van de arbeiders ter uitvoering: van de voor
schriften betreffende hun veiligheid en gezond
heid kan daarnaast worden genoemd.
Het zwaartepunt der medezeggenschap van
de arbeiders in de bedrijven, ligt naar het oor
deel der Commissie voor hen in het medebe-
siissen over de arbeidsvoorwaarden. op hen
van toepassing- zijn en over de loonen, die zij
zullen verdienen. Om deze te kunnen regelen
tot wederzijdsche tevredenheid, zal moeten wor
den gestreefd naar collectieve arbeidsovereen
komsten, af te sluiten tusschen de orgoniso-
ties van bedrijfsgenooten (werkgevers en werk
nemers), of bij ontstentenis van een organisa
tie der werkgevers tusschen de werkgevers in
dividueel cn de arbeidersorganisaties, welke
collectieve contracten o.m. bepalingen bevatten
inzake de rechten en verplichtingen der arbei
ders. inzake den arbeidsduur bij gewonen ar
beid, bij arbeid op Zon- en feestdagen, arbeids-
en schafttijden, loonregeling (betaling van loon
bij verzuim, verlof, ziekte en bijzondere om
standigheden), opzeggingstermijn, ontslag, com
missie voor geschillen, enz. enz.
De heer Kloek uit Alkmaar twijfelde aan
de uitvoerbaarheid der medezeggenschap van
de kleinere bedrijven, speciaal voor den hun-
deldrijvenden cn industrieelen middenstand.
Medezeggenschap vort de ar
beiders in het bedrijfsleven.
De heer Kubbe (Den Bosch) betoogde, dat
in het tegenwoordige stelsel van georgani
seerd overleg en dot volgens het stelsel-Van
Hettinga Tromp geen verschil is.
De heer Schenk Bril (Tiel) zeide met het
rapport der commissie volkomen accoord to
gaan. Hij wees er op, dot in het algemeen de
arbeiders nog niet ontwikkeld genoeg zijn om
medezeggenschap in de technische leiding te
aanvaarden. Dit is ook de ervaring in Duitsch-
land en doar heeft men zelfs een school opge
richt om den arbeiders die kennis bij te bren
gen. Het medezeggenschap zou beter tot hooi
recht komen als men haar ook in de techni
sche leiding kon geven, doch dit zou slechts
megen zijn met advisecrcnd'o macht.
De heer Jockes (Den Haag) meende, dot van
den Hoogen Raad van Arbeid in zake verbele-
ring van den toestand in de bedrijven meer
kracht moest uitgaan. Hij achtte een medezeg
genschap ols neergelegd in de bedrijfsorgani
satie \an prof. Veraart.of als voorgestaan
door het N. V. V., te ver gaand. In onze staats
inrichting zijn al middelen te vinden, die beter
kunnen worden toegepast den tot duswerre
heeft plaats gehad. Spr. bedoelde de Arbeids-
geschillenwct.
Spr. was verder van oordeel, dot ook voor
ondernemersraden een nuttige werkkring is
weggelegd.
De %'oorzitter der commissie, dr. A. C. Jo-
sephus Jitto, constateerde, dat algemeen het
standpunt der commissie is aanvaard. De com
missie, zeide spr., heeft met opzet een defi
nitie van wat onder medezeggenschap moet
worden verstaan, weggelaten. Dit begrip moet
nog groeien. Maar iedereen weet wel wat er
onder moet worden verstaan. Het medezeggen
schap moet zich geleidelijk ontwikkelen.
De commissie had voorts alleen te overwe
gen wat is in het belong von het algemeen.
Spr. deed verder uitkomen, dat onder mo
dezeggenschap moet worden verstaan collec
tieve medezeggenschap. Don veTvelt ook het
genoemde bezwaar, dat de arbeiders nog niet
ontwikkeld genoeg zijn. Het medezeggenschap
zal worden gelegd in honden van de organi
satie, die haar leiders heeft en die wel ver
stand dienaangaande hebben.
Wat betreft de winstdeeling, wees spr. er op,
dat de commissie deze ten zeerste aanbeveelt,
doch er tegen is deze door een wettelijke rege
ling of te dwingen.
In zake het georganiseerd overleg heeft de
commissie te kennen willen geven, dat de
overheid niet van hoar beslissingsrecht in laat
ste instantie afstand mag doen.
