AMERSFOORTSCH DAGBLAD ..DE eemlander" z>ur^s3I„.^s
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Kluizenaar van far-End.
DERDE BLAD.
23e Jaargang
No. 157
Het beilige jaar.
(Nadruk verboden).
In dc Roomsch-Katholieke kerk zal het
thans ingetreden jaar als het heilige jaar
worden gevierd. Het isr wat men in het per
soonlijk leven een kroonjaar zou kunnen
noemen.
De instelling van het jubeljaar heet afge
leid van het Oud-Israëlietisch gebruik, dat
elk vijftigste jaar tot een bizondere viering
bestemde. Dit jubeljaar was als 't ware het
kwadraat van het sabbatsjaar, dat in de rij
der jaren de plaats innam, die de sabbat
aan het eind der week vervulde.
Het was een jaar van rust en van vrede,
dit sabbatsjaar: dan mocht men zijn akkers
en wijnbergen niet bebouwen, doch moest
men zich vergenoegen met hetgeen uit zich
zelf daarop groeide. Dan kende het land
geen meester en geen slaven; ieder was
medegebruiker van den gemeenschappelij-
ken grond en zelfs het vee en het wild werd
met rust gelaten, als het mede at van het
natuurlijk ontspruitend gewas. De schuld-
eischer haalde zijn vorderingen door om den
schuldenaar gelegenheid te geven, te dee-
len in de algemeëne sabbatsstemming.
Het spieekt vanzelf, dat een dergelijk
idealistisch voorschrift, als de Israëlieten
zeiden van Mozes te hebben ontvangen, in
de praktijk nimmer is toegepast. Maar toch
heeft het ook als utopistisch ontwerp betee-
kenis en bekoring.
De Roomsch-Katholieke kerk is dit jubel
jaar gaan navolgen, toen zij in 1300 haar
eerste eeuw jaar instelde, en paus Bonifaciur
VIÏÏ in den St. Pieter een bul liet afkondi
gen, waarin hij voor het toen loopende jaar
en voor alle volgende eeuwjaren onder ze
kere voorwaarden volledige vergiffenis van
alle zonden verleende. Echter kortte een
Aolgende paus al spoedig den termijn voor
het „heilige jaar" in tot de helft, omdat er
zeer weinig menschen zijn, die volle hon
derd jaar leven en derhalve slechts enkelen
de genade van een eeuwjaar deelachtig
zouden worden.
Het is een verheugend verschijnsel, dat
de heilige jaren elkaar allengs in snellere
mate opvolgen. Want van eens in de vijftig
wordt het weldra eens in de drie en dertig
jaar en ten slotte elke kwart eeuw gevierd.
En zoo zal 1025 wederom een heilig jaar
zijn.
Ook voorzoover wij niet tot de Roomsch-
Katholieke kerk behooren, kunnen wij toch
het nieuwe jaar als een heilig jaar trachten
te vieren. Er bestaat wel geen bizondere
reden, waarom een kroonjaar een heiliger
karakter zou behoeven te dragen dan ieder
ander jaar, maar ook in het persoonlijk le
ven hebben wij toch dikwijls profijt getrok
ken van den prikkel, in kalendarische bizon-
derheden gelegen. Wie doet op zijn verjaar
dag niet meer dan anders zijn best om in
zijn humeur te blijven en wien beschermt de
Kerstdog niet tegen boosaardige neigin
gen Laten wij toch elke toevalligheid, elke
gelegenheid aangrijpen, die ons tot steun
kan strekken in onzen bestendigen strijd
tegen de traagte van onzen zedelijken wil
en de onklaarheid van ons zedelijk besef.
Hoe zou de wereld veranderen, wanneer
wij eens allen, Roomschen en niet-Room-
schen, Israëlieten en niet-Israëlicten ernst
maakten met het voorschrift dat 1925 een
heilig jaar moet zijn? Heilig ten opzichte
van ons persoonlijk leven, maar heilig voor
al ook ten opzichte van ons gemeenschaps
leven.
