a3e MoT1" AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" BINNENLAND. FEUILLETON. Hel Meisje van hiernaast. TWEEDE BLAD. De feesten van Leiden's ontzet. DE GROOTE DAG. De inhaling van hel Kon. Echt- pear. Verschillende typische festi viteiten. Zelden is het bi] de viering van het 5 Octo ber feest in Leiden zou druk geweest als he den. Van alle konten zijn drommen vreemde lingen de Sleutelstad binnen gestroomd. Op de spoorwegen varen tol van extra-treinen in gelegd en ook de clectrische treinen deden dienst op het traject Leiden—den Haag. Ook do verschillende tramlijnen en auttobussen brachten tol van bezoekers van buiten aan. Men kon zich dus ten naastenbij een denk beeld vormen omtrent de enorme menschcn- massa, welke zich heden in Leiden bevindt. In de stad gelijkt het dus ongeveer een ouder- wetsche kermisdrukte. Er herscht dus binnen Leiden weer eene ouderwetsche feeststemming, waardoor de viering von Leiden's ontzet zich steeds heeft gekennmerkt. De officieele feestviering begon in den vroegen morgen met het leggen van een krans op het standbeeld van v. d. Wcrff, namens dc Nationale Verecniging Volksweerbaarheid, de Christelijke vereeniging „Willem van Oranje'' de Padvindersrvereeniging enz., met een toe passelijk feestwoord door Jhr. E. van Bose uit 's Gravenhoge. Hierna had in het Van der Werffpark de uit voering plaats van koraalmuziek, met mede werking van dc harmonie van het Stedelijk mu ziekkorps. Om 8 ure, voormiddags ving in de Stadswaag de uitdeiking plaats van de feest gave van horing, wittebrood, koffie cn tabék aan ongeveer 1000 mindc'r door de fortuin be gunstigde stadgenoten. Omstreeks 10 minuten, na 8 uur stoomde de Koninklijke trein do Leidschc veste binnen, waarin het Koninklijk echtpaar had overnacht. In de vestibule van het Stationsgebouw had de officieele verwelkoming plaats van H. M. de Koningin en Prins Hendrik door den Burge meester van Leiden, Jhr. Mr. Dr. de Gijselaar. Toen de Koningin cn dc Prins het stationsge bouw verlieten om zich in de Koninklijke rij tuigen te begeven, stonden op het Stations plein twee eerewachton gereed, een te paard, bestaands uit Leidschc burgers onder leiding van den heer Ch. ven Spall welke het vorste lijk echtpaar gedurende den geheelcn rijtoer door de stad zou vergezellen, en dc cerewncht van het Leidsche Studentencorps en dc Stu dentenvereniging voor Vrijwillige oefening in den wapenhandel „Pio Patrio", welke, laatste vereeniging de militaire eerbewijzen brocht. Bij het verlaten van het Stationsplein speel de het Leidschc Politic-muziekgezelschap de Koningin Wilhelminn Ma.rsch, getoonzet door den directeur, den heer H. Bolderdijk. Hierop nam dc Kon. stoet, begeleid door do eercwacht te paard langs verschillende stads wijken den tocht naar het Waaggebouw, ter bij woning van de uitdeeling van haring cn witte brood. welke inmiddels in vollen gang was. Hierbij waren aanwezig het gehcele bestuur der 3 Octobcr-vereeniging en had de officieele ont vangst plants vanwege ,dcze vereeniging cn heette de Voorzitter, de heer W. van der Laon de koninklijke bezoekster en H.D. gemaal van harte welkom, en betuigde dank dot H.M. cn dc Prins gevolg hadden gegeven aan de uitnoodi- ging. dezen 350cn gedenkdag bij te wonen. H. M. beantwoordde, deze toespraak met eene vriendelijke dankbetuiging. Te ongeveer 9 uur had van af het Waag- hoofd, eene oplating plaats van eenige dui zenden duiven als herinnering ann de gTOote rol welke deze dieren bij het beleg van