De commissie, zeide spr., heeft in hoor rap
port niet uitgesproken, dat zij in beginsel ge-
kont zou zijn tegen ondernemersroden, doch zij
wil niet op de onderneming, doch op het be
drijf in zijn geheel het zwaartepunt leggen.
De heer Bredewout (Zwolle) merkte naar
aanleiding van het gesprokene door den heer
Kubbe nog op, dat onder het georganiseerd
overleg niet moet worden verstoon het over
leg, zooals de tegenwoordige regecring dit toe
past, doch zoools de vrijzinnig-democraten dit
toegepast willen zien.
De vergadering werd doaiop verdaagd tot
des avonds.
Rede van mr. H. P. Merchant.
In de avondvergaderingheeft het Tweede
Kamerlid mr. H. P. Merchant een rede gehou
den over: Regeering en Volk.
Wel zelden, zeide spreker, zijn onder zoo be
langwekkende omstandigheden de Kamerverkie
zingen voorbereid ols ditmaal. De democratie,
die, na een revolutionairen sprong vooruit, op
de reactie terrein heeft mcetcn verliezen, tracht
alom zich te herstellen. Zij maakte na den
oorlog haar spurt, met behulp vun hen, die
door democraat te worden, de revolutie tracht
ten te kceren; thans moet zij alleen, onder hun
tegenwerking, het verloren terrein zien te her
winnen.
Ditmaal zijn er zeer hooge belangen aan
den strijd der democratie verbonden.
De vrije democratie, aldus spreker, verwerpt
alle experimcntatic, gericht op het vervormen
van de maatschappij naar een vooraf opgesteld
systeem en erkent alle staatsburgers als vol
waardig.
De staatsman, die de democratie dient, heeft
hiermede een hoogc taak te vervullen.
Tegenover ons staan zij, die mcencn, dat de
staatsman near zijn eigen beginsel het recht
verm-t en zijn beleid bepaalt, zonder zich het
hoofd te breken met het begrijpen en vertol
ken van de denkwijze, die leeft onder het volk.
dier ligt het verschil met- de democratie. De
democratische regeerder volgt en gaat voor te
gelijk. Hij is psycholoog en tracht de volksziel
doorgronden. Hij acht zich rviot verheven
hoven hetgeen omgaat in het volk.
Wie vcor de democratie voelt, moet niet
vechten tegen de praktijk van het poilementaire
stelsel, waarin veel wordt gezondigd. Als deze
praktijk zuiver wordt gehandhaafd en de lei
ders de volksovertuiging leiden, daacaan vorm
«even, open spel spelen cn hun verantwoorde
lijkheid aanvaarden, zal de gelegenheid ontbic-
ken om het stelsel aansprakelijk te houden voor
run avenchtsche toepassing en zal voor herstel
fet aanzien der volksvertogenwoordigi-v
de weg zijn geopend
De reactie tegen het huidige, averechts toe
gepaste parlementaire regeeringsstelscl culmi
neert in het actualismc. Het is in zijn wezen re
volutionair en verheerlijkt Mussolini. De Ncder-
landsche octualisten zien het verschil tusschen
Italianen of Spanjaarden cn Nederlanders
voorbij. Zij trachten te maken wat voor Mus
solini's mocht als middel gereed slond: een
volks- en arbeidersbeweging. Men kan een arm
zalig geknutsel waamennen.
Evenmin ols deze plant van vreemden bodem
kan het andere exotische gewas in Nederland
aarden. Zijn revolutionaire dictatuurbeweging
keert zich tegen elke democratische ontwikke
ling binnen de grenzen van het geldende staats
recht en tegen de soc.-democraten, omdat zij
onder revolutionaire allure het kapitalistische
stelsel door de arbeiders doen steunen en hen
aldus misleiden. Deze reactionaire organisaties
zullen de democratie niet overwinnen.
De democratie ls anderzijds verzwakt, ander
zijds versterkt door de verzwakking der soc.~
dem. dogmatiek. Deze witte democratie is
gaandeweg meer democratisch cn mind-er dog
matisch geworden.
Spr. toetste het rcgecringsbelcid sedert 1918
onn de grondregelen, die hij als het democra
tische lyeginsel heeft vooropgesteld.
Zooals dit beleid heeft plaats gehad, is een
juiste, gezonde, doelmatige praktijk van het
parlementaire stelsel, dot allen beweren te wil
len zien gehandhaafd, een onmogelijkheid ge
worden en een democratische ontwikkeling van
dit stelsel gefnuikt. Het gevolg is, dat, door
de aanvallen op de cnricatuur van het stelsel,
het stelsel zelf dreigt te worden geschaad.
