a3e MoT1" AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Hel Meisje van hiernaast.
TWEEDE BLAD.
De feesten van Leiden's
ontzet.
DE GROOTE DAG.
De inhaling van hel Kon. Echt-
pear. Verschillende typische festi
viteiten.
Zelden is het bi] de viering van het 5 Octo
ber feest in Leiden zou druk geweest als he
den. Van alle konten zijn drommen vreemde
lingen de Sleutelstad binnen gestroomd. Op
de spoorwegen varen tol van extra-treinen in
gelegd en ook de clectrische treinen deden
dienst op het traject Leiden—den Haag. Ook
do verschillende tramlijnen en auttobussen
brachten tol van bezoekers van buiten aan.
Men kon zich dus ten naastenbij een denk
beeld vormen omtrent de enorme menschcn-
massa, welke zich heden in Leiden bevindt. In
de stad gelijkt het dus ongeveer een ouder-
wetsche kermisdrukte. Er herscht dus binnen
Leiden weer eene ouderwetsche feeststemming,
waardoor de viering von Leiden's ontzet zich
steeds heeft gekennmerkt.
De officieele feestviering begon in den
vroegen morgen met het leggen van een krans
op het standbeeld van v. d. Wcrff, namens dc
Nationale Verecniging Volksweerbaarheid, de
Christelijke vereeniging „Willem van Oranje''
de Padvindersrvereeniging enz., met een toe
passelijk feestwoord door Jhr. E. van Bose uit
's Gravenhoge.
Hierna had in het Van der Werffpark de uit
voering plaats van koraalmuziek, met mede
werking van dc harmonie van het Stedelijk mu
ziekkorps. Om 8 ure, voormiddags ving in de
Stadswaag de uitdeiking plaats van de feest
gave van horing, wittebrood, koffie cn tabék
aan ongeveer 1000 mindc'r door de fortuin be
gunstigde stadgenoten.
Omstreeks 10 minuten, na 8 uur stoomde de
Koninklijke trein do Leidschc veste binnen,
waarin het Koninklijk echtpaar had overnacht.
In de vestibule van het Stationsgebouw had
de officieele verwelkoming plaats van H. M.
de Koningin en Prins Hendrik door den Burge
meester van Leiden, Jhr. Mr. Dr. de Gijselaar.
Toen de Koningin cn dc Prins het stationsge
bouw verlieten om zich in de Koninklijke rij
tuigen te begeven, stonden op het Stations
plein twee eerewachton gereed, een te paard,
bestaands uit Leidschc burgers onder leiding
van den heer Ch. ven Spall welke het vorste
lijk echtpaar gedurende den geheelcn rijtoer
door de stad zou vergezellen, en dc cerewncht
van het Leidsche Studentencorps en dc Stu
dentenvereniging voor Vrijwillige oefening in
den wapenhandel „Pio Patrio", welke, laatste
vereeniging de militaire eerbewijzen brocht.
Bij het verlaten van het Stationsplein speel
de het Leidschc Politic-muziekgezelschap de
Koningin Wilhelminn Ma.rsch, getoonzet door
den directeur, den heer H. Bolderdijk.
Hierop nam dc Kon. stoet, begeleid door do
eercwacht te paard langs verschillende stads
wijken den tocht naar het Waaggebouw, ter bij
woning van de uitdeeling van haring cn witte
brood. welke inmiddels in vollen gang was.
Hierbij waren aanwezig het gehcele bestuur der
3 Octobcr-vereeniging en had de officieele ont
vangst plants vanwege ,dcze vereeniging cn
heette de Voorzitter, de heer W. van der Laon
de koninklijke bezoekster en H.D. gemaal van
harte welkom, en betuigde dank dot H.M. cn dc
Prins gevolg hadden gegeven aan de uitnoodi-
ging. dezen 350cn gedenkdag bij te wonen.
H. M. beantwoordde, deze toespraak met eene
vriendelijke dankbetuiging.
Te ongeveer 9 uur had van af het Waag-
hoofd, eene oplating plaats van eenige dui
zenden duiven als herinnering ann de gTOote
rol welke deze dieren bij het beleg van Leiden
hadden vervuld Te ongeveer 9}< uur had aan
de Waag de feestelijke intocht plaats van
den beroemden weesjongen met den hutspot-
Dot, welke dc Spanjaarden bij het opbreken van
het beleg hadden achtergelaten. De weesjon
gen kwam ditmaal niet alleen, doch ditmaal
van de Lammcschans, waar de stoet van be
geleiding zich had opgesteld.