Leiden hadden vervuld Te ongeveer 9}< uur had aan de Waag de feestelijke intocht plaats van den beroemden weesjongen met den hutspot- Dot, welke dc Spanjaarden bij het opbreken van het beleg hadden achtergelaten. De weesjon gen kwam ditmaal niet alleen, doch ditmaal van de Lammcschans, waar de stoet van be geleiding zich had opgesteld. Terwijl Hare Majesteit zich in het Waagge bouw ophield, werd Haar door de firma Levy te Leiden een historische zijden doek aangebo den, voorstellende een aantal oude gebouwen uit de Sleutelstad. De godsdienstoefening in dc Pie terskerk. Om kwart voor tien verlieten de Koninklijke Gasten het Waaggebouw en begaven zij zich te voet, kruisende de Brec-stroat door dc Pie- tcrskerkkooisteeg naar de Pieterskerk. Op hun wandeling werd Hare Majesteit door den Bur gemeester cn Z. K. H. door den Voorzitter van de 3-October Vereeniging begeleid. In de hall van dc kerk werd dc Koningin be groet door de leden van de Gemeente-commis sie cn de hec.-en Ds. Goodhard en Dr. Lochcr, resp. pracses en scriba van den Kerkcroad. Bij de binnenkomst van de Landsvrouwe zong de gemeente Gezang 3 1, en nadat Hare Majesteit Haar plaats had ingenomen werd door Ds. Riemens voorgelezen Psalm 1^4. Het kerkkoor, onder leiding van den heer Smink zong daarop een oud lied uit uit „Valerius" Gedenck-Clanck", betrekking hebbende op den Spaanschcn tijd. No een voorgebed door den predikant, werd door de gemeente vervolgens gezongen Psalm 9 vs. 1, 2 cn 5. de traditioncele psalm, die in 1574 bij het binnentreden van het volk in dc Pieterskerk, ook is gezongen. Ds. Riemens ving daarop zijn preek aan naar aanleiding van Psalm 146 9 (de Heer, die den verdrukte recht doet, die den hongerige brood geeft, de Heer maakt dc gevangenen los). Spr. schilderde do ellende van het belegerde Leiden, die juist voornamelijk bestaan heeft in verdrukking, hongersnood cn gevangen zijn. Daortegcnover stelde hij het wonder van de redding, waarbij de Voorzienigheid een vijand en een vriend gebezigd heeft. Met clen eencn vijand heeft Hij den andere (Aha) verslagen en dc grootste vriend is Prins Willem de Zwij ger, de handhaver van do gewetens- cn gods dienstvrijheid. De predikant eindigde zijn preek met op der. voorgrond te stellen, de roeping van ons volk, om den grootcn geestelijken achtergrond von ons volksbestaan niet te vergeten. Na de predikatie van Ds. Riemens, werd door het koor .een oud lied uit de I5c eeuw gezon gen, (Den Hoogen God alleen, zij de eer). Ds. Riemens ging vervolgens voor in een dankgebed, waarna dc gemeente gezang 171 vs. II zong Na het uitspreken van den zegen, zong, ter wijl de koninklijke gasten het kerkgebouw ver lieten, de gemeente spontaan het Wilhelmus. De Koningin besteeg het rijtuig, dat in dc Pieterskcrkstraat was voorgereden. Een groote menigte stond langs den weg geschaard cn juichte bij het voorbijrijden van den koninklijken stoet Hare Majestit geestdrif tig toe. Voor het ziekenhuis (Hospital Volon) werd een oogenblik halt gehouden, om een der verpleegsters in dc gelegenheid te stellen Hare Majesteit een ruiker aan te bicden. Daarop werd verder gereden naar de Doezobrug, waar de leerlingen van de Vereeniging van Bcwaei- schoolhoudcrcsscn woren opgesteld cn Hare Majesteit toezongen. Even verderop bij het Gymnasium in dc Douzastiuat brachten de de leerlingen vnn de muziekschool der Maat schappij voor Toonkunst, onder leiding van Mej. Harry vnn der Harst aon de Koningin een •zanghulde Dc onthulling van het