De parlementaire critiek op de regeering,
waarvan het doel is om het regeeringsbeleid
aan de uitspraak citer kiezers voor een bepaalde
richting van dat beleid te toetsen, is onder die
omstandigheden tot zwijgen gedoemd, en
wanneer zij niet zwijgt, verzwakt zij het kabi
net, dot de meerderheid moet steunen.
De poging van de regcering, om aan dr»
ambtenaren de toevlucht tot den grondwette-
lijken rechter af tc snijden, op het kloeke ver
zet gestuit van den bekwamen leider der
R.-Katholieken, was voor het gezag van de
regeering doodend. Het beleid van den huidi-
gen minister van financiën, die tevergeefs
ziin kracht zoekt in krachtsvertoon, heeft het
kobinet niet minder geschokt. Het roekelocs
aanvatten van de ambtenaarssalarissen wekte
afkeer onder de natuurlijke vrienden van het
kobinet.
Voor het sluiten van het budget heetten in
directe heffingen onafwijsbaar. Aldus werd de
druk op de kteinen en op de groote gezinnen
verzwaard.
Zou men niet mccnen, dat dit beleid onmo
gelijk ware, zoo het verbond tusschen volk en
regcering op de wijze, zooals ons staatkundig
beginsel dit eischt, ware bewaard gebleven
Spr. critiseercte dc wijze van toepassing van
de Indische staking iwetten 'op de particuliere
bedrijven, zoomede de voorgenomen verplaat
sing van de opleiding van de Indische be
stuursambteraren van Leiden naar Utrecht,
om daar te worden opgvleid doör de hoogleern-
ren der bijzondere leerstoelen van den Indt-
schen Ondernemcrsraod.
Het is Bos geweest, die telkens weer zijn
waarschuwende stem liet hooien legen het ge
vaar. dat de regeering zich ging onderwerpen
non het gezeg eer economische machthebbers.
Het heeft niet mogen baten dit kabinet ver
toont hier een zwakheid als Bos in zijn tijd
niet zou hebben durven onderstellen.
Er is geen actueel vrac./stuk van staatsbe
leid, dat in onze degen de belangstelling ster
ker trekt dan het* militaire.
Wij staan hier voor 'het ortwerp-Van Emb-
den tot herziening van onze militaire para
graaf. De inhoud van dit voorstel wordt weer
gegeven door den eiseh van ..d? nationale or.'-
wa pening".
Dit besluit van de leiding enzer partij heeft
veel beweging veroorzaakt in het land. Onco
tegenstanders hebben getracht, allerlei onjuiste
voorstellingen ingang te doen vinden
Deze omstandigheden leggen mij dc teak op,
zoo kort mogelijk ons beleid op dit gebied in
herinnering te brengen. Doch de viijz.-demo
craten hebben steeds dezelfde lijn gevolgd en
de leuze „nationale ontwapening'' is slechts
naar den vorm nieuw, doch in wezen niet al
leen het noodzakelijke uitvloeisel van hun be
leid, .maar sedert het begin van I9T9 de pu
bliek verdedigde stelling geweest van dlei
ding der partij.
Ons standpunt was in Febr. 1019 hitzeifde
uls thans, onafhankelijk van slik- en gifgassen.
Maar veel is sedert gebeurd Aan de massa
werd geopenbaard, wat kapitein Maas reeds
eenige jaren hed geweten, dat een volgende
oorlog goeddeels uit de lucht zou worden ge
voerd. Dat uit vliegtuigen de lenden zouden
worden bewerkt, r.ict alleen met springmidde
len, maar ook met gifgassen.
Het betoog «van de militaire deskundigen
weergevende, zeide spr. Dat is de voorlich
ting van deskundigen, die zal beter wezen don
Edison, die niet deskundig is, en Fokker, die
allerei van v:i?gtuigen versland heeft; dan ge
neraal Hamilton, omdat hij bij een ander wa
pen diende dan kapitein Maas; dan Briand cn
Motto, die ïr.aar burgers zijn. Op die gegevens
meencn zij, dat het Nedorlandsche volk wel
op hun compas in zee wil gaan.
De beslissing óf geen ontwapening col
lectieve ontwapening van allen, houdt geen
steek, doch is slechts een middel om van de
ontwapening af te komen.