Terwijl Hare Majesteit zich in het Waagge
bouw ophield, werd Haar door de firma Levy
te Leiden een historische zijden doek aangebo
den, voorstellende een aantal oude gebouwen
uit de Sleutelstad.
De godsdienstoefening in dc Pie
terskerk.
Om kwart voor tien verlieten de Koninklijke
Gasten het Waaggebouw en begaven zij zich
te voet, kruisende de Brec-stroat door dc Pie-
tcrskerkkooisteeg naar de Pieterskerk. Op hun
wandeling werd Hare Majesteit door den Bur
gemeester cn Z. K. H. door den Voorzitter van
de 3-October Vereeniging begeleid.
In de hall van dc kerk werd dc Koningin be
groet door de leden van de Gemeente-commis
sie cn de hec.-en Ds. Goodhard en Dr. Lochcr,
resp. pracses en scriba van den Kerkcroad.
Bij de binnenkomst van de Landsvrouwe
zong de gemeente Gezang 3 1, en nadat Hare
Majesteit Haar plaats had ingenomen werd
door Ds. Riemens voorgelezen Psalm 1^4. Het
kerkkoor, onder leiding van den heer Smink
zong daarop een oud lied uit uit „Valerius"
Gedenck-Clanck", betrekking hebbende op den
Spaanschcn tijd.
No een voorgebed door den predikant, werd
door de gemeente vervolgens gezongen Psalm
9 vs. 1, 2 cn 5. de traditioncele psalm, die
in 1574 bij het binnentreden van het volk in
dc Pieterskerk, ook is gezongen. Ds. Riemens
ving daarop zijn preek aan naar aanleiding
van Psalm 146 9 (de Heer, die den verdrukte
recht doet, die den hongerige brood geeft, de
Heer maakt dc gevangenen los).
Spr. schilderde do ellende van het belegerde
Leiden, die juist voornamelijk bestaan heeft
in verdrukking, hongersnood cn gevangen zijn.
Daortegcnover stelde hij het wonder van de
redding, waarbij de Voorzienigheid een vijand
en een vriend gebezigd heeft. Met clen eencn
vijand heeft Hij den andere (Aha) verslagen
en dc grootste vriend is Prins Willem de Zwij
ger, de handhaver van do gewetens- cn gods
dienstvrijheid.
De predikant eindigde zijn preek met op der.
voorgrond te stellen, de roeping van ons volk,
om den grootcn geestelijken achtergrond von
ons volksbestaan niet te vergeten.
Na de predikatie van Ds. Riemens, werd door
het koor .een oud lied uit de I5c eeuw gezon
gen, (Den Hoogen God alleen, zij de eer).
Ds. Riemens ging vervolgens voor in een
dankgebed, waarna dc gemeente gezang 171
vs. II zong
Na het uitspreken van den zegen, zong, ter
wijl de koninklijke gasten het kerkgebouw ver
lieten, de gemeente spontaan het Wilhelmus.
De Koningin besteeg het rijtuig, dat in dc
Pieterskcrkstraat was voorgereden.
Een groote menigte stond langs den weg
geschaard cn juichte bij het voorbijrijden van
den koninklijken stoet Hare Majestit geestdrif
tig toe. Voor het ziekenhuis (Hospital Volon)
werd een oogenblik halt gehouden, om een der
verpleegsters in dc gelegenheid te stellen Hare
Majesteit een ruiker aan te bicden. Daarop
werd verder gereden naar de Doezobrug, waar
de leerlingen van de Vereeniging van Bcwaei-
schoolhoudcrcsscn woren opgesteld cn Hare
Majesteit toezongen. Even verderop bij het
Gymnasium in dc Douzastiuat brachten de
de leerlingen vnn de muziekschool der Maat
schappij voor Toonkunst, onder leiding van
Mej. Harry vnn der Harst aon de Koningin een
•zanghulde
Dc onthulling van het monument.
Bij het plantsoen stegen de Koningin en de
Prins uit, om de plechtigheid van de onthulling
van het monument bij te wonen. Dit monu
ment is op een historische plek, waar eens de
oude wnlmuur stond, opgericht ter cere aan de
beroemde mannen van Leidcns's ontzet.