monument. Bij het plantsoen stegen de Koningin en de Prins uit, om de plechtigheid van de onthulling van het monument bij te wonen. Dit monu ment is op een historische plek, waar eens de oude wnlmuur stond, opgericht ter cere aan de beroemde mannen van Leidcns's ontzet. Prof. Dr. P. J. Blok, hoogleeraer te Leiden hield voor dc onthulling een rede, waarin hij aanving met zijn vreugde er over te uiten, dat hij hier Hare Majesteit de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik mocht begroeten als dc nazaten van den grootcn Oranjevorst, aan wien Leiden voor 350 jaar het lang, tc long verwachte ont zet hod te danken, dat het redde uit de wreede handen van den Spoanschen landvoogd en zijne trawanten. Spr. schetste daainn hoe maanden achtereen de stad weerstand had geboden in den laatsten tijd onder omstandigheden, die bijna gingen bo ven menschelijkc krachten. Reikhalzend werd steeds uitgezien naar Boisot's door de land scheiding tegengehouden Geuzenvloot, welke masten cn vlaggen de bevolking van deze plaats, aan den horizon kon waarnemen, welk geschut duidelijk hoorbaar was, al klonk het steeds nog op een afstand. Van hieruit waar nog ginds kruithuis „Oostenrijk" staat als eenig overblijfsel van het aloude muurwerk, welke dreunende ineenstorting in den laatsten nacht von het beleg op een kwartier ofslands den in de Lummerschans gclegerden vijand deed opschrikken, en den uit ongeruston slaap gewekten stedeling aankondigde als het begin van hei einde. Hier hebben wij gemeend, zeide spr., op de zen gedenkunordigen dag. Uwe Majesteit Ko ningin Wilhelminn tc moeten verzoeken, het eenvoudig gedenkteken te willen onthullen, dot wij ter herinnering van het groote feit vnn het ontzet meenden te moeten oprichton. Juist hier op deze plek, waar voor 20 jaren een paar eeuwen long, op een oud bastieon een hooge molen stond, die den naam „Oranjeboom" droeg. Spr. zette uiteen wearom, naast het stand beeld van burgemeester Van der Wcrff. dit monument moest verrijzen. Wij hadden be hoefte om te doen uitkomen, dat van der Wcrff, hoe groot ook het aandeel .was, dat hem, den wakkeren oudsten burgemeester, hoefd der stadsrcgcerir.g in die benorde dagen toekomt in de eerbewijzen der nakomeling schap, ook nog onderen recht hebben op die eer en op de dankbaarheid der nazaten. Wie zal ontkennen, dat die dankbaarheid, voor wat menschen hebben gedaan om Leiden tc ontzet- ton, in de eerste plaats dient uit te gaan tot Prins Willem van Oranje, den vader dos Va derlands. Schetsende het aandeel von den Prins in het ontzet, betoogde spr., dot zijn beeld hicr- bovcnaon moest staan. En naast hem behoor de hier Louis de Boisot afgebeeld te zijn, de dappere beleidvolle Zeeuwsche admiraal, dia onder de eersten kon opvaren naar de water poort aan den Vliet, waar zijn Geuzen de eerste lafenis van horing en wittebrood konden bron gen aan de door de pest en ellende verzwak te, de verhongerde burgers van Leiden. Maar niet minder dan dc Prins cn Boisot, behoorden op dit gedcnktceken d^ beeltenissen der beide mannen, die met Van der Wcrff cn den onvor- gctelijkcn gouverneur Dirk v an Bronhhoist, de eer der manmoedige verdediging van dc stad zelve in volle mote mogen dcelen. Deze ziin do vurige vaderlanders Jon van der Does, Heer van Noordijk cn dc stadssecretaris Jan von Hout. In den brcede ging spr. de verdiensten van dit viertal na, en zeide vervolgens dat dit gedcnktceken de vier mannen zal eeren, die voor de gonsche wereld don roem verdienen tc