt uan de hou ders van de genoemde postrekeningen gelegen heid gegeven, nog tot uiterlijk 6 September door middel van de commissie op de gebrui kelijke wijze over hun te goed to beschikken. Aanvragen betreffende de postrekeningen van I tot en met 9990, welke later dan 8 Septem ber bij de commissie inkomen, kunnen door haar niet meer in behandeling worden opge nomen. Hot fiat der commissie voor uitbetalingen op deze rekeningen geldt, onafhankelijk van den datum, waai op het fiat vóór of r\h deze me- dedeeling is verleend, tot cn met 13 September. Na 13 September kunnen geen uitbetalingen met betrekking tot postrekeningen 1 tot en met 9999 geschieden. De aanvragen om voorwaardelijke terugbeta ling betrekking hebbende op postrekeningen boven 9999, kunnen tot nader bericht worden ingediend. De bedoeling is, voor series van rekeningnummers, volgende op 9999, de aan vragen tot voorwaardelijke uitbetaling eerst stop te zetten naar de mate cn in de volgorde, dat de opening van den postchèque- en giro dienst voor die series wordt vastgesteld en aan staande is. TARIEFWET. Do Nieuwe cn de oude tarief wet. Men schrijft aan de N. R. Ct. Ter tegemoetkoming aan de bezwaren, aan gevoerd door industrieën, welke artikelen ver vaardigen, waarvan tot heden invoerrecht is verschuldigd, maar welke door het nieuwe tarief vrij zullen komen, bestaan er inderdaad plan nen om ten opzichte van artikelen, waaromtrent het wenschelijk is, het tegenwoordige recht te bestendigen, te bepalen, dat zij belast zullen blijven. Om het tarief intact te houden, zal dit geschieden door een wetsartikel. Aanvankelijk lag het in de bedoeling, in dit artikel een lijst te geven van de goederen, waarop deze maat staf zal worden toegepast. Daar deze lijst bij het inzenden van de Memorie van Antwoord door den beperkten tijd niet volledig kan zijn, lag het verder in de bedoeling, voordat tot een openbare behandeling van het ontwerp werd overgegaan, deze lijst door een meer vol ledige te vervangen. Bovendien zou worden voorgesteld, aan de Kroon de bevoegdheid te loten, deze lijst aan te vullen, voor het geval dat bij het opmaken van de lijst een artikel was vergeten. Hoewel er goede grond bestond voor de on derstelling, dat de nader in te dienen lijst vol ledig of zoo goed als volledig zou zijn, is men op dit plan teruggekomen. In de eerste plaats vreesde men, dat het bekend worden van de lijst aanleiding zou g'even tot een stroom van verzoeken om aan de lijst uitbreiding te geven. In de tweede plaats zag men in, dat waar niet alle verzoeken om vrijkomende artikelen belast te doen blijven, grondig konden worden onder zocht, men op die wijze gevaar liep, artikelen belast te verklaren, hoewel dat in het belang van onze industrie geenszins noodzakelijk was, veel eer zelfs schadelijk was te achten. Zoo werd dit o.a. gevraagd voor een artikel, dat reeds sinds jaren hier te londe niet wordt vervaar digd en waarvan de vrijstelling voor een andere industrie dan waarvan het verzoek was iritgc- gaan, van zeer groot belong is. Op grond van een en ander kwam men tot de overtuiging, dot het raadzamer was, deze lijst niet in de wet op te nemen, maar aan de Kroon de bevoegdheid te geven, om wanneer dat in het belang van onze industrie wenschelijk wordt geacht, thans aan invoerrecht onderworpen ai- tikelcn opnieuw belast te verklaren. Op die wijze verkrijgt men den noodigen tijd om de ingeko men verzoeken grondig te onderzoeken,, cn wordt bovendien de mogelijkheid geschapen, om, wanneer de wenschelijkhcid daarvan blijkt, op de lijst geplaatste goederen daarvan weer af te voeren, hetgeen bij het opnemen van de lijst in de wet, alleen door wetswijziging moge lijk zou zijn. Het spreekt vanzelf, dat het in de bedoeling ligt, het Koninklijk besluit, waarbij de betrok- kon lijst zal worden