van de arbeiders ter uitvoering: van de voor schriften betreffende hun veiligheid en gezond heid kan daarnaast worden genoemd. Het zwaartepunt der medezeggenschap van de arbeiders in de bedrijven, ligt naar het oor deel der Commissie voor hen in het medebe- siissen over de arbeidsvoorwaarden. op hen van toepassing- zijn en over de loonen, die zij zullen verdienen. Om deze te kunnen regelen tot wederzijdsche tevredenheid, zal moeten wor den gestreefd naar collectieve arbeidsovereen komsten, af te sluiten tusschen de orgoniso- ties van bedrijfsgenooten (werkgevers en werk nemers), of bij ontstentenis van een organisa tie der werkgevers tusschen de werkgevers in dividueel cn de arbeidersorganisaties, welke collectieve contracten o.m. bepalingen bevatten inzake de rechten en verplichtingen der arbei ders. inzake den arbeidsduur bij gewonen ar beid, bij arbeid op Zon- en feestdagen, arbeids- en schafttijden, loonregeling (betaling van loon bij verzuim, verlof, ziekte en bijzondere om standigheden), opzeggingstermijn, ontslag, com missie voor geschillen, enz. enz. De heer Kloek uit Alkmaar twijfelde aan de uitvoerbaarheid der medezeggenschap van de kleinere bedrijven, speciaal voor den hun- deldrijvenden cn industrieelen middenstand. Medezeggenschap vort de ar beiders in het bedrijfsleven. De heer Kubbe (Den Bosch) betoogde, dat in het tegenwoordige stelsel van georgani seerd overleg en dot volgens het stelsel-Van Hettinga Tromp geen verschil is. De heer Schenk Bril (Tiel) zeide met het rapport der commissie volkomen accoord to gaan. Hij wees er op, dot in het algemeen de arbeiders nog niet ontwikkeld genoeg zijn om medezeggenschap in de technische leiding te aanvaarden. Dit is ook de ervaring in Duitsch- land en doar heeft men zelfs een school opge richt om den arbeiders die kennis bij te bren gen. Het medezeggenschap zou beter tot hooi recht komen als men haar ook in de techni sche leiding kon geven, doch dit zou slechts megen zijn met advisecrcnd'o macht. De heer Jockes (Den Haag) meende, dot van den Hoogen Raad van Arbeid in zake verbele- ring van den toestand in de bedrijven meer kracht moest uitgaan. Hij achtte een medezeg genschap ols neergelegd in de bedrijfsorgani satie \an prof. Veraart.of als voorgestaan door het N. V. V., te ver gaand. In onze staats inrichting zijn al middelen te vinden, die beter kunnen worden toegepast den tot duswerre heeft plaats gehad. Spr. bedoelde de Arbeids- geschillenwct. Spr. was verder van oordeel, dot ook voor ondernemersraden een nuttige werkkring is weggelegd. De %'oorzitter der commissie, dr. A. C. Jo- sephus Jitto, constateerde, dat algemeen het standpunt der commissie is aanvaard. De com missie, zeide spr., heeft met opzet een defi nitie van wat onder medezeggenschap moet worden verstaan, weggelaten. Dit begrip moet nog groeien. Maar iedereen weet wel wat er onder moet worden verstaan. Het medezeggen schap moet zich geleidelijk ontwikkelen. De commissie had voorts alleen te overwe gen wat is in het belong von het algemeen. Spr. deed verder uitkomen, dat onder mo dezeggenschap moet worden verstaan collec tieve medezeggenschap. Don veTvelt ook het genoemde bezwaar, dat de arbeiders nog niet ontwikkeld genoeg zijn. Het medezeggenschap zal worden gelegd in honden van de organi satie, die haar leiders heeft en die wel ver stand dienaangaande hebben. Wat betreft de winstdeeling, wees spr. er op, dat de commissie deze ten zeerste aanbeveelt, doch er tegen is deze door een wettelijke rege ling of te dwingen. In zake het georganiseerd overleg heeft de commissie te kennen willen geven, dat de overheid niet van hoar beslissingsrecht in laat ste instantie afstand mag doen. De commissie, zeide spr., heeft in hoor rap port niet