KINDERRUBRIEK
Voor de K'eintjes.
De rubriek van Oom Karei.
De correspondentie is den laatsten tijd zoo
uitgebreid, dat er werkelijk geen plaats meer
voor mij overblijft, om nog wat vooraf te ver
tellen. Tenminste zoolang de opstellen nog ge
plaatst worden.
Maar ik ben er eigenlijk heel dankbaar voor,
want het is vanmorgen zoo koud, dat mijn vin
gers de pen haast niet vast kunnen houden,
dus het gaat toch al veel langzamer dan ge
woonlijk.
We genieten nog altijd van de vacantie, want
hier volgt weer een vacantie-opstel. Leest maar
eens, wat „Driehoek' allemaal te vertellen heeft.
Zevende prijs.
VACANTIE-OPSTEL
van
Driehoek.
Het was in de tweede week van mijn vacan
tie, dat ik bij een vriend in Arnhem logeerde.
Het was gelukkig mooi weer, die week, zoodat
ik het wel getroffen heb.
Na van een goede nachtrust te hebben geno
ten, werd ik eensklaps wakker geschrikt, door
het kraaien van een haan der buren. Ik keek om
mij heen en zag dat het lekkere warme zonne
tje ai door het venster gluurde. Ik stapte uit
mijn bed, waschte mij en kleedde mij aan. Mijn
vriend, die naast mij sliep, was door het lawaai
ook inmiddels wakker geworden en tuurde mij
met een paar slaperige oogen aan.
„Als je niet gauw uit je bed komt, zal ik je
eens met een natten doek door je gezicht aaien."
„Dat durf je niet," zei hij.
Daarop nam ik een natten doek en aaide hem
daarmee naar alle kanten door zijn gezicht. Hij
schreeuwde het uit, zoodat zijn vader, moeder,
zuster en broer op het geschreeuw kwamen toe-
Ioopen en vroegen, wat er aan de hand was.
En toen ze Gerrit zoo zagen liggen, schater
den ze het allen uit van het lachen. Maar hij
was meteen klaar wakker en was bijna gelijk
met mij beneden.
Toen wij ons ontbijt hadden genuttigd, zijn
we met de tram naar het Velperplein gereden
en zijn vandaar verder naar de Rijnkade gaan
kijken. Vandaar konden wij de pleizierbooten
van Huis ter Aa af en aan zien komen. Het was
een drukke vaart, die heel wat passagiers naar
de Westerbouwing bracht.
Het is ook een mooie tocht, waar ik wel van
genoten heb.
Het was dien dag toen erg warm weer. En
besloten wij ook eens een boottocht te maken.
We wandelden naar Huis ter Aa, waar de
aanlegplaats van deze boot is. Wc stapten in
en namen plaats op het dek.
Na eenigen tijd gaf de kapitein het teeken,
en de boot stoomde de haven uit. Een lekkei
koel windje woei over het dek. Eindelijk zagen
we nog in de verte de huizen van Arnhem en
daarboven de sierlijken toren. De koeien in de
wei zochten ook al naar een koele plek, want
stonden met de pooten in het water.
Op verschillende plaatsen tusschen de pieren
vermaakten troepjes kinderen zich met baden
en zwemmen.
Anderen vermaakten zich met het plukken
van weidebloemen of speelden een spelletje.
De kapitein op de boot gaf telkens verschil
lende wenken aan den stuurman, door middel
van een spreekbuis.
Zoo vaarden we nog geruimen tijd voort
Eindelijk zagen we in de verte de Westerbou
wing al.
Ik heb ook nog even de kajuit bezichtigd.
Daar was het lang zoo gezellig niet als op het
dek.
Daar gekomen, zag ik nog juist de groote
spoorbrug, die over den Rijn ligt. We zagen er
juist een trein overheen gaan, die precies een
kinderspoortreintje leek.
Weldra hadden we de Westerbouwing be
reikt; de boot ankerde en de passagiers stap
ten uit.
