BUITENLAND.
BINNENLAND.
BINNENLAND.
VEERDE BLAD.
No?130 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 29 Nov. 1924
Gemeentebegrooting I925.
ui.
Ofschoon wij het onze over de Gemeente
begrooting nog niet gezegd hadden, hebben
gaarne eerst eenige inzenders aan het woord
gelaten. We gingen daar te eerder toe over,
omdat zij ons werk aanvulden en vergemak
kelijkten. Een uitzondering moeten we ten
opzichte van dat laatste maken voor Ir. L.
B. Huijgen, die een geneesmiddel wil, dat
ons erger dan de kwaal lijkt en dat we dan
ook met de meeste beslistheid verwerpen.
De heer Huijgen, die blijkbaar critiek in
zeer aangenamen vorm weet te waardeeren,
is in zijn critiek op den Raad alles behalve
aangenaam. Woorden als: zwetsen, eigen
wijsheid, ijdelheid en dwaze politieke saam-
hoorigheid zijn nu jurst niet direct als wel-
meenende complimenten te accepteeren.
Maar ze worden meer gehoord en vooral
menschen, die zich zelf een brevet van goe
den smaak en helder doorzicht geven, bedie
nen er zich van om op de vertegenwoordi
gende lichamen af te geven. Maar ze zeg
gen toch feitelijk zoo heel weinig. Zeker,
wij hebben wel flinker figuren in onzen
Raad gekend, maar ook wel die veel min
der waren dan de tegenwoordige. Maar in
den grond der zaak zit het ook niet in de
personen, maar in den Raad van heden,
zooals deze is voortgekomen uit het alge
meen kiesrecht. In de dagen toen de ge
meentezaken op de heerensocieteit werden
bedisseld, waar veelal ook de candidaten
werden geproclameerd, was het gehalte van
den Raad heusch niet zooveel beter. De
hang voor dien tijd zal aan de ideeën van
den heer Huijgen wel niet vreemd zijn. De
evolutie op sociaal en politiek terrein is
echter voortgegaan en het smachtend ver
langen naar den tijd, toen alleen de „wel-
meenenden" het te zeggen hadden, zal niet
bevredigd worden
Afgezien daarvan meenen wij. dat de heer
Huijgen zich verliest in theoretische bespie
gelingen, waartegen wettelijk ook ernstige
bedenkingen zullen bestaan, zoodat zij voor
verwezenlijking, in ons land althans, niet
vatbaar ziin. Wij hebben nu eenmaal te doen
met „den Raad van heden" en daarvan moet
de verbetering komen, en 't liefst wel bij
deze begrooting. Te lang heeft de Raad zich
gewillig onderworpen aan de leiding van B.
en W. en op grond daarvan kan men den
Raad natuurlijk verantwoordelijk stellen.
Maar wij hebben volstrekt nog niet alle ver
trouwen in den Raad verloren. Wij weten
hoe moeilijk het vaak is voor dc raadsleden
op te tornen tegen de macht, en hierbij hebben
we niet alleen het oog op B. en W„ die zich
van de leiding in onze gemeentelijke huis
houding heeft meester gemaakt. En vooral
was dat zoo moeilijk omdat de Amersfoort-
sche burgerij zich kalmweg alles heeft laten
welgevallen eh hen. die zich verstoutten te
gen den gang van zaken op te,komen, al
leen heeft laten staan. Wanneer dat thans
anders gaat worden, dan zijn wij er van
verzekerd, dat we op den goeden weg zijn.
Om weer tot de begrooting te komen, wil
len wij vooropstellen dat wij slechts in het
alleruiterste geval aan de bestaande sala
rissen willen gaan tornen. Deze zijn over
't algemeen volstrekt niet te hoog. Iets an-
derq is of door een andere groepeering aan
sommige scheeve verhoudingen in salari-
eering geen einde moet worden gemaakt.
En ook het verhaal der pensioenpremie moet
in de huidige omstandigheden alleszins bil
lijk-worden geacht.