uitgesproken, dat zij in beginsel ge- kont zou zijn tegen ondernemersroden, doch zij wil niet op de onderneming, doch op het be drijf in zijn geheel het zwaartepunt leggen. De heer Bredewout (Zwolle) merkte naar aanleiding van het gesprokene door den heer Kubbe nog op, dat onder het georganiseerd overleg niet moet worden verstoon het over leg, zooals de tegenwoordige regecring dit toe past, doch zoools de vrijzinnig-democraten dit toegepast willen zien. De vergadering werd doaiop verdaagd tot des avonds. Rede van mr. H. P. Merchant. In de avondvergaderingheeft het Tweede Kamerlid mr. H. P. Merchant een rede gehou den over: Regeering en Volk. Wel zelden, zeide spreker, zijn onder zoo be langwekkende omstandigheden de Kamerverkie zingen voorbereid ols ditmaal. De democratie, die, na een revolutionairen sprong vooruit, op de reactie terrein heeft mcetcn verliezen, tracht alom zich te herstellen. Zij maakte na den oorlog haar spurt, met behulp vun hen, die door democraat te worden, de revolutie tracht ten te kceren; thans moet zij alleen, onder hun tegenwerking, het verloren terrein zien te her winnen. Ditmaal zijn er zeer hooge belangen aan den strijd der democratie verbonden. De vrije democratie, aldus spreker, verwerpt alle experimcntatic, gericht op het vervormen van de maatschappij naar een vooraf opgesteld systeem en erkent alle staatsburgers als vol waardig. De staatsman, die de democratie dient, heeft hiermede een hoogc taak te vervullen. Tegenover ons staan zij, die mcencn, dat de staatsman near zijn eigen beginsel het recht verm-t en zijn beleid bepaalt, zonder zich het hoofd te breken met het begrijpen en vertol ken van de denkwijze, die leeft onder het volk. dier ligt het verschil met- de democratie. De democratische regeerder volgt en gaat voor te gelijk. Hij is psycholoog en tracht de volksziel doorgronden. Hij acht zich rviot verheven hoven hetgeen omgaat in het volk. Wie vcor de democratie voelt, moet niet vechten tegen de praktijk van het poilementaire stelsel, waarin veel wordt gezondigd. Als deze praktijk zuiver wordt gehandhaafd en de lei ders de volksovertuiging leiden, daacaan vorm «even, open spel spelen cn hun verantwoorde lijkheid aanvaarden, zal de gelegenheid ontbic- ken om het stelsel aansprakelijk te houden voor run avenchtsche toepassing en zal voor herstel fet aanzien der volksvertogenwoordigi-v de weg zijn geopend De reactie tegen het huidige, averechts toe gepaste parlementaire regeeringsstelscl culmi neert in het actualismc. Het is in zijn wezen re volutionair en verheerlijkt Mussolini. De Ncder- landsche octualisten zien het verschil tusschen Italianen of Spanjaarden cn Nederlanders voorbij. Zij trachten te maken wat voor Mus solini's mocht als middel gereed slond: een volks- en arbeidersbeweging. Men kan een arm zalig geknutsel waamennen. Evenmin ols deze plant van vreemden bodem kan het andere exotische gewas in Nederland aarden. Zijn revolutionaire dictatuurbeweging keert zich tegen elke democratische ontwikke ling binnen de grenzen van het geldende staats recht en tegen de soc.-democraten, omdat zij onder revolutionaire allure het kapitalistische stelsel door de arbeiders doen steunen en hen aldus misleiden. Deze reactionaire organisaties zullen de democratie niet overwinnen. De democratie ls anderzijds verzwakt, ander zijds versterkt door de verzwakking der soc.