Wij zijn er op gebleven, want anders kwamen
we niet meer voor het eten thuis.
Na ecnige minuten vertrok de boot weer, zoo
dat wij nog op tijd met de anderen aan tafe'
zaten.
Des namiddags zijn wij naar Roosendaal ge
wandeld. Het was er erg druk; verschillende
groepen van soms wel zestig menschen gingen
onder geleide van een gilds het prachtige Ro-
zendaalsche bosch met het kasteel bezichtigen
Wij gingen er ook in, want Gerrit had een vrij
kaart.
Het was een schitterend bosch, met mooie la
nen en paadjes. Eindelijk waren wij bij de ket
tingbrug, waar er verschillende over heen lie
pen. Ik ben er ook nog een paar kecren ovei
heen geloopen. Het is een erg raar gevoel onder
je beenen, net of je er zoo door heen zal zak
ken.
Toen wij wat verder wandelden ontmoetten
wij weer een gezelschap, dat naar „de bedrie
gertjes" ging. Wij volgden hun voorbeeld.
„Lust u graag een stukje Kwatta?" zei ik
tegen Gerrit.
„Graag," zei deze.
„Ik ook wel," zei ik. Maar we kregen lekker
niets.
Daar waren de bedriegertjes al. De vreemde
lingen, die daar niets van af wisten, stapten
doodkalm over den harden vloer, en zagen niet,
aan welk gevaar zij bloot stonden. De gids
vertelde hun, van het mooi kasteel, vanwaar
je daar zoo'n mooi uitzicht op had.
Ze kwamen allemaal om hem heen staan.
Toen verschoof hij plotseling met zijn voet een
stuk ijzer enuit wel honderd kleine gaat
jes spoot het water omhoog.
Oude en jonge menschen en kinderen liepen
gillend, bang voor hun beste kleeren, door el
kaar en liepen elkaar bijna ondersteboven.
Ik moest zoo lachen, dat de tranen mij uit
de oogen sprongen.
Elk ging met een druipende plunje verder,
net of ze als kleine kinderen „bah" hadden ge
daan.
De schelpengalerij was ditmaal niet geopend,
wat erg jammer was.
Door de drukte en het gepraat liep ik wat
langzamer dan Gerrit, daardoor kwam hij naast
een meisje te loopen dat voor mij liep, zonder
dat hij er erg in had.
„Dat laatste was erg leuk, hè?" zei hij tegen
haar. (Intusschen keek ik verbaasd, dat hij er
Baddag.
door C, H.
Je Beer, je moet gewasschen,
w- Jc gaat ook in het bodl
Geef mij maar zoet een pootje.
Is 't water je te nat
- De poppekirvdersJootje,
Marietje en Katrijn,
- Die wilden vóór den Zondag,
Wat graag gewosschen zijn 1
Zoo praat die domme Nellie,
Maar zij vergeet, dot Beer
Geen water kan verdragen.
Het doet hem werk'üjk zeer.
Een beer kan niet gewasschen
Hij heeft een ander vel
Don poppen mcnschekmders.
Vergeet dat niet, hoor Nel I
Een natte beeT wordt ziekjes.
Zet een bedroefden snuit.
Haal jij je lieve Béri
Dus vlug het water uit I
zoo maar met een meisje vandoor ging en mij
maar liet loopen).
„Ja erg aardig," zei het meisje.
Toen keek hij plotseling op zij en zag dat
hij niet naast mij, maar naast een vreemd meis
je liep.
„Pardon," zei hij en kwam met een roode
kleur naar mij toe. Ik liep te genieten.
Langzamerhand begonnen de bedriegertjes
van boven ook te werken, en menschen die
een paraplu bij zich hadden, staken die op, en
wij namen gauw de tram, die ons gauw naar
huis brachten.