Op de personeels-formatie in de gemeen
telijke huishouding wezen wij reeds. Het
standpunt: het kan niet anders, moet verla
ten worden. Bij het voorstel tot opheffing
der functie „Directeur van Onderwijs",
werd de indruk gewekt, dat de zaken wel
spoedig in het honderd zouden loopen. En
in plaats daarvan hebben we een tijd gekre
gen, dat het onderwijs zich kon herstellen
van de geslagen wonden. Maar al te ge
makkelijk wordt van de groene tafel be
weerd, dat de ambtenaarsbezetting heusch
nog maar matigjes is, juist omdat de toe
stand daar te veel wordt gezien in het licht
der ambtenaars-rapporten, die natuurlijk het
belastingbiljet der burgerij niet als grond
slag hebben.
Wel eigenaardig is het, dat de Amers-
foortsche correspondent van De Toorts, in
wien vrij algemeen de heer J. Hofland werd
gezien, op het pcrsoneels-vraagstuk een an
der licht heeft geworpen, maar het is tot nu
toe niet gebleken, dat de aandacht van B. en
W. in de door hem aangewezen richting is
gegaan. Begin Nov. 1921 schreef hij: „Het
toezicht cn de controle op de bedrijven kan
schatten kosten of uitwinnen, al naarmate
de leiders dezer bedrijven hun taak opvat
ten. Zonder nog bepaald van plichtsverzuim
te spreken, kunnen de arbeiders in de be
drijven, evenals de ambtenaren, door inten
siever arbeid veel bijdragen tot gunstiger
uitkomst der bedrijven en diensten, hetzij
door dadelijke uitwinning van kosten, het
zij door besparing van arbeidskracht."
En bijna een jaar later, 14 Oct. '22,
schreef diezelfde correspondent een artikel,
waarin hij er op wees, hoe in den oorlogs
tijd de bezetting van alle bureaux op de
toen noodige volle kracht is gebracht. Nu
de inzinking is gekomen (dat w^s Oct.
1922) zijn dc bureaux bezet en is er te wei
nig werk. Na op de moeiLijkheid van afvoe
ring te hebben gewezen, zei hij: Voor het
gemeentebestuur is deze toestand wel de
ergste der oorlogsnaweeën.
In hoeverre men zich ten Stadhuize daar
mede het hoofd heeft gebroken, kunnen en
kele cijfers demonstreeren. Volgens de be
grooting voor 1922 waren ter secretarie 23
ambtenaren; de begrooting voor 1925 geeft
een cijfer van 27. Dc Centrale Boekhouding
had in 1922 een vast personeel van 11 en
een tijdelijk personeel van 8 man. De be
grooting voor 1925 stelt deze cijfers op 22
en 7. Deze vermeerdering kan toch niet al
leen worden gebaseerd op de 10 pCt. toe
name in bevolking in die jaren.
Wie van de Raadsleden stelt zich nu eens
niet tevreden met het te verwachten ant
woord: het kan heusch niet anders, er is
feitelijk nog een te kort aan ambtenaren?
Voor het overige is onze taak heel wat
vergemakkelijkt door het verhandelde in de
afdeelingen van den Gemeenteraad, waar
van de \erslagen in ons blad zijn versche
nen. Wel blijken er nog altijd raadsleden te
zijn, die zich verbeelden om de vleeschpot-
ten van Egypte te zitten en er dan ook naar
haken nog maar meer geld uit te geven.
Maar gelukkig, er zijn ook andere klanken
gehoord. Speciaal in de tweede afdeeling is
veel gezegd, dat ernstige overweging dub
bel waard is en dat, naar wij hopen, bij de
openbare behandeling in voorstellen zal
belichaamd worden. Er is wet is waar veel
klein goed bij. Rijwielen, telefoon e. d. zijn
van die dingen, waarover men toch hcuscli
zijn hoofd niet hoeft te breken, zal men ten
Stadhuize zeggen. Maar men vergete niet.
dat daarop werkelijk nog wel wat bezui
nigd kan worden. En bovendien, is die min
achting voor de kleine uitgaven niet een ge
volg van de vergoding van het grootstced-
schc?
Bij de verlaging der subsidies houde men
in 't oog, dat vereenigingen, welke ten volle
het werk der gemeenschap verrichten, dat
dus anders door de gemeente en dan veel
duurder zou wordpn gedaan, moeilijk in een
eventueele verlaging kunnen worden begre
pen.