Want, vergeten wij niet, dal het oorspron
kelijke Joodsche jubeljaar een maatschap
pelijke strekking heeft bezeten. Het was een
ontwerp voor een ideaal-samcnleving. Ver
broken de grenzen tusschen het mijn en
dijn; opgeheven de tegenstelling tusschen
rijk en arm; geen schuldenaren meer en
geen slaven. Het was theorie en ook nu zal
het wel weer geen praktijk worden. Maar
het is goed, dat wij de werkelijkheid een
beeld kunnen voorhouden van het ideaal.
-Altijd cn altijd maar weer vergelijken, altijd
en altijd maar weer toetsen: hoe het is en
hoe het zou kunnen zijn
Ach, waren alle menschen wijs.
En deden daarbij wel,
Dan was deez' aard een paradijs,
Nu is zij vaak een hel.
In 1925 zal zij allicht minder een hel zijn
dan in de voorafgaande „onheilige" jaren.
Wie zet niet zijn beste beentje voor op zijn
verjaardag, wie overtreft niet zichzelf in zijn
kroonjaar
Zullen de oorlogvoerenden, indachtig
aan het oude voorschrift van Mozes, in dit
heilige jaar elkander de schuld kwijtschel
den, waarmee zij in de onheilige jaren
van 19141919 onze arme wereld hebben
bezwaard? Zal daardoor een eind komen
aan de malaise met haar bitteren nasleep?
Zal de vrucht der aarde, naar het oude
sabbatsgebod, in dit heilige jaar meer dan
te voren voldoen aan haar oorspronkelijke
bestemming, al haar kinderen gemeen
schappelijk te voeden Zal de tegenstelling
tusschen slaaf en meester worden verzacht?
Zullen alle beproefden en hulpbehoevenden
de gelegenheid erlangen, rustig onder hun
wijnstok en vijgeboom te zitten, zonder dat
iemand hen opschrikt?
Men lache niet schamper om dergelijke
vragen. Het is bitter noodzakelijk althans
eens in de vijf en twintig jaar er aan te
worden herinnerd, dat onze samenleving een
heilige samenleving behoort te zijn. Het kan
op den duur niet zonder gevolgen blijven,
dat steeds op hetzelfde aambeeld geslagen
wordt. Hoort I de slagen worden veelv uldi-
ger; om de honderd, om de vijftig, om de
drie en dertig, om de vijf en twintig jaar
thans de ernstige roep: „Weest heilig!"
Zoo voortgaande zijn wij op weg, om spoe
dig van elk jaar tc eischen dat het heilig
zal zijn.
In een opzicht inmiddels kunnen wij
Mozes' voorschrift niet volgen. Den arbeid
een vol jaar loten rusten; Gods water over
God's akker te laten loopen, wie denkt er
aan Wij weten, dat geen verbetering, geen
heiliging tot stand komt, zonder krachtda-
digen, inspannenden arbeid. Het heilige jaar
dus begonnen met den strijdkreet, met de
belofte: „Aan het werk! Aan het werk!"
11. G. CANNEGIETER.
De Staatscourant van heden 2 Januari
bevat de volgende Koninklijke besluiten
bevorderd tot Oificicr in do Oranje Nossnu-
erde J. J. v. d. Leeuw te 'v-Ginvenhage, oud
ste chef van d._* firma de Erven J. v Nclle te
Rotterdam
benoemd tot ridder in de Oranje Nassau-
orde J. v. d. Hart, hoofd van de openbaie
lagere school U te Oogstplaat
toegekend in de Oranje Nassau orde de
gouden ceve-medaiTe aan H. Th. Malasch,
waarnemend expediteur bij het hoofdknntoot
ccr douanen in Ned. indië
de zilveren eere~medail!c uon G. van he 1
Bolscher, baas stukkenkeurder bij de fi-~mn
Schroder, Schneider Tyerf en Co. te Delden
de bronzen cere-medaillc aan G. J. v. d-
Bolscher, bcomer bij die firma A. Schip,
behanger bij de firma G. Vogelensang te
Zaandam en mejuffrouw M. L:. van
Puiten, dienstbode bij het geneeskundig ge
sticht voor krankzinnigen te Utrecht
benoemd tot secretaris van den Armenraad
te Hilversum G. B. J. Vermeulen, thans tijde-.'