Na gegeten te hebben, hebben wij nog een
paar platen op de 'pathéphoon van „Weine-
nicht", „Mon homme", „Ich habe ein „Rendez
vous" enz. gezet en gingen daarna naar bed.
Om den volgenden dag weder van wat anders
te genieten. En droomden voer alles wat we ge
zien hadden, want toen ik 's morgens ont
waakte lag ik achterste voren in bed.
De Driehoek.
RUITERLIEDJE.
Daar was ercis een ruiter,
Die was nog lang niet groot.
Hij hield veel van een stuiver,
Zat „paard" op Vaders schoot.
De teugels waren Vaders jas,
Zijn zweep een eindje veter,
Zoo rende hij de wereld rond
Geen „echt paard" deed het beter!
Zijn paardje liep met groote haast
En bracht hem heel naar Spanje
Want, zei hij: „Als jc lui bent, dan:
Houdt Bennie niet meer van je.
'k Moet ook nog naar de Koningin,
Om ons prinsesje even,
Tenminste, als ik binnen mag,
Een zoentje te gaan geven."
Zoo rent hij eindelijk naar stal,
Dat is zijn kleine bedje,
Maar eerst komt voor den kleinen baas
Nog een bijzonder pretje.
Hij springt zoo maar van Vaders schoot
In d' armen van zijn Maatje,
En krijgt... een lepel levertraan
Met 'n lekker chocolaadje!
Maar nu nu slaapt de ruiter vast
In 't kleine leidikantje,
Hij heeft en Moeder kijkt verrast
De zweep nog in zijn handje!
En als ook Moeder slapen gaat
En naar hem kijkt nog even,
Dan hoort ze, hoe hij hardop droomt:
„Een zoentje wil 'k haar geven."
Ingez. door Bruintje.
VOOR DE MEISJES.
Handwerkje.
Je zet 30 steken op 1 naald recht breien,
de volgende naald 1 laten staan, de volgende
weer 1. Dan 2 st., dan weer 2. Dan 3, dan
weer 3. Dan 4; dan weer 4 enz. tot en met 8.
Dan de hcele naald weer uitbreien en de
volgende naald weer. Dat is 1 schijfje en zoo
moet jc er 8 breien. Dan wordt het rond. Je
maakt het na vast en je moet cr een paar
lapjes instoppen.
(Ingez. door Zonnebloem).
Raadsels.
Oplossing van vorigen keer:
I. Marktdag met de woorden: emmer,
Maart, Haren, deken of laken, Anton, adder,
vaart, jager.
II. „De rubriek van Oom Karei" met do
woorden; Riek, bal, vink, ar, olm. dor, u,
ree.
De prijs heeft dezen keer ons Bruintje ge
wonnen. En omdat het een van de nieuwen
is, zal ik nog even zetten, waar ze dc prijs
kan komen halen. Het is aan het bureau van
het Dagblad: Achter Arnhcmsche Poort-
wal 2a.
Nieuwe Raadsels.
I. Letter 1. 2. 3 vormen samen een jon
gensnaam.
De letters 3, 4. 5. 6 vormen samen een voor
werp, om mee te meten.
Mijn geheel is een vrucht.
(Ingez. door Voetbal).
II. Mijn geheel bestaat uit 24 letters en is
een bekende straat in Amersfoort.
21—19—6 is een andere naam voor kever.
9—7—2—15—4 is donker.
4—5—11—9 is een lichaamsdeel.
In een 17—1—9 on een 17—IS—4 kan men
eten koken.
101G9—9—11—17 is een graansoort.
13—143—23717 is een dier.
22—18—24 komt van het bovenstaande
dier.
20--23—12 is ook een dier.
(Ingez. door Doffer.)
Vraagstukken.
Oplossing van vorigen keer.
„Do Storm,"
Wist je dat..
Angels van bijen een goed middel moet
zijn tegen rheumatick?
Eenige Engelsche geleerden het aan do
bus hangen in de trams voor een gezonde
spierbeweging houden?