Wij hopen, dat de Raad ditmaal niet zal
schromen krachtig stelling te nemen tegen
veel, dat anders kan en anders moet. En zoo
slechts de bekende welwillendheid wordt ge
toond, schrome geen raadslid zijn stem
tegen deze begrooting uit te brengen.
ENGELAND.
Men krijgt den indruk, dat de toestand in
Egypte iets minder gespannen is en dat van
het conflict spoedig de scherpste kantjes zul
len zijn afgeslepen. Deze vaststelling moet
natuurlijk vergezeld gaan van het voorbehoud,
dat elk oogenblik een of ander incident den
toestond plotseling weer kan verscherpen. Van
belang is in elk geval, dat er te Cairo wordt
onderhandeld tusschen den Britschen hoogen
Commissaris lord Allcnby en den nieuwen
Egyptischen premier Ziwar pasja. Engeland
wenscht n.l., dat Egypte de bevoegdheden en
privilegies erkent van de Britsche financieele en
rechtskrmdige raadgevers alsmede de zelfstan
digheid hunner bureaux. Ook moet Egypte den
status en de bevoegdheden erkennen van den
directeur-generaal der Engelsche' veiligheids-
dienst-ofdccling cn. zich bereid verklaren de
vingerwijzigingen van dezen te volgen met be
trekking tot alle zaken, die buitenlonders be
treffen. Ook dient Egypte de herziening goed
te vinden van zekere regeeringsbcpalingen, die
waarborgen inhouden, wot den diensttijd en de
pensioeneering von buitcnlandsche ambtenaren
betreft. De telegrammen melden met betrek
king tot deze onderhandelingen, dat zij het uit
zicht openen op een weldra to bereiken ac-
coord. De Egyptische regeering heeft nog een
anderen stop gedaan, die cr ten zeerste toe
kon bijdragen een ontspanning te doen intre
den de koning von Egypte, Foead, heeft na
melijk er bij den Egyptischen minister van
oorlog op aangedrongen, bevelen naar den
Soedan te sturen waarvan de strekking is de
Egyptische officieren en manschappen aldaar
aan te sporen te luisteren naar verordeningen,
die de waarnemende gouverneur-generaal van
den Soedan uitvaardigt. Men herinnert zich,
dot Engeland verlangde, dot deze Egyptische
militairen, die zij beschouwde als een bron
von onti-Engelsch verzet en aan wie zij ook het
uitbreken der jongste onlusten in den Soedon
weet, onmiddellijk den Soedan zouden verla
ten. Uit nodere berichten blijkt, dot het inder
daad hoog noodig was, dat de Egyptische re-
gecring verordende, dat de Egyptische solda
ten terstond dienden te vertrekken: immers toen
den Egyptischen militairen werd bevolen zich
uit den Soedan te verwijderen, wcnschtcn zij
niet slechts aan dit bevel geen gevolg te geven,
maar verzetten zij zich zelfs daadwerkelijk. Al
leen, wanneer de Egyptische regeering zelf veror
dende, dot zij niet langer in den Soedan moch
ten vertoeven, zouden zij hieraan gevolg ge
ven. Gelukkig kwam toen te elfder ure het
bevel uit Cairo, waardoor ernstige conflicten
tusschen de Egyptische en Engelsche troepen
werden voorkomen.