vastgesteld, op dcnzelfden dug in werking te laten treden als de wet zelf. Het invoerrecht, dot in casu vooi deze artikelen zal gelden, zal niet hooger, maar ook niet la ger zijn, dan liet daarvan thans geheven in voerrecht. Of de minister termen zal vinden, deze lijst bij de openbare behandeling van het ontwerp bekend te maken, zol waarschijnlijk voor een groot deel afhangen van de omstandig heid, of die lijst op dot oogenblik al dan niet gereed zal zijn. Er wordt aan het samenstellen van die lijst hard gewerkt. WIJZIGING WERKTIJDENBESLUIT. Tot behoud vun het drie ploe- gcnstelscl in continubedrijven. De minister van Arbeid heeft bij den Hoo- gen Raad vnn Arbeid aanhangig gemaakt een voorontwerp van een olgemecnen maatregel van bestuur tot wijziging van het Werktijden besluit voor fabrieken of werkplaatsen. In de toelichting op het ontwerp zet dc mi nister de strekking der wijziging aldus uiteen. „Op den 24sten October 1924 verliest arti kel 27 van de Arbeidswet 1919, het belang rijkste overgangsartikel der wet, zijn kracht Op grond van dat artikel was tot nu toe bij artikel 3 van het OvergengsbosliHt 1922 aan vol-continu werkende fabrieken toegestaan in een drieploegenstelsel te arbeiden zonder wetswijziging zou na 24 October 1924 in deze bedrijven in een vierploegenstelsel ge werkt moeten worden. Daar de toestand dezer bedrijven in 't algemeen niet van dien aard is, dot de invoering van oen vicrploegênstclsel redelijkerwijze kan worden pecischt en het buitenland ook niet tot een dergelijkcn maat regel is overgegaan, was het noodig een voor stel aanhangig te maken om de wet zoodanig te wijzigen, dat ook na 23 October 1924 in het vol continubedrijf arbeid in een drieploe genstelsel mogelijk zal zijn. Wordt dit ont werp tot wet verheven, dan is mede wijziging noodig vun het Werktijdenbesluit voor fabrie ken of werkplaatsen 1923, voor zoover het bepalingen stelt voor arbeid in de vol continu bedrijven. Van deze gelegenheid woidt levens gebruik gvmaakt om enkele andere noodig ge oordeelde wijzigingen in dat Werktijdenbesluit aan te brengen. De ervaring heeft cenige fou ten cn leemten aangewezen en de strekking van de voorgestelde wijzigingen is, daarin te voorzien". HET AUTOBUSVRAAGSTUK. Een voorloopig rapport der Staatscommissie. Naar dc Ilaogsche redacteur van de Msb. verneemt, hoopt de Staatscommissie voor het Vervoervraogstuk binnen enkele weken, on voorziene omstandigheden voorbehouden, een voorloopig rapport te kunnen uitbrengen over eenige onderwerpen van haar studie, o.a. over hot nutobusvraogstuk. SALARISACTIE RIJKSPERSONEEL. Bijeenkomst van het Comité von Zes. Den ïsten September kwam te den Haag het Comité van Zes, gevormd uit het Comité ter behartiging der algemeene belangen van Over- heidspersneel (A. C. O. P.) en het Comité van Neutraal Overheidspersoneel (C. N. O. P.) bij een. Het Comité besloot bij de Centrale Com missie voor Georganiseerd Overleg in Amb tenarenzaken, een verzoek in te dienen tot een spoedvergadering, ter behandeling van een voorstel, waarbij de Regeering wordt uit- genoodigd in verband met de stijging der in- dex-cijfers en in aanmerking genomen do Rijksinkomsten, die aanzienlijk hooger zijn, dan oorspronkelijk geraamd is, de voorgeno men verlaging der salarissen van het Rijks personeel voor gehuwden cn kostwinners van 5 op 10 pCt., ingaande 1 Octber 1924, niet te doen doorgaan en voor de niet-kostwinners een overeenkmstige beslissing te nemen. Het Comité constateerde, dat de Regeering, nu de verbreking van het overleg tusschen haar en de Centrale Commissie, derhalve ook met alle daarin vertegenwoordigde Centrales van Overheidspersoneel blijkens correspondenties, gepubliceerd in de Pers, in diepgaande bespre kingen is getreden over de voorgenomen sa larisherziening met enkele in die Commissie