Als palen pas uit de mijn komen, zóó zacht
zijn, dat men ze met de nagels kan doorenij
den?
De Engelsche post ongeveer 2 millioen per
jaar bespaart, door op Zondag geen brieven
te sortccren?
(Ingez. door Doffer)
CORRESPONDENTIE.
Voor de nichtjes, die om een handwerkje van
Tante Riek gevraag hebben, heb ik belangrijk
bericht. Ze stuurt me n.l. allemaal al kant en
klaar, dus ze is hard voor jullie aan het werk
geweest. Ik zal even de namen opgeven, het
zijn: Blondje, Entrc Nous, Hagedisje en Perzik
en ten laatste nog een nichtje, dat op Hof 7
woont, er staat verder geen naam bjj.
Komen die even de pakjes halen?
Blondje. Dat is nog eens gauw, nu kun
je ook nog andere cadeaux gaan maken. Je hebt
er al mooie bij. Dat moeilijke woord schrijf je
niet goed, maar ik weet wel wat je bedoelt, 't
is met verf, hè? Ik zal liet niet verraden,
anders lezen ze het in de krant, en dan weten
ze precies wat voor cadeau ze krijgen. Jullie
moet je club de boeteclub noemen of een andere
naam er voor is „Symen betaal", want ik geloof
dat het boetebetalen een voornaam punt is.
Hoe ziet het knoopje er uit, geborduurd of zoo
Ik houd me aanbevolen voor het vrijkaartje,
dan ga ik Lucie eens aan het lachen maken, ik
hoorde, dat die altijd zoo lachen moet.
E n t r e-n o u s. Ik herkende je letters wel
een beetje, maar dan kun je ze toch nog niet
heelemaal thuis brengen. Maar ik heb nu even
de milde geefster bedankt in het Ruilhandel
hoekje. Ik heb geen verstand van handwerkjes,
maar ik geloof, dat Tante Riek het maar keu
rig voor jullie in orde gemaakt heeft. De bui
tenkant ziet er al zoo netjes uit met die groene
draadjes, ik bewonder haar geduld. Jij bont
tenminste handig, dat je adres maar op de
dichtgevouwen brief schrijft; een enveloppe is
nergens voor noodig.
Chrysanthe. Daar houd ik juist zoo van,
van die bloemen, die zoo lekker naar herfst
ruiken, dus je ziet, hoe welkom je als mijn
nichtje bent. Wat zie je er nu veel van die
bloemen, hè? En heele groote, met van die
franjes, net lange papieren snippers. Maar de
kleintjes zijn ook mooi, t' is altijd zoo'n dank
bare bloem, want je kunt ze een heelen tijd
in een vaas goed houden, tenminste als er niet
in de kamer gestookt wordt
Prachtig, dat je al dadelijk helpt met een
inzending voor het moppenhoekje. Maar helaas
moet ik je teleurstellen. Want in een van de
eerste kinderkranten, in het voorjaar zoowat,
heeft deze mop er al eens in gestaan; ik her
innerde het me direct. Maar je bedoeling was
heel aardig, dus wel bedankt en aanbevolen
voor een volgenden keer.
Joh. Cr. Ik ben benieuwd, of er veel zul
len komen ruilen. Daar is een kinderrubriek
toch ook al weer goed voor, dat je je verzame
ling telkens kunt aanvullen, door eens met
anderen te ruilen. Verzamel je ook postzegels?
Die ben ik al heel wat aan de verschillende
neven en nichten kwijt geraakt.
Tortelduif. Ik heb die plaatsen in Gronin
gen maar allemaal voor goed gerekend; met
zoo'n raadsel merk je eens hoeveel er nog zyn
met een r in het midden. En toevallig kon een
laken net zoo goed als een deken. Maar als
ik het zoo ook goed reken, dan hindert dat
niet, hè Ik ben al bly, als er geen werkelijke
fouten in staan. Je vraagstuk zal ik volgende
week plaatsen, ik had nu nogal veel copy. Die
opstellen vullen zoo.