~ dem. dogmatiek. Deze witte democratie is gaandeweg meer democratisch cn mind-er dog matisch geworden. Spr. toetste het rcgecringsbelcid sedert 1918 onn de grondregelen, die hij als het democra tische lyeginsel heeft vooropgesteld. Zooals dit beleid heeft plaats gehad, is een juiste, gezonde, doelmatige praktijk van het parlementaire stelsel, dot allen beweren te wil len zien gehandhaafd, een onmogelijkheid ge worden en een democratische ontwikkeling van dit stelsel gefnuikt. Het gevolg is, dat, door de aanvallen op de cnricatuur van het stelsel, het stelsel zelf dreigt te worden geschaad. De parlementaire critiek op de regeering, waarvan het doel is om het regeeringsbeleid aan de uitspraak citer kiezers voor een bepaalde richting van dat beleid te toetsen, is onder die omstandigheden tot zwijgen gedoemd, en wanneer zij niet zwijgt, verzwakt zij het kabi net, dot de meerderheid moet steunen. De poging van de regcering, om aan dr» ambtenaren de toevlucht tot den grondwette- lijken rechter af tc snijden, op het kloeke ver zet gestuit van den bekwamen leider der R.-Katholieken, was voor het gezag van de regeering doodend. Het beleid van den huidi- gen minister van financiën, die tevergeefs ziin kracht zoekt in krachtsvertoon, heeft het kobinet niet minder geschokt. Het roekelocs aanvatten van de ambtenaarssalarissen wekte afkeer onder de natuurlijke vrienden van het kobinet. Voor het sluiten van het budget heetten in directe heffingen onafwijsbaar. Aldus werd de druk op de kteinen en op de groote gezinnen verzwaard. Zou men niet mccnen, dat dit beleid onmo gelijk ware, zoo het verbond tusschen volk en regcering op de wijze, zooals ons staatkundig beginsel dit eischt, ware bewaard gebleven Spr. critiseercte dc wijze van toepassing van de Indische staking iwetten 'op de particuliere bedrijven, zoomede de voorgenomen verplaat sing van de opleiding van de Indische be stuursambteraren van Leiden naar Utrecht, om daar te worden opgvleid doör de hoogleern- ren der bijzondere leerstoelen van den Indt- schen Ondernemcrsraod. Het is Bos geweest, die telkens weer zijn waarschuwende stem liet hooien legen het ge vaar. dat de regeering zich ging onderwerpen non het gezeg eer economische machthebbers. Het heeft niet mogen baten dit kabinet ver toont hier een zwakheid als Bos in zijn tijd niet zou hebben durven onderstellen. Er is geen actueel vrac./stuk van staatsbe leid, dat in onze degen de belangstelling ster ker trekt dan het* militaire. Wij staan hier voor 'het ortwerp-Van Emb- den tot herziening van onze militaire para graaf. De inhoud van dit voorstel wordt weer gegeven door den eiseh van ..d? nationale or.'- wa pening". Dit besluit van de leiding enzer partij heeft veel beweging veroorzaakt in het land. Onco tegenstanders hebben getracht, allerlei onjuiste voorstellingen ingang te doen vinden Deze omstandigheden leggen mij dc teak op, zoo kort mogelijk ons beleid op dit gebied in herinnering te brengen. Doch de viijz.-demo craten hebben steeds dezelfde lijn gevolgd en de leuze „nationale ontwapening'' is slechts naar den vorm nieuw, doch in wezen niet al leen het noodzakelijke uitvloeisel van hun be leid, .maar sedert het begin van I9T9 de pu bliek verdedigde stelling geweest van dlei ding der partij. Ons standpunt was in Febr. 1019 hitzeifde uls thans, onafhankelijk van slik- en gifgassen. Maar veel is sedert gebeurd Aan de massa werd geopenbaard, wat kapitein Maas reeds eenige jaren hed geweten, dat een volgende oorlog goeddeels uit de lucht zou worden ge voerd. Dat uit vliegtuigen de lenden zouden worden bewerkt, r.ict alleen met springmidde len, maar ook met gifgassen. Het betoog «van de militaire deskundigen weergevende, zeide spr. Dat is de voorlich ting van deskundigen, die zal beter wezen don Edison, die niet deskundig is, en Fokker, die allerei van v:i?gtuigen versland heeft; dan ge neraal Hamilton, omdat hij bij een ander wa pen diende dan kapitein Maas; dan Briand cn Motto, die ïr.aar burgers zijn. Op die gegevens meencn zij, dat het Nedorlandsche volk wel op hun compas in zee wil gaan. De beslissing óf geen ontwapening