KINDERRUBRIEK
Voor de Kleintjes.
De rubriek van Oom Karei
OPSTEL VAN PERZIK. (10c prijs).
Dc Zeereis.
We waren in Harlingen gelogeerd, mijn
neefje en ik; vier weken waren we er bijn3
geweest, toen moeder ons op kwam halen.
Een paar dagen van te voren hadden wc af
gesproken dat wc over zee terug zouden
gaan. Van Harlingen naar Amsterdam. Dat
was een buitenkansje voor ons. Maar, had
moeder gezegd, we gaan niet als het slecht
weer is. Nu, dan alle hoop maar op het
weer gevestigd. Dc dag voor dat wc ver
trekken zouden, tikten we om het kwartier
haast op het weerglas, leder keer verbeeld
den we dat het vooruit ging (omdat we het
zoo graag wilden) maar in werkelijkheid
ging het achteruit. Toen we 's avonds op ons
bed lagen vielen we met de gedachten, als
het nu morgen maar mooi weer is, in slaap,
's Nachts werden we wakker en hoorden het
al aardig hard regenen en waaien.
Gelukkig zei Moeder 's morgens. Nu, we
zullen het er maar op wagen, misschien
knapt het weer straks nog wel wat op. Nu,
wij blij.
En zoo gingen wc met dc koffers aan de
hand naar de Prins Hendrik toe (zoo heef-
te die boot).
We moesten toen we de binnenhaven uit
waren nog even in de buitenhaven wachten,
om dc passagiers van de AAinïster Krans, dit
Is een boot die op Terschelling vaart, over
te nemen.
En daar staken we van wal, nog eens
wuivende i.a»r onze grootouders waar we
zoolang geweest waren.
Maar, o wee, we waren nog maar even
tjes buiten de haven van Harlingen, of daar
begint het schip te schommelen, zoodat we
niet eens meer goed konden loopen, en wc
moesten ons overal aan vasthouden. Al
gauw werden er menschen zeeziek, want
het schip schommelde ook zoo hevig. We
zaten even in de kajuit en zagen dat een
moeder met een klein kindje op den arm en
een jongetje van een ja<jr of vijf naar be
neden gingen. Daar de boot zoo schommelde
kon hij zijn evenwicht niet houden en daar
viel hij al. Zijn doosje, dat hij in zijn hand
hield, had hij van schrik los gelaten, rolde
een eind verder de deksel eraf en de peren
er uit. Maar zijn moeder kwam hem al gauw
te hulp.
De hofmeester had in dien tusschentijd
een paar stoelen buiten op het dek gezel
en we besloten om dan maar buiten te gaan
zitten. Af en toe wipten zelfs dc stoelen
op als de boot zoo schommelde. Dc golven
sloegen over het dek heen. Wij vonden dit
wel leuk, daar wij heelcmaal niet zeeziek
waren. Maar de menschen die zeeziek wa
ren dachten er anders over. En dat waren
er verscheidene.
Hoe dichter .wij bij Enkhuizen kwamen hoe
erger de sfOtm werd. Een heer die op het
dek stond zei „dat we de hielen maar bui
ten moesten zetten."
„We konden zoo wel los staan," zei hij
W.tj probeerden het en het ging werkelijk
goed.
Mijn neefje en ik gingen eens even op de
voorsteven kijken en -daar kwam een goll
aan die over het dek heen sloeg en natuur
lijk sloeg hij over mij heen. In tijd van een
oogenblik was ik kletsnat en het water drect
uit mijn mouwen. Mijn neefje gierde het
uit van pret, omdat ik zoo kletsnat was
Toen ik de kajuit binnen kwam vroeg die
zelfde lieer of ik een bad had genomen. Te
gen cén uur arriveerden wc in Enkhuizen
Even voor Enkhuizen was de zee zoo woest
dat de golven over de kajuit heensloegen. En
iedereen die deze reis wel eens gemaakt
heeft weet wel dat de zee daar erg woest
is.
Toen we Enkhuizen voorbij waren werd
de zee al wat kalmer. Er was muziek aan
boord, zoodat de stemming er nu wel gauw
weer in was. De menschen die 's morgens
zoo ziek waren geweest dansten nu lustig
op de maat van de muziek.