De kleine mogendheden, die tusschen dc
beschaafde groote inliggen, verkeer en in een
geheel andere positie dan de groote. De mili
tairen willen ons doen gelooven, dat de ligging
var» Nederland hachelijk is. Het omgekeerde is
waarer is geen veiliger ligging denkbaar. Een
aanval van de omliggenden is niet te vreezen.
En indien het ondenkbare mocht gebeuren, zou
opnieuw geheel Europa één heksenketel zijn
geworden, waarin Nederland met of zonder
„het harmonische geheel" zijner weermacht een
speelbal zou zijn van alle machtigen, als een
notedop op zee.
Men late zich derhalve voor de stelling van
de onmisbare algemeane wederkerigheid niet
van de wijs brengen.
De vraag behandelende, of dc Volkenbond
een militaire macht van Nederland zal eischen,
om mede te werken tot de pressie van het üd-
misdaaigor, en zoo ja, wat van die macht de
organisatie zou moeten zijn, betorgde spr., dat
volgens art. II van het protocol van Genève,
iedere aangesloten staat van zijn militaire,
macht geven moet wat hij heeft en wat hij
geven kan zonder zich en zijn bijzondere ;'co-
grafische kgging le cnlMooten. De barictT'r.j
is, blijkens den tekst, aan c-lk lid te vragen een
maximum af te staan van wat het ter beschik
king heeft. Van ccn minimum is geen sprake.
Dit is ook volkomen verstaanbaar.
Hiermede zijn de wc tss la tuten uitgeput. Er
bestaat dus geen tekst, die ons in onze ont
wapening tot dp dit oogenblik belemmert.
Het incident-Limburg bij de beraadslaging
ove art. 2 van het protocol van Genève be
sprekende, zeide spr., dtn dit allerminst betee-
kent, dat voor Nederland de verplichting
vastgelegd, dat voor Nederland de verplichting
is vastgelegd, dat het een oorlogsweermacht
moet .onderhouden als lid van den Volkenbond.
In het protocol staat er geen woord van. En
Macdonald èn Herriot hebben in hun inleidende
redevoeringen uitdrukkelijk de vrijheid van de
kleine mogendheden erkend om niet te ontwa
penen. En wat men zegthet Duitsehe Rijk
zal straks lid zijn van den Volkenbond, zou men
meenen, dot onze medeleden dan zullep zeg
gen gij zijt thans lid, gij moet nu weer een
oorlogsweermacht opbouwen
De positie in een kleine mogendheid als Ne
derland in den Volkenbond met betrekking tot
de tien besproken voorschriften is, dat omtrent
zijn militaire verplichtingen vooralsnog niets is
bepaald en z. i. is dusver opzettelijk vermeden
over deze moeilijke concrete vragen een be
slissing uit te lokken.
De vraag die aan de orde is, is moet Ne
derland voortgaan met door te werken aan het
opleggen van zijn bestaande, absoluut ondeug
delijke oorlogsweermacht, met de doelstelling
van een zelfstandige oorlogsstaok, heeft spr. 20
Febr. 1919 ontkennend beantwoord en welke
ontkennende beantwoording thans is neerge
legd in het partij-orgaan.
Wij moeten er ons bovenal voor hoeden ons
op te blazen tot een groote mogendheid. Dit
naar aanleiding van dc woorden van prof. Van
Eysinga, toen hij verslag deed over Genève,
dot Nederland niet was een mogendheid van 7,
doch een wereldrijk van 57 millioen menschen.
Bij verschillende passages in de rede van
mr. Marchant klonk applaus rn aan het einde
van zijn rede, die 2Vi uur geduurd heeft, werd
de spreker weer langdurig toegejuicht. Er werd
hem een mand bloemen aangeboden.
De voorzitter, mr. Werker, gewaagde in het
kort van de beteekenis van deze uiteenzetting
en dankte mr. Merchant, onder hernieuwd ge
juich.
De heer Zelvelder deed het voorstel, de rede
in brochurevorm uit te geven, welk voorstel
or.der applaus werd aangenomen
Ook prof. Van Embden is onder luiden bijval
een mand bloemen aangeboden.
Het ontwapeningsdebat.