Van belang voor de verdere verhouding tus
schen Engeland en Egypte is tevens de arres
tatie van drie vooraanstaande Egyptenoren,
die bekende persoonlijkheden zijn, een belang
rijke rol in de Egyptische nationalistische be
weging hebben gespeeld en bekend zijn wegens
hun fel onti-Engelsche houding zelfs zou één
hunner als de moordenaar van den sirdar zijn
herkend. In elk geval zal het gevangen nemen
der daders veel tot een bevredigende regeling
kunnen bijdragen en het legt, zoools trouwens
reeds blijkens een telegram is geschied, voor
de hand, dot Engeland de orrestanten zal uit
leveren aan de Egyptische regeering. Door al
dus te hondelen doet Engeland een beroep op
de Egyptische regeering om zonder onderscheid
des persoons degenen, die bij den moord zijn
betrokken, te straffen op een wijze, die cor
respondeert met den ernst van de misdaad. Een
aangename taak is het voor de Egyptische
regeering natuurlijk niet om dezen londgenoo-
ten verondersteld, dat de arrestanten bij den
moord zijn betrokken te berechten, te meer
niet, daar de aangehoudenen in nauwe relotio
staan met den vroegeren premier Zagloel pasja
en enkele van hen zelfs zitting hebben gehad in
diens kabinet. Zelfs is er reeds een, echter nog
niet nader bevestigd telegram, dat ook Zagloel
pasja zelf is gearresteerd. De Egyptische re
geering kan zich dus voor de noodzaak zien
geplaatst aanhangers cn leden van 't kabinet-
Zogloel pasja te veroordeelcn. Blijkbaar willen
sommige leden van het kabinet-Ziwar posjo
hiertoe, niet medewerkenalthans de berichten
houden in, dot 'reeds drie leden der pas ge
vormde regcering weer zijn afgetreden bij wij
ze van protest tegen de arrestatie der boven
bedoelde vooraanstaande Egyptenoren. Overi
gens schijnen de arrestaties niet op zich zelf
te staan, maar verband te houden met een
samenzwering, waarvan, behalve de sirdor, ook
nog ondere Britten het slachtoffer zouden wor
den. Zelfs is reeds gerept van een wijd-vertakt
complot, waarvan de strekking o.a. ook was
om lord Ailenby, den Britschen hoogen com
missaris, van het leven te borooven. Door do
Engelschen blijkbaar zich ten zeerste bedreigd
achten, schijnen zij een razzia te willen houden
cn al die Egyptenarcn te zullen arrestccren,
die men ervan verdenkt ernstige dingen tegen
Engeland in het schild te voeren. Deze arres
taties zullen bij de Engelschen het gevoel van
veiligheid wel verhoogen, maar daar staat ook
weer tegenover, dot het aanhouden van samen
zweerders cn hen, die van conspiratie worden
verdocht, de Egyptische nationalisten nog meer
in hun verzet zullen stijven en misschien
nieuwe buitensporigheden uitlokken. Men dient
dus, ondanks de gemelde ontsponning, zijn ver
wachtingen niet dodelijk al te hoog te sponncn.I)
Aanvankelijk meldden wij, dot de Egyptische
Kamer in een telegram aan den Volkenbond
verzocht tusschcnbeide te komen. Op gezag
van nadere berichten doelden wij mede, dat de
Egyptische Kamer zich in dc telegrafische
nota slecht? tot een protest bepaalde en niet
om tusschenkomst verzocht. Achteraf blijkt,
dot het eerste bericht toch het juiste wasbij
het verzenden van het telegram heeft zich na
melijk het geval voorgedaan, dot door vermin
king juist dc possogc, waarin op Volkcnbonds-
inventie werd aangedrongen „teneinde Egypte
tegen geweld te beveiligen", was uitgevallen
Aangenomen kon echter worden, dut, al is nu
dc juiste tekst van 't telegram bekend gewor
den, Volkenbondsintcrventie niettemin achter
wege blijft, door het niet de Egyptische regce
ring was, die het telegram verzond, maar slechts
dc Egyptische Kamer.
Dc kwestie-Soedon.
Aan een opstel van H. Dunlop in Econo-
misch-Statistische Berichten, dot inverbond
met de jongste gebeurtenissen bizonder actueel
is, ontleenen wij het volgonde over de kwes
tie van Soedan
„Engeland heeft, veel meer dan Egypte zelf,
verkregen rechten op, cn aangegane verplich
tingen tegenover Soedon. Immers, toen na het
Egyptische wanbeheer (van 1820—1879) Soe
dan in Oen meest deplorobelcn toestond ver
keerde, de groote opstand onn den Mahdi het
geheele gebied van Soedon in. handen bracht
en na de nederlaag von de Egyptische troepen
in 7883 en na Gordon's tragisch einde in
1885 dc geheele Egyptische administratie van
Soedan op een hopeloos fiasco was uitgoloo-
pen, toen had Egypte vreemde hulp te aan
vaarden. Egypte's eigen administratie werd
door Engelsche ambtenaren gereorganiseerd,
terwijl het geheele gebied ten Zuiden van Wadi
Haifa in het bezit bleef van den Chalief Ab
dullah, den opvolger van den Mahdi, en dot tien
jaren lang. Eerst na ongeveer 1890 kwam er
orde in den Egyptischen financieelen toestond,
terwijl de gronden, die onder den ploeg ge
nomen werden, zich steeds uitbreidden en de
kntocnaanplontingen steeds meer water noodig
hadden Met die groote ontwikkeling van Egyp
te (inwoners18826,831,000; 1897
9,754,000; 1907 11.287,000) werd de kwes
tie van het bewaren van de wateren van den
Nijl meer en meer urgent- Maar do dam te
Assocon kon niet worden gebouwd, zoolang dc
bo/cnloop von de rivier in hónden von de Der
wisjen was. De eerste stap ter herovering van
Soedan was de bezetting von £)on.£ola in 1896
Hierbij .was, uit hoofde von internationale ver
wikkelingen in Egypte zelf, Engelond's finan
cieele hulp noodig en die werd in zoo ruime
moto verleend cn militair gesteund, dat Chor-
tocm in 1898 onder Kitchener heroverd werd.