Om half vier ongeveer kwamen we langs
Marken heen, het was een grappig gezicht
al die gekleurde daken van die huisjes tus-
schen dat groene gras. Even daarna kwa
men we in de Oranjesluizen bij Amsterdam
Daar moet je altijd nog al lang wachten er.
voor tijdverdrijf speelde er een man op een
trompet het Friesche Volkslied. Daarna
kwam hij met een zakje rond om het geld
op te halen.
Toen de sluizen open waren gedraaid,
konden wij weer verder en waren we spoe
dig in Amsterdam waar mijn neefje zijn
ouders en nog meer familie op ons stonden
ie wachten.
Een paar uurtjes hebben wij toen in Am
sterdam doorgebracht en om half negen ar
riveerden wij In Amersfoort.
't Was voor ons een prettige dag ge
weest.
VOOR DE MEISJES.
HANDWERKJE VAN TANTE RIEK.
Een prullenmand.
Daarvoor hebben we noodig: karton, ef
fen en gebloemd satinet. Nu snijden we zes
kartonnen even groot; 10 c.M. breed en 40
c.M. hoog. We naaien eerst de twee lappen
aan alkander, dan leggen we de 6 karton
netjes naast elkaar en rijgen een draad tus-
schen elk kartonnetje. We krijgen nu vijf
rijgdraden. De zijkanten worden netjes
dicht gestikt. Dan gaan wij daar, waar die
rijgdraden zitten ook stikken. Denk erom,
dat satinet en pompadoef op elkaar blijven.
Is dat gebeurd, dan schuiven wij het kar
ton erin. Vervolgens naaien wij de zijkan
ten overhands aan elkander. Dan krijgen
w.ij op die manier een zesdoek. Nu snijden
wij een zeshoek, waarvan de zijkant 10 c.M.
is. Die overtrekken we. Zet die als bodem
er in en naai hem aan de zes hoeken stevig
vast. Nu moeten wij zorgen dat de lap (die
langer is dan het karton) zoolang is dat ze
precies sluit als ze ingehaald is. Dat inge
haalde komt dan onder den bodem. Dan ha
ken we van wol een dik koord en naaien
dat aan den bovenkant van den bak. Dan is
het klaar. Het is een groote prullemand
voor jullie eigen kamer, of bij vader'p bu
reau. Ik hoop, dat het zoo duidelijk is. Zelf
heb ik hem gemaakt, maar ik weet niet,
hoeveel goed je er voor noodig hebt. Jullie
kunt hem ook kleiner maken. Probeert maar
RAADSELS.
Oplossing van vorigen keer.
I. „Banketletter" met dc woorden: beer,
lak, feen, lat,
II. Tom, mot.
Den prijs heeft gewonnen- Blauwe Distel.
Van den kampioenwedstrijd zijn de vol
genden nog overgebleven: Zonnebloem, Hei
deroosje, Goudvischjc, Speurder, Jopie
Slim, Bram v. R„ Quonab, Leendert D„
Frits R., Gymnast, Hazewind, Zanglijster,
Piet B„ johan v. D., Spring in 't Veld, Krul-
lekopje, Bill, Jo Z„ Engel, Zwartkop, Entre
Nons, Pieter, Waterfat. Ton neveu, Goud-
kopje, Snijboon en Kruidjeroermeniet.
VOOR DE MEISJES.
OPLOSSING VAN HET RAADSEL VAN
TANTE RIEK.
„De Sinterklaasdrukte is weer achter den
rug" met dc woorden: Lucie, rug, dadels,
huis, dak, handwerken, Gerrit, hond, Wil
debras, kalender. Sinterklaas, ruiter, raad
sel.
Uit de stapel goede oplossingen heb ik
er weer écn laten trekken en toen kwam het
briefje van „Fuchsia" te voorschijn. Komt
zij Maandag even de kalender van Tante
Riek halen, aan het bekende adres; Arnhem-
sche Poortwal 2aï
NIEUWE RAADSELS.
I. Met in ben ik een water.
Met p een lekkernij.
Met I word ik door de schoenmakers
gebruikt.
Met b ben ik een viervoetig dier.
(Ingez. door Weetgraag).