Doffer. Voor jou geldt, wat het vraag
stuk betreft, hetzelfde, ik zal de twee dul-
venbrieven broederlijk by elkaar stoppen voor
volgende week. Ja, ik plaats expres maar 2
raadsels; de mcesten vonden 3 wat veel;\n
ik merkte het zoo, dat ik minder brieven kii
Dus daarom doe ik er maar 2 nieuwe raaos]
by. Je moet rekenen, dat er van eiken leeft
by zyn en de groote massa wel by de jon
ren behoort, die moeite hebben met raadsel
oplossen. Ik krijg wel veel raadsels ingestuurd
zoo komt het zeker, dat dat van jou nog i
blyven liggen. Maar het wordt in alle geval
geplaatst. Trouwens je naam is zoo in de ru
briek vastgegroeid, we missen heb niet vaak.
Hop. vond je, dat het „Wist je dat", hoekje er
zoo ongelukkig afgekomen is. Ik had het woord
zeker niet onderstreept. Je moet op zooveel
letten.
Heb je het nog druk? Vertel er eens van
wat je al zoo doet.
Zonnebloem. Leuk, dat je er ook een
handwerkje in hebt; als ik een meisje was,
maakte ik het vast, maar het is nu wat veel
van me gevergd. Ik zou draaierig worden van
al die steken links en dan weer rechts. Maar
daarvoor moet je een meisje zijn. Heb je dat
wel eens gezien, op een ronde pen breien? Ik
heb het eens gezien, en hoe verder ze er mee
komen, hoe grooter het netje wordt, dat er
onder brengelt. Je kunt je dan niet voorstellen,
dat het een kleed moet worden of zoo iets,
Ik heb he boekje wel gelezen, maar ik
geloof toch niet, dat er een vervolg op is
Je zusje moet natuurlijk meedoen, hoe gaat
ze zich dan noemen? Tk ben al benieuwd, zeg
maar dat ik al op een briefje wacht.
Ik zal Tante Riek nog om een modelletje
voor je vragen.
Heideroosje. Ik zal het maar in het
Hollandsch zetten, dat spreken we nu toch
eenmaal. Weet je wel, dat het zooals jij het
schreef, in een lied voorkomt? Ik heb nogal
wat versjes; dus die gaan voor; maar we zul
len nog wel eens zien, in alle geval zal ik
het bewaren. Tante Riek is nog niet klaar,
merk ik, want jij wilde er ook graag hebben,
Ik zal het aan haar geven, ze leest de briefjes
trouwens ook, dus dan ziet ze het vanzelf,
Vindt je de raadsels lastig, dat je ze maar
half opgelost hebt?
Kapel. Zoo ben je toch weer teruggeko
men, dat is pleizierig, want dat is voor mij
het bewys, dat je het toch wel leuk vindt.
Weet je wel, dat die correspondentie heel veel
gelezen wordt? Jy had ze zeker toch ook wel
gelezen, al schreef je ook niet. Had je het te
druk op school? Dat schreven er meer, dat ze
niet zoo gauw aan tien marktdag gedacht
hadden. Dat vind ik altijd den'gezelligsten dag
in de stad, het is er dan zoo leuk druk cn voor*
al nu met die verkeersagent op het vlucht-
heuveltje is het een echte groote stad.
Wildebras. Opeens denk ik weer eens
aan jou, en ik moet je toch weer eens vragen,
hoe het er mee gaat. Toch niet ziek, hoop ik?
Tante Riek schreef laatst ook al eens, waar je
blpef, en ik vind ook dat we de Wildebras niet
in de Kinderrubriek kunnen missen. Dus laat
maar eens wat hooren, al is het maar een
enkel woordje: Dag, of zoo. Dan weet ik ten
minste, dat je nog bestaat.
G o u d k o p j e. Al weer een nieuwe en weer
een nichtje, de nichtjes stroomen maar toe.