Tevens werd aan Frankrijk bij het bekende
Fnsjeda-incident te kennen gegeven, dat het
Engeland ernst was. Is het, na de geweldige op
offeringen aan goed en bloed, die Engeland
zich getroost heeft, te verwonderen, dot, Pu
niet alleen Egypte weer op de been is gebracht
en daar een vroeger ten eencn male ongekende
elvaort heerschf, maar ook Soedan dot 25
jaren geleden een wildernis was. waar de in
woners door de woestelingen van den Mahdi
geterroriseerd werden, in vergelijking met
vroeger, een bloeiend land is geworden, mén
in Engelend de „vrijgevoch'cn" Egyptenoren
herinnert aan hetgeen zij aan Engeland te dan
ken hebben?
En is het te verwonderen, dat men zich
wenscht te houden aan de condominium-over-
eenkomst van 1899, waarbij Egypte en Enge
land overeenkwamen dot de gouverneur-gene
raal van Soedan zal benoemd worden, wel door
Egypte, maar op voordracht van do Engelsche
regeering? Bij die overeenkomst werd o.a. ook
bepaald, dat geen enkele Egyptische wet of
decreet in Soedon van kracht kan worden zon
der een proclamatie van den gouverneur-gene
raal en dat geene diplomatieke agenten of con
suls kunnen worden toegelaten dan met goed
keuring van Londen, terwijl ook de rechtsprook
niet zoools in Egypte door gemengde recht
banken wordt uitgeoefend. Het condominium
neeft dus reeds lorig geleden van Soedan fei
telijk cn terecht een Britsche kolonie ge
mankt, geheel afgescheiden van Egypte.
Zagloel pasja echter verklaarde te Alexandria
nog, dot Soedan een integraal deel van Egypte
was „as it had always been in history". Hier
tegenover doet men in Engeland opmerken, dot
Egypte gedurende meer don 2000 jaren (van
450 v. C. tot 1820 n. C.) niets met Soedon
te maken heeft gehad. Het een kleine 3000
jaren geleden bestaande „Nieuwe Rijk van
Egypte" bestuurde het land van 1250 tot 450
v. C., maar tot 1820 niet meer. Oudtijds heette
het land Ethiopië, cn het heeft vroeger ook wel
Egypte over.weldigd Een beroep op hetgeen
Egypte duizenden jaren geleden in Ethiopië
deed kon echter in onze dogen moeilijk meer
gelden en het Egyptische bewind van 1820
1879, dot het land geheel te gronde richtte, was
zóó slecht, dot men er zich over verwonderen
moet, hoe men in Egypte maar niet liever ever
het verleden zwijgt.