vertegenwoordigde Centrales, waarbij de Cen trale Commissie geheel wordt uitgeschakeld. Het Comité besloot verder een tweede voor stel bij de Centrale Commissie in te dienen, waarin zij wordt uitgenoodigd zich tot de Re geering te wenden met verzoek volledig te mogen worden ingelicht omtrent de blijkbaar niet onbelangrijk gewijzigde voornemens der Regeering ten aanzien der voorgenomen sala risherziening 1925 en deze voornemens alsnog aan de Centrale Commissie tor bcoordceling voor te leggen. Het Comité had vernomen, dut de Regee ring zou hebben afgezien van haar voorne men om bepaalde groepen lager personeel uit het Bezoldigingsbesluit te lichten. Naar aan leiding hiervan heeft het 't volgende telegram aan den Minister van Marine gezonden welke bewindsman, zooals men weet, de herziening van het Bezoldigingsbesluit voorbereidt „Wij vernemen, dat de Regcering heeft af gezien van het uitlichten van bepaalde groe pen lager personeel uit het Bezoldigingsbe sluit. Is U bereid tot mededecling of dit gerucht juist is Hierop ontving het Comité, gedateerd 2 September T924, het volgende antwoord van den Minister. „Tn antwoord op Uw telegram van 27 Au gustus j.l. kan ik U mededeelcn, dat het ge noemde gerucht in zooverre juist is, dat de be doelde groepen van lagere ombtenmen slechts wat hunne salarieering betreft met de Rijks werklieden zullen worden gelijkgesteld, doch dal overigens hunne rechtspositie ongowijzigd zal worden gelaten. Een en ander zal tot uitdrukking gebracht worden in het Bezoldigingsbesluit door op name van een bijzonder artikel." ONDERSCHEIDING. Dr. J. J. L. van Rijn, oud-gedelegeerde van Ncdcriand bij het Internationaal Instituut te Rome, is benoemd tot commandeur in de Kroonorde van Italic. NED. MAATij VOOR NIJVERHEID EN HANDEL, 25-jorig jubileum G. S. de Clercq. Op 1 Oct. a.s. zal het 25 Jaar geleden zijn, dat de heer G. S. de Gercq in functie trad als algemeen secretaris-penningmesjster van de Maatij v. Nijverheid, thans genoemd „Nedor- londsche Moatschappij Voor Nijverheid en Handel". Mr.>S. J. L. VAN AALTEN. 23 jaar raadslid van Rotterdam. Mr. S. J. L. van Aalten is morgen 25 jaar gemeenteraadslid von Rotterdam. De afdeeling Rotterdam van den Vrijz.-Dem. Bond had het initiatief genomen tot huldiging van den zilveren jubilaris. Deze heeft gister avond in de bovenzaal van Tivoli plaats ge had. Daar waren o.a. mr. H. P. Mnrchnnt, mr. P. J. Oud, F. H. Ebels, Tweede Kamerleden, dr. Abrahams, secretaris van de Vcreeniging van V.-D. Raadsleden en de V.-D. Raadsleden van Rotterdam. De voorzitter van de afdeeling Rotterdam, dr. H. E. Reescr, was de eerste spreker, die dén jubilaris dank bracht. Mr. Merchant herinnerde aan wat mr. Von Aalten op verschillend gebied verricht had en hoe do vrijz.-dem. beginselen steeds bij hem veilig waron geweest. Spr. bood den jubilaris een geschenk aan. Namens de afdeeling van de Vrijz.-Dem. Jongeren heeft de heer K. van den Berg den jubilaris zijn portret aangeboden, geteekend door W. A. Wogener. Namens dc Vereeniging van Vrijz.-Dem. Raadsleden heeft dr. Abrahams gesproken, na mens het hoofdbestuur van den V.-D. Bond mr. Oud, namens de afdeeling Schiedam de heer Koopman, waarop mr. vnn Aolten allen dank bracht. ARNHEMSCHE GEMEENTERAAD. Een kwart eeuw raadslid. Dinsdagmiddag heeft in restaurant Riche te Arnhem een druk bezochte receptie plaats ge had ter gelegenheid van 't feit, dat dc heer v. Zocstbergen 25 jaar lid van den Raad aldaar was. De jubilaris, omringd door familieleden, nam talrijke gelukwenschcn In ontvangst. Hem werd o.a. een bloemstuk aangeboden door den heer Liethoff namens de sociëteit Gclria, ter wijl d« heer Coopman hem namens dc recht- sche raadsfractie eveneens een fraai bloem stuk aanbood. De burgemeester bood den jubilaris een mooi bloemstuk aan. De heer Van