col lectieve ontwapening van allen, houdt geen steek, doch is slechts een middel om van de ontwapening af te komen. De kleine mogendheden, die tusschen dc beschaafde groote inliggen, verkeer en in een geheel andere positie dan de groote. De mili tairen willen ons doen gelooven, dat de ligging var» Nederland hachelijk is. Het omgekeerde is waarer is geen veiliger ligging denkbaar. Een aanval van de omliggenden is niet te vreezen. En indien het ondenkbare mocht gebeuren, zou opnieuw geheel Europa één heksenketel zijn geworden, waarin Nederland met of zonder „het harmonische geheel" zijner weermacht een speelbal zou zijn van alle machtigen, als een notedop op zee. Men late zich derhalve voor de stelling van de onmisbare algemeane wederkerigheid niet van de wijs brengen. De vraag behandelende, of dc Volkenbond een militaire macht van Nederland zal eischen, om mede te werken tot de pressie van het üd- misdaaigor, en zoo ja, wat van die macht de organisatie zou moeten zijn, betorgde spr., dat volgens art. II van het protocol van Genève, iedere aangesloten staat van zijn militaire, macht geven moet wat hij heeft en wat hij geven kan zonder zich en zijn bijzondere ;'co- grafische kgging le cnlMooten. De barictT'r.j is, blijkens den tekst, aan c-lk lid te vragen een maximum af te staan van wat het ter beschik king heeft. Van ccn minimum is geen sprake. Dit is ook volkomen verstaanbaar. Hiermede zijn de wc tss la tuten uitgeput. Er bestaat dus geen tekst, die ons in onze ont wapening tot dp dit oogenblik belemmert. Het incident-Limburg bij de beraadslaging ove art. 2 van het protocol van Genève be sprekende, zeide spr., dtn dit allerminst betee- kent, dat voor Nederland de verplichting vastgelegd, dat voor Nederland de verplichting is vastgelegd, dat het een oorlogsweermacht moet .onderhouden als lid van den Volkenbond. In het protocol staat er geen woord van. En Macdonald èn Herriot hebben in hun inleidende redevoeringen uitdrukkelijk de vrijheid van de kleine mogendheden erkend om niet te ontwa penen. En wat men zegthet Duitsehe Rijk zal straks lid zijn van den Volkenbond, zou men meenen, dot onze medeleden dan zullep zeg gen gij zijt thans lid, gij moet nu weer een oorlogsweermacht opbouwen De positie in een kleine mogendheid als Ne derland in den Volkenbond met betrekking tot de tien besproken voorschriften is, dat omtrent zijn militaire verplichtingen vooralsnog niets is bepaald en z. i. is dusver opzettelijk vermeden over deze moeilijke concrete vragen een be slissing uit te lokken. De vraag die aan de orde is, is moet Ne derland voortgaan met door te werken aan het opleggen van zijn bestaande, absoluut ondeug delijke oorlogsweermacht, met de doelstelling van een zelfstandige oorlogsstaok, heeft spr. 20 Febr. 1919 ontkennend beantwoord en welke ontkennende beantwoording thans is neerge legd in het partij-orgaan. Wij moeten er ons bovenal voor hoeden ons op te blazen tot een groote mogendheid. Dit naar aanleiding van dc woorden van prof. Van Eysinga, toen hij verslag deed over Genève, dot Nederland niet was een mogendheid van 7, doch een wereldrijk van 57 millioen menschen. Bij verschillende passages in de rede van mr. Marchant klonk applaus rn aan het einde van zijn rede, die 2Vi uur geduurd heeft, werd de spreker weer langdurig toegejuicht. Er werd hem een mand bloemen aangeboden. De voorzitter, mr. Werker, gewaagde in het kort van de beteekenis van deze uiteenzetting en dankte mr. Merchant, onder hernieuwd ge juich. De heer Zelvelder deed het voorstel, de rede in brochurevorm uit te geven, welk voorstel or.der applaus werd aangenomen Ook prof. Van Embden is onder luiden bijval een mand bloemen aangeboden. Het ontwapeningsdebat. Het hoofdbestuursvoorstel tot