Het hoofdbestuursvoorstel tot het vaststellen
van een nieuwe paragraaf „Landsverdediging"
in het werkprogram, gaf mr. dr. A. M. Joe-
k e s aanleiding een amendement-Den Haag na
mens die ofdeeling te verdedigen. De toelich
ting tot het amendement luidde als volgt:
Het te Genève op de laatste vergadering van
den Volkenbond opgestelde protocol tot aan
vulling van het Volkenbondsverdrng berust op
de gedachte, dat door internationale samenwer
king, zoo noodig met toepassing van militaire
maatregelen, do vrede moet worden gehand
haafd cn een land, dut den vrede schendt, moet
worden bedwongen.
Nederland mag zich aan moutregclen, welke
voor dat doel noodig mochten zijn. niet ont
trokken en het zal, wil het aan do handhaving
ven den vrede door den Volkenbond tón volle
medewerken, bereid moeten ziin ook aan een
militaire actie van den Bond deel te nemen.
Het is daartoe nocdig een deel von de weer
macht in stand te houden.
Tevens zal, bij onrechtmatige aanranding \an
Nederland zelf, deze weermacht, mede als on
derdeel van de Volkenbondsactie tegen den
schender van ons land, zich tegen den aanran
der moeten verdedigen.
De amendementen beoogen deze zienswijze
in cle par. 8 cn 9 duidelijk te doen uitkomen.
H?t Hoofdbestuur stelde een eigen
amendement vcor. namelijk punt 5 van por. 9
als volgt te lezen:
„Vervulling ven dc verplichtingen, welke aan
Nederland als lid van den Volkenbond zijn of
zullen wordenopgelegd."
Met deze toelichting: „Deze wijziging is het
gevolg van de overweging, of in verband met
het na het voorsl ellen van het hoofdfcestuurs-
voorsle! tot stand gekomen Gcnecfsche proto
col. nog niet enkele veranderingen in dit voor
ste! moesten wordc-n aangebracht."
Prof. mr. Kranenburg verklaarde zich,
na dc rede van den heer Marchant, met het
urnen de inent van het hoofdbestuur te kunnen
vercenigen. Eigen ontwapening zonder dat nog
internationale ontwapening bereikt is, achtte
Spr. o.lti'ri neg beter dan het 'dhouden van
onze huidige weermacht, 't Is Don Quichotte-
rie te denkon. dat wij met do huidige weer
macht nog iets zouden kunnen beteekenen.
De heer Nypels was de eerste en eenige be
strijder van de ontwapeningsparagraaf ter
vergadering. Spi verklaarde zich n.l. een
principieel tegenstander van hetgeen de leidei
gezegd en het hoofdbestuur voorgesteld had
en verklaarde niettemin ste; kr op vrijz.-demo-
cratischcn bodem te staan. Wol heeft spr. een
müiie.i: verleden, maar hij rekende dit zich
zelf niet als een fout aan. Marchant maakte
z.i. de principicele fout, dat hij van het proto
col van Genève sprak alsof dit rcedr gold en
men plaatst zich dusdoende in een toekomst,
v elke cr nog niet is. Zeer overdreven in zijn
wijze ven uitdrukking was prof. Van Embrlcn
in zijn Kamerred?. Washington is cr toch im
mers! De Washingtonsche overeenkomst om
geen stoffen te gebruiken, welke die afschu
welijke uitwerking hebben, gelijk Van Emb-
den zoo juist schilderde. Frankrijk vecht in
Trnnsjordanië en in Marokko en maakt daai
dan ook geen gebruik van bedoelde gassen.
Wat ons lend betreft, kan er volgens spr
steeds schending van de ne'utroliteit mogelijk
blij'vcn. Wat kunnen we dan doen met een po
litielede; tje? Als de communisten onder Wijn
koop komen, dan hebben we genoeg aan 't
politic-legertje, maar als er 25 Russische oor
logsschepen komen, doen we dan niets Zal
men vroeg spr. ongestraft kunnen ont
wapenen? Men wijst op Denemarken. Maai
nu reeds gaan cr o a. in Frankrijk stemmen
op. die zeggen, dut de Sont niet meer veilig
is. Gaut men over tot lijdeiiik verzet nis er
een andere mogendheid in ons land is geko
men, dun zal men over onze bevolking greo-
tere ellende brengen can d« gifgassen kunnen
veroc; -j-.krn. Voorts wordt volkomen ten on
rechte ladiii met Nederland over één kam ge
schoren.