Prof. Dr. P. J. Blok, hoogleeraer te Leiden
hield voor dc onthulling een rede, waarin hij
aanving met zijn vreugde er over te uiten, dat
hij hier Hare Majesteit de Koningin en Z. K. H.
Prins Hendrik mocht begroeten als dc nazaten
van den grootcn Oranjevorst, aan wien Leiden
voor 350 jaar het lang, tc long verwachte ont
zet hod te danken, dat het redde uit de wreede
handen van den Spoanschen landvoogd en zijne
trawanten.
Spr. schetste daainn hoe maanden achtereen
de stad weerstand had geboden in den laatsten
tijd onder omstandigheden, die bijna gingen bo
ven menschelijkc krachten. Reikhalzend werd
steeds uitgezien naar Boisot's door de land
scheiding tegengehouden Geuzenvloot, welke
masten cn vlaggen de bevolking van deze
plaats, aan den horizon kon waarnemen, welk
geschut duidelijk hoorbaar was, al klonk het
steeds nog op een afstand. Van hieruit waar
nog ginds kruithuis „Oostenrijk" staat als
eenig overblijfsel van het aloude muurwerk,
welke dreunende ineenstorting in den laatsten
nacht von het beleg op een kwartier ofslands
den in de Lummerschans gclegerden vijand
deed opschrikken, en den uit ongeruston slaap
gewekten stedeling aankondigde als het begin
van hei einde.
Hier hebben wij gemeend, zeide spr., op de
zen gedenkunordigen dag. Uwe Majesteit Ko
ningin Wilhelminn tc moeten verzoeken, het
eenvoudig gedenkteken te willen onthullen,
dot wij ter herinnering van het groote feit vnn
het ontzet meenden te moeten oprichton. Juist
hier op deze plek, waar voor 20 jaren een paar
eeuwen long, op een oud bastieon een hooge
molen stond, die den naam „Oranjeboom"
droeg.
Spr. zette uiteen wearom, naast het stand
beeld van burgemeester Van der Wcrff. dit
monument moest verrijzen. Wij hadden be
hoefte om te doen uitkomen, dat van der
Wcrff, hoe groot ook het aandeel .was, dat
hem, den wakkeren oudsten burgemeester,
hoefd der stadsrcgcerir.g in die benorde dagen
toekomt in de eerbewijzen der nakomeling
schap, ook nog onderen recht hebben op die
eer en op de dankbaarheid der nazaten. Wie zal
ontkennen, dat die dankbaarheid, voor wat
menschen hebben gedaan om Leiden tc ontzet-
ton, in de eerste plaats dient uit te gaan tot
Prins Willem van Oranje, den vader dos Va
derlands. Schetsende het aandeel von den Prins
in het ontzet, betoogde spr., dot zijn beeld hicr-
bovcnaon moest staan. En naast hem behoor
de hier Louis de Boisot afgebeeld te zijn, de
dappere beleidvolle Zeeuwsche admiraal, dia
onder de eersten kon opvaren naar de water
poort aan den Vliet, waar zijn Geuzen de eerste
lafenis van horing en wittebrood konden bron
gen aan de door de pest en ellende verzwak
te, de verhongerde burgers van Leiden. Maar
niet minder dan dc Prins cn Boisot, behoorden
op dit gedcnktceken d^ beeltenissen der beide
mannen, die met Van der Wcrff cn den onvor-
gctelijkcn gouverneur Dirk v an Bronhhoist, de
eer der manmoedige verdediging van dc stad
zelve in volle mote mogen dcelen. Deze ziin do
vurige vaderlanders Jon van der Does, Heer
van Noordijk cn dc stadssecretaris Jan von
Hout. In den brcede ging spr. de verdiensten
van dit viertal na, en zeide vervolgens dat dit
gedcnktceken de vier mannen zal eeren, die
voor de gonsche wereld don roem verdienen tc
doelen van Leiden's wee cn zegepraal van Lei
den's diepe, maar tenslotte zegevierend, door
gestane ellende.