Zelfs de pasja zal niet kunnen ontkennen,
dat onder Engelsch opperbestuur Soedon van
een verwoest land, dat gebukt ging onder hon
gersnood! epidemische ziekten, slavenhandel
e.\z. is geworden tot een welvarend gebied,
-.vaar' spoorwegen en stoomvaartlijnen, motor
rijtuigen enz. het verkeer onderhouden. Ook
zijn er telegraaflijnen, hospitalen en scholen,
waar jónge Soedeneezen tot ambtenaren wor
den opgeleid. Reeds is er een surplus op de
begrooting van 4,000,000 en een buitenland-
sche handel van 7,000,000,' terwijl in 1898
noch van inkomsten noch van handel sprake
was. Tijdens het Derwisjenregime was het aan
tal inwoners tot pl.m. 2,000,000 gezonken,
terwijl het thans op 6,000,000 wordt geschat
Ook doet men in Engeland opmerken, dat de
Soedaneezcn ten Zuiden van El Obeid negers
zijn, die noch Arabisch spreken, noch den Mo-
hnmmedoanschen godsdienst belijden, zoodot
zij noch ethnogrofisch, noch uit onderen hoofde
bij Egypte bchooren.
Hoewel dus Engeland cr niet non denkt Soe
dan op te geven, heeft de regecring zich steeds
bereid verklaard non Egypte alle mogelijke ga
ranties betreffende de watervoorziening te ge
ven, zoodot Egypte zijn volle onndeel ontvangt
van de wateren van den Blauwen en Witten
Nijl. Indien men het hierover eens kan worden
en ook met betrekking tot het legerbevel oe"
regeling kan worden getroffen, don zal Egypte
zich wel bij het onvermijdelijke neerleggen,
trouwens de taak van Jie.t bestuur van een ge
weldig rijk als Soedan gaat ver boven de kroch
ten van land cn volk van Egypte, hetwelk eerst
nog zal moeten oontooncn dat het zich ook
zonder de Engelsche voogdijschap op dezelfde
hoogte van orde en welvaart in het eigen Egyp-
tcnlond kan handhaven. Wie de me; het mo
derne vernis von zelfbestuur bestreken Ooster-
sche volken kent, zal echter wel eens overwe
gen of men hier piet te haastig te werk gegaan
is.
In iedcr geval mag men verwachten, dat Soe
dan een zeer groote producent van katoen zal
kunnen worden, hoewel men zich welccns af
vraagt of de droge jaren en dc loge Nijlstan-
den van 1915 cn 1918 wel afdoende verholpen
kunnen worden door de groote waterwerken
van Gezira cn Assoenn en of een zich aldoor
uitbreidende oppervlakte van plontogegronden
op den duur wel voldoende kon worden be
sproeid. Dat is don ook de oorzaak von de
vrees, dat men in Egypte gevoelt omtrent toe
komstige watervoorziening, een vrees, die ze
ker nipt geheel onverklaarbaar is, nu Enge-
land's belangen zich naar het zuiden verplaat
sen, dichter dus bij de bronnen ven den levcn-
gtvendan stroom.
Naarmate het land zich ontwikkelt, kan de
uitvoer van katoen, gom, rubber, vee enz. sterk
toenemen, terwijl ook do markt voor Europee-
sche fabrikaten de aandacht onzer exporteurs
thans reeds verdient."
PERSOVERZICHT.
DE STAATSLOTERIJ.
De Nieuwe Arnhcmsche Courant
(Vrijz.) vraagt zich af of dc puriteinen, die
thans de Staatsloterij willen afschaffen, zich
wel rekenschap hebben gegeven van dc ge
volgen daarvan
Tengevolge van do overheidsbemoeiing
wordt de speelzucht, die in ons volk nog
zeer krachtig bestaat, onderdrukt, en nu
vervult juist de goedgeordende, eerlijke
Staatsloterij do functie van veiligheids
klep, waardoor deze onderdrukte maar
niet gedoode gevoelens, op een volko
men ^onschodelijHc -wijzo een uitweg kun
nen vin'dén.
Übaft ié echter nog zeer onvoldoende en
daaraan hebben wij pas het Broekhuijs-
schondaol te wijten gehad.
En toch ondanks kqmt de minister van
financiën nu met demededeeling, dot hij
de Staatsloterij geleidelijk wenscht of te
schaffen.
En daarmede ontneemt hij ons volk iets,
dat waarlijk wijze wetgevers het hadden
gelaten.
En waarom zal deze maatregel, die ol-
leen een zeer klein gedeelte der bevolking
aangenaam kan zijn, thans worden voor
gesteld, waarom ook de schotkist deze
bate ontnomen
Moor tevens heeft de regcering te be
denken, dat het beginsel, waarvan zij hier
wil uitgaan, het Ncderjandschc volk in het
algemeen vreemd is, en dat zij door deze
uiting van partij-particularisme het alge
meen rechtsgevoel weder geweld zal aan
doen.