lijk.
verleend zilveren eere-mcdaillc Oranje Nas-
sauorde aan W. S. Ni j sen, organisr der R.K.
kerk te Duiven
op verzoek eervol ontslagen H. J Lambc; i
als notaris Rotterdam
eervol ontslagen de luilenunt-kolenel J-
Mulder, commandsnt van het 14e Iniunteric-
regiment en de eerste luitenant H. W. Hcyman
van het Regiment Kust-Artillerie ter zake van
lichaamsgebreken
aan den luitenant-kolonel Mulder voornoemd
toegekend den rang van kolonel
toegekend d gouden cere-medaillc der
Oranje Nnssauorde bij bevordering- aan II. J.
Tiemens, rentmeester in dienst bij mevrouw
de Douairière Baron Brontssn van de Zijp,
Arnhem cn verleend de zilveren medaille dier
orde aan W. de Fockert, gemeentebode Her-
wijnen
tot wederopzegging benccmd tot Rijkskeur
meester in bijzonderen dienst Dr. Th. J. van
Copell, direerteur van het gemeentelijk abat
toir Hilversum.
erkend en toegelaten als consul-generaal van
Peru tc Amsterdam M. A. Velarde
op verzoek eervol ontslagen dc poardenarts
Ie klasse op non-activiteit dr. M. H. J. C. Tho
massen van don geneeskundigen dienst der
landmacht
en is hij benoemd tot réserve-dirigeerend
paardenarts met den vang van majoor
op verzoek eervol ontslagen dc reserve de
sccrove-kapilein I". L. Wierstra van het 20e in-
fanteric-regiment ter zake van meer dan vijf
jaren dienst voor een reserve-officier, die reeds
in het genot is van militair pensioen
benoemd tot reserve-officier van gezondheid
2e klasse bij het personeel van den geneeskun
digen dienst L. J. H. Brongers, M. Visser, J.
A. H. van Eys en G. F. \an Buien, artsen;
op verzoek eervol ontslagen J. v. Aarts, als
kantonrechter-plaatsvcrvonger in het kanton
Sittord, onder donk idem W. Knol tc Benne-
kom, gem. Ede als tijdelijk assistent aan den
londbouwhoogeschool te Wageningen.
NIEUWJAARSRECEPTIE TEN HOVE.
H. M. dc Koningin heeft Donderdag ten
12 ure nieuwjaarsontvangst gehouden ton ko
ninklijken puleizc in het Noordeinde voor de
hoofden cn verdere leden der vreemde gezant
schappen te 's-Gravenihage, met hunne dames.
De diplomaten droegen allen hun schitteren
de ambtsgewaden en het aanrijden in auto's cn
rijtuigen der vertegenwoordigers vpn de buiten»
londsche staatshoofden tiok op het voorplein
van het koninklijk paleis de belangstellende
aandacht van veel publiek.
Even later werd ook ontvangen hei Perma
nente Hof van Internationale Justitie.
Des namiddags ten 6 ure verleende II. M.
nieuwjaarsaudiëntie aan dc hoogste autoriteiten
te 's-Grovenhage, met name de voorzitters
van de Eerste cn de Tweede Kamer cJer Staten-
Gencraol, de ministers, hoofden der departe
menten van algemeen bestuur, den vice-prd&fc-
denï van den Raad van State, den commissu
res der Koningin in Zuid-Holland, den gouver
neur der residentie, den directeur van het ka
binet der Koningin en den burgemeester der
residentie.
Daarna sielde H. M. do dames en hoeren Ha
ver hofhouding in <if gelegenheid hunne pe-
lukwcnschen met de jaarwisseling aan te bie
den
Bij de ontvangst van het corps dip'omotique
waren ook de Koningin-Moe der cn de Prins
tegenwoordig.
De ontvangst van de civiele en militaire auto
riteiten geschiedde in tegenwoordigheid \an
Prinses Juliana en van den Prins.