De vrijheid van ons vaderland, aldus eindigde
spr. zijn toespraak, bevochten als zij is in lnngc
jaren van strijd cn beproeving, moge tot in
lengte van dagen onder leiding van afstamme
lingen van don vader des Vaderlands, aan ons,
de nazaten, aon de gansche wereld tooncn,
wat een klein volk vermag, mits het wil verde
digen met alle kracht, waarvoor het, het voor
beeld der voderen volgend, alles wil opofferen,
zijn goed en zijn bloed.
Prof. Blok riep ann hel slot van zijn redo
uit: Leve de Vrijheid, Leve het Vodciland,
Leve de Koningin.
Hare Majesteit, voldoende aan het tot Haar
gericht verzoek, begof zich daarop naar het
monument, om liet tc onthullen.
Dc Koningin heeft, ahoicns over te gaan tot
de onthulling van het monument enkele woor
den gesproken waarin Hnro Majesteit zeide zich
gaarne non te sluiten bij dc hulde door Prof.
Blok gebracht aan de mannen, die hier ver
eeuwigd staan cn tegenover wie niet alleen Lei
den, maar geheel ons volk ccn hulde der dank
baarheid heeft. Moge het gedenkteeken, zeide
dc Koningin, dat ik thans gn onthullen, zoo
lang Nederland Nederland blijft, de gedachte
nis levendig houden aan hen vier onvergete
lijke namen met dien van van der Werff in
onze harten reeds een duurzame woonplaats
hebben gevonden.
Toen deze plechtigheid was geëindigd, droeg
Prof. Blok het monument aan de gemeente Lei
den over, namens welke de Burgemeester, met
een toepasselijk woord het gedenkteeken in
dank aanvaardde. De Koningip hechtte non het
monument een fraaie krans. De plechtigheid,
welke werd opgeluisterd door dc Christelijke
Zangverceniging L. E. D. A. G. O. H. cn het
muziekgezelschap Orpheus" was ten einde,
nadat door het bestuur der 3-Octobcr-vereeni-
ging een krans aan het gcdenktc-ekcn was be
vestigd.
Naar het Stadhuis.
De Koningin besteeg weer haar rijtuig tot het
maken van een rijtoer naar het Stadhuis. In dc
strelen, waardoor zij reed werd Hare Majesteit
hartelijk door het publiek begroet. Omstreeks
kwart over twaelf arriveerde de Koninklijke
•stoet in de Br^cstraut vcor het Stadhuis. Door
werd de Koningin door den Raad der gemeente
ontvangen.
Op het bordes aangekomen, bood mevrouw
Dc Gijsclanr, dc cchlgcnooto vnn den burge
meester ann de hooge gnst een fraai boujuat
aan. Bij den ingang stelde de Burgemeester
aan de Koningin dc wethouders voor. Daarop
begof het hooge gezclschup zich naar de ver
gaderkamer van Burgemeester cn Wethouders,
waar zich reeds dc raadsleden bevonden. De
burgemeester stelde daar aan Hare Majesteit dc
raadsleden voor; ditzelfde deed de wethoucr de
heer A. L. Rcimciingcr ten opzichte van den
Prins.
Rede van den burgemeester.
De Burgemeester, zich tot Hare Majesteit
richtende, hield een toespraak aon het eind
waarvan hij zeide
„Is het wender, dat het jaarljjksch 3-Octo-
bcr feest door dc mceslcn wordt gevierd nis
ccn Oranjefeest, omdat men steeds indachtig
is aan den aloudcn band, die Oranje aan Lei
den verbindt
Doch er is meer de ovrrgroote meerder
heid der bevolking ziet niet alleen in Uw Ma
jesteit h'et grondwettig Hoofd van den Staat,
do afstammelinge van Hem, die zij voor 350
joren als „Vader Willem" vereerdezij ziet
ook in U de „Lnndsmocoer", dc beschermster
der volksvrijheden, die gedurende Here gun-
sche rcgcering zich heeft gegeven aan de be
hartiging van dc belangen van Haar volk, dio
in de zorgelijke en angstige jaren, die achter
ons liggen en waarin wij nu nog voor een
groot dcc! leven, ons behoed heeft voer de
vreeselijkstc rompen, die in die jaren steeds
met Maar volk in alles heeft mcegelee'd, cn in
liefde voor Haar volk een vijs cn omzichtig
beleid heeft gevoeid.