Je past prachtig bij Blondje en Bruintje, do
laatste is dus ook een vriendin. Ja, die huizen
kan ik wel. Je woont dus tusschen het groote
Rosarium in en het rosarium bij Puntenburg.
Oook mooi is dat, al is het wat kleiner. Wa
terlelie woont ook vlak bij je en dan is er
nog een, dus ik heb aan dien kant van het
spoor al een heele kolonie. En waar in de stad
eigenlijk niet! Waar ben je op school? Voell
je broertje er niets voor mee te doen, hij zal
toch zeker wel eens de raadsels oplossen of
de vraagstukken?
E. F. van R. Nee, de vraagstukken hoef
je niet op te lossen, tenminste daar geef ik
geen prijzen voor; maar je kunt het natuurlijk
wel voor je eigen pleizier doen; daar staan ze
toch ook eigenlijk voor in de krant. Woon je
dicht by die school en ben je daar ook op
Ik ken er verschillende, af en toe krijg ik er
wel eens verhalen van. Het lijkt me gemakke
lyk, als je zoo direct bij je school bent, je kunt
's morgens dan ook wat langer blijven slapen
Ulrum kon ook en ik heb dat ook voor goed
gerekend.
Bolatus Satanus. Heb je er zoovee)
verstand van, je schryft er tenminste zulke
bijzonderheden over. Dit is een heele Latijnsche
mond vol. Het woord Satanus zegt al genoeg,
daar hoef je niet eens Latijn voor te kennen
om de Hollandsche naam direct te begrijpen
Die avond, dat het zoo stormde, liep ik toe
vallig op de Koninginnelaan en het werd mo
wel een beetje angstig, toen er allemaal tak
ken om me heen vlogen. Maar het is wel fijn,
als je het zoo om je heen hoort loeien en er
aan je jas gerukt wordt. Je voelt je dan op
eens zooveel sterker dan gewoonlijk en je stapl
maar flink door.
Je raadsels waren weer goed, dat gebeurt
geloof ik altijd. Jammer, dat er altyd maar
één prijs is.
Dahlia. Neen dat was niet goed. Zoo las
tig waren ze anders niet, alleen die plaatsnaam
misschien. Je zult nu ook zeggen: Had ik
daar maar aan gedacht, aan den marktdag.
Ik weet zeker, dat je wel eens met moeder
meegeweest bent naav de markt. T° het niet?
IC 1. Ik houd veel meer van andere vruch
ten, je moet maar eens zien van welke. Dat
was een heele geschiedenis, maar de oplossing
is gauw gevonden. Haal je het pakjo even.
Tante Riek heeft zich uitgesloofd voor jullie.
Ik zal het briefje geven.
Abrikoos. Dat vinu ik een heel goede
naam, en je moet weten, dat ik er dol op ben.
vraag maar aan Perzik. Die ken je toch! Ze
heeft me laatst van de club verteld, dat lykt
me een gezellige boel. Ik ben erg benieuwd naar
je volgenden brief. Snap je het?
Driehoek. Nu is het jou beurt, ik hoop
maar niet, dat het te groot is, ik kan het zoo
slechts uitmeten. Ik heb er nog werk mee
gehad, want ik mag alles maar aan één kant
beschryven, dus ik moest telkens een achter
kant van jou papier overschrijven. Maar aan
den anderen kant heb ik minder werk, doordat
er geen plaats voor een voorstukje is, dus ik
heb het er wel voor over. Jullie vindt het
zeker leuk, als je het opstel nog eens gedrukt
ziet, je kunt het dan ook nog eens rustig na
lezen. Wat maak je altyd mooie driehoeken 1
Lucie. Ik zal het aan Tante Riek ver
tellen. Ze krygt nog al eens briefjes apart,
tenminste was er nu ook weer een. Maar ze
correspondeert ook met jullie, hè?