II, Mijn geheel bestaat uit 20 letters, vier
woorden.
20, 13, 11 is een metaal.
20, 4, IS, 19, 20 is zeer gevaarlijk.
3, 4, 8, 12 is ee'n dier.
12, 2, II is een boom.
20, 4, 11 is een andere naam voor vat.
3, 7, 8, 9 is een lichaamsdeel.
15, 2, 20 gebruikt men in de keuken,
5, 4, 4, 12 is een metaal.
16, 2, 6, 10, 2 is een bloem.
14, 17 de ontbrekende letters.
(Ingez. door Bill).
Jumbo's Verjaardag.
door C. H.
Als kleine Jumbo jarig is.
Dnn krijgt hij -oen -presentie,
Zijn Vader kocht een houten paard
Voor 't Olifanten-ventje.
O, wat is Jumbo in zijn schik
Hij goat er zoet mee spelen
En zal zich ook al regent 't hord
Geen oogenblik vervelen.
Jo zietin Olifantervlond
Gaat 't net ols bij dc menschen
Wie jarig is en zoet dat spreekt I
Mag een cadeautje wenschcn.
Keesje en Kaasje.
Wat Keesje klein buur-ventje.
Dat aan kip-kuurtjes deed.
En Kaasje 'n trouwe herder,
Die cig'lijk „Kazen' heett'.
Dat Keesje en dat Kaasje
Kend' bei elkaar ivat goed.
Want wtsseld' iedeen morgen
Een céndTcn u-c!kom-groet.
..Kans I" riep dan 't speelschc Keesje,
„Wat" I" antwoord' dnrt'le Kaas,
Kwam stoeiend aangehuppeld,
Vluchtt' Kees dnnals een haas I
Was 't 61 een gil, een huilen.
Een hevig hulp-ge'oep.
Tot broer stapt' streng van hoogte.
Van Keesje's huizenstoep.
Kreeg Kees don krasjes knorren.
Raakt' Kaas braaf uit humeur,
Hcusch, Kaasje méf-nd' het goed, hoor I
Steid' Keesje Kaas te leur I
CORRESPONDENTIE,
Perzik. Eindelijk is je opstel er dan
toch. Kom je even een exemplaar van dc
krant halen?
Sn ij boon en Kruidjeroerme
niet. Ik dacht, dat jullie niet meer kwa
men, maar gelukkig hoor, ik kon ze er nog
bij zetten. Wat blijven er nog veel over met
den wedstrijd hè?
Blauwe Distel. Wat een grapjas,
hè? Je hebt er vast wel eens eventjes om
gelachen. Je vergeet dc oplossing van het
nieuwe raadsel te geven, denk je er volgen
den keer aan, want ik ben zelf niet knap in
'raadsels oplossen.
Fuchsia. Zet je volgende week je ge
wonen naam ook nog eens, ik kan me die
maar niet bedenken, je krijgt een fijne ka
lender, hoor! Heerlijk, daar heb je een heel
jaar pleizier van. Misschien kun je hem nog
eens namaken ook, want het is een mooi
handwerkje.
Entre nous. Ja, ik loot op denzelf
den manier als met de andere raadsels, dat
is de eerlijkste manier. Ik ben erg benieuwd,
hoe het afgeloopen is. Je moet me er vast
veel van vertellen. Jammer, dat ik nu de
correspondentie zoo moet bekorten, ieder
kr.ijgt maar een heel klein stukje, want ik
heb weinig tijd. Maar het is: weinig, maar
uit een goed hart.
Jo Z. Ik was buiten en daar bleef het den
heelen dag liggen. Het was zoo'n mooi ge
zicht. Maar ik vond het ook jammer, dat
het zoo gauw weer veranderde, want je
krijgt dan altijd zoo'n papboel voor het hee-
lemaal weg is. Wat zal dat een mooie atlas
zijn.
Sneeuwklokje. Wat een collectie is
er, hè? Over een maand zien we jou weer
verschijnen. Jij hebt wel een naam uitgeko-
Wou Kaasje Kees niet héppen,
Maar blij goe-morgen walt.
Wou enkel saampjes stoeien.