Daarom te rnrer zijn Uwe trouwe Leidsche
onderdoren cn is de Lëidsclv gemeenteraad
l,Iwe Majesteit dankbaar, daj Zij heden op den
350cn verjaardag von Leiden's Ontzet, binnen
onze muren is v.i'lcn komen, en roep ik U cn
Uwen Gemaal namens d<- ingezetenen en oen
Gemeenteraad op Leiden's Stadhuis ccn eer
biedig cn hartelijk „Welkom" toe."
Rede van H.M. dc Koningin.
De Koningin antwoordde nis volgt
„Ik donk U mijnheer de burgemeester, voor
Uwe woerden op dezen dag, dien Wij gelukkig
zijn in Uw midden to kunnen doorbrengen, do
dag die 350 jaar geleden de belooning bracht
voor den tegenstand, met onbezweken trouw
geboden, toen na Alkmaar de krijgskans scheen
te keercn, met onwankelbare standvastigheid
hoog gehouden, toen bleek dot het lot van
Leiden het lot van het vaderland zoit zijn.
Mef eerbied ziet men op dat velleden terug,
toen dr» burgers van Leiden den dankbaren
vader des vaderlands en gonsch de wccld
toonden, waf z ij vermochten, die, geen offers
noch ontbering te'.c?en. waar het hun hoogste
goedcicn gold, in God hun ver trouwen stelden.
Met daden bewezen zij de waarheid der
woorden Point n'est besoin de reussir pour
entr?prt?ndre, ni de vaincre pour persévércr."
Maar hoe groot '.vos ons van dat „Dcrscvecron'
de vruchten en de belooning. In deze degen is
tussrhen .Mijn Huis en deze onbedwingba-c
stad do hechte bond gelegd, welke haor kracht
ontleent can IijcVn en gevaren cn aon ver
trouwen met daden bezegeld.
In die dagen ontving Leiden haor universi
teit, dio haar tot grootheid en luister bracht,
cn dié haar waor vrijheid cn beschaving gel
den, wereldberoemd hee t gemaakt. Wij, het
nagcs'acht, mogen ons niet bepalen tol het
prijzen van wot was. De onvergetelijk^ men-
nenbren van or.ze kracht, zij eischën van ons
dot van het kostlijk erfdeel, in onze handen
gestold, wij ons de trouwe rn vroede wachters
zullen toonen Laat ons immer er op bedacht
zijn. dat het onze dankbare maar dure plicht
is, dat erfdeel ongeschonden can ops nage
slacht over te dragen Aldus doende zullen wij
tevens het beste hen, cii? olies veil hadden,
toen het gold de nog wankele grondslagen le
verdedigen van wat thans ons vrij cn onafhan
kelijk Nederland is, ceren.
Met b'ijde erkentenis heb ik op velerlei wij
ze ervaren, hoe U. deze Pand en transen de
bevolking, die mir heden herwaarts deed gaan,
dit volkomen begrijpen en doelen.
Thans werden door do dochters van ran zes
tal raadsleden ververschingen aan hd Hooge
gezelschap aangeboden Hare Majesteit onder
hield zich tijdens de entvangst mef verschil
lende raadsleden.
De Koninklijke bezoekers verlieten om één
uur het Stadhuis cn begaven zich naar het
station, alwaar in den Koninklijken Hoftrcin da
lunch werd gebruikt Op weg naar het station
werd bij de „Gijselnnrs-Bnnkdoor de Chris
telijke zangverceniging „Ex Animo" een lied,
getiteld „Beclc voer het Vaderland" ten gchoo-
re gebracht
Openluchtspel.
Na de lunch vjrg de Koninklijke Familie om
streeks half drie een rijtoer aan met bestem
ming naar het Opcn-luchtspcl. Op het terrein
min den Zoeterwoudschen Singel nobij dc von
Disselbrvg werd dit Openluchtspel gegeven.
Bij aankomst van Hare Majesteit werd op de
Koninklijke tribune de Koninklijke Standaard
gcheschcn, wclko aan het Bestuur der ./-Octo
ber Vereeniging voor deze gelegenheid was
aangeboden, door het borduur-atelier van do
fit ma Donckcr.
Dc Koningin werd daar ontvangen door den
voorzitter van de 5-October Vereeniging, de
heer Van der Laan, die Hare Majesteit imot
Horen zetel begeleidde. Dc Prins werd door den
secretaris den heer Spaergaren begeleid. Beide
hecren gtven dc Koninklijke bezoekers een
toe'ichting bij het spel.