DE KONINKLIJKE FAMILIE.
De Koningin cn Prinses Juliana zijn gister
ochtend per Staatsspoor van 10 uur 24 weder
voor eenige dagen naar het Loo teruggekeerd.
Prins Hendrik en zün zust.r, de grootherto-rin
van Oldenburg, keerden hedenochtend naar het
Loo terug, vanwaar cb groothertogin den Eden
dezer weder raar Dujtschlend terugkeert.
DE RAAD VAN STATE IN 1924.
In 1924 behandelde zaken.
Gedurende 1924 zijn door do regeoring 492
wetsontwerpen en ontwerp Koninklijke beslui
ten bij den Raad van State aanhangig ge
maakt bij de nfdeeling van den Raad van
State voor de Geschillen van Bestuur zijn in
gekomen I5IG geschillen, waarvan 070 op be
lastingzaken betrekking hadden.
In 1923 bedroeg het aantal wetsontwerpen
en ontwerp-Koninklijke besluiten 526 en dat
der geschillen 1203, waaronder 480 met be
trekking tot belastingzaken.
RECHTERLIJKE MACHT.
Afscheid jhr. mr. L. ven Meeuwen.
Op 30 December werd na de civiele zitting
van het gerechtshof te 's-Hertogénbosóh af
scheid genomen van den president jhr. mr. L.
van Meeuwen, die na een rechterlijke loopbaan
van ruim 50 jaren eervol ontslag ontving uit
het ambt van president bij het Bossche hof.
Dc plechtigheid werd bijgewoond door de
rechterlijke collega's ter plaatse, de balie, de
ambtenaren en mede door dc familieleden van
Oen scheidenden president.
Het woord ten afscheid werd achtereenvol
gens gevoerd door jhr. mr. L. van Meeuwen;
jhr. mr. Van Sasse van 7sselt, vice-president;
mr. Mothon, adv.-gen.; mr. baron van Ilugen-
poth, deken der Orde van Advocaten.
DO RIJWIELBELASTING.
Geen bctalingsfnciliteiten.
Dc secretaris van den Haogschcn Bostuur-
dersbond hoeft op het door hem tot den Minis
ter van Financiën gericht adres, waarbij ver
zocht werd uitstel van betaling van Rijwielbe
lasting toe te staan, namens dien Minister tot
antwoord ontvangen, dat inwilliging van hot
verzoek om toe te staan dat in de eerste 3
maanden van 1925 de belastingmerken van
T924 nog als voor het jaar 1925 geldende mer
ken mogen worden gebruikt, in strijd zou zijn
met artikel I der Rijwielbelastingwet en dat bo
vendien inwilliging van dnt verzoek tot gevolg
zou hebben dat degenen, die slechts tot aan
April van een rijwiel gebruik maken, buiten de
belasting vollen. Mitsdien verklaart de Minister
niet aan het verzoek te kunnen voldoen.
DE GASFABRIEK VAN WEESP.
Het financieel beleid.
In de vergadering van den Gemeenteraad
van Wcesp is bchondeld hot rapport van den
accountant Dinger te Bussum, over het finan
cieel beleid aan de gemeente-gasfabriek. Na
een aunval op cn het verweer von dr. Knaap,
wiens mcdcdeelingen in de zitting van 29 Sept.
dit rapport uitgelokt hadden, was de Raad una
niem van gevoelen, dat den directeur der gas
fabriek, den heer Boer Leffef, noch den heer
Dinger eenig verwijt mag treffen. Met deze
rlcenning door den heer Veerman (S.-D.) is
dc discussie gesloten.
DE WATERVOORZIENING IN DEN
GELDERSCHEN ACHTERHOEK.
De gemeente Wisch doet niet
mede.
De Road van Wisch heeft besloten niet tc
treden in het aanbod van den directeur van
het Rijksbureau vooi Drinkwatervoorziening,
om in zijn midden de plannen van een intei-
communale waterleiding toe te lichten, doch
omtrent de oprichting van een gemeentelijk
waterleidingbedrijf in verbinding tc treden met
de Mnbeg tc Utrecht.