Toch héél niet hijtr-blott
Eén dag- Kans Lribbe-krieblijj
Bast' brommend „Waf, u-of, u-ét 1"
Ging nooit meer naar klein Keesje,
Mem boozc oogen gaf
Kleinmoedig Kcczen-buurtje,
Dom Keesje, héél vergat
In klem van kippen-kuurtje.
Dat Kaas lief hértje had I
Een hartje tróuw als Keesje,
Misschien wel tróuwer nog I
Kaas wou met _Kcesje s p e' 1 e n,
Riep Keesje Koosje toch???
CLARA WITTE,
zen, die iedereen graag ziet, het geeft je
zoo'n gevoel: hé, gelukkig, nu sneeuwklok
je er weer is, nu krijgen we weer gauw dc
lente.
A n n i e d c B r Je ziet, dat ik je in het
ruilhandclhoekie gezet heb, leuk, dat je toch
schrijft, al ben jc nog wat klein, dat moet
jc toch vast eens meer doen, want dat vind
ik erg prettig. Wat een leuk meisje, met
die groote bos bloemen, ben jij dat?
G o u d k o p j c. Dat was een heele brief
vol raadsels. Het kan ook niet altijd even
veel zijn, wat je te vertellen hebt. Ik moet
dezen keer mijn antwoorden ook erg bekor
ten.
Pieter. Ik kan me dien naam niet meer
herinneren, dus ik haal dien zin er maar uit.
Wat een genot, jou getikte brieven, zoo
keurig netjes. Volgende week dat beloof ik,
ik zal het nu alvast in de enveloppe doen
Engel. Dat is eigenlijk jammer, maar
om het nu twee weken uit te stellen, vind ik
wel wat veel. Volgende wedstrijd dan maar
hé? In een vacantie heb ik het altijd veel
rustiger. Je moet eens tellen, hoeveel brie
ven ik nu wel niet heb. Heel veel pleizier
op reis, vertel me er „volgend jaar" maai
veel van.
Zwartkop. Ik had er nu al, maar vol
genden Zaterdag plaats ik het, dat kan nog
best, want de spanning is dan nog even
groot. Wat blijven er nog veel over. Ik hoop
maar, dat er in de vacantie wat uitvallen
We hebben nog nooit zoo'n succes gehad
als nu met je kampioenwedstrijd.
Dahlia. Mooi werd het niet, als je jou
naam omkeerde. Hoe jullie toch altijd die
raadsels vindt, ik begrijp het niet. Zelf zou
ik ze niet zoo gemakkelijk oplossen. Maat
het is gelukkig, want ik krijg nooit meet
klachten, dat ze te moeilijk zijn.
Waterrat. Wat vervelend, als ze d-
je. paarse inkt. M/ict lóhuii ook niet
schuilnaam hebben? We moeten eens
postzegels er af halen. Hel zijn dan zeker
ook heel mooie? Heeft je Oom altijd een
vaste reis, of komt hij nu eens hier, dan
weer ergens anders. Fijn, als jc zooveel van
de wereld te zien krijgt.
Ton neveu. Wal is het voor een hond
dat moet jc vertellen. Het is altijd leuk om
daarmee in de sneeuw te spelen, en vooral
als hij voor de slee kan. Maar vandaag is
het weer zoo zacht, dat we al heelcmaal
niet meer aan sneeuw denken.
Driehoek. Ik dacht al, hoe kan daat
nu een postzegel van 2 op. Maar toen merk
te ik gauw, hoe het in elkaar zat. Ik had
heelemaal vergeten de briefjes klaar te leg
gen, dus toen je kwam, heb ik het gauw op
een papiertje geschreven. Leuk, dat jullie
nog oude kennissen waren. We moesten al
die lachende koppen boven ons moppen-
hoekje hebben.
Wildebras. Wil je haar beterschap
loewenschen? Wat een schrik zal dat ge
weest zijn. Nu begrijp ik best, waarom jc
niet schreef. Dat hoeft ook niet eiken keer,
als ik af en toe maar eens wat hoor. Ben jij
weer heelemaal springlevend? Wat heb ik
een massa nichtjes op jou school, ik zal ci
toch eens langs loopen, ais jullie speel
kwartier hebt.