Dus kan jij zoo slecht je lachen laten met
het tooneelspelen? Het. lijkt me ook lastig,
maar dat moet toch allereerst, want anders
begint de heele troep te lachen en (ten het
publiek nog, dat zou dan een echte klucht wor
den. Wanneer is de eerste familievoorstelling?
J o p i e Slim. Je moet eens schrijven, wat
je grootouders er van vonden, ik denk, dat ze
het goed vonden en dat ze wel trots waren
op hun kleinzoon, toen ze daar zijn penne-
vrucht lazen. Het was nu zoo mal met de
raadsels: de een vindt ze héél lastig, de ander
weer héél gemakkelijk. Maar het is, hoe je oog
'er opeens opvalt. De marktdag heeft voor my
altijd iets aparts, ook al omdat de Duitsche
ïuzikanten dan in de stad zijn. Die njag ik
itijd graag hooren. En laatst was er een man
let een groote harmonica. Als zoo'n instru-
Ipnt goed bespeeld wordt, zooals toen ge-
lurde, is het net een heel orkest en hoor jo
yvan allerlei instrumenten in.
o Z. Prachtig, dat het weer zooveel beter
Hit. Wat dieren toch taai zijn, dat blijkt nu
vfcr eens! Maar ik denk, dat hij wel do
djdschrik voor auto's zal hebben; daarom
zcjik hem den eersten tijd ook in alle geval
aan den riern houden, dan heeft hij
oojeen veiliger gevoel.
Ie vind je die kou opeens? We zijn do
bla\jren allemaal van de boomen kwijt, als
weer even wat wind is. Je hebt mo
laati niet geantwoord, of gij dat kon zijn,
bij Q school aan het plantsoen, zeker door
dc dikte met Yesta vergeten.
Au ie G. Je brief kwam vorige week to
laat, Varom zet ik je er nu nog in. Je mag
zekerheedoen, hoor! Ik vind het zelfs erg
prettÜMaai- stuur je jc briefje dan uiter
lijk 's \pensdagsmorgens, liefst nog wat eer
der? Jiwoont toch zoo vlak bij. Voor do
vraagsAken geef ik geen prijs, wel voor de
raadsclAMaar daarom kun je ze toch wel
oplossenKcn je nog andere van mijn nicht
jes en wW ben je op school?
E n g eVDat zal een heele schrik geweest
zijn, maaVlan weet je toch weer zoo te stu
ren, dat toch terecht komt. Jc hebt het
te pakken? Fijn, als het Zater-
■r is als nu, dan kun jc nog fijn
^tocht over den Doodeweg is al-
t is zoo'n geschikt kort tocht-
ver de nieuwen weg over de
;aan, daar zijn de bochten nu
t rijdt cr zoo zacht met het
Di t
zeker nu 1
dag zoo'n 1
wat uit. I
tijd mooi ci^
je. Ben je
Lcusdcrhei
mooi uit
asphalt,
Zwartkol Dat heeft moeite gekost,
maar nu is hAdan toch in orde. Ik had
eigenlijk gedaw, dat jc dat zeker al wel
had. Dat hebbA de mcesten al wel. Het is
con heel aardigWk, met die Dik kun je jo
altijd wel amuarcn# je moet maar eens
vertollen, hoe je W'vond. Ik geloof, datje al
meer prijzen ger
eens kijken, wie
hebben,ik heb er
ook al zoo'n tijd!
Z a n g 1 ij s t e r.
aardig, maar we
hebt, niet? Ik zal weer
:maal al een prijs gehad
m idee van. We bestaan
vind dat versje heel
lesten die mijnheer B.
toch maar met rust \ten, vind je niet? Heb
je dat gelezen, dat h\dc schuldige was? Jo
bent al heel wijs; de\rant zal je toch nog
wel niet lezen. JullitWnoet ook vooreerst
maar bij de KinderrubU ancen blijven. Er
zijn den laatsten keer Lj wat ongelukken
gebeurd, nu jij alweer i\ bult op je hoofd.