Zocstbergen is de eerste sociaal-democraat in den Arnhemschen ge meenteraad geweost. Zondag a.s. zal de S. D. A. P. dit jubileum in eigen kring vieren. EEN RAADSLID. De Rotterdamsche rapaillever- tegenwoordigers. In de gisteren gehouden raadsvergadering van Rotterdam heeft de heer Coremans, alvo rens de vaste raadscommissies opnieuvy werden samengesteld, opgemerkt, dot hij het „schur kenstreken" zou vinden als hij niet in een van de commissies benoemd werd. De raad was zoo verstandig, den rapailleman niettemin in geen der commissies een plaats waardig te keuren. J. W. THOMPSON. Oud-dir.-hoofdred. der Maas bode. Te Breda is in den ouderdom van 84 jaar overleden de heer J. W. Thompson, oud-dircc- teur-hoofdredacteur van „Dc Maasbode" en stichte van de Rotterdamsche Vereeniging voor Katholiek Onderwijs. De heer J. W. Thompson is een man van be teek enis geweest, zegt de Tel. Hij werd 7. Januari 1839 geboren te Rotter dam, werd in 1865 hoofd der school tc Veld- Driel en schreef in dien tijd eenige historische romans, die lang populair zijn gebleven. In 1868 schreef hij een brochure „Het Rot terdamsche Liberalisme", in hoofdzaak gericht tegen de liberale N. R. Ct. Deze uitgave had groot succes en bracht den schrijver op de ge dachte, een weekblad tc stichten. De uitgever zijner romans, G. W. Belle van Rotterdam, ging daarmede accoord en in September T868 ging er een circulaire tot de katholieken van Rotter dam, welke 200 abonné's bracht. Don eersten Zaterdag van October verscheen het weekblaadje met 4 bladzijden, 't 2de num mer werd reeds gelezen door 800 en het 4de door 2000 vaste abonné's. De bloei hield aan; het blad verscheen geleidolijk drie-, vier-, vijf maal in de week en werd in 1885 een dagblad, waarvan Thompson de eenige eigenaar was. In 1887 werd het 't eigendom cener N. V. en de heer Thompson benoemd tot levenslong direc teur-hoofdredacteur. Doch de ijverige man, d:e zooveel van zijn krachten had gevergd, voelde zich om gezond heidsredenen genoopt, de leiding tc laten varen (1808), die werd opgedragen aan zijn zoon, rector J. A. Thompson. KON. NED LANDBOUWCOMITÉ. Herdenking van het 40-jarig bestaan. Te drie uur gistermiddag heeft de eigenlijke vergadering ter herdenking van het 40-jarig bestaan van het Kon. Nederlandsch Landbouw Comité plaats gehad. Deze werd o.m. bijge woond door Z. K. H. den Prins en door den Minister van Binnenlondsche Zaken en Land bouw jhr. Ruijs de Becrenbrouck. De voorzitter van het Comité, de heer V. R 7. Croeson, opende de bijeenkomst met een rede, waarm hij den Prins dankte voor het feit, dat deze o s cerc-voorzitter von het Co mité ann doze herdenking hr-ft willen deel- nemen, terwijl hij nog gewaagd? van de erken- te.Ujkhcid van het Comité p?gcns den Minister) vanwege diens aanwezigheid Vervolgens heette spr. welkom den burgemeester van 's-Gravenhage, dc vertegenwoordigd s van dc Landbouwhoogeschool cn de Vee-jvlsenijkun- dige Hoogcschool, zoomede verschillende an dere gasten. Inzonderheid richtte spr. zich tot de ter vergadering aanwezige vertegenwoordi gers vnn organisaties van tindustrieelen. De uitingen von de industrie, aldus spr., zijn vaak zoo geheel anders dan dio van het landbouw bedrijf. Zij zijn zooveel grootschcr, zooveel massaler, dat het op den buitenstaander cn ook op menig industrieel onwillekeurig den indruk moet maken alsof de beteekenis van de industrie oneindig veel grooter voor de samen leving is dan die van den landbouw. Een af spiegeling doorvan vindt men maar al te vaak in de wijze, waarop sommige overheidsmaat regelen ingevoerd worden. Men stelt die maat regelen vast niet het oog op handel en indus- ttrie en eenig^n ijd Jater acht men het tijdstip gekomen Ze ook op 'den landbouw toe te pas sen, eenvoudiig omdat zc nu gqnsch bij indus trie cn handel zijn