het vaststellen van een nieuwe paragraaf „Landsverdediging" in het werkprogram, gaf mr. dr. A. M. Joe- k e s aanleiding een amendement-Den Haag na mens die ofdeeling te verdedigen. De toelich ting tot het amendement luidde als volgt: Het te Genève op de laatste vergadering van den Volkenbond opgestelde protocol tot aan vulling van het Volkenbondsverdrng berust op de gedachte, dat door internationale samenwer king, zoo noodig met toepassing van militaire maatregelen, do vrede moet worden gehand haafd cn een land, dut den vrede schendt, moet worden bedwongen. Nederland mag zich aan moutregclen, welke voor dat doel noodig mochten zijn. niet ont trokken en het zal, wil het aan do handhaving ven den vrede door den Volkenbond tón volle medewerken, bereid moeten ziin ook aan een militaire actie van den Bond deel te nemen. Het is daartoe nocdig een deel von de weer macht in stand te houden. Tevens zal, bij onrechtmatige aanranding \an Nederland zelf, deze weermacht, mede als on derdeel van de Volkenbondsactie tegen den schender van ons land, zich tegen den aanran der moeten verdedigen. De amendementen beoogen deze zienswijze in cle par. 8 cn 9 duidelijk te doen uitkomen. H?t Hoofdbestuur stelde een eigen amendement vcor. namelijk punt 5 van por. 9 als volgt te lezen: „Vervulling ven dc verplichtingen, welke aan Nederland als lid van den Volkenbond zijn of zullen wordenopgelegd." Met deze toelichting: „Deze wijziging is het gevolg van de overweging, of in verband met het na het voorsl ellen van het hoofdfcestuurs- voorsle! tot stand gekomen Gcnecfsche proto col. nog niet enkele veranderingen in dit voor ste! moesten wordc-n aangebracht." Prof. mr. Kranenburg verklaarde zich, na dc rede van den heer Marchant, met het urnen de inent van het hoofdbestuur te kunnen vercenigen. Eigen ontwapening zonder dat nog internationale ontwapening bereikt is, achtte Spr. o.lti'ri neg beter dan het 'dhouden van onze huidige weermacht, 't Is Don Quichotte- rie te denkon. dat wij met do huidige weer macht nog iets zouden kunnen beteekenen. De heer Nypels was de eerste en eenige be strijder van de ontwapeningsparagraaf ter vergadering. Spi verklaarde zich n.l. een principieel tegenstander van hetgeen de leidei gezegd en het hoofdbestuur voorgesteld had en verklaarde niettemin ste; kr op vrijz.-demo- cratischcn bodem te staan. Wol heeft spr. een müiie.i: verleden, maar hij rekende dit zich zelf niet als een fout aan. Marchant maakte z.i. de principicele fout, dat hij van het proto col van Genève sprak alsof dit rcedr gold en men plaatst zich dusdoende in een toekomst, v elke cr nog niet is. Zeer overdreven in zijn wijze ven uitdrukking was prof. Van Embrlcn in zijn Kamerred?. Washington is cr toch im mers! De Washingtonsche overeenkomst om geen stoffen te gebruiken, welke die afschu welijke uitwerking hebben, gelijk Van Emb- den zoo juist schilderde. Frankrijk vecht in Trnnsjordanië en in Marokko en maakt daai dan ook geen gebruik van bedoelde gassen. Wat ons lend betreft, kan er volgens spr steeds schending van de ne'utroliteit mogelijk blij'vcn. Wat kunnen we dan doen met een po litielede; tje? Als de communisten onder Wijn koop komen, dan hebben we genoeg aan 't politic-legertje, maar als er 25 Russische oor logsschepen komen, doen we dan niets Zal men vroeg spr. ongestraft kunnen ont wapenen? Men wijst op Denemarken. Maai nu reeds gaan cr o a. in Frankrijk stemmen op. die zeggen, dut de Sont niet meer veilig is. Gaut men over tot lijdeiiik verzet nis er een andere mogendheid in ons land is geko men, dun zal men over onze bevolking greo- tere ellende brengen can d« gifgassen kunnen veroc; -j-.krn. Voorts wordt volkomen ten on rechte ladiii met Nederland over één kam ge schoren. BUCP I I 