doelen van Leiden's wee cn zegepraal van Lei den's diepe, maar tenslotte zegevierend, door gestane ellende. De vrijheid van ons vaderland, aldus eindigde spr. zijn toespraak, bevochten als zij is in lnngc jaren van strijd cn beproeving, moge tot in lengte van dagen onder leiding van afstamme lingen van don vader des Vaderlands, aan ons, de nazaten, aon de gansche wereld tooncn, wat een klein volk vermag, mits het wil verde digen met alle kracht, waarvoor het, het voor beeld der voderen volgend, alles wil opofferen, zijn goed en zijn bloed. Prof. Blok riep ann hel slot van zijn redo uit: Leve de Vrijheid, Leve het Vodciland, Leve de Koningin. Hare Majesteit, voldoende aan het tot Haar gericht verzoek, begof zich daarop naar het monument, om liet tc onthullen. Dc Koningin heeft, ahoicns over te gaan tot de onthulling van het monument enkele woor den gesproken waarin Hnro Majesteit zeide zich gaarne non te sluiten bij dc hulde door Prof. Blok gebracht aan de mannen, die hier ver eeuwigd staan cn tegenover wie niet alleen Lei den, maar geheel ons volk ccn hulde der dank baarheid heeft. Moge het gedenkteeken, zeide dc Koningin, dat ik thans gn onthullen, zoo lang Nederland Nederland blijft, de gedachte nis levendig houden aan hen vier onvergete lijke namen met dien van van der Werff in onze harten reeds een duurzame woonplaats hebben gevonden. Toen deze plechtigheid was geëindigd, droeg Prof. Blok het monument aan de gemeente Lei den over, namens welke de Burgemeester, met een toepasselijk woord het gedenkteeken in dank aanvaardde. De Koningip hechtte non het monument een fraaie krans. De plechtigheid, welke werd opgeluisterd door dc Christelijke Zangverceniging L. E. D. A. G. O. H. cn het muziekgezelschap Orpheus" was ten einde, nadat door het bestuur der 3-Octobcr-vereeni- ging een krans aan het gcdenktc-ekcn was be vestigd. Naar het Stadhuis. De Koningin besteeg weer haar rijtuig tot het maken van een rijtoer naar het Stadhuis. In dc strelen, waardoor zij reed werd Hare Majesteit hartelijk door het publiek begroet. Omstreeks kwart over twaelf arriveerde de Koninklijke •stoet in de Br^cstraut vcor het Stadhuis. Door werd de Koningin door den Raad der gemeente ontvangen. Op het bordes aangekomen, bood mevrouw Dc Gijsclanr, dc cchlgcnooto vnn den burge meester ann de hooge gnst een fraai boujuat aan. Bij den ingang stelde de Burgemeester aan de Koningin dc wethouders voor. Daarop begof het hooge gezclschup zich naar de ver gaderkamer van Burgemeester cn Wethouders, waar zich reeds dc raadsleden bevonden. De burgemeester stelde daar aan Hare Majesteit dc raadsleden voor; ditzelfde deed de wethoucr de heer A. L. Rcimciingcr ten opzichte van den Prins. Rede van den burgemeester. De Burgemeester, zich tot Hare Majesteit richtende, hield een toespraak aon het eind waarvan hij zeide „Is het wender, dat het jaarljjksch 3-Octo- bcr feest door dc mceslcn wordt gevierd nis ccn Oranjefeest, omdat men steeds indachtig is aan den aloudcn band, die Oranje aan Lei den verbindt Doch er is meer de ovrrgroote meerder heid der bevolking ziet niet alleen in Uw Ma jesteit h'et grondwettig Hoofd van den Staat, do afstammelinge van Hem, die zij voor 350 joren als „Vader Willem" vereerdezij ziet ook in U de „Lnndsmocoer", dc beschermster der volksvrijheden, die gedurende Here gun- sche rcgcering zich heeft gegeven aan de be hartiging van dc belangen van Haar volk, dio in de zorgelijke en angstige jaren, die achter ons liggen en waarin wij