Het openlucht spel stelde voor de „Vrede
van Rijswijk". Het beleg cn ontzet van Leiden
leenden zich noch historisch, noch technisch
voor zulk een openluchtspel. Daarom achtte
men dc „Vrede van Rijswijk" vanzelf nangc-
wezen, waar deze was het hoogtepunt van het
leven van den Koning Stadhouder, een van de
roemrijkste episode's uit onze non roemruchte
gebeurtenissen rijke vadcrlandsche geschiede
nis, bovendien, een vrede, datgene wat de
menschhcid von 1924 zob vurig v;enscht in
een hedendnngsch*n tijd. De 3-October Ver
eeniging meende, dut door dit spel de roeping
van Nederland als vreddand, waar de zetel van
het Internationaal Hof is gevestigd, nog eens
in herinnering wordf gebracht.
Het zich begrijpen dat de fantasie de
historie een geheel stuk te hu'p moest kom» n.
Doch, wat historisch wel kon worden vastge
steld, werd zoo goed mogelijk weergegeven.
Dc karossen der gezontcn woren door bootjes
vervangen, maar costuums, pruiken vlageen en
emblemen waren historie-getrouw. Ook de na
men der deelnemers waren allen authenthiek.
Op het tcckcnen \an den vTede het
groote moment volgde ccn ballet d'Orange. Het
werd in vier tafrcclcn uitgevoerd door zestien
domes, zestien heeren, ccn solo-danseres, 24
Gardccivique d'Orange en twee vcndel-
zwaaiers.
Het derde tafrecl, een vlaggendans, die ein
digde mei de vorming van een W. oogstte
het grootste succes. Het publiek juichte bij
dit tofrcvl den spelers luide toe en velen van
dc genoodigden hieven spontaan het Wilhel
mus aan.
Dc Koning Stadhouder Willem III, hield
daarop cercle. Terwijl alle medcspelcnden in
den tuin hadden plaats genomen, werd dc
aandacht gevraagd voor het minnespel „Lan-
celoet endc Halewijn", dat op een in den sin
gel speciaal voer dat doel nsngulcgd eiland
werd gespeeld.
No aflocp van dit tooncclspel, zetten de me
dcspelcnden aan den „Vrede van Rijswijk"
hun spel voort.
Het feest was zoogenaamd afgeloopen en
de gasten vertrokken in omgekeerde volgorde
van hun opkomst.
Dc Koningin, die met zeer veel aandacht h*t
openluchtspel had gevolgd, deed eenige der
medespelenden bij zich ontbieden, evenals dc
herren Van Rossum du Chatel en dr. van
Wijk, aan wie de eer van het welgeslaagde
openluchtspel grootendecls toekwam. Ook lui
tenant Boer, die d? nummers, welke bij het
openluchtspel ten gchoore waren gebracht ge
ïnstrumenteerd had, werd bij Hare Majesteit
ontboden.
De Koningin gaf Hare groote voldoening te
kennen over hetgeen door allen, die aan dit
spel hadden deelgenomen, was gepresteerd.
Daarop werd omstreeks kwart voor vijf de
terugtocht naar het Station aanvaard. Langs
d'i wegen stond het zwart van menschen, die
Hare Majesteit hartelijk toewuifden.
Om kwart over vijf -orrivcerde het Konink
lijk gezelschap aan het station, daar nam Hare
Majesteit afscheid van het bestuur der 3-Oc-
tober-Verceniging, aan hetwelk Zij Hare hul-
d" betuigde voor het orgnniseeren dezer groot-
sefv feesten. Ook dankte onze Landsvrouwe
bij het cfschcid nemen den Burgemeester ver
dc hartelijke ontvangst, welke Hear vr.n cc
zijde der Leidenaren bij Haar bezoek was ten
deel gevallen.
Z. K. rl. dc Prins, bleef in Lriden om aan
De natuur is het eenige boek. waar op elke
bladzijde een groote inhoud staat.
GOETHE.