Maar bovendien het is toch wel erg
vervelend, dat de Nedcrlondsche Staat hoe
langer hoe meer een groot verbeterings
gesticht wordt.
De Morgen (R.-K.) hoopt, dot een meer
derheid in de Tweede Kamer het in te dienen
wetsontwerp tot „geleidelijke uitsterving" van
de Staatsloterij een snellen dood zal bezorgen.
De Staatsloterij levert, zegt het blad,
aan dé schatkist jaarlijks een batig saldo
op. Het is op zich zelf al merkwaardig,
dat een minister von Financiën mot een
voorstel komt om een bron van inkomsten
af te schaffen! Moor minister Colijn komt
met dat voorstel in een tijd, woorin men
ambtenaren cn onderwijzers tot bloedens
toe knijpt, woorin op groote volksbelan
gen zooals onderwijs en sociale voorzie
ningen cn allerlei maatschappelijke zaken
zoo hard mogelijk wordt bezuinigd.
Verklaart de minister van Onderwijs
niet in zijn pus verschenen Memorie van
Antwoord, dat hij zich niet verantwoord
ocht eenig bedrag uit te trekken voor
noodlijdende beeldende kunstenaars I
Onder. Katholieken, verklaart het blad, denkt
men over een loterij riet zoo rigoristisch ols
onder dc Calvinisten.
Er worden jaarlijks door en onder ka
tholieken vele loterijen georganiseerd ten
bate van nieuwe kerken, verenigingsge
bouwen, missies en andere doeleinden. Het
doel dezer loterijen verandert niets aan
het feit, dot het gros der deelnemers een
of meer loten neemt in de hoop, een prijs
te winnen I Ware dot niet zoo, waarom
.zou men die loterijen dan orgonisceren
Afschaffing, oordeel; het blad, is onnoodig
en bovendien hoogst ontijdig. Eenerzijds gTOo-
te lagen der bevolking in zorg en nood bren
gen en anderzijds uit puriteinsch rigorisme een
bron van inkomsten voor den staat stop zet
ten, dot is politiek, die de overgroote meerder
heid van ons volk niet zal begrijpen loot stcan
billijken i
NEDERLAND ÈN DEN VOLKENBOND.
Vcrslog Volkcnbondsvcr-
godcring.
De minister van buitcnlandsche zaken heeft
oon de beide Kamers van de Stoten-Gcncrnal
overgelegd een vcrslog von de vijfde zitting
van dc vergadering van den Volkenbond te
Gcnèvc, gehouden van 1 September—Octo
ber 1924.
Dit is pos deel I van het verslag.
Een tweede gedéelte, bevattende hot over
zicht der nog ontbrekende ondei werpen (finan
ciën, dc Volkenbond ols politiek*organisme, dc
technische organisaties, humanitaire bemoei
ingen) zal zoo spoedig mog'clijk volgen. Met
het oog op dc mondelinge behandeling van het
derde hoofdstuk (buitcnlandsche zoken) der
Staatsbegrooting in de Tweede Kamer, werd
het wenschelijk geacht dit eerste gedeelto reeds
afzonderlijk te doen verschijnën.
Deel I vorenbedoeld houdt in Samenstelling
van de Nederlnndsche delegatieorgonisntie
cn werkwijze; wijzigingen cn interpretatie van
het Volkcnbondsverdrogtoelating van nieuwe
leden somenstelling cn onderlinge verhouding
van de organen von den Volkenbond. I. De
Raad 2. verhoudig tusschen Raad en ver
gadering 3. het secretariaat-generaal. Dan
volgt het protocol voor de vreedzame beslech
ting von internotionole geschillen, aldus onder
verdeeld 1. overzicht van de tot stondkoming
van het protocol2. vorm von de nieuwe
regeling3. inhoud vnn het protocol 4.
rechtsverhouding tot niet-ondcrteelccnaors en
wcl-lcdcn von den Volkenbond.
Verder is een hoofdstuk gewijd non de ver
mindering d^r bewopeningen een volgend
hoofdstuk behandelt de ontwikkeling van het
internationale recht, cn wel 1. Zwcedsch
voorstel2. internationaal privaatrecht
5. rechtsbijstand aan opvormogenden.