Ir. R. A. VAN SANDICK.
25 japr hoofdredacteur van
„De Ingenieur".
Donderdag herdacht de heer ir. R. A. van San-
dick, algemeen secretaris van hef Koninklijk
Instituut van Ingenieurs, hoofdredacteur vn.i
„Dc Ingenieur" den dag, waarop hij 25 jaar
geleden de redactie van genoemd oigaun aan
vaardde. Daar nog slechts koilcn tijd geleden
dc huldiging van den heer van Sandick plaats
had ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum
ais secretaris von het Kon. Instituut van Inge
nieurs, had dc jubilaris voor ulle hulde br-
dankt. Niettemin hebben velen van hun be
langstelling blijk gegven. Zoo ontving do heer
van Sandick bloemstukken van prof. ir. S. G.
Everts, president van het Kon. Instituut, van
de Kon. Mij de Schelde, waarvan de jubilaris
regeeringsgevolmachtigde is. Geluktelegram-
men werden gezonden door de Kon. Mij do
Schelde en den Senaat dei Technische Hooge-
school tc Delftvan het college von curatoicn
der Tcchn. Hoogeschool word. een telegram
ontvangen. Voorts werden vele. telegrammen
en gclukwenschen ontvangen, run. van het Ccro
lid van het Instituut, it. W. F. Leemansde
uitgeefster van „de Ingenieur", dc firma F. J.
Beliafnnte, voorheen A. D. Schinkel, de redactie
van „Dc Kampioen", het bestuur van de Haag»
schc Journalisten-Verceniging, bestuursleden,
oud-bestuurslcdcn cn leden van het Instituut.
Gistermorgen is de heet v. Sandick gehul
digd door het personeel van het Instituut,
waarbij een bloemstuk cn de geteekende por
tretten der medewerkers von het Instituut wer
den aangeboden.
JOURNALISTIEK.
Indische studiereis von den
heer C. K. Elout.
De heer C. K. Elout, d<* hoefijzerredacteur
van het Algemeen Handelsblad, vertrekt 5
dezer voor een ho'f jaar naar Nedcriandsch-
Indië, tot het doen van een studiereis voor zijn
bind.
DE POLITIECOMMISSARIS TE MAASSLUIS.
Niet in dc gratie van den Rood.
In de vergadering van den Gemeenteraad
van Maassluis is weer aan de orde gekomen
een adres van den commissaris van politie,
houdende verzoek om verhooging von jaar
wedde.
Op voorstel van vijf raadsleden hcett de
Raad thans, voldcendo aan de uitnoodiging
van Ged. Staten, met 10 tegen 5 stemmen
als zijn meening uitgesproken, dnt het salons
van den commissaris van politie op het be
staand peil moet gehandhaafd worden, op
gronden, nader in oen Memorie van Toelich
ting uiteengezet.
DE GEMEENTELIJKE MEEL VOORZIENING
TE AMSTERDAM.
Een nieuw crcdiet.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Er is ccn voordracht van B. cn W. versche
nen, waarin bij den- Raad een nieuw crcdiet,
thans von 240,000, wordt aungevroogd voor
den aonkoop van meel.
In afwijking van het eerste raadsbesluit zol
thans volgens de in te dienen voordracht een
bedrog van 40,000 bestemd worden tot dek
king van het risico, verbonden aan den verkoop
van het meel non de bakkers tegen een prijs
lager don dc inkoopprijs, zulks om verhoo
ging von den bi*>odf>rijs tegen tc gaan.
INTERNATIONALE VOORJAARS-
BLOEMENTENTOONSTELLING.
Prijzen von het Koninklijk Huis.
Ten behoeve der Internationale Voorjaors-
Bloemcntcntoonstclling 1925 is door H. M. de t
Koningin beschikbaar gesteld een gouden me
daille met Hare beeltenis, door de Koningin-
Moeder een zilveren cn een kleinere zilveren
medaille cn door den Prins der Nederlanden
een zilveren en twee kleinere zilveren medailles.
DE SPOORWEGEN OP ZUID-BEVELAND.