nu nog voor een groot dcc! leven, ons behoed heeft voer de vreeselijkstc rompen, die in die jaren steeds met Maar volk in alles heeft mcegelee'd, cn in liefde voor Haar volk een vijs cn omzichtig beleid heeft gevoeid. Daarom te rnrer zijn Uwe trouwe Leidsche onderdoren cn is de Lëidsclv gemeenteraad l,Iwe Majesteit dankbaar, daj Zij heden op den 350cn verjaardag von Leiden's Ontzet, binnen onze muren is v.i'lcn komen, en roep ik U cn Uwen Gemaal namens d<- ingezetenen en oen Gemeenteraad op Leiden's Stadhuis ccn eer biedig cn hartelijk „Welkom" toe." Rede van H.M. dc Koningin. De Koningin antwoordde nis volgt „Ik donk U mijnheer de burgemeester, voor Uwe woerden op dezen dag, dien Wij gelukkig zijn in Uw midden to kunnen doorbrengen, do dag die 350 jaar geleden de belooning bracht voor den tegenstand, met onbezweken trouw geboden, toen na Alkmaar de krijgskans scheen te keercn, met onwankelbare standvastigheid hoog gehouden, toen bleek dot het lot van Leiden het lot van het vaderland zoit zijn. Mef eerbied ziet men op dat velleden terug, toen dr» burgers van Leiden den dankbaren vader des vaderlands en gonsch de wccld toonden, waf z ij vermochten, die, geen offers noch ontbering te'.c?en. waar het hun hoogste goedcicn gold, in God hun ver trouwen stelden. Met daden bewezen zij de waarheid der woorden Point n'est besoin de reussir pour entr?prt?ndre, ni de vaincre pour persévércr." Maar hoe groot '.vos ons van dat „Dcrscvecron' de vruchten en de belooning. In deze degen is tussrhen .Mijn Huis en deze onbedwingba-c stad do hechte bond gelegd, welke haor kracht ontleent can IijcVn en gevaren cn aon ver trouwen met daden bezegeld. In die dagen ontving Leiden haor universi teit, dio haar tot grootheid en luister bracht, cn dié haar waor vrijheid cn beschaving gel den, wereldberoemd hee t gemaakt. Wij, het nagcs'acht, mogen ons niet bepalen tol het prijzen van wot was. De onvergetelijk^ men- nenbren van or.ze kracht, zij eischën van ons dot van het kostlijk erfdeel, in onze handen gestold, wij ons de trouwe rn vroede wachters zullen toonen Laat ons immer er op bedacht zijn. dat het onze dankbare maar dure plicht is, dat erfdeel ongeschonden can ops nage slacht over te dragen Aldus doende zullen wij tevens het beste hen, cii? olies veil hadden, toen het gold de nog wankele grondslagen le verdedigen van wat thans ons vrij cn onafhan kelijk Nederland is, ceren. Met b'ijde erkentenis heb ik op velerlei wij ze ervaren, hoe U. deze Pand en transen de bevolking, die mir heden herwaarts deed gaan, dit volkomen begrijpen en doelen. Thans werden door do dochters van ran zes tal raadsleden ververschingen aan hd Hooge gezelschap aangeboden Hare Majesteit onder hield zich tijdens de entvangst mef verschil lende raadsleden. De Koninklijke bezoekers verlieten om één uur het Stadhuis cn begaven zich naar het station, alwaar in den Koninklijken Hoftrcin da lunch werd gebruikt Op weg naar het station werd bij de „Gijselnnrs-Bnnkdoor de Chris telijke zangverceniging „Ex Animo" een lied, getiteld „Beclc voer het Vaderland" ten gchoo- re gebracht Openluchtspel. Na de lunch vjrg de Koninklijke Familie om streeks half drie een rijtoer aan met bestem ming naar het Opcn-luchtspcl. Op het terrein min den Zoeterwoudschen Singel nobij dc von Disselbrvg werd dit Openluchtspel gegeven. Bij aankomst van Hare Majesteit werd op de Koninklijke tribune de Koninklijke Standaard gcheschcn, wclko aan het Bestuur der ./-Octo ber Vereeniging voor deze