BUCP I I 11 I—I ynJWW——W—WEK)
Spr. v.enscht ten slotte de tegenwoordige
paragraaf inzake de landsverdediging te be
houden doar die z.i. in alles voorziet
Mr. Marchant verklaarde bereid te zijn Den
Haag tegemoet te komen in dien zin, om te
zeggen „Vervulling van dc verplichtingen,
welke Nederland als lid van den Volkenbond
heeft aanvaard of zul aanvaarden".
Omtrent deze redactie ontstond cenig ntder
debat
Prof Van Embden kwam er tegenover
den heer Nypels tegen op, dat hij in zijn Ka
merrede overdreven zou hebben. Het vredes-
protocol is er inderdoad nog niet. Maar moe
ten we daarom voortgaan met het systeem
van ellende, waarin we zitten Moeten we ons
niet 'weten los te maken van den ouden tijd
Ned.-Indie was 100 jaar weerloos en is niet
geschonden. Zouden we nu na Volkenbond en
Washington daar mee moeten voortgaan
Tot Den Haag zeide spr., dot hij accoord
ging met het amendement van het hoofdbe
stuur.
We gaan nu de kroon zetten op eer. jaren
lange actie, aldus spr., en daarmede zullen
wij niet alleen onze partij dienen, maar ook
ons land, tevens handelen in het belang van
de andere volken cn den wereldvrede (Luid
applaus.)
De heer Joekcn verklaarde zich bereid
onder de gegeven omstandigheden het amen
dement-Den Haag in te trekken en vereenigde
zich met een nader, door mr. Marchant mede
gedeeld voorstel van het h.b. om te lezen
Vervulling van N^derland's verplichtingen ais
lid van den Volkenbond.
Het debat werd gesloten verkleard. Nie
mand verlangde hoofdelijke stemming over de
nieuwe ontwapeningsparagraaf. Alle stemge
rechtigden verklaarden zich er vóór.
TWEEDE DAG.
In dc plaats van de heeren prof. dr. D. vsn
Embden, Harm Kraai en Jt. Reinink, die perio
diek aftraden en niet herkiesbear waren, werden
als leden van het hoofdbestuur gekozen dc hee
ren dr. H. J. Docrnbosch te Groningen, mr. dr.
A. M. Joekes te 's-Gravenhage en prof. mr. R.
Kranenburg te 'Amsterdam
Beleid der Kamerfractie.
Daarna was aan de orde de bespreking van
hst beleid der Kamerfractie.
De 'heer Dekker (Utrecht) klaagde er over,
dat op de onlangs te 's-Gravenhage gehouden
groote betooging van het overheidspersoneel
tegen de salarisverlaging, de vrijzinnig-demo
cratische Kamerfractie niet vertegenwoordigd
is geweest. De ofdeeling Utrecht zou gaarne
weten wat daarvan de reden is.
De heer Mater (Utrecht), zeide, dat de
partij zich thans gesteld heeft op het stand
punt der „nationale" ontwapening, doch dat
geen enkele vrijzinnig-democraat zal gelooven.
dot dit zoo in eens maar zal gebeuren, dat zal
geschieden in etappes. Daarbij dient, meende
spr., die zich ter zake ingewijde noemde, de
volle aandacht gewijd te worden aan het ves
tingstelsel, meer dan tot dusverre is geschied.
Dit vestingstclsel is voor dc uitbreiding van
vele steden belemmerend en r.og onlangs heeft,
zeide spr., de chr.-hist. advocaat jhr. Schcrer
voor wat Utrecht betreft, daarop in het
Utrechtsch Dagblad gewezen. Toen het ves-
tingstelscl in dc Kamer ter sproke kwam, heeft
de Kamerfractie dit punt niet voldoende onder
de oegen gezien. De wortels van de ontwape
ning liggen in het vestingstelsel, en spr. hoop
te, dat bij volgende gelegenheden de Kamer
fractie niet alleen de groote lijnen in het oog
zal houden, doch ook echt zal slaan op de on
derdeden. Het vestingsteisel, waaronder hon
derdduizenden lijden, is een daarvan.
De heer Heerma van Voss (Zeist)
c itiseerde het, dat de Kamerfractie steun had
verleend aan de bestendiging, vun het gezant
schap bij den paus. (Applaus).
De afgevaardigde van dc afdeeiing Deven-
t e r betreurde hot, dat- cle Kamerfractie niet
meer aandacht had gewijd aan do bestrijding
der duurte.
Antwoord van de trucfie.