Een uiteenzetting van den
leidenden ingenieur.
Ir. K. H. C. W. v. d. Veen, onder wiens
leiding dc spoorwegen op Zuid-Beve'nnd we
den uitgevoerd, heeft te Goes ondce groote
belangstelling een uiteenzetting gegeven van
c!on stand van hefc werk
Het traject van de lijnen, waarvan de aan
leg dezer dogen is aanbesteed, werd bepaald,
volgens de vaststelling vun Ged. Staten,
dat de dijken op ren hoogte van 2 M. N. A. P
moesten worden ingegraven (ten opzichte van
den bovenkant der spoorslaaf) terwijl undei-
zijds het winterpeil der polders do factor was
waarmee rekening gehouden moest worden. De
hoogste waterstand werdt gevolgd omdat de
baan droop moet liggen.
Ten einde den toestand van het terjt in
nauwkcuiig te kennen, zijn om de 100 M.
grondboringen verricht van pl.m. 3 M. diep. In
totaal 000, waarbij nog 60 dit-pboringen op
allo kunstwerken-. Voorts zijn 600 dwarspro
fielen opgemeten. Een groot aantal wegen
moet worden omgelegd, terwijl 7700 M paral
lelweg moet komen. Er komen doft verder 189
overwegen, (de particuliere inbegrepen), die
ol'o onbewaakt aullcn zijn.
Dc verharding clcr wegen znl geschieden
overeenkomstig het volgende procédéEen
plotte laag gebakken steen in een zondbed,
van 20 c.M inct als kantlagon twee rijen
steon, vormt de fundeering. Hierover komt een
Inag geklopte puin of hoogovenslakken. Deze
laag is nn inwalsing. (paordenwnls) 9 c.M. dik.
Hierover komt een laag Quennst of bara'tslou,
na inwalsing met de stoomwals, 8 c.M. dik.
Voor een goeden samenhang wordt de noodige
klei of leep» in den steenslag verwerkt. Nadat
deze is „afgewalst* wordt dc weg bestrooid
met griltfzond, 2 c.M.
Langs de lijn, komen holten met gebouwen
en chefs-woningen en wel teHeinkenszond,
's Hecrenhoek, Borssele, Driewegen-Ovezand,
Oudelande, Baarland, Hoec'ekcnskcrkc. 's-
Gravenpoidcr, Wolphaortsdijk en Wemeldinge.
Verder zullen cr nog haltes gemaakt wor
den met stopplaatsen en laad- en losplaatsen.
Nog wordt vermeld dat 400000 M3. grond
moet worden verplaatst. Het grondtckort wordt
op 63000 M3. geschat, terwijl voer ballost/and
100.000 M3.„voor spoitm en wissels noodig is.
Voorts deelde dc ingenieur het een en ander
mede over de afwatering waarbij von Ameri-
door
MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van \V. E. PONT.
Zij lachte cn streek achteloos met de hand
het zware, donkere haar van haar voorhoofd.
„Ik heb een avontuur gehad," antwoordde
zij cn begon het verhaal van haar ontmoeting
met Zwarten Brady. Toen zij aan het oogen-
blik was gekomen, dat de man zijn geweer of-
schoot, barstte Patrick los
„Die ellendige schurk I Die kerel zal binnen
een paar dagen nog aan de galg komen en
het verdienen ook. 't Is een vlegel die voor
niets terugschrikt een gevaar voor de heele
omgeving."
„Hij schoot alleen maar in dc lucht om
mij bang te maken," legde Sara uit
Haar oom keek haar zonderling aan.
„En is hij daarin geslaagd vroeg hij.
Zij gaf hem een blik van verstandhouding.
„Ja, dat deed hij," zei ze ernstig. Maar toen
zij zag, dat Patrick Lovell's borstelige wenk
brauwen zich fronsend samentrokken, voegde
zij er bij„maar hij heeft het niet kunnen
merken."
Het fronsen veranderde in een glimlach.
„Dat is goed," was het tevreden antwoord.
„Het komt op 't zelfde neer, ik was wer
kelijk bang," hield zij vol. ,Ik draaide cr heele-
maal van om, zooals de meiden altijd zeggen.