Naai het Engelsch van RUBy M. AyRES
door
W. J. A. ROLDANUS JR.
67
En ditmaal scheen iets mij te zeggen, dat ik
niet langer gekheid met hem maken of hem
plagen kon; want dit was zoo iets heel ancters
dan vroeger heel anders zelfs dan waar
ik zijn liefde van Joy voor gehouden had, iets,
dot in den loop der jaren dieper en ernstiger
worden en niet verdwijnen cn vergeten worden
zou.
„U zult me weluitlachen zeker", zeide
hij boos. „Ik weet, dat zij ouder is dan ik en
dat ik haar nog niet lang ken en al die din
gen meer, maar het kwam dadelijk bij het eer
ste oogenblik toen zij mij hier brachten. Ik
wist het zoodra ik haar zag.Zij heeft in ieder
geval mij het leven geredcn
,.'\Va;rvnp' ik hanr .altiid liefhebben za'. vin'
ik hem in de *ede Hij keek mij nu vol hoop
r.
„Dus u bent niet boos U vindt niet, dat ik
een poert pen; ..ub üdsitjk hij uw
aankomst willen zeggen, maai is zij geen
engel barstte hij uit. Verwondert het u, dat
ik ik haar liefheb
„Ik vond haar heel bekoorlijk," zeide ik.
„Maar, Don, hoe moet het met Joy
„Ja ik weet het wel." Zijn gezicht betrek.
„Ik vond het denkbeeld het haar te zeggen ver
schrikkelijk. Natuurlijk zol ik het zó5- laten
voorkomen, alsof zij mij c'en bons gegeven
heeft, manr maar zij is zoo'n kraan vnn een
meid dat is zij o'tijd geweest zij zou het
laatste meisje ter wereld zijn, om een man van
zijn woord te houden, als zij dacht als zij
wist Hij stamelde hulpeloos-,Wat vooi
den dui\ el moet ik doen vroeg hij.
„Zeg haar de waarheid," zeide ik.
Hij schudde ziin hoofd.
„Hoe kan ik dat Het is het is te bedGr.-
dcid, ofschoon ofschoon, ziet u, ik niet ge
loof. dat zij ooit heel veel van mij gehouden
heeft iets in haar brieven, nodot ik weg
was zij hebben me eerst wcest gemaakt,
maar in den laatsten tijd
„Schrijf haar dan de waarheid
Zijn oogen smeekten mij.
„Ik vind het zoo vreeselijk hnar pijn tc doer.
Per slot van rekening heb ik haar toch nage-
loopcn. Hoe kan ik haar nu schrijven, dat het
allemaal een vei gissing is geweest."
„Als je werkelijk Miss Druiy liefhebt, moet
je het doen," zeide ik. Ik voelde me een echten
windmaker, maar ccn gelukkigen windmaker."
„Of ik haar liefheb I" herhaalde Don ver»
ontwaardigd. „Of ik haar liefheb I"
..Schrijf don aan Joy," zeide ik.
Er volgde ccn kleine stilte Buiten de zaal
konden we Pamela Drury's stem hooren Ik
keek Don aan hii keek mii aan en zijn oogen
stonden zoo heel, heel gelukkig arme jongen
„Ik zal vanavond schrijven," zeide hij.
Ik zag dien brief niet en evenmin vertelde
Don me wat erin stond Hij lag met gesloten
oo^cn naar den muur gekeerd cn haatte zich
zelf
Toen ik naar hem toeging, hield hij zich of
hij sliep dus nam ik ccn courant cn ging ge
duldig zitten wachten.
Het duurde zeker wel een half uur voor hij
zich bcwocg don loosde hij ccn diepen zucht
ging op zijn andere zijde liggen en keek mij
met verbolgen oogen aan. Ik glim'achte en
Don zeide met een snauw, dat hij voor den
donder niet begreep wat er te glimlachen a iel.
„Als u eens wist wat een verduivelden pioen
ik mij voel," voegde hij eraon toe.
Hij was nog heel zwak en ei k'onk iets als
een snik in zijn stem.
Ik stond op en ging naar hem toé. „Is de
brief w eg, oude jongen vroeg ik.
„Neen, neg niet, ik heb hem wel geschreven,
maar maar Zijn oogen keken mij woest
ean. „Hoe zoudt u het idee vinden, dat de een
of andere vervloekte ccrtscr om dien brief zit
te grinnckcn vroeg hij.
„Afschuwelijk," antwoordde ik onmiddellijk.