I^et laatste en VIIIc hoofdstuk behandelt de
internationale rechtspraak.
Als bijlogen zijn non het verslog toegevoegd
de agenda vnn de vijfde vergadering de Fron-
schc en Engelsche tekst van het protocol voor
de vreedzame beslechting van internationale
geschilleneen Ncderlandschc vertaling von
het protocol voor vreedzame beslechting van
internationale geschillen het rapport von de
hceTcn Politis en Bènesj ter toelichting op het
protocol voor de vreedzame beslechting vnn
internationale geschillen cn ten slotte het rap
port van het comité uit het gemengde tijdelijke
commissie over den chemischcn on bocteriolo-
'gischen oorlog. Ter griffie der beide Kamers
worden nog enkele documenten neergelegd.
SPOORWEGVERKEER MET DUITSCHLAND.
Samenvoeging von douonebe-
hundcling.
De minister van finoncjën brengt ter plge-
mccne kennis, dat hij, ter uitvoering von het
op 23 Mei 1923 te Borlijn 'gesloten verdrog
tusschen Nederland cn Duitsehlond ov?r sa
menvoeging von dc*dounncbchondcling in het
internationale reizigersverkeer, en ter aanvul
ling van dc ter zake onder 27/19 Maart 1924
gesloten overeenkomst, met den minister Yon
financiën vnn het Duitscho rijk ecne nadere
overeenkomst heeft gesloten, waarbij wordt be
paald. dot laatstgenoemde' overéénkomst vot»r
wat Zcvcnaor betreft in werking treedt op 30
November o.s.
Op grond daarvan zal de gemeenschappe
lijke douanebehondcling met ingong vnn 30^
November 1924 voor den sneltrein D 281/50 in
de richting DuitsehlondNederland te Zcvc-
nonr geschieden, behoudens, dat van Duitscho
zijde de pascontrólc wellicht zal worden uitge
oefend op het boonvok EmmerikEltcn.
W ERKTIJD IN DF NOORD-HOLLANDSCHE
ZIEKENHUIZEN.
54 uur voor verplegend
personeel.
Naur dc Tel. verneemt hebben Ged. Staten
van Noord-Holland bij meerderheid van stem
men besloten; nog in deze winterzitting von de
Staten in te dienen het voorstel om den ar
beidsduur van het verplegend personeel in de
provinciale ziekenhuizen van 48 op 54 uur
per week te brengen.
DRINKWATERVOORZIENING DRENTHE
ON OVERIJSSEL.
Een pion von 3.2 milliocn.
Men meldt ons
In de o.s. Statenvergadering der provincie
Overijssel komt een plan van drinkwatervoor
ziening voor Noord-Overijssel in behandeling.
Het plan schijnt te omvatten de gemeenten
Staphorst, Rouveen, Hasselt, Delfsen, Nicuw-
Leuscn, Ommen, Avereerst, Slaghoren, Hor-
denberg cn Gramsbergcn, terwijl tevens de
Drentsche gemeenten Zuidwolde cn Hooge-
vcen hierbij van drinkwater zullen worden
voorzien.
Dit plan in al'e détails uitgewerkt, waarvan
de kosten .op 3.2 millioen zijn geraamd, biedt
de mogelijkheid von goedkoop cn best drink
water, zonder de gemeenten voor onoverkome
lijke financieele moeilijkheden te plaatsen.
UIT DE DIAMANTNIJVERHEID
Groot faillissement in dc Antwcrp-
sche diamantwereld. Een passief
vun méér don 1 millioen.
Op de diamantbeurs te Amsterdam is bericht
ontvangen, dot de bekende Antwerpsche di--
mantfirma Boudes in stoot van faillissement is
verklaard. Gesproken wordt van een passiet ten
bedrage von een milliocn gulden. De firma
BouBes deed groote zaken met Amsterdamsche
huizen. Uit Antwerpen wordt geseind, dat voU
gens geruchten ter beurze aldoor het passief
nog hooger is don 1 milliocn. Vervolgens ver
luidt, dat een Amsterdamsche firma bij het
faillissement voor meer don 400,000 betrok
ken is.