F V 11. Ik heb je, geloof ik, toch bij de
lijst gezet, ik weet het niet precies meer,
maar dat is dan een abuis. Het is een heele
administratie om dat uit elkaar tc hóuden
Bill. Je schiet er al mooi mee op, hel
viel mij toch mee, zooveel cr nog waren
Maar den tienden keer zullen er toch wel
wat afgevallen zijn. Af en toe diep ik nog
eens een oud raadsel op; ik heb nu weer een
heelen voorraad.
Meidoorn. Volgende keer meer ge
luk, hè? Er is er altijd maar één, en nu is
het dan onze Fuchsia. Leuk, dat je meedoet
Wc hebben een heelen bloementuin op die
manier, hè? De spoeling wordt er wel dun
door, maar het is ook wel erg gezellig.
Krullckopje. F VII is een andere
neef, dat begreep je natuurlijk niet direct.
Eigenlijk mag het niel, vind je zelf wel,
tegenover de anderen? Zeg, ben jij op Sin
terklaasavond nog langs het bureau hiei
geweest. En heb je broertjes? Wat geheim
zinnig, hè?
C h r y s a n t h. Dus je hebt al direct plei
zier van de sneeuw gehad. Ze hebben mij
nog niet te pakken kunnen krijgen, ik ben
altijd bang, dat mijn hoed afgegooid wordt.
Het was Zondag prachtig buiten; zoo moe
ten we het met Kerstmis ook hebben. Dan
voel je nog meer het mooie van het Kerst
feest. Wat zal dat leuk geweest zijn, toen
die pottenbakker kwain.
Bruintje. Wat gezellige vacantie zal
je hebben. Ik heb liet dan rustig, als er zoo
veel op reis zijn. Je moet ze nu maar eens
tellen, dan gun je me ook wel een beetje
rust. Ik weet nog niet, of ik hier blijf, ik
denk het haast niet. Vertel jc nog eens wat.
W i k. Dat zijn altijd zulke leuke plaat
jes; die kinderen zitten zeker aan mij te
schrijven, niet?
Johan v. D. en S p r i n g 1 n 't V e I d.
Ik zet jullie maar bij elkaar, jullie allebei
met
een
samen verzinnen.
Paddestoel. Wat een leuk idee, dat
kleine paddestoeltje, ik wist niet, dat die be
stonden. Dus jc bent niet' alleen voor mij
een bekende paddestoelliefhebber. Wat was
dit er nu weer voor een, die je geteckend
had.
Voetbal. De briefkaart kwam ook nog
op tijd, ik kon me al niet begrijpen, dat je
dat gemakkelijke raadsel niet zou kennen.
Er waren er, die protesteerden tegen het
banketlettcrraadsel, want er waren er, die
er niet van hielden. Ik kan me het niet voor
stellen, jij wel?
Piet B. ik heb ze gelukkig nog gevon
den, die platen van ruïnes waren eigenlijk
de bedoeling, maar de anderen vond ik ei
nog bij. Ik heb zelf een heele collectie van
vogels, die zijn heel mooi, ze worden uit
gegeven door de Ver. van Dierenbescher
ming.
Kapel. Het was wel minder dik, inaar
het is toch een aardig verhaal. Jammer, dat
jc dat andere al had. In de Bijenkorf in
Amsterdam staat met Kerstmis altijd een
heel groote Kerstman tot liet dak toe, dus
het is een kolossale lengte. Maar die groote
Kerstboomen zijn ook altijd erg mooi.
Zilverkopje. Het zijn allemaal zulke
leuke namen, toch wel echt voor een sprook
je. Kleur je de plaatjes wel eens uit dc
Kinderkrant? We hebben er eens een wed
strijd in gehad, en dat zal ik over een poos
je weer eens doen. Het is zoo'n prettig werk.
Spinnetje, Leuk van jc, om Tante
Riek te schrijven. Ik ben ook blij, dat we je
weer terug hebben. Heb jij niet eens een
prijs gewonnen, ook een handwerkje? Ik
herinner me zoo vaag iets. Heb jc het zoo
druk?
B e t s y. Ja, ik ben heel tevreden en voor
al over den gezelligen avond. Het is altijd
zoo leuk als er veel menschen zijn. Ik zie
daar opeens, dat je brief eigenlijk niet aan
mij gericht is, maar dat hindert niet zoo.