11 I—I ynJWW——W—WEK) Spr. v.enscht ten slotte de tegenwoordige paragraaf inzake de landsverdediging te be houden doar die z.i. in alles voorziet Mr. Marchant verklaarde bereid te zijn Den Haag tegemoet te komen in dien zin, om te zeggen „Vervulling van dc verplichtingen, welke Nederland als lid van den Volkenbond heeft aanvaard of zul aanvaarden". Omtrent deze redactie ontstond cenig ntder debat Prof Van Embden kwam er tegenover den heer Nypels tegen op, dat hij in zijn Ka merrede overdreven zou hebben. Het vredes- protocol is er inderdoad nog niet. Maar moe ten we daarom voortgaan met het systeem van ellende, waarin we zitten Moeten we ons niet 'weten los te maken van den ouden tijd Ned.-Indie was 100 jaar weerloos en is niet geschonden. Zouden we nu na Volkenbond en Washington daar mee moeten voortgaan Tot Den Haag zeide spr., dot hij accoord ging met het amendement van het hoofdbe stuur. We gaan nu de kroon zetten op eer. jaren lange actie, aldus spr., en daarmede zullen wij niet alleen onze partij dienen, maar ook ons land, tevens handelen in het belang van de andere volken cn den wereldvrede (Luid applaus.) De heer Joekcn verklaarde zich bereid onder de gegeven omstandigheden het amen dement-Den Haag in te trekken en vereenigde zich met een nader, door mr. Marchant mede gedeeld voorstel van het h.b. om te lezen Vervulling van N^derland's verplichtingen ais lid van den Volkenbond. Het debat werd gesloten verkleard. Nie mand verlangde hoofdelijke stemming over de nieuwe ontwapeningsparagraaf. Alle stemge rechtigden verklaarden zich er vóór. TWEEDE DAG. In dc plaats van de heeren prof. dr. D. vsn Embden, Harm Kraai en Jt. Reinink, die perio diek aftraden en niet herkiesbear waren, werden als leden van het hoofdbestuur gekozen dc hee ren dr. H. J. Docrnbosch te Groningen, mr. dr. A. M. Joekes te 's-Gravenhage en prof. mr. R. Kranenburg te 'Amsterdam Beleid der Kamerfractie. Daarna was aan de orde de bespreking van hst beleid der Kamerfractie. De 'heer Dekker (Utrecht) klaagde er over, dat op de onlangs te 's-Gravenhage gehouden groote betooging van het overheidspersoneel tegen de salarisverlaging, de vrijzinnig-demo cratische Kamerfractie niet vertegenwoordigd is geweest. De ofdeeling Utrecht zou gaarne weten wat daarvan de reden is. De heer Mater (Utrecht), zeide, dat de partij zich thans gesteld heeft op het stand punt der „nationale" ontwapening, doch dat geen enkele vrijzinnig-democraat zal gelooven. dot dit zoo in eens maar zal gebeuren, dat zal geschieden in etappes. Daarbij dient, meende spr., die zich ter zake ingewijde noemde, de volle aandacht gewijd te worden aan het ves tingstelsel, meer dan tot dusverre is geschied. Dit vestingstclsel is voor dc uitbreiding van vele steden belemmerend en r.og onlangs heeft, zeide spr., de chr.-hist. advocaat jhr. Schcrer voor wat Utrecht betreft, daarop in het Utrechtsch Dagblad gewezen. Toen het ves- tingstelscl in dc Kamer ter sproke kwam, heeft de Kamerfractie dit punt niet voldoende onder de oegen gezien. De wortels van de ontwape ning liggen in het vestingstelsel, en spr. hoop te, dat bij volgende gelegenheden de Kamer fractie niet alleen de groote lijnen in het oog zal houden, doch ook echt zal slaan op de on derdeden. Het vestingsteisel, waaronder hon derdduizenden lijden, is een daarvan. De heer Heerma van Voss (Zeist) c itiseerde het, dat de Kamerfractie steun had verleend aan de bestendiging, vun het gezant schap bij den paus. (Applaus). De afgevaardigde van dc afdeeiing Deven- t e r betreurde hot, dat- cle Kamerfractie niet meer aandacht had gewijd aan do bestrijding der duurte. Antwoord van de trucfie. Namens do Kamerfractie voerde o. a. de heer Marchant het woord. Aan den heer Mater antwoordde