Er volgde een stilte, waarin ik mij trachtte tc
vermurven, om iets te zeggen, waar ik den
heclen nacht over had nogedacht.
„Ik verzend hem niet," barstte Don impul
sief los. „Ik \erdicn niet gelukkig te zijn, wan
neer zij diep ellendig is. Ik zal het Jotcn zoo
als het is het is mijn eigen schuld, als ik
een vergissing begaan heb
„En Miss Drury vroeg ik.
„Ik zal het daar dienen ie zeggen uitleg
gen zij zol het begrijpen! Van hei eers'.e
oogenblik af aan heeft zij gezegd, dat het on
mogelijk was dat het mijn plicht was mijn
woord te houden. Zij is zoo engelachtig goed
maarzij heeft een moeder en familie
en een tehuis, terwijl Joyzij heeft nooit
echt geluk gekend het arme kind zij heeft
niemand hoe kan ik hear op zoo n maniei
don bons ge\cn en haar ongelukkig maken V
Ik moest g'imlochen om zijn onbewust
egoïsme.
„Maar ols zl| nu eens niet cngeSukkig
wordt," zeide ik.
Hij fronste zijn voorhoofd boven zijn geslo
ten oogën.
„O, ik weet heel goed, dot zij niemand zou
laien merken, dat zij het antwoordde hij
smartelijk. „Zij is altijd een kroon van ccn
meid geweestMaaro, het is een verrotte,
beroerde wereld."
Ik schoof een stoel bij en gir.g naast hem
zitten
„En a's zij nu eens net jij tot het
besef gekomen was, dat het ctm vergissing is
Veer fronste hij zijn voorhoofd
„Zulk sooit dingen gebeuren ailecn maar in
sprookjes," zeide hij
„Manr als het ditmaal nu cens in het werke
lijke leven gebeurde," hucld ik vol, „wat zou je
dan zeggen Dan zou je heel blij om haar zijn
niet
„Natuurlijk zou ik dat maarwaar dienen
die veronderstellingen voor
Ik antwoordde niet en hij koek mij don plot
seling orgwonend aan.
„Waar w ilt u noar toe Wat bedoelt u
vroeg hij hccsch.
Ik, bedwong mezelf zijn blik te doorstaan,
maar Don was mij'en ver van de waarheid ver
wijderd, ofschoon ik zien kon, dat het lang
zaam tot hem begon door te dringen, dat zijn
wispelturigheid per slot van rekening toch.niet
zulke ernstige gevolgen zou hebben.
Hij richtte zich op één elleboog op en beef
de ven opwinding.
„Wie is het vroeg hij. „Toch niet die
Selby Ik wen», dat hij hoor groag hebben
wou, maar
Ik knikte van neen en hij raadde dadelijk
weer met ccn soort de-zon-niei-in-hel-water-
kunnen-zien-schijncn jo'oczic
„Heskin soms?Roger dan? Is het Ro
ger? Hij heeft een boel duiten cn de oude
Lambert zou hem veel liever ols schoonzoon
gehad hebben don mij."
„Neen," zcid; ik, „Roger is het niet."
Don ging weer achterover op het kussen
liggen.
„Wie is het dan vroeg hij een beetje wre
velig. „Dc een of andere onnoozele ezel zeker."
Ik verzamelde al mijn moed en vroeg don
„Vindt je dot ik tc oud ben
Dus verzond Don zijn brief ten slotte en of
de censor erom zou grinnckcn of niet, schoen
hem koud te laten.
De eerstvolgende dagen merkte ik op, dot
hij mij dikwijls aankeek met een vreemde, ty
pische uitdrukking in zijn oogen, alsof hij mij
plotseling voor het eerst had leeren kennen.
Ik moet eer'ijk bekcnr.cn, dot ik me wel een
beetje verlegen voelde, maar ik had cr toch
geen berouw over, dat ik het hem verteld had;
vroeg of laat had hij het toch moeten weten, en
ik had nu een last van zijn hart genomen, die
anders nog dagen lang op hem gedrukt zou
hebben.
Maar ten slotte moest ik toch zonder hem
naar Engeland terugkecren. Hij was nog niet
in staat orn te reizen, en wanneer hij zooyo«
was, dan zou liij moeten gaan onder de auspi
ciën van dc hospitaal autoriteiten.
(Wordt ver voted.)