ingevoerd. Daarbij wordt don vergeten, dat de industrieele cn landbouw productie zoo hemelsbreed verschillen. En toch brengen land- en tuinbouw de eerste levens behoeften voor olie werkers in de maatschappij voort en ook de grondstoffen von dc in do allereerste plaats noodzakelijke industrieën In dit verband herinnerde spr. hoe in de grijze oudheid de Hlollnndsche Mnatschoppij van Wetenschappen zich o.m. ook .op landbouw gebied heeft bewogen, waaruit blijkt, dat men destijds wel degelijk overtuigd was van de wenschelijkhcid cn de mogelijkheid van het gelijktijdig behartigen van de belangen van landbouw cn industrie cn spr. hoopte, dat hij de aanwezigheid von oen aantal vertegenwoor digers von industrieelen mocht begroeten a's een belofte, dot die samenwerking ook in de toekomst zooveel mogelijk zol betracht worden. Na nog een bijzonder woord van welkom gericht tc hebben tot de Mij. van Nijverheid en Handel, waarvan de oud-Minister van Land- bow, dr. Posthuma, voorzitter is, richtte spr. woorden von grooto erkentelijkheid jogvns den heer K. Cz. de Boer voor al hetgeen deze in het belang van den vodcrlundschen landbouw heeft gedaan. (Applaus). Komende tot zijn eigenlijke herdenkingsrede, ging spr. het verleden stilzwijgend voorbij. Waar er in de toekomst nog zoo heel veci valt te Verrichten, wilde hij fliever wat over de toekomst zeggen. Daarbij wees hij erop, dnt ter wille van dc gemeenschap aan de landbouw voortbrenging steeds hoogerc eischen zullen woiden gesteld. Aon die eischen zal in de eerst© plaats voldaan kimncn worden door technische verbeteringen door te voeren in het bedrijf in al zijn geledingen. Intusschen wordt j de hoogste opvoering van de londbouw-vooit- brenging menigmaal ^tegengehouden, idoocdat aan de vrije uitoefening van het bedrijf be lemmeringen in den weg gelegd werden, be lemmeringen, die vaak van economischen aard zijn, maar die ook herhaaldelijk vcroorzaukt worden doordat in andere groepen der bevol king, doordof de wetgevende mocht cn ver schillende overheidsorganen de beteekenis van den landbouw voor de maatschappij onder schatten, of als gevolg van eenzijdig inzicht over het hocfd zien. En daar nu ligt, naar sprekers meening, de eigenlijke en groote be teekenis der centrale landbouw-organisatie cn in dit opzicht moet zij steeds paraat zijn om op te komen voor het goed recht van den land bouw. Spr. eindigde zijn rede met op te merken, dat de landbouw-organisaties niet alleen het recht, maar ook den plicht hebben om voor het landbouwbedrijf met alle gepaste middelen te strijden en op tc komen voor zoo goed mo gelijk bestaansvoorwaarden voor dit bedrijf. De groote beteekenis der landbouw-voortbrenging voor onze hedendoagscho samenleving brengt met zich mede, dat de landbouwer het recht niet meer heeft om achterlijk of nalatig te zijn cn zich te onthouden van samenwerking met vakgenooten tot hoogere opvoering van het bedrijf. Ook in het maken van propaganda voor deze denkbeelden achtte spr. een groote taak van de landbouw-orgonisaties in het bij zonder en voor do centrale organisotic in het algemeen weggelegd. (Applaus). De Minister van Binnenlandschc Zaken en Landbouw, de heer Ruijs de Beerenbrouck, het vriendelijk welkomstwoord van den voorzitter reciproceerer.d, verklaarde, dat het hun een be hoefte was te getuigen van de erkentelijkheid der regeering jegens het Kon. Ned. Landbouw Comité voor de diensten, die het jegens den landbouw in het algemeen en als adviscercnd lichaam in het bijzonder heeft bewezen. Spr. wenschte het Comité geluk met hjet veertigja rig jubileum en sprak van ganscher harte de hoop uit, dot het komende tijdperk de ver wachtingen die het afgesloten tijdperk heeft opgewekt, zoo mogelijk zol oveitreffen. (Ap plaus). De diiecteui-generaal van den landbouw, de heer van Hoek, dankte