spreker, dat de door dezen ten vorigen jare verstrekte ge gevens betreffende de vestinggronden in de Nieuwe Hollandscho Waterlinie voor den gever vermoedelijk duidelijker waren don voor spre ker, doch dat hij zich voor nieuwe gegevens houdt aanbevolen. De Kamerfractie ziet geen kans tegen de duurte maatregelen te nemen. Wat betreft de vraag inzake de bestendiging van het gezantschap bij den Paus zeide spreker, dat het wel lijkt of dc steller van deze vraag geestverwant is van ds. Kersten. Wij hebben daar nu een gezant, die goed zijn plicht doet en ook de Minister van Buiten- landsche Zaken verzekert, dat het hier een di plomaat centrum betreft, zoodat, wordt bedoeld gezantschap opgeheven, alles daar buiten ons omgaat. Waar nu eenmaal het besluit genomen is, daar een gezantschap te \estigen, komt het Spr. niet wenschelijk voor daarop telkens terug te komen. Dc „Landbouw" in het werkpro gram. In behandeling kwam daarna het voorstel van het hoofdbestuur om "in het werkprogram een afzonderlijk hoofdstuk beïreifende den land bouw op te nemen. Verschillende amendementen, hierop inge diend, werden na ampele discussie verworpen; het bestuursvoorstel werd aangenomen, dat luidt als volgt: I. Bevordering van het grondgebruik van den eigenaar, door: a. de regeling der belastingen; b. krachtige uitvoering der wet van 6 Mei 1921 S. 711, op de onteigening tot het verhoogen van dc opbrengst ven gronden; c. een wettelijke regeling, krachtens welke de ingevolge cle sub b. gemelde wet ont eigende gronden in eigendom worden over gedragen aan personen, die daarop een kiein landbouwbedrijf willen stichten; d. herziening der sub b. gemelde v/et in dier voege, dat de schadeloosstelling worde bepaald naar de gebruikswaarde der ont eigende gronden; e. een wettelijke regeling der verstrakking van crediet ten behoeve van het klem- landbouwbedrijf, analoog aan dc landarbei ders wet i 2. Herziening van de wettelijke regeling van het pachtcontract, onder invoering van voorschriften van dwingend recht, waardoor bereikt wordt, dat: a. de pochter, onder gehoudenheid de waarde van het gepachte irt stand te hou den, verzekerd is van een volledig ge bruiksrecht en een vrije cultuur; b. de verpachter niet alle risico van het bedrijf voor rekening van den pachter kan laten; c. de pachter, in bepaa de gevallen, recht heeft op vergoeding wegens door hem uan^ gebrachte verbeteringen alsmede op scha devergoeding, ingeval van onredelijke pachtopzegging. 3. Erkenning van bestaande en, waar noo dig, bevordering der instelling van pacht- commissies, waarin, onder rechterlijke lei ding, eigenaar, pachter en arbeider zijn vertegenwoordigd, met bemiddelende, advi- seerende en, in bij de wet tc noemen ge vallen, beslissende bevoegdheid. 4. Landbouwvalconderv/ijs, in den meest uitgebreiden zin, daaronder begrepen het landbouwhuishoudonderwijs; bevordering door middel van het landbouwonderwijs van een' juist inzicht in de beteekenis der coöperatie, zoo op het terrein van het cre diet wezen als op dat van de verwerking en den verkoop der producten (veilingwezen) en den aankoop der bedrijfsbenoodigdhe- den. 5. Aanleg van nieuwe of verbetering van bestaande verkeerswegen in het belang van een goed en goedkoop vervoer von land- en tuinbouwproducten. 6. Uitbreiding van den voorlichtings dienst ter bevordering van den uitvoer van land- en tuinbouwproducten. 7. Maatregelen tot voortdurende verbe tering van den veestapel in zijn vollen om vang, alsmede van de akkergebouwgewas- sen. 8. Bebossching van overheidswege van daarvoor in aanmerking komende gronden. 9. Bevordering van afwatering en kanali satie. 10. Oprichting van waterschappen. 11. Krachtige uitvoering der wet op de ruilverkaveling. 