Ik zal dan maar voor haar antwoorden.
Henk K. Je hebt ze wel goed. Dat geeft
weer moed om nog eens te probeeren. Het
geluk staat zoo maar niet direct achter ie.
J o z i n a. Er ontbrak toch letter 27, is
het niet? De raadsels kan je toch wel oplos
sen, zooveel tijd heb je vast wel. Jullie doet
altijd zoo gewichtig, of jullie het „zoo ont
zettend" druk hebt. Het is maar goed, dat
je niet de briefjes, die voor me liggen, tc
beantwoorden hebt, want dan had je het
zeker druk.
Hazewind. Schrijf ie den brief altijd
tusschen twaalf en twee? Ik maakte dat zoo
uit je brief op. Jammer, dat ik de antwoor
den zoo moet bekorten, ook al omdat cr zoo
veel zijn. Dat heeft het wel tegen.
Gymnast. Ik zal nog eens zoeken,
maar ik kon het nog niet vinden. Schandelijk
hè? Maar dat moet je nu van de week maar
eens niet kwalijk nemen. Leuk, dat Driehoek
en jij elkaar toch kenden. Je hebt nog een
ouderen broer ook, hoorde ik.
Jacques. Dus jij bent een nieuweling.
Er komen er zoo nogal wat bij, we zullen
nu al ver over de 12Ó zijn; zooveel verschil
lenden hebben we al gehad.
Martha B. Toen ik jou naam las, dacht
ik er opeens aan, dat je vroege',eens'een
prijs gewonnen en daar nooit voor bedankt
hebt. Dat vond ik toen heelemaal niet aar
dig. Maar dat zal wel een vergissing zijn
en nu maak je het natuurlijk goed door ine
af en toe weer eens wat te schrijven.
A t h I c e t. Dat is weer eens een andere.
Zulke kranhtmcnschen heb ik er graag bij.
Doe je, aan gymnastiek. Je woont daar
bij hei jsarium? Ik herinner me zoo'n beet
je je naam. Ik hoop aan iou een trouwe
neef tc krijgen.
Toti c. Jij bent ook heel welkom, hoor!
Wat leuk, die namen met „ie" allemaal; jc
broertje en zusje willen die ook niet mee
doen? Als ze eens een prijs gewonnen heb
ben, schrijven ze vast eiken keer, ik weet,
hoe 'n lokmiddel dal is. Die eene poes is
zeker de gelaarsde kat. Ik vind het een erg
leuk plaatje-en het komt weer in de verza
meling herinneringen aan dc Kinderkrant.
Frits R. Dat is nu wel een dwang, want
als jc een keer overslaat, inoet je wacht?::
tot den volgenden kampioenwedstrijd. Je
houdt het zeker, vol tot het eind? Het is ook
een geweldige eer; jc zoudt dan ook met
een een schuilnaam hebben.
Herman Hendrik Wil hel m. Dat
vipd ik zoo'n mooi r.ijtje namen, dat ik ze
eens allemaal zet. Jij bent toch ook een
nieuwe? Wil je wel geiooven, dat ik wel
eens in de war raak, zooveel namen krijg
ik onder de oogen. Ik ben trotsch op mijn
uitgebreide familié.
Leendert D. Zoo is het veel beter, hei
staat zoo kaal als het maar twee letters
zijn. Kom je hier vandaan? Jou naam hoor
je hier zoo weinig.
Turner. We hebben nu een Gymnast,
een athleet en een turner, een kranig drie
manschap vind ik. Als jullie schuilnamen
iets van jullie karakters zeggen, weet ik
precies, hoe de eene is en hoe de andere.
Ik heb er nu, zooals jullie, die echte sterke
menschen willen worden, anderen, die meer
sprookjesnatuur hebben, weer anderen, die
natuurrnenschen zijn enz. enz. Wat denk
je?'Zou ik het er zoo niet wat uit kunnen
opmaken?
Negertje. Weet je wat, probeer het
zelf eens, dan niet zoozeer de regels als
wel je avonturen. Zelf ben ik ér niet sterk
in, maar onder het spelen leer je de regels
wel vanzelf. Dat briefje heb je toch zelf niet
geschreven? En volgenden keer moet je me
ook eens zeggen, waarom je „met zoo'n
bevreesd gemoed" schrijft.