gelegenheid was aangeboden, door het borduur-atelier van do fit ma Donckcr. Dc Koningin werd daar ontvangen door den voorzitter van de 5-October Vereeniging, de heer Van der Laan, die Hare Majesteit imot Horen zetel begeleidde. Dc Prins werd door den secretaris den heer Spaergaren begeleid. Beide hecren gtven dc Koninklijke bezoekers een toe'ichting bij het spel. Het openlucht spel stelde voor de „Vrede van Rijswijk". Het beleg cn ontzet van Leiden leenden zich noch historisch, noch technisch voor zulk een openluchtspel. Daarom achtte men dc „Vrede van Rijswijk" vanzelf nangc- wezen, waar deze was het hoogtepunt van het leven van den Koning Stadhouder, een van de roemrijkste episode's uit onze non roemruchte gebeurtenissen rijke vadcrlandsche geschiede nis, bovendien, een vrede, datgene wat de menschhcid von 1924 zob vurig v;enscht in een hedendnngsch*n tijd. De 3-October Ver eeniging meende, dut door dit spel de roeping van Nederland als vreddand, waar de zetel van het Internationaal Hof is gevestigd, nog eens in herinnering wordf gebracht. Het zich begrijpen dat de fantasie de historie een geheel stuk te hu'p moest kom» n. Doch, wat historisch wel kon worden vastge steld, werd zoo goed mogelijk weergegeven. Dc karossen der gezontcn woren door bootjes vervangen, maar costuums, pruiken vlageen en emblemen waren historie-getrouw. Ook de na men der deelnemers waren allen authenthiek. Op het tcckcnen \an den vTede het groote moment volgde ccn ballet d'Orange. Het werd in vier tafrcclcn uitgevoerd door zestien domes, zestien heeren, ccn solo-danseres, 24 Gardccivique d'Orange en twee vcndel- zwaaiers. Het derde tafrecl, een vlaggendans, die ein digde mei de vorming van een W. oogstte het grootste succes. Het publiek juichte bij dit tofrcvl den spelers luide toe en velen van dc genoodigden hieven spontaan het Wilhel mus aan. Dc Koning Stadhouder Willem III, hield daarop cercle. Terwijl alle medcspelcnden in den tuin hadden plaats genomen, werd dc aandacht gevraagd voor het minnespel „Lan- celoet endc Halewijn", dat op een in den sin gel speciaal voer dat doel nsngulcgd eiland werd gespeeld. No aflocp van dit tooncclspel, zetten de me dcspelcnden aan den „Vrede van Rijswijk" hun spel voort. Het feest was zoogenaamd afgeloopen en de gasten vertrokken in omgekeerde volgorde van hun opkomst. Dc Koningin, die met zeer veel aandacht h*t openluchtspel had gevolgd, deed eenige der medespelenden bij zich ontbieden, evenals dc herren Van Rossum du Chatel en dr. van Wijk, aan wie de eer van het welgeslaagde openluchtspel grootendecls toekwam. Ook lui tenant Boer, die d? nummers, welke bij het openluchtspel ten gchoore waren gebracht ge ïnstrumenteerd had, werd bij Hare Majesteit ontboden. De Koningin gaf Hare groote voldoening te kennen over hetgeen door allen, die aan dit spel hadden deelgenomen, was gepresteerd. Daarop werd omstreeks kwart voor vijf de terugtocht naar het Station aanvaard. Langs d'i wegen stond het zwart van menschen, die Hare Majesteit hartelijk toewuifden. Om kwart over vijf -orrivcerde het Konink lijk gezelschap aan het station, daar nam Hare Majesteit afscheid van het bestuur der 3-Oc- tober-Verceniging, aan hetwelk Zij Hare hul- d" betuigde voor het orgnniseeren dezer groot- sefv feesten. Ook dankte onze Landsvrouwe bij het cfschcid nemen den Burgemeester ver dc hartelijke ontvangst, welke Hear vr.n cc zijde der Leidenaren bij Haar bezoek was ten deel gevallen. Z. K. rl. dc Prins, bleef in Lriden om aan