Ik geloof niet, dat ik het prettig vind" hot
kwam cr peinzend uit om een geweer op
mij gericht te zien. Ben ik erg laf, oom
„Nee. nichtje/ er kwam even een flik
kering in zijn oogen. „Integendeel, ik zou zeg
gen, dat de grootste moed juist bestaat in zelf-
behecrsching, wanneer er gevaar dreigt niet
noodzakelijk in het feit, dat men geen vrees
kent. In dat laatste is eigenlijk niet meer ver-
dieAsle dan wanneer je je boterham eet, als
je honger hebt."
„Mijn moed is dus van de opperste kwali
teit geweest, merk ik," lachte Saia. „Die ge
dachte is een troost."
Dot was het werkelijk, wonneer zoo'n ge
zegde kwam uit den mond van Patrick Loveil,
voor wien phvsieke vrees iets ongekends was.
Had hij geleefd in de dogen van de Teireur,
hij zou zeker zijn weg naar de guillotine zijn
gegaan met diezelfde opgewekte, goedmoedige
heldhaftigheid, waarmee de edelen van Frank
rijk hun kaarten neerwierpen cn naar het scha
vot gingen met de glimlachende belofte aan
hun medespelers, dat het onderbroken spel in
de wereld hiernamaals verder gespeeld zou
worden.
En toen Sara met Patrick was komen samen
wonen, een twaalftal jaren geleden, had hij met
alle kracht in haar jeugdigen geest ingeprent
een verachting voor eiken vorm van lafheid,
moreele zoowel als physidke.
Het was niet altijd zonder moeite gegaan,
want Sara was een nerveus kind met een le
vendige verbeelding, die de grondoorzaak is
van zooveel, dat oppervlakkig -als lafheid wordt
betiteld. Maar Patrick was altijd op een ver
standige manier te werk gegaan. Hij was haar
nooit lastig gevallen over gebiek aan moed;
hij had eenvoudig als vanzelfsprekend be
schouwd, dat zij haar zelfbeheersching niet zou
verliezen.
Saia's geduchtcn gingen terug naar een
voorval, dat in den eersten tijd van hun sa
menwonen had plaats gegrepen. Zij had een
hevigen angst gehad bij het verschijnen van
een grooten buldog, die rondom het huis mocht
loopen en haar oom, die merkte hoe zij doods
benauwd het dier, dot er werkelijk wel angst
aanjagend uitzag, overal uit den weg ging, hud
haar kalm gevraagd of zij hem naar den stal
wou brengen en aan den ketting leggen. Een
oogenblik had het kind geaarzeld. Maar toen
had een zeker iels in zijn rustig vertrouwen,
dat zij zou gehoorzamen, een beroep gedaan
QP haar kinderlijken trots en hoewel ze bleek
zag tot de lippen, was ze toch recht op het
groote beest afgegaan, had hem met haar
kleine vingers bij zijn halsband gepakt en hem
naar zijn hok gebracht.
Moed onder physieke pijn had zij geleerd bij
het zien van Patrick's eigen worstelen met zijn
zwakke gezondheid. Bij tijden leed hij ontzag
lijk, maar geen zucht of klacht mocht ooit aan
zijn saamgeklemde lippen ontsnappen. Sara
zag alleen, na wat hij noemde, een van mijn
beroerd-slechte dagen, kleintje, dat er weer
nieuwe groeven waren gekomen bij de vele,
die zijn voorkomen den laatsten tijd zoo had
den verouderd.
In zulke tijden stond Sara doodsangsten uit
en leed zij zelf onder zijn smart, sinds haar
aanhankelijkheid aan Patrick Loveil de drij
vende kracht van haar leven was geworden.
Andere meisjes hadden ouders, broers en zus
ters cn nog verdere bloedverwanten, tegen
over wie ze haar liefde konden uiten en too-
nen. Sara had niets van dat alles en de heele
liefde en toewijding van haar hartstochtelijke
natuur stortte zich op den man, dien zij oom
noemde.