12. Uitbreiding van het begrip „land arbeider" in de landarbeiderswet. 13. Wettelijke regeling van de arbeids toestanden in het landbouwbedrijf, met in achtneming van de bijzondere eischen van het bedrijf; wettelijke regeling der collec tieve arbeidsovereenkomst. 14. Verbetering van dc algemeene ont- wikkelings- en levensvoorwaarden ten piot ten lande, mede teneinde den trek naar de steden tegen te gaan Huwelijkswetgeving. De commissie, door het hoofdbestuur van den Vrijzinnig-Democratischen Bond inge steld om te rapporteeren over de vraag welke wijzigingen in de huwelijkswetgeving bchoo- ren tc worden aangebracht, was van oordeel, dat het beginsel van gelijkwaardigheid en van gelijkheid voor de wet van mannen en vrou wen, in het huwelijk zoo streng mogelijk be hoort te worden doorgevoerd, en dus met name de maritale macht en de bevoorrechte positie van den man, ten opzichte van de uit oefening der ouderlijke mocht, alsmede de onbevoegdheid van de vrouw ten aanzien van het verrichten van rechtshandelingen, behoo- ren te worden opgeheven Zij heeft in een aantal hoofdlijnen eene moderne huwelijkswetgeving opgesteld. De heer Rerghuys (Utrecht) zeide, dat de ofdeeling Utrecht zich in het algemeen niet het rupport kan vereenigr?n. Echter zijn bij haar verschillende vragen en bezwaren gerezen, welke spr. nader uiteen zette. Zoo werd de wenschelijkheid gevoeld, om ook de regeling van het geneeskundig on derzoek vóór het huwelijk aan de orde te stel len. In het rapport worden voorts vele beslissin gen aan den kantonrechter opgedragen. Do kantonrechter is echter thans reeds zwaar be last. Het kan daarom aanbeveling verdienen voor familiezaken in het algemeen een afzon derlijk rechtelijk orgaan in te stellen desge- wenscht gecombineerd met andere functies (b.v. politierechter, kinderrechter). De heer B ij 1 s m a (Amsterdam) meende ook, dot de kantonrechter nu reeds met te veel werk is overladen cn wilde daarom voor beslissing in conflicten bij familiezaken liever een van de leden van de rechtbank aanwijzen. Verder was spr. van oordeel, dat ons belas tingstelsel aan de nieuwe orde van zaken moet worden aangepast, door he; gezin ni?t larger meer als één geheel te beschouwen. Mevr. mr. B a k k r—N o r t, de voorzitster der commissie, wees er op, dat weinig dingen van de wetgeving zoo in strijd zijn met de vrijz.-dem. beginselen als het huwelijksrecht. Hier is een gebied, waar slechts één lid der gemeenschap alles te zeggen heeft en de ander niets. Verder stelde zij nog eens in het licht, dot het gemeenschapsleven in 'het gezinsleven dient voorop te staan, en dat het de bedoeling dgr commissie was, slechts de hoofdlijnen voor een nieuw huwelijksrecht uit te stippelen, de grond slagen te leggen waarop dit kan worden opge bouwd. Voor de beslissing in gezinsaangc-legcnhcd.:n van ernstigen aard heeft de commissie zich tier. kantonrechter els scheidsrechter gedacht, wijl deze gemakkelijk toegankelijk is en wiens tus- schenkomst op het platteland in familieaange legenheden wel weer wordt ingeroepen. De voorzitster bracht hulde aan de aftreden de hoofdbestuursleden, de heerên prof. Van Embden, Kraai en Reinink cn dankte hun voor hetgeen zij voor den Berd in die functie had den gedaan. (Applaus). Nadat de voorzitter een kort slotwoord (had gesproken, bracht de heer Berghüys (Utrecht) ten slotte, onder luiden bijval der vergadering, dank "aan den voorzitter, mr. Werker, vcor diens uitstekende leiding gedurende de twee dagen. Door een commissie voorbereid, werd voo: de heropening van de algemeene vergadering on Zondag een religieuse bijeenkomst gehou den van partijgenooten, waarin ds. Eikeraa uit Benningbroek sprak over den zedclij'^en kant van ontwapening.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 6