den voorzitter, mede namens de ambtenaren van de directie van den landbouw voor diens vriendelijke woorden en sprak de hoop uit, dat de aangename somen werking van het verleden zich ook voor de toekomst zal bestendigen. De burgemeester van 's-Grovenhage, mr. J. A. N. Patijn, legde hierop getuigenis af van de belangstelling van het Haagsche gemeente bestuur voor het Comité. Al heeft den Haag op het gebied van den landbouw niet veel te bcteekenen, toch onder houdt de gemeente betrekkingen met den landbouw op het gebied von landbouwbijeen- komslen die hier worden gehouden. In dit ver band deelde spr. nog mede, dat B. en W. bij den gemeenteraad een crediet van 800.000 zullen aanvragen voor een tentoonstellingster rein van 30 H.A. Met den wensch, dat het dichterswoord „In vierzig Jahren ist der Berg bestiegen" niet voor het Kon. Ned. Landbouw- comité zal blijken te zijn geschreven, eindigde j spr. zijn toespraak. De plaats van den landbouw in onze samenleving. Hierop was het woord aan Mr. J. T. Lint horst Homan, oud-voorzitter van het Koninklijk Nederlandsch Landbouw Comité tot het houden van een inleiding over de plaats van den land- j bouw in onze samenleving. Spr. verklaarde slechts een in luchtigen trant gehouden korte bespreking te zullen geven. Is dc veronderstel- ling, dat men buiten den landbouw vaak lóag op de beteekenis van den landbouw neerziet en dat zijn werk niet voldoende woardccring on- dei vindt, juist? Spr. heeft gemeend te kunnen conslatcercn, dut wanneer men de hulp van den landbouw niet noodig heeft, de liefde ge ring is. Intusschen is de plaats van den land bouw in onze samenleving een zeer gewichtige cn zij is dat ook altijd geweest, gelijk spr. met eenige historische herinneringen nader aan toonde. Evenwel mogen de landbouwers niet meenen, dnt slechts zij niet kunnen worden gemist. Landbouw, Nijverheid en Handel zijn de trits, die gezamenlijk de menschheid verzorgt en slechts bij een innig en voortdurend samenwer ken van deze drie, kunnen rampen worden voorkomen en de menschheid gediend worden. Spr. herinnerde in dit verband aan de diensten door den londbouw tijdens den oorlog aan de samenleving bewezen. De dank en de waardee- ring daarvoor ontvingen de boeren in den vorm van meerdere waardecring ^>or en beter in zicht in wat een goed gedreven, krachtige land bouw zoggen wil voor de geheele maatschappij. Weliswaar heeft de bezuinigingseisch ook ver schillende besnoeiingen op landbouwgebied noodzakelijk gemaakt, doch het verwijt van verontachtzaming van de vital© belangen van den landbouw door de Regeering acht spr. niet juist. Spr. was ervan overtuigd, dat zulke grove verwijten geen weerklank vinden in de harten der boeren zelf. Alleen, de Regeering rake niet don in den uitersten nood aan het landbouw-ondcrwijs cn de landbouw-voorlich- ting. Zij ontneme den boor niet zijn ontwikke lingskans. Spr. wees vervolgens op de groot® beteekenis van de ontginning von gronden voor de verhooging von de productiviteit van den landbouw. Door ontginningswerk, dot reeds tij dens de uitvoering in den vorm van Ioonen, vrachten, enz. waarde schept, wordt ons natio naal vermogen vergroot, terwijl het een ruime gelegenheid biedt voor tewerkstelling van werk* loozen. Inzonderheid gewaagde spr. van het geen op het gebied van ontginning bereids in de provincie Drenthe is verricht en de plannen* die te dezer zake nog bestaan. Hoe zwaro lasten deze ontginningswerken ook medebrengen, zij dienen niet tot bestrijding der werkloosheid alleen, doch in het algemeen komen zij ook ten goede aan rijk, provincie en gemeente. Vervolgens stipte spr. nog even het vraagstuk der binnenlandsche kolonisatie en der emigratie aan, waarbij hij tot voorzichtigheid maande bij de afvloeiing van landbouwers. Welk werk is verheffender, veredelender