Hun onderlinge verhouding was meer dan de
aangenomen hloedverwantschop hun oplegde.
Zij waren vrienden, deze twee intieme vrien
den, kameraden op gelijken voet, die eikaars
terughouding respecteerden en volkomen op
recht met eikaar omgingen. Misschien was dit
gedeeltelijk te verklaren uit het feit, dot zij
geen werkelijke bloedverwanten waren. Dat
Sara Patrick's aangenomen nichtje was, was
de eenige verklaring voor haar aanwezigheid
op Barrow Court, die hij zich ooit verwaar
digd had aun de buitenwereld te geven en
eigenlijk was dit ook alles wat Sara zelf van
dc heele zaak wist.
In haar heele leven had zij maar tot weini
gen in betrekking gestaan. Zij had geen herin
nering aan iemand, die haar vader zou zijn ge
weest, en hoewel zij begreep, dat het bestaan
van die persoon aangenomen moest worden,
was ze er nooit nieuwsgierig naar geweest.
Aan den horizon van haar vroegste kinds
heid stond maar één enkele figuur, die van
haar moeder, die zij aanbad, cn „thuis" betee-
kende voor haar een paar simpele kalners
hoog in een plaats, die Wallater's Buildings
heette en voornamelijk bewoond werd dooi
gezinnen uit dc arbeidersklasse.
Door de omstandigheden was Sara dus ver
stoken geweest van het gezelschap van andero
kinderen en had al hoar liefde zich geconcen
treerd op haar moeder. Nooit had zij den plot-
selingen, wonhopigen angst vergeten van dal
oogenblik, toen het vreeselijkc stilzwijgen van
de witte gestalte op 't bed in dc kleine slaap
kamer die zij samen deelden, haar de beteeke-
nis van den dood leerde kennen.
Zij had niet geschreid, zooals dc meeste kin
deren van acht jaar zouden gedaan hebben,
maar zij leed, als versteend in haar stilzwij
gen, niet in staat uiting tc geven aan hoar
smart.
„Ongevoelig noem ik dotbeweerde de
vrouw, die op dezelfde étage woonde als de
Tcnnants en die op verzoek van den dokter
hnd geholpen, tegen een buurvrouw, die bezig
was water te koken op een gastocstcl. Je mot
toch wel een komve kikker van een kind we
zen, nis je je moeder daar dood kan zien 1 egge
zondur ééne traan". Ze snoof. „Heb je die thee
nog niet kloor? Ik kan altijd thee drinken als
ik oen dooie heb afgelegd".
Sara had met peinzende oogen naar dc twee
vrouwen gekeken, zoonis ze hnnr thee zaten
te drinken. Haar smalle borst.ging heftig op
en neer van inwendigen toom. Zonder dat ze
ook moor cenigszins in staat was zich reken
schap van haar gevoelens tc geven, voelde zij
dat er iets vreeselijks was in het genietend-
thee-slurpcn von die beide vrouwen en haar
eindeloos gebabbel, terwijl al dien tijd die stil
le gedaante daar op het smalle bed lag, roer
loos, zwijgend, gehuld in de groote vreemde,
ongenoakboarheid van de dooden.
Toen schonk een van de twee vrouwen een
derde kopje in en schoof het Sara toe, terwijl
ze cr een heele plas blauwachtig-dunne molk
bijgoot.
„Drink ook een bakkie, kind. Nog nooit heb
ik zoo'n lekker kopje geproefd".
Ecfi oogenblik staarde Saro hoor sprakeloos
aan; toen nam ze met een plotseling driftig
gebaar het kopje en smeet het op den vloer.
Luid klonk het gerinkel van de scherven in
het doodsvertrek, de schelle vrouwenstemmen
schoten uit tegen Sam, die naar dc andere ka
mer vluchtte, en zich in schrik en afschuw met
het gezicht voorover op den grond wierp. He*
was niet de schorre woede van de vrouwen,
die haar griefde, dat ging langs haar heen.
Maar er was een fijn, instinctief fgevoftl vniv
eerbied diep in haar eigen ziel gewond.
(Wordt vervolgd.)