De natuur is het eenige boek. waar op elke bladzijde een groote inhoud staat. GOETHE. Naai het Engelsch van RUBy M. AyRES door W. J. A. ROLDANUS JR. 67 En ditmaal scheen iets mij te zeggen, dat ik niet langer gekheid met hem maken of hem plagen kon; want dit was zoo iets heel ancters dan vroeger heel anders zelfs dan waar ik zijn liefde van Joy voor gehouden had, iets, dot in den loop der jaren dieper en ernstiger worden en niet verdwijnen cn vergeten worden zou. „U zult me weluitlachen zeker", zeide hij boos. „Ik weet, dat zij ouder is dan ik en dat ik haar nog niet lang ken en al die din gen meer, maar het kwam dadelijk bij het eer ste oogenblik toen zij mij hier brachten. Ik wist het zoodra ik haar zag.Zij heeft in ieder geval mij het leven geredcn ,.'\Va;rvnp' ik hanr .altiid liefhebben za'. vin' ik hem in de *ede Hij keek mij nu vol hoop r. „Dus u bent niet boos U vindt niet, dat ik een poert pen; ..ub üdsitjk hij uw aankomst willen zeggen, maai is zij geen engel barstte hij uit. Verwondert het u, dat ik ik haar liefheb „Ik vond haar heel bekoorlijk," zeide ik. „Maar, Don, hoe moet het met Joy „Ja ik weet het wel." Zijn gezicht betrek. „Ik vond het denkbeeld het haar te zeggen ver schrikkelijk. Natuurlijk zol ik het zó5- laten voorkomen, alsof zij mij c'en bons gegeven heeft, manr maar zij is zoo'n kraan vnn een meid dat is zij o'tijd geweest zij zou het laatste meisje ter wereld zijn, om een man van zijn woord te houden, als zij dacht als zij wist Hij stamelde hulpeloos-,Wat vooi den dui\ el moet ik doen vroeg hij. „Zeg haar de waarheid," zeide ik. Hij schudde ziin hoofd. „Hoe kan ik dat Het is het is te bedGr.- dcid, ofschoon ofschoon, ziet u, ik niet ge loof. dat zij ooit heel veel van mij gehouden heeft iets in haar brieven, nodot ik weg was zij hebben me eerst wcest gemaakt, maar in den laatsten tijd „Schrijf haar dan de waarheid Zijn oogen smeekten mij. „Ik vind het zoo vreeselijk hnar pijn tc doer. Per slot van rekening heb ik haar toch nage- loopcn. Hoe kan ik haar nu schrijven, dat het allemaal een vei gissing is geweest." „Als je werkelijk Miss Druiy liefhebt, moet je het doen," zeide ik. Ik voelde me een echten windmaker, maar ccn gelukkigen windmaker." „Of ik haar liefheb I" herhaalde Don ver» ontwaardigd. „Of ik haar liefheb I" ..Schrijf don aan Joy," zeide ik. Er volgde ccn kleine stilte Buiten de zaal konden we Pamela Drury's stem hooren Ik keek Don aan hii keek mii aan en zijn oogen stonden zoo heel, heel gelukkig arme jongen „Ik zal vanavond schrijven," zeide hij. Ik zag dien brief niet en evenmin vertelde Don me wat erin stond Hij lag met gesloten oo^cn naar den muur gekeerd cn haatte zich zelf Toen ik naar hem toeging, hield hij zich of hij sliep dus nam ik ccn courant cn ging ge duldig zitten wachten. Het duurde zeker wel een half uur voor hij zich bcwocg don loosde hij ccn diepen zucht ging op zijn andere zijde liggen en keek mij met verbolgen oogen aan. Ik glim'achte en Don zeide met een snauw, dat hij voor den donder niet begreep wat er te glimlachen a iel. „Als u eens wist wat een verduivelden pioen ik mij voel," voegde hij eraon toe. Hij was nog heel zwak en ei k'onk iets als een snik in zijn stem. Ik stond op en ging naar hem toé. „Is de brief w eg, oude jongen vroeg ik. „Neen, neg niet, ik heb hem wel geschreven, maar maar Zijn oogen keken mij woest ean. „Hoe zoudt u het idee vinden, dat de een of andere vervloekte ccrtscr om dien brief zit te grinnckcn vroeg