J o S. Dus jij bent een nichtje? Ik zou
het niet geweten hebben, als je niet het ex
tra-raadsel had opgelost. Dat is lastig met
dezen naam.
Quonab. Ik heb nog geen Pleinesplaat-
jes gekregen. Er is heel weinig animo voor
Verkade's plaatjes. Wil je die terug heb
ben? Heb je wel eens de verlichte Duit
's avonds bij de Pleincsfabriek gezien?
Bram v. R. Je staat er nog bij. Het is
een heele band zoo; ik denk dat de groote
bloei van de Kinderrubriek wel voor een
deel aan den kampioenwedstrijd te danken
is. Ik ben er Zwartkop dankbaar voor,
Jopie Slim. je moet maar goeden
moed hebben. Dat is een voornaam punt,
jé zult eens zien, hoe alles dan gemakke
lijker gaat en het rapport meevalt. Hoe is
het met de-Stoommachine? Fijn ding is dat,
hè?
Vlindertje, ik had éven gedacht'dat
letter 27 ontbrak, maar dat hindert niet zoo.
Wat een lang raadsel had Tante Riek, hè?
De meeste nichtjes hebben wel meegedaan,
dat is erg leuk. De kalender is zoo keurig.
Speurder. Je ziet, dat het goed was.
Je hebt eigenlijk wel gelijk, die raadsels zijn
wel moeilijker. Eerst weet je niet, hoe je ze
moet aanpakken.
Goudvischjc. Waar ik was, was het
niet zoo gauw weg, tenminste 's avonds liep
ik nog lekker door de sneeuw. Het was
prachtig, ik heb er van genoten.
Heideroosje. Volgende week komt
er misschien wel een kruisraadsel. Jc moet
dan eens probeeren en misschien wil je
moeder dan wel helpen. Zoo streng ben ik
niet, dus dat mag wel. Het is altijd lastig,
om gemakkelijke raadsels uit te zoeken.
Zonnebloem. Zullen we nog maar
even wachten? Ik heb cr nu nog genoeg.
Maar ik vind het een erg aardig idee. jc
ziet, dat je vraag dadelijk beantwoord
wordt, want het handwerkje is er. Dit lijkt
me fijn, om een echte prullemand te maker.
Veldlelie e,n Vleermuis. O laat
komers I Dinsdagavond, weet je wel? Maar
ik zal jullie er nu nog bijzetten.
MOPPENHOEKJE.
Verkeerd begrepen
Karei: „Oom! Kees heeft mijn boterham
op den grond gegooid."
Oom: „Met opzet?"
Karei: „Nee Oom, met kaas."
D c si i m m e r d.
Kleine Jan: Moeder, kr.ijg ik straf, "bis ik
dc waarheid spreek?
Moeder: Wel neen, waarom vraag je dal?
Kleine Jan: Omdat ik de laatstè drie
koekjes heb opgegeten, die in dat trommel
tje waren, en ik dacht, ik zal het u liever
zeggen I
(Ingez. door Driehoek).
is Oom gelukkig in de leeuwenjacht i'n
Afrika?
Ja, heel gelukkig.
Hoe dat?
Hij heeft geen enkelen leeuw» ontmoet.
vu
RUILHANDELHOEKJE.
Annie de Bruin, v. Stellingwerfstraat 38,
heeft de volgende plaatjes van koffie en
thee: Canis en Gunnink dubbel: driemaal
Hans en Grietje No. I, eenmaal No. 6, van
Sneeuwwitje tweemaal No. 4, driemaal No.
6; van Klein Duimpje No. 2, van Tafeltje
dekje No. 10. Wie wil met haar ruilen?
Oreetje Klaar, Westerstraat 56, mist de
volgende Verkade's plaatjes: van albuin
Lente No. 6 en 102, van Blonde Duinen No.
4 en 6, van Naardermeer No. 14, 17, 43, 56,
66, 144, van Bonte Wei No. 126. Zij geeft
voor één Verkade's plaatje ééntPIcines'
plaatje.