Namens do Kamerfractie voerde o. a. de
heer Marchant het woord.
Aan den heer Mater antwoordde spreker, dat
de door dezen ten vorigen jare verstrekte ge
gevens betreffende de vestinggronden in de
Nieuwe Hollandscho Waterlinie voor den gever
vermoedelijk duidelijker waren don voor spre
ker, doch dat hij zich voor nieuwe gegevens
houdt aanbevolen. De Kamerfractie ziet geen
kans tegen de duurte maatregelen te nemen.
Wat betreft de vraag inzake de bestendiging
van het gezantschap bij den Paus zeide spreker,
dat het wel lijkt of dc steller van deze vraag
geestverwant is van ds. Kersten.
Wij hebben daar nu een gezant, die goed
zijn plicht doet en ook de Minister van Buiten-
landsche Zaken verzekert, dat het hier een di
plomaat centrum betreft, zoodat, wordt bedoeld
gezantschap opgeheven, alles daar buiten ons
omgaat. Waar nu eenmaal het besluit genomen
is, daar een gezantschap te \estigen, komt het
Spr. niet wenschelijk voor daarop telkens terug
te komen.
Dc „Landbouw" in het werkpro
gram.
In behandeling kwam daarna het voorstel
van het hoofdbestuur om "in het werkprogram
een afzonderlijk hoofdstuk beïreifende den land
bouw op te nemen.
Verschillende amendementen, hierop inge
diend, werden na ampele discussie verworpen;
het bestuursvoorstel werd aangenomen, dat
luidt als volgt:
I. Bevordering van het grondgebruik van
den eigenaar, door:
a. de regeling der belastingen;
b. krachtige uitvoering der wet van 6 Mei
1921 S. 711, op de onteigening tot het
verhoogen van dc opbrengst ven gronden;
c. een wettelijke regeling, krachtens welke
de ingevolge cle sub b. gemelde wet ont
eigende gronden in eigendom worden over
gedragen aan personen, die daarop een
kiein landbouwbedrijf willen stichten;
d. herziening der sub b. gemelde v/et in
dier voege, dat de schadeloosstelling worde
bepaald naar de gebruikswaarde der ont
eigende gronden;
e. een wettelijke regeling der verstrakking
van crediet ten behoeve van het klem-
landbouwbedrijf, analoog aan dc landarbei
ders wet i
2. Herziening van de wettelijke regeling
van het pachtcontract, onder invoering van
voorschriften van dwingend recht, waardoor
bereikt wordt, dat:
a. de pochter, onder gehoudenheid de
waarde van het gepachte irt stand te hou
den, verzekerd is van een volledig ge
bruiksrecht en een vrije cultuur;
b. de verpachter niet alle risico van het
bedrijf voor rekening van den pachter kan
laten;
c. de pachter, in bepaa de gevallen, recht
heeft op vergoeding wegens door hem uan^
gebrachte verbeteringen alsmede op scha
devergoeding, ingeval van onredelijke
pachtopzegging.
3. Erkenning van bestaande en, waar noo
dig, bevordering der instelling van pacht-
commissies, waarin, onder rechterlijke lei
ding, eigenaar, pachter en arbeider zijn
vertegenwoordigd, met bemiddelende, advi-
seerende en, in bij de wet tc noemen ge
vallen, beslissende bevoegdheid.
4. Landbouwvalconderv/ijs, in den meest
uitgebreiden zin, daaronder begrepen het
landbouwhuishoudonderwijs; bevordering
door middel van het landbouwonderwijs
van een' juist inzicht in de beteekenis der
coöperatie, zoo op het terrein van het cre
diet wezen als op dat van de verwerking en
den verkoop der producten (veilingwezen)
en den aankoop der bedrijfsbenoodigdhe-
den.
5. Aanleg van nieuwe of verbetering van
bestaande verkeerswegen in het belang van
een goed en goedkoop vervoer von land- en
tuinbouwproducten.
6. Uitbreiding van den voorlichtings
dienst ter bevordering van den uitvoer van
land- en tuinbouwproducten.
7. Maatregelen tot voortdurende verbe
tering van den veestapel in zijn vollen om
vang, alsmede van de akkergebouwgewas-
sen.
8. Bebossching van overheidswege van
daarvoor in aanmerking komende gronden.
9. Bevordering van afwatering en kanali
satie.
10. Oprichting van waterschappen.
11. Krachtige uitvoering der wet op de
ruilverkaveling.