Ik weet er alles van. ik >n eens tegen een
lantaarnpaal opgeloopcnWn ik net om
keek, en dan zie je allcmaWjtte en blauwo
sterretjes. Een plcizierige fevaarwording is
dat niet. Maar liet is nu zelV wecr beter.
Ja, dat was een zetfout. di«
Speurder. Ja, dat is ma- beter op een
veld, want andere heb je kar) op die onge
lukken, die je noemt. Al hoii^i; ook n?et
van het spel, daarom mag je iw toch wel
over schrijven. Ik hoop, dat jc cens eeil
prijs wint, dan heb ik misschiè een mooi
boek over de „Lotgevallen van Voetbal
schoen." Maar cr zijn tegenwoort* zooveel
mededingers! Ik geloof, dat ik weck
weer brieven krijg, op het laatst bJrt er al
leen nog maar plaats voor sorresjVicntio
over.
Hagedisje. Ik ken het daar nie\maar
ik héb altijd gehoord, dat het er hcctniooi
is. Aan zee is het toch zoo fijn. Jamma dat
je nog niet meedeed toen we dc opsteen-
wedstrijd hadden, dan had je toen eens\ies
uitvoerig kunnen beschrijven. Van de 10
zen hebben twee meisjes er een gc-won n
dus die hebben dc eer van de nichtjes
houden. Jan is een oude bekende van
die heeft al heel wat prijzen gewonnen. Dii
ken je zijn schuilnaam ook?
Ton neven. Was jij er bij, toen Z. lieA
kwam halen? Ik hoorde, dat er een hel club
je geweest was. Ja, dat heeft moeite ie kost. 1
Het wordt nu lastiger voor me, wani jullie
hebt nu langzamerhand alle boeken glezen.
Maar lot nu toe ging het nog goed, en2. heb
ik ook nog tevreden kunnen stellen. Jende
jij het al? Het is een heel leuk boek, Taag
maar, of je het mag lezen.
Waterlelie. Zoo af cn toe duit ze
toch wecr uit het water op. Je bent maa.ijve-
i ig aan den gang, geloof ik. Maar liet al
tijd prettig, als je bijtijds met alles laar
bent. Ik zou niet weten, wat ik zou meten
maken voor cadeautjes, vroeger deed ik vol
aan houtsnijwerk, maar daar heb ik nu gon
tijd meer voor. Ken je dat? Je moet cr vel
geduld voor hebben, maar meisjes, die zo
veel handwerken, hebben dat, denk ik wL
We hebb' g een paar opstellen, ze vulli*
zoo rnÖo ik ben er ook mee geholpen.
V e 1 d 1 -ie cn Vleermuis. Was da
handwerkje voor jullie, ik maakt dat zoo ui:,
je briefje op? Leuk zoo twee briefjes ineen,
dat vind ik veel gezelliger. Ik hoop, dat jul
lie eens gauw een prijs wint, de raadsels
waren in alle geval goed. Maar ik heb het
niet te beslissen, als dat het geval was, dan
zou cr groote ruzie komen, denk ik. En daar
ben ik wat bang voor.
Voetbal. Nee, dan doen wc dat toch
maar niet: ik denk ook, dat het in het ver
band staat met de warmte of de kou. Ik had
rui nog wat voorraad, maar ik heb de raad
sels in de enveloppe gedaan, dus in alle ge
val worden ze geplaatst. Heb maar geduld.
Ruilhandelhoekje.
Even moet ik nog vertellen, dat degene,
die al die Verkade's plaatjes vorigen keer
paf, „Entre Nous" was. Dus die zullen we
dan maar hartelijk bedanken
Johan Cramer heeft veel Pleinesplaatjes
om te ruilen. Hij woont Bernulsiisstrnat 40.
Ik denk, dat hij het wel heel druk zal krij
gen, want naar die plaatjes is altijd zoo veel
vraag.