hij. „Afschuwelijk," antwoordde ik onmiddellijk. Er volgde een stilte, waarin ik mij trachtte tc vermurven, om iets te zeggen, waar ik den heclen nacht over had nogedacht. „Ik verzend hem niet," barstte Don impul sief los. „Ik \erdicn niet gelukkig te zijn, wan neer zij diep ellendig is. Ik zal het Jotcn zoo als het is het is mijn eigen schuld, als ik een vergissing begaan heb „En Miss Drury vroeg ik. „Ik zal het daar dienen ie zeggen uitleg gen zij zol het begrijpen! Van hei eers'.e oogenblik af aan heeft zij gezegd, dat het on mogelijk was dat het mijn plicht was mijn woord te houden. Zij is zoo engelachtig goed maarzij heeft een moeder en familie en een tehuis, terwijl Joyzij heeft nooit echt geluk gekend het arme kind zij heeft niemand hoe kan ik hear op zoo n maniei don bons ge\cn en haar ongelukkig maken V Ik moest g'imlochen om zijn onbewust egoïsme. „Maar ols zl| nu eens niet cngeSukkig wordt," zeide ik. Hij fronste zijn voorhoofd boven zijn geslo ten oogën. „O, ik weet heel goed, dot zij niemand zou laien merken, dat zij het antwoordde hij smartelijk. „Zij is altijd een kroon van ccn meid geweestMaaro, het is een verrotte, beroerde wereld." Ik schoof een stoel bij en gir.g naast hem zitten „En a's zij nu eens net jij tot het besef gekomen was, dat het ctm vergissing is Veer fronste hij zijn voorhoofd „Zulk sooit dingen gebeuren ailecn maar in sprookjes," zeide hij „Manr als het ditmaal nu cens in het werke lijke leven gebeurde," hucld ik vol, „wat zou je dan zeggen Dan zou je heel blij om haar zijn niet „Natuurlijk zou ik dat maarwaar dienen die veronderstellingen voor Ik antwoordde niet en hij koek mij don plot seling orgwonend aan. „Waar w ilt u noar toe Wat bedoelt u vroeg hij hccsch. Ik, bedwong mezelf zijn blik te doorstaan, maar Don was mij'en ver van de waarheid ver wijderd, ofschoon ik zien kon, dat het lang zaam tot hem begon door te dringen, dat zijn wispelturigheid per slot van rekening toch.niet zulke ernstige gevolgen zou hebben. Hij richtte zich op één elleboog op en beef de ven opwinding. „Wie is het vroeg hij. „Toch niet die Selby Ik wen», dat hij hoor groag hebben wou, maar Ik knikte van neen en hij raadde dadelijk weer met ccn soort de-zon-niei-in-hel-water- kunnen-zien-schijncn jo'oczic „Heskin soms?Roger dan? Is het Ro ger? Hij heeft een boel duiten cn de oude Lambert zou hem veel liever ols schoonzoon gehad hebben don mij." „Neen," zcid; ik, „Roger is het niet." Don ging weer achterover op het kussen liggen. „Wie is het dan vroeg hij een beetje wre velig. „Dc een of andere onnoozele ezel zeker." Ik verzamelde al mijn moed en vroeg don „Vindt je dot ik tc oud ben Dus verzond Don zijn brief ten slotte en of de censor erom zou grinnckcn of niet, schoen hem koud te laten. De eerstvolgende dagen merkte ik op, dot hij mij dikwijls aankeek met een vreemde, ty pische uitdrukking in zijn oogen, alsof hij mij plotseling voor het eerst had leeren kennen. Ik moet eer'ijk bekcnr.cn, dot ik me wel een beetje verlegen voelde, maar ik had cr toch geen berouw over, dat ik het hem verteld had; vroeg of laat had hij het toch moeten weten, en ik had nu een last van zijn hart genomen, die anders nog dagen lang op hem gedrukt zou hebben. Maar ten slotte moest ik toch zonder hem naar Engeland terugkecren. Hij was nog niet in staat orn te reizen, en wanneer hij zooyo« was, dan zou liij moeten gaan onder de auspi ciën van dc hospitaal autoriteiten. (Wordt ver voted.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5