12. Uitbreiding van het begrip „land
arbeider" in de landarbeiderswet.
13. Wettelijke regeling van de arbeids
toestanden in het landbouwbedrijf, met in
achtneming van de bijzondere eischen van
het bedrijf; wettelijke regeling der collec
tieve arbeidsovereenkomst.
14. Verbetering van dc algemeene ont-
wikkelings- en levensvoorwaarden ten piot
ten lande, mede teneinde den trek naar de
steden tegen te gaan
Huwelijkswetgeving.
De commissie, door het hoofdbestuur van
den Vrijzinnig-Democratischen Bond inge
steld om te rapporteeren over de vraag welke
wijzigingen in de huwelijkswetgeving bchoo-
ren tc worden aangebracht, was van oordeel,
dat het beginsel van gelijkwaardigheid en van
gelijkheid voor de wet van mannen en vrou
wen, in het huwelijk zoo streng mogelijk be
hoort te worden doorgevoerd, en dus met
name de maritale macht en de bevoorrechte
positie van den man, ten opzichte van de uit
oefening der ouderlijke mocht, alsmede de
onbevoegdheid van de vrouw ten aanzien van
het verrichten van rechtshandelingen, behoo-
ren te worden opgeheven
Zij heeft in een aantal hoofdlijnen eene
moderne huwelijkswetgeving opgesteld.
De heer Rerghuys (Utrecht) zeide, dat
de ofdeeling Utrecht zich in het algemeen niet
het rupport kan vereenigr?n.
Echter zijn bij haar verschillende vragen en
bezwaren gerezen, welke spr. nader uiteen
zette. Zoo werd de wenschelijkheid gevoeld,
om ook de regeling van het geneeskundig on
derzoek vóór het huwelijk aan de orde te stel
len.
In het rapport worden voorts vele beslissin
gen aan den kantonrechter opgedragen. Do
kantonrechter is echter thans reeds zwaar be
last. Het kan daarom aanbeveling verdienen
voor familiezaken in het algemeen een afzon
derlijk rechtelijk orgaan in te stellen desge-
wenscht gecombineerd met andere functies
(b.v. politierechter, kinderrechter).
De heer B ij 1 s m a (Amsterdam) meende ook,
dot de kantonrechter nu reeds met te veel werk
is overladen cn wilde daarom voor beslissing
in conflicten bij familiezaken liever een van de
leden van de rechtbank aanwijzen.
Verder was spr. van oordeel, dat ons belas
tingstelsel aan de nieuwe orde van zaken moet
worden aangepast, door he; gezin ni?t larger
meer als één geheel te beschouwen.
Mevr. mr. B a k k r—N o r t, de voorzitster
der commissie, wees er op, dat weinig dingen
van de wetgeving zoo in strijd zijn met de
vrijz.-dem. beginselen als het huwelijksrecht.
Hier is een gebied, waar slechts één lid der
gemeenschap alles te zeggen heeft en de ander
niets.
Verder stelde zij nog eens in het licht, dot
het gemeenschapsleven in 'het gezinsleven dient
voorop te staan, en dat het de bedoeling dgr
commissie was, slechts de hoofdlijnen voor een
nieuw huwelijksrecht uit te stippelen, de grond
slagen te leggen waarop dit kan worden opge
bouwd.
Voor de beslissing in gezinsaangc-legcnhcd.:n
van ernstigen aard heeft de commissie zich tier.
kantonrechter els scheidsrechter gedacht, wijl
deze gemakkelijk toegankelijk is en wiens tus-
schenkomst op het platteland in familieaange
legenheden wel weer wordt ingeroepen.
De voorzitster bracht hulde aan de aftreden
de hoofdbestuursleden, de heerên prof. Van
Embden, Kraai en Reinink cn dankte hun voor
hetgeen zij voor den Berd in die functie had
den gedaan. (Applaus).
Nadat de voorzitter een kort slotwoord (had
gesproken, bracht de heer Berghüys (Utrecht)
ten slotte, onder luiden bijval der vergadering,
dank "aan den voorzitter, mr. Werker, vcor
diens uitstekende leiding gedurende de twee
dagen.
Door een commissie voorbereid, werd voo:
de heropening van de algemeene vergadering
on Zondag een religieuse bijeenkomst gehou
den van partijgenooten, waarin ds. Eikeraa uit
Benningbroek sprak over den zedclij'^en kant
van ontwapening.