en, ondanks zijn zwaarte, dankbaarder don het werk in de vrije natuur, waar elke arbeid op korten termijn zijn zichtbare vrlichten afwerptl Spr. eindigde zijn causerie met de woorden van vader Cats: „de besten van het volk, de eersten van 't lan^, zij hebben 't veld geploegd en bosschen [aangeplant**# (Applaus). De voorzitter, de heer O. R. 7. Croesen* dankte den spreker voor diens belangwekkend© voordracht en deelde ten slotte nog mede, dat het Comité ter gelegenheid van zijn jubileum tal von schriftelijke en telegrafische gelukwens schen mocht ontvangen. Hierop werd de vergadering gesloten. Feestmaaltijd in hotel „De Witte Brug", Gisteravond heeft ïn hotel de Witte Brug een feestmaaltijd plaats gehad, waarbij o.a. aanzaten de Prins, de minister van binnenland sche zaken en landbouw, jhr. mr. Ruys d« Becrenbrouck, de commissaris "der Koningin in Drenthe, de heer mr. Linthorst Homan, de burgemeester van Den Haag, mr. J. A. N. Pa tijn, de directeur-generaal van den landbouw, dr. P. van Hoek, zoomede tal van bekende pei* sonen op het gebied van den landbouw en daarmee verband houdende diensten en bedrij ven. Tafelpresident was de heer V. R. 7. Croesen, voorzitter van het comité, die den disch open de met een heildronk op de leden van het Vorstelijk Huis. Even later stelde d© 'heer Croesen nog een dronk in op den Prins al® eere-voorzitter van het Comité. Z. K. H. de Prins beantwoordde dezen dronk met ongeveer de volgende woordén „Laat ik u hartelijk "donk zeggen voor do vriendelijke woorden, door u aan mij gewijd. U weet, dat ik den landbouw een warm hart toedraag. Bij deze gelegenheid wensch ik u ge luk met uw 40-jarig jubileum en wil ik de hoop uitspreken, dat uw nuttige vcreeniging ook in de toekomst haar nuttig werk zal blij ven voortzetten. Ook de Koningin volgt tnet belangstelling uw werkzaamheden. Mede na mens de Koningin spreek ik de beste wenschen irit voor nw organisatie. (Applaus). De heer Wuyte, onder-voorzitter van het landbouw-comité, stelde vervolgens een dronk in op den minister van binnenlondsche zaken en landbouw. In antwoord op dezen dronk merkte de mi nister op, dat hij zooeven uit deskundigen mond de uitspraak had gehoord „het gaat den boer op het oogenblik niet slecht". Deze ondervin ding heeft spr. ook opgedaan bij de vele ten toonstellingen cn vergaderingen, waarbij hij in de beide laatste maanden is tegenwoordig ge weest. Spr. wees er vervolgens op dat het al* gemeen Nederlandsch belang praevalcert bo ven ieder ander belang. Daarom is het noodig, dat bij alle standen der maatschappij, ook bij den boerenstand, in dezen tijd een geest van offervaardigheid heerscht. Spr. roemde do samenwerking van den boerenstand met de re geering cn hoopte, dat deze ook voor de toe komst zal bestendigd worden Nadat nog verschillende toasten waren ge wisseld, heeft de heer Croeden nog een rede gehouden, waarin hij gewaagde van de goede verstandhouding tusschen het comité en de directie van den landbouw. Vervolgens richtte spr. woorden van erkentelijkheid tot den in specteur-generaal \an het nijverheidsonder wijs, zoomede tot de heeren prof. dr. Olivier en prof. dr. Sjollema als vertegenwoordiger® van de landbouw- en veeartsenijkundige hoo~ geschool. Ook tot de hoogleeraren Mees, Vis ser en Broekema uit Wageningen, tot den heer Van Ricl, secretaris van de Vereeniging van land- en tuinbouwonderwijzers, tot den heer Verheggen, voorzitter van den Nederiandïchen Boerenbond; tot de heeren Dresselhuys en Va- leton, resp. voorzitter en secretaris van den Ned. Tuinbouwraad, en tot de heeren Posthuma en Geluk, resp. voorzitter en secretaris ven de F. N. Z., ui-te spr. woorden van waardecring* Na nog de aan wezigheid van verschillend© personen te hebben gememoreerd en verschil-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 2